Onderwijs- en opleidingsmonitor 2020

Onderwijs- en opleidingsmonitor 2020

BELGIË

1. Kernindicatoren

Figuur 1 – Overzicht kernindicatoren
België EU 27
2009 2019 2009 2019
ET 2020-benchmarks
Vroegtijdige verlaters van onderwijs en opleiding (18-24 jaar) 11.1% 8.4% 14.0% 10.2%
Afgestudeerden hoger onderwijs (30-34 jaar) 42.0% 47.5% 31.1% 40.3%
Onderwijs voor jonge kinderen
(vanaf 4 jaar tot de schoolplichtige leeftijd)
99.3% 98.5%18 90.3% 94.8%18
Aandeel 15-jarigen met ondermaatse prestaties voor: Lezen 17.7% 21.3%18 19.3% 22.5%18
Wiskunde 19.1% 19.7%18 22.2% 22.9%18
Wetenschap 18.0% 20.0%18 17.8% 22.3%18
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden per opleidingsniveau (20-34 jaar, afgestudeerd in de 3 jaar voor het referentiejaar) ISCED 3-8 81.0% 83.5% 78.0% 80.9%
Deelname van volwassenen aan leren (25-64 jaar) ISCED 0-8 7.1% 8.2% 7.9% 10.8%b
Leermobiliteit Afgestudeerden met diplomamobiliteit (ISCED 5-8) : 3.9%18 : 4.3%18
Afgestudeerden met studiepuntenmobiliteit (ISCED 5-8) : 6.7%18 : 9.1%18
Aanvullende contextuele indicatoren
Investeringen in onderwijs Overheidsuitgaven voor onderwijs 6.1% 6.2% 18 5.1% 4.6%18
Uitgaven per student voor publieke en private instellingen in EUR (KKS) ISCED 1-2 €7 94312 €8 45517 €6 072d, 12 €6 240d, 16
ISCED 3-4 €9 45512 €10 17117 :12 €7 757d, 16
ISCED 5-8 €12 05412 €13 52517 €9 679d, 12 €9 977d, 16
Vroegtijdige verlaters van onderwijs en opleiding (18-24 jaar) Autochtonen 10.0% 7.3% 12.6% 8.9%
Geboren in het buitenland 20.5% 15.7% 29.3% 22.2%
Tertiary educational attainment (age 30-34) Autochtonen 44.0% 49.3% 32.0% 41.3%
Geboren in het buitenland 33.0% 42.1% 25.1% 35.3%
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden per opleidingsniveau (20-34 jaar, afgestudeerd in de 3 jaar voor het referentiejaar) ISCED 3-4 71.9% 74.1% 72.2% 75.9%
ISCED 5-8 87.8% 89.7% 83.7% 85.0%

Eurostat; OESO (PISA); De cijfers in verband met de leermobiliteit zijn door het DG EAC berekend op basis van UOE-gegevens uit 2018. Nadere informatie is te vinden in bijlage I en in het eerste deel (ec.europa.eu/education/monitor) Opmerkingen: Spanje is niet opgenomen in de PISA-gemiddelden voor lezen van de EU voor 2018; b = onderbreking in tijdreeks; d = verschillende definitie, : = niet beschikbaar, 12 = 2012, 16 = 2016, 17 = 2017, 18 = 2018.

Figuur 2 - Positie ten opzichte van de lidstaten met de beste en de slechtste prestaties

Bron: DG EAC, op basis van gegevens van Eurostat (LFS 2019, UOE 2018) en OESO (PISA 2018).

2. Belangrijkste punten

  • De Vlaamse Gemeenschap (BEvl) heeft op alle onderwijsniveaus hervormingen ingevoerd. De Franse Gemeenschap (BEfr) voert hervormingen in het verplicht onderwijs in, te beginnen met veranderingen op het gebied van governance en de opvang en het onderwijs voor jonge kinderen.
  • De COVID-19-crisis heeft aangetoond dat het dringend nodig is om digitaal onderwijs in BEfr te ontwikkelen; de lockdown zal waarschijnlijk de digitale kloof op sociaaleconomische gronden in alle gemeenschappen vergroten.
  • De prestaties in het tertiair onderwijs zijn hoog; er is ruimte voor verbetering van de efficiëntie in het hoger onderwijs.
  • De deelname aan volwassenenonderwijs blijft laag ondanks meerdere initiatieven.

3. Aandacht voor digitaal onderwijs

Het is van cruciaal belang om de digitale vaardigheden van jongeren en leerkrachten te ontwikkelen.De helft van de 16-19-jarigen geeft aan over meer dan de algemene digitale basisvaardigheden te beschikken (EU-gemiddelde 57 %)1, maar 17 % vindt dat zij over lage digitale vaardigheden beschikken (EU-gemiddelde 15 %). Belgische leerkrachten voelden zich minder goed voorbereid op het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) voor onderwijsdoeleinden (27,9 %; BEvl 34,5 %; BEfr 19,5 %; EU-22 37,5 %). Ze meldden ook het laagste gebruik van ICT voor projecten of klassikaal werk (28,9 %; BEvl 37,8 %; BEfr 18,8 %; EU-22 46,9 %) (cijfers afkomstig uit TALIS2, 2018).

Infrastructuur en apparatuur op Belgische scholen zijn iets beter dan het EU-gemiddelde, maar er is sprake van regionale verschillen. Belgische scholen beschikken gemiddeld over een iets betere digitale apparatuur en betere connectiviteit dan het EU-gemiddelde (Europese Commissie, 2019a), zij het met grote regionale verschillen. Middelbare scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikken over het laagste percentage apparatuur (13,4 toestellen per 100 leerlingen in 2017)3, gevolgd door Wallonië (16,5)3, Vlaanderen (41,0)4 en de Duitstalige Gemeenschap (43,6) 3.

De Vlaamse Gemeenschap is actief op het gebied van curriculumhervorming, digitale apparatuur, versterking van mediageletterdheid en innovatieve leeromgevingen (Vlaamse Regering 2019, Strategisch Plan Geletterdheid 2017-2014). Elke school wordt aangemoedigd om over een digitale strategie te beschikken. De conceptnota mediageletterdheid richt zich onder meer op het versterken van competenties, internetveiligheid en een inclusieve digitale samenleving. Het programma “Veilig online” ondersteunt de betrokkenheid van ouders bij digitaal onderwijs. Digitale competenties, gebaseerd op het digitale competentiekader (DigComp)5, worden geleidelijk geïntegreerd in de nieuwe onderwijsprogramma’s voor lagere en middelbare scholen als vakoverschrijdende eindtermen. Ook de digitale competenties in het volwassenenonderwijs zijn geactualiseerd. De private sector wordt aangemoedigd om mee te investeren in innovatie op scholen. Recente overheidsinitiatieven zijn onder meer het project i-Learn6, dat tot doel heeft om tegen september 2022 onderwijstechnologieën voor leren op maat en lerarenopleidingen uit te rollen op ten minste 10 % van de scholen. Leerkrachten geven aan dat ze inmiddels meer overtuigd zijn van het nut van ICT in het onderwijs, maar dit heeft niet geleid tot meer ICT-gebruik tijdens klassikaal onderwijs (Heymans, 2018). De schoolinspectiediensten hebben een verbetering van de ICT-infrastructuur en de ICT-opleiding voor leerkrachten aanbevolen (Vlaamse overheid, 2020).

