Europese Rekenkamer
Onze activiteiten in 2023

Cover image

Europese Rekenkamer

Wie wij zijn

  • de externe auditor van de Europese Unie (EU);
  • opgericht bij het Verdrag van Brussel van 1975, begon haar werkzaamheden in oktober 1977;
  • een Europese instelling sinds 1993 in het kader van het Verdrag van Maastricht;
  • met een college van 27 leden, één per EU-lidstaat, benoemd door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement;
  • ongeveer 950 personeelsleden van alle EU-nationaliteiten.

Wat wij doen

  • wij zorgen ervoor dat de EU een adequate boekhouding voert en haar financiële regels juist toepast, en dat het EU-beleid en de EU-programma’s kosteneffectief zijn en de doelstellingen ervan worden bereikt;
  • wij dragen bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en bevorderen verantwoording en transparantie;
  • wij waarschuwen voor risico’s, verschaffen zekerheid, wijzen op tekortkomingen en successen en bieden EU-beleidsmakers en -wetgevers richtsnoeren;
  • wij presenteren onze opmerkingen en aanbevelingen aan het Europees Parlement, de Raad, nationale regeringen en parlementen alsmede aan het grote publiek.

Voorwoord van de president

Beste lezer,

Sinds de goedkeuring van de langetermijnbegroting van de EU voor de periode 2021‑2027 staat de EU voor ongekende uitdagingen die niet konden worden voorzien. Deze uitdagingen leggen een zware druk op de begrotingscapaciteit. We zitten nu in het midden van die periode. De EU-begroting wordt langzaam aangepast om de meest urgente problemen aan te pakken, waaronder steun voor Oekraïne, migratie en stijgende rentepercentages voor de NextGenerationEU-financiering. Tegelijkertijd mogen bestaande prioriteiten — zoals onderzoek en innovatie, investeringen in verband met klimaatverandering en digitale transformatie — niet worden verwaarloosd.

In deze context moet de Europese Rekenkamer (ERK), net als alle EU-instellingen, snel kunnen reageren om haar rol als onafhankelijke externe auditor van de EU te kunnen vervullen. Gedurende 2023 hebben wij voortdurend onpartijdige beoordelingen van EU-beleid en -programma’s uitgevoerd. Daarbij hebben we het financieel beheer van EU-middelen binnen en buiten de Unie beoordeeld en de kosteneffectiviteit van verschillende beleidsmaatregelen en -initiatieven geanalyseerd.

Dit verslag biedt een uitgebreid overzicht van onze activiteiten en publicaties in 2023 en bevat informatie over ons management, ons personeel en onze controleondersteunende activiteiten.

Al onze jaarverslagen met de resultaten van onze werkzaamheden in het kader van de financiële en nalevingsgerichte controle van de EU-begroting, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de Europese Ontwikkelingsfondsen werden binnen de officiële termijnen gepubliceerd. De speciale verslagen die wij publiceerden waren gericht op specifieke uitgaven en beleidsterreinen en bestreken een breed scala aan onderwerpen, waaronder het EU-industriebeleid inzake batterijen, klimaatdoelstellingen, gelijkheid voor personen met een beperking en de prestaties van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

We hebben ook vier adviezen uitgebracht waarin we de wetgevingsvoorstellen van de Commissie beoordelen. Deze hadden betrekking op cruciale kwesties zoals de instelling van de faciliteit voor Oekraïne en regelingen om de nieuwe eigen financiële middelen van de Europese Unie ter beschikking te stellen.

Hieruit blijkt hoe belangrijk het voor ons is om prioriteit te geven aan zaken die een directe impact hebben op het welzijn van EU-burgers.

In 2024 zal de EU-begroting waarschijnlijk verder worden aangepast en verhoogd om nieuwe uitdagingen aan te gaan. In het licht van de komende verkiezingen verwachten we veranderingen binnen het Europees Parlement en de Commissie en verwelkomen we de nieuwe perspectieven en mogelijkheden die deze zullen brengen. Tegen de achtergrond van deze veranderingen blijft de ERK zich inzetten voor verantwoording en transparantie. Wij zullen de EU-burgers, onze institutionele belanghebbenden en onze partners op zowel EU- als lidstaatniveau blijven voorzien van onafhankelijke en objectieve verslagen over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU.

In de tussentijd nodig ik u uit dit verslag te lezen voor een gedetailleerd overzicht van onze activiteiten en resultaten van het afgelopen jaar en om op de hoogte te blijven van onze toekomstige activiteiten.

Tony Murphy
President

2023 in het kort

Onze activiteiten

Onze strategie voor 2021‑2025

Wij maken gebruik van meerjarige strategieën om onze controlewerkzaamheden te sturen, om organisatorische veranderingen te stimuleren met het oog op voortdurende verbetering, en om voorop te blijven lopen in de ontwikkeling op het gebied van de controle van overheidsfinanciën.

2023: uitvoering van de strategie
— goede vooruitgang

Eind 2023 rondden we het derde jaar van onze strategie voor 2021‑2025 af. Onze strategische doelstellingen voor deze periode van vijf jaar zijn het verbeteren van de regelingen inzake verantwoording, transparantie en controle voor alle soorten EU-maatregelen, het richten van onze controles op de gebieden en onderwerpen waar we de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden, en het bieden van sterke controlezekerheid in een uitdagende en veranderende omgeving.

Om onze strategie in de praktijk te brengen, zijn we het eens geworden over uitvoeringsmaatregelen voor elk doel en elke doelstelling, en hebben we verantwoordelijkheden toegewezen en termijnen vastgesteld. Ook dit jaar hebben we met verschillende maatregelen goede vooruitgang geboekt, met name:

  • het selecteren van controletaken die de strategische gebieden adequaat bestrijken;
  • het uitvoeren van meerdere controles van verschillende aspecten van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility — RRF), waaronder ons tweede controleoordeel over de RRF-uitgaven, in overeenstemming met onze strategische aanpak voor het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU);
  • het opstellen van een actieplan voor onze interactie met institutionele belanghebbenden;
  • het uitvoeren van een tussentijdse evaluatie van de voortgang van de maatregelen ter uitvoering van de strategie.

Controle van de prestaties en de regelmatigheid
van maatregelen van de EU

Doelmatigheids-, financiële
en nalevingsgerichte controles

Onze controles voorzien EU-burgers en -beleidsmakers van onafhankelijke, objectieve verslagen over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU, waarin wij aangeven wat goed werkt, maar ook de aandacht vestigen op wat er niet goed werkt en waar wij veranderingen aanbevelen.

Onze doelmatigheidscontroles betreffen de zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van EU-beleidslijnen en -programma’s. Zij zijn gericht op onderwerpen die verband houden met de kwesties waarmee de EU wordt geconfronteerd, zoals:

  •  het economisch concurrentievermogen van de Unie;
  •  de weerbaarheid tegen bedreigingen van de veiligheid van de Unie en de eerbiediging van de Europese waarden van vrijheid, democratie en de rechtsstaat;
  •  de klimaatverandering, het milieu en natuurlijke hulpbronnen;
  •  het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën van de Unie.

Deze controles zijn bedoeld om de EU te helpen haar beleidsdoelstellingen beter te verwezenlijken.

Onze financiële en nalevingsgerichte controles hebben betrekking op de EU-begroting, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de begrotingen van de Europese ontwikkelingsfondsen (EOF’s). Wij geven onze betrouwbaarheidsverklaring af over de betrouwbaarheid van de jaarlijkse rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

We kunnen ook geselecteerde nalevingsgerichte controles verrichten om de situatie van de begrotingsboekhouding en het financieel beheer van de EU te onderzoeken of om te beoordelen of de beheers- en controlesystemen voor het innen en uitgeven van EU-middelen in overeenstemming zijn met de toepasselijke EU- en nationale regels.

Tot slot zijn wij de externe auditor voor een groot aantal agentschappen, gedecentraliseerde organen en gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese Scholen.

We verrichten al onze controles in overeenstemming met de internationaal aanvaarde controlenormen voor de publieke sector.

Werkprogramma

Ons werkprogramma 2024+

In ons in december 2023 gepubliceerde werkprogramma 2024+ worden onze controleprioriteiten voor de komende jaren belicht en zijn nadere gegevens opgenomen over de 73 speciale verslagen en analyses die wij, naast onze jaarverslagen, vanaf 2024 willen publiceren. Het is sterk afgestemd op de prioritaire gebieden in onze strategie voor 2021-2025.

In het kader van “Het economisch concurrentievermogen van de Unie” zijn wij van plan verslagen te publiceren over onder meer artificiële intelligentie, de digitale transformatie, het industriebeleid inzake waterstof en de microchipindustrie.

In het kader van “De weerbaarheid tegen bedreigingen van de veiligheid van de Unie en de eerbiediging van de Europese waarden van vrijheid, democratie en de rechtsstaat” willen wij verslagen publiceren over onderwerpen als de aanpak van de diepere oorzaken van migratie in Afrika en militaire mobiliteit.

In het kader van “Klimaatverandering, milieu en natuurlijke hulpbronnen” zijn wij van plan verslagen te publiceren over een breed scala aan onderwerpen, met inbegrip van de continuïteit van gasvoorziening in de Unie, aanpassing aan de klimaatverandering en biologische landbouw.

In het kader van “Het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën van de Unie” zijn wij voornemens verslagen te publiceren over onder meer schadelijke belastingconcurrentie, eigen middelen op basis van kunststof verpakkingsafval en het Europees Fonds voor strategische investeringen.

Voor alle strategische gebieden zijn we ook van plan om de herstel- en veerkrachtfaciliteit te onderzoeken, waarbij onder meer de controlesystemen in de lidstaten en de groene en digitale pijlers van het instrument aan bod zullen komen.

Controlewerkzaamheden ter plaatse

We verrichten het grootste deel van onze controlewerkzaamheden op ons kantoor in Luxemburg. Onze auditors leggen ook veel bezoeken af aan de Europese Commissie — onze belangrijkste gecontroleerde — en andere EU-instellingen, alsmede aan agentschappen en organen, nationale, regionale en lokale autoriteiten in de lidstaten, EU-delegaties in niet-EU-landen, en internationale organisaties die EU-middelen beheren.

Ook bezoeken wij ontvangers van EU-middelen ter plaatse, zowel binnen de EU als daarbuiten. Door middel van deze controles volgen we het controlespoor en verkrijgen we rechtstreeks controle-informatie van degenen die betrokken zijn bij het beheer van EU-beleid en -programma’s, en bij de inning of uitbetaling van EU-middelen, alsmede van de begunstigden.

Toename van controles ter plaatse

Onze controleteams bestaan gewoonlijk uit twee of drie auditors, en onze controlebezoeken kunnen enkele dagen tot een aantal weken duren. Controles ter plaatse blijven van cruciaal belang voor onze controlewerkzaamheden. Binnen de EU worden deze over het algemeen afgestemd met de hoge controle-instanties (HCI’s) van de betrokken lidstaten.

In 2023 voerden wij aanzienlijk meer bezoeken ter plaatse uit in vergelijking met de drie voorgaande jaren, toen er nog gedeeltelijk COVID‑19-gerelateerde reisbeperkingen en maatregelen in het belang van de volksgezondheid van kracht waren. Wij brachten in totaal 3 527 dagen in de lidstaten en buiten de EU door, tegenover 2 039 dagen in 2022, 857 dagen in 2021, 1 190 dagen in 2020 en 3 605 dagen in 2019. Ook brachten onze auditors 1 370 dagen door bij EU-instellingen, -agentschappen en -organen, alsook bij verschillende internationale organisaties en particuliere accountantskantoren. De overeenkomstige cijfers voor 2022, 2021, 2020 en 2019 waren respectievelijk 945, 299, 627 en 2 504 dagen.

Naast controles ter plaatse bleven we gebruikmaken van controles op afstand en het elektronisch verzamelen van bewijsmateriaal. Voor de contacten met onze gecontroleerden maakten we gebruik van tools voor videoconferenties en andere informatietechnologie, zoals de beveiligde uitwisseling van gegevens en documenten.

Onze verslagen

Onze controleverslagen, analyses en adviezen vormen een essentieel onderdeel van de verantwoordingsketen van de EU. Ze dragen ertoe bij dat het Europees Parlement en de Raad kunnen nagaan en controleren of de beleidsdoelstellingen van de EU worden verwezenlijkt en dat zij degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de EU-financiering ter verantwoording kunnen roepen, met name in het kader van de jaarlijkse kwijtingsprocedure.

Speciale verslagen en analyses

In 2023 publiceerden we 35 speciale verslagen en analyses over veel van de uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd op de verschillende terreinen van de EU-uitgaven en het EU-beleid. Deze terreinen omvatten onder andere de energie-unie, klimaatverandering en ontwikkelingshulp, intermodaal goederenvervoer, het EU-industriebeleid inzake batterijen, gelijkheid voor personen met een beperking, het EU-bankentoezicht, biobrandstoffen en belangenconflicten in cohesie- en landbouwuitgaven van de EU. Drie van de verslagen hadden betrekking op het herstelplan NextGenerationEU: het controlesysteem van de Commissie voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit, NGEU-schuldbeheer bij de Commissie en het prestatiemonitoringkader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

In onze speciale verslagen gaan we na of de doelstellingen van geselecteerde EU-beleidslijnen en -programma’s zijn bereikt, of resultaten op doeltreffende en doelmatige wijze zijn verwezenlijkt en of EU-maatregelen toegevoegde waarde hebben — d.w.z. of er meer mee is gerealiseerd dan mogelijk was geweest wanneer maatregelen uitsluitend op nationaal niveau waren getroffen. In deze verslagen doen we ook aanbevelingen, door vast te stellen op welke manieren geld kan worden bespaard, beter kan worden gewerkt, verspilling kan worden vermeden of de verwachte beleidsdoelstellingen doeltreffender kunnen worden bereikt.

Met onze analyses willen we de stand van zaken schetsen aan de hand van een beschrijving of analyse, vaak vanuit horizontaal perspectief en op basis van eerder verrichte controlewerkzaamheden of andere openbare informatie. We kunnen deze documenten ook gebruiken om onze analyse van gebieden of kwesties die we nog niet hebben gecontroleerd te presenteren of om feiten in verband met specifieke thema’s of problemen vast te stellen. In tegenstelling tot controles gaan ze niet in op evaluatiekwesties en verschaffen ze geen zekerheid.

Op de volgende bladzijden bieden we inzicht in onze werkzaamheden en geven we voorbeelden van speciale verslagen uit 2023 over verschillende beleidsterreinen.

Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen
Speciaal verslag 18/2023: De klimaat- en energiedoelstellingen van de EU — De streefcijfers voor 2020 zijn verwezenlijkt, maar weinig wijst erop dat de maatregelen voor het bereiken van de streefcijfers voor 2030 volstaan

Klimaatverandering is een wereldwijde uitdaging die grote gevolgen heeft voor het leven van de EU-burgers. In de loop der tijd heeft de EU zichzelf steeds ambitieuzere klimaat- en energiedoelstellingen opgelegd om hierop te reageren. Deze omvatten onder meer de doelstellingen voor 2020 en 2030 voor het verminderen van broeikasgasemissies, het uitbreiden van het gebruik van hernieuwbare energie en het bevorderen van energie-efficiëntie. De lidstaten moesten nationale energie- en klimaatplannen voor de periode 2021‑2030 indienen, waarin zij beleidsinitiatieven schetsten om deze doelstellingen te bereiken. De EU heeft zich ertoe verbonden ten minste 20 % van haar begroting voor de periode 2014‑2020 aan klimaatactie te besteden. Voor de EU-begroting 2021‑2027 is dit cijfer gestegen tot 30 %, ongeveer 87 miljard EUR per jaar. Dit bedrag is minder dan 10 % van de totale investeringen die nodig zijn om de doelstellingen voor 2030 te halen, naar schatting ongeveer 1 biljoen EUR per jaar. Het is de bedoeling dat de rest van de investeringen wordt verstrekt door nationale en particuliere fondsen.

