Onze activiteiten in 2020
Jaarlijks activiteitenverslag
van de Europese Rekenkamer

Cover image

Europese Rekenkamer

Wie we zijn

  • de extern auditor van de Europese Unie;
  • opgericht bij het Verdrag van Brussel van 1975; begon haar werkzaamheden in oktober 1977; een volwaardige Europese instelling sinds het Verdrag van Maastricht van 1993;
  • gevestigd in Luxemburg;
  • één lid per EU-lidstaat, benoemd door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement;
  • ongeveer 900 personeelsleden van alle EU-nationaliteiten.

What we do

  • we zorgen ervoor dat de EU haar boekhouding goed op orde heeft, haar financiële regels juist toepast, de doelstellingen van het EU-beleid en de EU-programma’s worden bereikt en dat deze waar voor geld opleveren;
  • we dragen bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en bevorderen verantwoording en transparantie;
  • we waarschuwen voor risico’s, verschaffen zekerheid, wijzen op tekortkomingen en successen, en bieden EU-beleidsmakers en -wetgevers richtsnoeren;
  • we presenteren onze opmerkingen en aanbevelingen aan het Europees Parlement, de Raad, nationale regeringen en parlementen alsmede aan het grote publiek.

Voorwoord van de president

Beste lezer,

Als gevolg van de COVID-19-pandemie was 2020 een bijzonder moeilijk jaar voor de Europese Unie en haar lidstaten.

Tegelijkertijd heeft onze Unie in deze tijden van crisis aangetoond dat zij een verschil kan maken bij de bescherming van de veiligheid, de gezondheid en het economisch welzijn van onze burgers. Er zijn cruciale besluiten genomen die ook een significante impact zullen hebben op de financiën van de EU. De komende zeven jaar zal de Unie 1,8 biljoen EUR kunnen uitgeven. Dit bedrag omvat 750 miljard EUR voor het initiatief “NextGenerationEU”, de respons van de EU op de COVID-19-crisis. De 27 lidstaten kwamen overeen dat dit tijdelijke herstelprogramma gedeeltelijk zou worden gefinancierd door staatsschuldemissies. Deze besluiten markeren dus een echte historische verschuiving in de financiën van de EU.

Tegen deze achtergrond hebben wij een nieuwe strategie voor de periode 2021‑2025 opgesteld. In januari 2021 hebben we overeenstemming bereikt over drie strategische doelstellingen die als leidraad zullen dienen voor onze inspanningen om de financiën van de EU in de komende jaren te controleren en om de nodige wijzigingen door te voeren in onze organisatie en het gebruik van onze middelen om dit zo doeltreffend en doelmatig mogelijk te doen.

Ook voor ons als instelling was 2020 een jaar vol uitdagingen. Uit dit activiteitenverslag blijkt echter dat we heel goed waren opgewassen tegen de specifieke operationele kwesties die voortvloeiden uit de COVID-19-crisis. We hebben gedurende het hele jaar de bedrijfscontinuïteit gehandhaafd en hebben bewerkstelligd dat al ons personeel binnen enkele dagen op afstand kon werken.

Wat onze controlewerkzaamheden in 2020 betreft, werd prioriteit gegeven aan onze jaarverslagen, die allemaal binnen de officiële termijnen werden gepubliceerd. We publiceerden ook 32 speciale verslagen en analyses, waarbij vertragingen binnen de perken werden gehouden. Tot slot hebben we elf adviezen uitgebracht, voornamelijk over het meerjarig financieel kader 2021‑2027 en het initiatief “NextGenerationEU”.

2020 was ook het laatste jaar van onze strategische periode 2018‑2020. In dit verslag wordt daarom de gelegenheid aangegrepen om een aantal langetermijntrends te analyseren en onze prestaties in de afgelopen drie jaar te vergelijken met de prestaties tijdens de vorige strategische periode (2013‑2017).

U kunt erop vertrouwen dat wij alles in het werk zullen stellen om onze rol als onafhankelijke extern auditor van de EU te blijven vervullen en een onpartijdig oordeel te geven over EU-beleidsmaatregelen en -programma’s alsmede over de kwaliteit van het financieel beheer van EU-middelen in de hele Unie en daarbuiten.

Wij hopen dat u de informatie in het activiteitenverslag van dit jaar nuttig vindt.

Klaus-Heiner Lehne
President

Onze activiteiten

Onze respons op COVID-19

Continuïteit van onze activiteiten,
ondanks de beperkingen in verband
met COVID-19

In maart 2020 werden de EU en haar lidstaten getroffen door de COVID-19-pandemie. De beperkingen die in verband met de volksgezondheidscrisis aan burgers en bedrijven werden opgelegd, hebben de manier waarop we leven en werken ingrijpend veranderd. De ERK, haar leden en haar personeel moesten zich net als iedereen aan deze nieuwe situatie aanpassen.

Ondanks deze moeilijke omstandigheden hebben wij alles in het werk gesteld om de overheidsfinanciën in de EU op doeltreffende wijze te blijven controleren, controleverslagen, adviezen en analyses tijdig uit te brengen en tegelijkertijd de gezondheid van onze personeelsleden en hun families te beschermen.

Wij hebben ons bedrijfscontinuïteitsplan geactiveerd, dat ons in staat stelde snel de noodzakelijke maatregelen te nemen, in overeenstemming met de instructies van de Luxemburgse autoriteiten en samen met de andere EU-instellingen die hier in Luxemburg zijn gevestigd. Met name begon al ons personeel vanaf medio maart 2020 binnen enkele dagen digitaal en op afstand te werken. Gedurende deze periode bleven alle kritieke IT-systemen volledig beschikbaar.

We hebben ook een buitengewone procedure ingevoerd die het college in staat stelt documenten zonder fysieke vergaderingen vast te stellen.

Door de reisbeperkingen en sanitaire maatregelen werd ons vermogen om controles ter plaatse uit te voeren echter drastisch beperkt. Voor zover mogelijk hebben we bewijsmateriaal elektronisch verzameld en vergaderingen op afstand met onze gecontroleerden georganiseerd.

Bovendien hebben we in de beginfase van de pandemie alle publicaties enkele weken lang opgeschort; vanaf april 2020 zijn we — al was dit geleidelijk en minder intensief — weer begonnen met onze communicatieactiviteiten.

Herziening van ons werkprogramma 2020
met het oog op de veranderende omstandigheden
als gevolg van COVID-19

In mei 2020, in een vroeg stadium van de pandemie, hebben wij ons werkprogramma 2020 herzien. Waar nodig hebben wij onze lopende taken en de aanpak en het tijdschema ervan aangepast om rekening te houden met de veranderende omstandigheden.

We hebben ook besloten twee analyses uit te voeren van de EU-respons op de COVID-19-crisis.

In december 2020 publiceerden we de eerste van deze analyses, waarin we kijken naar de economische beleidsmaatregelen die op EU- en nationaal niveau zijn genomen om de door de COVID-19-pandemie veroorzaakte schade te beperken en te herstellen. We hebben gewezen op risico’s, uitdagingen en kansen voor de toekomst van de economische coördinatie binnen de EU (bijv. begrotingsregels en staatssteunregels) en de nieuwe EU-faciliteiten om de gevolgen van de COVID-19-crisis te bestrijden, zoals het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU), met inbegrip van de herstel- en veerkrachtfaciliteit of het instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency, SURE). De tweede analyse, waarin wordt gekeken naar de volksgezondheidsmaatregelen in reactie op COVID-19, werd in januari 2021 gepubliceerd.

Voorbereiding van een nieuwe strategie voor de periode 2021‑2025

We gebruiken al jarenlang meerjarige strategieën als langetermijnrichtsnoeren voor onze controlewerkzaamheden, om initiatieven voor organisatorische veranderingen te stimuleren met het oog op voortdurende verbetering, en om voorop te blijven lopen in ontwikkelingen op het gebied van de controle van de overheidsfinanciën.

2020: het laatste jaar waarin onze strategie
voor de periode 2018‑2020 werd
uitgevoerd

2020 was het laatste jaar waarin onze strategie voor de periode 2018‑2020 werd uitgevoerd. In deze driejarige periode hebben we drie strategische doelstellingen nagestreefd: de toegevoegde waarde van de betrouwbaarheidsverklaring verbeteren; sterker de nadruk leggen op de prestatiegerelateerde aspecten van EU-optreden, en ervoor zorgen dat we een duidelijke boodschap overbrengen aan ons publiek.

In vergelijking met de vorige strategische periode 2013‑2017 hebben we vooruitgang geboekt op een aantal gebieden:

  • we voeren meer geselecteerde controles uit en publiceren meer verslagen;
  • er worden meer middelen toegewezen aan doelmatigheidscontroles;
  • de voltooiing van onze controles tot en met de vaststelling van het verslag kost minder tijd;
  • onze productiviteit is bij alle soorten controles toegenomen;
  • onze institutionele belanghebbenden hebben meer belangstelling voor ons werk en wij presenteren ons werk vaker aan het Europees Parlement, de Raad en nationale parlementen, en
  • onze verslagen worden aanzienlijk vaker in de media opgepikt.

In februari 2020 publiceerden we een verslag van de collegiale toetsing over de wijze waarop we erin zijn geslaagd onze strategie voor de periode 2018‑2020 uit te voeren.

Ontwikkeling van een nieuwe strategie
voor de periode 2021‑2025

In 2020 zijn we ook begonnen met de voorbereiding van onze nieuwe strategie. Deze werkzaamheden werden georganiseerd door ons Raadgevend Comité op het gebied van strategie en toekomstige ontwikkelingen.

Het was van meet af aan ons doel om deze nieuwe strategie op participatieve wijze op te stellen door alle leden, managers en personeelsleden hier actief bij te betrekken. In de loop van het jaar organiseerden we een reeks workshops, webinars en enquêtes om input te verzamelen en de te volgen koers te bespreken.

Een eerste ontwerp van de strategie werd in september 2020 tijdens het jaarlijkse ERK-seminar gepresenteerd. De definitieve versie werd in januari 2021 vastgesteld.

Deze nieuwe strategie zal de komende vijf jaar als leidraad dienen voor onze werkzaamheden als onafhankelijke extern auditor van de EU. Voor deze periode hebben wij drie nieuwe strategische doelstellingen vastgesteld:

DOELSTELLING 1

De regelingen inzake verantwoording, transparantie en controle voor alle soorten EU-maatregelen verbeteren.

DOELSTELLING 2

Onze controles richten op die gebieden en onderwerpen waar we de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden. Dit zijn:

  • het economisch concurrentievermogen van de Unie;
  • de weerbaarheid tegen bedreigingen van de veiligheid van de Unie en de eerbiediging van de Europese waarden van vrijheid, democratie en de rechtsstaat;
  • de klimaatverandering, het milieu en natuurlijke hulpbronnen;
  • het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën in de Unie.

DOELSTELLING 3

Sterke controlezekerheid bieden in een uitdagende en veranderende omgeving.

We zijn begonnen met het ontwikkelingsproces van deze strategie door de belangrijkste waarden vast te stellen die voor ons werk van belang zijn. Als onderdeel van dit proces hebben we ook onze taakomschrijving geactualiseerd en een visie ontwikkeld voor onze rol als onafhankelijke extern auditor van de EU.

ONZE WAARDEN

Onafhankelijkheid, integriteit, objectiviteit, transparantie, professionaliteit.

ONZE OPDRACHT

Aan de hand van onze onafhankelijke, professionele en impactvolle controlewerkzaamheden beoordelen we de zuinigheid, doeltreffendheid, doelmatigheid, wettigheid en regelmatigheid van EU-maatregelen om de verantwoording, de transparantie en het financieel beheer te verbeteren en zo het vertrouwen van de burgers te vergroten en doeltreffend te reageren op de uitdagingen van vandaag en morgen waarmee de EU wordt geconfronteerd.

