Onze activiteiten
in 2022

Jaarlijks activiteitenverslag
van de Europese Rekenkamer

Cover image

Europese Rekenkamer

Wie we zijn

  • de externe auditor van de Europese Unie;
  • opgericht bij het Verdrag van Brussel van 1975; begon haar werkzaamheden in oktober 1977;
  • een Europese instelling sinds 1993 in het kader van het Verdrag van Maastricht;
  • gevestigd in Luxemburg;
  • met een college van 27 leden, één per EU-lidstaat, benoemd door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement;
  • ongeveer 950 personeelsleden van alle EU-nationaliteiten.

Wat we doen

  • we zorgen ervoor dat de EU een adequate boekhouding voert en haar financiële regels juist toepast, en dat het EU-beleid en de EU-programma’s kosteneffectief zijn en de doelstellingen ervan worden bereikt;
  • we dragen bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en bevorderen verantwoording en transparantie;
  • we waarschuwen voor risico’s, verschaffen zekerheid, wijzen op tekortkomingen en successen en bieden EU-beleidsmakers en -wetgevers richtsnoeren;
  • we presenteren onze opmerkingen en aanbevelingen aan het Europees Parlement, de Raad, nationale regeringen en parlementen alsmede aan het grote publiek.

Voorwoord van de president

Beste lezer,

Terwijl de Europese Unie en haar lidstaten nog steeds te maken hadden met de gevolgen van de COVID‑19‑pandemie en de snelle klimaatverandering, werden zij in 2022 geconfronteerd met een andere crisis: een enorme energie-, veiligheids- en migratiecrisis als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Al deze gebeurtenissen hebben een aanzienlijke impact op de EU-burgers, de economie van de Europese Unie en haar mondiale betrekkingen.

In deze moeilijke tijden verstrekt de EU op ongekende schaal financiële steun. In de periode 2021‑2027 zal de Unie 1,8 biljoen EUR kunnen uitgeven, waarvan maximaal 0,8 biljoen EUR uit het herstelinstrument “NextGenerationEU” (NGEU).

Als extern auditor geven we een onpartijdig oordeel over EU-beleidsmaatregelen en -programma’s, alsmede over de kwaliteit van het financieel beheer van EU-middelen in de hele Unie en daarbuiten. We gaan na of de uitgaven van de EU overeenstemmen met de regels en of haar beleid en programma’s kosteneffectief zijn. Onze strategie voor 2021‑2025 is leidend voor onze inspanningen om de financiën van de EU in de komende jaren te controleren, om de nodige wijzigingen in onze organisatie door te voeren en om onze middelen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk te gebruiken.

Dit activiteitenverslag geeft een overzicht van onze werkzaamheden en publicaties in 2022, het tweede jaar van uitvoering van onze nieuwe strategie. Daarnaast wordt in dit verslag informatie verstrekt over ons management, ons personeel, onze ondersteuning van controles en onze financiën.

In 2022 publiceerden we al onze jaarverslagen binnen de officiële termijnen. We publiceerden daarnaast 29 speciale verslagen en analyses. Tot slot brachten we 8 adviezen uit over onder meer nieuwe financiële regels die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie, de financiering van het REPowerEU-plan, een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode en de oprichting van een sociaal klimaatfonds.

Wij blijven solidair met Oekraïne en veroordelen met klem de Russische invasie van Oekraïne. De EU moet haar solidariteit en eensgezindheid blijven tonen. Als onafhankelijke externe auditor van de EU zullen wij alles in het werk stellen om onze rol te blijven vervullen.

De EU-burgers en onze institutionele belanghebbenden en partners op zowel EU- als lidstaatniveau kunnen op ons rekenen om hun onafhankelijke, objectieve verslagen te verstrekken over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU, waarin wij aangeven wat goed werkt, maar ook de aandacht vestigen op wat er niet goed werkt en waar wij veranderingen aanbevelen.

Wij hopen dat u de informatie in het activiteitenverslag van dit jaar nuttig vindt.

Tony Murphy
President

2022 in het kort

Onze activiteiten

Onze strategie voor 2021‑2025

We maken al jarenlang gebruik van meerjarige strategieën om onze controlewerkzaamheden te sturen, om organisatorische veranderingen te stimuleren met het oog op voortdurende verbetering, en om voorop te blijven lopen in de ontwikkeling op het gebied van de controle van overheidsfinanciën.

2022: uitvoering van
de strategie — goede vooruitgang

Eind 2022 rondden we het tweede jaar van onze strategie voor 2021‑2025 af. Onze strategische doelstellingen voor deze periode van vijf jaar zijn het verbeteren van de regelingen inzake verantwoording, transparantie en controle voor alle soorten EU-maatregelen, het richten van onze controles op de gebieden en onderwerpen waar we de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden, en het bieden van sterke controlezekerheid in een uitdagende en veranderende omgeving.

Om onze strategie in de praktijk te brengen, zijn we het eens geworden over uitvoeringsmaatregelen voor elk doel en elke doelstelling, en hebben we verantwoordelijkheden toegewezen en termijnen vastgesteld. Ook dit jaar hebben we met verschillende maatregelen goede vooruitgang geboekt, met name:

  • het selecteren van controletaken die de strategische gebieden adequaat bestrijken;
  • het instellen van een aantal controles van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF), waaronder ons eerste controleoordeel over de RRF-uitgaven, in overeenstemming met onze strategische aanpak voor het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU);
  • het verbeteren van ons kader voor kennisbeheer;
  • het opstellen van strategische controlebenaderingen inzake fraude en de rechtsstaat;
  • het uitvoeren van een productiviteitsanalyse van geselecteerde taken om gebieden vast te stellen die voor verbetering vatbaar zijn;
  • het opstellen van een actieplan voor onze samenwerking met vakgenoten.

Controle van de prestaties en de regelmatigheid van maatregelen van de EU

Doelmatigheids-, financiële en
nalevingsgerichte controles

Onze controles voorzien EU-burgers en -beleidsmakers van onafhankelijke, objectieve verslagen over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU, waarin wij aangeven wat goed werkt, maar ook de aandacht vestigen op wat er niet goed werkt en waar wij veranderingen aanbevelen.

Onze doelmatigheidscontroles betreffen de zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van EU-beleidslijnen en -programma’s. Zij zijn gericht op onderwerpen die verband houden met de kwesties waarmee de EU wordt geconfronteerd, zoals:

  • de klimaatverandering, het milieu en natuurlijke hulpbronnen;
  • het economisch concurrentievermogen van de Unie;
  • de weerbaarheid tegen bedreigingen van de veiligheid van de Unie en de eerbiediging van de Europese waarden van vrijheid, democratie en de rechtsstaat;
  • het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën van de Unie.

Deze controles zijn bedoeld om de EU te helpen haar beleidsdoelstellingen beter te verwezenlijken.

Onze financiële en nalevingsgerichte controles hebben betrekking op de EU-begroting, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de begrotingen van de Europese ontwikkelingsfondsen (EOF’s). Wij geven onze betrouwbaarheidsverklaring af over de betrouwbaarheid van de jaarlijkse rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

We kunnen ook geselecteerde nalevingsgerichte controles verrichten om de situatie van de begrotingsboekhouding en het financieel beheer van de EU te onderzoeken of om te beoordelen of de beheers- en controlesystemen voor het innen en uitgeven van EU-middelen in overeenstemming zijn met de toepasselijke EU- en nationale regels.

Tot slot zijn wij de externe auditor voor een groot aantal agentschappen, gedecentraliseerde organen en gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese scholen.

We verrichten al onze controles in overeenstemming met de internationaal aanvaarde controlenormen voor de publieke sector.

Werkprogramma

Ons werkprogramma
2023+

In ons in november 2022 gepubliceerde werkprogramma 2023+ worden onze controleprioriteiten voor de komende jaren belicht en zijn nadere gegevens opgenomen over de 82 speciale verslagen en analyses die wij vanaf 2023 willen publiceren. Het is sterk afgestemd op de prioritaire gebieden in onze strategie voor 2021‑2025.

In het kader van “Klimaatverandering, milieu en natuurlijke hulpbronnen” zijn wij voornemens 21 controles uit te voeren met betrekking tot een breed scala aan onderwerpen, waaronder energiezekerheid, vervuiling, klimaatgerelateerde acties en duurzame voedselproductie.

In het kader van “De weerbaarheid tegen bedreigingen van de veiligheid van de Unie en de eerbiediging van de Europese waarden van vrijheid, democratie en de rechtsstaat” hebben wij 14 taken, waaronder gelijkheid voor personen met een beperking, de rechtsstaat, militaire mobiliteit en steun voor vluchtelingen.

In het kader van “Het economisch concurrentievermogen van de Unie” zijn wij van plan twaalf verslagen te publiceren over onder meer de digitalisering van scholen, waterstofvervoer en artificiële intelligentie.

In het kader van “Het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën van de Unie” zijn wij voornemens zeven taken uit te voeren, onder meer betreffende het EU-bankentoezicht, buitenlandse directe investering en de terugvordering van EU-middelen.

Het herstelinstrument, het initiatief “NextGenerationEU”, dat voorziet in maximaal 0,8 biljoen EUR aan middelen die in korte tijd moeten worden uitgegeven, staat ook hoog op onze agenda. Wij zijn van plan twaalf controleverslagen te publiceren waarin NGEU wordt onderzocht, met veel aandacht voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

We stellen ons controlewerkprogramma op in alle onafhankelijkheid, maar niet in een vacuüm. Wij nemen contact op met onze institutionele belanghebbenden, met name met het Europees Parlement. De parlementaire commissies dienden 131 controlesuggesties in voor het werkprogramma 2023+. Bijna twee derde van deze suggesties is geheel of gedeeltelijk overgenomen bij lopende of toekomstige werkzaamheden, of werden in onze meest recente verslagen behandeld. We ontvingen ook acht aanvullende ideeën voor controles die werden ingediend door negen permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten. Onze samenwerking gaat verder dan de EU-instellingen. In 2022 ontvingen we ook 29 controlevoorstellen van zes nationale parlementen met betrekking tot actuele uitdagingen voor de EU en haar lidstaten.

Controlewerkzaamheden ter plaatse

We verrichten het grootste deel van onze controlewerkzaamheden op ons kantoor in Luxemburg. Onze auditors leggen ook veel bezoeken af aan de Europese Commissie — onze belangrijkste gecontroleerde — en andere EU-instellingen, alsmede aan agentschappen en organen, nationale, regionale en lokale autoriteiten in de lidstaten, EU-delegaties in niet-EU-landen, en internationale organisaties die EU-middelen beheren.

Ook bezoeken wij ontvangers van EU-middelen ter plaatse, zowel binnen de EU als daarbuiten. Door middel van deze controles volgen we het controlespoor en verkrijgen we rechtstreeks controle-informatie van degenen die betrokken zijn bij het beheer van EU-beleid en -programma’s, en bij de inning of uitbetaling van EU-middelen, alsmede van de begunstigden. In 2022 voerden wij, na de versoepeling van de COVID‑19‑beperkingen, onze controles ter plaatse aanzienlijk op. Sommige van deze controles voerden wij echter nog steeds virtueel uit. We streven ernaar in de toekomst de ervaring van de pandemiejaren met succes toe te passen en de toegevoegde waarde en doelmatigheid van onze bezoeken ter plaatse te vergroten door deze uit te voeren in combinatie met virtuele werkzaamheden.

Controles ter plaatse

Onze controleteams bestaan gewoonlijk uit twee of drie auditors, en onze controlebezoeken kunnen enkele dagen tot een aantal weken duren. Onze controles ter plaatse binnen de EU worden over het algemeen afgestemd met de hoge controle-instanties (HCI’s) van de betrokken lidstaten.

In 2022 voerden wij meer bezoeken ter plaatse uit in vergelijking met de twee voorgaande jaren, toen er nog COVID‑19-gerelateerde reisbeperkingen en maatregelen in het belang van de volksgezondheid van kracht waren. Wij brachten in totaal 2 039 dagen in de lidstaten en buiten de EU door, tegenover 857 dagen in 2021, 1 190 dagen in 2020 en 3 605 dagen in 2019. Ook brachten onze auditors 945 dagen door bij EU-instellingen, gedecentraliseerde agentschappen en organen in de hele EU, gemeenschappelijke ondernemingen, internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en particuliere accountantskantoren. De overeenkomstige cijfers voor 2021, 2020 en 2019 waren respectievelijk 299, 627 en 2 504 dagen.

Tegelijkertijd maakten we meer gebruik van controles op afstand en het elektronisch verzamelen van bewijsmateriaal. Voor de contacten met onze gecontroleerden maakten we gebruik van tools voor videoconferenties en andere informatietechnologie zoals de beveiligde uitwisseling van gegevens en documenten.