Door de COVID-19-crisis is duidelijk geworden dat de digitale strategie van 2018 voor het onderwijs in de Franse Gemeenschap dringend moet worden uitgevoerd (zie kader 1). Op basis van een aanpassing van het digitale competentiekader (DigComp) worden onderwijsprogramma’s voor leerlingen tot en met 15 jaar en programma’s voor lerarenopleidingen opgesteld (Eurydice, 2019). Geplande hervormingen van de initiële lerarenopleiding en leerplannen lopen verder vertraging op en zullen geleidelijk worden ingevoerd, terwijl er nog geen maatregelen zijn genomen om de digitale competenties van studenten te verbeteren. “Digital Wallonia” ondersteunt jaarlijks ongeveer 500 digitale schoolprojecten op bijna 15 % van alle scholen, waarbij de toewijzing van digitale apparatuur is gekoppeld aan de kwaliteit van de pedagogische plannen en opleidingen (Agence du numérique, 2018a). Uit TALIS-gegevens van 2018 lijkt naar voren te komen dat de toegang tot digitale technologie en internet op scholen in de Franse Gemeenschap tot de laagste in de EU behoort. Daarnaast meldt een relatief hoog percentage leerkrachten een grote behoefte aan professionele ontwikkeling op het gebied van ICT en geeft een laag percentage aan zich goed voorbereid te voelen om ICT te gebruiken voor het lesgeven (19,5 %; EU-22 37,5 %).

Figuur 3 – Percentage leerkrachten in het lager secundair onderwijs dat zich “goed voorbereid” of “zeer goed voorbereid” voelt op het gebruik van ICT voor onderwijsdoeleinden

Bron: TALIS 2018 Results (Volume I) – OESO, 2019.

Naar aanleiding van de sluiting van de scholen als gevolg van COVID-19 streven de gemeenschappen ernaar om vanaf september 2020 de toegankelijkheid en kwaliteit van gecombineerd afstands- en contactonderwijs (“blended learning”) te verbeteren. Door de sluiting van de scholen werden scholen en leerkrachten gedwongen om grotendeels over te stappen op digitaal afstandsonderwijs. Na de gedeeltelijke heropening medio mei werd het onderwijs hervat met een combinatie van afstandsonderwijs, blended learning en contactonderwijs. Bovengenoemde gegevens over digitaal onderwijs suggereren dat dringend structurele maatregelen nodig zijn indien afstandsonderwijs onderdeel wordt van reguliere instructiemethoden (Nicaise, 2020). Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ondanks inspanningen sociaaleconomisch kansarme en kwetsbare leerlingen/studenten en degenen die thuis een andere taal spreken, het moeilijkst te bereiken waren tijdens de sluiting van de scholen. Deze digitale kloof heeft de bestaande sociaaleconomische kloof in de onderwijsresultaten waarschijnlijk vergroot (zie hieronder). In BEfr zal de overheid tegen oktober 2020 digitale apparatuur ter beschikking stellen aan leerkrachten en aan de naar schatting 15-20 % van de leerlingen zonder apparatuur. Ook heeft zij opleidingsmodules ontwikkeld voor het gebruik van digitale leermiddelen door leerkrachten en voor geïndividualiseerd onderwijs (FWB, 2020a). Voor scholen met sociaaleconomisch kansarme leerlingen is er aanvullende financiering (17 miljoen EUR) beschikbaar om meer leerkrachten aan te nemen voor individuele ondersteuning en remedial teaching. Tijdens de lockdown heeft BEvl extra financiering aan scholen verstrekt voor digitaal onderwijs (5 miljoen EUR), waaronder refurbished laptops. Bovendien ondersteunde de overheid zomerscholen en verdubbelde zij het ICT-budget voor basisscholen en middelbare scholen tot 70 miljoen EUR voor 2020-2021. De pedagogische rol van ICT-coördinatoren op scholen in alle gemeenschappen kan verder worden ontwikkeld.

Kader 1: de strategie voor digitaal onderwijs van de Franse Gemeenschap

In oktober 2018 keurde de Franse Gemeenschap een strategie goed (FWB, 2019a) om digitale ongelijkheden binnen het onderwijssysteem, onder meer tussen scholen, aan te pakken. De digitale transitie loopt achter op andere EU-landen. De komende jaren zullen vijfentwintig prioritaire acties worden uitgevoerd. Digitale vaardigheden en geletterdheid zullen een grotere rol innemen in de onderwijsprogramma’s, en leerkrachten en schoolleiders krijgen tijdens hun initiële opleiding en verdere professionele ontwikkeling ondersteuning en opleiding aangereikt. Scholen krijgen pedagogische en technische ondersteuning aangeboden. Er zullen minimumnormen voor apparatuur en infrastructuur worden vastgesteld en aanvullende apparatuur zal worden toegewezen op basis van de behoeften van de scholen. Er wordt een nieuw platform voor digitale bronnen ontwikkeld waar leerkrachten inhoud kunnen delen en ontwikkelen en toegang hebben tot e-learning cursussen. Het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) van de Europese Commissie biedt expertise op het gebied van digitale apparatuur en professionele ondersteuning voor scholen en trainingen voor leraren.

4. Investeren in onderwijs en opleiding

De uitgaven aan onderwijs door de Belgische overheid waren in 2018 met 6,2 % van het bbp een van de hoogste in de EU, net achter Zweden en Denemarken7. Sinds 2010 zijn de uitgaven gestegen van 6,0 % naar 6,2 % van het bbp. In dezelfde periode is het percentage van de overheidsuitgaven dat is bestemd voor het onderwijs eveneens gestegen, van 11,2 % naar 11,9 %. De stijging van 11,3 % in reële termen ligt ruim boven het EU-gemiddelde van 3,3 %. De uitgaven zijn het sterkst gestegen voor kleuter- en lager onderwijs (12,2 %), maar ook voor het secundair (4,9 %) en tertiair onderwijs (7,4 %). In 2016 was het aandeel particuliere financiering in de totale overheidsuitgaven voor onderwijs met 6,3 % relatief laag (EU-23 11,8 %) (14,7 % (23,7 %) voor het tertiair onderwijs8) (OESO, 2019a). Als de uitgaven van België worden vergeleken met andere landen met “hoge uitgaven”, en gelet op het feit dat de uitgaven naar verwachting hoog zullen blijven, zouden er betere onderwijsresultaten moeten kunnen worden behaald (Europese Commissie, 2019b). De autoriteiten moeten meer gegevens beschikbaar stellen ter onderbouwing van onderzoek en een empirisch onderbouwd onderwijsbeleid.

