2021 De controle 2021 van EU-agentschappen in het kort

Presentatie van het jaarverslag 2021 van de Europese Rekenkamer over de EU-agentschappen

De publicatie is beschikbaar in 24 talen en in het volgende formaat:
PDF
PDF De controle 2021 van EU-agentschappen in het kort

Samenvatting

I De Europese Rekenkamer (ERK) is de externe auditor van de financiën van de EU1. Als zodanig treden wij op als onafhankelijk hoedster van de financiële belangen van EU-burgers door te helpen het financieel beheer van de EU te verbeteren2.

II Dit document bevat de resultaten van onze jaarlijkse controle van de EU-agentschappen en andere organen van de EU (samen aangeduid als “de agentschappen”) voor het begrotingsjaar 2021, alsmede aanvullende controleresultaten met betrekking tot de agentschappen, met inbegrip van werkzaamheden met betrekking tot een horizontaal onderwerp in verband met het risico van belangenconflicten, die de ERK in hetzelfde jaar heeft uitgevoerd.

III Over het geheel genomen kwamen uit onze controle van de agentschappen voor het op 31 december 2021 afgesloten begrotingsjaar positieve resultaten naar voren, in overeenstemming met de resultaten die in voorgaande jaren werden gerapporteerd. Door middel van de voor ieder agentschap uitgebrachte betrouwbaarheidsverklaring verstrekten we:

  • (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking over de betrouwbaarheid van de rekeningen van alle agentschappen;
  • (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle agentschappen;
  • (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen voor alle agentschappen, behalve voor het eu-LISA, waarvoor we een oordeel met beperking hebben afgegeven.

IV Toch vestigen wij voor de meeste agentschappen de aandacht op terreinen die voor verbetering vatbaar zijn in onze toelichtende paragrafen en paragrafen over andere aangelegenheden en in onze opmerkingen die niets afdoen aan de controleoordelen. In totaal hebben wij 77 opmerkingen gemaakt met betrekking tot 33 agentschappen over terreinen die verder moeten worden verbeterd, zoals overheidsopdrachten, begrotingsbeheer, aanwerving en beheers- en controlesystemen.

V We hebben voor deze terreinen die voor verbetering vatbaar zijn ook de volgende te nemen maatregelen voorgesteld:

  • De desbetreffende agentschappen moeten hun openbare aanbestedingsprocedures verder verbeteren en ervoor zorgen dat de toepasselijke regels volledig worden nageleefd, om de best mogelijke prijs-kwaliteitverhouding te waarborgen. In het bijzonder mogen agentschappen bij de uitvoering van kaderovereenkomsten alleen gebruikmaken van specifieke overeenkomsten voor de aanbesteding van goederen of diensten die onder de desbetreffende kaderovereenkomst vallen.
  • Om buitensporige bedragen aan overdrachten te verhelpen, moeten de betrokken agentschappen hun begrotingsplanning en uitvoeringscycli verder verbeteren.
  • Het netwerk van EU-agentschappen moet contact opnemen met de Commissie en de wetgevers om wijzigingen in het regelgevingskader voor te stellen waarin een minimumreeks wordt vastgesteld van regels die van toepassing zijn op leden van de raden van bestuur van EU-agentschappen met betrekking tot belangenconflicten en draaideursituaties.
  • De agentschappen moeten hun interne procedures en controles met betrekking tot mogelijke draaideursituaties versterken om ervoor te zorgen dat de toepasselijke regels volledig worden nageleefd.
  • Ze moeten interne regels voor hun bestuursleden invoeren inzake belangenconflicten in het algemeen en draaideursituaties in het bijzonder.
  • De agentschappen moeten de beroepsactiviteiten van hun hooggeplaatste personeelsleden (met inbegrip van degenen die het agentschap de afgelopen twee jaar hebben verlaten) actief gaan monitoren om niet-gemelde draaideursituaties op te sporen en ervoor te zorgen dat eerder opgelegde beperkingen worden nageleefd.

Wat we controleerden

01 De EU-agentschappen zijn afzonderlijke rechtspersonen die bij een handeling van afgeleid recht zijn opgericht om specifieke technische, wetenschappelijke of beheerstaken uit te voeren ter ondersteuning van de beleidsvorming en -uitvoering door de EU-instellingen. Ze zijn in verschillende lidstaten gevestigd en hebben een aanzienlijke invloed op gebieden die van essentieel belang zijn voor het dagelijks leven van de Europese burgers, zoals gezondheid, veiligheid, vrijheid en justitie.

02 Er zijn drie soorten EU-agentschappen: gedecentraliseerde agentschappen, uitvoerende agentschappen van de Commissie en andere organen. De onderlinge verschillen worden hieronder beschreven.

03 Het aantal agentschappen is in de loop der jaren toegenomen. Ons verslag over 2021 heeft betrekking op 44 agentschappen, zoals weergegeven in figuur 1, drie meer dan ons verslag over 2020 bestreek. De drie nieuwe agentschappen zijn:

  • de Europese Arbeidsautoriteit (ELA), die op 17 oktober 2019 operationeel is geworden en sinds 26 mei 2021 financieel autonoom is;
  • het Europees Openbaar Ministerie (EOM), dat op 1 juni 2021 operationeel is geworden en sinds 24 juni 2021 financieel autonoom is;
  • het Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea), dat op 16 februari 2021 werd opgericht.

Figuur 1 — Overzicht van de agentschappen door de tijd heen

NB: Het jaar dat in de figuur wordt genoemd, verwijst naar het jaar waarin de oprichtingshandeling van het agentschap (of de voorloper daarvan) in werking is getreden.

Bron: ERK.

04 Alle uitvoerende agentschappen zijn gevestigd in Brussel. Gedecentraliseerde agentschappen en andere organen zijn gevestigd in verschillende lidstaten in de hele EU, zoals weergegeven in figuur 2. Hun vestigingsplaatsen worden vastgesteld door de Raad ofwel gezamenlijk door de Raad en het Europees Parlement.

Figuur 2 — Vestigingsplaatsen van de agentschappen in de lidstaten

Bron: ERK.

Gedecentraliseerde agentschappen zijn gericht op specifieke beleidsbehoeften

05 De 33 gedecentraliseerde agentschappen3 spelen een belangrijke rol bij de voorbereiding en uitvoering van EU-beleid, met name voor technische, wetenschappelijke, operationele of regelgevende taken. Hun rol bestaat erin te voorzien in specifieke beleidsbehoeften en de Europese samenwerking te versterken door samenvoeging van technische en specialistische deskundigheid van zowel de EU-instellingen als de nationale regeringen. Ze worden opgericht voor onbepaalde tijd bij verordening van de Raad of van het Europees Parlement en de Raad.

Uitvoerende agentschappen van de Europese Commissie voeren EU-programma’s uit

06 De zeven uitvoerende agentschappen van de Commissie4 verrichten uitvoerende en operationele taken in verband met EU-programma’s, zoals het ondersteunen van belanghebbenden bij de uitvoering van de Europese Green Deal (Cinea) en het beheren van bepaalde Horizon Europa-projecten (REA). Deze worden opgericht voor een vaste termijn (momenteel tot 31 december 2028).