Onze verslagen

Onze controleverslagen, analyses en adviezen vormen een essentieel onderdeel van de verantwoordingsketen van de EU. Ze dragen ertoe bij dat het Europees Parlement en de Raad kunnen nagaan en controleren of de beleidsdoelstellingen van de EU worden verwezenlijkt en dat zij degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de EU-begroting ter verantwoording kunnen roepen, met name in het kader van de jaarlijkse kwijtingsprocedure.

Speciale verslagen en analyses

In 2022 publiceerden we 29 speciale verslagen en analyses over veel van de uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd op de verschillende terreinen van de EU-uitgaven en het EU-beleid. Deze omvatten klimaatactie, energie-efficiëntie, 5G-netwerken, cyberbeveiliging, fraude in het GLB en de rechtsstaat, om er enkele te noemen. Drie van de verslagen hielden verband met COVID‑19: één over het vrije verkeer in de EU tijdens de pandemie, een tweede over de veerkracht van de EU-instellingen en een derde over de aankoop van vaccins. Ook rondden we ons eerste speciale verslag over het initiatief voor herstel “NextGenerationEU” af: de beoordeling door de Commissie van de nationale herstel- en veerkrachtplannen.

In onze speciale verslagen gaan we na of de doelstellingen van geselecteerde EU-beleidslijnen en -programma’s zijn behaald, of resultaten op doeltreffende en doelmatige wijze zijn verwezenlijkt en of EU-maatregelen toegevoegde waarde hebben — d.w.z. of er meer mee is gerealiseerd dan mogelijk was geweest wanneer maatregelen uitsluitend op nationaal niveau waren getroffen. In deze verslagen doen we ook aanbevelingen, door vast te stellen op welke manieren geld kan worden bespaard, beter kan worden gewerkt, verspilling kan worden vermeden of de verwachte beleidsdoelstellingen doeltreffender kunnen worden bereikt.

Met onze analyses willen we de stand van zaken schetsen aan de hand van een beschrijving of analyse, vaak vanuit horizontaal perspectief en op basis van eerder verrichte controlewerkzaamheden of andere openbare informatie. We kunnen deze documenten ook gebruiken om onze analyse van gebieden of kwesties die we nog niet hebben gecontroleerd te presenteren of om feiten in verband met specifieke thema’s of problemen vast te stellen. In tegenstelling tot controles gaan ze niet in op evaluatiekwesties en verschaffen ze geen zekerheid.

Op de volgende bladzijden bieden we inzicht in onze werkzaamheden en geven we voorbeelden van speciale verslagen uit 2022 over verschillende beleidsterreinen.

Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen

Speciaal verslag 19/2022: De aankoop door de EU van COVID‑19-vaccins — Voldoende doses veiliggesteld na aanvankelijke uitdagingen, maar prestaties van het proces niet voldoende beoordeeld

De EU heeft in een vroeg stadium van de pandemie vaccins als prioriteit aangemerkt in antwoord op COVID‑19 en is zich gaan richten op de ontwikkeling van een veilig en efficiënt vaccin als oplossing om een einde te maken aan de gezondheidscrisis. Zij heeft maatregelen genomen om de voor de ontwikkeling van vaccins benodigde tijd te verkorten van 10 tot 15 jaar tot 12 tot 24 maanden. Tegen november 2021 had de Commissie namens de lidstaten voor 71 miljard EUR aan contracten ondertekend voor de aankoop van maximaal 4,6 miljard COVID‑19-vaccindoses. De meeste van deze contracten zijn aankoopovereenkomsten, waarbij de Commissie het ontwikkelingsrisico van een vaccin deelt met de vaccinproducenten en de voorbereiding van de opgeschaalde productiecapaciteit ondersteunt door middel van vooruitbetalingen uit de EU-begroting. De EU had in de eerste helft van 2021 te kampen met enkele leveringstekorten, maar tegen het einde van dat jaar waren bijna 952 miljoen vaccindoses aan de EU-lidstaten geleverd en was 80 % van de volwassen bevolking van de EU volledig gevaccineerd.

Wij hebben beoordeeld of de Commissie en de lidstaten de COVID‑19-vaccins tot eind 2021 op doeltreffende wijze hebben aangekocht.

Wij hebben vastgesteld dat de EU een op maat gemaakt gecentraliseerd systeem voor de aankoop van vaccins heeft opgezet, waardoor een eerste portefeuille van kandidaat-vaccins, met verschillende ondernemingen en technologieën, kon worden samengesteld, maar dat zij later met de aankoop is begonnen dan het VK en de VS. Verder hebben we geconstateerd dat bij de onderhandelingen een aanbestedingsproces werd gevolgd dat is vastgesteld in het Financieel Reglement van de EU. In dat proces stonden de voorbereidende onderhandelingen centraal die plaatsvonden voordat een aanbesteding werd uitgeschreven. Wij hebben geen informatie ontvangen over de voorbereidende onderhandelingen inzake het grootste contract van de EU, die rechtstreeks door de voorzitter van de Europese Commissie zijn gevoerd. De voorwaarden van de contracten hebben in de loop van de tijd een ontwikkeling doorgemaakt en de contracten die in 2021 werden ondertekend, bevatten striktere bepalingen over belangrijke kwesties zoals tijdschema’s voor de levering en productielocatie dan die welke in 2020 werden ondertekend. De Commissie had echter beperkte mogelijkheden om de bevoorradingsproblemen op te lossen. Toen de EU in de eerste helft van 2021 werd geconfronteerd met ernstige leveringstekorten, werd duidelijk dat de meeste contracten geen specifieke bepalingen bevatten om onderbrekingen in de leveringen aan te pakken. Daarnaast hebben wij vastgesteld dat de Commissie haar aanbestedingsproces nog niet heeft getoetst of gebenchmarkt om daaruit lering te trekken voor toekomstige verbeteringen.

Wij hebben de Commissie aanbevolen richtsnoeren voor aanbestedingen in het kader van een pandemie en/of geleerde lessen voor toekomstige onderhandelingsteams op te stellen; een risicobeoordeling van de EU-aanpak van aanbestedingen uit te voeren en passende maatregelen voor te stellen; en tests uit te voeren op alle onderdelen van haar geactualiseerde kader voor aanbestedingen in het kader van een pandemie, met inbegrip van het verzamelen van informatie en inlichtingen, teneinde eventuele tekortkomingen en voor verbetering vatbare gebieden op te sporen, alsook de resultaten hiervan bekend te maken.

Investeringen ten behoeve van cohesie, groei en inclusie

Speciaal verslag 03/2022: Uitrol van 5G in de EU: vertragingen bij de invoering van netwerken, waarbij beveiligingskwesties nog niet zijn opgelost

De “vijfde generatie” telecommunicatiesystemen, ofwel 5G, is een nieuwe wereldwijde draadloze norm die een veel hogere gegevenscapaciteit en transmissiesnelheid biedt. 5G-diensten zijn essentieel voor een breed scala aan innovatieve toepassingen die het potentieel hebben om tal van sectoren van onze economieën te transformeren en het dagelijkse leven van burgers te verbeteren. 5G is dan ook van strategisch belang voor de hele interne markt. In haar 5G-actieplan van 2016 heeft de Commissie de doelstelling geformuleerd om tegen 2025 te zorgen voor ononderbroken 5G-dekking in stedelijke gebieden en op belangrijke transportroutes. In maart 2021 heeft zij de doelstelling uitgebreid tot 5G-dekking in alle bevolkte gebieden uiterlijk in 2030. Hoewel 5G veel groeimogelijkheden kan bieden, zijn er bepaalde risico’s aan verbonden. Door de grensoverschrijdende aard van de dreigingen in kwestie zou elk significant zwak punt en/of elk cyberincident in één bepaalde lidstaat gevolgen hebben voor de EU als geheel. In de hele EU zouden de totale kosten van de invoering van 5G kunnen oplopen tot 400 miljard EUR. In de periode 2014‑2020 heeft de EU meer dan 4 miljard EUR aan financiering verstrekt voor 5G-projecten.

Wij hebben beoordeeld of de Commissie de lidstaten doeltreffend heeft ondersteund bij het verwezenlijken van de EU-doelstellingen voor de uitrol van hun 5G-netwerken en bij het op gecoördineerde wijze aanpakken van kwesties inzake de beveiliging van 5G.

Wij hebben vastgesteld dat er vertragingen zijn bij de uitrol van 5G-netwerken door de lidstaten. Eind 2020 hadden 23 lidstaten commerciële 5G-diensten ingevoerd en hadden zij de tussentijdse doelstelling behaald dat ten minste één grote stad toegang tot 5G heeft. Niet alle lidstaten verwijzen echter naar de doelstellingen van de EU voor 2025 en 2030 in hun nationale 5G-strategieën of breedbandplannen. De mate waarin de lidstaten achterlopen bij de implementatie van 5G brengt de verwezenlijking van de EU-doelstellingen in gevaar. De Commissie heeft de lidstaten ondersteund bij de uitvoering van het 5G-actieplan van 2016 door middel van wetgevingsinitiatieven (zowel harde wetgeving als zachte wetgeving), richtsnoeren en de financiering van 5G-gerelateerd onderzoek. De Commissie heeft echter de verwachte kwaliteit van 5G-diensten niet duidelijk omschreven. Wij hebben ook vastgesteld dat in de EU-toolbox voor 5G-cyberbeveiliging een mogelijke gemeenschappelijke reeks maatregelen is opgenomen om bedreigingen voor de veiligheid van het 5G-netwerk aan te pakken. Aangezien geen van de voorgestelde maatregelen juridisch bindend is, is de Commissie echter niet bevoegd deze te handhaven. Daarom blijft het risico bestaan dat de toolbox op zich geen garantie is voor een gecoördineerde aanpak door de lidstaten van de netwerkbeveiligingsaspecten.

Wij hebben de Commissie aanbevolen een gelijkmatige en tijdige invoering van 5G-netwerken in de EU te bevorderen; een gecoördineerde aanpak van de beveiliging van 5G onder de lidstaten te bevorderen; en de aanpak van de lidstaten inzake de beveiliging van 5G te monitoren en de impact van verschillen op de doeltreffende werking van de interne markt te beoordelen.

Externe maatregelen, veiligheid en justitie

Speciaal verslag nr. 01/2022: EU-steun voor de rechtsstaat in de Westelijke Balkan: ondanks inspanningen nog steeds fundamentele problemen

De Raad van Europa heeft de rechtsstaat gedefinieerd als een multidimensionaal concept waarin onder andere alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de wettelijke beperkingen die daaraan zijn gesteld, overeenkomstig de democratische waarden en de grondrechten, en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. De EU heeft deze definitie overgenomen en heeft de rechtsstaat in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) vastgesteld als een van de gemeenschappelijke waarden van haar lidstaten. Het is een leidend beginsel van haar buitenlands beleid. Het is tevens een essentiële en noodzakelijke voorwaarde voor EU-lidmaatschappen. De zes landen van de Westelijke Balkan zijn kandidaat-lidstaten (Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië) of potentiële kandidaat-lidstaten (Bosnië en Herzegovina en Kosovo1) voor toetreding tot de EU. Zij ontvangen financiering uit verschillende bronnen, maar de EU is de grootste donor van de regio. De financiële bijstand van de EU wordt hoofdzakelijk via het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II ten tijde van de controle) aan deze landen verstrekt. De rechtsstaat was een van de negen prioritaire sectoren van IPA II. Deze werd ondersteund met een specifieke begrotingstoewijzing die voor de periode 2014‑2020 700 miljoen EUR bedroeg.

Wij hebben beoordeeld of de EU-steun voor de rechtsstaat in de Westelijke Balkan gedurende 2014‑2020 doeltreffend is geweest.

Wij hebben vastgesteld dat het optreden van de EU weliswaar heeft bijgedragen aan hervormingen op technisch en operationeel gebied — zoals de verbetering van de efficiëntie van de rechterlijke macht en de ontwikkeling van relevante wetgeving — maar over het algemeen weinig effect heeft gehad op fundamentele hervormingen van de rechtsstaat in de regio. Een belangrijke reden hiervoor is de ontoereikende binnenlandse politieke wil om de nodige hervormingen door te voeren. Verder hebben wij vastgesteld dat de steun die de EU in de betrokken landen verleent voor acties van het maatschappelijk middenveld op het gebied van de rechtsstaat ontoereikend is wat betreft de voorziening in de behoeften van de sector en dat de impact ervan niet grondig wordt gemonitord. Vrijheid van meningsuiting is het terrein waarop in alle zes landen de minste vooruitgang is geboekt. Daarnaast neemt in sommige van deze landen het maatschappelijk draagvlak voor de voor toetreding noodzakelijke hervormingen af. Verder hebben wij vastgesteld dat IPA II geen strikte conditionaliteitsclausules bevat waarin een direct verband zou worden gelegd tussen vastgelopen hervormingen van de rechtsstaat en beperkte financiering in andere sectoren.