Wij hebben beoordeeld of de EU heeft voortgebouwd op geslaagde acties om haar energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen.

We hebben vastgesteld dat de EU haar doelstellingen voor 2020 inderdaad heeft bereikt. Deze prestatie was echter ook te danken aan de bijdrage van externe factoren. De Commissie heeft niet beoordeeld in hoeverre deze vooruitgang het gevolg was van het beleid en niet van externe factoren, zoals de financiële crisis in 2009 en de exacte bijdrage van de COVID‑19-pandemie in 2020. Daarnaast heeft zij slechts een gedeeltelijk overzicht van de maatregelen die vruchten hebben afgeworpen bij het halen van de doelstellingen van 2020. De vermindering van de broeikasgasemissies van de EU stak gunstig af bij die van andere geïndustrialiseerde landen. De verrekening van de broeikasgasemissies van de EU voor 2020 omvat echter niet de emissies als gevolg van de handel, veroorzaakt door koolstoflekkage (die, indien meegerekend, naar schatting met ongeveer 8 % zullen toenemen) en de internationale lucht- en scheepvaart (respectievelijk 3,4 % en 3,6 %). De Commissie heeft vastgesteld welke sectoren succes hebben gehad, namelijk die welke onder het EU-emissiehandelssysteem vallen, maar mist gegevens over de kosten voor de EU-begroting, de nationale begrotingen en de particuliere sector voor het halen van de EU-doelstellingen. Daarnaast bevatten de nationale energie- en klimaatplannen ook niet voldoende gegevens over de investeringsbehoeften en financieringsbronnen om te kunnen beoordelen of die plannen een solide basis vormen om de doelstellingen voor 2030 te halen. In het algemeen vonden wij tot dusver weinig aanwijzingen dat de ambitieuze EU-doelstellingen voor 2030 in voldoende maatregelen zullen worden omgezet.

Wij hebben aanbevolen dat de Commissie meer transparantie moet bieden over de prestaties van de EU en haar lidstaten op het gebied van klimaat- en energiemaatregelen; rekening moet houden met alle door de EU veroorzaakte broeikasgasemissies, met inbegrip van de emissies die in de handel zijn ingebed en van de internationale lucht- en scheepvaart; en de inspanningen van de lidstaten voor de verwezenlijking van de doelstellingen voor 2030 moet ondersteunen.

Investeringen ten behoeve van cohesie, groei en inclusie
Speciaal verslag 15/2023: Het industriebeleid van de EU inzake batterijen — Nieuwe strategische impuls nodig

De ontwikkeling en productie van batterijen is een strategische must voor de EU om de transitie naar schone energie mogelijk te maken. Om de EU te helpen wereldleider te worden op het gebied van duurzame productie en duurzaam gebruik van batterijen, heeft de Commissie in 2018 een strategisch actieplan voor batterijen bekendgemaakt. Hierin zijn de verschillende stadia van de waardeketen opgenomen, worden de strategische doelstellingen vastgesteld en wordt een reeks instrumenten voorgesteld om die te bereiken.

Wij zijn nagegaan of de Commissie op doeltreffende wijze een Europees industriebeleid inzake batterijen heeft bevorderd. We hebben de beleidsdoelstellingen en interventie-instrumenten van het actieplan 2018 van de Commissie onderzocht, evenals de vooruitgang bij de uitvoering ervan.

We hebben geconstateerd dat de Commissie een EU-industriebeleid inzake batterijen doeltreffend heeft bevorderd, ondanks tekortkomingen op het gebied van monitoring, coördinatie en doelgerichtheid, alsmede het feit dat de toegang tot grondstoffen een belangrijke strategische uitdaging blijft voor de EU-waardeketen voor batterijen. De Commissie heeft de belangrijkste acties van haar actieplan grotendeels uitgevoerd en belangrijke instrumenten ter ondersteuning van de batterijsector ingevoerd. Zij monitort echter de waardeketen voor batterijen in de EU op basis van beperkte en vaak verouderde gegevens en heeft geen analyse gemaakt van de batterijproductie in de EU die nodig is om de tweeledige doelstelling van klimaatneutraliteit en het behoud van een concurrerende automobielsector in de EU te verwezenlijken. Dit verhoogt het risico dat de nulemissiedoelstelling van de Commissie voor 2035 niet wordt gehaald omdat er onvoldoende batterijen worden geproduceerd, of dat deze doelstelling wordt gehaald door de invoer van batterijen of elektrische voertuigen. Het verhoogt ook de onzekerheid over de continuïteit van de voorziening met grondstoffen die nodig zijn om de productie in de EU in stand te houden. Hoewel de productiecapaciteit van lithium-ionbatterijcellen zich in de EU‑27 snel ontwikkelt en zou kunnen stijgen van 44 gigawattuur in 2020 tot ongeveer 1 200 in 2030, is de werkelijke inzet van die capaciteit niet verzekerd en kan deze door geopolitieke en economische factoren in gevaar komen. Daarnaast heeft de Commissie geen overzicht van de totale overheidssteun aan de industrie, waardoor zij niet in staat is te zorgen voor adequate coördinatie en doelgerichtheid. Tot slot hangen de voorwaarden voor financiële steun voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang af van hun locatie.

Wij hebben aanbevolen dat de Commissie het strategisch actieplan voor batterijen bijwerkt, met bijzondere aandacht voor het veiligstellen van de toegang tot grondstoffen; de monitoring versterkt met regelmatige, actuele en volledige gegevens; het overzicht van EU‑financiering voor de waardeketen voor batterijen verbetert; de coördinatie en de doelgerichtheid van EU-financiering voor de waardeketen voor batterijen verbetert; en ervoor zorgt dat alle deelnemers aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang op het gebied van batterijen onder gelijke voorwaarden toegang krijgen tot financiële overheidssteun.

Externe maatregelen, veiligheid en justitie
Speciaal verslag 21/2023: Het Spotlight-initiatief om geweld tegen vrouwen en meisjes uit te bannen — Ambitieus maar tot dusver met een beperkte impact

Geweld tegen vrouwen en meisjes is een van de meest systematische en wijdverbreide schendingen van de mensenrechten. In 2017 lanceerde de Europese Unie het Spotlight-initiatief in een wereldwijd strategisch partnerschap met de Verenigde Naties (VN). Het hoofddoel van het initiatief is ervoor zorgen dat alle vrouwen en meisjes, met name wanneer zij worden gemarginaliseerd en kwetsbaar zijn, een leven kunnen leiden dat vrij is van geweld en schadelijke praktijken. Het Spotlight-initiatief wordt gefinancierd door de EU met een bijdrage van 497 miljoen EUR, waarvan 465 miljoen EUR wordt beheerd door de VN op vier continenten en in meer dan 26 landen.

Wij hebben onderzocht of het Spotlight-initiatief een doelmatige en doeltreffende manier is geweest voor de Commissie om geweld tegen vrouwen en meisjes aan te pakken.

We hebben geconcludeerd dat het Spotlight-initiatief een ambitieuze poging van de Commissie was om geweld tegen vrouwen en meisjes aan te pakken, maar dat de impact ervan tot dusver beperkt is. Hoewel het initiatief output heeft opgeleverd en vrouwen en meisjes ten goede is gekomen, is het moeilijk te beoordelen in hoeverre het de beoogde resultaten heeft bereikt. Wij hebben ook vastgesteld dat er ruimte is voor een grotere efficiëntie en een betere kosten-batenverhouding. De keuze van de Commissie voor de VN als uitvoerende partner was een politieke beslissing die erop gericht was het multilateralisme te ondersteunen. Bij de selectie van de uitvoerende partner heeft de Commissie geen grondige vergelijking gemaakt van de mogelijke alternatieven voor de uitvoering en de bijbehorende kosten. Wij hebben ook vastgesteld dat er goede voorbeelden waren van samenwerking tussen de voornaamste belanghebbenden, maar dat het moeilijk bleek om een geharmoniseerde aanpak in landen met uiteenlopende contexten in te voeren, en het grote aantal uitvoerende VN-organisaties maakte het beheer nog ingewikkelder. Bovendien heeft het Spotlight-initiatief geen adequate kosten-batenanalyse. De Commissie was zich ervan bewust dat de keuze van de VN hogere kosten met zich meebracht, maar probeerde niet te onderhandelen over lagere indirecte kosten dan het in de kaderovereenkomst vastgelegde maximum. Ook maken de regelingen voor monitoring en rapportage van het Spotlight-initiatief een degelijke beoordeling van de prestaties van de programma’s niet mogelijk. Hoewel het de bedoeling was de activiteiten duurzaam te maken, zijn er daarnaast geen nieuwe donoren gevonden, wat een risico vormt voor de duurzaamheid van de activiteiten. Tot slot stelden wij wat het delen van kennis betreft vast dat de informatie momenteel versnipperd is en niet gemakkelijk toegankelijk voor geïnteresseerde gebruikers.

Wij hebben aanbevolen dat de Commissie voor toekomstige wereldwijde ontwikkelingsinitiatieven de uitvoeringsopties grondig analyseert en de motiveringen voor de geselecteerde regio’s en landen en hun toewijzingen van financiering volledig documenteert; de geleerde lessen in aanmerking neemt bij toekomstige acties die voortbouwen op het Spotlight-initiatief; bij toekomstige ontwikkelingsacties ervoor zorgt dat een hoger percentage van de financiering terechtkomt bij de eindontvangers en een beoordeling maakt van de kosteneffectiviteit; en de duurzaamheid en de opbouw en het delen van kennis verbetert voor de resterende looptijd van het Spotlight-initiatief.

Marktregulering en concurrerende economie
Speciaal verslag 26/2023: Het prestatiemonitoringkader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) — Voortgang van de uitvoering gemeten, maar ontoereikend voor het vastleggen van de prestaties

In reactie op de COVID‑19-pandemie werd NextGenerationEU (NGEU) opgericht, een herstelfonds van meer dan 800 miljard EUR (in lopende prijzen). Centraal daarin staat de in februari 2021 opgerichte herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF), met een maximale totale waarde van 723 miljard EUR, waarvan 338 miljard EUR bestaat uit subsidies en 385 miljard EUR uit leningen (in prijzen van 2022).

Wij hebben onderzocht of het monitoringkader van de RRF geschikt is om de prestaties ervan te meten. Aangezien in de verordeningen betreffende de RRF geen definitie wordt gegeven van het begrip “prestaties”, baseerden we ons op de definitie die we doorgaans gebruiken bij onze controlewerkzaamheden — een maatstaf die aangeeft in hoeverre de doelstellingen van door de EU gefinancierde acties, projecten of programma’s zijn verwezenlijkt en of dit op kosteneffectieve wijze is gedaan.

Wij hebben geconstateerd dat met het monitoringkader van de RRF de voortgang van de uitvoering wordt gemeten, maar dat het kader ontoereikend is om de algehele prestaties van de RRF te meten. Hoewel de mijlpalen en streefdoelen een maatstaf vormen voor de voortgang bij de uitvoering van investeringen en hervormingen, zijn ze niet allemaal even ambitieus en zijn ze grotendeels gericht op output en niet op resultaat. De gemeenschappelijke indicatoren zijn daarnaast bedoeld om de voortgang inzake de algemene en specifieke doelstellingen van de RRF te monitoren en erover te rapporteren. Ze bestrijken echter niet alle zes pijlers van de RRF (die zijn opgenomen in de algemene doelstelling van de RRF). Daarnaast geven ze geen volledige weergave van de voortgang die geboekt is bij de verwezenlijking van de mijlpalen en streefdoelen in verband met investeringen en, in het bijzonder, hervormingen. Bovendien worden, net als bij de mijlpalen en streefdoelen, met slechts sommige gemeenschappelijke indicatoren resultaten gemeten en verwijst geen enkele indicator expliciet naar de impact. Wij zijn van mening dat de mijlpalen en streefdoelen van de RRF en haar gemeenschappelijke indicatoren elkaar aanvullen, maar niet alle aspecten van haar prestaties volledig dekken. We hebben ook geconstateerd dat de voor mijlpalen en streefdoelen gerapporteerde gegevens in het algemeen nauwlettend worden gemonitord en gecontroleerd, maar dat er nog steeds risico’s zijn met betrekking tot de betrouwbaarheid van de gegevens, met name op het niveau van de eindontvangers. De gerapporteerde gegevens over de gemeenschappelijke indicatoren zijn vrij beperkt en grotendeels gebaseerd op ramingen. Daarnaast worden zij slechts onderworpen aan elementaire aanvaardbaarheidscontroles door de Commissie. Tot slot is het scorebord voor herstel en veerkracht (“het scorebord”), het instrument van de Commissie voor de verslaglegging over de uitvoering van de RRF, gebruiksvriendelijk, maar heeft het problemen met de gegevenskwaliteit en is het in sommige opzichten niet transparant.

Wij hebben aanbevolen dat de Commissie voor een alomvattend kader voor prestatiemonitoring en -evaluatie zorgt; de kwaliteit van gegevens over de gemeenschappelijke indicatoren verbetert; de transparantie en kwaliteit van de op het scorebord gerapporteerde gegevens verbetert; en ervoor zorgt dat de verslaglegging informatiever en meer geharmoniseerd is en voldoet aan alle wettelijke vereisten.

Financiering en administratie van de Unie
Speciaal verslag 05/2023: Het financiële landschap van de EU — Een lappendeken die verdere vereenvoudiging en verantwoording behoeft

Het financiële landschap van de EU heeft zich in de loop van decennia ontwikkeld. Centraal binnen het landschap staan de EU-begroting en de volledig daarin geïntegreerde instrumenten, maar het omvat ook instrumenten die buiten de EU-begroting vallen. Dergelijke nieuw gecreëerde instrumenten zijn de afgelopen 15 jaar in aantal toegenomen. Dit was voornamelijk een reactie op verschillende crises en had ook te maken met juridische en praktische beperkingen bij het gebruik van bestaande instrumenten.

Wij zijn nagegaan of de toename van het aantal instrumenten in het financiële landschap van de EU en de diversiteit van deze instrumenten gerechtvaardigd zijn. Onze controle had tot doel inzicht te verschaffen in de opzet van de huidige regelingen en de potentiële ruimte voor vereenvoudiging en stroomlijning van het financiële landschap van de EU in kaart te brengen, op basis van een analyse van geselecteerde instrumenten.

Wij hebben geconcludeerd dat er weliswaar redenen waren om nieuwe soorten instrumenten te creëren, maar dat de fragmentarische aanpak die werd gehanteerd bij de opzet van het financiële landschap van de EU heeft geleid tot een lappendeken van instrumenten met verschillende financieringsbronnen en bestuursregelingen. Bij de meeste van de instrumenten werd de goede praktijk niet nagevolgd, aangezien geen duidelijk bewijs werd bijgevoegd waarmee kon worden aangetoond dat de gekozen optie en opzet de meest geschikte waren. Wij hebben ook geconstateerd dat niet voor alle instrumenten adequate regelingen voor publieke verantwoording bestaan. De EU heeft geïntegreerde verslaglegging ingevoerd, maar niet alle instrumenten worden daardoor gedekt. De ERK beschikt bovendien niet over het mandaat om bepaalde instrumenten buiten de EU-begroting te controleren. Voor sommige van die instrumenten zijn er hiaten op het gebied van de controle van hun prestaties en is er geen toezicht door het Europees Parlement. Wij namen ook nota van de recente vorderingen bij de consolidatie van verscheidene instrumenten. Het potentieel voor vereenvoudiging is echter nog niet volledig benut, met name voor de instrumenten waarmee financiële bijstand wordt verleend.