Andere organen hebben specifieke mandaten

07 De vier andere organen zijn het EIT, het EOM, het ESA en de GAR. Het EIT is een onafhankelijk, gedecentraliseerd EU-orgaan waarin wetenschappelijke, zakelijke en onderwijsmiddelen bijeen worden gebracht ter stimulering van de innovatiecapaciteit van de EU door het verstrekken van subsidies. Het EOM is een onafhankelijk EU-orgaan dat bevoegd is misdrijven tegen de begroting van de EU op te sporen en te vervolgen. Het ESA werd belast met de taak om gebruikers in de EU een regelmatige en billijke voorziening van kernbrandstof te waarborgen, in overeenstemming met het Euratom-Verdrag. De GAR is de belangrijkste autoriteit van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme in de Europese bankenunie. De GAR heeft tot taak te zorgen voor een ordelijke afwikkeling van banken die falen of waarschijnlijk zullen falen, waarbij de gevolgen voor de reële economie en de overheidsfinanciën van de deelnemende EU-lidstaten zoveel mogelijk worden beperkt. Naast ons verslag stellen we elk jaar ook een verslag op over de gerelateerde verplichtingen van de GAR5.

Agentschappen worden uit verschillende bronnen en in het kader van verschillende MFK-rubrieken gefinancierd

08 In 2021 bedroeg de totale begroting van alle agentschappen (met uitzondering van de GAR) 4,1 miljard EUR (2020: 3,7 miljard EUR). Dit komt overeen met 2,5 % van de algemene begroting van de EU voor 2021 (2020: 2,3 %), zoals weergegeven in figuur 3.

09 De begroting voor 2021 van de GAR bedroeg 9,7 miljard EUR (2020: 8,1 miljard EUR). Deze bestaat uit bijdragen van banken voor de oprichting van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (9,6 miljard EUR) en de financiering van de administratieve uitgaven van de GAR (119 miljoen EUR).

10 De begrotingen van de gedecentraliseerde agentschappen en de andere organen omvatten personeels-, administratieve en operationele uitgaven. De uitvoerende agentschappen voeren programma’s uit die worden gefinancierd uit de begroting van de Commissie. Hun eigen begrotingen, die in 2021 goed waren voor 326 miljoen EUR (2020: 273 miljoen EUR) omvatten enkel hun eigen personeels- en administratieve uitgaven. Het bedrag (aan betalingskredieten) dat de uitvoerende agentschappen in 2021 namens de Commissie aan de uitvoering van programma’s hebben besteed, bedroeg 13,1 miljard EUR (2020: 14,9 miljard EUR).

Figuur 3 — Financieringsbronnen van de agentschappen voor 2021

Bron: Ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2021; definitieve jaarrekening van de Europese Unie voor 2021 en jaarlijkse activiteitenverslagen van de uitvoerende agentschappen voor 2021, gecompileerd door de ERK.

11 De meeste agentschappen, met inbegrip van alle uitvoerende agentschappen, worden bijna volledig gefinancierd uit de algemene EU-begroting. De andere worden volledig of gedeeltelijk gefinancierd met vergoedingen en heffingen die het bedrijfsleven moet betalen alsmede rechtstreekse bijdragen van landen die aan hun werkzaamheden deelnemen. Figuur 4 geeft een uitsplitsing weer van de begrotingen van de agentschappen naar inkomstenbron.

Figuur 4 — Begrotingen 2021 van de agentschappen naar inkomstenbron

* De rekeningen van EUSPA voor 2021 laten een definitieve begroting van 44,1 miljoen EUR zien, terwijl de werkelijke ontvangsten 1,8 miljard EUR bedroegen. Dit verschil wordt verklaard door operationele activiteiten die met bestemmingsontvangsten worden gefinancierd; deze zijn als pro-memoriepost in de goedgekeurde begroting opgenomen.

NB: Er wordt geen rekening gehouden met andere diverse ontvangsten of begrotingsreserves.

Bron: Definitieve jaarrekeningen van de agentschappen voor 2021, gecompileerd door de ERK.

12 Figuur 5 toont de begrotingen 2021 van de agentschappen. Deze worden uitgesplitst naar soort uitgaven (titel I — personeelskosten, titel II — administratieve uitgaven en titel III — operationele uitgaven, en andere gebruikte titels), en niet naar activiteit. In totaal zijn de personeels- en administratieve begrotingen van de agentschappen goed voor ongeveer 14 % van de totale betalingskredieten die beschikbaar zijn voor rubriek 7 van het meerjarig financieel kader (MFK) — Europees openbaar bestuur. Dit percentage bedraagt 47 % voor de Commissie, 18 % voor het Parlement, 9 % voor de EDEO en 5 % voor de Raad.

Figuur 5 — Uitgaven van de agentschappen in 2021 per begrotingstitel

* De rekeningen van EUSPA voor 2021 laten een definitieve begroting van 44,1 miljoen EUR zien, terwijl de werkelijke ontvangsten 1,8 miljard EUR bedroegen. Dit verschil wordt verklaard door operationele activiteiten die met bestemmingsontvangsten worden gefinancierd die als pro-memoriepost in de goedgekeurde begroting zijn opgenomen.

** Het cijfer voor de GAR bestaat uit twee delen: deel I met 119 miljoen EUR voor de administratie van de Afwikkelingsraad en deel II met 9 574 miljoen EUR voor het Fonds. Dit cijfer omvat niet de reserve.

Bron: Definitieve jaarrekeningen van de agentschappen voor 2021, gecompileerd door de ERK.

13 Figuur 6 toont hoeveel personeelsleden elk agentschap eind 2021 in dienst had. In totaal hadden de agentschappen 14 431 personeelsleden in dienst (2020: 12 881). Dit cijfer komt overeen met het werkelijke aantal posten dat op 31 december 2021 werd bezet door vaste ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen. Uitgaande van de in de algemene begroting van de EU goedgekeurde personeelsformaties werkt ongeveer 17 % van alle personeelsleden van de EU voor agentschappen. Ter vergelijking: 50 % werkt voor de Commissie, 14 % voor het Parlement, 6 % voor de Raad en 4 % voor de EDEO.

Figuur 6 — Aantal personeelsleden bij elk agentschap eind 2021

Bron: Gecompileerd door de ERK.

De regelingen inzake de begroting en de kwijting zijn voor alle agentschappen dezelfde, behalve voor het EUIPO, het CPVO en de GAR

14 Voor de meeste gedecentraliseerde agentschappen en andere organen en voor alle uitvoerende agentschappen van de Commissie zijn het Europees Parlement en de Raad verantwoordelijk voor de jaarlijkse begrotings- en kwijtingsprocedures. Het tijdschema van de kwijtingsprocedure wordt weergegeven in figuur 7.

Figuur 7 — Kwijtingsprocedure voor de meeste agentschappen

Bron: ERK.

15 Twee gedecentraliseerde agentschappen die volledig zelffinancierend zijn (het CPVO en het EUIPO), zijn echter onderworpen aan een begrotings- en een kwijtingsprocedure die door hun raad van bestuur of begrotingscomité worden beheerd, maar niet door het Europees Parlement of de Raad6. De jaarlijkse begrotings- en kwijtingsprocedures van de GAR vallen eveneens uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van zijn raad.