Wij hebben de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) aanbevolen het mechanisme ter bevordering van hervormingen van de rechtsstaat in het kader van het uitbreidingsproces te versterken; de steun voor het maatschappelijk middenveld dat zich inzet voor hervormingen van de rechtsstaat en onafhankelijkheid van de media te intensiveren; het gebruik van conditionaliteit in IPA III te versterken; en projectrapportage en -monitoring te versterken.

1 Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad over de situatie in Kosovo (UNSCR 1244/1999) en het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 22 juli 2010 over de vraag of de unilaterale onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in overeenstemming is met het internationaal recht.

Marktregulering en concurrerende economie

Speciaal verslag 21/2022: De beoordeling door de Commissie van de nationale herstel- en veerkrachtplannen — in het algemeen adequaat, maar er blijven uitvoeringsrisico’s

In juli 2020 heeft de Europese Raad, in reactie op de COVID‑19-pandemie, overeenstemming bereikt over een herstelfonds van meer dan 800 miljard EUR, NextGenerationEU. Centraal daarin staat de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) voor een totaalbedrag van 723,8 miljard EUR. Het doel van de RRF is om de economische en sociale gevolgen van de pandemie te helpen beperken en de economieën en samenlevingen van de EU in de toekomst duurzamer en veerkrachtiger te maken, met speciale aandacht voor de groene en digitale transitie. Om in aanmerking te komen voor steun in het kader van de RRF hebben de lidstaten het ontwerp van hun nationale herstel- en veerkrachtplannen bij de Commissie ingediend. De Commissie is verantwoordelijk voor de beoordeling van de herstel- en veerkrachtplannen op basis van de criteria die zijn vastgesteld in de RRF-verordening en voor het in dat kader verstrekken van richtsnoeren en steun aan de lidstaten.

Wij hebben beoordeeld of de beoordeling van de herstel- en veerkrachtplannen door de Commissie adequaat was en of het beoordelingsproces en de richtsnoeren voor de lidstaten doeltreffend werden beheerd.

Wij hebben vastgesteld dat de beoordeling van de herstel- en veerkrachtplannen door de Commissie over het algemeen adequaat was gezien de complexiteit van het proces en de tijdsdruk. We hebben echter een aantal tekortkomingen, risico’s en aandachtspunten voor de toekomst geïdentificeerd, zoals betalingsprofielen die het resultaat zijn van onderhandelingen, mijlpalen en streefdoelen die onduidelijk zijn, of toezicht- en controlesystemen die ten tijde van de beoordeling nog niet volledig waren ingevoerd.

Wij hebben de Commissie aanbevolen de beoordelingsprocedures en documentatie te verbeteren; de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten te bevorderen; een vervolg te geven aan de bijdrage van de uitgevoerde maatregelen tot de landspecifieke aanbevelingen; de transparantie van en het toezicht op het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” te verbeteren; voor duidelijke verificatiemechanismen met betrekking tot mijlpalen en streefdoelen en voor een adequate omschrijving daarvan te zorgen; en de naleving van de specifieke mijlpalen voor monitoring en controle te verifiëren en het gebruik van het instrument voor datamining en risicoscores van de Commissie aan te moedigen.

Financiering en administratie van de Unie

Speciaal verslag 11/2022: Bescherming van de EU-begroting — betere gebruikmaking van opname op zwarte lijst nodig

De EU en de lidstaten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het beschermen van de financiële belangen van de EU met betrekking tot EU-middelen. Opname op een zwarte lijst (ook wel “uitsluiting” genoemd) is een belangrijk instrument dat internationale instanties en nationale autoriteiten gebruiken om hun overheidsfinanciën te beschermen. Het doel van een zwarte lijst is te voorkomen dat financiële overeenkomsten worden gesloten met onbetrouwbare tegenpartijen, zoals die welke betrokken zijn bij fraude, corruptie, beroepsfouten, witwassen van geld of niet-betaling van belastingen. In 2020 heeft de EU ongeveer 150 miljard EUR uitbetaald in het kader van financiële overeenkomsten. Sinds 2016 is de Commissie verantwoordelijk voor het beheer van het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting (Early Detection and Exclusion System, EDES) voor het kwart van de EU-uitgaven (39 miljard EUR) dat zij direct of indirect beheert. Voor het driekwart van de EU-uitgaven waarbij nationale autoriteiten betrokken zijn (111 miljard EUR), moeten de lidstaten uitsluitingsgerelateerde verplichtingen in acht nemen, maar zijn zij niet verplicht om uitsluitingssystemen of -gegevensbanken als zodanig op te zetten.

Wij hebben beoordeeld of uitsluiting doeltreffend wordt gebruikt om EU-middelen te beschermen tegen onbetrouwbare tegenpartijen.

We hebben vastgesteld dat uitsluiting niet doeltreffend wordt gebruikt om EU-middelen te beschermen tegen onbetrouwbare tegenpartijen. Hoewel het EDES een breed scala aan uitsluitingssituaties en gedegen besluitvormingsprocedures omvat, hebben de diensten van de Commissie weinig uitsluitingen in het systeem geregistreerd vanwege tekortkomingen in de regelingen voor het identificeren van tegenpartijen in uitsluitingssituaties. Bij gedeeld beheer, waarbij het EDES niet van toepassing is, ondermijnen de verschillende benaderingen van de lidstaten de algehele doeltreffendheid van het gebruik van uitsluiting om de EU-begroting te beschermen.

Wij hebben de Commissie aanbevolen het toepassingsgebied van uitsluiting verder uit te breiden; de uitvoering van het EDES te versterken; de monitoring van het EDES bij indirect beheer te verbeteren; het EDES uit te breiden tot gedeeld beheer; en beter gebruik te maken van gegevens en digitale instrumenten voor uitsluitingsdoeleinden.

Jaarverslagen en specifieke jaarverslagen

In jaarverslagen worden voornamelijk de resultaten van onze betrouwbaarheidsverklaring over de begroting van de Europese Unie, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de begroting van de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) gepresenteerd, maar ook aspecten met betrekking tot de prestaties en het begrotings- en financieel beheer.

In specifieke jaarverslagen presenteren wij onze werkzaamheden voor de jaarlijkse controles van de EU-agentschappen en andere organen van de Unie, gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese Scholen.

Wij publiceren ook een verslag over de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de activiteiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR).

Jaarverslag over de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2021

Ieder jaar controleren wij de ontvangsten en uitgaven van de EU om te onderzoeken of de jaarrekening betrouwbaar is en of de onderliggende ontvangsten- en uitgavenverrichtingen bij de rekeningen voldoen aan de financiële regels op het niveau van de EU en de lidstaten.

Daarnaast verrichten we een specifieke beoordeling voor ieder belangrijk EU-begrotingsterrein op basis van de (sub)rubrieken van het meerjarig financieel kader (MFK) en de herstel- en veerkrachtfaciliteit. We analyseren ook waarom en waar fouten zijn opgetreden, doen aanbevelingen voor verbeteringen en onderzoeken of en hoe onze eerdere aanbevelingen zijn uitgevoerd.

Dit uitgebreide werk vormt de basis voor onze betrouwbaarheidsverklaring, die we op grond van ons mandaat in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten overleggen aan het Europees Parlement en de Raad.

EU-begroting: goedkeurend oordeel over
rekeningen en ontvangsten

Voor het begrotingsjaar 2021 hebben we een “goedkeurend oordeel” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de EU.

EU-begroting: afkeurend oordeel
over uitgaven

In 2021 bedroegen de EU-uitgaven 181,5 miljard EUR, wat overeenkomt met 1,3 % van het gecombineerde bruto nationaal inkomen van de EU‑27.

Voor het begrotingsjaar 2021 hebben we een “afkeurend oordeel” afgegeven over de uitgaven van de EU.

Geschat foutenpercentage 3,0 %
(begrotingsuitgaven 2021)

Voor het begrotingsjaar 2021 schatten we dat het foutenpercentage voor de begrotingsuitgaven tussen 2,2 % en 3,8 % ligt. De mediaan van deze bandbreedte, het zogenaamde “meest waarschijnlijke foutenpercentage”, is ten opzichte van vorig jaar gestegen van 2,7 % tot 3,0 %.

Opmerking: We hanteren statistische standaardtechnieken om het foutenpercentage te schatten. Wij zijn er voor 95 % zeker van dat het foutenpercentage in de populatie tussen de onderste en bovenste foutengrens ligt.

Ook hier vertoont meer dan 50 %
van onze controlepopulatie
voor de EU-begroting
fouten van materieel belang

In het begrotingsjaar 2021 waren uitgaven met een hoog risico goed voor 63,2 % van onze controlepopulatie, tegenover 59 % vorig jaar. Het geschatte foutenpercentage voor uitgaven met een hoog risico bedroeg 4,7 %, tegenover 4,0 % voor het begrotingsjaar 2020.

De EU-uitgaven vallen uiteen in twee soorten uitgaven met verschillende risicopatronen:

  • Op rechten gebaseerde betalingen met een laag risico: Deze betalingen worden verricht wanneer begunstigden aan bepaalde (minder complexe) voorwaarden hebben voldaan, en omvatten beurzen voor studenten en onderzoekers (in het kader van “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid”), rechtstreekse steun voor landbouwers (“Natuurlijke hulpbronnen en milieu”) en salarissen en pensioenen voor EU-ambtenaren (“Europees openbaar bestuur”).
  • Vergoedingen van kosten met een hoog risico: De EU vergoedt subsidiabele kosten die zijn gemaakt voor subsidiabele activiteiten (waarvoor complexere regels gelden). Deze activiteiten omvatten onderzoeksprojecten (in het kader van “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid”), investeringen in regionale en plattelandsontwikkeling (“Cohesie, veerkracht en waarden” en “Natuurlijke hulpbronnen en milieu”) en projecten voor ontwikkelingshulp (“Nabuurschap en internationaal beleid”).
Meest foutgevoelige MFK-rubrieken
“Eengemaakte markt, innovatie
en digitaal beleid” en
“Cohesie, veerkracht en waarden”

In het begrotingsjaar 2021 was “Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid” de meest foutgevoelige MFK-subrubriek, gevolgd door “Cohesie, veerkracht en waarden”.

RRF: eerste oordeel over
uitgaven

In 2021 bestreken onze controles voor het eerst de RRF-uitgaven, waarover wij een afzonderlijk oordeel hebben uitgebracht. Dit geeft aan dat de RRF een tijdelijk instrument is dat wordt uitgevoerd en gefinancierd op een manier die fundamenteel verschilt van de normale begrotingsuitgaven in het kader van het MFK. Onze controlepopulatie bestond uit de enige uitbetaling in 2021: een betaling aan Spanje van 11,5 miljard EUR. Het Spaanse betalingsverzoek omvatte 52 mijlpalen die Spanje als verwezenlijkt beschouwde.

Wij hebben een goedkeurend oordeel afgegeven over de RRF-uitgaven. We baseerden onze beoordeling op de voorwaarde voor betaling, namelijk dat de mijlpalen en streefdoelen op bevredigende wijze waren verwezenlijkt. Daartoe hebben we onderzocht of de Commissie voldoende en passende bewijsstukken had verzameld ter ondersteuning van haar beoordeling van deze voorwaarde. Naleving van andere EU- en nationale voorschriften maakt geen deel uit van deze beoordeling. Over het geheel genomen wijst de controle-informatie die we hebben verkregen erop dat een van de 52 mijlpalen in verband met de eerste uitbetaling aan Spanje niet was verwezenlijkt. De Commissie had nog geen methode vastgesteld om de impact van het niet halen van een mijlpaal of streefdoel te kwantificeren. Ons eigen oordeel is dat de fout niet materieel is.

Gevallen van vermoedelijke fraude
gemeld aan OLAF en het EOM

Als externe auditor van de EU hebben wij geen mandaat tot het onderzoeken van gevallen van vermoedelijke fraude. Onze controles zijn daarom niet specifiek ontworpen om fraude op te sporen. Wanneer onze auditors gevallen aantreffen waarbij we vermoeden dat er sprake kan zijn geweest van frauduleuze activiteiten, melden wij die gevallen aan de bevoegde autoriteiten.

In 2022 meldden we 14 gevallen van vermoedelijke fraude die wij tijdens onze controlewerkzaamheden hadden opgemerkt, aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Zes van deze gevallen meldden wij ook aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM). In 2021 meldden we 15 gevallen van vermoedelijke fraude aan OLAF en 2 van deze gevallen aan het EOM. Ons jaarverslag over de EU-begroting bevat aanvullende informatie over de aard van gevallen van vermoedelijke fraude en over de vervolgens door OLAF aanbevolen financiële terugvorderingen.

Jaarverslag betreffende de prestaties
Jaarverslag betreffende
de prestaties: laatste jaar van
ons proefproject

Wij splitsen ons jaarverslag op in twee afzonderlijke delen in het kader van een proefproject dat nu met het Jaarverslag betreffende het begrotingsjaar 2021 is afgesloten. Het tweede deel van het jaarverslag betreft de prestaties met betrekking tot uitgavenprogramma’s in het kader van de EU-begroting.