Wij hebben de Commissie aanbevolen ervoor te zorgen dat elk nieuw instrument dat zij voorstelt een beoordeling bevat van het ontwerp en de gekozen opties, en deze goede praktijk vervolgens met de Raad te delen; informatie over het algemene financiële landschap van de EU te verzamelen en te publiceren; voor te stellen het moderniseringsfonds in de EU-begroting op te nemen; en voor te stellen bestaande instrumenten voor financiële bijstand te integreren en te consolideren.

Jaarverslagen en specifieke jaarverslagen

In jaarverslagen worden voornamelijk de resultaten van onze betrouwbaarheidsverklaring over de begroting van de Europese Unie, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de begroting van de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) gepresenteerd, maar ook aspecten met betrekking tot de prestaties en het begrotings- en financieel beheer.

In specifieke jaarverslagen presenteren wij onze werkzaamheden voor de jaarlijkse controles van de EU-agentschappen en andere organen van de Unie, gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese Scholen.

Wij publiceren ook een verslag over de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de activiteiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad, de Raad of de Commissie.

Jaarverslag over de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2022

Ieder jaar controleren wij de ontvangsten en uitgaven van de EU om te onderzoeken of de jaarrekening betrouwbaar is en of de onderliggende ontvangsten- en uitgavenverrichtingen bij de rekeningen voldoen aan de financiële regels op het niveau van de EU en de lidstaten.

Daarnaast verrichten we een specifieke beoordeling voor belangrijke EU-begrotingsterreinen op basis van de (sub)rubrieken van het meerjarig financieel kader (MFK) en de herstel- en veerkrachtfaciliteit. We analyseren ook waarom en waar fouten zijn opgetreden, doen aanbevelingen voor verbeteringen en onderzoeken of en hoe onze eerdere aanbevelingen zijn uitgevoerd.

Dit uitgebreide werk vormt de basis voor onze betrouwbaarheidsverklaring, die we op grond van ons mandaat in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten overleggen aan het Europees Parlement en de Raad.

EU-begroting: goedkeurend oordeel
over rekeningen en ontvangsten

Voor het begrotingsjaar 2022 hebben we een “goedkeurend oordeel” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de EU.

EU-begroting: afkeurend oordeel
over uitgaven

In 2022 bedroegen de EU-begrotingsuitgaven 196 miljard EUR, wat overeenkomt met 1,3 % van het gecombineerde bruto nationaal inkomen van de EU‑27.

Voor het begrotingsjaar 2022 hebben we een “afkeurend oordeel” afgegeven over de uitgaven van de EU.

Geschat foutenpercentage 4,2 %
(begrotingsuitgaven 2022)

Voor het begrotingsjaar 2022 schatten we dat het foutenpercentage voor de begrotingsuitgaven tussen 3,1 % en 5,3 % ligt. De mediaan van deze bandbreedte, het zogenaamde “meest waarschijnlijke foutenpercentage”, is ten opzichte van vorig jaar gestegen van 3,0 % tot 4,2 %.

66 % van controlepopulatie
voor EU-begroting vertoont
fouten van materieel belang

In het begrotingsjaar 2022 waren uitgaven met een hoog risico goed voor 66 % van onze controlepopulatie, tegenover 63 % vorig jaar. Het geschatte foutenpercentage voor uitgaven met een hoog risico bedroeg 6,0 %, tegenover 4,7 % voor het begrotingsjaar 2021.

De EU-uitgaven vallen uiteen in twee soorten uitgaven met verschillende risicopatronen:

  • Uitgaven met een laag risico: bestaan voornamelijk uit op rechten gebaseerde betalingen, een deel van de administratieve uitgaven (“Salarissen en pensioenen van EU-ambtenaren”) en begrotingssteun aan niet-EU-landen. Op rechten gebaseerde betalingen omvatten rechtstreekse steun voor landbouwers (“Natuurlijke hulpbronnen en milieu”) en studie- en onderzoeksbeurzen (“Cohesie, veerkracht en waarden”).
  • Uitgaven met een hoog risico, vergoedingen van kosten: De EU vergoedt subsidiabele kosten die zijn gemaakt voor subsidiabele activiteiten (waarvoor complexere regels gelden). Deze activiteiten omvatten onderzoeksprojecten (in het kader van “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid”), investeringen in regionale en plattelandsontwikkeling (“Cohesie, veerkracht en waarden” en “Natuurlijke hulpbronnen en milieu”) en projecten voor ontwikkelingshulp (“Nabuurschap en internationaal beleid”).
Meest foutgevoelige MFK-rubrieken
“Cohesie, veerkracht en waarden”
en “Eengemaakte markt, innovatie
en digitaal beleid”

In het begrotingsjaar 2022 was “Cohesie, veerkracht en waarden” de meest foutgevoelige MFK‑subrubriek, gevolgd door “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid”.

RRF-uitgaven: oordeel
met beperking

In 2022 bestreken onze controles voor de tweede keer de RRF-uitgaven, waarover wij een afzonderlijk oordeel hebben uitgebracht. Dit geeft aan dat de RRF een tijdelijk instrument is dat wordt uitgevoerd en gefinancierd op een manier die fundamenteel verschilt van de normale begrotingsuitgaven in het kader van het MFK. Onze controlepopulatie bedroeg in totaal 53,7 miljard EUR en omvatte alle 13 uitbetalingen.

Voor het begrotingsjaar 2022 hebben we een oordeel met beperking afgegeven over de RRF-uitgaven. Uit de algemene controle-informatie uit onze werkzaamheden blijkt dat van de 13 RRF-betalingen (en gerelateerde verrekeningen van voorfinanciering) er 11 waren beïnvloed door kwantitatieve bevindingen. In zes van deze betalingen kwamen fouten van materieel belang voor. We constateerden ook gevallen van een tekortschietende opzet van de mijlpalen of streefdoelen, en problemen met de betrouwbaarheid van de informatie die de lidstaten in hun beheersverklaring opnamen.

Gevallen van vermoedelijke fraude
gemeld aan OLAF en het EOM

Als externe auditor van de EU hebben wij geen mandaat tot het onderzoeken van gevallen van vermoedelijke fraude. Onze controles zijn daarom niet specifiek ontworpen om fraude op te sporen. Wanneer onze auditors echter gevallen aantreffen waarbij we vermoeden dat er sprake kan zijn geweest van frauduleuze activiteiten, zijn wij verplicht die gevallen aan de bevoegde autoriteiten te melden.

In 2023 meldden we 19 gevallen van vermoedelijke fraude die wij tijdens onze controlewerkzaamheden hadden opgemerkt, aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). 17 van deze gevallen meldden wij ook aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM). In 2022 meldden we 14 gevallen van vermoedelijke fraude aan OLAF en 6 van deze gevallen ook aan het EOM. Ons jaarverslag over de EU-begroting bevat aanvullende informatie over de aard van gevallen van vermoedelijke fraude en, indien van toepassing en/of beschikbaar, over de vervolgens door OLAF aanbevolen financiële terugvorderingen.

Jaarverslag over de Europese Ontwikkelingsfondsen betreffende het begrotingsjaar 2022
EOF’s: goedkeurend oordeel
over rekeningen en ontvangsten;
afkeurend oordeel over uitgaven

De EOF’s, die in 1959 werden opgericht, waren de belangrijkste instrumenten waarmee de EU ontwikkelingshulp verleende aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en aan landen en gebieden overzee (LGO’s). De EOF´s worden gefinancierd door de EU-lidstaten en worden buiten de EU-begroting om door de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) beheerd. De uitvoering van en de verslaglegging over de EOF’s zullen afzonderlijk worden voortgezet totdat zij worden afgesloten.

Voor het meerjarig financieel kader 2021‑2027 wordt de ontwikkelingshulp aan de ACS-landen en de LGO’s uit de EU-begroting gefinancierd.

In 2022 bedroegen de EOF-uitgaven 2,4 miljard EUR.

Evenals in voorgaande jaren hebben wij voor het begrotingsjaar 2022 een “goedkeurend oordeel” over zowel de EOF-rekeningen als de -ontvangsten uitgebracht; over de EOF-uitgaven gaven wij echter een “afkeurend oordeel” af. Ons geschatte foutenpercentage voor uitgaven is 7,1 % (4,6 % voor het begrotingsjaar 2021).

Specifieke jaarverslagen over EU-agentschappen

De EU-agentschappen zijn afzonderlijke rechtspersonen die zijn opgericht om specifieke technische, wetenschappelijke of beheerstaken uit te voeren ter ondersteuning van de beleidsvorming en -uitvoering door de EU-instellingen. In totaal waren er 43 agentschappen in 2022, één agentschap minder als gevolg van de opheffing van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea).

EU-agentschappen: goedkeurend oordeel
voor de meeste agentschappen;
vier oordelen met beperking

In het begrotingsjaar 2022 bedroeg de totale begroting van alle agentschappen onder ons mandaat (met uitzondering van de GAR) 4,5 miljard EUR, wat overeenkomt met 3 % van de algemene begroting van de EU voor 2022. De overeenkomstige cijfers voor het begrotingsjaar 2021 bedroegen 4,1 miljard EUR en 2,5 %.

Over het geheel genomen bevestigde onze controle van de agentschappen de positieve resultaten die in voorgaande jaren zijn gerapporteerd. Wij hebben “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de 43 agentschappen. We hebben de onderliggende betalingen bij de rekeningen van alle agentschappen ondertekend, behalve die van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT), het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu‑LISA). Voor deze vier agentschappen hebben wij een oordeel met beperking afgegeven, voornamelijk vanwege onregelmatigheden in aanbestedingsprocedures, het ontbreken van een gedelegeerde bevoegdheid om juridische verbintenissen aan te gaan, of niet-subsidiabele btw.

Specifiek jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen betreffende het begrotingsjaar 2022

Gemeenschappelijke ondernemingen (GO’s) zijn partnerschappen tussen de Europese Commissie en de industrie. In sommige gevallen zijn ook de onderzoekssector, intergouvernementele organisaties en deelnemende staten betrokken. Hun belangrijkste taak is het bevorderen van de omzetting van wetenschappelijke kennis in verhandelbare baanbrekende innovaties binnen een strategische visie die de partners delen.

In 2021 stelde de Raad nieuwe verordeningen vast waarbij elf GO’s werden opgericht om acties uit het voeren in het kader van de programma’s Horizon Europa en Digitaal Europa, de meerjarige onderzoeks- en innovatieprogramma’s voor de financiële periode 2021‑2027. Deze GO’s voeren hun specifieke onderzoeks- en innovatieagenda uit op het gebied van vervoer, energie, gezondheid, biogebaseerde industrieën, digitale sleuteltechnologieën, supercomputing, slimme netwerksystemen en cyberbeveiliging.

Acht van de elf GO’s waren al actief in het kader van het voorgaande programma (Horizon 2020) en zullen in het kader van de nieuwe programma’s worden voortgezet als nieuwe juridische entiteiten, met nieuwe namen en herziene bevoegdheden. Naast de reeds operationele GO’s zijn er drie nieuwe GO’s opgericht: de GO “Slimme netwerken en diensten” en de GO “Mondiale gezondheid”, die in oktober 2023 financieel autonoom zijn geworden, en het Europees Kenniscentrum voor cyberbeveiliging, dat in 2024 financieel autonoom zal worden. De ERK zal de twee GO’s die in 2023 financieel autonoom zijn geworden controleren.

Daarnaast is er nog een andere GO, “Fusion for Energy”, die wordt gefinancierd door Euratom en haar lidstaten. Deze GO is verantwoordelijk voor de Europese bijdrage aan de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER).

Gemeenschappelijke ondernemingen:
goedkeurend oordeel over alle GO’s

Voor het begrotingsjaar 2022 hebben wij “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen, ontvangsten en betalingen van de acht GO’s die in het kader van de nieuwe onderzoeksprogramma’s bleven opereren, en voor “Fusion for Energy” (F4E). Wij hebben echter onze bezorgdheid geuit over de gevolgen van het beheer van meerdere overlappende projecten voor het personeel en de projectresultaten. Wij wijzen op verschillende GO’s die projecten hebben overgedragen van de vorige naar de huidige begrotingscyclus en dringen erop aan dat GO’s dergelijke oude projecten zo snel mogelijk afronden.

Net als in voorgaande jaren bevatte ons goedkeurende controleoordeel over de rekeningen voor 2022 van de GO “Fusion for Energy” (F4E) een “toelichtende paragraaf”. Dit was voornamelijk bedoeld om de aandacht te vestigen op het feit dat de huidige raming van 19 miljard EUR aan EU-financiering gebaseerd is op de mijlpalen en kostenveronderstellingen van 2016, die naar verwachting eind 2024 ingrijpend zullen worden herzien.

Specifieke jaarverslagen over Europese Scholen en gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

Voor het begrotingsjaar 2022 hebben wij ons jaarverslag over de analyse van de geconsolideerde jaarrekeningen van de 13 Europese Scholen uitgebracht. Onze controle bracht geen fouten van materiaal belang in de rekeningen aan het licht.

Wij brengen ook jaarlijks verslag uit over de gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR), de Raad en de Commissie die voortvloeien uit de verrichting van hun taken in het kader van de verordening inzake het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme. In ons verslag over het begrotingsjaar 2022 concluderen wij dat er niets onder onze aandacht is gebracht dat ons doet aannemen dat de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de verrichting van hun afwikkelingstaken door de GAR, de Commissie en de Raad, materieel onjuist zijn opgegeven.

Adviezen

Onderzoeken
van de wetgevingsvoorstellen
van de Commissie

Als onafhankelijke externe auditor van de EU dragen wij bij tot de verbetering van het financieel beheer door het uitbrengen van adviezen over de voorstellen van de Commissie voor nieuwe of gewijzigde wetgeving. Als deze wetgevingsvoorstellen significante financiële gevolgen met zich meebrengen, moeten wij op grond van de EU-wetgeving worden geraadpleegd. Andere instellingen kunnen ons ook vragen advies uit te brengen over andere specifieke kwesties. Al onze adviezen worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

In 2023 publiceerden we vier van dergelijke adviezen. Deze hadden voornamelijk betrekking op de wetgevingsvoorstellen van de Commissie tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne, tot vaststelling van maatregelen ter versterking van de solidariteit en de capaciteit in de EU om cyberdreigingen en -incidenten op te sporen, zich erop voor te bereiden en erop te reageren (de “EU‑wet inzake cybersolidariteit”) en tot wijziging van de verordening betreffende de regelingen voor het ter beschikking stellen van de nieuwe eigen financiële middelen van de Europese Unie.

ECA Journal

Elke editie van het ECA Journal bevat artikelen over een specifiek thema, die voornamelijk vanuit een controleperspectief zijn geschreven door personen die binnen en buiten de EU‑instellingen werken.

In 2023 brachten wij twee edities uit: “Is the EU’s energy transition getting into gear?” en “Migration policy and the EU”.

Conferenties en seminars

In 2023 organiseerden wij ook de volgende conferenties en seminars, die openstonden voor belangstellenden:

  • seminar over de komende hervorming van het kader voor economische governance van de EU;
  • onlineconferentie over de toekomst van officiële statistieken: onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht in het tijdperk van big data;
  • conferentie en kunsttentoonstelling “The Limits of our World”;
  • conferentie “Social justice and equality for all? Challenges, support and inclusion for LGBTIQ+ community in the EU and the EU institutions”;
  • conferentie over de uitvoering van de RRF — risico’s, uitdagingen en kansen;
  • “Cohesion Conference 2023 — Evaluating EU Cohesion policy — challenges and opportunities”;
  • jaarlijkse workshop ERK-OLAF 2023;
  • gezamenlijke workshop ERK-OLAF-EOM over de bestrijding van fraude bij overheidsopdrachten.
ERK-seminar 2023
over de strategische visie van de EU
en de open strategische autonomie van de EU

Eenmaal per jaar nemen onze leden, de secretaris-generaal en de directeuren deel aan een tweedaags seminar om belangrijke kwesties in verband met de langetermijnstrategie, werkzaamheden en organisatie van de ERK te bespreken.