ONZE VISIE

Wij willen toonaangevend zijn op het vakgebied van de controle van overheidsfinanciën en bijdragen tot een veerkrachtigere en duurzamere Europese Unie die de waarden eerbiedigt waarop zij is gegrondvest.

Tot slot biedt onze strategie voor de periode 2021‑2025 een overzicht van de middelen die ons zullen helpen onze strategische doelstellingen te verwezenlijken.

Controle van de prestaties en de regelmatigheid van maatregelen van de EU

Doelmatigheids-, financiële
en nalevingsgerichte controles

Onze controles voorzien EU-burgers en -beleidsmakers van onafhankelijke, objectieve verslagen over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU en die aangeven wat goed werkt maar ook de aandacht vestigen op wat er niet goed werkt.

Onze doelmatigheidscontroles betreffen de doeltreffendheid, doelmatigheid en zuinigheid van EU-beleidslijnen en -programma’s. Zij zijn gericht op onderwerpen die verband houden met de kwesties waarmee de EU geconfronteerd wordt, zoals het duurzaam en milieuvriendelijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen, groei en inclusie, de uitdagingen van migratie en mondiale ontwikkeling, de eengemaakte markt en de bankenunie, en waarmee kan worden gewaarborgd dat de Europese Unie efficiënt is en verantwoording aflegt. Deze controles zijn bedoeld om de EU te helpen haar beleidsdoelstellingen beter te verwezenlijken.

Onze financiële en nalevingsgerichte controles voor de EU-begroting en de begrotingen van de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) omvatten onze betrouwbaarheidsverklaring over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. We kunnen ook geselecteerde nalevingsgerichte controles verrichten om de situatie van de begrotingsboekhouding en het financieel beheer van de EU te onderzoeken of om te beoordelen of de beheers- en controlesystemen voor het innen en uitgeven van EU-middelen in overeenstemming zijn met de toepasselijke EU- en nationale regels. Tot slot zijn wij de financieel auditor van een aantal agentschappen, gedecentraliseerde organen en gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese scholen.

We verrichten al onze controles in overeenstemming met de internationaal aanvaarde controlenormen voor de publieke sector.

Werkprogramma

Ons werkprogramma voor 2021 en daarna

In ons in januari 2021 gepubliceerde werkprogramma voor 2021 en daarna worden onze controleprioriteiten voor de komende vijf jaar herhaald en zijn nadere gegevens opgenomen over de 73 speciale verslagen en analyses die wij in 2021 en 2022 willen publiceren.

Een op de vier controletaken die in 2021 van start gaan, betreft de respons van de EU op de COVID-19-pandemie en de uitvoering van het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU).

We stellen ons controlewerkprogramma onafhankelijk op, maar niet in een vacuüm. Wij nemen contact op met onze institutionele belanghebbenden, met name met het Europees Parlement. Sinds 2015, toen we deze dialoog opstartten, is het aantal ontvangen suggesties van parlementaire commissies gestaag toegenomen: van 37 suggesties in 2015 tot in totaal 158 controlesuggesties voor het werkprogramma voor 2021 en daarna. Ongeveer twee derde van deze suggesties is geheel of gedeeltelijk overgenomen bij lopende of toekomstige werkzaamheden; sommige waren al behandeld in onlangs gepubliceerde verslagen.

Controlewerkzaamheden ter plaatse

We verrichten het grootste deel van onze controlewerkzaamheden op ons kantoor in Luxemburg. Onze auditors leggen ook veel bezoeken af aan de Europese Commissie — onze belangrijkste gecontroleerde — en andere EU-instellingen, alsmede aan agentschappen en organen, nationale, regionale en lokale autoriteiten in de lidstaten, EU-delegaties in derde landen, en internationale organisaties die EU-middelen beheren.

Ook voeren wij controles ter plaatse uit bij ontvangers van EU-middelen binnen de EU en daarbuiten. Door middel van deze controles volgen we het controlespoor en verkrijgen we rechtstreeks controle-informatie van degenen die betrokken zijn bij het beheer van EU-beleid en -programma’s, en bij de inning of uitbetaling van EU-middelen, alsmede van de eindbegunstigden die deze ontvangen.

We streven ernaar onze geselecteerde controles binnen de in het Financieel Reglement van de EU vastgestelde streeftermijn van 13 maanden af te ronden.

2020: minder controles ter plaatse
vanwege de beperkingen in verband met COVID-19

Onze controleteams bestaan gewoonlijk uit twee of drie auditors, terwijl onze controlebezoeken enkele dagen tot een aantal weken kunnen duren. Onze controles ter plaatse binnen de EU worden over het algemeen afgestemd met de hoge controle-instanties van de betrokken lidstaten.

De frequentie en intensiteit van onze controlewerkzaamheden in afzonderlijke lidstaten en begunstigde landen zijn afhankelijk van het soort controles dat we verrichten.

In het grootste deel van 2020 beperkten de reisbeperkingen en sanitaire maatregelen (grenssluitingen, quarantaine- en testvoorschriften, enz.) onze mogelijkheden om controlewerkzaamheden ter plaatse uit te voeren.

In vergelijking met voorgaande jaren besteedden onze auditors daarom minder dagen aan controles ter plaatse. Onze auditors besteedden hieraan in totaal 1 190 dagen — zowel in de lidstaten als buiten de EU (2019: 3 605; 2018: 3 761 dagen). Daarnaast brachten zij 627 dagen door bij de EU-instellingen alsmede bij gedecentraliseerde agentschappen en organen in de hele EU, gemeenschappelijke ondernemingen, internationale organisaties zoals de Verenigde Naties of de OESO, en particuliere accountantskantoren (2019: 2 504 dagen; 2018: 2 723 dagen).

Voor de contacten met onze gecontroleerden maakten we tegelijkertijd steeds vaker gebruik van controles op afstand door gebruik te maken van tools voor videoconferenties en andere informatietechnologie zoals de beveiligde uitwisseling van gegevens en documenten.

Onze verslagen

Onze controleverslagen, analyses en adviezen vormen een essentieel onderdeel van de verantwoordingsketen van de EU. Ze dragen ertoe bij dat het Europees Parlement en de Raad kunnen nagaan en controleren of de beleidsdoelstellingen van de EU worden verwezenlijkt en dat zij degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de EU-begroting ter verantwoording kunnen roepen — met name in het kader van de jaarlijkse kwijtingsprocedure.

In de afgelopen jaren hebben we ons, zoals uiteengezet in onze strategie voor de periode 2018‑2020, steeds meer gericht op het beoordelen van de prestaties bij EU-maatregelen.

Speciale verslagen en analyses

In 2020 hebben we veel uitdagingen onderzocht waarmee de EU op de verschillende EU-uitgaventerreinen te maken heeft, zoals uitgaven voor klimaatactie, wegen, congestie in steden, kapitaalmarktenunie en handelsbescherming, om er maar enkele te noemen.

In onze speciale verslagen gaan we na of de doelstellingen van geselecteerde EU-beleidslijnen en -programma’s zijn behaald, of resultaten op doeltreffende en doelmatige wijze zijn verwezenlijkt en of EU-maatregelen toegevoegde waarde hebben — d.w.z. of er meer mee is gerealiseerd dan mogelijk was geweest wanneer er uitsluitend maatregelen op nationaal niveau waren getroffen. In deze verslagen doen we ook aanbevelingen, door vast te stellen op welke manieren geld kan worden bespaard, beter kan worden gewerkt, verspilling kan worden vermeden of de verwachte beleidsdoelstellingen op doeltreffender wijze kunnen worden bereikt.

Met onze analyses willen we de stand van zaken schetsen aan de hand van een beschrijving of analyse, vaak vanuit horizontaal perspectief en op basis van eerder verrichte controlewerkzaamheden of andere openbare informatie. We kunnen deze documenten ook gebruiken om onze analyse van gebieden of kwesties die we nog niet hebben gecontroleerd te presenteren of om feiten in verband met specifieke thema’s of problemen vast te stellen. In tegenstelling tot controles gaan ze niet in op evaluatiekwesties en verschaffen ze geen zekerheid.

Op de volgende bladzijden bieden we inzicht in onze werkzaamheden en geven we voorbeelden van verslagen uit 2020 over verschillende beleidsterreinen.

Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen

EU-maatregelen om de kunststofafvalproblematiek aan te pakken (Analyse nr. 04/2020)

Verpakkingen, zoals yoghurtpotjes of waterflessen, maken alleen al ongeveer 40 % uit van de gebruikte kunststoffen en meer dan 60 % van het kunststofafval dat in de EU wordt gegenereerd. Het recyclingpercentage van dit soort verpakkingen is ook het laagste in de EU (iets meer dan 40 %). Om dit groeiende afvalprobleem aan te pakken, heeft de Commissie in 2018 een strategie voor kunststoffen vastgesteld, waarbij het bestaande recyclingstreefdoel werd verdubbeld tot 50 % in 2025 en zelfs 55 % in 2030. Het bereiken van deze streefdoelen zou een belangrijke stap zijn in de richting van de verwezenlijking van de EU-doelstellingen op het gebied van de circulaire economie.

In deze analyse werd ingegaan op de respons van de EU op het groeiende probleem van kunststofafval, met bijzondere aandacht voor kunststof verpakkingsafval. In de analyse wordt gewezen op een aantal lacunes, risico’s, uitdagingen en mogelijkheden van de aanpak die de EU heeft gekozen ter bestrijding van kunststof verpakkingsafval.

Nieuwe strengere rapportageregels moeten een betrouwbaarder beeld geven en zullen er waarschijnlijk toe leiden dat het door de EU gerapporteerde gemiddelde recyclingpercentage van kunststofverpakkingen zal dalen van het huidige percentage van 42 % tot nauwelijks 30 %. Gezien het nieuwe “Verdrag van Bazel”, waarmee de voorwaarden voor de overbrenging van kunststofafval naar het buitenland worden aangescherpt en dat binnenkort moet worden toegepast, is de uitdaging om de recyclingcapaciteit in de EU op te voeren des te groter. Sinds januari 2021 zijn de meeste overbrengingen van kunststofafval verboden. In combinatie met het gebrek aan capaciteit om dit afval binnen de EU te verwerken, vormt dit nog een risico voor de verwezenlijking van de nieuwe streefdoelen. Er zijn ook risico’s op een toename van illegale overbrengingen en afvalcriminaliteit, maar het EU-kader is te zwak om dit te bestrijden.

Nieuwe EU-regels zijn bedoeld om regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te harmoniseren en te versterken, zodat deze niet alleen het gebruik van lichtere verpakkingen bevorderen, zoals momenteel het geval is, maar ook de recyclebaarheid (bijvoorbeeld door middel van een systeem voor de differentiatie van de vergoedingen of zelfs statiegeldregelingen). De herziene regels van de Commissie inzake het ontwerp van verpakkingen zouden ertoe kunnen leiden dat bij het ontwerp van verpakkingen beter rekening wordt gehouden met de recyclebaarheid ervan en dat hergebruik wordt gestimuleerd.

Investeringen ten behoeve van cohesie, groei en inclusie

Speciaal verslag nr. 20/2020: Bestrijding van kinderarmoede — Betere gerichtheid van de steun van de Commissie vereist

Bijna een op de vier kinderen in de EU wordt met armoede of sociale uitsluiting bedreigd. Volgens de meest recente gegevens van Eurostat betreft het bijna 23 miljoen kinderen (0-18 jaar). Risico op armoede of sociale uitsluiting betekent dat zij in huishoudens onder ten minste een van de volgende drie omstandigheden leven: risico op inkomensarmoede, ernstige materiële deprivatie en zeer lage arbeidsintensiteit.