Het belangrijkste thema van het verslag betreffende de prestaties van 2021 is de mainstreaming van vijf horizontale beleidsprioriteiten in de EU-begroting:

  1. bestrijding van de klimaatverandering;
  2. behoud van biodiversiteit;
  3. gendergelijkheid;
  4. de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals, SDG’s) van de Verenigde Naties, en
  5. de digitale transitie.

Wij hebben onderzocht of de Commissie de horizontale beleidsprioriteiten in de EU-begroting heeft opgenomen, uitgaven heeft gevolgd en nauwkeurig verslag heeft gedaan van de resultaten.

We hebben eveneens onderzocht of de Commissie een passend prestatiekader heeft toegepast voor het meten van de steun uit de EU-begroting voor de horizontale prioriteiten van de elf geselecteerde programma’s.

Verder hebben we ook follow-up gegeven aan de controleaanbevelingen die wij in de in 2018 gepubliceerde speciale verslagen hebben gedaan.

Jaarverslag over de Europese Ontwikkelingsfondsen betreffende het begrotingsjaar 2021
EOF’s: goedkeurend oordeel over
rekeningen en ontvangsten;
afkeurend oordeel over
uitgaven

De EOF’s, die in 1959 werden opgericht, waren de belangrijkste instrumenten waarmee de EU ontwikkelingshulp verleende aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en aan landen en gebieden overzee (LGO’s). De EOF´s worden gefinancierd door de EU-lidstaten en worden buiten de EU-begroting om door de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) beheerd. De uitvoering van en de verslaglegging over de EOF’s zullen afzonderlijk worden voortgezet totdat zij worden afgesloten.

Voor het meerjarig financieel kader 2021‑2027 wordt de ontwikkelingshulp aan de ACS-landen en de LGO’s uit de EU-begroting gefinancierd.

In 2021 bedroegen de EOF-uitgaven 3,4 miljard EUR.

Evenals in voorgaande jaren hebben wij voor het begrotingsjaar 2021 een “goedkeurend oordeel” over zowel de EOF-rekeningen als de -ontvangsten uitgebracht; over de EOF-uitgaven gaven wij echter een “afkeurend oordeel” af. Ons geschatte foutenpercentage voor uitgaven is 4,6 % (3,8 % voor het begrotingsjaar 2020).

Specifieke jaarverslagen over EU-agentschappen

De EU-agentschappen zijn afzonderlijke rechtspersonen die zijn opgericht om specifieke technische, wetenschappelijke of beheerstaken uit te voeren ter ondersteuning van de beleidsvorming en -uitvoering door de EU-instellingen. In totaal zijn er 44 agentschappen.

Goedkeurend oordeel
voor alle EU-agentschappen op één na
voor het begrotingsjaar 2021

In het begrotingsjaar 2021 bedroeg de totale begroting van alle agentschappen onder ons mandaat (met uitzondering van de GAR) 4,1 miljard EUR, wat overeenkomt met 2,5 % van de algemene begroting van de EU voor 2021. De overeenkomstige cijfers voor het begrotingsjaar 2020 bedroegen 3,7 miljard EUR en 2,2 %.

Over het geheel genomen bevestigde onze controle van de agentschappen de positieve resultaten die in voorgaande jaren zijn gerapporteerd. Wij hebben “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de 44 agentschappen. We hebben de onderliggende betalingen bij de rekeningen van alle agentschappen ondertekend, behalve die van het Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA). Voor dit agentschap hebben we een oordeel met beperking afgegeven, hoofdzakelijk vanwege onregelmatigheden in de aanbestedingsprocedures.

Specifiek jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen betreffende het begrotingsjaar 2021

Gemeenschappelijke ondernemingen (GO’s) zijn de publiek-private partnerschappen van de EU tussen de Europese Commissie en de industrie, en in sommige gevallen zijn ook de onderzoekssector, intergouvernementele organisaties en/of deelnemende lidstaten erbij betrokken. Hun belangrijkste taak is het bevorderen van de omzetting van wetenschappelijke kennis in verhandelbare baanbrekende innovaties binnen een strategische visie die door de industrie en onderzoekspartners wordt gedeeld.

In 2021 stelde de Raad nieuwe verordeningen vast waarbij elf GO’s werden opgericht om acties uit het voeren in het kader van de programma’s Horizon Europa en Digitaal Europa, de meerjarige onderzoeks- en innovatieprogramma’s voor de financiële periode 2021‑2027. Deze GO’s voeren hun specifieke onderzoeks- en innovatieagenda uit op het gebied van vervoer, energie, gezondheid, biogebaseerde industrieën, digitale sleuteltechnologieën, supercomputing- en netwerksystemen.

Acht van de elf GO’s waren al actief in het kader van het voorgaande programma (Horizon 2020) en zullen in het kader van de nieuwe programma’s worden voortgezet als nieuwe juridische entiteiten, met nieuwe namen en uitgebreide of licht aangepaste bevoegdheden. Naast de reeds operationele GO’s zijn er drie nieuwe opgericht: de GO “Slimme netwerken en diensten”, de GO “Mondiale gezondheid” en het Europees Kenniscentrum voor cyberbeveiliging. De ERK zal deze drie nieuwe GO’s voor het eerst controleren nadat zij financieel autonoom zijn geworden, wat naar verwachting in 2023 zal gebeuren.

Daarnaast is er nog een andere GO, “Fusion for Energy”, die door Euratom wordt gefinancierd en verantwoordelijk is voor de Europese bijdrage aan de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER).

Goedkeurend oordeel voor alle
gemeenschappelijke ondernemingen
betreffende het begrotingsjaar 2021

In het begrotingsjaar 2021 hebben wij “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen, ontvangsten en betalingen van alle GO’s.

Evenals in voorgaande jaren hebben wij in ons controleoordeel over de jaarrekening 2021 van de GO “Fusion for Energy” (F4E) echter een “toelichtende paragraaf” opgenomen om voornamelijk de aandacht te vestigen op het risico van verdere kostenverhogingen en vertragingen bij de uitvoering van het ITER-project.

Specifieke jaarverslagen over Europese Scholen en gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

In het begrotingsjaar 2021 hebben wij ons jaarverslag over de analyse van de geconsolideerde jaarrekeningen van de 13 Europese Scholen uitgebracht. Hoewel uit onze analyse geen fouten van materieel belang in de rekeningen naar voren kwamen, konden we nog steeds niet bevestigen dat het financieel beheer van de Scholen volledig in overeenstemming was met hun financieel reglement en hun personeelsstatuut.

Wij brengen ook jaarlijks verslag uit over de gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR), de Raad en de Commissie die voortvloeien uit de verrichting van hun taken in het kader van de verordening inzake het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme. In ons verslag over het begrotingsjaar 2021 concluderen wij dat er niets onder onze aandacht is gebracht dat ons doet aannemen dat de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de verrichting van hun afwikkelingstaken door de GAR, de Commissie en de Raad, materieel onjuist zijn opgegeven.

Onze jaarverslagen: het startschot
voor de kwijtingsprocedure
van het Europees Parlement

Met de publicatie van onze jaarverslagen begint ook de kwijtingsprocedure, waarbij het Europees Parlement — op aanbeveling van de Raad — besluit of de Commissie en andere organen de EU-begroting adequaat hebben beheerd. Indien dat het geval is, verleent het hun kwijting.

In oktober 2022 zijn wij begonnen met de presentatie van onze jaarverslagen over 2021 aan de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement en aan het Begrotingscomité van de Raad. Vervolgens presenteerden we deze ook in de plenaire vergadering van het Europees Parlement en aan de Raad Economische en Financiële Zaken.

Bovendien hebben we in de loop van 2022 onze jaarverslagen aan de nationale/regionale parlementen en regeringen van 21 lidstaten gepresenteerd.

Adviezen

Onderzoeken van de
wetgevingsvoorstellen van de Commissie

Als onafhankelijke externe auditor van de EU dragen wij bij tot de verbetering van het financieel beheer door het uitbrengen van adviezen over de voorstellen van de Commissie voor nieuwe of gewijzigde wetgeving. Als deze wetgevingsvoorstellen significante financiële gevolgen met zich meebrengen, moeten wij op grond van de EU-wetgeving worden geraadpleegd. Andere instellingen kunnen ons ook vragen advies uit te brengen over andere specifieke kwesties. Al onze adviezen worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

In 2022 publiceerden we acht van dergelijke adviezen. Deze adviezen hadden voornamelijk betrekking op de wetgevingsvoorstellen van de Commissie tot wijziging van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, maar ook tot invoering van nieuwe regels betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, tot het in staat stellen van de lidstaten om hun nationale herstel- en veerkrachtplannen (RRP’s) te gebruiken voor de financiering van het REPowerEU-plan, tot vaststelling van een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode, en tot oprichting van een sociaal klimaatfonds.

ECA Journal

Elke editie van het ECA Journal bevat artikelen over een specifiek thema, die voornamelijk vanuit een controleperspectief zijn geschreven door personen die binnen en buiten de EU-instellingen werken.

In 2022 brachten we twee edities uit: “Cohesion and Next Generation EU: concord or clash” en “The EU Recovery and Resilience Facility: a jump to a resilient Europe?”.

Conferenties en webinars

In 2022 waren we bovendien de (mede)organisatoren van een aantal conferenties en webinars; deze stonden open voor belangstellenden.

Hieronder volgen twee voorbeelden.

ERK-webinar over paradigma-
verschuiving voor de EU

In het kader van de Conferentie over de toekomst van Europa organiseerde de ERK op 29 juni 2022 in samenwerking met de HCI’s van Duitsland, Litouwen en Zweden een webinar over “Paradigmaverschuiving voor de EU — Nieuwe prioriteiten voor hoge controle-instanties op EU- en nationaal niveau?”. Tijdens het webinar werden de volgende zeer actuele onderwerpen behandeld: migratie, energie-efficiëntie en defensie. Panelleden wisselden ideeën uit over de wijze waarop controle-instanties zich aan het nieuwe paradigma kunnen aanpassen nu hun taken veranderen. Via het webinar hadden deelnemers bovendien de mogelijkheid vragen te stellen en hun ideeën naar voren te brengen in de geest van de Conferentie.

ERK-seminar over
de bestrijding van witwassen van geld

Op 16 september 2022 organiseerde de ERK een seminar op hoog niveau over de bestrijding van het witwassen van geld. Vertegenwoordigers van de EU-instellingen, lidstaten, het IMF, het bankentoezicht en het bedrijfsleven kwamen bijeen om te discussiëren over het door de Europese Commissie voorgestelde nieuwe EU-toezichtmodel voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, alsook over de vooruitgang die tot nu toe is geboekt bij de onderhandelingen. Zij bespraken onderwerpen als verwachtingen en haalbaarheid, doeltreffende uitvoering en toekomstbestendigheid. De vertegenwoordigers besteedden bijzondere aandacht aan de voorgestelde bestuursregelingen voor de nieuwe antiwitwasautoriteit (AMLA), en aan de manier waarop het nieuwe orgaan doeltreffend zal kunnen samenwerken met andere EU- en nationale controle-instanties zonder dat dit een onnodige nalevingslast voor het bedrijfsleven met zich meebrengt.

Digitale transformatie van de controle

De ERK blijft de efficiëntie van haar controleprocessen verbeteren door de integratie en interoperabiliteit van haar bestaande systemen te bevorderen. Tegelijkertijd heeft zij activiteiten op het gebied van automatisering, IT-controle en geavanceerde gegevensanalyse uitgevoerd als onderdeel van haar ontwikkelingsplan voor een beter gebruik van technologie bij de controle. Ze zette ook haar innovatieactiviteiten voort die gericht zijn op het vaststellen van opkomende technologie waarmee de controlewerkzaamheden op nieuwe manieren kunnen worden ondersteund.

Hybride vergaderingen en evenementen

De pandemie verlaagde zowel de technologische als de psychologische barrières van mensen en organisaties om op afstand te werken en te vergaderen, en verbeterde tegelijkertijd hun digitale vaardigheden. De ERK vormde hierop geen uitzondering. Werkvergaderingen worden nu regelmatig op afstand of hybride gehouden, met name de vergaderingen met externe belanghebbenden zoals gecontroleerden en andere EU- en internationale organen. Hierdoor is het aantal dienstreizen teruggebracht tot het vereiste niveau om de doelstellingen van de instelling te bereiken.

Wij hebben onze vergaderzalen uitgerust met de nieuwste technologische snufjes op het gebied van videoconferentie en hebben draagbare oplossingen beschikbaar gesteld, waardoor groepsvergaderingen overal in de ERK-gebouwen kunnen worden gehouden.