Tijdens het ERK-seminar van dit jaar in Brussel hebben de leden de volgende belangrijke onderwerpen besproken:

  • de strategische visie van de EU en de wijze waarop toekomstige EU-prioriteiten van invloed kunnen zijn op de werkzaamheden van de ERK op lange termijn;
  • Open strategische autonomie van de EU, met bijzondere aandacht voor energieafhankelijkheid;
  • het werkprogramma 2024+.

Institutionele betrekkingen

We werken nauw samen met het Europees Parlement, de Raad, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten, omdat de impact van ons werk grotendeels afhangt van het gebruik dat zij maken van onze controlebevindingen en aanbevelingen.

Europees Parlement

In 2023 werd de regelmatige fysieke deelname van andere instellingen en organen aan plenaire en commissievergaderingen van het Europees Parlement (EP) voortgezet. Het totale aantal optredens van de ERK steeg tot 164, ten opzichte van 134 in 2022.

Commissies en organen van het EP, met name de Commissie begrotingscontrole (CONT), nodigen regelmatig leden van de ERK en controleteams uit om tijdens hun vergaderingen de resultaten van onze werkzaamheden te presenteren.

In totaal presenteerden onze leden in 2023 13 speciale verslagen en twee analyses aan CONT. Ook namen zij deel aan 16 openbare hoorzittingen van CONT over de kwijting van 2022, met onder meer de presentatie van ons jaarverslag voor 2022 door ERK-president Tony Murphy.

Daarnaast gaven de leden 27 presentaties over speciale verslagen en analyses aan 16 andere EP‑commissies, sommige tijdens gezamenlijke vergaderingen met andere belanghebbende commissies.

In februari 2023 heeft de Conferentie van commissievoorzitters de president van de ERK uitgenodigd voor een gedachtewisseling over ons werkprogramma 2023+ en over de raadpleging over het werkprogramma 2024+. ERK-president Tony Murphy nam in mei deel aan de plenaire vergadering van het EP over de kwijting voor 2021. In oktober had hij een ontmoeting met EP‑voorzitter Roberta Metsola en presenteerde hij het jaarverslag van 2022 tijdens de plenaire vergadering van het EP. Daarnaast hadden de leden van kamer I in juni een ontmoeting met de AGRI-coördinatoren om verdere samenwerking te bespreken en brachten vertegenwoordigers van de commissie CONT in oktober een bezoek aan de ERK om van gedachten te wisselen met het college.

Raad van de Europese Unie

In 2023 bleef het totale aantal optredens van de ERK met 81 stabiel, ten opzichte van 82 in 2022.

In de regel behandelen de voorbereidende instanties van de Raad al onze speciale verslagen, maar niet noodzakelijkerwijs alle analyses en adviezen, kort na de publicatie daarvan. In 2023 presenteerden we 29 speciale verslagen, 1 analyse en 1 advies aan 22 verschillende comités en werkgroepen van de Raad.

Daarnaast namen vertegenwoordigers van de ERK in 2023 deel aan 23 vergaderingen over de kwijting voor de uitvoering van de EU-begroting voor de begrotingsjaren 2021 en 2022.

Voorzitterschap van de Raad
Zweden: januari-juni 2023
Spanje: juli-december 2023
 

ERK-president Tony Murphy had in november 2022 samen met Eva Lindström, het lid voor institutionele betrekkingen, een ontmoeting met de Zweedse minister van Financiën. In juni 2023 had de president samen met ERK-lid Baudilio Tomé Muguruza een ontmoeting met de vicepresident, de staatssecretaris en de minister van Financiën van Spanje om de prioriteiten van het voorzitterschap van de Raad te bespreken. In november had de president samen met ERK-lid Annemie Turtelboom een ontmoeting met belangrijke vertegenwoordigers van de Belgische regering en het Belgische parlement, voorafgaand aan hun voorzitterschap van de Raad in 2024. Ook ontmoette hij, samen met Jan Gregor, het ERK-lid voor het jaarverslag, de Belgische minister van Financiën voordat het jaarverslag 2022 in november aan de Raad Ecofin werd voorgelegd. Daarnaast namen de leden en het management van de ERK in 2023 deel aan 15 vergaderingen met vertegenwoordigers van de permanente vertegenwoordigingen bij de EU.

Nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten

Vergaderingen met
nationale/regionale parlementen
 

In 2023 presenteerden onze leden en personeelsleden onze werkzaamheden tijdens 91 vergaderingen met nationale/regionale parlementen in 19 lidstaten. De meeste vergaderingen vonden plaats met commissies die zich bezighouden met begroting, financiële zaken en/of controle en EU-aangelegenheden.

Vergaderingen met
regeringen van de lidstaten
 

In 2023 presenteerden onze leden en leidinggevenden onze werkzaamheden tijdens 120 vergaderingen in 25 lidstaten met de regeringen en overheidsinstanties van deze lidstaten. De meeste vergaderingen vonden plaats met ministers/ministeries van Financiën.

Europese Commissie

De leden en commissarissen van de ERK hebben regelmatig bilaterale contacten over geplande en lopende controle-/evaluatietaken.

Het is ook al jaren een vaste praktijk dat onze leden een jaarlijkse vergadering houden met hun collega’s bij de Europese Commissie. Deze bijeenkomsten bieden een gelegenheid om de balans op te maken en na te denken over de wijze waarop onze samenwerking verder kan worden versterkt.

In november 2023 werd deze traditie voortgezet toen beide colleges in Brussel bijeenkwamen. De leden van de ERK en de commissarissen bespraken hoe de EU-begroting bijdraagt tot de verwezenlijking van de groene en digitale prioriteiten van de Unie, en hoe de EU-begroting het Europees economisch herstel na de COVID‑19-pandemie stimuleert. Ook bevestigden zij opnieuw hun gezamenlijke inzet om ervoor te zorgen dat de middelen van de Europese Unie worden beheerd volgens de hoogste normen op het gebied van verantwoordingsplicht, transparantie en goed financieel beheer. Voorts herhaalden zij het belang van gemeenschappelijke inspanningen om de financiële belangen van de EU te beschermen.

Samenwerking met andere hoge controle-instanties

Contactcomité van de hoge controle-instanties van de EU

Onze samenwerking met de hoge controle-instanties (HCI’s) van de 27 lidstaten vindt voornamelijk plaats in het kader van het Contactcomité van de hoge controle-instanties van de EU. Dit forum vergemakkelijkt de dialoog en de uitwisseling tussen de HCI’s van de EU-lidstaten en de ERK.

Eind 2023 hebben wij de “EU Network Audit” (EU-netwerkcontrole) over kwesties in verband met COVID‑19 afgesloten. Als belangrijkste output publiceerden we één controlecompendium over COVID‑19 (dat betrekking had op de controlewerkzaamheden van EU-HCI’s in 2020) en ongeveer zeventig onlinefactsheets tegen eind 2023 over COVID-gerelateerde controlewerkzaamheden uit de periode 2020‑2023.

Daarnaast zetten wij onze samenwerkingsactiviteiten inzake het controleren van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) voort, waarvoor we in oktober 2023 op ons kantoor een uitwisseling tussen auditors ter plaatse hebben georganiseerd. Dit omvatte een reeks workshops en resulteerde in zes voorlopige controleconcepten die betrekking hadden op verschillende aspecten van de uitvoering van de RRF.

Daarnaast hebben we het initiatief genomen voor de EU-netwerkcontrole inzake energie. Vertegenwoordigers van 19 EU-HCI’s namen in november deel aan de eerste vergadering in Den Haag.

Jaarlijkse vergadering 2023

In juni 2023 vond in Lissabon de jaarlijkse vergadering van het Contactcomité plaats van de presidenten van de EU-HCI’s. De belangrijkste discussies waren gericht op het thema “Energie — Hoe de EU-HCI’s kunnen bijdragen tot een betere en veerkrachtige uitvoering van de doelstellingen voor 2030”. Tijdens het evenement kwam ook de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het belangrijkste thema van de vergadering van het Contactcomité in 2022, opnieuw aan bod.

HCI’s van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU

We ondersteunen ook de HCI’s van kandidaat-lidstaten van de EU (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Georgië, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije en Oekraïne) en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU (Kosovo1).

In de tweede helft van 2023 hebben wij geholpen bij de herziening van het samenwerkingskader van het netwerk, dat in december 2023 werd goedgekeurd.

1 Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad over de situatie in Kosovo (UNSCR 1244/1999) en het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 22 juli 2010 over de vraag of de “unilaterale onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in overeenstemming is met het internationaal recht”.

INTOSAI

In 2023 hebben wij onze actieve betrokkenheid bij de activiteiten van de Internationale Organisatie van Hoge Controle-instanties (International Organisation of Supreme Audit Institutions — INTOSAI) voortgezet. Als voorzitter van de beroepsnormencommissie (Professional Standards Committee — PSC) hebben wij twee vergaderingen van stuurgroepen georganiseerd die hebben geleid tot de goedkeuring van documenten die de huidige werkmethoden wijzigen, aanwerving van personeel voor het Framework for Professional Pronouncements van INTOSAI en het strategisch ontwikkelingsplan van de commissie voor 2023‑2028. De uitvoering van het strategisch ontwikkelingsplan 2023‑2028 omvat verschillende maatregelen om de duidelijkheid van de INTOSAI-verklaringen te verbeteren en te digitaliseren.

Wij hebben ook deelgenomen aan PSC-subcomités en aan de activiteiten en projecten van andere werkorganen van INTOSAI, zoals op het gebied van milieucontroles, financiële en economische stabiliteit, evaluatie van overheidsbeleid en big data.

EUROSAI

Wij waren ook actief betrokken bij de activiteiten van de Europese organisatie van hoge controle-instanties (European Organisation of Supreme Audit Institutions — EUROSAI), de Europese regionale groep van INTOSAI, met name de werkgroepen voor milieucontroles en informatietechnologieën, alsook bij projecten op het gebied van opkomende kwesties, artificiële intelligentie en controlemethodologie.

Ons management

Leden

De ERK functioneert als een college van leden, één per lidstaat. Na raadpleging van het Europees Parlement benoemt de Raad ieder lid zodra de betrokkene door de desbetreffende nationale regering is voorgedragen. Wij hebben geen rol in het proces van het voordragen of benoemen van onze leden.

Onze leden hebben een verlengbare ambtstermijn van zes jaar. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk en in het algemeen belang van de EU uit. Bij hun ambtsaanvaarding gaan zij ten overstaan van het Europees Hof van Justitie een plechtige verbintenis van die strekking aan.

In 2023 benoemde de Raad een nieuw Ests lid, Keit Pentus‑Rosimannus (vanaf 1 januari), en een nieuw Slowaaks lid, Katarína Kaszasová (vanaf 16 oktober). Daarnaast verlengde de Raad het mandaat van het Hongaarse lid, Ildikó Gáll‑Pelcz, met nog eens zes jaar (vanaf 1 september).

Na haar benoeming tot nieuw Bulgaars commissaris heeft Iliana Ivanova met ingang van 19 september 2023 ontslag genomen als ERK-lid.

De procedures voor de benoeming van een nieuw Portugees en een nieuw Bulgaars lid liepen eind 2023 nog.

In 2023 vonden 24 collegevergaderingen plaats. Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg 88 %. De leden namen ook deel aan kamer- en commissievergaderingen (zie ook Controlekamers en comités).

President

De president is verantwoordelijk voor de strategie van de instelling, de planning en het prestatiebeheer, communicatie en betrekkingen met de media, institutionele betrekkingen, juridische zaken en interne audit. Ook vertegenwoordigt de president de ERK in haar externe betrekkingen.

Onze leden kiezen de president uit hun midden voor een termijn van drie jaar, die kan worden verlengd. De gekozen persoon treedt vervolgens op als eerste onder zijns gelijken (primus inter pares), zit de collegevergaderingen voor en zorgt ervoor dat de beslissingen van het college worden uitgevoerd.

Tony Murphy werd in oktober 2022 verkozen tot president.

Opmerking: vanaf februari 2024.

Controlekamers en comités

De leden worden toegewezen aan een van de vijf controlekamers, waarbinnen de meeste van onze controleverslagen, analyses en adviezen worden vastgesteld. De controlekamers verdelen hun taken onder hun leden. Elk lid moet verantwoording afleggen aan de kamer en het college voor zijn/haar eigen controletaken. De controlewerkzaamheden worden verricht door professionele auditors die werken voor de directoraten van de controlekamers.

De leden van elke controlekamer kiezen een deken voor een periode van twee jaar, die kan worden verlengd. In 2023 waren de dekens van onze vijf controlekamers Joëlle Elvinger, Annemie Turtelboom, Bettina Jakobsen, Mihails Kozlovs en Jan Gregor.

Het Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle (Audit Quality Control Committee — AQCC) houdt zich bezig met het controlebeleid, de controlenormen en -methodologie van de ERK, ondersteuning en ontwikkeling van controle, en kwaliteitsbewaking van de controle. Het Comité bestaat uit één lid per controlekamer en wordt sinds 28 september 2023 voorgezeten door Baudilio Tomé Muguruza.

Besluiten over bredere strategische en administratieve aangelegenheden worden genomen door het Administratief Comité (AC) en, in voorkomend geval, door het college van de leden, die beide worden voorgezeten door de president. Het Administratief Comité bestaat uit de president, de dekens van de kamers, de voorzitter van het AQCC en het lid voor institutionele betrekkingen (Eva Lindström).

In 2023 vonden er 103 kamervergaderingen, 15 AC-vergaderingen en 11 AQCC-vergaderingen plaats. Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg respectievelijk 92 %, 88 % en 88 %.

Andere commissies zijn de ethische commissie (sinds 4 juli 2023 voorgezeten door George Marius Hyzler), het intern auditcomité (voorgezeten door Hannu Takkula) en het Raadgevend Comité op het gebied van strategie en toekomstige ontwikkelingen (voorgezeten door Helga Berger).

Ons hogere management bestaat uit de secretaris-generaal en de directeuren. In totaal zijn er tien directoraten. Vijf daarvan zijn aan controlekamers verbonden, en één aan het AQCC, één aan het presidentschap en drie aan het secretariaat-generaal.

Opmerking: vanaf januari 2024.

Prestatiemeting

Wij passen een reeks essentiële prestatie-indicatoren (key performance indicators — KPI’s) toe om ons management te informeren over de geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van onze strategische doelstellingen, de besluitvorming te ondersteunen en onze institutionele belanghebbenden informatie te verschaffen over onze prestaties. We hebben de KPI’s geactualiseerd ter ondersteuning van onze strategie voor 2021‑2025. Met de volgende reeks KPI’s wordt een globaal overzicht gegeven van onze prestaties als organisatie wat betreft de verspreiding, impact en beeldvorming van ons werk:

  • aantal gepubliceerde verslagen;
  • aanwezigheid in de media;
  • impact en beeldvorming van ons werk (feedback van belanghebbenden);
  • onze optredens bij andere instellingen, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten, en internationale activiteiten;
  • uitvoering van de aanbevelingen van de ERK.
35 verslagen
gepubliceerd in 2023

In 2023 publiceerden we 35 verslagen. Deze omvatten 29 speciale verslagen en 6 analyses. Het aantal in 2023 gepubliceerde verslagen is hoger dan de afgelopen twee jaar (2022: 29 verslagen en 2021: 32 verslagen).

Aanwezigheid in de media

De media-aandacht
bleef toenemen

In 2023 registreerden wij meer dan 22 000 persartikelen (online gepubliceerd) die betrekking hadden op onze controleverslagen, andere publicaties of de ERK in het algemeen, waarmee de opwaartse trend in berichtgeving van de afgelopen jaren werd bevestigd (2022: 20 000; 2021: 18 000). Uit de bijna 54 000 berichten op sociale media blijkt dat de wezenlijke groei voortzet, waarbij de cijfers voor 2022 een uitschieter zijn2 (2022: 110 000; 2021: 49 000).