In de EU besteedt België het hoogste uitgavenpercentage aan personeelsvergoedingen. In 2018 bedroegen deze vergoedingen 82,0 % van de overheidsuitgaven aan onderwijs9 (EU-gemiddelde: 65 %), nadat ze tussen 2010 en 2018 met 12,2 % waren gestegen (EU-27: 5,4 %). Dit hoge en stijgende percentage geeft aan dat er sprake is van hogere gemiddelde salarissen op alle onderwijsniveaus (OESO, 2017 en Europese Commissie, 2019c) en is een afspiegeling van het relatief lage aantal leerlingen per leerkracht in het lager en secundair onderwijs10 (10,6, tegen een EU-gemiddelde van 12,4), met name in het lager secundair onderwijs (8,9 tegen 12,3). De bruto-investeringen (bv. gebouwen, digitale infrastructuur en apparatuur) zijn in deze periode met 28,8 % gestegen, maar blijven relatief laag met 5,5 % van de overheidsuitgaven (EU-gemiddelde: 6,7 %). Ook is er duidelijk behoefte aan schoolinfrastructuurregisters en, in BEfr, aan meer digitale apparatuur.

De investeringen in onderwijs zullen tot 2024 naar verwachting toenemen binnen de Franse Gemeenschap (Lecuivre, 2019). De nieuwe regering heeft de onderwijsprioriteiten van haar beleidsverklaring (2019-2024) echter niet met overheidsgeld begroot (FWB, 2019b). Deze onderwijsprioriteiten omvatten: versterking van het “Pacte d’excellence”, een hervorming van het schoolsysteem op de lange termijn (tot 2030), met inbegrip van de hervormingen van het beroepsonderwijs en -opleiding (VET) en het onderwijs voor leerlingen met bijzondere behoeften; aanpassing van de initiële lerarenopleiding en gerelateerde salarisverhogingen voor leraren; financiering van het hoger onderwijs; en duurzame schoolinfrastructuur. De regering verwacht toekomstige besparingen door de rationalisatie van het aanbod voor beroepsonderwijs en -opleiding en verminderd zittenblijven (hetgeen in 2017-2018 386 miljoen EUR kostte) (FWB, 2019c).

Investeren in onderwijs en opleiding blijft in 2020-2024 een prioriteit voor de Vlaamse overheid. De prioriteiten zijn onder meer extra financiering voor het lager onderwijs en hogescholen, schoolgebouwen, O&O-infrastructuur voor het hoger onderwijs en de loopbaan van leerkrachten (Vlaamse Regering, 2019).

5. Modernisering van het onderwijs voor jonge kinderen en het schoolonderwijs

België verlaagt de leeftijd waarop kinderen verplicht onderwijs moeten volgen naar vijf jaar, en investeert in onderwijs voor jonge kinderen (OJK) van hoge kwaliteit. Onderwijs zal in België vanaf 2020-2021 verplicht zijn voor kinderen vanaf vijf jaar in plaats van zes. Dit zal naar verwachting met name de regelmatige aanwezigheid onder kinderen met een migratieachtergrond of met laagopgeleide ouders in grote steden doen toenemen. Het inschrijvingspercentage voor OJK bleef in 2013-2018 hoog en stabiel (98,5 % in 2018) en meer kinderen in de leeftijdsgroep onder 3 jaar brachten in 2018 meer tijd door in formele kinderopvang of formeel onderwijs (54,4 %) dan in 2010 (36 %)11. Met ingang van 2019-2020 worden in BEvl de beschikbare middelen per kind voor OJK gelijkgesteld aan het lager onderwijs (+ 52 miljoen EUR per jaar) en wordt de aanwerving van aanvullend ondersteunend personeel overwogen. Om de Nederlandse taalvaardigheid van kinderen te verbeteren, zullen vanaf 2021-2022 taaltesten in de derde kleuterklas en vervolgtrajecten voor taalintegratie worden ingevoerd (20 miljoen EUR per jaar). In 2018-2019 sprak één op de vier leerlingen (24 %) in het kleuteronderwijs thuis geen Nederlands, tegen 16 % tien jaar geleden. De sluiting van de scholen tijdens de pandemie heeft waarschijnlijk invloed gehad op hun taalontwikkeling. In BEfr was er een daling van het gemiddelde aantal leerlingen per leraar (tot 14,8) in 2017-2018. Maatregelen om de kwaliteit te verbeteren zijn onder meer gratis opvang en onderwijs voor 3-jarigen vanaf 2019-2020 en meer taalondersteuning. Het aantal leerkrachten en de hoeveelheid ondersteunend personeel is ook toegenomen (2017-2019). Een eerste programma van “initiële competenties” voor OJK is in september 2020 van start gegaan (“Pacte d’excellence”).

België behaalt goede gemiddelde prestaties op het gebied van basisvaardigheden. 15-jarige studenten in het OESO-programma voor internationale beoordeling (PISA) 2018 presteren ten opzichte van alle type leerlingen beter dan het EU-gemiddelde op het gebied van lezen, wiskunde en wetenschap. Hoewel de prestaties in BEvl ruim boven het nationale gemiddelde liggen, is er over de lange termijn sprake van een neerwaartse tendens voor alle basisvaardigheden en voor alle soorten presteerders. In BEfr bleven de gemiddelde prestaties relatief stabiel in vergelijking met 2015 in alle drie de domeinen en kwamen ze in de buurt van de (dalende) EU-gemiddelden.

Er zijn grote verschillen die samenhangen met sociaaleconomische achtergrond en migratieachtergrond. Landelijk presteert ongeveer een op de vijf studenten ondermaats in een van de drie disciplines (zie figuur 1). Leerlingen met een kansarme (37,1 %) en migratieachtergrond (37,6 %) lopen meer risico om ondermaats te presteren bij lezen in vergelijking met hun sociaal meer kansrijke (7,2 %) en autochtone (16,6 %) leeftijdsgenoten. De taal die thuis wordt gesproken, het land van herkomst en het opleidingsniveau van de moeder verklaren veel van deze verschillen. Het effect van de sociaaleconomische status in BEvl en BEfr is relatief hoog – een kloof in leesscores van respectievelijk 110 en 107 punten, wat overeenkomt met 2,5 jaar scholing. Slechts 9 % van de kansarme studenten in België slaagde erin om in het bovenste kwartiel voor leesprestaties te scoren, onder het EU-gemiddelde (11,1 %) voor academisch veerkrachtige studenten.