Ten slotte hebben we één vergaderzaal omgebouwd tot een virtuele tv-studio voor het opnemen en uitzenden van persbriefings, hybride conferenties met vertolking of andere informatieve of educatieve evenementen met een goede streamingkwaliteit. Hierdoor worden de communicatieactiviteiten van de instelling ondersteund.

Digitale integratie en
automatisering

De oplossing die enkele jaren geleden werd ingevoerd voor de veilige uitwisseling van documenten en gegevens met de gecontroleerden, ECAFiles, is geïntegreerd in ons belangrijkste controlebeheersysteem, ASSYST, en in het systeem dat het afstemmingsproces (“clearance”) beheert, CLEAR. Hierdoor is de communicatie met de gecontroleerden tijdens de controle vereenvoudigd en verbeterd.

In gevallen waarin programmatische toegang tot de databanken van de gecontroleerden niet mogelijk was, hebben wij in 2021 de robotgestuurde procesautomatiseringsdienst opgezet. Dit was een goed alternatief voor het handmatig downloaden, opslaan en controleren van documenten uit de databanken, mits de documenten in het vereiste bruikbare formaat beschikbaar worden gesteld.

Diensten voor geavanceerde
gegevensanalyse

Het nieuwe team, dat in 2021 werd opgericht voor DATA (Data and Technology for Audit), werkte verder aan de uitvoering van het ontwikkelingsplan voor betere gebruikmaking van technologie ter ondersteuning van de controledoelstellingen van de ERK.

DATA-teamleden werkten nauw samen met controleteams, zodat zij inzicht kregen in hun specifieke processen en behoeften. Afhankelijk van de complexiteit van de behoefte varieerde het werk van adviesverlening op korte termijn tot de volledige deelname aan controletaken.

Het DATA-team leidde, of nam deel aan, verschillende projecten binnen de ERK: datadeskundigen voor de NGEU-taskforce, oprichting van een auditorscommunity voor datawetenschap, beoordeling en haalbaarheid van een nieuwe semantische zoekmachine voor de publicaties van de ERK.

Daarnaast zetten we een infrastructuur voor datawetenschap op om gegevensverwerking en geavanceerde analyse en visualisatie van veelal ongestructureerde datasets en big data mogelijk te maken.

Tegelijkertijd introduceerde onze IT-afdeling in oktober 2022 “Datawarehouse als dienst”, een dienst waarmee gebruikers min of meer zelfstandig gestructureerde gegevens kunnen verwerken en analyseren. Gebruikers met een basisniveau kunnen bijvoorbeeld vooraf gedefinieerde verslagen verkrijgen en deskundige gebruikers kunnen gegevens verwerken, ad-hocverslagen opstellen en visualisaties maken.

Innovatie

De samenwerking met hoge controle-instanties van de EU-lidstaten op het gebied van Technologie en innovatie ten behoeve van controle (Technology and Innovation for Audit, TINA) in het kader van het TINA-netwerk en -platform werd voortgezet. Er vonden elf online TINA-evenementen plaats over onderwerpen variërend van de controle van cyberbeveiliging en de veilige overdracht van gegevens tot het gebruik van specifieke instrumenten voor gegevensanalyse en procesmining.

De ERK bleef actief betrokken bij de groep opkomende technologieën van het Interinstitutioneel Comité voor digitale transformatie, dat werkt aan de invoering van technologieën zoals artificiële intelligentie, augmented reality of blockchain in de EU-instellingen. Er is een voorstel gedaan voor een gezamenlijk project inzake het gebruik van “distributed ledger”-technologieën met het oog op de verdere beveiliging van uitwisselingen met gecontroleerden.

Institutionele betrekkingen

We werken nauw samen met het Europees Parlement, de Raad, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten, omdat de impact van ons werk grotendeels afhangt van het gebruik dat zij maken van onze controlebevindingen en aanbevelingen.

Europees Parlement

In 2022 werd de regelmatige fysieke deelname van andere instellingen en organen aan plenaire en commissievergaderingen van het Europees Parlement (EP) geleidelijk hervat. Het totale aantal ERK-deelnemers aan EP-vergaderingen daalde in 2022 licht ten opzichte van 2021 (van 147 naar 134), aangezien in 2022 hoofdzakelijk fysiek werd deelgenomen en in 2021 alleen op afstand.

Commissies en organen van het EP, met name de Commissie begrotingscontrole (CONT), nodigen regelmatig leden van de ERK en controleteams uit om tijdens hun vergaderingen de resultaten van onze werkzaamheden te presenteren.

In totaal presenteerden onze leden in 2022 16 speciale verslagen en één analyse aan CONT. Ook namen zij deel aan 16 openbare hoorzittingen van CONT over de kwijting van 2021, met onder meer de presentatie van ons jaarverslag voor 2021 door ERK-president Tony Murphy.

Daarnaast gaven de leden 27 presentaties over speciale verslagen en analyses aan 14 andere EP-commissies, meestal tijdens gezamenlijke vergaderingen met andere belanghebbende commissies.

In maart 2022 heeft de Conferentie van commissievoorzitters de president van de ERK uitgenodigd voor een gedachtewisseling over ons werkprogramma 2022+ en over de raadpleging over het werkprogramma 2023+. Voormalig president van de ERK Klaus‑Heiner Lehne nam in mei deel aan de plenaire vergadering van het EP over de kwijting voor 2020. In oktober had ERK-president Tony Murphy een ontmoeting met EP-voorzitter Roberta Metsola en presenteerde hij het jaarverslag van 2021 tijdens de plenaire vergadering van het EP. Bovendien hadden de leden van kamer II in juni een ontmoeting met de REGI-coördinatoren om verdere samenwerking te bespreken en brachten vertegenwoordigers van de commissie CONT in november een bezoek aan de ERK om van gedachten te wisselen met het college.

Raad van de Europese Unie

Het totale aantal optredens van de ERK in 2022 is aanzienlijk gestegen in vergelijking met het jaar daarvoor (82 optredens in 2022 ten opzichte van 68 in 2021).

In de regel behandelen de voorbereidende instanties van de Raad al onze speciale verslagen, maar niet noodzakelijkerwijs alle analyses en adviezen, kort na de publicatie daarvan. In 2022 presenteerden we 26 speciale verslagen en 3 adviezen aan 19 verschillende comités en werkgroepen van de Raad.

Daarnaast namen vertegenwoordigers van de ERK in 2022 deel aan 29 vergaderingen over de kwijting voor de uitvoering van de EU-begroting voor de begrotingsjaren 2020 en 2021. Verder nodigde het Begrotingscomité van de Raad het management van de ERK uit om ons werkprogramma 2023+ en de ontwerpbegroting voor 2023 te presenteren.

Voorzitterschap van de Raad
Frankrijk: januari-juni 2022
Tsjechië: juli-december 2022


Door de versoepeling van de COVID‑19-beperkingen konden de vertegenwoordigers van de ERK weer fysiek deelnemen aan de meeste vergaderingen van de Raad van de EU. Sommige interacties vinden echter nog steeds op afstand plaats. Door deze nieuwe werkwijze hadden wij meer interactie met de Raad van de EU. Zo vonden er gerichte technische briefings plaats over een aantal verslagen die bestemd waren voor de permanente vertegenwoordigingen bij de EU.

In juli 2022 had voormalig ERK-president Klaus‑Heiner Lehne een ontmoeting met de Tsjechische minister-president, de minister van EU-aangelegenheden en de minister van Financiën om de prioriteiten van het Voorzitterschap van de Raad te bespreken. De ERK-leden Iliana Ivanova en Jan Gregor woonden in september een informele bijeenkomst bij met de ministers die verantwoordelijk zijn voor het cohesiebeleid. ERK-president Tony Murphy had in november een ontmoeting met zowel de Zweedse minister-president als de minister van Financiën. In december 2022 hadden de president van de ERK, Tony Murphy, en ERK-lid Jan Gregor vóór de presentatie van het Jaarverslag 2021 aan de EU-ministers van Financiën een ontmoeting met de Tsjechische minister van Financiën in zijn hoedanigheid van voorzitter van Ecofin. Daarnaast namen de leden en het management van de ERK in 2022 deel aan 14 vergaderingen met vertegenwoordigers van de permanente vertegenwoordigingen bij de EU.

Nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten

Vergaderingen met
nationale/regionale parlementen

In 2022 presenteerden onze leden en personeelsleden onze werkzaamheden tijdens 88 vergaderingen met nationale/regionale parlementen in 20 lidstaten.

Vergaderingen met
regeringen van de lidstaten

In 2022 presenteerden onze leden en leidinggevenden onze werkzaamheden tijdens 133 vergaderingen in 22 lidstaten met de regeringen en overheidsinstanties van deze lidstaten.

Europese Commissie

Gedachtewisseling met onze
gecontroleerden op het hoogste niveau

De leden en commissarissen van de ERK hebben regelmatig bilaterale contacten over geplande en lopende controletaken.

Het is ook al jaren een vaste praktijk dat onze leden een jaarlijkse vergadering houden met hun collega’s bij de Europese Commissie. Deze bijeenkomsten bieden een gelegenheid om de balans op te maken en na te denken over de wijze waarop onze samenwerking verder kan worden versterkt.

Deze traditie werd voortgezet in juli 2022, toen voormalig ERK-president Lehne het college van commissarissen uitnodigde om naar Luxemburg te komen. Hij hield een bilaterale bijeenkomst met Commissievoorzitter Von der Leyen. De leden van de ERK en de commissarissen kwamen bijeen in vier discussiegroepen, waarin de volgende onderwerpen werden besproken: de Europese Green Deal, de digitale transitie, de mondiale dimensie, en de EU-begroting als motor voor Europees herstel in relatie tot het EU-kader voor economische governance.

Samenwerking met andere hoge controle-instanties

Contactcomité van de hoge controle-instanties van de EU

Onze samenwerking met de hoge controle-instanties (HCI’s) van de 27 lidstaten vindt voornamelijk plaats in het kader van het Contactcomité van de hoge controle-instanties van de EU. Dit forum vergemakkelijkt de dialoog en de uitwisseling tussen de HCI’s van de EU-lidstaten en de ERK.

In 2022 hebben we het EU-controlenetwerk over kwesties in verband met COVID‑19 voortgezet, hetgeen resulteerde in de publicatie van tal van factsheets over relevante controlewerkzaamheden die de HCI’s in 2020 en 2021 op dit gebied hebben verricht. Daarnaast zetten wij onze samenwerkingsactiviteit voort inzake het controleren van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de nationale herstel- en veerkrachtplannen. Voor deze laatste kwamen controlemanagers en auditors van de 22 HCI’s van de EU regelmatig bijeen om hun afgeronde, lopende en geplande controles in verband met NextGenerationEU te bespreken.

Jaarlijkse vergadering 2022

In mei 2022 traden we op als gastheer van de jaarlijkse vergadering van het Contactcomité. Dit was de eerste fysieke bijeenkomst van de presidenten van de EU-HCI’s sinds 2019, na het online-evenement op hoog niveau dat in november 2021 werd gehouden. De belangrijkste discussies waren gericht op de strategische taken en uitdagingen voor de EU-HCI’s bij de beoordeling van de toegevoegde waarde van de herstel- en veerkrachtfaciliteit op nationaal en EU-niveau.

HCI’s van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU

We ondersteunen ook de HCI’s van kandidaat-lidstaten van de EU (Albanië, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Turkije en Oekraïne) en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU (Bosnië en Herzegovina, Kosovo2).

In 2022 hebben wij steun verleend aan SIGMA (steun voor de verbetering van bestuur en beheer, Support for Improvement in Governance and Management), een gezamenlijk initiatief van de OESO en de Europese Unie, bij het organiseren van een vergadering van het netwerk van HCI’s van kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten in Parijs.

2 Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad over de situatie in Kosovo (UNSCR 1244/1999) en het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 22 juli 2010 over de vraag of de “unilaterale onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in overeenstemming is met het internationaal recht”.

INTOSAI

In 2022 hebben wij onze actieve betrokkenheid bij de activiteiten van de Internationale Organisatie van Hoge Controle-instanties (International Organisation of Supreme Audit Institutions, INTOSAI) voortgezet. Als vicevoorzitter van de beroepsnormencommissie (Professional Standards Committee, PSC) hebben wij input geleverd aan de INTOSAI-taskforce strategische planning en hebben wij actief samengewerkt met de voorzitters van andere INTOSAI-commissies. In september organiseerden we bovendien de 21e vergadering van de PSC-stuurgroep. Tijdens deze vergadering, die werd geleid door de ERK, werd het verslag over de modernisering van het normenkader met succes goedgekeurd.

In november 2022 namen wij deel aan het 14e INTOSAI-congres (INCOSAI) in Rio de Janeiro. Dit congres wordt om de drie jaar georganiseerd. Het is het hoogste orgaan van INTOSAI, waar de belangrijkste administratieve besluiten van de organisatie worden genomen. Tijdens het congres werd het strategisch plan van INTOSAI voor de periode 2023‑2028 goedgekeurd en nam de ERK het voorzitterschap van de PSC over van de HCI van Brazilië. In die hoedanigheid is de ERK nu lid van de raad van bestuur van INTOSAI.