2 In 2022 zagen we een vloed aan identieke socialemediaposts die werden gegenereerd door tendentieuze netwerken (blijkbaar ook met behulp van bots). Deze werden voornamelijk veroorzaakt door onze speciale verslagen over de aankoop van COVID‑19-vaccins en grootschalige corruptie in Oekraïne.

De berichtgeving in de media kan aanzienlijk variëren naargelang van het onderwerp en de complexiteit van een verslag. Externe factoren, zoals een belangrijke gebeurtenis of beleidsontwikkeling, kunnen ook van invloed zijn op de belangstelling van de media voor onze publicaties. Bovendien is in noodsituaties, zoals de pandemie of de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, de aandacht van de media vooral gericht op crisisrelevant materiaal.

Toenemende interactie
met de pers

Sinds 2020 hebben we onze publicaties virtueel gepromoot, waardoor wij ons contact met journalisten van grote nationale mediakanalen in de EU-lidstaten hebben kunnen intensiveren.

In 2023 publiceerden we 45 persberichten in 24 EU-talen, alsmede verschillende informatieve nota’s, informatiedocumenten voor de media en (gebruiksklare) audioverklaringen in bepaalde talen. Ook gaven we een aantal interviews met grote mediakanalen in heel Europa die radio, tv en de geschreven pers omvatten. Daarnaast hebben we 21 onlinepersbriefings gehouden en nog eens 6 landspecifieke persbriefings met betrekking tot het jaarverslag. In totaal trokken onze briefings 590 journalisten aan, waarvan de meesten grote nationale mediakanalen in de EU-lidstaten vertegenwoordigden.

Anderhalf miljoen bezoeken
aan de ERK-website

In 2023 lanceerden wij onze nieuwe ERK-website. Onze website werd meer dan anderhalf miljoen keer bezocht door ongeveer 700 000 unieke bezoekers, een toename van meer dan 14 % ten opzichte van 2022.

2023: het aantal volgers
op sociale media
nam verder toe

Eind 2023 hadden onze drie socialemedia-accounts (X — voorheen Twitter —, LinkedIn en Facebook) meer dan 48 000 volgers. In 2022 waren dit er 45 000 en in 2021 39 000.

Impact en beeldvorming van ons werk

85 % van de respondenten
van onze enquêtes vindt
onze verslagen nuttig
voor hun werk

Wij beoordelen de waarschijnlijke impact en het nut van ons werk, zoals waargenomen door de lezers van onze verslagen bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, EU-agentschappen, permanente vertegenwoordigingen, agentschappen en HCI’s van de lidstaten, ngo’s, academici, de media en andere partijen.

Sinds 2018 vragen wij onze lezers in geanonimiseerde elektronische enquêtes kwalitatieve feedback te geven over een geselecteerd aantal verslagen en algemene suggesties voor onze werkzaamheden te doen.

In 2023 vond 85 % van de ongeveer 1 060 respondenten onze verslagen nuttig voor hun werk en vond 78 % dat ze impact hadden. Dit is vergelijkbaar met het resultaat van het voorgaande jaar (2022: respectievelijk 82 % en 78 %).

Onze optredens bij andere instellingen, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten, en internationale activiteiten

De interactie
met onze belanghebbenden
bereikte een nieuw hoogtepunt

In 2023 bereikte onze interactie met onze Europese en internationale belanghebbenden over het algemeen een nieuw hoogtepunt. We presenteerden de resultaten van onze werkzaamheden 456 keer bij de commissies van het Europees Parlement, de voorbereidende instanties van de Raad, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten (2022: 437; 2021: 419).

Daarnaast namen we deel aan 221 internationale activiteiten. Deze omvatten de activiteiten van internationale organisaties voor openbare controle, met name INTOSAI en EUROSAI, alsook bilaterale evenementen met andere HCI’s, conferenties, vergaderingen en activiteiten gericht op een breder publiek (2022: 178; 2021: 154).

Uitvoering van de aanbevelingen van de ERK

Bijna al onze aanbevelingen van 2019
zijn ten minste tot op zekere hoogte
uitgevoerd

Wij meten de uitvoering van onze aanbevelingen op basis van de follow-upcontroles die onze auditors uitvoeren. Voor 2023 analyseerden we de aanbevelingen die we in onze verslagen van 2019 aan de Commissie en andere instellingen hadden gedaan.

Uit de analyse bleek dat 100 % van de 15 aanbevelingen waaraan we in ons Jaarverslag 2019 follow-up hebben gegeven, en 85 % van de 208 aanbevelingen in onze speciale verslagen van 2019 waaraan we follow-up hebben gegeven, volledig, in enkele of in de meeste opzichten was uitgevoerd.

Ons personeel

Toewijzing van personeel

Eind 2023 waren er 882 vaste en tijdelijke ambten3 (873 in 2022). De 9 extra ambten werden door de begrotingsautoriteit op tijdelijke basis toegekend voor de controle van het NGEU-initiatief. 559 hiervan waren ambten bij de controlekamers, inclusief 104 ambten in de kabinetten van de leden. Het presidentschap omvat de president en zijn kabinet, het directoraat van het presidentschap, de juridische dienst en de dienst Interne Audit.

3 Inclusief tijdelijke vacatures.

Bovendien waren aan het einde van het jaar 86 arbeidscontractanten en 26 gedetacheerde nationale deskundigen bij ons werkzaam (2022: respectievelijk 91 en 33).

Werving

Bij ons wervingsbeleid worden de algemene beginselen en arbeidsvoorwaarden van de EU‑instellingen in acht genomen en onze medewerkers hebben de meest uiteenlopende academische en professionele achtergronden.

In 2023 hebben we 95 nieuwe werknemers aangeworven (2022: 107): 27 ambtenaren, 47 tijdelijke functionarissen, 17 arbeidscontractanten en 4 gedetacheerde nationale deskundigen. In een geest van solidariteit, wederzijds leren en samenwerking is de detachering van de vijf Oekraïense nationale deskundigen die in 2022 bij de ERK zijn komen werken met één jaar verlengd, van juli 2023 tot juli 2024. Tevens boden we 64 universitair afgestudeerden (2022: 60) een stageplaats voor drie tot vijf maanden. Van de 64 stagiairs werden er 62 betaald door de ERK en ontvingen er twee een vergoeding van hun lidstaat.

Het ASPIRE-integratieprogramma voor auditors is ontworpen om de ERK in staat te stellen nieuwe auditors op ERK-niveau te werven en te verwelkomen, zodat zij deel kunnen nemen aan gerichte opleidingsactiviteiten en in hun eerste drie jaar werkervaring met zowel nalevingsgerichte/financiële als doelmatigheidscontroles op kunnen doen.

Leeftijdsprofiel

Driekwart (75 %) van ons personeel dat eind 2023 in actieve dienst was, was 40-59 jaar; dit is hetzelfde percentage als in 2022.

73 % van onze managers is 50 jaar of ouder (2022: 72 %). Dit houdt in dat ons management de komende vijf tot tien jaar voor een aanzienlijk deel wordt vervangen.

Gelijke kansen

Over het algemeen is de verhouding tussen vrouwen en mannen in ons personeelsbestand gelijk.

Wij zetten ons in om ons personeel op alle niveaus van de organisatie gelijke carrièrekansen te bieden. De verhouding tussen vrouwen en mannen in ons personeelsbestand is gelijk en het aandeel vrouwelijke directeuren en hoofdmanagers is de afgelopen jaren gestegen van 33 % in 2019 tot 38 % in 2023.

Het percentage vrouwelijke hoofdmanagers op controlegebied bij de ERK bedroeg 50 % (41,4 % in 2022), hetgeen hoger is dan de doelstelling voor 2027 van 40 %. Overeenkomstig het actieplan voor diversiteit en inclusie (2021‑2025) van de ERK hebben we in 2023 het tweede jaarlijkse D&I-verslag (voor 2022) gepubliceerd.

Ook blijven wij ons inzetten voor het geografisch evenwicht onder onze managers.

Na de vaststelling in december 2022 van Besluit nr. 50-2022 over het ERK-beleid inzake het waarborgen van een respectvolle en intimidatievrije werkplek, hebben wij verschillende maatregelen genomen (bijv. de benoeming van interne bemiddelaars en vertrouwenspersonen, verplichte opleiding voor managers, het opzetten van een speciale pagina op het intranet van de ERK) om het besluit uit te voeren.

Daarnaast vond in 2023 voor het eerst een externe controle van de fysieke toegankelijkheid van de ERK-gebouwen plaats. Dit resulteerde in een studie met aanbevelingen en mogelijke maatregelen om de ERK-gebouwen toegankelijker te maken voor iedereen, ook voor personen met een beperking. Wij zullen in 2024 beginnen met de uitvoering van de overeengekomen maatregelen door opdracht te geven voor een plan om de toegankelijkheidsborden in de ERK-gebouwen te verbeteren. Bovendien zullen we samenwerken met andere EU-instellingen om een geharmoniseerde manier te creëren om de vooruitgang te meten en verslag uit te brengen over de aanwerving van personen met een beperking, zoals aanbevolen in Speciaal verslag 20/2023, getiteld “Ondersteuning van personen met een beperking — De praktische gevolgen van het EU-optreden zijn beperkt”.

Ethiek

De ethische richtsnoeren van de ERK berusten op de waarden onafhankelijkheid, integriteit, objectiviteit, transparantie en professionaliteit. De ERK onderschrijft de in de gedragscode van INTOSAI (ISSAI 130) vastgelegde voorschriften en heeft deze in haar ethische richtsnoeren opgenomen, die gelden voor alle leden en personeelsleden van de ERK.

De ERK heeft haar verplichting tot transparantie opnieuw bevestigd door haar besluit inzake de toegang van het publiek tot documenten te herzien. Het doel was de evolutie van de Europese rechtspraak weer te geven en de procedure voor het beantwoorden van verzoeken om toegang tot documenten en confirmatieve verzoeken te vergemakkelijken. Het nieuwe besluit werd in september 2023 in het Publicatieblad gepubliceerd.

Als onderdeel van een recente herziening van ons ethisch kader hebben wij de interne regels voor het melden van ernstige onregelmatigheden (klokkenluiden) geactualiseerd om deze duidelijker en uitvoeriger te maken en het personeel meer informatie te verstrekken. Om het belang van de bescherming van klokkenluiders te onderstrepen, zijn de nieuwe regels vastgelegd in een besluit van het college.

De ethische commissie van de ERK beoordeelt relevante ethische kwesties, met inbegrip van de externe activiteiten van de leden, om de normen van de ERK te handhaven. De commissie bestaat uit drie door het college benoemde leden, waaronder twee ERK-leden en één extern lid dat wordt gekozen op basis van zijn/haar capaciteiten en professionele kwaliteiten. De commissie is in 2023 vijf keer bijeengekomen.

Ondersteuning van de controle

Digitale transformatie van de controle

De ERK blijft de efficiëntie van haar controleprocessen verbeteren door de integratie en interoperabiliteit van haar bestaande systemen te bevorderen. Tegelijkertijd heeft zij IT-controle, geavanceerde gegevensanalyse en automatiseringsactiviteiten uitgevoerd als onderdeel van haar ontwikkelingsplan voor een beter gebruik van technologie bij de controle. Ze zette ook haar innovatieactiviteiten voort die gericht zijn op het vaststellen van opkomende technologie waarmee de controlewerkzaamheden op nieuwe manieren kunnen worden ondersteund.

Digitaal contact
met belanghebbenden

In 2023 werd de nieuwe ERK-studio veelvuldig gebruikt voor het houden van onlinepersbriefings, bijeenkomsten van belanghebbenden, hybride conferenties en promotievideo’s van ERK-leden over ERK-producten en interne bewustmakings- en informatieve video’s van de ERK.

Meer in het bijzonder werden er in de studio 23 persbriefings, negen videoverslagen, zes video’s over de meest recente werkzaamheden van de ERK, vier vergaderingen met belanghebbenden, twee tv-interviews, één evenementvideo en één onlineconferentie opgenomen. In de studio werden ook zes video’s over de aantrekkelijkheid van Luxemburg en tien interne video’s gemaakt.

Digitale integratie
en automatisering

De integratie van controle-informatiesystemen werd voortgezet om de interoperabiliteit tussen de bestaande systemen te verbeteren en een betere gebruikerservaring te bieden. Deze systemen omvatten ASSYST, ons belangrijkste systeem voor controledocumentatie, en het controlebeheersysteem (audit management system — AMS). Er is een nieuw workflowbeheersysteem voor de goedkeuring van documenten (PASS) gelanceerd, dat is geïntegreerd met EU Sign waardoor gekwalificeerde elektronische handtekeningen mogelijk zijn. Er zijn ook tools ingevoerd om het herzien van documenten te vergemakkelijken en te versnellen. Het gebruik van het ECA Data Warehouse is uitgebreid met meer verslagen die interactieve gegevensvisualisering en -monitoring mogelijk maken.

Geavanceerde diensten
op het gebied van gegevensanalyse
en IT-controle

Het DATA-team (Data and Technology for Audit), opgericht in 2021, werkte verder aan de uitvoering van het ontwikkelingsplan voor betere gebruikmaking van technologie ter ondersteuning van de controledoelstellingen van de ERK.

De DATA-teamleden werkten nauw samen met controleteams, zodat zij inzicht kregen in hun specifieke processen en behoeften. Afhankelijk van de complexiteit van de behoefte varieerde het werk van betrokkenheid op korte termijn tot de volledige deelname aan controletaken, zowel voor datawetenschappers als IT-auditors.

Het DATA-team leidde of nam deel aan meerdere ERK-brede projecten:

  • een proefproject om na te gaan hoe doeltreffend gebruik kan worden gemaakt van het eProcurement-platform van de Europese Commissie;
  • betrokkenheid van datadeskundigen voor de NGEU-taskforce;
  • de ontwikkeling van een prototype van een instrument met geavanceerde functies voor tekstmining en semantisch zoeken voor de publicaties van de ERK, en
  • het ondersteunen van auditors bij het kiezen van de beste opties uit de in 2022 opgezette “infrastructuur voor datawetenschap”, die gegevensverwerking en geavanceerde analyse en visualisatie mogelijk maakt.

Naar aanleiding van de snelle ontwikkeling van artificiële intelligentie (AI), met name op het gebied van generatieve AI, heeft het DATA-team een analyse gemaakt van de kansen en uitdagingen van AI voor de ERK en voor onze controlewerkzaamheden. Vervolgens is het team begonnen met de ontwikkeling van een voorstel voor een strategie voor het gebruik van AI in het controleproces.

Innovatie

Er is een nieuwe innovatieaanpak gelanceerd die berust op een nieuw type “korte innovatieprojecten” (Short Innovation Projects — SIP’s) en op de oprichting van een innovatielaboratorium dat gericht zal zijn op het testen van nieuwe technologieën. De SIP’s worden meestal geactiveerd door gebruikers die een nieuwe tool of technologie willen uitproberen, terwijl de IT-afdeling een projectmanager toewijst die de gebruiker begeleidt en zorgt voor de technologische en IT-governanceaspecten. De eerste SIP’s omvatten het gebruik van drones voor controles en het testen van instrumenten voor commercieel controlebeheer die ASSYST kunnen vervangen, alsmede het gebruik van generatieve AI.

Tegelijkertijd zijn de werkzaamheden voor de oprichting van een multidisciplinair kenniscentrum voor artificiële intelligentie van start gegaan ter ondersteuning van de bovengenoemde ERK-strategie inzake AI.

De ERK bleef actief betrokken bij de groep opkomende technologieën van het Interinstitutioneel Comité voor digitale transformatie, dat zich in 2023 richtte op de werkzaamheden op het gebied van artificiële intelligentie.