Het aanpakken van de verschillen tussen scholen is essentieel. Vrije schoolkeuze, schoolautonomie met beperkte verantwoordingsplicht en de facto oriëntatie op basis van academische prestaties dragen bij tot de grootste kloof in de EU tussen kansrijke en kansarme scholen (bij lezen 155 punten tegen 130) en tussen scholen met algemene en beroepsopleidingen (98 punten; OESO-gemiddelde 68). Binnen kansarme scholen is het gemiddeld aantal leerlingen per leerkracht iets gunstiger en zijn de klassen kleiner, maar zijn er minder hooggekwalificeerde en ervaren leerkrachten (OESO, 2019b) en ligt het lerarenverloop hoger. Een van de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester uit 2019 betrof voor België: “de prestaties en de inclusiviteit van de onderwijs- en opleidingssystemen verbeteren en de vaardighedenmismatches aanpakken” (Raad, 2019).

Het verbeteren van het welzijn van studenten zou ook tot betere leerresultaten kunnen leiden. Eén op de vijf studenten (18,6 %; EU-gemiddelde 22,1 %) gaf aan ten minste een paar keer per maand te zijn gepest. Dit komt het vaakst voor in het lager secundair onderwijs (26,8 %), onder leerlingen die zwak presteren bij lezen (25,6 %) en op kansarme scholen (24,3 %). Het verschil in leesprestaties tussen leerlingen die aangeven gepest te worden (18 punten) ligt gelijk aan zes maanden onderwijs, en de kloof tussen scholen met een laag en hoog aantal gemelde gevallen van pesten12 is 68 punten (EU-gemiddelde 70). Doeltreffend antipestbeleid kan de leesprestaties bevorderen. De sluiting van de scholen tijdens de pandemie blijkt gevolgen te hebben voor de geestelijke gezondheid en het welzijn van kinderen (Kinderrechtencommissaris, 2020).

In 2016 heeft België zijn nationale Europa 2020-doel op het gebied van vroegtijdige verlaters van onderwijs en opleiding van 9,5 % gehaald. Het percentage vroegtijdige schoolverlaters is in 2019 met nog eens 0,4 procentpunt gedaald naar 8,4 %, wat lager is dan het EU-gemiddelde van 10,2 %, maar er bestaan grote verschillen tussen groepen en regio’s . Het percentage vroegtijdige schoolverlaters is zowel onder vrouwen (6,2 %) als onder mannen ( 0,1 procentpunt naar 10,5 %) verder gedaald, maar dit verschil tussen de beide geslachten ligt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (6,5 procentpunten) en in Wallonië (6,3 procentpunten) aanzienlijk boven het EU-gemiddelde (3,5 procentpunten). Het verschil tussen het percentage voor buiten de EU geboren (17,7 %) en autochtone (7,3 %) leerlingen is betrekkelijk stabiel gebleven (10,4 procentpunten) en ligt onder het EU-gemiddelde (13,6 procentpunten). Er wordt momenteel een aantal maatregelen ingevoerd (zie de Onderwijs- en opleidingsmonitor 2018), die een positief effect zouden moeten hebben. In BEfr wordt per 2021-2022 een uitgebreid plan ingevoerd om vroegtijdig schoolverlaten aan te pakken en administratieve gegevens te verzamelen (met steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF)). Verbeterd schoolbestuur en de organisatie van de arbeidstijd van leerkrachten dragen bij aan het terugdringen van zowel zittenblijven (43 %) als vroegtijdig schoolverlaten. In BEvl verwachten de autoriteiten dat duaal leren in het secundair onderwijs vroegtijdig schoolverlaten verder zal terugdringen. Het percentage zittenblijvers is tussen 2012-2013 en 2018-2019 licht gedaald (naar 25,8 %, daling van 3,2 procentpunten).

De Vlaamse Gemeenschap zal in de nieuwe onderwijsprogramma’s meer nadruk leggen op kennisverwerving en Nederlandse taalvaardigheid. De vanaf september 2019 doorgevoerde hervormingen in het secundair onderwijs (Europese Commissie, 2019c), omvatten nieuwe eindtermen die geleidelijk worden uitgerold in 2019-2024 en een betere overgang naar de arbeidsmarkt en het hoger onderwijs. De nieuwe regering is van plan om kennisinhoud en de verwerving van het Nederlands voorrang te geven in het verplichte curriculum (voor OJK, zie hierboven). Gestandaardiseerde en gevalideerde tests zullen meten hoe goed leerlingen de gestelde eindtermen behalen, en ook de leerwinst van individuele leerlingen en scholen. Ondermaats presterende scholen zullen een begeleidingstraject volgen om hun prestaties te verbeteren. Het voorstel om het decreet voor studenten met bijzondere behoeften (M-decreet) te hervormen, is vertraagd door de COVID-19-crisis.

De Franse Gemeenschap implementeert maatregelen om “scholen als lerende organisaties” uit te bouwen en gepersonaliseerde ondersteuning voor leerlingen op te zetten, maar het onderwijsprogramma en verschillende andere hervormingen van het “Pacte d’excellence” hebben vertraging opgelopen. Deze grondige hervorming van het schoolsysteem ter verbetering van basisvaardigheden, ter vermindering van ongelijkheden en ter verbetering van efficiëntie en governance loopt tot 2030 (Europese Commissie, 2019c). De centrale governance wordt versterkt, maar wel in combinatie met meer autonomie en een grotere verantwoordingsplicht voor scholen. Momenteel worden zesjarige schoolontwikkelingsplannen uitgerold (FWB, 2018). In september 2019 is meer steun voor schoolleiders en een nieuwe organisatie van de arbeidstijd van leerkrachten in werking getreden. Nieuwe benaderingen voor het leren van de Franse taal voor nieuw aangekomen en kwetsbare leerlingen zijn op grote schaal overgenomen door scholen (FWB, 2019d). Op 5 % van de scholen wordt via proefprojecten twee uur per week persoonlijke begeleiding van kinderen aangeboden. Benchmarks voor het nieuwe gemeenschappelijke, multidisciplinaire en polytechnische onderwijsprogramma bevinden zich echter nog in de goedkeuringsfase. Het samenvallen van een nieuwe regeringscoalitie in september 2019 en de COVID-19-pandemie kan de voorgestelde hervormingen ook vertragen.