Wij hebben ook deelgenomen aan PSC-subcomités en aan de activiteiten en projecten van andere werkorganen van INTOSAI, met name op het gebied van milieuaudit, big data, financiële modernisering en hervorming van de regelgeving, en de evaluatie van overheidsbeleid en -programma’s. Daarnaast stonden wij aan het hoofd van het project voor de herziening van ISSAI 140 inzake kwaliteitscontrole binnen HCI’s, en stelden wij in samenwerking met het ontwikkelingsinitiatief van INTOSAI (INTOSAI Development Initiative, IDI) richtsnoeren op voor de toepassing van de nieuwe norm.

EUROSAI

Wij waren ook actief betrokken bij de activiteiten van de Europese organisatie van hoge controle-instanties (European Organisation of Supreme Audit Institutions, EUROSAI), de Europese regionale groep van INTOSAI, met name haar werkgroepen voor milieucontroles, informatietechnologieën en de controle van aan rampen en catastrofen toegewezen middelen, alsmede het netwerk voor ethiek.

In 2022 zetten we de werkzaamheden voort van de projectgroep inzake een langetermijnvisie op controle ter voorbereiding op toekomstige risico´s en de klimaatcrisis (“Preparing for future risks and climate crisis: Time for audit to take a long-term view?”) (mede geleid door de Britse rekenkamer) in het kader van de portefeuille “Forward thinking and emerging issues” (toekomstgerichte en opkomende kwesties). Verder hebben wij actief bijgedragen aan de activiteiten van de projectgroep voor de controle van de respons op COVID‑19.

Ons management

De leden

De ERK functioneert als een college van leden, één per lidstaat. Na raadpleging van het Europees Parlement benoemt de Raad ieder lid zodra de betrokkene door de desbetreffende nationale regering is voorgedragen. Wij hebben geen rol in het proces van het voordragen of benoemen van onze leden.

Onze leden hebben een verlengbare ambtstermijn van zes jaar. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk en in het algemeen belang van de EU uit. Bij hun ambtsaanvaarding gaan zij ten overstaan van het Europees Hof van Justitie een plechtige verbintenis van die strekking aan.

In 2022 heeft de Raad de volgende nieuwe leden benoemd: het Sloveense lid, Jorg Kristijan Petrovič (per 7 mei), het Nederlandse lid, Stef Blok (per 1 september), het Maltese lid, George Marius Hyzler (per 1 oktober), het Cypriotische lid, Lefteris Christoforou (per 2 november) en het Litouwse lid, Laima Liucija Andrikienė (per 16 november). Daarnaast heeft de Raad de mandaten van het Tsjechische lid, Jan Gregor, van het Letse lid, Mihails Kozlovs, en van het Poolse lid, Marek Opioła, verlengd met een nieuwe termijn van zes jaar (per 7 mei).

Ons Nederlandse lid, Alex Brenninkmeijer, is helaas op 14 april 2022 overleden.

De procedure voor de benoeming van een nieuw Portugees lid liep eind 2022 nog.

In 2022 vonden 25 collegevergaderingen plaats. Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg 93 %. De leden namen ook deel aan kamer- en commissievergaderingen (zie ook Controlekamers en comités).

2022 ERK-seminar:
Verbetering van de efficiëntie en
optimaal gebruik van onze
middelen bij toekomstige controles

Eenmaal per jaar nemen onze leden, de secretaris-generaal en de directeuren deel aan een tweedaags seminar om belangrijke kwesties in verband met de langetermijnstrategie, werkzaamheden en organisatie van de ERK te bespreken.

Tijdens het ERK-seminar van dit jaar hebben de leden de volgende belangrijke onderwerpen besproken:

  • manieren om onze efficiëntie en productiviteit bij het opstellen van onze speciale verslagen verder te verbeteren;
  • kwesties rondom de praktische toepassing van de gedragscode van de ERK, en
  • het werkprogramma 2023+.

President

De president is verantwoordelijk voor de strategie van de instelling, de planning en het prestatiebeheer, communicatie en betrekkingen met de media, institutionele betrekkingen, juridische zaken en interne audit. Ook vertegenwoordigt de president de ERK in haar externe betrekkingen.

Onze leden kiezen de president uit hun midden voor een termijn van drie jaar, die kan worden verlengd. De gekozen persoon treedt vervolgens op als eerste onder zijns gelijken (primus inter pares), zit de collegevergaderingen voor en zorgt ervoor dat de beslissingen van het college worden uitgevoerd.

Op 1 oktober 2022 volgde Tony Murphy Klaus‑Heiner Lehne op als president van de ERK.

Opmerking: Per februari 2023.

Controlekamers en comités

De leden worden toegewezen aan een van de vijf controlekamers, waarbinnen de meeste van onze controleverslagen, analyses en adviezen worden vastgesteld. De controlekamers verdelen hun taken onder hun leden. Elk lid moet verantwoording afleggen aan de kamer en het college voor zijn/haar eigen controletaken. De controlewerkzaamheden worden verricht door professionele auditors die werken voor de directoraten van de controlekamers.

De leden van elke controlekamer kiezen een deken voor een periode van twee jaar, die kan worden verlengd. Per 11 oktober 2022 waren de dekens van onze vijf controlekamers Joëlle Elvinger, Annemie Turtelboom, Bettina Jakobsen, Mihails Kozlovs en Jan Gregor.

Het Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle (Audit Quality Control Committee, AQCC) houdt zich bezig met het controlebeleid, de controlenormen en -methodologie van de ERK, ondersteuning en ontwikkeling van controle, en kwaliteitsbewaking van de controle. Het Comité bestaat uit één lid per controlekamer en wordt sinds 2 november 2022 voorgezeten door Iliana Ivanova.

Besluiten over bredere strategische en administratieve aangelegenheden worden genomen door het Administratief Comité (AC) en, in voorkomend geval, door het college van de leden, die beide worden voorgezeten door de president. Het Administratief Comité bestaat uit de president, de dekens van de kamers, de voorzitter van het AQCC en het lid voor institutionele betrekkingen (sinds 10 oktober 2022 Eva Lindström).

In 2022 vonden er 113 kamervergaderingen, 15 AC-vergaderingen en 10 AQCC-vergaderingen plaats. Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg respectievelijk 95 %, 94 % en 89 %.

Andere commissies zijn de ethische commissie (voorgezeten door Joëlle Elvinger), het intern auditcomité (voorgezeten door Hannu Takkula) en het Raadgevend Comité op het gebied van strategie en toekomstige ontwikkelingen (voorgezeten door Helga Berger).

Ons hogere management bestaat uit de secretaris-generaal en de directeuren. In totaal zijn er tien directoraten. Vijf daarvan zijn aan controlekamers verbonden, en één aan het AQCC, één aan het presidentschap en drie aan het secretariaat-generaal.

Opmerking: Per februari 2023.

Prestatiemeting

Wij passen een reeks essentiële prestatie-indicatoren (key performance indicators, KPI’s) toe om ons management te informeren over de geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van onze strategische doelstellingen, de besluitvorming te ondersteunen en onze institutionele belanghebbenden informatie te verschaffen over onze prestaties. We hebben de KPI’s geactualiseerd ter ondersteuning van onze strategie voor 2021‑2025. Met de volgende reeks KPI’s wordt een globaal overzicht gegeven van onze prestaties als organisatie wat betreft de verspreiding, impact en beeldvorming van ons werk:

  • aantal gepubliceerde verslagen (ten opzichte van de planning);
  • aanwezigheid in de media;
  • impact en beeldvorming van ons werk (feedback van belanghebbenden);
  • onze optredens bij andere instellingen, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten, en internationale activiteiten;
  • uitvoering van de aanbevelingen van de ERK.
29 verslagen gepubliceerd in 2022

Wij publiceerden in 2022 29 verslagen, tegenover 32 in 2021. Deze omvatten 28 speciale verslagen en één analyse.

Aanwezigheid in de media

2022: aanzienlijke toename van
berichtgeving in de media

In 2022 registreerden we ongeveer 130 000 onlineartikelen en berichten op sociale media in verband met onze controleverslagen, andere publicaties of de ERK in het algemeen. Dit betekent een aanzienlijke toename van de berichtgeving ten opzichte van voorgaande jaren (2021: 67 000; 2020: 32 000).

De berichtgeving in de media kan aanzienlijk variëren naargelang van het onderwerp en de complexiteit van een verslag. Externe factoren, zoals een belangrijke gebeurtenis of beleidsontwikkeling, kunnen ook van invloed zijn op de belangstelling van de media voor onze publicaties. Bovendien is in noodsituaties, zoals de COVID‑19-pandemie of de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, de aandacht van de media vooral gericht op crisisrelevant materiaal.

Interactie met de pers

Sinds de lockdown in verband met COVID‑19 hebben we onze publicaties virtueel gepromoot, waardoor wij ons contact met journalisten hebben kunnen intensiveren.

In 2022 publiceerden we 41 persberichten in 24 EU-talen, alsmede informatieve nota’s, informatiedocumenten voor de media en (gebruiksklare) audioverklaringen in bepaalde talen. Ook gaven we een aantal interviews met grote mediakanalen in heel Europa die radio, tv en de geschreven pers omvatten. Daarnaast hebben we 14 onlinepersbriefings gehouden en nog eens 9 landspecifieke persbriefings met betrekking tot het jaarverslag. In totaal trokken onze briefings 350 journalisten, waarvan de meesten grote nationale mediakanalen in de EU-lidstaten vertegenwoordigden.

Anderhalf miljoen bezoeken aan
de ERK-website

In 2022 werd onze website meer dan anderhalf miljoen keer bezocht, onder meer door ongeveer 600 000 unieke bezoekers.

2022: het aantal volgers
op sociale media
nam verder toe

Eind 2022 hadden onze drie socialemedia-accounts (Twitter, LinkedIn en Facebook) meer dan 45 000 volgers. In 2021 waren dit er 39 000.

Impact en beeldvorming van ons werk

82 % van de respondenten van onze
enquêtes vindt onze verslagen
nuttig voor hun werk

We beoordelen de waarschijnlijke impact en het nut van ons werk, zoals waargenomen door de lezers van onze verslagen bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, EU-agentschappen, permanente vertegenwoordigingen, agentschappen en HCI’s van de lidstaten, ngo’s, academici, de media en andere partijen.

Sinds 2018 vragen wij onze lezers in geanonimiseerde elektronische enquêtes kwalitatieve feedback te geven over een selectie verslagen en algemene suggesties voor onze werkzaamheden te doen.

In 2022 vond 82 % van ongeveer 450 respondenten onze verslagen nuttig voor hun werk en vond 78 % dat ze impact hadden. Dit is vergelijkbaar met het resultaat van het voorgaande jaar (2021: respectievelijk 83 % en 79 %).

Onze optredens bij andere instellingen, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten, en internationale activiteiten

Intensieve interactie
met onze belanghebbenden

In 2022 bereikte onze interactie met onze Europese en internationale belanghebbenden over het algemeen opnieuw een hoog niveau. We presenteerden de resultaten van onze werkzaamheden 437 keer bij de commissies van het Europees Parlement, de voorbereidende instanties van de Raad, nationale/regionale parlementen en regeringen van de lidstaten (2021: 419).

Daarnaast namen we deel aan 178 internationale activiteiten. Deze omvatten de activiteiten van internationale organisaties voor openbare controle, met name INTOSAI en EUROSAI, alsook bilaterale evenementen met andere HCI’s, conferenties, vergaderingen en activiteiten gericht op een breder publiek (2021: 154).

Uitvoering van de aanbevelingen van de ERK

Bijna al onze
aanbevelingen van 2018
zijn opgevolgd

Wij meten de uitvoering van onze aanbevelingen op basis van de follow-upcontroles die onze controleurs uitvoeren. Voor 2022 analyseerden we de aanbevelingen die we in onze verslagen van 2018 aan de Commissie en andere instellingen hadden gedaan.

Uit de analyse bleek dat 100 % van de 14 aanbevelingen waaraan we in ons Jaarverslag 2018 follow-up hebben gegeven, en 85 % van de 325 aanbevelingen in onze speciale verslagen van 2018 waaraan we follow-up hebben gegeven, volledig, in enkele of in de meeste opzichten was uitgevoerd.

Ons personeel

Toewijzing van personeel

Eind 2022 waren er 873 vaste en tijdelijke ambten (853 in voorgaande jaren). De 20 extra posten werden door de begrotingsautoriteit op tijdelijke basis toegekend voor de controle van het NGEU-initiatief. 549 hiervan waren ambten bij de controlekamers, inclusief 104 ambten in de kabinetten van de leden.