Uit studies is meermaals gebleken dat investeringen tegen relatief lage financiële kosten tijdens de kindertijd een leven lang voordelen kunnen opleveren. In de EU ligt de bestrijding van kinderarmoede in handen van elke lidstaat. De rol van de Commissie bestaat erin nationale maatregelen tegen kinderarmoede aan te vullen en te ondersteunen door middel van zowel juridische als financiële instrumenten.

We beoordeelden of de Commissie doeltreffend had bijgedragen aan de inspanningen van de lidstaten ter vermindering van kinderarmoede.

We constateerden dat het bijna onmogelijk was om te beoordelen hoe de EU bijdraagt aan de inspanningen van de lidstaten om kinderarmoede terug te dringen. De relevantie en kracht van de onderzochte EU-instrumenten waren beperkt omdat ze niet juridisch bindend waren, en krachtiger instrumenten — zoals het Europees Semester of steun uit de EU-fondsen — zelden specifiek op kinderarmoede waren gericht. Het was dus moeilijk om vast te stellen of de EU-maatregelen doeltreffend bijdragen aan de inspanningen om deze belangrijke kwestie aan te pakken.

Wij hebben aanbevolen dat de Commissie acties en doelstellingen om kinderarmoede aan te pakken in haar actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten opneemt; zorgt voor duidelijke interne richtsnoeren voor situaties die kunnen leiden tot een potentiële landspecifieke aanbeveling die rechtstreeks op de aanpak van kinderarmoede is gericht; zich richt op investeringen voor de aanpak van kinderarmoede in de periode 2021‑2027 en deze monitort, en ervoor zorgt dat voldoende betrouwbaar bewijs de komende Europese kindergarantie ondersteunt.

Externe maatregelen, veiligheid en justitie

Speciaal verslag nr. 14/2020: EU-ontwikkelingshulp aan Kenia

De ontwikkelingshulp van de EU is gericht op het terugdringen en uiteindelijk uitbannen van de armoede in de gesteunde landen door het stimuleren van goed bestuur en duurzame economische groei.

Elk Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) heeft over het algemeen een looptijd van vijf tot zeven jaar. In het kader van het 11e EOF hebben 75 ACS-landen in totaal 15 miljard EUR ontvangen. De toewijzing was gebaseerd op vijf indicatoren: de bevolking, het bni per hoofd van de bevolking, de index voor menselijk kapitaal, de index voor economische kwetsbaarheid en de wereldwijde governance-indicatoren. Landen met een grote bevolking, zoals Kenia, ontvingen naar verhouding minder financiering.

Het EOF is de belangrijkste bron van EU-financiering voor Kenia. De steun die het land in het kader van het 11e EOF tussen 2014 en 2020 heeft ontvangen, bedroeg 435 miljoen EUR, ongeveer 0,6 % van zijn belastingontvangsten.

We beoordeelden of de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) de steun doeltreffend hadden ingezet waar deze de grootste bijdrage kon leveren tot het terugdringen van armoede. De auditors richtten zich op de doeltreffendheid van de ontwikkelingshulp die aan Kenia is verstrekt via het EOF, de belangrijkste bron van EU-financiering van het land. In het kader van het verslag wordt het voorbeeld van Kenia ook gebruikt om de methodologie voor de toewijzing van EU-ontwikkelingshulp te beoordelen en om bij te dragen aan de opzet van nieuwe acties in het volgende meerjarig financieel kader. De auditors hebben onderzocht of de Commissie en de EDEO de EOF-steun doeltreffend hadden ingezet waar deze de grootste bijdrage kon leveren tot het terugdringen van de armoede in Kenia.

We constateerden dat steun over tal van gebieden was verspreid en dat de Commissie niet had toegelicht hoe en waarom de gesteunde sectoren Kenia het meest zou helpen bij het terugdringen van de armoede. Hoewel de gecontroleerde projecten over het algemeen de verwachte output en uitkomsten opleverden, werd de impact ervan op de algemene ontwikkeling van het land nog niet aangetoond.

Op basis van onze werkzaamheden inzake Kenia hebben wij aanbevolen de aanpak van de toewijzing van steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan te herzien. Wij bevelen ook aan om prioriteit te geven aan bepaalde sectoren in Kenia en er met name voor te zorgen dat de steun is gericht op de verwezenlijking van resultaten.

Marktregulering en concurrerende economie

Speciaal verslag nr. 24/2020: De EU-controle op concentraties en EU-antitrustprocedures van de Commissie: opschaling van het markttoezicht nodig

Met de mededingingsregels van de EU wordt beoogd te voorkomen dat ondernemingen overgaan tot mededingingsbeperkende praktijken, zoals geheime kartels, of misbruik maken van een machtspositie. De Commissie kan boetes opleggen aan ondernemingen die deze regels schenden. De afgelopen tien jaar moest de handhaving van de mededingingsregels worden aangepast vanwege significante veranderingen in de marktdynamiek door de opkomst van digitale markten, big data en algoritmen voor prijsafspraken.

In haar antitrustprocedures handhaaft de Commissie samen met de nationale mededingingsautoriteiten (NMA’s) de mededingingsregels van de EU. De Commissie is ook verantwoordelijk voor de evaluatie van concentraties van ondernemingen die belangrijk zijn voor de interne markt van de EU.

De Commissie onderzoekt meer dan 300 concentratieaanmeldingen en ongeveer 200 antitrustzaken per jaar. In de periode 2010‑2019 heeft zij voor 28,5 miljard EUR aan boetes opgelegd voor inbreuken. Omdat haar middelen beperkt waren, heeft zij sinds 2005 slechts vier sectorale onderzoeken verricht op eigen initiatief, die hebben bijgedragen tot de opsporing van inbreuken.

We beoordeelden hoe doeltreffend de Commissie de EU-mededingingsregels met betrekking tot concentraties en antitrust heeft gehandhaafd en inbreuken hierop heeft opgespoord en hoe zij met de NMA’s had samengewerkt. De auditors hebben ook gekeken naar de wijze waarop de Commissie haar eigen prestaties heeft beoordeeld en daarover verslag heeft uitgebracht.

We constateerden dat de Commissie met haar besluiten mededingingsbezwaren had aangepakt. Als gevolg van de beperkte middelen was de capaciteit voor de monitoring van markten en de eigen opsporing van antitrustzaken echter beperkt. Door de steeds grotere hoeveelheden gegevens die moeten worden verwerkt en de opkomst van digitale markten werden onderzoeken complex en nog niet alle uitdagingen waren aangepakt. De samenwerking met de NMA’s was goed, maar bepaalde aspecten zouden baat kunnen hebben bij een betere coördinatie. Ook moet de manier waarop de Commissie de prestaties van haar activiteiten beoordeelt en daarover verslag uitbrengt, worden verbeterd.

Wij hebben aanbevolen dat de Commissie haar capaciteit verbetert om de mededingingsregels te handhaven en inbreuken hierop op te sporen, een nauwere samenwerking met de NMA’s bewerkstelligt en de verslaglegging over prestaties verbetert.

Financiering en administratie van de Unie

Speciaal verslag nr. 23/2020: Het Europees Bureau voor personeelsselectie: het is tijd om het selectieproces aan te passen aan de veranderende aanwervingsbehoeften

De EU-instellingen werven elk jaar via algemene vergelijkende onderzoeken van EPSO uit meer dan 50 000 kandidaten ongeveer 1 000 nieuwe vaste personeelsleden aan voor een langdurige loopbaan. Deze onderzoeken zijn zeer selectief: de gemiddelde slagingskans is 2 %. Tussen 2012 en 2018 streden 411 000 kandidaten om 7 000 plaatsen op EPSO-reservelijsten: vergelijkende onderzoeken voor breed inzetbaar personeel trekken tienduizenden kandidaten aan en kunnen tot maximaal 200 geslaagde kandidaten opleveren. EPSO heeft de duur van zijn procedures teruggebracht van 18 tot 13 maanden, maar overschrijdt nog steeds zijn eigen streefdoel van 10 maanden. De kosten per geslaagde kandidaat bedragen rond de 24 000 EUR: de kostenstructuur is zo opgezet dat de kosten voor grootschalige vergelijkende onderzoeken tot een minimum worden beperkt.

We beoordeelden of het met de processen van EPSO gelukt is om tussen 2012 en 2018 tijdig en op kosteneffectieve wijze geschikte potentiële nieuwe personeelsleden voor de EU-instellingen aan te trekken en te selecteren.

We constateerden dat het selectieproces van EPSO niet goed is afgestemd op kleinschalige, gerichte vergelijkende onderzoeken waarmee specialisten zouden kunnen worden aangetrokken die naar functies in het ambtenarenapparaat van de EU willen solliciteren. Tegelijkertijd wezen de auditors op een aantal tekortkomingen in de door EPSO uitgevoerde selectieprocedures voor kandidaten met een algemeen profiel.

We hebben aanbevolen om het selectieproces te versterken, een nieuw selectiekader voor specialisten in te voeren en de capaciteit van EPSO te verbeteren om zich aan te passen aan de huidige snel veranderende omgeving.

Jaarverslagen en specifieke jaarverslagen

In jaarverslagen worden voornamelijk de resultaten van onze betrouwbaarheidsverklaring over de begroting van de Europese Unie en die van de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) gepresenteerd.

In specifieke jaarverslagen presenteren wij onze werkzaamheden voor de jaarlijkse financiële controles van de agentschappen, gedecentraliseerde organen en gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese Scholen.

Wij publiceren ook een verslag over de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de activiteiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR).

Jaarverslag over de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2019

Ieder jaar controleren wij de ontvangsten en uitgaven van de EU om te onderzoeken of de jaarrekening betrouwbaar is en of de onderliggende ontvangsten- en uitgavenverrichtingen bij de rekeningen voldoen aan de financiële regels op het niveau van de EU en de lidstaten.

Daarnaast maken we een specifieke beoordeling voor ieder belangrijk EU-begrotingsterrein op basis van de (sub)rubrieken van het meerjarig financieel kader (MFK). We analyseren ook waarom en waar fouten zijn opgetreden, doen aanbevelingen voor verbeteringen en onderzoeken of en hoe onze vorige aanbevelingen in praktijk zijn gebracht.

Dit uitgebreide werk vormt de basis van onze betrouwbaarheidsverklaring, die we op grond van ons mandaat in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moeten overleggen aan het Europees Parlement en de Raad.

EU-begroting:
goedkeurend oordeel over rekeningen en ontvangsten

Voor het begrotingsjaar 2019 hebben we een “goedkeurend oordeel” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de EU.

EU-begroting:
afkeurend oordeel over uitgaven

De EU-uitgaven in 2019 bedroegen 159,1 miljard EUR, hetgeen overeenkomt met 2,1 % van de totale overheidsuitgaven van de EU-lidstaten en 1 % van het bruto nationaal inkomen van de EU.

Onze auditors hebben een steekproef van 747 betalingen aan begunstigden op alle uitgaventerreinen getoetst, op een totale controlepopulatie die goed is voor ongeveer 126 miljard EUR. Dit betekent dat we verschillende gevallen hebben beoordeeld waarin EU-geld is gebruikt om steun te verlenen voor belangrijke infrastructuurprojecten, aan kleine en middelgrote ondernemingen, onderzoeksorganisaties, landbouwers en studenten in de EU-lidstaten en aan begunstigden in niet-EU-landen.

Voor het begrotingsjaar 2019 hebben we een “afkeurend oordeel” afgegeven over de uitgaven van de EU.

Het door ons geschatte foutenpercentage
voor de uitgaven in 2019 bedraagt 2,7 %

Voor het begrotingsjaar 2019 schatten we het foutenpercentage voor de uitgaven als geheel tussen de 1,8 % en 3,6 %. De mediaan van deze bandbreedte, het zogenaamde “meest waarschijnlijke foutenpercentage” is 2,7 % (voor het begrotingsjaar 2018: 2,6 %).