Visuele communicatie

Onze output
toegankelijker maken

Het gebruik van aansprekende visuele hulpmiddelen en gegevensvisualisering is steeds belangrijker geworden met het oog op interactie met onze belanghebbenden en het bereiken van EU-burgers. In 2023 bleef het grafischontwerpteam van de communicatieafdeling van de ERK de controleteams rechtstreeks ondersteunen door hun infographics en illustraties te verstrekken die waren afgestemd op hun behoeften en in overeenstemming waren met de visuele identiteit van de ERK.

Het gebruik van visuele hulpmiddelen in onze communicatie kan de resultaten van ons controlewerk zichtbaarder, begrijpelijker en dus toegankelijker voor burgers en belanghebbenden maken. Ons controlewerk krijgt hierdoor ook meer waarde en de impact van onze verslagen wordt vergroot. De lancering van een nieuwe website in april 2023 versterkte deze inspanning nog meer, met zijn modernere lay-out en verbeterde functionaliteiten.

Controlemethodologie

AWARE

Op ons interne digitale platform AWARE (Accessible Web-based Audit Resource) worden onze controlemethodologie en -richtsnoeren beschreven. Het verslag is beschikbaar op onze website. Dit biedt het publiek een centraal toegangspunt tot onze controlemethodologie.

Beroepsopleiding

2023: streefdoel
inzake beroepsopleiding
overtroffen

In 2023 hebben wij opnieuw het streefdoel inzake beroepsopleiding overtroffen (vijf dagen per jaar voor auditors — taalcursussen niet meegerekend — overeenkomstig de aanbevelingen van de Internationale Federatie van Accountants, en twee dagen voor andere personeelsleden).

Onze auditors volgden gemiddeld 6,7 opleidingsdagen — taalcursussen niet meegerekend (6,9 in 2022 en 8,5 in 2021). Hiervan betroffen 4,5 dagen opleiding in verband met hun kernactiviteiten (controle). Onze andere personeelsleden woonden gemiddeld 3,0 opleidingsdagen bij (3,6 in 2022 en 4,2 in 2021). Zoals in 2022 kan de daling van jaar tot jaar van beide indicatoren worden toegeschreven aan de geleidelijke terugkeer naar klassikale/persoonlijke opleidingen; deze bieden weliswaar een betere leerervaring, maar hebben per definitie een lagere capaciteit dan de onlinecursussen.

Op maat gesneden
opleiding voor auditors

Het team voor beroepsopleidingen streeft er voortdurend naar om ons personeel hoogwaardige opleidingen te geven, met bijzondere aandacht voor opleidingen in verband met onze kernactiviteiten (controle). Een van onze belangrijkste prioriteiten is het opbouwen en bijschaven van de kennis van onze controlegebieden/EU-beleidsterreinen, in samenwerking met onze controlekamers. In 2023 organiseerden wij voor alle controlekamers verschillende opleidingssessies over prioritaire onderwerpen die aan het begin van het jaar waren vastgesteld.

We zijn ons personeel ook blijven opleiden op het gebied van NextGenerationEU (NGEU) en de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF). Dit omvatte ons vlaggenschipinitiatief, een tweedaagse opleiding over de RRF, die wij in samenwerking met het Europees Instituut voor Bestuurskunde hebben verzorgd. Daarnaast organiseerden we sessies over risico’s, uitdagingen en kansen in het kader van de RRF, en gesprekken over de RRF waarin externe deskundigen hun standpunten over RRF-gerelateerde onderwerpen presenteerden.

In juni 2023 hebben wij ons opleidingsprogramma over het gebruik van gegevens en technologie bij de controle geactualiseerd. Eind november vond een proefsessie over de invoering van artificiële intelligentie plaats, gevolgd door meer sessies in 2024.

Nieuw competentiekader
voor auditors

In februari 2023 startten wij een project om een nieuw competentiekader voor onze auditors vast te stellen. In dit kader zullen de competenties worden geschetst van de ERK-auditors die financiële, nalevingsgerichte of doelmatigheidscontroles uitvoeren. Deze competenties zijn van fundamenteel belang om hun taken met succes te kunnen uitvoeren. Het kader bouwt voort op de INTOSAI-richtsnoeren en de input die we hebben ontvangen na raadpleging van 15 hoge controle-instanties. Het project bevindt zich in zijn laatste fase en zal naar verwachting in de eerste helft van 2024 operationeel zijn. Het zal de basis vormen voor de beoordeling van de opleidings- en ontwikkelingsbehoeften en het aanbod voor opleidingen in verband met de ERK-kernactiviteiten op basis van kerncompetenties structureren.

Vertaling

In 2023 hebben wij meer dan 208 000 bladzijden vertaald en gereviseerd (2022: 203 700), met inbegrip van 12 900 bladzijden uitbesteed werk. Taalteams gebruiken zowel computerondersteunde instrumenten als technologieën voor machinevertaling om het vertaalproces te stroomlijnen. We hebben 52 publicaties opgesteld waarin de ERK-normen op het gebied van redactie en visuele identiteit werden toegepast en gecontroleerd. Onze vertalers namen ook deel aan onze controleactiviteiten door het verlenen van taalkundige ondersteuning tijdens controlebezoeken en online- of hybride vergaderingen, alsmede bij het opstellen van verslagen om het gebruik van klare taal te waarborgen. Daarnaast waren zij betrokken bij communicatiewerkzaamheden; zij gaven taalkundig advies en verbeterden de kwaliteit van berichten door deze op de doelgroep af te stemmen, bijvoorbeeld door middel van culturele aanpassing.

Cyberbeveiliging

Cyberbeveiliging:
steeds toenemende bedreigingen

Het IT-beveiligingsteam van de ERK heeft de taak om onze IT-diensten te beveiligen. Zij worden hierbij ondersteund door het interinstitutionele computercrisisresponsteam, het CERT-EU. Deze ondersteuning bleek bijzonder nuttig te zijn bij het behandelen van het cyberincident dat zich in juli 2023 voordeed. De beveiliging van een van onze gateways kon niet langer worden gewaarborgd. Verder onderzoek heeft echter geen ander datalek of andere aangetaste systemen aan het licht gebracht.

De uitvoering van het cyberbeveiligingsplan 2022‑2024 is gevorderd met tal van acties die al zijn voltooid of nog lopen. Een van de meest relevante acties die werden uitgevoerd, was de vervanging van de VPN-oplossing via zero trust-technologie voor toegang op afstand.

Phishing bleef de meest voorkomende cyberdreiging. De ERK heeft de oplossingen voor e-mailbeveiliging versterkt om beter het hoofd te kunnen bieden aan kwaadwillige e-mails.

In 2023 vonden verschillende phishingcampagnes plaats, waaronder een door de ERK geleide campagne op interinstitutioneel niveau. Wij registreerden een toename van het aantal ERK-personeelsleden dat de phishingberichten herkende en rapporteerde. Ook begonnen we met het gebruik van een nieuw instrument waarmee we gerichte phishingcampagnes konden voeren.

Het vergroten van het cyberbewustzijn onder het ERK-personeel bleef een van de belangrijkste aandachtspunten van het ISO-team. Naast de traditionele vorm van communicatie, zoals opleidingssessies en nieuwsbrieven, werden verschillende video’s in de vorm van interviews gepubliceerd, aangezien deze een doeltreffende en moderne communicatietechniek bleken te zijn.

De ERK voltooide ook de integratie in SECABC, een door de Europese Commissie gehost systeem om de uitwisseling van versleutelde e-mails tussen de EU-instellingen, -organen en -agentschappen te vergemakkelijken.

Andere maatregelen omvatten ook de activering van de optie “do not forward” in Outlook en het verbieden van de TikTok-applicatie.

Ten slotte is de ERK actief betrokken geweest bij de opstelling van de nieuwe interinstitutionele verordening inzake cyberbeveiliging en past zij al veel van de bepalingen ervan toe.

Gebouwen

Een inclusieve, veilige
en milieuvriendelijke
werkplek

Wij zijn ervan overtuigd dat een goede werkplek van cruciaal belang is om de strategische doelstellingen van de ERK te bereiken. De directe impact op het welzijn van het personeel draagt ertoe bij dat de ERK een aantrekkelijke werkplek is.

Ons doel is zorgen voor een duurzame werkplek, met een coöperatieve, op welzijn gerichte, veilige, inclusieve en milieuvriendelijke werkomgeving voor al het personeel.

We zijn momenteel eigenaar van drie gebouwen in de Luxemburgse wijk Kirchberg (“K1”, “K2” en “K3”), die functioneren als één geïntegreerde technische eenheid. Ook huren we kantoorruimte voor ons noodcentrum in Luxemburg.

Milieubeheer

Als EU-instelling hebben we de plicht om het beginsel van goed milieubeheer toe te passen bij al onze activiteiten. Het is dan ook ons streven om onze impact op het milieu voortdurend terug te dringen. Wij monitoren en analyseren jaarlijks de door onze activiteiten gegenereerde broeikasgasemissies.

De ERK is trots op haar certificering in het kader van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS). Wij passen met succes een EMAS-conform systeem voor milieubeheer toe en we voldoen volledig aan de certificeringsvereisten van ISO 14001:2015.

Na de succesvolle EMAS-vernieuwing van de certificering tot 2025 vond in oktober 2023 de jaarlijkse externe verificatieaudit in het kader van EMAS plaats. De resultaten waren positief want er waren geen onregelmatigheden ontdekt en er werden veel goede praktijken vastgesteld.

Tot slot werd een nieuw EMAS-actieplan 2023‑2025 goedgekeurd.

Aanpak van de energiecrisis

De ERK nam verschillende maatregelen om de energiecrisis aan te pakken naar aanleiding van het plan “Gas besparen voor een veilige winter” van de Commissie en de Raad. Voor de periode 2022‑2023 is het gemiddelde verbruik 21 % gedaald ten opzichte van de voorgaande vijf jaar.

De ERK blijft rekening houden met de aanbeveling van de Luxemburgse regering om de temperatuur in overheidsgebouwen te beperken tot 20 °C.

Na de energieaudit van de gebouwen van de ERK in 2022 hebben we de vereiste stappen genomen om de energieconsumptie in de gebouwen te verminderen, zoals de uitvoering van verschillende maatregelen in de zomer van 2023: we hebben de temperatuur in ruimten met airconditioning verhoogd, in sommige delen van de gebouwen ventilatie- en koelsystemen uitgeschakeld en de verlichting in de gangen en trappenhuizen in K1 en K2 teruggebracht tot de minimale beveiligingsverlichting.

Stappenplan voor emissiereductie
vóór 2030

In 2022 werd een studie uitgevoerd naar het potentieel om de ERK-uitstoot van broeikasgasemissies te verminderen. De potentiële emissiereducties werden beoordeeld op basis van jaarlijkse berekeningen van de koolstofvoetafdruk en de ideeën die zijn verzameld tijdens de raadpleging van alle afdelingen en personeelsleden van de ERK in het voorjaar van 2022. De operationele teams hebben 371 ideeën voor het beperken van emissies in kaart gebracht en geëvalueerd, wat heeft geleid tot drie routekaarten. Op basis hiervan hebben we een nieuw milieuprogramma voor 2023‑2025 aangenomen.

Duurzaamheidsverslaglegging

In 2023 publiceerden wij ons tweede duurzaamheidsverslag van de ERK, dat betrekking had op het jaar 2022. Duurzaamheidsverslaglegging is het evalueren en meten van, alsmede het uitbrengen van verslag over de wijze waarop een organisatie haar materiële impact op de economie, de samenleving en het milieu aanpakt en beheert. Het duurzaamheidsverslag geeft een overzicht van de impact van onze activiteiten. In het verslag wordt ook gerapporteerd over de manier waarop we in onze controles onderzoeken of de EU-middelen duurzame en inclusieve groei in Europa en de rest van de wereld ondersteunen. Daarnaast bevat het informatie over de impact van onze structuur en de manieren waarop wij administratief te werk gaan om deze missie te vervullen.

Onze duurzaamheidsverslaglegging voor het jaar 2023 is als bijlage bij dit verslag gevoegd.

Inleiding

01 In deze bijlage wordt een beschrijving gegeven van onze voortdurende inspanningen om een duurzame instelling te zijn. Bij het selecteren van de inhoud hebben wij ons laten inspireren door de normen van het Global Reporting Initiative1 (GRI). Wij hebben deze vervolgens aangepast aan onze context en kenmerken als openbare instelling. In deze bijlage wordt uiteengezet hoe wij de economische, sociale en milieueffecten van ons werk aanpakken, zowel intern als extern.

02 Dit is de derde keer dat we verslag uitbrengen over duurzaamheid. Het eerste verslag over 2021 is hier beschikbaar, en het tweede verslag over 2022 vindt u hier. Wij nodigen u uit om de twee vorige verslagen te raadplegen als aanvulling op het verslag over 2023.

03 Toen dit document werd opgesteld, waren bepaalde gegevens — met name over het verbruik van hulpbronnen — nog niet beschikbaar. Waar dit het geval was, hebben we de cijfers voor 2022 gebruikt.

04 Meer informatie over de activiteiten en controleverslagen van de Europese Rekenkamer (ERK) vindt u op onze website (www.eca.europa.eu). Ook kunt u

1 Het Global Reporting Initiative is een internationale organisatie zonder winstoogmerk. Het GRI verstrekt gratis richtsnoeren voor duurzaamheidsverslaglegging waarmee bedrijven en organisaties kunnen rapporteren over hun economische, sociale, governance- en milieuprestaties. Het kader voor duurzaamheidsverslaglegging van het GRI helpt bedrijven om deze informatie op een duidelijke en vergelijkbare manier te identificeren, verzamelen en rapporteren.

Economische normen

Economische prestaties

05 De financiële bepalingen voor de ERK zijn vastgesteld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie2. In 2023 bedroeg onze begroting 175,1 miljoen EUR (162,1 miljoen EUR in 2022), met een uitvoeringspercentage van 98 % (98,5 % in 2022 en 97 % in 2021). Onze begroting maakt ongeveer 1,5 % uit van de totale administratieve uitgaven van de EU (minder dan 0,1 % van de totale EU-uitgaven).

06 Onze jaarrekening wordt opgesteld door de rekenplichtige van de ERK en wordt jaarlijks door een externe accountant gecontroleerd. De gecontroleerde jaarrekening wordt samen met de verslagen van de externe accountant toegezonden aan de Europese Commissie met het oog op consolidatie, en aan het Europees Parlement en de Raad.

07 In ons jaarverslag over het begrotings- en financieel beheer geven wij een overzicht van de uitvoering van onze begroting en lichten wij gebeurtenissen toe die een significante impact op ons werk hebben gehad. Het verslag wordt toegezonden aan de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad.

2 Artikelen 310 tot en met 325.

De duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN in een EU‑context

08 Als hoogste controle-instantie kan de ERK met haar controles een waardevolle bijdrage leveren aan het behalen van de 17 duurzameontwikkelingsdoelstellingen (sustainable development goals — SDG’s) van de Verenigde Naties (VN). In overeenstemming met ons mandaat en onze prioriteiten monitoren wij de uitvoering, houden wij de vooruitgang bij en stellen wij verbeteringen vast voor alle SDG’s.

09 Hoewel we geen controles hebben uitgevoerd die specifiek gericht waren op de uitvoering van SDG’s, hebben we wel een aantal verslagen gepubliceerd over onderwerpen die relevant zijn voor een of meer SDG’s. In 2023 publiceerden we daarnaast 35 speciale verslagen en analyses. 89 % van deze verslagen (62 % in 2022) hadden betrekking op onderwerpen die relevant zijn voor het behalen van de SDG’s van de VN. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het verband tussen onze verslagen en de SDG’s. Regelmatig geactualiseerde informatie over dit onderwerp is hier beschikbaar.