Het succes van de onderwijshervormingen hangt af van het aantrekken en behouden van leerkrachten en het ondersteunen van hun professionalisering. In BEfr wordt vanaf september 2020 aan de hand van een plan ter bestrijding van het lerarentekort (Plan pénurie) getracht leerkrachten te behouden in de eerste fase van hun loopbaan, hen beter te ondersteunen, mobiliteit te vergemakkelijken en kwalificatie-eisen te vereenvoudigen (decreet Titres et fonctions) (FWB, 2020b). BEvl is voornemens om loonsverhogingen (1,1 % vanaf 2021) voor nieuwe leerkrachten en verplichte begeleiding door een mentor door te voeren, de lerarenplatforms in het basisonderwijs voort te zetten, sneller tijdelijke contracten en mogelijkheden voor vaste aanstellingen te bieden, en duaal lesgeven te bevorderen. De beoogde maatregelen omvatten ook zij-instroom tot het beroep, een effectievere inductie van nieuwe leerkrachten (SRSP-project) en het verminderen van de administratieve taken van schoolleiders en leerkrachten. BEde voorziet een vast contract en een salarisverhoging van 10 % voor nieuw personeel. De gemeenschappen hebben hervormingen goedgekeurd om de kwaliteit en de relevantie van de initiële lerarenopleiding te verbeteren (Europese Commissie, 2019c). Deze hervormingen worden in BEvl vanaf 2019-2020 doorgevoerd. BEfr heeft de invoering ervan met minstens een jaar uitgesteld, tot 2021-2022, om de praktische gevolgen, waaronder kosten, uit te werken. Er wordt een competentiekader ontwikkeld voor de selectie, professionalisering en beoordeling van schoolleiders.

Figuur 4 – PISA-gemiddelden voor 2018 bij lezen, naar gemeenschap, geslacht, sociaaleconomische en migratieachtergrond, type programma en aantal zittenblijvers

Bron: OESO (2019) PISA 2018. Opmerking: 40 PISA-punten staan ongeveer gelijk aan één schooljaar.

6. Modernisering van beroepsonderwijs en -opleiding

Het percentage leerlingen in beroepsonderwijs en -opleiding is verder afgenomen. In 2018 bedroeg dit percentage 56,8 %14, nog altijd 8,4 procentpunten boven het EU-gemiddelde. In 2019 vond 77,1 % van de recent afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding (ISCED 3-4) binnen één tot drie jaar na hun afstuderen een baan, wat onder het EU-gemiddelde van 79,1 % ligt.

Er blijven zorgen over de kwaliteit van beroepsonderwijs en -opleiding. Er is een verschil van 98 punten in de PISA-resultaten tussen studenten in algemene en beroepsopleidingen, wat gelijk staat aan meer dan 2 1/2 jaar onderwijs en aanzienlijk hoger ligt dan het OESO-gemiddelde (1 1/2 jaar). De verhouding afgestudeerden/aanmeldingen ligt ver onder het EU-28-gemiddelde (16 % tegen 31 %) (Europese Commissie, 2019d), wat duidt op een hoge uitval. Wanneer studenten die een beroepsopleiding in het hoger secundair onderwijs volgden bovendien doorstromen naar het tertiair onderwijs, rondt slechts een minderheid (24 % in BEvl en 17 % in BEfr) de opleiding binnen de theoretische duur af (OESO, 2019d). Al deze factoren wijzen erop dat het noodzakelijk is om de kwaliteit van beroepsonderwijs en -opleiding te versterken.

Alle regio’s hebben ernaar gestreefd om duaal leren te ontwikkelen. In BEvl werd duaal leren in september 2019 uitgerold als onderwijstraject binnen het regulier en speciaal secundair onderwijs, en werden proefprojecten over duaal leren in het volwassenen- en hoger onderwijs gestart. Het Vlaamse parlement keurde in 2019 een nieuw decreet goed betreffende de gemeenschappelijke voorwaarden voor kwaliteitszorg, waarbij de kwaliteit minstens om de zes jaar geëvalueerd moet worden. In BEfr werden in 2015 grote veranderingen in werkplekleren geïnitieerd (Europese Commissie, 2016); volgens een recente analyse (Cedefop, 2019) bestaan er zorgen dat deze veranderingen hebben geleid tot minder flexibiliteit en meer bureaucratie. Meer recent kondigde de Waalse regering een vervolgdocument aan op het Marshall 4.0-plan15 voor sociaaleconomische ontwikkeling, dat een belangrijk onderdeel bevat over de ontwikkeling van vaardigheden, maar de voorbereiding ervan werd vertraagd door de COVID-crisis. De hervorming van beroepsonderwijs en -opleiding is in BEfr tot 2021 uitgesteld.

7. Modernisering van het hoger onderwijs

In 2018 heeft België zijn nationale Europa 2020-doel voor een slaagpercentage van 47 % in het tertiair onderwijs gehaald, maar er zijn nog altijd verschillen tussen regio’s en groepen. Het percentage bedroeg 47,5 % in 201916. Hoewel het slaagpercentage onder mannen voor het tweede opeenvolgende jaar licht is gedaald, van 40,6 % naar 39,8 %, is het onder vrouwen gestegen van 54,5 % naar 55,2 %. Er bestaan grote verschillen die te maken hebben met sociaaleconomische achtergrond en migratieachtergrond. Volwassenen met tertiair opgeleide ouders ronden negen keer zo vaak tertiair onderwijs af als volwassenen met lager opgeleide ouders (OESO, 2018). Hoewel 49,3 % van de autochtone 30-34-jarigen tertiair onderwijs had afgerond, gold dit maar voor 35,7 % van de buiten de EU geboren bevolking. In 2017 was de onderwijskloof met mensen met een beperking veel groter dan gemiddeld in de EU (25,4 procentpunten tegen 10,2 procentpunten). De arbeidsparticipatie onder recent afgestudeerden (89,7 % in 2019) lag boven het EU-gemiddelde (85,0 %).

Universiteiten presteren over het algemeen relatief goed, maar de percentages voor uitval en de gemiddelde tijd waarin een opleiding wordt afgerond, zijn hoog. In de U-Multirank presteren de Belgische universiteiten (elf van de twaalf) het sterkst op het gebied van onderzoek, kennisoverdracht, internationale oriëntatie en regionale betrokkenheid (U-Multirank, 2020). In een OESO-benchmarkstudie wordt aangenomen dat BEvl over een relatief goed werkend hoger onderwijssysteem beschikt. De sterke punten zijn de hoge instroompercentages en het hoge percentage afgestudeerden met lees- en rekenvaardigheden boven niveau 3 in PIAAC. De uitdagingen zijn het lage percentage doctoraathouders en het beperkt aantal inschrijvingen van studenten ouder dan 25 jaar voor bacheloropleidingen. De slaagcijfers op het bachelorniveau binnen de theoretische duur liggen onder het OESO-gemiddelde (OESO, 2019c). Nationaal gezien blijven de percentages voor uitval en gemiddelde studieduur hoog (De Witte en Hindriks, 2018).