NB: We hanteren statistische standaardtechnieken om het foutenpercentage te schatten. Wij zijn er voor 95 % zeker van dat het foutenpercentage in de populatie tussen de onderste en bovenste foutengrens ligt (zie voor meer informatie hoofdstuk 1, bijlage 1.1 bij het Jaarverslag 2019).

Meer dan de helft van onze controlepopulatie
vertoont fouten van materieel belang

In het begrotingsjaar 2019 waren uitgaven met een hoog risico goed voor 53 % van onze controlepopulatie, wat hoger is dan in de twee voorgaande jaren. Het geschatte foutenpercentage voor uitgaven met een hoog risico was 4,9 % (4,5 % voor het begrotingsjaar 2018).

De EU-uitgaven vallen uiteen in twee soorten uitgaven met verschillende risicopatronen:

  • op rechten gebaseerde betalingen met een laag risico: deze worden verricht wanneer begunstigden aan bepaalde (minder complexe) voorwaarden hebben voldaan en omvatten beurzen voor studenten en onderzoekers (in het kader van “Concurrentievermogen”), rechtstreekse steun voor landbouwers (“Natuurlijke hulpbronnen”) en salarissen en pensioenen voor EU-ambtenaren (“Administratie”);
  • vergoedingen van kosten met een hoog risico waarbij de EU subsidiabele kosten voor subsidiabele activiteiten vergoedt (die gepaard gaan met complexere regels); deze omvatten onderzoeksprojecten (in het kader van “Concurrentievermogen”), investeringen in regionale en plattelandsontwikkeling (“Cohesie” en “Natuurlijke hulpbronnen”) en projecten voor ontwikkelingshulp (“Europa als wereldspeler”).
Meest foutgevoelige MFK-rubrieken:
Economische, sociale en territoriale cohesie en
Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid

In het begrotingsjaar 2019 was “Economische, sociale en territoriale cohesie” de meest foutgevoelige MFK-(sub)rubriek, gevolgd door “Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid”.

NB: Het geschatte foutenpercentage is gebaseerd op de kwantificeerbare fouten die we door middel van onze werkzaamheden vaststelden, met name de toetsing van een steekproef van verrichtingen. We gebruiken statistische standaardtechnieken om deze steekproef te selecteren en het foutenpercentage te schatten (zie hoofdstuk 1, bijlage 1.1 bij het Jaarverslag 2019).

Bestrijding van fraude die de financiële belangen van de EU schaadt

Zes gevallen van vermoedelijke fraude
gemeld aan OLAF

Wij zijn de extern auditor van de EU. Onze controles zijn niet specifiek ontworpen om fraude op te sporen. Toch treffen onze auditors regelmatig een aantal gevallen aan waarbij we vermoeden dat er sprake kan zijn geweest van frauduleuze activiteiten.

In 2020 meldden we zes gevallen van vermoedelijke fraude aan OLAF (2019: tien gevallen) die we tijdens onze controlewerkzaamheden hadden opgemerkt. Ons jaarverslag over de EU-begroting bevat aanvullende informatie over de aard van deze gevallen van vermoedelijke fraude en over de vervolgens door OLAF aanbevolen financiële terugvorderingen.

Jaarverslag betreffende de prestaties: een eerste proefproject
voor het begrotingsjaar 2019

Voor het begrotingsjaar 2019 splitsten wij ons jaarverslag als proefproject op in twee afzonderlijke delen. Het tweede deel van het jaarverslag betreft de prestaties met betrekking tot uitgavenprogramma’s in het kader van de EU-begroting.

Voor het eerst in onze jaarlijkse verslaglegging analyseerden we het jaarlijks beheers- en prestatieverslag (Annual Management and Performance Report, AMPR), het belangrijkste prestatieverslag op hoog niveau van de Commissie.

We onderzochten ook de behaalde resultaten van EU-programma’s in het kader van het MFK 2014‑2020. Ons doel was vast te stellen hoeveel relevante informatie over prestaties beschikbaar was en op basis daarvan te beoordelen hoe goed de uitgavenprogramma’s van de EU daadwerkelijk hebben gepresteerd.

We hebben ook follow-up gegeven aan de controleaanbevelingen die wij in de in 2016 gepubliceerde verslagen hebben gedaan.

Jaarverslag over de Europese Ontwikkelingsfondsen betreffende het begrotingsjaar 2019
EOF’s:
goedkeurend oordeel over rekeningen en ontvangsten;
afkeurend oordeel over uitgaven

De Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s), die in 1959 van start gingen, zijn de belangrijkste instrumenten waarmee de EU ontwikkelingshulp verleent. Zij zijn gericht op het uitbannen van armoede en op de bevordering van duurzame ontwikkeling en de integratie in de wereldeconomie van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en landen en gebieden overzee. De EOF´s worden gefinancierd door de EU-lidstaten en worden buiten de EU-begroting door de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) beheerd.

Evenals in voorgaande jaren hebben wij voor het begrotingsjaar 2019 een “goedkeurend oordeel” over de rekeningen en ontvangsten van het EOF uitgebracht; over de uitgaven van het EOF gaven wij echter een “afkeurend oordeel” af.

Specifieke jaarverslagen over EU-agentschappen

De EU-agentschappen zijn afzonderlijke rechtspersonen die zijn opgericht om specifieke technische, wetenschappelijke of beheerstaken uit te voeren ter ondersteuning van de beleidsvorming en -uitvoering door de EU-instellingen. In totaal zijn er 43 agentschappen.

NB: In het begrotingsjaar 2019 waren het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) nog niet financieel autonoom.

Goedkeurend oordeel voor alle EU-agentschappen
voor het begrotingsjaar 2019

In het begrotingsjaar 2019 bedroeg de totale begroting van alle agentschappen (met uitzondering van de GAR) die onder ons mandaat vallen 3,3 miljard EUR (begrotingsjaar 2018: 4,2 miljard EUR), wat overeenkomt met 2,2 % van de algemene EU-begroting voor 2019 (begrotingsjaar 2018: 2,1 %).

Over het geheel genomen bevestigde onze financiële controle van de agentschappen de positieve resultaten die in voorgaande jaren zijn gerapporteerd. Wij hebben “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen van de 41 agentschappen en over de onderliggende ontvangsten en betalingen bij de rekeningen van de agentschappen, met uitzondering van enkele kwesties die van invloed zijn op de betalingen van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO).

2020: eerste horizontale controle van de prestaties
van EU-agentschappen

In 2020 onderzochten we voor het eerst de prestaties van EU-agentschappen ook vanuit een horizontaal perspectief. Onze controle wees uit dat er meer flexibiliteit nodig is bij de oprichting, werking en eventuele opheffing van agentschappen. Wij concludeerden ook dat sommige agentschappen hun taken niet volledig kunnen uitvoeren omdat zij onvoldoende steun krijgen van de lidstaten, het bedrijfsleven, de Europese Commissie of andere agentschappen.

Specifiek jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen betreffende het begrotingsjaar 2019

Gemeenschappelijke ondernemingen (GO’s) zijn de publiek-private partnerschappen van de EU met het bedrijfsleven, onderzoeksgroepen en lidstaten, en spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van specifieke aspecten van het onderzoeksbeleid van de EU.

Acht van de negen GO’s voeren specifieke onderzoeks- en innovatieactiviteiten van het Horizon 2020-programma uit op het gebied van vervoer, vervoer/energie, gezondheid, biogebaseerde industrieën, elektronische componenten en -systemen, en digitaal onderzoek. De negende GO, Fusion for Energy, wordt gefinancierd door Euratom en is verantwoordelijk voor de Europese bijdrage aan de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER).

In 2020 controleerden we voor het eerst de jaarrekening en onderliggende verrichtingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing, die in 2018 werd opgericht.

Goedkeurend oordeel over alle gemeenschappelijke ondernemingen
voor het begrotingsjaar 2019

In het begrotingsjaar 2019 hebben wij “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen, ontvangsten en betalingen van alle GO’s.

Evenals in voorgaande jaren bevat ons controleoordeel over de jaarrekening 2019 van de GO “Fusion for Energy” (F4E) echter een toelichtende paragraaf, voornamelijk om de aandacht te vestigen op het risico van nieuwe kostenverhogingen en vertragingen bij de uitvoering van het ITER-project.

Specifieke jaarverslagen over Europese Scholen en gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

Wij brengen jaarlijks verslag uit over de gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR), de Raad en de Commissie die voortvloeien uit de verrichting van hun taken in het kader van de verordening inzake het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme. In ons verslag betreffende het begrotingsjaar 2019 concluderen wij dat de GAR en de Commissie redelijke inspanningen hebben geleverd om gerelateerde verplichtingen op te nemen wanneer zij daartoe een reden hadden.

We hebben ook ons jaarverslag uitgebracht over de jaarrekeningen van de 13 Europese Scholen.

 

Het startschot voor de kwijtingsprocedure
van het Europees Parlement

Met de publicatie van ons jaarverslag begint ook de kwijtingsprocedure, waarin het Europees Parlement — op aanbeveling van de Raad — besluit of de Commissie en andere organen de EU-begroting adequaat hebben beheerd. Indien dat het geval is, verleent het hun “kwijting”.

Als gevolg van COVID-19 was de presentatie van onze jaarverslagen betreffende 2019 tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement bij wijze van uitzondering uitgesteld tot januari 2021.

Adviezen

Onderzoek van de voorstellen van de Commissie
voor het MFK 2021‑2027 en het initiatief
“NextGenerationEU” (NGEU)

Een manier waarop we helpen om de aanpak voor betere regelgeving van de Commissie te verbeteren is door het onderzoeken van voorstellen van de Commissie voor nieuwe of gewijzigde wetgeving. Als deze wetgevingsvoorstellen significante financiële gevolgen met zich meebrengen, moet om ons advies worden verzocht op grond van de EU-wetgeving. Andere instellingen kunnen ons ook vragen advies uit te brengen over andere specifieke kwesties. Al onze adviezen worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

In 2020 publiceerden we elf van dergelijke adviezen. Het merendeel daarvan heeft betrekking op wijzigingen van bestaande regels in het MFK 2014‑2020 in het kader van de respons van de EU op de COVID-19-pandemie, of op wetgevingsvoorstellen voor het MFK 2021‑2027 en het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU).

Andere communicatieproducten

Vooruitblikken op de controle

Onze vooruitblikken op de controle verschaffen informatie over lopende (doelmatigheids)controletaken. Zij zijn gebaseerd op voorbereidende werkzaamheden en zijn bedoeld als bron van informatie voor degenen die geïnteresseerd zijn in het te controleren beleid en/of het te controleren programma.

In 2020 hebben we 14 vooruitblikken op een controle uitgebracht (2019: 18).

ECA Journal

Elke editie van het ECA Journal bevat artikelen over een specifiek thema, die voornamelijk vanuit een controleperspectief zijn geschreven door personen die binnen en buiten de EU-instellingen werken.

In 2020 hebben we drie edities uitgebracht inzake big data en digitalisering, klimaatverandering en controle en het tot stand brengen van Europese meerwaarde.

Conferenties en webinars

In 2020 organiseerden we ook een aantal conferenties en webinars. Al deze evenementen werden op afstand georganiseerd en stonden open voor belanghebbenden en burgers.

Hieronder worden twee voorbeelden van dergelijke conferenties gegeven.

De respons van de EU op de Chinese
staatsgestuurde investeringsstrategie

In juni 2020 organiseerden we een webinar om de EU-respons op de Chinese staatsgestuurde investeringsstrategie te bespreken in verband met onze analyse van 2020 over dit onderwerp. De uitgenodigde deskundigen uit de academische wereld en onze ERK-deskundigen wisselden van gedachten over de betrekkingen tussen de EU en China, de gevolgen van de economische groei van China en de EU-respons op Chinese investeringen.