Tabel 1 — Relevante informatie over de SDG’s van de VN in de ERK-verslagen van 2023

Verslag Gerelateerde SDG
Speciaal verslag 01/2023: “Hulpmiddelen om reizen binnen de EU tijdens de COVID‑19-pandemie te faciliteren — Relevante initiatieven met een impact variërend van succes tot beperkt gebruik”. N.v.t.
Speciaal verslag 02/2023: “De aanpassing van de voorschriften van het cohesiebeleid in antwoord op COVID‑19 — De middelen werden flexibeler gebruikt, maar over het cohesiebeleid als instrument voor crisisrespons moet worden nagedacht”.
Speciaal verslag 03/2023: “Integratie van de interne markt voor elektriciteit — Complexe juridische structuur, vertragingen, zwakke punten op het gebied van governance en onvolledig markttoezicht vormen een belemmering voor het bereiken van de ambitieuze doelstelling”.
Speciaal verslag 04/2023: “Het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering + — De resultaten bleven achter bij de ambities”.
Speciaal verslag 05/2023: “Het financiële landschap van de EU — Een lappendeken die verdere vereenvoudiging en verantwoording behoeft”. N.v.t.
Speciaal verslag 06/2023: “Belangenconflicten in cohesie- en landbouwuitgaven van de EU — Kader is aanwezig, maar er zijn lacunes in de transparantie en detectiemaatregelen”.
Speciaal verslag 07/2023: “Opzet van het controlesysteem van de Commissie voor de RRF — Op EU-niveau blijft een zekerheids- en verantwoordingskloof bestaan in het nieuwe uitvoeringssysteem, ondanks uitgebreide werkzaamheden die worden gepland”.
Speciaal verslag 08/2023: “Intermodaal goederenvervoer — Goederen worden in de EU nog altijd over de weg vervoerd”.
Speciaal verslag 09/2023: “Veiligstelling van de toeleveringsketens van landbouwproducten tijdens COVID‑19 — Snelle EU-reactie, maar niet voldoende op het doel gericht door de lidstaten”.
Speciaal verslag 10/2023: “De voorbereidende actie inzake defensieonderzoek — Er werden enkele lessen geleerd, maar de waarde als proeftuin voor het verhogen van de defensie-uitgaven van de EU bleef beperkt door tijdgebrek en bescheiden resultaten”.
Speciaal verslag 11/2023: “EU-steun voor de digitalisering van scholen — Aanzienlijke investeringen, maar een gebrek aan strategische focus bij het gebruik van EU-financiering door de lidstaten”.
Speciaal verslag 12/2023: “EU-toezicht op het kredietrisico van banken — De ECB heeft haar inspanningen opgevoerd, maar er is meer nodig om beter te verzekeren dat het kredietrisico naar behoren wordt beheerd en gedekt”.
Speciaal verslag 13/2023: “Geautoriseerde marktdeelnemers — Solide douaneprogramma met onbenut potentieel en ongelijke uitvoering”.
Speciaal verslag 14/2023: “Programmering van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld — Alomvattende programma’s met tekortkomingen in de methoden voor de toewijzing van middelen en de effectbeoordeling”.
Speciaal verslag 15/2023: “Het industriebeleid van de EU inzake batterijen — Nieuwe strategische impuls nodig”.
Speciaal verslag 16/2023: “NGEU-schuldbeheer bij de Commissie — Een bemoedigende start, maar verdere afstemming op beste praktijken nodig”.
Speciaal verslag 17/2023: “Circulaire economie — Trage overgang van de lidstaten ondanks EU-maatregelen”.
Speciaal verslag 18/2023: “De klimaat- en energiedoelstellingen van de EU — De streefcijfers voor 2020 zijn verwezenlijkt, maar weinig wijst erop dat de maatregelen voor het bereiken van de streefcijfers voor 2030 volstaan”.
Speciaal verslag 19/2023: “Inspanningen van de EU om te komen tot duurzaam bodembeheer — Weinig ambitieuze normen, onvoldoende doelgerichtheid”.
Speciaal verslag 20/2023: “Ondersteuning van personen met een beperking — De praktische gevolgen van het EU-optreden zijn beperkt”.
Speciaal verslag 21/2023: “Het Spotlight-initiatief om geweld tegen vrouwen en meisjes uit te bannen — Ambitieus maar tot dusver met een beperkte impact”.
Speciaal verslag 22/2023: “Hernieuwbare offshore-energie in de EU — Ambitieuze plannen voor groei, maar duurzaamheid blijft een uitdaging”.
Speciaal verslag 23/2023: “Herstructurering en aanplant van wijngaarden in de EU — Onduidelijke impact op het concurrentievermogen en beperkte milieuambitie”.
Speciaal verslag 24/2023: “Slimme steden — Concrete oplossingen, maar fragmentatie staat een bredere toepassing ervan in de weg”.
Speciaal verslag 25/2023: “Aquacultuurbeleid van de EU — Stagnerende productie en onduidelijke resultaten ondanks meer EU-financiering”.
Speciaal verslag 26/2023: “Het prestatiemonitoringkader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) — Voortgang van de uitvoering gemeten, maar ontoereikend voor het vastleggen van de prestaties”.
Speciaal verslag 27/2023: “Screening van buitenlandse directe investeringen in de EU — Eerste stappen genomen, maar nog steeds aanzienlijke beperkingen voor een doeltreffende aanpak van de risico’s voor de veiligheid en de openbare orde”. N.v.t.
Speciaal verslag 28/2023: “Overheidsopdrachten in de EU — Minder concurrentie om opdrachten voor werken, goederen en diensten in de periode 2011‑2021”.
Speciaal verslag 29/2023: “EU-steun voor duurzame biobrandstoffen in het vervoer — Een onduidelijke toekomst”.
Analyse 01/2023: “EU-financiering via cohesiebeleid en de herstel- en veerkrachtfaciliteit — Een vergelijkende analyse”. N.v.t.
Analyse 02/2023: “EU-maatregelen om de toenemende hoeveelheid gevaarlijke afvalstoffen aan te pakken”.
Analyse 03/2023: “Vervoer van levende dieren in de EU: uitdagingen en kansen”.
Analyse 04/2023: “De digitalisering van het beheer van EU-middelen”.
Analyse 05/2023: “Hervorming van de economische governance van de EU — Kansen, maar ook risico’s en uitdagingen”.
Analyse 06/2023: “Het jaarlijkse beheers- en prestatieverslag over de EU-begroting 2022 van de Commissie”.

Praktijken op het gebied van aanbestedingen

10 Alle praktijken op het gebied van overheidsopdrachten van de ERK vallen onder het Financieel Reglement3, en wij gebruiken de openbare aanbestedingsprocedures die daarin zijn vastgelegd voor het aankopen van goederen, diensten of werken. De Algemene voorwaarden voor contracten voor leveringen, diensten en werken is een openbaar document op onze website waarin de contractuele relatie tussen de ERK en haar leveranciers, dienstverleners en aannemers is vastgelegd.

11 In 2023 kocht de ERK goederen en diensten aan voor een totaalbedrag van 23 426 750,05 EUR (5 512 853 EUR in 2022 en 15 215 515 EUR in 2021), waarvan 21 453 665,05 EUR aan goederen en diensten bij lokale leveranciers (4 848 701 EUR in 2022 en 10 144 812 EUR in 2021). Het percentage uitgaven aan lokale leveranciers bedroeg 91,58 % (88 % in 2022 en 67 % in 2021).

12 In het belang van transparantie worden onze aanbestedingspraktijken en -procedures openbaar gemaakt. Op onze website vindt u een overzicht van de aanbestedingen van de ERK, de planning van opdrachten met een geringe waarde en middelgrote opdrachten, de jaarlijkse lijsten van opdrachten en de algemene voorwaarden voor contracten voor leveringen, diensten en werken van de Europese Rekenkamer.

3 Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie.

Corruptiebestrijding

13 Wat betreft de activiteiten die worden beoordeeld op risico’s van corruptie, moeten we een onderscheid maken tussen externe en interne activiteiten. “Externe activiteiten” verwijst naar activiteiten of verrichtingen in het kader van de EU-begroting, die wij controleren als onderdeel van onze controlewerkzaamheden.

14 Als de externe auditor van de EU heeft de ERK geen mandaat om onderzoek in te stellen naar gevallen van vermoedelijke fraude die de financiële belangen van de EU schaden. Hoewel het moeilijk kan zijn fraude vast te stellen aan de hand van standaardcontroleprocedures, brengen onze controlewerkzaamheden elk jaar een aantal gevallen van vermoedelijke fraude aan het licht. Deze gevallen worden gemeld aan OLAF, het Europees Bureau voor fraudebestrijding, via bestaande samenwerkingsmechanismen en -kanalen tussen beide organisaties. Indien nodig kunnen ze tegelijkertijd ook aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) worden gemeld.

15 In 2023 werden geen gevallen van fraude gemeld in verband met interne activiteiten.

16 Wat betreft preventieve training organiseerden we in 2023 24 cursussen over anticorruptiebeleid en -procedures (21 in 2022 en 15 in 2021), met een totale duur van 175 uur (156 uur in 2022 en 76 uur in 2021).

17 Deze evenementen werden bijgewoond door 1 069 deelnemers4 (612 in 2022 en 1 011 in 2021) en stonden open voor alle personeelsleden van de ERK, waaronder de ERK-leden.

4 Het cijfer toont het totale aantal deelnemers.

Sociale normen

Werkgelegenheid

18 Wij zijn afhankelijk van de vaardigheden en motivatie van ons personeel om de doelstellingen van ons jaarlijks werkprogramma te bereiken. Het werven van de juiste mensen op het juiste moment is daarom een belangrijke prioriteit, en het beleid om het personeel actief te betrekken bij onze werkzaamheden is van essentieel belang. Tabel 2 toont onze personeelssituatie eind 2023, naar nationaliteit en type werknemer:

Tabel 2 — ERK-personeel op 31 december 20235

Land Ambtenaren Tijdelijke functionarissen Arbeidscontractanten GND’s Totaalaantal personeelsleden
Oostenrijk 7 5   1 13
België 44 7 9   60
Bulgarije 28 7     35
Kroatië 3 6 2 1 12
Cyprus 4 4 1   9
Tsjechië 26 4 1 1 32
Denemarken 6 4     10
Estland 9 4 1   14
Finland 13 5   1 19
Frankrijk 79 24 18 3 124
Duitsland 63 14 2   79
Griekenland 36 18 6 3 63
Hongarije 24 6 2   32
Ierland 10 8 1   19
Italië 52 13 7   72
Letland 10 5 1 1 17
Litouwen 14 5 5   24
Luxemburg 3 4 5 1 13
Malta 5 6     11
Nederland 8 4     12
Polen 52 7 4 2 65
Portugal 26 9 9   44
Roemenië 46 9 2 2 59
Slowakije 9 3   3 15
Slovenië 10 6 3   19
Spanje 44 11 7 1 63
Zweden 13 2   1 16
Oekraïne   1   5 6
Verenigd Koninkrijk 9 3     12
Totaal 653 204 86 26 969

Bron: ERK.

Eind 2023 hadden we 969 personeelsleden in dienst6 (954 in 2022), waarvan 67,4 % ambtenaren (68,2 % in 2022). Onze personeelsleden zijn afkomstig uit alle 27 EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk. Voor meer informatie over werving in 2023, zie het hoofdstuk “Werving” in het hoofddocument.

19 Zie het hoofdstuk “Gelijke kansen” in het hoofddocument voor statistieken over het genderevenwicht bij de ERK.

20 Op 1 januari 2022 voerde de ERK een hybride werkmodel in, waarbij een flexibele benadering van de werktijd werd geïntroduceerd als een essentieel onderdeel van het personeelsbeheer. Sindsdien zijn flexibele werktijden de standaardwerkregeling, waardoor het personeel een beter evenwicht tussen werk en privéleven geniet en tegelijkertijd rekening kan houden met de behoeften van de dienst. De regeling draagt ook positief bij aan het genderevenwicht en aan de efficiëntie van de organisatie.

21 De ERK neemt deel aan een initiatief op hoog niveau, gelanceerd door commissaris Johannes Hahn, om Luxemburg aantrekkelijker te maken als werkplek. Dit initiatief heeft als doel overeenstemming te bereiken over specifieke acties die door alle in Luxemburg gevestigde EU-instellingen moeten worden uitgevoerd. De instellingen kwamen overeen om vier werkgroepen op te richten om twaalf specifieke acties te ontwikkelen. Eén werkgroep wordt voorgezeten door de directeur Personeelszaken van de ERK. Deze bestaat uit twee subwerkgroepen: één over gezamenlijke interinstitutionele communicatie, en een tweede over het bevorderen van de betrekkingen met de Europese academische wereld — ook wel bekend als het REA-netwerk — die door de ERK wordt geleid.

5 Deze tabel geeft het personeel weer dat op 31 december 2023 bij de ERK in dienst was (857 ambtenaren en tijdelijke functionarissen, 26 gedetacheerde nationale deskundigen en 86 arbeidscontractanten). De tabel omvat niet de 25 leden van de ERK. Ook het aantal vaste en tijdelijke ambten (gepresenteerd op bladzijde 52 van het hoofddocument) is hoger (882 ambten) dan het eerder vermelde aantal, omdat hierin ook de vacatures aan het eind van 2023 zijn opgenomen.

6 Exclusief 25 ERK-leden.

Gelijke kansen, diversiteit en inclusie

22 De ERK voert als werkgever een beleid van gelijke kansen. Wij zetten ons in om ons personeel op alle niveaus van de instelling gelijke carrièrekansen te bieden. Het beginsel van gelijke kansen is verankerd in artikel 1 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, dat discriminatie op welke grond dan ook verbiedt. Dit omvat de volledige gelijkheid van mannen en vrouwen op de werkplek.

23 In 2023 ging de ERK verder met de uitvoering van haar in 2021 vastgestelde beleid voor diversiteit en inclusie (D&I). Dit omvatte het intern publiceren van een geactualiseerde versie van de richtsnoeren voor gelijke kansen voor personeel, alsook verschillende oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling voor het werven van bemiddelaars en vertrouwenspersonen, zowel intern als extern. Verder omvatte het een actualisering van de richtsnoeren voor terugkeer naar het werk na langdurig ziekteverlof. Sinds begin 2023 bieden we ook “Eerste hulp bij mentale gezondheidsproblemen” aan het personeel aan.

24 In 2023 werd de ERK ook lid van het International Dual Career Network (IDCN) in Luxemburg, een wereldwijde organisatie die is gericht op de loopbaanontwikkeling en het welzijn van de partners/echtgenoten van onze medewerkers. Het IDCN biedt een breed scala aan diensten, zoals het inzichtelijk maken van de lokale arbeidsmarkt, hulp met cv’s, netwerkevenementen en toegang tot lokale zakelijke netwerken via andere IDCN-leden. Alle partners en echtgenoten van ERK-medewerkers die in Luxemburg zijn gevestigd, kunnen zich bij het IDCN aansluiten.

25 Dit jaar is de ERK genomineerd voor een Prijs voor goed bestuur van de Europese Ombudsman als erkenning voor onze Week van de bewustwording rond handicaps (categorie: Uitmuntendheid in diversiteit en inclusie). Met de Prijs voor goed bestuur van de Europese Ombudsman wordt het werk van EU-organen erkend dat een zichtbare en directe positieve invloed heeft op het leven van mensen in Europa en daarbuiten. Het doel is om deze voorbeelden onder de aandacht van een breder publiek te brengen en om goede praktijken binnen de EU-instellingen te verspreiden.