Het netwerk van EU-agentschappen vergemakkelijkt de samenwerking tussen de agentschappen en de communicatie met belanghebbenden

16 Het netwerk van EU-agentschappen (EUAN) werd opgericht door de agentschappen als een platform voor samenwerking tussen de agentschappen teneinde hun zichtbaarheid te vergroten, mogelijke efficiëntiewinsten vast te stellen en activiteiten te bevorderen die duidelijk EU-meerwaarde hebben. Met het netwerk wordt erkend dat de agentschappen op een meer gecoördineerde manier moeten communiceren met hun belanghebbenden en het grote publiek over kwesties van gemeenschappelijk belang, en het biedt een centraal contactpunt voor het verzamelen en verspreiden van informatie onder alle agentschappen. In 2015 keurde het EUAN zijn eerste meerjarige strategie goed, met inbegrip van prioriteiten die worden uitgevoerd in jaarlijkse werkprogramma’s waarin de activiteiten en doelstellingen van het netwerk worden gespecificeerd. In 2020 heeft het EUAN zijn tweede meerjarige strategie (2021‑2027)7 goedgekeurd, waarin de politieke en strategische koers van de Commissie wordt geïntegreerd rond twee strategische pijlers:

  • het EUAN als rolmodel voor bestuurlijke excellentie;
  • het EUAN als gevestigde institutionele partner.

17 Het voorzitterschap van het EUAN wordt elk jaar door een ander agentschap bij toerbeurt bekleed, en de door het gemeenschappelijk ondersteuningsbureau gecoördineerde plenaire vergaderingen vinden twee keer per jaar plaats. De ERK werkt samen met het EUAN door goede praktijken uit te wisselen en informatie te verstrekken over controleprocessen en -resultaten.

18 Het delen van diensten, kennis en deskundigheid staat centraal in het werk van het EUAN en beide meerjarige strategieën. Enkele voorbeelden van samenwerking zijn het delen van diensten op het gebied van noodherstel, boekhouding, gezamenlijke aanbestedingen, COVID-19-gerelateerde kwesties en gegevensbescherming.

Onze controle

Ons mandaat

19 Zoals bepaald in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie hebben wij het volgende gecontroleerd:

  • de rekeningen van alle 44 agentschappen, die bestaan uit de financiële overzichten (d.w.z. de balans, de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht, het mutatieoverzicht van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen) over het per 31 december 2021 afgesloten begrotingsjaar, en
  • de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening.

20 Op basis van de resultaten van onze controle verschaffen wij het Europees Parlement en de Raad, of de andere kwijtingsautoriteiten, één verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen van elk agentschap en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Indien van toepassing vullen wij de betrouwbaarheidsverklaringen aan met belangrijke controleopmerkingen.

We melden vermoedelijke fraude aan de relevante EU-organen OLAF en het EOM

21 Wij werken samen met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) inzake vermoedelijke fraude en andere illegale activiteiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, en met het EOM inzake vermoedelijke misdrijven die de financiële belangen van de EU schaden. We stellen OLAF of het EOM in kennis van alle vermoedens die in de loop van onze controlewerkzaamheden ontstaan, ook al zijn onze controles niet specifiek bedoeld om fraude vast te stellen.

De digitalisering van controleprocedures bij de ERK wordt voortgezet

22 Zoals vermeld in verslagen van voorgaande jaren8, heeft de ERK de jaarlijkse controle van de EU-agentschappen gebruikt als een gelegenheid om het potentieel van geautomatiseerde controleprocedures te testen. De controle van de agentschappen omvat ongeveer 200 controleprocedures op gebieden als betalingen, salarissen, aanbesteding, begroting, aanwerving en de jaarrekening. Voor het begrotingsjaar 2021 hebben we het gebruik van procedures in verband met salarissen en gegevensextractie uitgebreid tot alle agentschappen. Onze toetsing van de wettigheid en regelmatigheid van vastleggingen en betalingen en van de betrouwbaarheid van de jaarrekeningen had nog steeds alleen betrekking op de uitvoerende agentschappen van de EU, aangezien zij een voldoende vergelijkbare IT-omgeving deelden.

23 Wij zijn voornemens de mogelijkheden te verkennen om ons gebruik van digitale controletechnieken uit te breiden naar andere gebieden en naar alle agentschappen. In dit verband ondervinden we echter ernstige belemmeringen omdat, zoals blijkt uit figuur 8, er nog steeds lacunes zijn in het gebruik van gestandaardiseerde IT-instrumenten, met name wat betreft de gedecentraliseerde agentschappen. Hoewel sommige agentschappen over dezelfde IT-systemen beschikken, hebben we bovendien discrepanties vastgesteld in de wijze waarop zij een aantal functies van deze instrumenten gebruiken. Dit gebrek aan consistentie is een andere factor die de mogelijkheden tot uitbreiding van het gebruik van digitale controleprocedures beperkt. Voor het begrotingsjaar 2022 starten we een proefproject om aspecten van de controle van openbare aanbestedingen van EU-agentschappen te digitaliseren.

Figuur 8 — Blijvende lacunes in het gebruik van gestandaardiseerde IT-instrumenten, met name wat betreft de gedecentraliseerde agentschappen

Bron: ERK, op basis van door de agentschappen verstrekte informatie.

Onze oordelen

De resultaten van de jaarlijkse controles van de agentschappen voor het begrotingsjaar 2021 zijn positief

24 Over het geheel genomen waren de resultaten van onze controle van de jaarrekeningen van de agentschappen voor het op 31 december 2020 afgesloten begrotingsjaar positief (zie figuur 9). We hebben echter opmerkingen gemaakt over onregelmatigheden en tekortkomingen die van invloed zijn op de betrouwbaarheid van de rekeningen en de onderliggende betalingen bij de rekeningen, met name met betrekking tot aanbestedingen.

Figuur 9 — Jaarlijkse controleoordelen over de rekeningen, ontvangsten en betalingen van de agentschappen tussen 2019 en 2021

Bron: ERK.

Goedkeurende oordelen over de betrouwbaarheid van de rekeningen van alle agentschappen

25 Voor het begrotingsjaar 2020 heeft de ERK (“goedkeurende”) controleoordelen zonder beperking gepubliceerd over de rekeningen van alle 44 agentschappen (zie figuur 9).

Toelichtende paragrafen zijn belangrijk voor een goed begrip van de rekeningen van het EMA, Frontex, de GAR en het EIGE

Wat zijn “toelichtende paragrafen”?

In een toelichtende paragraaf wordt de aandacht van de lezer gevestigd op een in de rekeningen vermelde of openbaargemaakte aangelegenheid die zo belangrijk is dat deze van fundamenteel belang is voor een goed begrip door de lezer van de rekeningen of de onderliggende ontvangsten of betalingen.

26 Voor het begrotingsjaar 2021 hebben wij gebruikgemaakt van toelichtende paragrafen in onze verslagen over vier agentschappen: het EMA, Frontex, de GAR en het EIGE.

27 De rekeningen van het EMA bevatten belangrijke informatie over de huurovereenkomst voor de voormalige kantoorgebouwen van het EMA in Londen. Deze huurovereenkomst loopt tot 2039 en bevat geen opzeggingsclausule, maar de kantoren kunnen worden onderverhuurd of overgedragen, mits de verhuurder daarmee instemt. Het EMA bereikte in juli 2019 een akkoord met de verhuurder en onderverhuurt zijn voormalige kantoren sinds juli 2019 aan een onderhuurder onder voorwaarden die in overeenstemming zijn met de voorwaarden van de hoofdhuurovereenkomst. De onderverhuurovereenkomst loopt tot het verstrijken van de huurovereenkomst van het EMA in juni 2039. Aangezien het EMA partij blijft bij de hoofdhuurovereenkomst, kan het aansprakelijk worden gesteld voor het volledige bedrag dat nog verschuldigd is uit hoofde van de contractuele verplichtingen van de hoofdhuurovereenkomst indien de onderhuurder zijn verplichtingen niet nakomt. De totale geraamde verschuldigde huur, de daarmee verband houdende dienstverleningskosten en de verhuurdersverzekering die het EMA moet betalen tot het einde van de looptijd van de huurovereenkomst bedroegen 383 miljoen EUR per 31 december 2021.