Bovendien waren aan het einde van het jaar 91 arbeidscontractanten en 33 gedetacheerde nationale deskundigen bij ons werkzaam (2021: respectievelijk 92 en 25).

Werving

Bij ons wervingsbeleid worden de algemene beginselen en arbeidsvoorwaarden van de EU-instellingen in acht genomen en onze medewerkers hebben de meest uiteenlopende academische en professionele achtergronden.

In 2022 hebben we 107 nieuwe werknemers aangeworven (2021: 80 werknemers): 33 ambtenaren, 47 tijdelijke functionarissen, 16 arbeidscontractanten en 11 gedetacheerde nationale deskundigen.

Ons ASPIRE-programma voor auditors, dat in 2017 werd ingevoerd, is bedoeld om de beroepsmatige integratie van nieuwkomers te bevorderen, zodat zij ervaring op de werkplek kunnen opdoen bij verschillende controletaken en tijdens hun eerste drie jaar aan gerichte opleidingsactiviteiten kunnen deelnemen.

Tevens boden we 60 universitair afgestudeerden (2021: 56) een stageplaats voor drie tot vijf maanden. In 2022 werkten onze stagiairs gedurende de sessies van maart, mei en oktober in dezelfde hybride vorm als de andere medewerkers van de ERK, waarbij werkzaamheden op kantoor en op afstand werden gecombineerd.

Leeftijdsprofiel

Driekwart (76 %) van ons personeel dat eind 2022 in actieve dienst was, was 40-59 jaar; dit is hetzelfde percentage als in 2021.

72 % van onze managers is50 jaar of ouder (2021: 73 %). Dit houdt in dat het management de komende vijf tot tien jaar wordt vernieuwd naarmate deze managers met pensioen gaan.

Gelijke kansen

Over het algemeen is de verhouding tussen vrouwen en mannen in ons personeelsbestand gelijk.

Wij zetten ons in om ons personeel op alle niveaus van de organisatie gelijke carrièrekansen te bieden. De verhouding tussen vrouwen en mannen in ons personeelsbestand is gelijk en in 2022 was meer dan een derde (39 %) van onze directeuren en hoofdmanagers vrouw (36 % in 2021).

Het percentage vrouwelijke hoofdmanagers op controlegebied bij de ERK bedroeg 41,4 % (37,5 % in 2021), hetgeen hoger is dan de doelstelling voor 2027 van 40 %. Overeenkomstig het actieplan voor diversiteit en inclusie (2021‑2025) van de ERK hebben we in 2022 het eerste jaarlijkse D&I-verslag (voor 2021) gepubliceerd. Daarnaast hebben we voor het eerst een controle inzake de toegankelijkheid van de ERK-gebouwen ingesteld.

Ook blijven wij ons inzetten voor het geografisch evenwicht onder onze managers.

Ethiek

In 2022 heeft de ERK twee belangrijke documenten van haar ethisch kader bijgewerkt: de ethische richtsnoeren en het beleid ter waarborging van een respectvolle en intimidatievrije werkplek. De herziening van de ethische richtsnoeren vloeide voort uit een evaluatie van het ethisch kader door een extern consultant, die vervolgens een aantal aanbevelingen deed.

De ethische commissie van de ERK bespreekt alle ethische aangelegenheden die zij van belang acht voor de normen en reputatie van de ERK, waaronder de beoordeling van de externe activiteiten van haar leden. Deze commissie bestaat uit drie door het college benoemde leden die op voorstel van de president voor een termijn van drie jaar worden benoemd (met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging): twee ERK-leden en een extern lid dat wordt gekozen op grond van zijn of haar bekwaamheid, ervaring en professionele kwaliteiten.

Ondersteuning van de controle

Controlemethodologie

AWARE

Op ons interne digitale platform AWARE (Accessible Web-based Audit Resource) worden onze controlemethodologie en -richtsnoeren beschreven. Vorig jaar hebben we AWARE op onze website beschikbaar gesteld. Dit biedt het publiek een centraal toegangspunt tot onze controlemethodologie.

Beroepsopleiding

2022: streefdoel inzake
beroepsopleiding overschreden

In 2022 hebben wij opnieuw het streefdoel inzake beroepsopleiding overtroffen (vijf dagen per jaar voor auditors — taalcursussen niet meegerekend — overeenkomstig de aanbevelingen van de Internationale Federatie van Accountants, en twee dagen voor andere personeelsleden).

Onze auditors volgden gemiddeld 6,9 opleidingsdagen — taalcursussen niet meegerekend (8,5 in 2021 en 5,4 in 2020). Hiervan betroffen 5,0 dagen opleiding in verband met hun kernactiviteiten (controle). Onze andere personeelsleden woonden gemiddeld 3,6 opleidingsdagen bij (4,2 in 2021 en 3,1 in 2020). De daling van jaar tot jaar van beide indicatoren kan wellicht worden toegeschreven aan de geleidelijke terugkeer naar klassikale/persoonlijke opleidingen; deze bieden weliswaar een betere leerervaring, maar hebben per definitie een lagere capaciteit dan de onlinecursussen.

Op maat gesneden opleiding voor auditors

Hoewel wij voortdurend naar een ruim opleidingsaanbod streven, besteedden we vooral aandacht aan opleiding in verband met onze kernactiviteiten (controle). Dit resulteerde in een aantal nieuwe cursussen en nieuwe initiatieven, waarvan hieronder enkele voorbeelden volgen:

  • Opleiding op beleidsgerelateerde gebieden: een van onze belangrijkste prioriteiten in 2022 was het opbouwen en bijschaven van de kennis van onze controlegebieden/EU-beleidsterreinen, in samenwerking met onze controlekamers. In het kader van dit initiatief hebben we twaalf sessies georganiseerd.
  • Een nieuw gebied waaraan wij veel aandacht hebben geschonken was NextGenerationEU (NGEU), en met name de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF). Ons vlaggenschipinitiatief was een tweedaagse opleiding over de RRF, die wij in samenwerking met het Europees Instituut voor Bestuurskunde hebben verzorgd. Via deze cursus, die uit zes edities bestond en online werd gegeven, wilden wij onze deelnemers inzicht verschaffen in de details en bijzonderheden van zowel de RRF-verordening als de uitvoering van de nationale herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten.
  • Nieuwe opleidingsprogramma’s voor taakleiders en over het gebruik van gegevens en technologie bij de controle: we hebben de laatste hand gelegd aan het competentiekader voor taakleiders. Dit kader diende als basis voor de opstelling van een specifiek opleidingsprogramma dat is gestructureerd rond de drie kerncompetenties waarover taakleiders moeten beschikken: projectbeheer, doeltreffende communicatie en leiderschap. In samenwerking met het DATA-team van de ERK zijn wij begonnen met het bijscholen van ons controlepersoneel in het gebruik van data en technologie.
Opleiding en bewustmaking
inzake de nieuwe
hybride omgeving

We organiseerden een opleiding voor personeel en managers over de aanpassing aan de nieuwe hybride realiteit na de inwerkingtreding van het besluit inzake hybride werken in april 2022. Het programma “Back at the office” liep van juni tot en met oktober. Het omvatte verschillende activiteiten zoals opleidingen, presentaties, workshops en een fotowedstrijd. In november 2022 werd een verplichte cursus voor managers georganiseerd.

Wij hebben ons opleidingsprogramma voor loopbaanadviseurs, mentoren, interne facilitators en vertrouwenspersonen voortgezet en een nieuw intern coachingprogramma opgestart om veerkracht op te bouwen.

Vertaling

In 2022 hebben wij meer dan 203 000 bladzijden vertaald en gereviseerd (2021: 227 003), met inbegrip van 21 133 bladzijden uitbesteed werk. Onze vertalers namen ook deel aan onze controleactiviteiten door het verlenen van taalkundige ondersteuning tijdens controlebezoeken en online- of hybride vergaderingen, alsmede bij het opstellen van verslagen. Daarnaast waren zij betrokken bij communicatiewerkzaamheden; zij gaven taalkundig advies en verbeterden de kwaliteit van berichten door deze op de doelgroep af te stemmen, bijvoorbeeld door middel van culturele aanpassing.

Voor het eerst hebben we alle ERK-producten zonder vertraging in het Iers vertaald, zodat deze tijdig konden worden gepubliceerd.

Cyberbeveiliging

2022: een belangrijk jaar
wat betreft cyberbeveiliging

De COVID‑19-crisis leidde tot een exponentiële toename van cybercriminaliteit en door staten gesteunde cyberaanvallen. Het IT-beveiligingsteam van de ERK had een grotere verantwoordelijkheid dan ooit om onze IT-diensten te beveiligen. Dit zou niet mogelijk zijn geweest zonder de waardevolle steun van het interinstitutionele computercrisisresponsteam, het CERT-EU.

De uitvoering van het cyberbeveiligingsplan 2022‑2024 is van start gegaan, waarvan een aanmerkelijk aantal acties reeds is afgerond of wordt uitgevoerd. Daarnaast hebben wij onder leiding van het CERT-EU een routekaart ontwikkeld voor een beveiligingsmodel op basis van zero trust, dat een van de uitgangspunten van het cyberbeveiligingsplan is. Het eerste systeem waarbij dit nieuwe paradigma wordt toegepast, is het nieuwe platform voor toegang op afstand dat in het eerste kwartaal van 2023 de huidige VPN-oplossing zal vervangen.

In 2022 vonden verschillende phishingcampagnes plaats, waaronder een campagne op interinstitutioneel niveau. De phishingcampagnes waren succesvol: we registreerden een toename van het aantal ERK-personeelsleden dat phishingberichten herkende en rapporteerde.

Het CERT-EU organiseerde een speciale sessie voor het hogere management van de ERK om hen te informeren over het huidige dreigingslandschap en de aan te pakken strategische prioriteiten.

In de loop van het jaar heeft de secretaris-generaal een nieuw log- en controlebeleid voor IT-systemen goedgekeurd. Het nieuwe beleid is bedoeld om onze gebruikers gerust te stellen en transparantie te bieden over het gebruik van systeemcontrole- en loggegevens, en tegelijkertijd de veiligheid van onze systemen te waarborgen.

Ten slotte is de ERK actief betrokken geweest bij de opstelling van de nieuwe interinstitutionele regels inzake cyberbeveiliging. Hoewel de regels nog moeten worden goedgekeurd, geeft de ERK reeds uitvoering aan veel van de bepalingen ervan.

Gebouwen

Een inclusieve, veilige en
milieuvriendelijke
werkplek

Wij zijn ervan overtuigd dat een goede werkplek van cruciaal belang is om de strategische doelstellingen van de ERK te bereiken. De directe impact op het welzijn van het personeel draagt ertoe bij dat de ERK een aantrekkelijke werkplek is.

Onze visie is dat alle werknemers een duurzame werkplek in een coöperatieve, welzijnsgerichte, veilige, inclusieve en milieuvriendelijke werkomgeving wordt geboden.

We zijn momenteel eigenaar van drie gebouwen (“K1”, “K2” en “K3”), die functioneren als één geïntegreerde technische eenheid. Ook huren we kantoorruimte voor ons noodcentrum in Luxemburg.

K1

In het K1-gebouw, dat in 1988 zijn deuren opende, zijn er kantoren voor maximaal 310 personeelsleden en vergaderruimten.

K1 werd in 2008 gemoderniseerd om het in overeenstemming te brengen met de nationale normen inzake gezondheid, veiligheid en milieu. Waar mogelijk werd de technologie in K1 aangepast om deze compatibel te maken met de in K2 en K3 toegepaste technologie.

K2

Het K2-gebouw werd in 2003 geopend. Het beschikt over kantoren voor maximaal 241 personeelsleden, vergaderruimten, een conferentiezaal met tolkencabines, videoconferentieruimten, een cafetaria en eenvoudige keukens.

Het K2-gebouw is gerenoveerd om de indeling van de werkplekken te optimaliseren en bepaalde technische installaties te moderniseren, waardoor deze veel milieuefficiënter zijn geworden.

K3

Het K3-gebouw werd in 2012 geopend. Op de begane grond bevinden zich de kantine, een cafetaria en cursuslokalen. In K3 zijn ook kantoren voor 503 personeelsleden, vergaderruimten en een IT-ruimte. De BREEAM-beoordeling van het K3-gebouw is “zeer goed” (BREEAM is de wereldwijd toonaangevende methode voor het evalueren en certificeren van de duurzaamheid van gebouwen).

De ERK-gebouwen op het plateau van Kirchberg in Luxemburg.

Milieubeheer

Als EU-instelling hebben we de plicht om het beginsel van goed milieubeheer toe te passen bij al onze activiteiten. Het is dan ook ons streven om onze impact op het milieu voortdurend terug te dringen. Wij monitoren en analyseren jaarlijks de door onze activiteiten gegenereerde broeikasgasemissies.

De ERK is trots op haar certificering in het kader van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS). Wij passen met succes een EMAS-conform systeem voor milieubeheer toe en we voldoen volledig aan de certificeringsvereisten van ISO 14001:2015.