De Vlaamse Gemeenschap wil door verkorting van de afstudeertijd en rationalisering van het financieringssysteem de efficiëntie verbeteren. Sinds september 2019 krijgen leerlingen uit beroepsonderwijs en -opleiding door nieuwe kortlopende programma’s meer mogelijkheden voor toegang tot het hoger onderwijs. De nieuwe regering is voornemens de oriëntatie te versterken en algemene niet-bindende instaptoetsen in te voeren. Een herzien financieringssysteem zal ook bijdragen tot een snellere heroriëntatie van eerstejaarsstudenten bij mislukking. Het flexibele deel van het financieringssysteem (Onderwijsbelastingseenheden) zal worden geëvalueerd, met stimulansen voor STEM-opleidingen. Duaal leren zal worden uitgebreid tot het hoger en volwassenenonderwijs. Het op systeemniveau volgen van afgestudeerden in het beroepsonderwijs en -opleiding en hoger onderwijs is goed ontwikkeld en wordt geactualiseerd (Europese Commissie, 2020a).

In de Franse Gemeenschap verwachten de belanghebbenden bijkomende financiering en een aanpassing van het decreet over het hoger onderwijs uit 2013 (décret Paysage). Belanghebbenden doen hun beklag over de administratieve werkdruk binnen instellingen voor hoger onderwijs en de langere afstudeertijd van studenten. In 2018-2020 werd aanvullende financiering (crédits d’impulsions) verstrekt om nieuwe universitaire opleidingen van de eerste cyclus op te zetten in geografische gebieden met weinig studenten. De sociale subsidies voor hogescholen en kunstacademies en de algehele financiering van hogescholen worden geleidelijk verhoogd (FWB, 2019e). Het nieuwe overheidsprogramma voorziet in een geleidelijke verhoging van het budget voor administratieve dienstverlening, renovatie van gebouwen, digitale ontwikkeling, studentenondersteuning, inclusief onderwijs en O&O. Bovendien beoogt het de begeleidings- en beoordelingsinstrumenten te versterken om zo uitval te verminderen en de stroom afgestudeerden te vergroten. Het op systeemniveau volgen van afgestudeerden in het hoger onderwijs wordt momenteel in overeenstemming met de EU-aanbeveling ontwikkeld (Europese Commissie, 2020a).

Nieuwe STEM-actieplannen zijn bedoeld om aan de vraag op de arbeidsmarkt te voldoen. De uitvoering van het Vlaamse STEM-actieplan voor 2012-2020 vordert goed (Onderwijs Vlaanderen, 2019, 2020) en het STEM-platform heeft aanbevelingen gedaan voor een ambitieuzer plan voor 2020-2030. BEfr heeft veel initiatieven opgezet ter bevordering van de keuze voor STEM. BEfr is van plan een strategisch plan voor STEM op te stellen en STEM binnen het hoger onderwijs aantrekkelijker te maken. Hoewel het aantal afgestudeerden van het tertiair onderwijs op het gebied van STEM tussen 2015 en 2018 met 1,3 procentpunten is gestegen tot 17,1 %, stond België binnen de EU nog steeds op de 25e plaats. Op het gebied van ICT nam het de voorlaatste plaats in wat betreft vrouwelijke afgestudeerden (4,3 %) en promovendi (0,5 %).

8. Bevordering van volwassenenonderwijs

De deelname aan volwassenenonderwijs blijft laag. In 2019 daalde de deelname aan volwassenenonderwijs licht van 8,5 % naar 8,2 %, terwijl het EU-gemiddelde steeg van 10,6 % naar 10,8 %. De deelname is laag voor alle opleidingsniveaus, maar vooral onder laagopgeleide volwassenen (3,4 %). De belangrijkste belemmeringen voor volwassenenonderwijs zijn werk, de zorg voor kinderen en gezinstaken - kosten werden van alle OESO-landen het minst genoemd als een belemmering.

De regio’s nemen maatregelen voor bijscholing en omscholing om de grote discrepanties tussen aangeboden en gevraagde vaardigheden aan te pakken. In de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester 2020 aan België was tevens de aanbeveling opgenomen om “de ontwikkeling van vaardigheden aan te moedigen” (Raad, 2020). BEvl is van plan om in toenemende mate aandacht te besteden aan het verbeteren van de vaardigheden met betrekking tot lezen, schrijven en rekenen, en wil dan ook een nieuw platform voor levenslang leren en individuele leerrekeningen opzetten om de versnippering van het beleid inzake volwassenenonderwijs tegen te gaan (Vlaamse Regering, 2019). De Waalse regering is van plan de opleiding van werknemers te verbeteren door middel van een nieuwe regeling geïnspireerd op de Vlaamse “beroepsopleidingscheques” (Europese Commissie, 2019c) die werknemers die hun vaardigheden willen verbeteren of willen doorstromen naar een baan waar een tekort aan arbeidskrachten heerst, zullen ondersteunen en begeleiden, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan oudere werknemers en mensen die hun baan verliezen. Bovendien werd in 2019 een decreet over meer samenwerking op het gebied van de erkenning van vaardigheden tussen de verschillende Franstalige overheden opgesteld. De “digitale openbare ruimten” (Espaces Publics Numériques) werden verbeterd om de digitale inclusie van de burger te bevorderen (Digital Wallonia). De COVID-19-crisis heeft de uitrol van digitaal volwassenenonderwijs versneld.

Kader 2: project van het Europees Sociaal Fonds (ESF) rond een onlineplatform voor opleidingen over de juridische en ethische aspecten van artificiële intelligentie (AI)

Het ESF ondersteunt de oprichting van een onlineplatform met e-learningmodules over de juridische en ethische aspecten van AI, gericht op kmo’s en hun werknemers. Het programma heeft tot doel het bewustzijn te vergroten en begeleiding te bieden bij het herkennen, gebruiken en ontwikkelen van ethisch en juridisch verantwoorde AI. Het project van 40 316 EUR (13 707 EUR van het ESF) zou in juni 2021 klaar moeten zijn.

https://www.ifori.be/nl/esf/

9. Referenties

Agence du numérique, (2018) Baromètre Digital Wallonia 2018 : Éducation & Numérique 2018, Infrastructure, ressources et usages du numérique dans l’éducation en Wallonie et à Bruxelles, Namur. https://content.digitalwallonia.be/post/20180322084610/Baromètre-2018-Digital-Wallonia-Education-Numérique-Infographie.pdf

Agence du numérique, (2018a) Impact des appels à projets ‘École numérique’ en Wallonie. (Impact of ‘Digital school’ program in Wallonia), Namur. www.digitalwallonia.BE/EN3