28 Frontex wordt gefinancierd uit de EU-begroting en bijdragen van landen van het Schengengebied die geen lid zijn van de EU. In de rekeningen van Frontex wordt vermeld dat de bijdragen van de landen van het Schengengebied die geen lid zijn van de EU niet correct waren berekend. Als gevolg daarvan hebben de landen van het Schengengebied die geen lid zijn van de EU 2,6 miljoen EUR minder betaald dan zij hadden moeten doen, een bedrag dat werd gecompenseerd uit de EU-begroting. Aangezien er in 2021 een overschot was, had dit echter geen effect op de operationele ontvangsten van de staat van de financiële resultaten voor 2021.

29 De GAR is blootgesteld aan geschillen in verband met de inning van bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en aan geschillen in verband met de taken die de GAR in zijn hoedanigheid van afwikkelingsautoriteit verricht. In de rekeningen van de GAR wordt melding gemaakt van administratief beroep en gerechtelijke procedures met betrekking tot vooraf te betalen bijdragen tussen sommige banken en nationale afwikkelingsautoriteiten en de GAR, alsook andere beroepen die tegen de GAR zijn ingesteld bij het Gerecht en het Hof van Justitie van de Europese Unie. De mogelijke impact hiervan op de financiële overzichten van de GAR over het per 31 december 2021 afgesloten begrotingsjaar (met name op voorwaardelijke verplichtingen, voorzieningen en verplichtingen) is onderworpen aan een specifieke jaarcontrole, zoals bepaald in artikel 92, lid 4, van de GAM-verordening.

30 Het EIGE vermeldde in zijn rekeningen een voorwaardelijke verplichting waaraan zal moeten worden voldaan indien het Litouwse hooggerechtshof het EIGE in het ongelijk zou stellen in een lopende zaak met betrekking tot uitzendkrachten. De potentiële financiële impact wordt geraamd op 22 000 EUR.

De impact van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne

31 We vestigden de aandacht op de informatie die drie agentschappen (het EASO, EUSPA en de GAR) hebben vermeld over de impact van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne op hun activiteiten. Gezien de toegenomen vraag naar bijstand van de lidstaten die vluchtelingen uit Oekraïne opvangen, heeft het EASO om extra personele en financiële middelen verzocht. De activiteiten van EUSPA werden beïnvloed door de onderbreking van het gebruik van Russische Sojoez-draagraketten voor Galileo-satellieten. De GAR is van oordeel dat de oorlog de risico’s voor de financiële stabiliteit heeft vergroot, met name kredietrisico’s in verband met de blootstellingen van banken aan tegenpartijen in Rusland, Belarus en Oekraïne en met leningen aan binnenlandse ondernemingen die het meest zijn blootgesteld aan de gevolgen van de oorlog.

Goedkeurende oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle agentschappen

32 Voor het begrotingsjaar 2021 heeft de ERK (“goedkeurende”) controleoordelen zonder beperking afgegeven over de wettigheid en regelmatigheid van de ontvangsten die ten grondslag liggen aan de rekeningen van alle agentschappen (zie figuur 9).

Een toelichtende paragraaf draagt bij tot een beter begrip van de ontvangsten van de GAR

33 In ons verslag over de GAR hebben wij ook een toelichtende paragraaf gebruikt, omdat een deel van de ontvangsten van de GAR met betrekking tot de vooraf te betalen bijdragen aan het GAF in rechte wordt betwist. Dit is relevant voor ons oordeel over de ontvangsten van de GAR omdat de GAR, afhankelijk van de uitkomst van het geschil, de bijdragen van bepaalde banken mogelijk opnieuw moet berekenen.

In een paragraaf over andere aangelegenheden wordt een kwestie van specifiek belang voor de ontvangsten van de GAR beschreven

Wat zijn “paragrafen over andere aangelegenheden”?

De paragrafen over andere aangelegenheden bevatten andere belangrijke kwesties dan die welke in de rekeningen worden vermeld of openbaargemaakt, die niettemin relevant zijn voor het inzicht in de rekeningen of de onderliggende ontvangsten of betalingen.

34 Voor het begrotingsjaar 2021 hebben wij alleen voor de GAR gebruikgemaakt van een paragraaf over een “andere aangelegenheid”. De GAM-verordening stelt geen alomvattend en consistent controlekader vast ter waarborging van de betrouwbaarheid van de informatie die door de banken aan de GAR is verstrekt voor de berekening van de vooraf te betalen bijdragen aan het GAF. De GAR verricht echter wel analytische en consistentiecontroles van de informatie en voert enkele controles achteraf uit op het niveau van de banken. Voorts kan de GAR geen gedetailleerde informatie verstrekken over de berekeningen van de risicogewogen bijdragen voor elke bank omdat deze onderling samenhangen en vertrouwelijke informatie over andere banken bevatten. Dit kan van invloed zijn op de transparantie van deze berekeningen. Wij merkten op dat de GAR voor de berekening van de bijdragen voor 2021 en 2022 de transparantie ten aanzien van banken heeft verbeterd door een raadplegingsronde te organiseren. De GAR heeft tijdens deze raadplegingsronde gegevens meegedeeld die banken in staat stelden de berekening van de vooraf te betalen bijdragen voor 2021 en 2022 te simuleren.

Goedkeurende oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen van de agentschappen, behalve voor eu-LISA

35 Voor het begrotingsjaar 2021 publiceerden wij (goedkeurende) controleoordelen zonder beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen van 43 van de 44 agentschappen (zie figuur 9).

36 Voor eu-LISA hebben wij een oordeel met een beperking afgegeven. Van de 28 door ons gecontroleerde betalingen waren er 6 niet-conform (zie kader 1). Drie van deze betalingen hadden betrekking op een specifieke overeenkomst waarbij een kaderovereenkomst ten uitvoer werd gelegd zonder dat de gevraagde diensten nader werden gespecificeerd (hoeveelheden en leveringsdata), waardoor geen duidelijke juridische verbintenis tot stand kwam. We troffen ook andere betalingen aan, buiten onze oorspronkelijke steekproef, die verband hielden met die overeenkomst en dezelfde niet-conformiteit vertoonden. De drie andere niet-conforme betalingen uit onze oorspronkelijke steekproef hadden betrekking op drie verschillende specifieke overeenkomsten, die fundamenteel afweken van de overeenkomstige kaderovereenkomsten. De betrokken uitgaven bedragen in totaal 18,11 miljoen EUR. Dit komt overeen met 6,2 % van de totale in 2021 beschikbare betalingskredieten.

Kader 1

Kwesties rond de begrotingsplanning en aanbestedingen van eu-LISA

Voor het begrotingsjaar 2019 hebben wij melding gemaakt van de risico’s die verbonden zijn aan de praktijk om eu-LISA middelen te verstrekken voordat er wetgeving was vastgesteld waarin de vereisten voor de te ontwikkelen IT-systemen waren bepaald. We stelden vast dat deze risico’s werkelijkheid werden: de daaruit voortvloeiende tijdsdruk op eu-LISA om de middelen vast te leggen en te besteden voordat deze zouden vervallen, heeft bijgedragen tot gevallen van niet-naleving bij aanbestedingsprocedures en de uitvoering van overeenkomsten. Deze gevallen van niet-naleving omvatten het ontbreken van informatie, in een specifieke overeenkomst, over de hoeveelheden en leveringsdata van de verworven diensten, en wijzigingen van de reikwijdte, de duur of de waarde van de overeenkomst die verder gingen dan een flexibele interpretatie van het Financieel Reglement toelaat. Daarom hebben we een oordeel met beperking afgegeven over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen van eu-LISA in 2021. Vorig jaar hebben wij ons oordeel met beperking over de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen van eu-LISA in 2020 uitgebracht vanwege soortgelijke gevallen van niet-naleving bij de uitvoering van overeenkomsten.