In oktober 2022 vond de externe verificatieaudit in het kader van EMAS plaats. De resultaten waren positief want er waren geen onregelmatigheden ontdekt en er werden veel goede praktijken vastgesteld. Bijgevolg werd onze EMAS-certificering voor de periode 2023‑2025 bekrachtigd.

Aanpak van de energiecrisis

De ERK zal verdere stappen ondernemen om het gasverbruik met 15 % te beperken, zoals de Commissie en de Raad afgelopen juli hebben voorgesteld in het plan “Gas besparen voor een veilige winter”. De ERK zal ook rekening houden met de recente aanbeveling van de Luxemburgse regering om de temperatuur in overheidsgebouwen te beperken tot 20 °C.

In 2022 werden tijdens een energieaudit van de ERK-gebouwen verschillende energiebesparingsopties voorgesteld; als gevolg daarvan wordt momenteel een ambitieus plan ter beperking van het energieverbruik uitgevoerd.

Stappenplan voor emissiereductie
tegen 2030

In 2022 zijn we een project gestart om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het is gebaseerd op de volgende drie pijlers:

  • het terugdringen van de milieu-impact van onze gebouwen;
  • het invoeren van milieuvriendelijke mobiliteit, rekening houdend met de noodzaak om controlebezoeken ter plaatse uit te voeren, aangezien deze bezoeken een fundamenteel instrument zijn van onze controlewerkzaamheden;
  • het bevorderen van het bewustzijn en de betrokkenheid van het personeel.
Duurzaamheidsverslaglegging

Het eerste Duurzaamheidsverslag van de ERK, dat betrekking heeft op het jaar 2021, werd in september 2022 door het college vastgesteld. De basisdoelstelling van verantwoord ondernemen is ervoor te zorgen dat de activiteiten van een organisatie een positief effect hebben op de samenleving, het milieu en de economie. Dit zijn de drie basispijlers waarop verantwoord ondernemen of duurzaamheid berust. Duurzaamheid heeft dus betrekking op de ethiek van de activiteiten van een organisatie en de haalbaarheid van haar functioneren op de lange termijn.

Duurzaamheid is meer dan alleen vergroening. Het gaat daarbij ook om economische impact, ethiek en governance, respect voor wet- en regelgeving, en vooral om mensen. De ERK beschouwt haar personeel als haar belangrijkste troef en zij voert een hele reeks initiatieven en acties uit om het welzijn van haar personeelsleden te optimaliseren.

In het verslag wordt een overzicht gegeven van de economische, ecologische en sociale impact van onze activiteiten door te controleren of de EU-middelen duurzame en inclusieve groei in Europa en de rest van de wereld ondersteunen. Daarnaast bevat het informatie over de impact van onze structuur en de manieren waarop wij administratief te werk gaan om deze missie te vervullen.

Het duurzaamheidsverslag van de ERK wordt een jaarlijks terugkerend product dat op onze website zal worden gepubliceerd.

Onze verantwoording

Financiële informatie

Onze instelling wordt gefinancierd uit de EU-begroting onder de rubriek administratieve uitgaven.

In 2022 bedroeg onze begroting ongeveer 162,1 miljoen EUR.

Onze begroting maakt ongeveer 1,5 % uit van de totale administratieve uitgaven van de EU (minder dan 0,1 % van de totale EU-uitgaven).

Uitvoering van de begroting 2022

BEGROTINGSJAAR 2022 Definitieve kredieten Vastleggingen Percentage gebruik (vastleggingen/ kredieten) Betalingen
Titel 1: Aan de instelling verbonden personen (duizend EUR)
10 — Leden van de instelling 11 590 11 084 96 % 10 630
12 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 120 203 118 984 99 % 118 984
14 — Andere personeelsleden en prestaties van derden 9 089 9 055 99 % 8 783
162 — Dienstreizen 1 647 1 647 100 % 1 227
161 + 163 + 165 — Andere uitgaven voor aan de instelling verbonden personen 2 752 2 564 93 % 2 156
Subtotaal titel 1 145 281 143 334 99 % 141 780
Titel 2: Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
20 — Onroerende goederen 4 908 4 9053 99 % 2 274
210 — IT&T 8 879 8 879 100 % 5 617
212 + 214 + 216 — Roerende goederen en bijkomende kosten 847 783 92 % 534
23 — Lopende huishoudelijke uitgaven 540 478 89 % 378
25 — Vergaderingen en conferenties 381 185 48 % 138
27 — Voorlichting en publicaties 1 305 1 145 88 % 834
Subtotaal titel 2 16 860 16 375 97 % 9 775
Totaal ERK 162 141 159 709 99 % 151 555

3 Met inbegrip van overdracht bij besluit.

Begroting 2023

De begroting 2023 houdt een stijging in van 7,97 % ten opzichte van 2022.

BEGROTINGSJAAR 2022 2023 2022
Titel 1: Aan de instelling verbonden personen (duizend EUR)
10 — Leden van de instelling 11 777 11 715
12 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 131 876 120 838
14 — Andere personeelsleden en prestaties van derden 9 779 8 444
162 — Dienstreizen 2 453 2 452
161 + 163 + 165 — Andere uitgaven voor aan de instelling verbonden personen 2 601 2 732
Subtotaal titel 1 158 486 146 181
Titel 2: Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
20 — Onroerende goederen 4 274 3 778
210 — IT&T 8 452 8 228
212 + 214 + 216 — Roerende goederen en bijkomende kosten 894 944
23 — Lopende huishoudelijke uitgaven 588 574
25 — Vergaderingen en conferenties 580 675
27 — Voorlichting en publicaties 1 786 1 761
Subtotaal titel 2 16 574 15 960
Totaal ERK 175 060 162 141

Opmerking: De gerapporteerde cijfers hebben betrekking op de oorspronkelijke begroting.

Interne en externe controle

Interne controle

Onze dienst Interne Audit (IAS) verschaft op onafhankelijke en objectieve wijze zekerheid en advies die waarde moeten toevoegen aan de activiteiten van de ERK en deze moeten verbeteren. De IAS helpt de ERK bij de uitvoering van haar strategie en de verwezenlijking van haar doelstellingen door een systematische en gedisciplineerde aanpak te volgen voor de evaluatie en verbetering van de doeltreffendheid van de governance, het risicobeheer en de interne controle van de ERK. De IAS rapporteert aan het Intern Auditcomité, dat bestaat uit drie ERK-leden en een externe deskundige. Het Comité monitort regelmatig de voortgang van de diverse taken die in het jaarlijks werkprogramma van de IAS zijn uiteengezet en waarborgt de onafhankelijkheid van de dienst.

In 2022 heeft de IAS het risicobeheerbeleid van de ERK verder geëvalueerd en verslagen opgesteld voor twee taken: “IT-governance”, “Het aanwervingsproces”. De IAS heeft ook de belangrijkste controlewerkzaamheden afgerond voor twee andere taken: ERK-gebouwenbeleid — Renovatie van K2” en “Evaluatie- en bevorderingsprocedures”, waarover in 2023 verslagen zullen worden uitgebracht.

Over het geheel genomen hebben de werkzaamheden van de IAS geen tekortkomingen aan het licht gebracht die vanwege de aard of omvang ervan twijfels doen rijzen omtrent de algehele betrouwbaarheid van de internecontrolesystemen die door de gedelegeerd ordonnateur zijn ingesteld om de wettigheid en regelmatigheid van de financiële verrichtingen in 2022 te waarborgen.

Externe controle

Onze jaarrekening wordt gecontroleerd door een onafhankelijke externe accountant. Dit is belangrijk, omdat hieruit blijkt dat we op onszelf dezelfde beginselen van transparantie en verantwoording toepassen als op onze gecontroleerden.

Onze extern accountant — ACG Auditing & Consulting Group S.r.l. — heeft zijn verslag betreffende onze rekeningen over het begrotingsjaar 2021 op 5 mei 2022 uitgebracht en gaf een goedkeurend oordeel af.

Oordelen van onze externe auditor — begrotingsjaar 2021

Betreffende onze financiële overzichten:

“Naar ons oordeel geven de financiële overzichten een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer per 31 december 2021, van het resultaat van haar verrichtingen, haar kasstromen, en van de veranderingen van de nettoactiva voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).”

Betreffende ons gebruik van middelen en onze controleprocedures:

Op basis van de in dit verslag omschreven werkzaamheden concluderen wij dat de Rekenkamer op alle materiële punten voldoet aan de hiervoor vermelde criteria:

  • De aan de Rekenkamer toegewezen middelen zijn voor de gestelde doelen gebruikt.
  • De bestaande controleprocedures bieden de noodzakelijke waarborgen dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.”

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: eca.europa.eu/nl/Pages/ContactForm.aspx
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (https://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023

PDF ISBN 978-92-847-9821-6 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/847158 QJ-AA-23-001-NL-N
HTML ISBN 978-92-847-9835-3 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/785192 QJ-AA-23-001-NL-Q
PRINT ISBN 978-92-847-9842-1 ISSN 1684-0704 doi:10.2865/23139 QJ-AA-23-001-NL-C

De publicatie is beschikbaar in 24 talen en in het volgende formaat:

PDF
PDF General Report

AUTEURSRECHT

© Europese Unie, 2023

Het beleid van de Europese Rekenkamer (ERK) inzake hergebruik is uiteengezet in Besluit nr. 6-2019 van de ERK over het opendatabeleid en het hergebruik van documenten.

Tenzij anders aangegeven (bijv. in afzonderlijke auteursrechtelijke mededelingen), wordt voor inhoud van de ERK die eigendom is van de EU een licentie verleend in het kader van de Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie. Als algemene regel geldt derhalve dat hergebruik is toegestaan mits de bron correct wordt vermeld en eventuele wijzigingen worden aangegeven. De hergebruiker van ERK-inhoud mag de oorspronkelijke betekenis of boodschap niet wijzigen. De ERK is niet aansprakelijk voor mogelijke gevolgen van hergebruik.

Aanvullende toestemming moet worden verkregen indien specifieke inhoud personen herkenbaar in beeld brengt, bijvoorbeeld op foto’s van personeelsleden van de ERK, of werken van derden bevat.

Indien dergelijke toestemming wordt verkregen, wordt de bovengenoemde algemene toestemming opgeheven en zullen beperkingen van het gebruik daarin duidelijk worden aangegeven.

Voor de volgende afbeeldingen is hergebruik toegestaan mits de auteursrechthebbende, de bron en, voor zover genoemd, de naam van de fotografen worden vermeld:

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europees Parlement/Alexis Haulot.

* © GLOBAL VIEW SPRL — fotograaf: Simon Schmitt. Architecten van de gebouwen: Paul Noël (1988) en Jim Clemes (2004 & 2013).

Wilt u inhoud gebruiken of reproduceren die geen eigendom van de EU is, dan dient u de auteursrechthebbende mogelijk rechtstreeks om toestemming te vragen:

* (bovenaan, links): © depositphotos.com/mrdoomits.

* (bovenaan, rechts): © depositphotos.com/Xavier Lejeune.

* (midden, links): © depositphotos.com/adriaticphoto.

* (midden, middelste foto): © depositphotos.com/halfpoint.

* (midden, rechts): © depositphotos.com/fran11.

* (onderaan): © stock.adobe.com/denizbayram.

* © stock.adobe.com/Weyo.

* © shutterstock.com/jamesteohart.

* © Getty Images/Tonkovic.

* © stock.adobe.com/Negro Elkha.

* © depositphotos.com/Tashatuvango.

* © depositphotos.com.

* © shutterstock.com/Billy Miaron.

Software of documenten waarop industriële-eigendomsrechten rusten, zoals octrooien, handelsmerken, geregistreerde ontwerpen, logo’s en namen, zijn uitgesloten van het beleid van de ERK inzake hergebruik.

De groep institutionele websites van de Europese Unie met de domeinnaam “europa.eu” bevat links naar sites van derden. Aangezien de ERK geen controle heeft over deze sites, wordt u aangeraden kennis te nemen van hun privacy- en auteursrechtbeleid.

Gebruik van het ERK-logo

Het logo van de ERK mag niet worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van de ERK.

HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-centra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde centrum online (european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl).

Bel of schrijf
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen);
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • het onlineformulier in te vullen: european-union.europa.eu/contact-eu/write-us_nl

WAAR VINDT U INFORMATIE OVER DE EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website (european-union.europa.eu).

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU bekijken of bestellen op op.europa.eu/nl/publications. Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke documentatiecentrum (european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële talen, krijgt u op EUR‑Lex (eur-lex.europa.eu).

Open data van de EU
Het portaal data.europa.eu biedt toegang tot opendatabestanden van de instellingen, organen en agentschappen van de EU. Deze kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden. Het portaal biedt ook toegang tot een grote hoeveelheid databestanden van de Europese landen.