Ethiek en integriteit in
de publieke sector

In september 2020 organiseerden we een conferentie over ethiek en integriteit bij de overheid. Met de conferentie werd beoogd de discussie aan te zwengelen over het ethisch beleid van de EU-instellingen en de correlatie daarvan met het vertrouwen van het publiek in de EU. Aan de discussies werd deelgenomen door vertegenwoordigers van de academische wereld, toonaangevende ngo’s, het Europees Parlement, de OESO, de EIB, de Europese Ombudsman en opstellers van standaarden op het controlevakgebied. Tijdens de conferentie vond een follow-updiscussie plaats naar aanleiding van ons speciaal verslag van 2019: De ethische kaders van de gecontroleerde EU-instellingen: ruimte voor verbetering.

Innovatie en digitale controle

Wij streven ernaar bij controles gebruik te maken van moderne technologie om meer en betere informatie te leveren voor het verantwoordingsproces. De noodzaak om te investeren in digitale controle wordt ook onderkend in onze strategie voor de periode 2021‑2025.

Het project over digitale controle door de ERK
(“ECA audit goes digital”) werd in 2020 voortgezet

In 2020 hebben wij de uitvoering voortgezet van het project “ECA audit goes digital” inzake het opstellen van een ontwikkelingsplan voor digitale controles en de coördinatie van verschillende initiatieven van de controlekamers. Dit horizontale project wordt beheerd door een speciaal Digitaal Stuurcomité.

2020: digitale controle voor uitvoerende agentschappen
van de EU met succes getest

In 2020 pasten we voor het eerst digitale controletechnieken toe voor de financiële controle van de EU-agentschappen.

De financiële controle van de EU-agentschappen omvat ongeveer 200 controleprocedures op gebieden als betalingen, salarissen, aanbestedingen, begroting en aanwerving. Ons proefproject was gericht op een aantal van deze procedures voor zes uitvoerende agentschappen met vergelijkbare administratieve procedures en IT-systemen.

Uit dit proefproject bleek het potentieel van digitale controles om de kwaliteit en doelmatigheid van onze controles te verbeteren.

ECALab

In 2020 heeft het ECALab, ons interdisciplinaire innovatielaboratoriumteam, technologieën zoals tekstmining, kunstmatige intelligentie en procesmining en open gegevensverwerking voor controledoeleinden verder verkend.

Daarnaast ondersteunde het ECALab twaalf controletaken met innovatieve oplossingen voor het verzamelen en analyseren van gegevens.

We presenteerden de werkzaamheden van het ECALab-team ook op een aantal internationale en wetenschappelijke bijeenkomsten.

Europees Blokketenpartnerschap

Sinds 2018 nemen we deel aan het Europese Blokketenpartnerschap, een verklaring die is ondertekend door de 27 lidstaten, Liechtenstein en Noorwegen. Wij hebben met name leiding gegeven aan de werkzaamheden met betrekking tot de notariële bekrachtiging van de Europese infrastructuur voor blockketendiensten door “distributed ledger”-technologie te gebruiken om betrouwbare digitale controlesporen tot stand te brengen, nalevingsgerichte controles te automatiseren en de integriteit van de gegevens te verifiëren.

In 2020 hebben we met behulp van het “ERK-register” een prototype ingevoerd om de integriteit van onze publicaties die online beschikbaar zijn op onze website, voor gebruikers te waarborgen.

Institutionele betrekkingen

We werken nauw samen met het Europees Parlement, de Raad en nationale parlementen in de lidstaten, omdat de impact van ons werk grotendeels afhangt van het gebruik dat zij maken van onze controleresultaten en aanbevelingen.

Europees Parlement

In januari 2020 heeft de Conferentie van commissievoorzitters (Conference of Committee Chairs, CCC) onze president uitgenodigd voor een gedachtewisseling over onze werkprogramma’s voor 2020 en voor 2021 en daarna.

Bovendien worden onze leden en controleteams regelmatig uitgenodigd bij de commissies en organen van het EP, en met name de Commissie begrotingscontrole (CONT), om de resultaten van onze werkzaamheden te presenteren.

Eind 2019 heeft CONT een nieuwe procedure ingevoerd voor de selectie van speciale verslagen en analyses die tijdens haar commissievergaderingen moeten worden gepresenteerd.

Het jaar 2020 was echter een uitzonderlijk jaar als gevolg van de COVID-19-crisis. In het voorjaar en de zomer van 2020 was het EP niet in staat om bijeenkomsten te organiseren waarin we onze werkzaamheden op afstand konden presenteren.

In september 2020, toen dit mogelijk werd, hebben we onze presentaties hervat. In totaal presenteerden onze leden in 2020 twaalf speciale verslagen en één analyse aan CONT. Voor een aantal in 2020 gepubliceerde en door CONT geselecteerde verslagen werden de presentaties uitgesteld tot 2021.

Daarnaast gaven onze leden in 2020 18 presentaties van speciale verslagen en analyses aan 10 andere EP-commissies. Sommige van deze bijeenkomsten vonden gezamenlijk plaats wanneer verschillende commissies belangstelling hadden voor hetzelfde verslag.

Raad van de Europese Unie

In de regel behandelen de voorbereidende instanties van de Raad al onze speciale verslagen, maar niet noodzakelijkerwijs alle analyses of adviezen. In 2020 hebben wij dertig speciale verslagen, één analyse en één advies gepresenteerd aan drie comités van de Raad (het Economisch en Financieel Comité, het Comité voor de economische politiek en het Comité financiële diensten) en twintig werkgroepen van de Raad (2019: 26 speciale verslagen aan 22 werkgroepen van de Raad).

In 2020 namen we ook deel aan drie andere evenementen:

  • de presentatie van onze ontwerpbegroting 2021 aan het Begrotingscomité;
  • de presentatie van de wijzigingen van het reglement van orde van de Rekenkamer aan de Groep algemene zaken, en
  • een online evenement van de permanente vertegenwoordiging van Roemenië over Europees economisch herstel.
Voorzitterschap van de Raad:
Kroatië: januari-juni 2020
Duitsland: juli-december 2020

In februari 2020 had president Klaus-Heiner Lehne (samen met de ERK-leden Ivana Maletić en Rimantas Šadžius) een ontmoeting met vertegenwoordigers van het Kroatische voorzitterschap van de Raad en van verscheidene nationale autoriteiten. Daarnaast namen zij deel aan een conferentie op hoog niveau over het nieuwe MFK.

De vergaderingen tijdens het Duitse voorzitterschap van de Raad moesten meestal virtueel plaatsvinden.

Van links naar rechts: vicevoorzitter van het Kroatische parlement Željko Reiner, ERK-lid Ivana Maletić, ERK-president Klaus-Heiner Lehne en ERK-lid Rimantas Šadžius.

Nationale parlementen

2020: vergaderingen met nationale parlementen
vonden meestal op afstand plaats

In 2020 presenteerden we onze werkzaamheden tijdens 47 vergaderingen met nationale parlementen in 15 lidstaten. Vanaf medio maart 2020 vonden bijna al deze vergaderingen op afstand plaats.

Daarnaast waren er ook verschillende evenementen waarbij we onze werkzaamheden aan de regeringen en nationale autoriteiten van de lidstaten presenteerden.

2020: minder aanwezigheid in het Europees Parlement,
de Raad en de nationale parlementen als gevolg van
COVID-19

In totaal presenteerden we in 2020 de resultaten van onze werkzaamheden 156 keer bij de commissies van het Europees Parlement, de voorbereidende instanties van de Raad en nationale parlementen, een daling ten opzichte van voorgaande jaren (2019: 264; 2018: 248).

Niettemin was onze aanwezigheid in de periode 2018‑2020 als geheel aanzienlijk toegenomen, met name in het Europees Parlement. De piek werd bereikt in 2018 toen we 133 keer aanwezig waren. Dit was het laatste volledige plenaire jaar vóór de verkiezingen van mei 2019. Dit kan worden afgezet tegen gemiddeld 84 presentaties per jaar voor de periode 2013‑2017. 

Europese Commissie

Gedachtewisseling met onze gecontroleerden
op het hoogste niveau

In september 2020 heeft de voorzitter van de Commissie Ursula von der Leyen tijdens het ERK-seminar 2020 een toespraak gehouden, waarna Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Commissie, het eerste jaarlijks strategisch prognoseverslag van de Commissie presenteerde.

In maart 2020 bezocht Dubravka Šuica, vicevoorzitter van de Commissie, de ERK voor een gedachtewisseling met president Klaus-Heiner Lehne en andere ERK-leden. De belangrijkste onderwerpen die werden besproken, waren demografische uitdagingen in de EU, het belang van democratie en met name de conferentie over de toekomst van Europa.

Dubravka Šuica, vicevoorzitter van de Europese Commissie, en Klaus-Heiner Lehne, ERK-president.

Al jaren is het een vaste praktijk dat onze leden een jaarlijkse vergadering houden met hun collega’s bij de Europese Commissie.

In 2020 is echter overeengekomen om deze jaarlijkse bijeenkomst wegens COVID-19 uit te stellen tot een latere datum.  

Samenwerking met andere hoge controle-instanties

Contactcomité van de HCI’s van de EU

Onze samenwerking met de hoge controle-instanties (HCI’s) van de 27 lidstaten vindt voornamelijk plaats in het kader van het Contactcomité van hoofden van de EU-HCI’s. Dit forum vergemakkelijkt de bevordering van onafhankelijke externecontrolewerkzaamheden in de EU en haar lidstaten.

In 2020 hebben we een nieuw soort samenwerking op het gebied van controle opgezet, het EU-controlenetwerk over kwesties in verband met de COVID-19-pandemie. Het doel hiervan is de uitwisseling van kennis en ervaring en de vergroting van de zichtbaarheid en impact van de relevante controlewerkzaamheden van de HCI’s.

Jaarlijkse vergadering 2020
uitgesteld

Vanwege COVID-19 werd de jaarlijkse vergadering van 2020, die in oktober 2020 had moeten plaatsvinden in Luxemburg, uitgesteld tot 2021.

Controlecompendium over cyberbeveiliging uitgebracht
in december 2020

In december 2020 hebben we namens het Contactcomité een controlecompendium gepubliceerd over de vraag hoe auditors in de hele Europese Unie controles op het gebied van cyberbeveiliging uitvoeren. Het verslag bevat relevante achtergrondinformatie over cyberbeveiliging in de EU en haar lidstaten en weerspiegelt de toenemende aandacht die auditors besteden aan de weerbaarheid van kritieke informatiesystemen en digitale infrastructuren. Het verslag is gebaseerd op recente bevindingen van de ERK en de HCI’s van twaalf EU-lidstaten en geeft ook een overzicht van de relevante controlewerkzaamheden op dit gebied.

Dit was de derde editie van het controlecompendium, dat nu een jaarlijkse publicatie van het Contactcomité is geworden.

Netwerk inzake
technologie en innovatie ten behoeve van controle

In november 20120 hebben we ook een platform voor samenwerking en het delen van kennis gelanceerd met andere HCI’s van de EU inzake technologie en innovatie ten behoeve van controle (Technology and Innovation for Audit, TINA).

INTOSAI

In 2020 bleven we actief betrokken bij de activiteiten van de internationale organisatie van hoge controle-instanties (INTOSAI), met name als vicevoorzitter van de beroepsnormencommissie (Professional Standards Committee, PSC) en als lid van de subcommissies daarvan. In november 2020 namen we deel aan de virtuele vergadering van de raad van bestuur van INTOSAI. Daarnaast leidden wij het project inzake de herziening van ISSAI 200 van de subcommissie financiële controle en boekhouding (Financial Audit and Accounting Subcommittee, FAAS).