Te nemen maatregel 1

Eu-LISA moet zijn aanbestedingsprocedures en contractbeheer verbeteren, met name wat betreft het omschrijven van de verworven diensten en goederen in de specifieke overeenkomsten en het beperken van wijzigingen in de reikwijdte, de duur en de waarde van opdrachten tot de in het Financieel Reglement toegestane mate.

Eu-LISA moet ook contact opnemen met de Commissie om wijzigingen in zijn meerjarige begrotingsplanning voor te stellen, zodat het alleen middelen ontvangt voor de ontwikkeling van systemen wanneer de wetgeving (met inbegrip van gedelegeerde of uitvoeringsverordeningen) met de bijbehorende eisen is vastgesteld en wanneer de reikwijdte van het project in voldoende detail kan worden gespecificeerd.

Een toelichtende paragraaf draagt bij tot een beter begrip van de betalingen van Frontex

37 De rekeningen van Frontex omvatten een vermelding met betrekking tot een bedrag van 18,1 miljoen EUR aan betalingen die in 2021 zijn verricht ter uitvoering van een begrotingsvastlegging van 2020 die is overgedragen naar 2021, zonder dat Frontex vóór eind 2020 een juridische verbintenis was aangegaan, zoals wel vereist door het Financieel Reglement van de EU. Wij hebben over deze kwestie verslag uitgebracht in ons specifiek jaarverslag 20209. De totale betalingen in 2021 bedroegen 18 375 458 EUR. Frontex heeft deze niet-naleving rechtgezet door gedurende 2021 juridische verbintenissen aan te gaan.

Paragrafen over andere aangelegenheden inzake kwesties van specifiek belang voor betalingen van het Hadea

38 Wij vestigen de aandacht op het feit dat op grond van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/17310 van de Commissie de directeur-generaal van DG SANTE was gemachtigd om op te treden als waarnemend directeur van het Hadea totdat het Hadea over de operationele capaciteit zou beschikken om zijn eigen begroting uit te voeren. Op 19 februari 2021 heeft de directeur-generaal van DG SANTE deze bevoegdheid gedelegeerd aan een andere ambtenaar van DG SANTE en deze benoemd tot waarnemend directeur van het Hadea. Op grond van artikel 26 van het financieel reglement van het HaDEA kunnen begrotingsbevoegdheden worden gedelegeerd. Dit artikel kan echter niet zo worden uitgelegd dat de volledige bevoegdheid van de waarnemend directeur kan worden gedelegeerd, omdat dit in strijd zou zijn met het uitvoeringsbesluit van de Commissie.

Onze opmerkingen betreffen terreinen die voor verbetering vatbaar zijn

39 In totaal hebben wij 77 opmerkingen gemaakt met betrekking tot 33 agentschappen waarin wordt gewezen op terreinen die verdere verbetering behoeven. Deze omvatten de twee opmerkingen die als basis hebben gediend voor het oordeel met beperking voor eu-LISA, alsmede de opmerking in de paragraaf over andere aangelegenheden voor het Hadea. Ter vergelijking: voor het begrotingsjaar 2020 hebben wij 60 opmerkingen gemaakt. Het merendeel van de opmerkingen heeft betrekking op tekortkomingen in openbare aanbestedingsprocedures, beheers- en controlesystemen en het begrotingsbeheer. Tekortkomingen in openbare aanbestedingsprocedures blijven de belangrijkste bron van onregelmatige betalingen.

40 Figuur 10 en figuur 11 tonen het aantal verschillende soorten opmerkingen die in ons verslag zijn gemaakt ten aanzien van de 33 agentschappen.

Figuur 10 — Aantal opmerkingen per agentschap

Bron: ERK.

Figuur 11 — Aantal opmerkingen per soort veelvoorkomende tekortkoming

Bron: ERK.

Tekortkomingen in openbare aanbestedingen nemen toe en blijven de grootste bron van onregelmatige betalingen

41 De doelstelling van openbare aanbestedingsregels is het zorgen voor eerlijke concurrentie tussen inschrijvers en het aankopen van goederen en diensten tegen de best mogelijke prijs, waarbij het transparantiebeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het beginsel van gelijke behandeling en het beginsel van non-discriminatie in acht worden genomen. We controleerden aanbestedingen bij alle 44 agentschappen. Voor 22 agentschappen (ACER, Berec-Bureau, CdT, Cepol, CPVO, EASO, EBA, EEA, EIGE, Eiopa, Eismea, ELA, EMA, EMSA, Enisa, ESMA, EUIPO, eu-LISA, EU-OSHA, Eurofound, Eurojust en Frontex) meldden we contracten met verschillende soorten tekortkomingen op het gebied van openbare aanbesteding, met inbegrip van betalingen in het begrotingsjaar 2021 die voortvloeiden uit onregelmatige aanbestedingsprocedures die in voorgaande jaren werden gerapporteerd. Kader 2 bevat voorbeelden van typische onregelmatigheden bij de uitvoering van aanbestedingsovereenkomsten.

Kader 2

Voorbeelden van onregelmatige uitvoering van overeenkomsten

Cepol had tot maart 2022 een geldige kaderovereenkomst voor dienstverlening op het gebied van reisbureaudiensten. Bepaalde landen buiten de EU vielen niet binnen de reikwijdte van de overeenkomst. Reisdiensten voor deze landen vielen tot eind 2020 onder andere overeenkomsten. In de zomer van 2021 werd het, ondanks de onvoorspelbare reissituatie, waarschijnlijk dat Cepol activiteiten met fysieke aanwezigheid in niet-EU-landen zou moeten organiseren. Na de situatie en de verschillende beschikbare opties te hebben beoordeeld, heeft Cepol ervoor gekozen de bestaande kaderovereenkomst te gebruiken om de evenementen in deze landen te dekken, hoewel deze evenementen niet binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vielen. Dit was in strijd met het Financieel Reglement. Cepol heeft dit besluit opgenomen in zijn register van uitzonderingen. De daarmee samenhangende betalingen (76 590 EUR in 2021) zijn onregelmatig.

42 Wij merken een toename op van het aantal opmerkingen over aanbestedingen dat we de afgelopen drie begrotingsjaren hebben gemaakt (van 20 in 2019 en 18 in 2020 tot 34 in 2021), alsook van het aantal betrokken agentschappen (van 11 in 2019 en 14 in 2020 tot 22 in 2021). Zoals blijkt uit figuur 12 hebben we sinds het begrotingsjaar 2019 jaarlijks nieuwe opmerkingen in verband met aanbestedingen gemaakt voor twee agentschappen (Cepol en het EMA).

Figuur 12 — Onze opmerkingen over tekortkomingen en onregelmatigheden op het gebied van openbare aanbestedingen zijn de afgelopen drie jaar frequenter geworden

Bron: ERK.