Agence du numérique, (2019) Baromètre citoyens 2019 : équipements, usages et compétences numériques des citoyens wallons. Namur. www.digitalwallonia.be/citoyens2019

Cedefop (2019), Flash thematic country review on apprenticeships – Belgium – French-speaking region. https://www.cedefop.europa.eu/files/4174_en.pdf

Cedefop (2019). Developments in vocational education and training policy in 2015-19: Flemish Community of Belgium. Cedefop monitoring and analysis of VET policies. https://www.cedefop.europa.eu/en/publications-and-resources/country-reports/vet-policy-developments

Cedefop (2019). Developments in vocational education and training policy in 2015-19: French Community of Belgium. Cedefop monitoring and analysis of VET policies. https://www.cedefop.europa.eu/en/publications-and-resources/country-reports/vet-policy-developments

Cedefop (2019). Developments in vocational education and training policy in 2015-19: German-speaking Community of Belgium. Cedefop monitoring and analysis of VET policies. https://www.cedefop.europa.eu/en/publications-and-resources/country-reports/vet-policy-developments

Children’s Rights Commissioner (2020), Rapport - kinderrechtenperspectief in de coronacrisis  #jongerenovercorona. https://www.kinderrechtencommissariaat.be/sites/default/files/bestanden/20200525_rapport_jongeren_over_corona.pdf

Council of the European Union (2019), Council Recommendation on the 2019 National Reform Programme of Belgium and delivering a Council opinion on the 2019 Stability Programme of Belgium. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52019DC0501

Council of the European Union (2020), Council Recommendation of 20 July 2020 on the 2020 National Reform Programme of Belgium and delivering a Council opinion on the 2020 Stability Programme of Belgium. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:32020H0826(01)&qid=1600259143213&from=EN

De Witte K. & Hindriks J. (2018), L’école du renouveau. https://www.skribis.be/fr/l-ecole-du-renouveau.html

European Commission (2016), European Education and Training Monitor 2016 – Country analysis. Belgium.

European Commission (2018), European Education and Training Monitor 2018 – Country analysis. Belgium.

European Commission (2019), Digital Economy and Society Index (DESI) — 2019 Country Report Belgium. https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/desi

European Commission (2019a), 2nd Survey of Schools: ICT in Education — Belgium Country Report. https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/2nd-survey-schools-ict-education

European Commission (2019b), Country report Belgium. https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/file_import/2019-european-semester-country-report-belgium_en.pdf

European Commission (2019c), European Education and Training Monitor 2019 – Volume II. Belgium. https://ec.europa.eu/education/resources-and-tools/document-library/education-and-training-monitor-country-analysis-volume-2-2019_en

European Commission (2019d), European Education and Training Monitor 2019 – Volume 1. https://ec.europa.eu/education/sites/education/files/document-library-docs/volume-1-2019-education-and-training-monitor.pdf

European Commission/EACEA/Eurydice (2019). Digital education at school in Europe. Eurydice Report. Luxembourg: Publications Office of the European Union.

European Commission (2020), Digital Economy and Society Index (DESI) 2020 – Belgium. https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/scoreboard/belgium

European Commission (2020a), Mapping the state of graduate tracking policies and practices in the EU Member States and EEA countries- Final report. https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/93231582-a66c-11ea-bb7a-01aa75ed71a1/language-en

Government of Belgium (2020). National Reform Programme 2020. http://www.be2020.eu/publications/publication_det.php?lang=en&KeyPub=467

FWB (2018), Décret modifiant le décret du 24 juillet 1997 définissant les missions prioritaires de l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire et organisant les structures propres à les atteindre afin de déployer un nouveau cadre de pilotage, contractualisant les relations entre la Communauté française et les établissements scolaires. https://www.gallilex.cfwb.be/document/pdf/45594_000.pdf

FWB (2019), Décret portant les livres 1er et 2 du Code de l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire, et mettant en place le tronc commun » du 3/05/2019 – Chapitre II section Ière. https://www.gallilex.cfwb.be/document/pdf/47165_000.pdf

FWB (2019a), Stratégie numérique pour l’éducation. http://www.pactedexcellence.be/wp-content/uploads/2019/04/Stratégie-numérique-pour-lEducation_v2_web_VF.pdf

FWB (2019b), Déclaration de politique Fédération Wallonie Bruxelles 2019-2024 https://gouvernement.cfwb.be/files/Documents/Déclaration%20de%20Politique%20Communautaire%202019-2024.pdf

FWB (2019c), Les indicateurs de l’enseignement 2019. Administration générale de l’enseignement. http://www.enseignement.be/index.php?page=0&navi=2264

FWB (2019d), Décret visant à l'accueil, la scolarisation et l'accompagnement des élèves qui ne maîtrisent pas la langue de l'enseignement dans l'enseignement organisé ou subventionné par la Communauté française. https://www.pfwb.be/le-travail-du-parlement/doc-et-pub/documents-parlementaires-et-decrets/documents/001630712

FWB (2019e), Décret du 21 février 2019 fixant l'organisation de l'enseignement supérieur en Hautes Écoles. https://www.pfwb.be/le-travail-du-parlement/doc-et-pub/documents-parlementaires-et-decrets/documents/001630704

FWB (2020a), Enseignement hybride : module de formation en ligne. http://www.enseignement.be/upload/circulaires/000000000003/FWB%20-%20Circulaire%207698%20(7953_20200821_104241).pdf

FWB (2020b), Décret portant des mesures en vue de lutter contre la pénurie https://www.gallilex.cfwb.be/fr/leg_res_01.php?ncda=48238&referant=l01&bck_ncda=2689&bck_referant=l01

Heymans, P. J., Godaert, E., Elen, J., van Braak, J., and Goeman, K. (2018). Monitor voor ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs [monitoring report on integration of ICT in education]. KULeuven/UGent. Available at https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/monitor-voor-ict-integratie-in-het-vlaams-onderwijs-mictivo-2018

Kristof De Witte; Vitezslav Titl, Economy, Efficiency, Equity, et al., Funding mechanisms, Monograph - free ebook - PDF, Primary education, Resource allocation, Secondary Education, Special Needs Education. https://lup.be/products/118419

Lecuivre, E. & C. Kozicki & M. Pourtois & D. Van Hoolandt & H. Bogaert, 2019. Les perspectives budgétaires de la Fédération Wallonie-Bruxelles de 2019 à 2024, Serie Politique Economique 97, Université de Namur, Centre de Recherches en Economie Régionale et Politique Economique. https://www.unamur.be/eco/economie/cerpe/cahiers/cahiers/cahier97

Nicaise I. (2020), Covid 19 en onderwijs: van paniek tot veerkracht. https://www.beweging.net/images/NAT/docs/degids/2018/samenleving/DE_GIDS-MEI_2020-NC.pdf