Wij hebben ook deelgenomen aan de activiteiten en projecten van andere werkorganen van INTOSAI, met name op het gebied van milieucontroles, big data, financiële modernisering en hervorming van de regelgeving. Daarnaast nemen wij deel aan de INTOSAI-taskforce inzake professionalisering van auditors (task force on INTOSAI Auditor Professionalisation, TFIAP), en het ontwikkelingsinitiatief van INTOSAI (INTOSAI Development Initiative, IDI).

EUROSAI

Wij waren ook actief betrokken bij de activiteiten van de Europese organisatie van hoge controle-instanties (European Organisation of Supreme Audit Institutions, EUROSAI), de Europese regionale groep van INTOSAI, met name de werkgroepen voor milieucontroles, informatietechnologieën en de controle van aan rampen en catastrofen toegewezen middelen.

In 2020 zetten we een projectgroep op inzake een langetermijnvisie op controle ter voorbereiding op toekomstige risico´s en de klimaatcrisis (“Preparing for future risks and climate crisis: Time for audit to take a long-term view?”) in het kader van de portefeuille ”Forward thinking and emerging issues” (toekomstgerichte en opkomende kwesties). Bovendien hebben wij actief bijgedragen aan de activiteiten van de projectgroep voor de controle van de respons op COVID-19.

HCI’s van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU

Wij ondersteunen ook de HCI’s van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo*, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Turkije).

In februari 2020 namen we deel aan een door de HCI van Montenegro georganiseerde conferentie “Working with parliaments to improve audit impact” (samenwerken met parlementen om de impact van controle te verbeteren). 

* Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met UNSCR 1244/1999 en het advies van het IGH over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

Ons management

De leden

De ERK functioneert als een college van leden, één per lidstaat. Na raadpleging van het Europees Parlement benoemt de Raad ieder lid nadat de betrokkene door de desbetreffende nationale regering is voorgedragen. Wij hebben geen rol in het proces van het voordragen of benoemen van onze leden.

Onze leden hebben een verlengbare ambtstermijn van zes jaar. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk en in het algemeen belang van de EU uit. Bij hun ambtsaanvaarding gaan zij ten overstaan van het Europees Hof van Justitie een plechtige verbintenis van die strekking aan.

In 2020 en begin 2021 benoemde de Raad twee nieuwe leden: Helga Berger uit Oostenrijk (met ingang van 1 augustus 2020) en Marek Opioła uit Polen (met ingang van 1 februari 2021; hij zal de ambtstermijn voltooien van voormalig lid Janusz Wojciechowski, die in 2019 werd benoemd tot EU-commissaris voor landbouw). Phil Wynn Owen uit het VK was lid tot en met 31 januari 2020.

Als gevolg van de uitzonderlijke omstandigheden kwam het college in 2020 slechts driemaal fysiek bijeen (2019: 21 maal; 2018: 18 maal). Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg 96 %.

Aan het begin van de COVID-19-pandemie werd een buitengewone procedure ingevoerd op grond waarvan het college documenten zonder fysieke vergaderingen mocht vaststellen. Vanaf maart 2020 heeft het college 22 van dergelijke buitengewone procedurevergaderingen gehouden. Aangezien zij worden beschouwd als het equivalent van een schriftelijke procedure, werd het aanwezigheidspercentage niet gemeten.

ERK-seminar 2020: bespreking van de strategie
voor de periode 2021‑2025 en het
werkprogramma voor 2021 en daarna

Eenmaal per jaar gaan onze leden, de secretaris-generaal en de directeuren twee dagen in retraite om belangrijke kwesties in verband met toekomstige activiteiten van de instelling te bespreken.

Het ERK-seminar van dit jaar vond in september 2020 in onze eigen gebouwen plaats. Het bood de gelegenheid voor de bespreking van het eerste ontwerp van onze nieuwe strategie voor de periode 2021‑2025, dat is opgesteld door het Raadgevend Comité op het gebied van strategie en toekomstige ontwikkelingen, en het werkprogramma voor 2021 en daarna.

ERK-seminar, september 2020, Luxemburg.

President

De president is verantwoordelijk voor de strategie van de instelling, de planning en het prestatiebeheer, communicatie en betrekkingen met de media, institutionele betrekkingen, juridische zaken en interne audit. Ook vertegenwoordigt hij of zij de instelling in haar externe betrekkingen.

Onze leden kiezen de president uit hun midden voor een termijn van drie jaar, die kan worden verlengd. Hij of zij neemt dan de rol van de eerste onder zijns gelijken (primus inter pares) op zich.

Klaus-Heiner Lehne werd in september 2016 tot president verkozen en in september 2019 herkozen.

De president en de leden

NB: Vanaf februari 2021. 

Controlekamers en comités

De leden worden toegewezen aan een van de vijf controlekamers, waarbinnen de meeste van onze controleverslagen, analyses en adviezen worden voorbereid en vastgesteld. De controlekamers verdelen hun taken onder hun leden. Elk lid moet verantwoording afleggen aan de kamer en de Rekenkamer voor zijn/haar eigen controletaken. De controlewerkzaamheden worden verricht door professionele auditors die werken voor de directoraten van de controlekamers.

Aan het hoofd van elke kamer staat een deken, die wordt verkozen uit en door de leden van die kamer. In december 2020 waren de dekens van onze vijf controlekamers Samo Jereb, Iliana Ivanova, Bettina Jakobsen, Alex Brenninkmeijer en Tony Murphy.

Het Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle (Audit Quality Control Committee, AQCC) houdt zich bezig met het controlebeleid, de controlenormen en -methodologie van de ERK, ondersteuning en ontwikkeling op het gebied van controle, en kwaliteitsbewaking van de controle. Het bestaat uit één lid per controlekamer en werd voorgezeten door Jan Gregor.

Besluiten over bredere strategische en administratieve aangelegenheden worden genomen door het Administratief Comité (AC) en, in voorkomend geval, door het college van de leden, die beide worden voorgezeten door de president. Het Administratief Comité bestaat uit de president, de dekens van de kamers, de voorzitter van het AQCC en het lid voor institutionele betrekkingen (eind 2020: Rimantas Šadžius).

In 2020 vonden vergaderingen van kamers en comités vanwege COVID-19 na medio maart niet meer fysiek plaats. Het gemiddelde aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg 96 % voor controlekamers en 91 % voor het AC en het AQCC.

Daarnaast zijn er andere groepen, zoals de ethische commissie (voorgezeten door João Figueiredo), het Auditcomité (eind 2020 voorgezeten door Ildikó Gáll-Pelcz), het Digitaal Stuurcomité (voorgezeten door Eva Lindström) en het Raadgevend Comité op het gebied van strategie en toekomstige ontwikkelingen (voorgezeten door João Figueiredo).

Ons hogere management bestaat uit de secretaris-generaal en de directeuren. In totaal zijn er tien directoraten: vijf zijn verbonden aan controlekamers, één aan het AQCC, één aan de president en drie aan de secretaris-generaal.

Eduardo Ruiz García was secretaris-generaal tot april 2020, Philippe Froidure nam het ambt ad-interim over tot het einde van het jaar. Op 1 januari 2021 is Zacharias Kolias in functie getreden als de nieuwe secretaris-generaal van de ERK voor een ambtstermijn van zes jaar.

NB: Vanaf februari 2021. 

Prestatiemeting

Wij passen een reeks essentiële prestatie-indicatoren (key performance indicators, KPI’s) toe om het management te informeren over de geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van onze strategische doelstellingen, om de besluitvorming te ondersteunen en onze institutionele belanghebbenden informatie te verschaffen over onze prestaties. Met de KPI’s wordt een globaal overzicht gegeven van onze prestaties als organisatie wat betreft de verspreiding, impact en beeldvorming van ons werk.

Ondanks de COVID-19-beperkingen
publiceerden we in 2020 32 verslagen

In 2020 publiceerden we, ondanks de moeilijke omstandigheden als gevolg van COVID-19, 32 verslagen: 26 speciale verslagen en 6 analyses. Dit is echter 6 verslagen minder dan de 38 die in het herziene werkprogramma voor 2020 waren gepland, aangezien sommige controles in de loop van het jaar vertraging hadden opgelopen.

Aantal gepubliceerde verslagen

Uit een vergelijking van de strategische periode 2018‑2020 met de voorgaande periode blijkt dat het aantal verslagen dat elk jaar wordt gepubliceerd aanzienlijk is toegenomen. In de afgelopen drie jaar hebben we gemiddeld 37 verslagen per jaar uitgebracht. In de periode 2013‑2017 waren dit er 27 per jaar. Analyses, waarmee ons portfolio van publicaties is uitgebreid, zijn goed voor een deel van deze stijging.

In totaal hebben we in 2020 69 publicaties uitgebracht.

Aanwezigheid in de media

2020: aanhoudende belangstelling van de media
voor onze controleverslagen, maar algemene
afname van media-aandacht

In 2020 registreerden we ongeveer 32 000 online artikelen en berichten op sociale media in verband met onze controleverslagen, andere publicaties of de ERK in het algemeen (2019: 51 000; 2018: 44 000).

Media-aandacht kan aanzienlijk variëren met het onderwerp en de complexiteit van een verslag. Tegelijkertijd kunnen externe factoren de media-aandacht voor onze publicaties sterk beïnvloeden. Als de datum waarop een verslag gepubliceerd wordt, samenvalt met een belangrijke gebeurtenis of met beleidsontwikkelingen, kan dat de publieke belangstelling voor het onderwerp bijvoorbeeld aanzienlijk vergroten. Bovendien is in noodsituaties, zoals de COVID-19-pandemie, de aandacht van de media vooral gericht op alles wat met de crisis heeft te maken.

In vergelijking met voorgaande jaren bleef de belangstelling voor onze controleverslagen vrijwel stabiel. Tegelijkertijd was er een aanzienlijke daling van de media-aandacht voor andere publicaties en de ERK in het algemeen. Dit kan deels worden toegeschreven aan onze verminderde communicatieactiviteit op socialemediakanalen vanaf medio maart 2020.

Online-interactie met de pers blijkt
succesvol

In 2020 publiceerden we 68 persberichten in 23 EU-talen, alsmede informatieve nota’s en informatiedocumenten voor de media in bepaalde talen. We hebben ook een aantal interviews gegeven met grote mediakanalen in heel Europa. Daarnaast hebben we 22 persbriefings gehouden, waaronder persbriefings met betrekking tot het jaarverslag voor specifieke landen. Deze vonden bijna allemaal op afstand plaats en kenden een grotere en bredere deelname, met name door de media in de lidstaten.

We organiseerden ook virtuele bezoeken ter plaatse voor journalisten die in Brussel en in de lidstaten zijn gevestigd, en verschillende briefings voor belanghebbenden uit het bedrijfsleven, ngo’s en denktanks.

Eén miljoen bezoeken aan onze website

In 2020 bedroeg het aantal bezoeken aan onze website meer dan één miljoen. In totaal hadden we ongeveer 463 500 individuele bezoekers.

Activiteit op sociale media gehalveerd

Sociale media zijn onmisbare communicatiekanalen en stellen ons in staat rechtstreeks met burgers te communiceren. In 2020 hebben wij, tegen de achtergrond van de COVID-19-crisis, besloten onze activiteitenop sociale media te beperken; in totaal hebben we 1 007 berichten over de ERK en haar werk op onze socialemediakanalen geplaatst (2019: 1 836).

Een essentiële bron van content voor onze socialemediaberichten blijft het ECA Journal. In 2020 werden in ongeveer een derde van onze berichten (32 %) artikelen overgenomen die eerder in het ECA-Journal waren gepubliceerd (2019: 26 %).

2020: het aantal volgers op sociale media
nam verder toe

Eind 2020 hadden onze drie socialemedia-accounts (Twitter, LinkedIn en Facebook) ongeveer 35 000 volgers (2019: ongeveer 29 500).