Te nemen maatregel 2

Fouten inzake openbare aanbestedingen blijven de meest voorkomende soort fouten die door middel van onze controles van de agentschappen wordt opgespoord. De desbetreffende agentschappen moeten hun openbare aanbestedingsprocedures verder verbeteren en ervoor zorgen dat de toepasselijke regels volledig worden nageleefd, om de best mogelijke prijs-kwaliteitverhouding te waarborgen.

In het bijzonder mogen agentschappen bij de uitvoering van kaderovereenkomsten alleen gebruikmaken van specifieke overeenkomsten voor de aanbesteding van goederen of diensten die onder de desbetreffende kaderovereenkomst vallen. De agentschappen moeten er ook voor zorgen dat zij voldoen aan de in het Financieel Reglement vastgestelde voorwaarden voor het wijzigen van bestaande overeenkomsten.

Beheers- en controlesystemen vertonen tekortkomingen

43 Voor 16 agentschappen (ACER, Cedefop, Cepol, EASA, EBA, Eiopa, Eismea, EIT, ELA, Enisa, EOM, ESMA, Europol, EUSPA, Frontex en Hadea) melden we tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen die geen betrekking hebben op aanbestedingen of aanwervingen. Voor deze 16 agentschappen betreffen onze opmerkingen onder andere potentiële gevallen van belangenconflicten, ontbrekende controles vooraf/achteraf, ontoereikend beheer van begrotingsvastleggingen en juridische verbintenissen, en verzuim om kwesties in het register van uitzonderingen te melden.

44 Figuur 11 toont de meest voorkomende soorten tekortkomingen in de interne controle die wij hebben vastgesteld; kader 3 bevat voorbeelden van dergelijke tekortkomingen met betrekking tot het risico van belangenconflicten.

Kader 3

Bestuurskwesties en belangenconflicten kunnen de doeltreffendheid van EU-agentschappen belemmeren

De rol van de drie Europese toezichthoudende autoriteiten — de EBA, Eiopa en ESMA — bestaat erin te zorgen voor een gelijk speelveld voor het toezicht op financiële diensten. Hun oprichtingsverordeningen bevatten verschillende bepalingen om ervoor te zorgen dat de leden van hun raden van toezichthouders “onafhankelijk en objectief en uitsluitend in het belang van de Unie in haar geheel” handelen en “instructies van […] de regering van een lidstaat of van een ander publiek of privaat orgaan [vragen noch aanvaarden]11.

Volgens de reglementen van orde van de Europese toezichthoudende autoriteiten mogen leden van een raad van toezichthouders die een belangenconflict hebben, niet deelnemen aan de besprekingen van de raad van toezichthouders of stemmen over de aangelegenheid in kwestie. De leden mogen echter wel op de vergadering aanwezig blijven indien niemand bezwaar maakt (EBA, Eiopa) of tenzij de meerderheid van de leden ervoor kiest hen uit te sluiten (ESMA). Dit brengt een risico met zich mee voor de onafhankelijkheid van de raad, althans ogenschijnlijk.

In voorgaande jaren hebben we in verschillende speciale verslagen verslag uitgebracht over bestuurskwesties die van invloed zijn op de Europese toezichthoudende autoriteiten, en over de negatieve impact van deze kwesties op hun doelstellingen.

In ons speciaal verslag over de stresstests voor banken12 stelden wij vast dat nationale autoriteiten een significante invloed hebben op de bestuursstructuur van de EBA, aangezien haar raad van toezichthouders bestaat uit vertegenwoordigers van nationale toezichthouders waarvan de benoeming niet goedgekeurd hoeft te worden door EU-organen. Dit kan tot spanningen leiden, aangezien de leden van de raad mogelijk louter voor nationale belangen opkomen en niet voor de bredere Europese belangen.

In ons speciaal verslag over het verzekeringstoezicht13 merkten we op dat de doelmatigheid en doeltreffendheid van de werkzaamheden van Eiopa vaak afhankelijk waren van de kwaliteit van de input van de nationale autoriteiten en van hun bereidheid om samen te werken. De huidige governancestructuur van Eiopa biedt nationale autoriteiten de mogelijkheid om de mate waarin hun eigen werk wordt geëvalueerd, en de conclusies van dergelijke evaluaties, te beïnvloeden. De raad van toezichthouders keurt alle belangrijke documenten goed, zoals de toezichtstrategie van Eiopa. Dit kan de onafhankelijkheid van Eiopa in het gedrang brengen en de verwezenlijking van haar doelstellingen in de weg staan.

In ons speciaal verslag over de bestrijding van witwassen van geld14 constateerden we dat personeelsleden van de EBA weliswaar grondig onderzoek verrichtten naar potentiële inbreuken op het EU-recht, maar wij troffen schriftelijk bewijs aan van pogingen om te lobbyen bij panelleden gedurende de periode dat het panel overleg voerde over een mogelijke aanbeveling. Uiteindelijk werd de ontwerpaanbeveling door de raad van toezichthouders verworpen.

In ons speciaal verslag over beleggingsfondsen15 constateerden we dat ESMA voor uitdagingen staat bij het doeltreffend gebruik van haar instrumenten. Deze uitdagingen omvatten problemen als gevolg van de eigen governancestructuur van ESMA, haar afhankelijkheid van de goodwill van de nationale toezichthouders en de bereidwilligheid van haar eigen raad van toezichthouders. Wij stelden vast dat beide de voorkeur gaven aan “niet-ingrijpende” convergentie-instrumenten waarvan de doeltreffendheid nog niet is aangetoond en die vaak niet hebben geleid tot een doeltreffend en consistent toezicht. Dit beperkte de doeltreffendheid van ESMA.

In alle gevallen hebben wij de Commissie aanbevolen te overwegen wijzigingen voor te stellen in de governancestructuur van de Europese toezichthoudende autoriteiten, zodat zij hun bevoegdheden doeltreffender kunnen gebruiken. In 2019 heeft de wetgever de door de Commissie voorgestelde16 herziene governancestructuur echter niet aanvaard.

Tekortkomingen bij de aanwerving houden vaak verband met het evaluatieproces

45 Voor negen agentschappen (Berec-Bureau, Cedefop, EBA, EIGE, EMA, EOM, EUSPA, Frontex, GAR) melden we tekortkomingen in verband met verschillende aspecten van aanwervingsprocedures, waaronder evaluatieprocessen en kennisgevingen van vacatures. Figuur 11 toont de meest voorkomende soorten tekortkomingen met betrekking tot aanwervingsprocedures.

Tekortkomingen in het begrotingsbeheer leiden doorgaans tot hoge niveaus van overdrachten of laattijdige betalingen

46 Voor tien agentschappen (ACER, Cedefop, EACEA, EOM, ERCEA, EUIPO, eu-LISA, FRA, Frontex, Hadea) melden we tekortkomingen in verband met verschillende aspecten van het begrotingsbeheer, waaronder buitensporige overdrachten van kredieten en hoge percentages laattijdige betalingen. Figuur 11 toont de meest voorkomende soorten tekortkomingen in het begrotingsbeheer.

47 Figuur 13 toont het niveau van de overdrachten, per begrotingstitel, voor elk agentschap. Hoewel het Financieel Reglement van de EU geen plafonds vaststelt voor zulke overdrachten en een aantal ervan door het meerjarige karakter van operaties kan worden verklaard, kunnen buitensporige niveaus van overdrachten wijzen op vertragingen in de uitvoering van werkprogramma’s of aanbestedingsplannen. Deze kunnen ook wijzen op een structurele kwestie of een zwakke begrotingsplanning, of kunnen in strijd zijn met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit. We rapporteren dergelijke tekortkomingen voor vier agentschappen (ACER, EACEA, eu-LISA, FRA).