26 In 2023 zijn er geen gevallen van discriminatie gemeld.

Vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen

27 Alle personeelsleden zijn onderworpen aan het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

28 Het personeel van de ERK geniet vrijheid van vereniging. Dit wordt geregeld in een kaderovereenkomst met de personeelsvakbonden, die in 2018 is ondertekend. In de overeenkomst worden onder andere de rol en functies van de personeelsvakbonden en bemiddelingsprocedures geregeld, alsook het stakingsrecht van het personeel. Tot nu toe is de Union Syndicale Luxembourg (USL) de enige vakbond die deze overeenkomst heeft ondertekend.

29 Het personeel wordt ook vertegenwoordigd door het personeelscomité, dat bestaat uit werknemers van verschillende rangen en functiegroepen. Het personeelscomité kan vragen van ERK-personeel met het bestuur bespreken.

30 Artikel 9 van het Statuut voorziet in de oprichting van een personeelscomité dat op een aantal gebieden moet worden geraadpleegd, zoals bevordering, certificering en vervroegde uittreding. Het personeelscomité is ook vertegenwoordigd in verschillende tuchtraden (Beroepsopleiding, IT en Informatie, Gezondheid en Veiligheid, en Catering). Daarnaast geeft het advies over bepaalde administratieve zaken zoals interne vergelijkende onderzoeken, werving, contractverlengingen, herindeling en dienstreizen.

31 In 2023 was het minimumaanvangssalaris bij de ERK dat van arbeidscontractanten in functiegroep FG I, rang 3, salaristrap 3: een maandsalaris van 3 119,25 EUR. Ter vergelijking: het minimummaandsalaris in Luxemburg voor geschoolde werknemers was 3 085,11 EUR in 2023.

Opleiding en onderwijs

32 Sinds de pandemie, en nu er een hybride werkomgeving is, worden onlineopleidingen gecombineerd met opleidingen in persoon. In 2023 organiseerden wij in totaal 544 leeractiviteiten (663 in 2022) over een breed scala aan onderwerpen, voor in totaal 12 041 deelnemers (16 014 in het voorgaande jaar). Voor meer informatie over onze opleidingsactiviteiten, zie het hoofdstuk “Beroepsopleiding” in het hoofddocument.

Milieunormen

Ons milieubeleid

33 De ERK heeft haar eerste milieubeleid (Eco-Management and Audit Scheme — EMAS) in 2014 vastgesteld. Dit proces is gebaseerd op een cyclus van drie jaar. Eind 2022 werd onze derde EMAS-cyclus succesvol afgesloten, toen onze EMAS-certificering7 met nog eens drie jaar werd verlengd.

34 Door middel van dit beleid heeft de ERK zich ertoe verbonden om:

  • maatregelen te nemen om verontreiniging te voorkomen en kooldioxide-emissies te verminderen;
  • het efficiënt gebruik van energie te bevorderen en maatregelen te nemen om het elektriciteits- en waterverbruik te verminderen;
  • te zorgen voor een efficiënter gebruik van papier om het verbruik ervan te verminderen;
  • milieucriteria op te nemen in haar openbare aanbestedingsprocedures;
  • beste praktijken in te voeren met betrekking tot afvalbeheer;
  • al het personeel aan te moedigen om duurzaam te handelen en actief bij te dragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen.

35 In maart 2023 hebben we daarom nieuwe en ambitieuze doelstellingen vastgesteld voor de periode 2023‑2025 en een geactualiseerd actieplan opgesteld.

7 De ERK voldoet aan de certificeringsvereisten van de internationaal overeengekomen kwaliteitsnorm ISO 14001:2015 (milieumanagementsystemen) en zij is officieel ISO 14001-gecertificeerd.

Samenvatting van de milieuresultaten

36 Wij monitoren regelmatig ons verbruik van nutsvoorzieningen en nemen verschillende maatregelen om dit te verminderen. Zo hebben we meerdere maatregelen genomen om ons energieverbruik te verminderen: het moderniseren van ventilatiesystemen, het continu vervangen van klassieke gloeilampen door ledlampen met een lager verbruik en het verkorten van de ventilatie- en koeltijden tijdens de zomermaanden.

37 De cijfers voor het verbruik van nutsvoorzieningen zijn over het algemeen beschikbaar in het tweede kwartaal van het volgende jaar, en waren dus nog niet beschikbaar voor 2023 toen dit verslag werd opgesteld. Daarom hebben we de verbruikstrends voor 2022 ten opzichte van die voor 2021 geanalyseerd.

Tabel 3 — Verbruik van nutsvoorzieningen voor 2022 ten opzichte van 2021, en trend sinds 2014

Indicatoren per vte8 In één jaar Sinds 2014
Elektriciteit 3,57 MWh/vte − 2,7 % − 34,5 %
Verwarming (gestandaardiseerd verbruik) 3,08 MWh/vte − 6,0 % − 22,2 %
Papier 2 929,33 bladzijden/vte + 46,5 % − 83,5 %
Emissies 8,25 tCO2e/vte + 3,9 % − 29,5 %
Afval9 109,13 kg/vte + 39,9 % − 33,7 %
Water 7,37 m³/vte + 24,0 % − 45,3 %

Bron: ERK.

38 De grote stijgingen in de indicatoren voor water, afvalproductie en papierverbruik houden allemaal verband met het feit dat het personeel weer aan het werk ging in de gebouwen van de ERK nadat de COVID‑19-beperkingen waren opgeheven. Toen het personeel geleidelijk weer terug op kantoor kwam, nam het aantal maaltijden toe dat in de kantine van de ERK werd bereid, evenals het waterverbruik en de hoeveelheid afval.

39 Als onderdeel van onze milieu-inspanningen houden we onze koolstofvoetafdruk bij, met als doel deze te verkleinen. Onze broeikasgasemissies in 2022 bedroegen in totaal 7 989 tCO2e, wat een daling inhoudt van 25 % sinds 2014. Dit is een rechtstreeks gevolg van de uitvoering van onze eerdere actieplannen.

8 Vte: voltijdequivalent personeel.

9 De meetparameters zijn niet equivalent tussen 2014 en 2022.

Grafiek 1 — Totale broeikasgasemissies in 2022

Bron: berekening uitgevoerd door 21 Solutions, op basis van gegevens van de ERK.

Grafiek 2 — Verandering in de totale koolstofvoetafdruk van de ERK sinds 2014

Bron: berekening uitgevoerd door 21 Solutions, op basis van gegevens van de ERK.

Biodiversiteit

40 De impact van onze activiteiten op de biodiversiteit is beperkt. Wij monitoren en beoordelen onze impact echter op ernst, frequentie en mate van controle. Als een probleem groot wordt, nemen wij maatregelen om eventuele daaruit voortvloeiende risico’s te beperken.

41 In 2023 hebben we een uitgebreide analyse uitgevoerd van de impact van onze activiteiten en gebouwen op de biodiversiteit. Onze grootste impact had betrekking op mobiliteit en het gebruik van gebouwen. De belangrijkste bronnen van deze impact waren werkgerelateerde reizen (voornamelijk controlebezoeken ter plaatse) en het dagelijkse woon-werkverkeer naar kantoor. De op één na grootste impact had betrekking op ons gebruik van gebouwen: energieverbruik, gebruik van apparatuur, IT-middelen en -apparatuur, en catering.

42 Ter compensatie van onze negatieve impact streven wij ernaar de biodiversiteit positief te beïnvloeden door middel van verschillende acties en projecten die, hoewel ze misschien bescheiden lijken, de bewustwording van het personeel aanzienlijk vergroten. In 2023 werden bijvoorbeeld de volgende acties ondernomen:

  • Activiteiten van de ecogemeenschap van de ERK: vrijwilligers onder het personeel onderhouden een gemeenschappelijke tuin op het terrein van de ERK en hebben een zaadbibliotheek opgezet; we hebben een partnerschap gesloten met de lokale ngo natur&ëmwelt Fondation Hëllef fir d’Natur; we hebben bomen geplant in een lokaal bos (er zijn ongeveer 1 000 bomen geplant in het kader van twee verschillende acties), en we hebben “Repair Cafés” georganiseerd waar vrijwilligers kapotte huishoudelijke voorwerpen voor hun collega’s repareerden.
  • Bijenteelt: het houden van verschillende bijenkolonies op het terrein van ERK werd met succes voortgezet, en we produceerden onze eigen honing. Deze activiteit wordt beheerd door vrijwilligers. Wij gebruiken de honing die we produceren als geschenken voor protocollaire doeleinden.
  • Voor het eerst hebben we onszelf een meetbare biodiversiteitsdoelstelling opgelegd in ons nieuwe milieuactieplan, met als doel om tegen het einde van 2025 onze groene ruimten met 1 % uit te breiden.
  • We hebben de eerste biodiversiteitsworkshop voor het personeel georganiseerd om hen bewust te maken van de gevolgen van het verlies aan biodiversiteit. Ook boden we het personeel een rondleiding aan in de watertoren van Ban de Gasperich met als doel meer inzicht te krijgen in problemen op het gebied van waterbeheer.

Bewustmaking

43 Wij hebben ook dit jaar weer evenementen, lezingen en kennisdeling voor het personeel georganiseerd, en we hebben onze kennis en de bevindingen uit onze verslagen gedeeld met de EU-instellingen:

  • We namen deel aan de interinstitutionele EMAS-dagen van de EU, waar we ons duurzaamheidsverslag voor 2022, ons verslag over de reactie van de EU-agentschappen op de energiecrisis en duurzaamheidsverslaglegging, en het “Repair Café”-initiatief presenteerden.
  • In 2023 hebben we een overeenkomst getekend met het Luxemburgse ministerie van Vervoer om een mobiliteitsplan te ontwikkelen om het gebruik van zachte mobiliteit door het personeel te bevorderen.
  • We begonnen onze afvalproductie nauwlettender te monitoren door gespecialiseerde software te gebruiken en elektronische weegschalen aan te schaffen.
  • We organiseerden verschillende opleidingsmodules over milieubewustzijn voor het personeel, waaronder een onlineopleiding voor nieuwkomers in de vorm van een “Climate Fresk” (een workshop over de fundamentele wetenschap achter klimaatverandering), en een lezing over systeemrisicoanalyse.

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: https://eca.europa.eu/nl/contact
Website: https://eca.europa.eu
Twitter: @EUauditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (https://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2024

PDF ISBN 978-92-849-1905-5 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/58202 QJ-AA-24-001-NL-N
HTML ISBN 978-92-849-2004-4 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/034399 QJ-AA-24-001-NL-Q
PRINT ISBN 978-92-849-1997-0 ISSN 1684-0704 doi:10.2865/660082 QJ-AA-24-001-NL-C

De publicatie is beschikbaar in 24 talen en in het volgende formaat:

PDF
PDF General Report

AUTEURSRECHT

© Europese Unie, 2024

Het beleid van de Europese Rekenkamer (ERK) inzake hergebruik is uiteengezet in Besluit nr. 6-2019 van de ERK over het opendatabeleid en het hergebruik van documenten.

Tenzij anders aangegeven (bijv. in afzonderlijke auteursrechtelijke mededelingen), wordt voor inhoud van de ERK die eigendom is van de EU een licentie verleend in het kader van de Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie. Als algemene regel geldt derhalve dat hergebruik is toegestaan mits de bron correct wordt vermeld en eventuele wijzigingen worden aangegeven. De hergebruiker van ERK-inhoud mag de oorspronkelijke betekenis of boodschap niet wijzigen. De ERK is niet aansprakelijk voor mogelijke gevolgen van hergebruik.

Aanvullende toestemming moet worden verkregen indien specifieke inhoud personen herkenbaar in beeld brengt, bijvoorbeeld op foto’s van personeelsleden van de ERK, of werken van derden bevat.

Indien dergelijke toestemming wordt verkregen, wordt de bovengenoemde algemene toestemming opgeheven en zullen beperkingen van het gebruik daarin duidelijk worden aangegeven.

Voor de volgende afbeeldingen is hergebruik toegestaan mits de auteursrechthebbende, de bron en, voor zover genoemd, de naam van de fotografen worden vermeld:

* © Europese Unie, 2023. Bron: Europese Rekenkamer.

* (tweede rij, rechts): © Europese Unie, 2021. Bron: Europese Commissie — fotograaf: Christophe Licoppe. Architecten van het gebouw: André Polak, Lucien De Vestel en Jean Gilson.

*, *, * © Europese Unie, 2023. Bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2023. Bron: Europees Parlement/Alexis Haulot.

* © Europese Unie, 2023. Bron: Europese Commissie/Christophe Licoppe.

Bijlage — Onze duurzaamheidsverslaglegging voor 2023:

Omslag: © Europese Unie, 2017. Bron: Europese Rekenkamer. Architecten van de gebouwen: Paul Noël (1988) en Jim Clemes (2004 & 2013).

Tabel 1 — SDG-iconen: © Verenigde Naties. Alle rechten voorbehouden. De inhoud van deze publicatie is niet goedgekeurd door de Verenigde Naties en geeft de standpunten van de Verenigde Naties noch haar functionarissen weer. De iconen voor niet-officiële talen van de VN zijn gedownload van Trello of ontworpen door de Europese Rekenkamer. De Verenigde Naties nemen geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid op zich voor de vertaling van de tekst van de SDG-iconen in niet-officiële talen van de VN.

Wilt u inhoud gebruiken of reproduceren die geen eigendom van de EU is, dan dient u de auteursrechthebbende mogelijk rechtstreeks om toestemming te vragen:

* (eerste rij, links): © stock.adobe.com/Rusland.

* (eerste rij, rechts): © stock.adobe.com/kunakorn.

* (eerste rij, links): © shutterstock.com/Artem Kontratiev.

* (derde rij, links): © stock.adobe.com/katafree.

* (derde rij, rechts): © stock.adobe.com/ufly.

* (vierde rij, links): © stock.adobe.com/Suheyp.

* (vierde rij, rechts): © stock.adobe.com/Семен Саливанчук.

* © stock.adobe.com/Antony Weerut.

* © stock.adobe.com/phonlamaiphoto.

* © stock.adobe.com/AungMyo.

* © depositphotos.com/XavierLejeune.

* (van links naar rechts, foto’s van omslagen): © depositphotos.com/Andrey Popov/Kav777; © depositphotos.com/Salajean.

* © Tribunal de Contas de Portugal (Portugese Rekenkamer), 2023. Architect van het gebouw: Diogo de Boitaca.

* © GLOBAL VIEW SPRL — fotograaf: Simon Schmitt. Architecten van de gebouwen: Paul Noël (1988) en Jim Clemes (2004 & 2013).

Bijlage — Onze duurzaamheidsverslaglegging voor 2023:

*, * de tabel en grafieken zijn ontworpen met behulp van Flaticon.com. © Freepik Company S.L. Alle rechten voorbehouden.

Software of documenten waarop industriële-eigendomsrechten rusten, zoals octrooien, handelsmerken, geregistreerde ontwerpen, logo’s en namen, zijn uitgesloten van het beleid van de ERK inzake hergebruik.

De groep institutionele websites van de Europese Unie met de domeinnaam “europa.eu” bevat links naar sites van derden. Aangezien de ERK geen controle heeft over deze sites, wordt u aangeraden kennis te nemen van hun privacy- en auteursrechtbeleid.

Gebruik van het ERK-logo

Het logo van de ERK mag niet worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van de ERK.

HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-centra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde centrum online (european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl).

Bel of schrijf
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen);
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • het onlineformulier in te vullen: european-union.europa.eu/contact-eu/write-us_nl

WAAR VINDT U INFORMATIE OVER DE EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website (european-union.europa.eu).

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU bekijken of bestellen op op.europa.eu/nl/publications. Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke documentatiecentrum (european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële talen, krijgt u op EUR‑Lex (eur-lex.europa.eu).

Open data van de EU
Het portaal data.europa.eu biedt toegang tot opendatabestanden van de instellingen, organen en agentschappen van de EU. Deze kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden. Het portaal biedt ook toegang tot een grote hoeveelheid databestanden van de Europese landen.