Vervijfvoudiging van media-aandacht ten
opzichte van de vorige strategische periode

Over het geheel genomen is de media-aandacht voor onze verslagen, andere publicaties en de ERK in het algemeen in de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen: gemiddeld 42 300 online artikelen en berichten op sociale media per jaar in de strategische periode 2018‑2020, tegenover 7 300 vermeldingen in de periode 2013‑2017; met andere woorden, er is sprake van een vervijfvoudiging.

Impact en beeldvorming van ons werk

84 % van de respondenten van onze enquêtes
vindt onze verslagen nuttig voor hun werk

We beoordelen de waarschijnlijke impact en het nut van ons werk, zoals waargenomen door de lezers van onze verslagen bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, EU-agentschappen, permanente vertegenwoordigingen, agentschappen en HCI’s van de lidstaten, ngo’s, academici, de media en andere partijen.

Sinds 2018 vragen wij lezers van onze verslagen in geanonimiseerde elektronische enquêtes feedback te geven over een geselecteerd aantal verslagen. In het kader van deze enquêtes kunnen zij kwalitatieve feedback geven over verslagen en algemene suggesties voor ons werk doen.

In 2020 vond 84 % van de meer dan 550 respondenten onze verslagen nuttig voor hun werk, en 75 % vond dat ze impact hadden. Dit is vergelijkbaar met het resultaat van vorig jaar (2019: respectievelijk 88 % en 81 %).

Follow-up van onze aanbevelingen

Bijna al onze aanbevelingen van
2016 zijn uitgevoerd

Wij meten de uitvoering van onze aanbevelingen op basis van de follow-upcontroles die onze auditors uitvoeren. Voor 2020 analyseerden we de aanbevelingen die werden gedaan in onze verslagen van 2016.

Uit de analyse bleek dat 97 % van de 29 aanbevelingen die we deden in ons Jaarverslag 2016 en 91 % van de 360 aanbevelingen in onze speciale verslagen van 2016 volledig, in de meeste opzichten of (toch zeker) in enkele opzichten werd uitgevoerd.

Ons personeel

Toewijzing van personeel

Eind 2020 waren er, net als in voorgaande jaren, 853 vaste en tijdelijke ambten bij onze instelling. 535 hiervan waren ambten bij de controlekamers, inclusief 114 ambten in de kabinetten van de leden.

Bovendien werkten er aan het einde van het jaar 83 arbeidscontractanten en 15 gedetacheerde nationale deskundigen bij ons (2019: respectievelijk 75 en 16).

Werving

Bij ons wervingsbeleid worden de algemene beginselen en arbeidsvoorwaarden van de EU-instellingen in acht genomen en onze medewerkers hebben de meest uiteenlopende academische en professionele achtergronden.

In 2020 hebben we 62 nieuwe werknemers aangeworven (2019: 77 werknemers): 18 ambtenaren, 21 tijdelijke functionarissen, 20 arbeidscontractanten en 3 gedetacheerde nationale deskundigen.

Ons ASPIRE-programma voor auditors, dat in 2017 werd ingevoerd, is bedoeld om de beroepsmatige integratie van nieuwkomers te bevorderen, zodat zij ervaring op de werkplek kunnen opdoen bij verschillende controletaken en tijdens hun eerste drie jaar aan gerichte opleidingsactiviteiten kunnen deelnemen.

Tevens boden we 44 universitair afgestudeerden een stageplaats voor drie tot vijf maanden (2019: 55). Vanaf medio maart 2020 werkten onze stagiairs ook op afstand.

Leeftijdsprofiel

Driekwart (76 %) van ons personeel dat eind 2020 in actieve dienst was, was 40-59 jaar, een lichte stijging ten opzichte van 2019 (2019: 74 %).

Vier vijfde (80 %) van onze directeuren en hoofdmanagers is 50 jaar of ouder. Dit houdt in dat het management de komende vijf tot tien jaar wordt vernieuwd naarmate deze managers met pensioen gaan.

Gelijke kansen

Over het algemeen is de verhouding vrouwen en mannen in ons personeelsbestand gelijk.

Wij zetten ons in om ons personeel op alle niveaus van de organisatie gelijke carrièrekansen te bieden. De verhouding vrouwen en mannen in ons personeelsbestand is gelijk en in 2020 was ongeveer een derde van onze directeuren en hoofdmanagers vrouw.

Tijdens de strategische periode 2018‑2020 zijn we erin geslaagd het aandeel vrouwelijke hoofdmanagers op controlegebied te verhogen van 21 % naar 29 %. Om het aandeel vrouwen in leidinggevende functies verder uit te breiden, hebben wij ons een streefdoel van 40 % voor 2027 gesteld. We werken ook aan een nieuw actieplan voor gelijke kansen.

Ook blijven wij ons inzetten voor het geografisch evenwicht onder onze managers.

Ondersteuning van de controle

Controlemethodologie

AWARE

In 2020 lanceerden we een nieuw intern digitaal platform dat één toegangspunt biedt tot alle richtsnoeren voor onze controlemethodogie: Accessible Web-based Audit Resource (AWARE).

Beroepsopleiding

Een snelle overgang naar online
leren

De COVID-19-crisis heeft ook gevolgen gehad voor onze leermethoden. Vanaf medio maart 2020 vonden al onze beroepsopleidingsactiviteiten online plaats en hebben we klassikale cursussen vervangen door webinars en virtuele cursussen.

2020 was ook het jaar waarin veel lessen werden getrokken. We weten nu zeker dat de toekomstige leeractiviteiten bij de ERK een combinatie zullen zijn van klassikaal en online onderwijs, e-learning, korte modules, specialisatiecursussen en diverse leermiddelen. Deze lessen zullen ons helpen aan de verwachtingen van ons personeel te voldoen met een dynamisch, relevant en op maat gesneden opleidingsaanbod.

Opleiding op maat aangeboden ter
versterking van de veerkracht

In 2020 hebben wij ons opleidingsprogramma voor loopbaanadviseurs, mentoren, interne facilitators en vertrouwenspersonen voortgezet. We organiseerden ook cursussen en workshops over conflictoplossing, veerkrachtig leiderschap, de aanpak van moeilijke situaties of doeltreffend prestatiebeheer. Deze vaardigheden zijn bijzonder relevant in tijden van crisis.

Leiderschap ontwikkelen en
prestaties belonen

In 2020 hebben de eerste twee groepen deelnemers ons programma leiderschapsontwikkeling met succes afgerond. Het doel van dit programma is het samenbrengen en ondersteunen van ervaren collega’s uit de hele ERK, die nog geen leidinggevende functies bekleden maar hun leiderschapsvaardigheden willen verbeteren.

In 2020 hebben we ook opnieuw onze prijs ter erkenning van prestaties toegekend aan personeelsleden die bij de uitvoering van hun werk blijk gaven van uitzonderlijke vaardigheden. Daarnaast hebben we een prijs voor kennisbeheer ingesteld voor het personeel dat een bijzondere bijdrage heeft geleverd om van de ERK een kennisgebaseerde organisatie te maken.

2020: streefdoel voor
beroepsopleiding overschreden

Opnieuw hebben wij het streefdoel inzake beroepsopleiding overschreden (vijf dagen per jaar voor auditors — taalcursussen niet meegerekend — dat is vastgesteld in overeenstemming met de aanbevelingen van de Internationale Federatie van Accountants, en twee dagen voor andere personeelsleden).

Onze auditors besteedden gemiddeld 5,4 dagen aan opleidingen (2019: 7,5) en onze andere personeelsleden gemiddeld 3,1 dagen (2019: 3,6).

Samenwerking met academici

In 2020 hebben wij onze academische samenwerking met de Universiteit van Lorraine voortgezet: in juni 2020 hebben we de vijfde editie van het programma voor een postdoctoraal diploma “Audit of public organisations and policies” (controle van overheidsorganisaties en -beleid) afgerond. Drie van onze medewerkers hebben hun masterdiploma “Management of public organisations” (beheer van overheidsorganisaties) behaald. In oktober 2020 zijn we begonnen met het zesde jaar van het programma, dat ook openstaat voor personeel van de Europese Commissie.

Bovendien zijn we in 2020 nieuwe partnerschappen aangegaan met de universiteiten van Cyprus en Malta en hebben wij onze samenwerking met het Europees Universitair Instituut (EUI), en met name de daarbij horende School voor transnationale governance, voortgezet.

Als gevolg van COVID-19 moesten we onze jaarlijkse zomercursus bij de Universiteit van Pisa annuleren.

ERK-prijs en onderzoekssubsidies

Sinds 2010 kennen we om de twee jaar een academische prijs toe voor onderzoek op het gebied van overheidsfinanciën: de ERK-prijs.

In april 2020 lanceerden we de zesde editie van deze prijs, die gericht was op het thema EU-meerwaarde en een eerbetoon vormde ter nagedachtenis van Marcel Mart, een voormalige president van de ERK.

Twee onderzoekers wonnen de prijs samen voor:

  • een artikel over het gebruik van het begrip EU-meerwaarde tijdens de onderhandelingen over het MFK voor de periode na 2020, en
  • een boek over het verantwoordingskader binnen het veiligheids- en defensiebeleid van de EU.

In juni 2020 lanceerden we in samenwerking met het EUI ook de 14e editie van de postdoctorale onderzoeksbeurzen inzake Europese overheidsfinanciën. De twee beurzen gingen naar een promovendus in de politieke sociologie voor zijn onderzoek naar de benadering van de ERK ten aanzien van beleidsevaluatie en naar een postdoctoraal onderzoeker in de geschiedenis voor haar onderzoeksproject over de inzet van de ERK voor het milieu sinds 1977.

Vertaling

De vertaal- en publicatiewerkzaamheden zijn in 2020 zonder grote verstoring voortgezet. We hebben ongeveer 235 000 bladzijden vertaald en gereviseerd (2019: 223 000), een cijfer dat 23 000 bladzijden uitbesteed werk omvat. Wij vertalen onze publicaties in alle officiële talen van de EU. We vertalen onze correspondentie met de autoriteiten van de lidstaten ook in hun nationale taal, zoals vereist door de wetgeving.

Daarnaast bieden onze vertalers regelmatig taalkundige ondersteuning tijdens controlebezoeken en helpen zij bij het tekstschrijven. In 2020 zijn zij ook begonnen met het verlenen van ondersteuning tijdens videoconferenties.

Informatiebeveiliging

Cyberbeveiliging relevanter dan ooit
tijdens de COVID-19-crisis

In 2020 werd cyberbeveiliging relevanter dan ooit, aangezien bijna al onze werkzaamheden op afstand werden uitgevoerd.

We hebben het volgende ingevoerd: een nieuw systeem voor veiligheidsmonitoring en threat hunting, digitale certificaten afgegeven door een openbare certificeringsautoriteit voor het versleutelen van e-mailberichten om de uitwisseling van gevoelige documenten met externe entiteiten te vergemakkelijken, en beveiligingssoftware voor mobiele bedrijfsapparatuur.

In totaal werden meer dan 70 000 webbedreigingen geblokkeerd door ons internetfilter; deze varieerden van websites met een slechte reputatie tot websites met malafide inhoud of spyware/adware. We hebben ook verschillende bewustmakingsinitiatieven ontplooid om goede praktijken bij het werken op afstand te bevorderen. Als gevolg daarvan hebben we in de loop van het jaar geen ernstige veiligheidsincidenten meegemaakt.

In september 2020 hebben we ook ons nieuwe informatieclassificatiebeleid vastgesteld, dat zal worden gevolgd door uitvoeringsrichtsnoeren en een specifiek besluit met betrekking tot gerubriceerde EU-informatie.