Figuur 13 — Niveau van overdrachten per begrotingstitel

Bron: Definitieve jaarrekeningen van de agentschappen voor 2021, gecompileerd door de ERK.

Te nemen maatregel 3

Om buitensporige niveaus aan overdrachten te verhelpen, moeten de betrokken agentschappen hun begrotingsplanning en uitvoeringscycli verder verbeteren.

Tekortkomingen en goede praktijken bij de behandeling van mogelijke draaideursituaties door de agentschappen

48 Voor het begrotingsjaar 2021 hebben we onze terugkerende controlewerkzaamheden met betrekking tot de betrouwbaarheid van de rekeningen van de agentschappen en de wettigheid en regelmatigheid van hun ontvangsten en betalingen aangevuld met een analyse van de wijze waarop agentschappen mogelijke draaideursituaties aanpakken. In kader 4 wordt uitgelegd wat draaideursituaties zijn en hoe deze zich verhouden tot het risico van belangenconflicten en inkapseling van beleid.

Kader 4

Wat zijn draaideursituaties en waarom zijn deze van belang?

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) definieert het begrip “draaideur” als volgt. Belangenconflicten kunnen zich voordoen en vormen het risico van inkapseling van beleid in de overgang tussen posities in de publieke en de particuliere sector. Wanneer functies betrekking hebben op gebieden die gesloten zijn of die rechtstreeks door de voormalige ambtenaar werden gecontroleerd, kan dit zogenaamde draaideurverschijnsel worden gezien als een oneerlijk voordeel wat betreft informatie, relaties of enig ander voordeel dat in de vorige publieke functies is verworven. In sommige gevallen kunnen ambtenaren in de verleiding komen om beslissingen te nemen of kan worden verondersteld dat zij beslissingen hebben genomen die niet in het algemeen belang zijn, maar in het belang van een voormalige of toekomstige werkgever.17

In de context van de EU legt de Europese Ombudsman uit dat18 wanneer een ambtenaar naar de particuliere sector overgaat, dit vaak een “draaideur”-situatie wordt genoemd. Dit kan een risico vormen voor de integriteit van de EU-instellingen omdat waardevolle inside-informatie naar de particuliere sector kan gaan doordat voormalige ambtenaren lobby-activiteiten kunnen uitoefenen bij hun voormalige collega’s, of omdat huidige ambtenaren beïnvloed kunnen worden met betrekking tot een eventuele toekomstige functie.

Het aanvaarden van een bezoldigde externe activiteit tijdens een dienstverband bij een EU-instelling of -orgaan, zoals een agentschap, kan dezelfde risico’s inhouden als het aanvaarden van een nieuwe functie na het verlaten van de EU-overheidsdienst.

49 Agentschappen zijn bijzonder gevoelig voor het risico van draaideursituaties vanwege hun afhankelijkheid van tijdelijk personeel, wat een hoog personeelsverloop met zich meebrengt, en hun governancemodel, dat raden omvat waarvoor de leden doorgaans voor relatief korte termijnen werken. Voor sommige agentschappen wordt dit risico nog vergroot door aanzienlijke regelgevende bevoegdheden (bijv. EBA, Eiopa en ESMA) of banden met het bedrijfsleven (bijv. EASA, ECHA of EFSA). Wij hebben besloten dit onderwerp te onderzoeken omdat het niet alleen van belang is voor de goede werking van de EU-agentschappen, maar ook voor hun reputatie en, meer in het algemeen, voor de reputatie van de EU als geheel.

50 We onderzochten gevallen tussen 2019 en 2021 waarin huidige of voormalige hooggeplaatste personeelsleden van agentschappen (uitvoerend directeuren, directeuren en ambtenaren in de rangen AD14-16) een functie aanvaardden na het verlaten van een agentschap of een bezoldigde externe activiteit verrichtten tijdens een dienstverband bij een agentschap. We hebben ook soortgelijke gevallen onderzocht die gevolgen hadden voor leden en voormalige leden van de raden van bestuur van de agentschappen. Sommige agentschappen hadden deze alleen beoordeeld op basis van hun eigen interne regels. De reikwijdte van ons onderzoek omvatte 40 agentschappen. Alleen het Chafea, dat in 2021 werd gesloten, en de drie agentschappen die pas in 2021 operationeel of autonoom werden (ELA, EOM, Hadea), werden niet in aanmerking genomen. In kader 5 worden de relevante wettelijke normen toegelicht.

Kader 5

Het rechtskader van de EU dat van toepassing is op het beheer van risico's met betrekking tot draaideursituaties

De regels die van toepassing zijn op het omgaan met mogelijke draaideursituaties en het daaraan verbonden risico op belangenconflicten zijn in de eerste plaats vastgelegd in het Statuut van de ambtenaren19 van de EU. Deze regels zijn van toepassing op voormalige en huidige personeelsleden van EU-instellingen en -organen, met inbegrip van EU-agentschappen. De regels betreffen onder meer het volgende:

  • Personeelsleden moeten het aan hun agentschap meedelen als zij van plan zijn om binnen twee jaar nadat zij bij de EU uit dienst zijn getreden een nieuwe functie te aanvaarden.
  • Alvorens voormalige personeelsleden toestemming te verlenen of te weigeren om een nevenactiviteit of een nieuwe functie uit te mogen oefenen, moet een agentschap zijn paritaire commissie raadplegen.
  • Indien een agentschap van mening is dat er een risico op een belangenconflict bestaat, kan het het personeelslid verbieden de functie te aanvaarden, of slechts onder voorwaarden toestemming geven.
  • Een agentschap moet zijn voormalige hooggeplaatste ambtenaren ook verbieden om in de twaalf maanden na beëindiging van de dienst lobby- of belangenbehartigingsactiviteiten jegens het personeel van de instelling te voeren.
  • Een agentschap moet jaarlijks een lijst publiceren van de gevallen die zijn beoordeeld in het licht van het risico van lobby-activiteiten en belangenbehartiging.

Deze regels zijn echter niet van toepassing op de leden van de raden van bestuur van de agentschappen, omdat zij niet worden geacht deel uit te maken van het personeel van de agentschappen. Niettemin hebben negen agentschappen interne regels op dit gebied.

In het huidige rechtskader ontbreken duidelijke vereisten inzake naleving en monitoring

51 Zoals vermeld in kader 5, is het Statuut (met inbegrip van de regels met betrekking tot draaideursituaties en belangenconflicten in ruimere zin) per definitie niet van toepassing op de leden van de raden van bestuur van agentschappen, die niet tot het personeel van de agentschappen behoren. Het heeft evenmin betrekking op leden van de wetenschappelijke comités, deskundigengroepen en andere soortgelijke organen van de agentschappen. Hierdoor ontstaat een juridisch vacuüm, omdat er geen gemeenschappelijke rechtsgrondslag bestaat waarin een minimumniveau van vereisten wordt vastgesteld voor deze categorieën personen die voor EU-agentschappen werken, met betrekking tot het risico op belangenconflicten en draaideursituaties. De taak om de toepasselijke regels vast te stellen, wordt aan elk afzonderlijk agentschap overgelaten.