OECD (2018), Equity in Education: Breaking Down Barriers to Social Mobility. https://www.oecd-ilibrary.org/education/equity-in-education_9789264073234-en

OECD (2019a), Education at a glance 2019, OECD Publishing, Paris. https://read.oecd-ilibrary.org/education/education-at-a-glance-2019_f8d7880d-en#page227

OECD (2019b), TALIS 2018 Results (Volume I): Teachers and School Leaders as Lifelong Learners, TALIS. https://doi.org/10.1787/1d0bc92a-en

OECD (2019c), Benchmarking Higher Education System Performance, Higher Education, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/be5514d7-en

OECD (2019d), Education at a glance 2019: Country note – Belgium, OECD Publishing, Paris. https://gpseducation.oecd.org/Content/EAGCountryNotes/BEL.pdf

OECD (2019), Thriving in a Digital World — Skills Outlook 2019. https://www.oecd-ilibrary.org/education/oecd-skills-outlook-2019_df80bc12-en

OECD (2019), Working and Learning Together: Six policy approaches to support effective working environments in schools. OECD (2019), PISA 2018 Results (Volume I): What Students Know and Can Do, PISA, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/5f07c754-en

OECD (2019), PISA 2018 Results (Volume I): What Students Know and Can Do, PISA, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/5f07c754-en

OECD (2019), PISA 2018 Results (Volume II): Where All Students Can Succeed, PISA, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/b5fd1b8f-en

OECD (2019), PISA 2018 Results (Volume III): What School Life Means for Students’ lives, PISA, OECD Publishing, Paris, https://doi.org/10.1787/acd78851-en

OECD (2020), TALIS 2018 Results (Volume II): Teachers and School Leaders as Valued Professionals, TALIS, OECD Publishing, Paris. https://doi.org/10.1787/19cf08df-en

Onderwijs Vlaanderen - STEM-Platform, 2019. Aanbevelingen voor het STEM-actieplan 2020-2030. https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/Aanbevelingen%20voor%20het%20STEM-actieplan%202020-2030.pdf

Onderwijs Vlaanderen (2020), STEM-Monitor 2020. https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/STEM-monitor-2020.pdf

ReferNet Belgium (2019). Vocational education and training for the future of work: Belgium. http://libserver.cedefop.europa.eu/vetelib/2020/vocational_education_training_future_work_Belgium_Cedefop_ReferNet.pdf

U-Multirank (2020), Accesed on 06 July 2020. Https://www.umultirank.org/study-in/belgium/

Vandenhoudt, K., Gielen, D., Vrancken, S., Molemans, B., and Cleyn, I., 2019 (14 November). Noden en aanbevelingen pedagogische en didactische ICT-coördinatie. Hasselt, Belgium: Vlaamse ICT-coördinatoren Liga. https://vicli.be/nieuws/noden-aanbevelingen-pict-2019/

Vandenhoudt, K., Cuyvers, M., Gregoor, K., Barremaecker, P., Raymaekers, R., Smets, B., and Schrooten, C. (2019b, 1 December). Noden en aanbevelingen over de toekomst van ICT in het onderwijs. Hasselt, Belgium: Vlaamse ICT-coördinatoren Liga. https://vicli.be/nieuws/noden-aanbevelingen-toekomst-ict-2019/

Vlaamse overheid (2020), Onderwijsspiegel 2020 – Jaarlijks rapport van de Onderwijsinspectie. https://www.onderwijsinspectie.be/sites/default/files/atoms/files/Onderwijsspiegel%202020%20-%20webversie.pdf

Vlaamse Regering (2019). Regeerakkoord 2019-2024. https://www.vlaanderen.be/publicaties/regeerakkoord-van-de-vlaamse-regering-2019-2024

Vlaams Minister van Onderwijs (2017). Strategisch Plan Geletterdheid 2017-2024. https://www.vlaanderen.be/publicaties/strategisch-plan-geletterdheid-2017-2024

Wallonie Emploi Formation, Espaces publics numériques. Accessed on 17 September. https://emploi.wallonie.be/nl/home/plan-numerique/espaces-publics-numeriques.html

Bijlage I: Bronnen kernindicatoren

Indicator Onlinegegevenscode Eurostat
Vroegtijdige verlaters van onderwijs en opleiding edat_lfse_14 + edat_lfse_02
Afgestudeerden met tertiair opleidingsniveau edat_lfse_03 + edat_lfs_9912
Onderwijs voor jonge kinderen educ_uoe_enra10
Ondermaatse prestaties bij lezen, wiskunde, wetenschap OECD (PISA)
Arbeidsparticipatie pas afgestudeerden edat_lfse_24
Deelname van volwassenen aan onderwijs of opleiding trng_lfse_03
Overheidsuitgaven voor onderwijs als percentage van het bbp gov_10a_exp
Uitgaven per student voor openbare en particuliere instellingen educ_uoe_fini04
Leermobiliteit:
- Afgestudeerden met diplomamobiliteit
- Afgestudeerden met studiepuntenmobiliteit
Berekening van DG EAC op basis van gegevens van Eurostat/UIS/OESO

Bijlage II: Structuur van het onderwijssysteem

Dit diagram, opgesteld door het Eurydice-netwerk, geeft informatie over de structuur van het reguliere onderwijs in de EU-landen, van kleuter- tot tertiair niveau.

Bron: Europese Commissie/EACEA/Eurydice, 2020. The Structure of the European Education Systems 2019/2020: Schematic Diagrams. Eurydice Facts and Figures. Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie.

Opmerkingen en vragen over het verslag zijn welkom en kunnen per e-mail worden verstuurd aan:

Brigitte DEVOS

Brigitte.DEVOS@ec.europa.eu
or
EAC-UNITE-A2@ec.europa.eu

Voetnoten

1 http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=isoc_sk_dskl_iisoc_sk_dskl_i

2 OECD Teaching and Learning International Survey

3 Digital Wallonia 2018

4 MICTIVO 2018

5 https://ec.europa.eu/jrc/en/digcomp/digital-competence-framework

6 https://i-learn.vlaanderen/

7 Eurostat, COFOG: [gov_10a_exp].

8 Table C3.1.

9 Eurostat, COFOG: [gov_10a_exp].

10 Eurostat, UOE: [educ_uoe_perp04].

11 Eurostat, EU-SILC : [ilc_caindformal].

12 Table III.B1.2.7

13 Brussels (11.8%), Wallonia (10.9%), Flanders (6.2%)

14 UOE data collection

15 https://www.leforem.be/a-propos/projets-plan-marshall.html

16 Flanders (48.5%), Wallonia (42.2%), Brussels (55.6%) (STATBEL 2019).