Gebouwen

We zijn momenteel eigenaar van drie gebouwen (“K1”, “K2” en “K3”), die functioneren als één enkele geïntegreerde technische eenheid. Ook huren we kantoorruimte voor ons noodcentrum in Luxemburg.

Vanaf medio maart 2020 hebben wij bijna al ons personeel gevraagd van huis uit te werken en werden externe bezoeken zoveel mogelijk beperkt.

Tegelijkertijd werden alle noodzakelijke maatregelen op het gebied van gezondheid en veiligheid getroffen, zodat het personeel dat nog ter plaatse aanwezig was in de best mogelijke omstandigheden kon werken tot de normalisering van de situatie.

De ERK-gebouwen op het plateau van Kirchberg in Luxemburg.

K1

In het K1-gebouw, dat in 1988 zijn deuren opende, zijn er kantoren voor maximaal 310 personeelsleden en vergaderruimten. Op de kelderverdiepingen bevinden zich parkeerplaatsen, technische voorzieningen, opslagruimten, de bibliotheek en de belangrijkste archiefruimte, terwijl de bovenste verdieping geheel in gebruik is voor technische voorzieningen.

K1 werd in 2008 gemoderniseerd om het in overeenstemming te brengen met de nationale normen inzake gezondheid, veiligheid en milieu. Waar mogelijk werd de technologie in K1 aangepast om deze compatibel te maken met de in K2 en K3 toegepaste technologie.

K2

Het K2-gebouw werd in 2003 geopend. Op de kelderverdiepingen bevinden zich parkeerplaatsen, technische voorzieningen en opslagruimten, alsook het fitnesscentrum. De bovenste verdieping is geheel in gebruik voor technische voorzieningen. Op de overige verdiepingen zijn kantoren voor maximaal 241 personeelsleden, vergaderruimten, een conferentiezaal met tolkencabines, videoconferentieruimten, een cafetaria en eenvoudige keukens.

Het K2-gebouw wordt momenteel gerenoveerd, waarbij de indeling van de werkplekken wordt geoptimaliseerd en bepaalde technische installaties worden gemoderniseerd. In reactie op de COVID-19-pandemie heeft de Luxemburgse regering alle bouwwerkzaamheden stopgezet en werden de renovatiewerkzaamheden van K2 opgeschort totdat deze in november 2020 konden worden hervat. De renovatie moet eind 2022 voltooid zijn.

Zoals in maart 2014 werd afgesproken met het Europees Parlement en de Raad, zullen we de kosten van deze modernisering dekken met het resterende budget van het K3-bouwproject, dat enkele jaren geleden werd afgerond.

K3

Het K3-gebouw werd in 2012 geopend. Op de kelderverdiepingen bevinden zich parkeerplaatsen, technische voorzieningen en opslagruimten, losplaatsen, voorzieningen voor afvalopslag, de printshop, keukens en archieven. Op de begane grond bevinden zich de kantine, een cafetaria en cursuslokalen. In K3 zijn ook kantoren voor 503 personeelsleden, vergaderruimten en een IT-ruimte. Op de zesde verdieping bevinden zich ontvangstruimten, een keuken en technische voorzieningen. De BREEAM-beoordeling van het K3-gebouw is “zeer goed” (BREEAM is de wereldwijd toonaangevende methode voor het evalueren en certificeren van de duurzaamheid van gebouwen).

In 2020 hebben we de renovatie van de ingang van het K3-parkeerterrein afgerond om de fysieke bescherming van het gebouw en de veiligheid van ons personeel te verbeteren.

Orange week

Eind november en begin december 2020 sloten we ons aan bij de campagne “Orange week” en werd de receptie van ons K2-gebouw oranje verlicht, als symbolische herinnering aan de noodzaak van een samenleving zonder geweld ter gelegenheid van zowel de internationale dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen als de internationale dag van de mensenrechten.

Milieubeheer

Wij zetten ons als EU-instelling in om onze impact op het milieu te blijven verkleinen. In 2019 was onze totale broeikasgasuitstoot 9 203 ton kooldioxide-equivalent (tCO2e), een vermindering met 14 % sinds 2014, het jaar waarin we begonnen met het meten van onze CO2-uitstoot.

Wij zijn trots op onze certificering in het kader van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS): we passen met succes een systeem voor milieubeheer toe dat voldoet aan EMAS en we voldoen volledig aan de certificeringsvereisten van ISO 14001:2015. In het laatste kwartaal van 2019 is een externe EMAS-audit uitgevoerd en op basis daarvan is onze EMAS-certificering verlengd voor de periode 2020‑2022.

Minder impact op het milieu als gevolg
van de COVID-19-crisis

In maart 2020, toen ons personeel werd gevraagd om thuis te werken, hebben we ook onmiddellijk actie ondernomen om ons energieverbruik terug te dringen. De verlichting in gangen en kantoren, en ventilatie- en airconditioningsystemen werden overgeschakeld op “weekend”. Ook het elektriciteits- en waterverbruik is aanzienlijk gedaald, met respectievelijk 30 % en 93 %.

Bovendien was het gemiddelde aantal geprinte bladzijden per personeelslid vrijwel nul, aangezien bijna al onze personeelsleden thuis en op afstand werkten.

Onze verantwoording

Financiële informatie

Onze instelling wordt gefinancierd uit de EU-begroting onder de rubriek administratieve uitgaven.

In 2020 bedroeg onze begroting ongeveer 152 miljoen EUR.

Onze begroting maakt ongeveer 1,5 % uit van de totale administratieve uitgaven van de EU (dit is minder dan 0,1 % van de totale EU-uitgaven).

Uitvoering van de begroting 2020

BEGROTINGSJAAR 2020 Definitieve kredieten Vastleggingen Percentage gebruik (vastleggingen/kredieten) Betalingen
Titel 1: Aan de instelling verbonden personen (duizend EUR)
10 — Leden van de instelling 11 151 10 189 91 % 10 171
12 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 110 784 109 159 98 % 109 159
14 — Andere personeelsleden en prestaties van derden 7 403 6 794 92 % 6 538
162 — Dienstreizen 2 840 680 24 % 571
161 + 163 + 165 — Andere uitgaven voor aan de instelling verbonden personen 3 202 3 136 98 % 2 020
Subtotaal titel 1 135 380 129 958 96 % 128 459
Titel 2: Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
20 — Onroerende goederen 3 366 3 359 99 % 1 543
210 — IT&T 10 093 10 093 100 % 5 561
212 + 214 + 216 — Roerende goederen en bijkomende kosten 896 745 83 % 544
23 — Lopende huishoudelijke uitgaven 499 221 44 % 207
25 — Vergaderingen en conferenties 596 142 24 % 87
27 — Voorlichting en publicaties 1 407 1 180 84 % 732
Subtotaal titel 2 16 857 15 740 93 % 8 674
Totaal Rekenkamer 152 237 145 698 96 % 137 133

Begroting voor 2021

De begroting 2021 houdt een stijging in van 0,98 % ten opzichte van de begroting 2020.

BEGROTINGSJAAR 2020 2021 2020
Titel 1: Aan de instelling verbonden personen (duizend EUR)
10 — Leden van de instelling 10 704 11 751
12 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 114 120 111 860
14 — Andere personeelsleden en prestaties van derden 7 861 7 403
162 — Dienstreizen 2 988 3 370
161 + 163 + 165 — Andere uitgaven voor aan de instelling verbonden personen 2 613 2 945
Subtotaal titel 1 138 286 137 329
Titel 2: Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
20 — Onroerende goederen 3 358 3 255
210 — IT&T 8 171 7 718
212 + 214 + 216 — Roerende goederen en bijkomende kosten 901 963
23 — Lopende huishoudelijke uitgaven 565 563
25 — Vergaderingen en conferenties 696 696
27 — Voorlichting en publicaties 1 745 2 613
Subtotaal titel 2 15 436 15 808
Totaal Rekenkamer 153 722 153 137

Interne en externe controle

Interne controle

Onze Interne Auditdienst (IAD) adviseert de instelling over risicobeheer. Deze verschaft op onafhankelijke, objectieve wijze zekerheid en verleent advies dat waarde moeten toevoegen aan de activiteiten van onze instelling en deze moet verbeteren. De IAD rapporteert aan het Intern Auditcomité, dat bestaat uit drie ERK-leden en een externe deskundige. Het Comité monitort regelmatig de voortgang van de diverse taken die in het jaarlijks werkprogramma van de IAD zijn uiteengezet en waarborgt de onafhankelijkheid van de dienst.

In 2020 heeft de IAD het risicobeheerbeleid van de ERK verder geëvalueerd en verslagen opgesteld voor drie taken: uitvoering van de overeenkomst op dienstverleningsniveau met het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (Paymaster Office, PMO), beroepsopleidingsactiviteiten, en de controle van het contractbeheermodel voor gebouwen/faciliteiten. De IAD heeft ook de belangrijkste controlewerkzaamheden afgerond voor drie andere taken: gelijke kansen, fraudebeheer, en bedrijfscontinuïteit en maatregelen ter bescherming van het personeel in het kader van de COVID-19-crisis, waarover in 2021 verslagen zullen worden uitgebracht.

Over het geheel genomen hebben de werkzaamheden van de IAD geen tekortkomingen aan het licht gebracht die vanwege de aard of omvang ervan twijfels doen rijzen omtrent de algehele betrouwbaarheid van de internecontrolesystemen die door de gedelegeerd ordonnateur zijn ingesteld om de wettigheid en regelmatigheid van de financiële verrichtingen in 2020 te waarborgen.

Externe controle

Onze jaarrekening wordt gecontroleerd door een onafhankelijke externe accountant. Dit is belangrijk, omdat hieruit blijkt dat we op onszelf dezelfde beginselen van transparantie en verantwoording toepassen als op onze gecontroleerden.

Onze externe accountant — PricewaterhouseCoopers Sàrl — heeft zijn verslag over onze rekeningen betreffende het begrotingsjaar 2019 op 24 april 2020 uitgebracht.

Oordelen van onze externe accountant— begrotingsjaar 2019

Betreffende onze financiële staten:

De financiële staten geven naar ons oordeel een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer — ERK — per 31 december 2019, van het resultaat van haar verrichtingen, haar kasstromen, en van de veranderingen van de nettoactiva voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1) en de wijzigingen daarvan, hierna het “Financieel Reglement”; en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1) houdende uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement, en de wijzigingen daarvan.

Betreffende ons gebruik van middelen en onze controleprocedures:

Op basis van onze in dit verslag omschreven werkzaamheden is niets onder onze aandacht gekomen dat ons, in enig materieel opzicht en op grond van de hiervoor vermelde criteria, doet aannemen:

  • dat de aan de Rekenkamer toegewezen middelen niet voor de gestelde doelen zijn gebruikt;
  • dat de bestaande controleprocedures niet de noodzakelijke waarborgen bieden dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: eca.europa.eu/nl/Pages/ContactForm.aspx
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2021

PDF ISBN 978-92-847-5679-7 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/106851 QJ-AA-21-001-NL-N
HTML ISBN 978-92-847-5655-1 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/753267 QJ-AA-21-001-NL-Q
Print ISBN 978-92-847-5700-8 ISSN 1684-0704 doi:10.2865/693465 QJ-AA-21-001-NL-C

De publicatie is beschikbaar in 23 talen en in het volgende formaat:

PDF
PDF General Report

Hoe neemt u contact op met de EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Bel of mail
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen),
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • een e-mail te sturen via: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Waar vindt u informatie over de EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op: https://europa.eu/european-union/index_nl

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen op: https://op.europa.eu/nl/publications (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie https://europa.eu/european-union/contact_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1952 in alle officiële talen, krijgt u op EUR-Lex op: http://eur-lex.europa.eu

Open data van de EU
Het opendataportaal van de EU (http://data.europa.eu/euodp/nl) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.