52 Het rechtskader van de EU voor het beheer van het risico van draaideursituaties bevat zeer beperkte verplichtingen voor EU-instellingen en -organen (met inbegrip van EU-agentschappen) om te monitoren of het huidige en voormalige personeel aan de draaideurvereisten voldoet. In het rechtskader wordt niet bepaald op welke wijze deze monitoring kan plaatsvinden of welke instrumenten daarvoor kunnen worden gebruikt. Bijgevolg houden de meeste agentschappen zich niet bezig met dergelijke monitoringactiviteiten en zullen niet-aangegeven draaideurgevallen en inbreuken op de beperkingen die worden opgelegd aan vertrekkende personeelsleden in verband met hun nieuwe functie waarschijnlijk niet worden ontdekt.

53 De regels met betrekking tot de monitoring en behandeling van draaideursituaties en het daaraan verbonden risico op belangenconflicten zijn onvoldoende duidelijk over de verplichting voor de betrokken EU-instellingen en -organen om jaarlijks een lijst te publiceren van gevallen die zijn beoordeeld in het kader van het risico van lobby-activiteiten en belangenbehartiging. De Europese Ombudsman bracht al in 2017 verslag uit over deze kwestie (zie kader 6). De relevante regels van het Statuut zijn sindsdien niet meer gewijzigd.

Kader 6

De Europese Ombudsman riep op tot meer transparantie bij de beoordeling van gevallen met betrekking tot het risico van lobby-activiteiten en belangenbehartiging

In een verslag van 201720 stelde de Europese Ombudsman dat voor alle beoordeelde gevallen informatie moet worden gepubliceerd, ongeacht of de instelling van mening was dat de aangemelde beroepswerkzaamheid lobby-activiteiten en belangenbehartiging met zich mee zou brengen. Dit is noodzakelijk om een doeltreffende en zinvolle toepassing van artikel 16, lid 3, en artikel 16, lid 4, te waarborgen. De Europese Ombudsman verklaarde dat de te publiceren informatie het volgende moet omvatten:

  • de naam van het betrokken hooggeplaatste personeelslid;
  • de vertrekdatum van het hooggeplaatste personeelslid;
  • de aard van de functie die het hooggeplaatste personeelslid bekleedde en een beschrijving van de taken die de afgelopen drie jaar in het ambtenarenapparaat van de EU zijn verricht;
  • de naam van de toekomstige werkgever en een beschrijving van de aard van de taken die in de nieuwe functie moeten worden verricht; of een beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden als zelfstandige;
  • indien de toekomstige werkgever of het eigen bedrijf in het transparantieregister van de EU is ingeschreven, een link naar de desbetreffende inschrijving in het register;
  • de gedetailleerde beoordeling van het geval door de instelling, met inbegrip van haar conclusie over het al dan niet verlenen van toestemming — met of zonder risicobeperkende maatregelen — en een verklaring over de vraag of de voorgenomen activiteit lobby-activiteiten en belangenbehartiging kan inhouden en derhalve de oplegging van een verbod op lobby-activiteiten en belangenbehartiging rechtvaardigt.

Te nemen maatregel 4

Het netwerk van EU-agentschappen moet contact opnemen met de Commissie en de wetgevers om wijzigingen in het regelgevingskader voor te stellen waarin een minimumreeks wordt vastgesteld van regels die van toepassing zijn op leden van de raden van bestuur van EU-agentschappen met betrekking tot belangenconflicten en draaideursituaties. In voorkomend geval moeten soortgelijke regels ook gelden voor leden van wetenschappelijke comités, deskundigengroepen en soortgelijke organen die buiten het toepassingsgebied van het Statuut vallen.

Agentschappen voldoen meestal aan hun wettelijke verplichtingen

54 Wanneer een huidig of voormalig personeelslid een agentschap in kennis stelt van zijn plannen om een nieuwe functie te aanvaarden, heeft het agentschap dertig werkdagen de tijd om een besluit te nemen. Een dergelijke termijn is niet vastgesteld voor externe activiteiten. Alvorens een besluit te nemen, moet het agentschap de paritaire commissie raadplegen.

55 In de afgelopen drie jaar (2019‑2021) hadden slechts twintig van de veertig door ons onderzochte agentschappen zich over mogelijke draaideurgevallen met betrekking tot hun hooggeplaatste personeelsleden gebogen. Slechts vijf agentschappen hadden beoordelingen gemaakt met betrekking tot hun bestuursleden die een nieuwe functie aanvaardden of een nevenactiviteit gingen uitoefenen. Zoals blijkt uit figuur 14 waren in totaal 71 gevallen beoordeeld. Hiervan hadden er 43 betrekking op hooggeplaatste personeel en 28 op bestuursleden. Deze cijfers zijn gebaseerd op de informatie die wij van de agentschappen ontvingen en in het algemeen berustte op eigen verklaringen van de betrokken personeels- en bestuursleden. We hebben geen onderzoek uitgevoerd om niet-aangegeven gevallen op te sporen.

Figuur 14 — De meeste agentschappen beoordeelden zeer weinig of helemaal geen gevallen

Bron: ERK, op basis van de informatie die is ontvangen van de agentschappen.

56 We onderzochten een steekproef van 17 van deze gevallen en concludeerden dat de agentschappen over het algemeen voldeden aan de toepasselijke wettelijke vereisten. De inbreuken die we vaststelden bij zes agentschappen (zie figuur 15) hadden betrekking op de verplichting om de lijst van beoordeelde gevallen bekend te maken, de paritaire commissie te raadplegen of binnen dertig werkdagen een formeel besluit te nemen.

Figuur 15 — We troffen procedurele inbreuken aan bij zes agentschappen

Bron: ERK.

Te nemen maatregel 5

De agentschappen moeten hun interne procedures en controles met betrekking tot mogelijke draaideursituaties versterken om ervoor te zorgen dat de toepasselijke regels volledig worden nageleefd. In het bijzonder moeten zij:

  • binnen de toepasselijke termijn formele besluiten uitvaardigen;
  • de paritaire commissie over alle gevallen raadplegen alvorens een besluit te nemen;
  • een lijst publiceren van alle gevallen die zijn beoordeeld met betrekking tot het risico van lobby-activiteiten en belangenbehartiging.

Slechts enkele agentschappen gaan bij het behandelen van mogelijke draaideursituaties verder dan de wettelijke minimumvereisten

57 Negen agentschappen (EBA, Eiopa, EIT, EMA, ESMA, EUIPO, Europol, FRA, GAR) hadden hun eigen interne regels ingevoerd om het gebrek aan bepalingen in de EU-wetgeving inzake de activiteiten van leden van raden van agentschappen aan te pakken. Zie kader 7.

Kader 7

Voorbeelden van draaideurregels van het EMA en het EIT

Volgens de interne regels van het EMA moeten de bestuursleden (en hun plaatsvervangers) het EMA onmiddellijk in kennis stellen van hun voornemen om beroepsactiviteiten voor farmaceutische bedrijven uit te oefenen. Vanaf het moment dat het een dergelijke kennisgeving ontvangt, moet het EMA de verdere betrokkenheid van de persoon in kwestie bij de activiteiten van de raad van bestuur beperken. Soortgelijke regels gelden ook voor leden van de wetenschappelijke comités en deskundigengroepen van het EMA.

Het EIT heeft een gedragscode inzake belangenconflicten voor de leden van de raad van bestuur. Deze belet de bestuursleden om gedurende twee jaar na beëindiging van hun functie een andere functie, al dan niet bezoldigd, te aanvaarden bij bedrijven, onderzoekscentra of universiteiten die deelnemen aan de kennis- en innovatiegemeenschappen van het EIT of die subsidies van het EIT ontvangen.

58 De overige 31 agentschappen houden alleen rekening met mogelijke draaideurgevallen met betrekking tot hun huidige en voormalige personeelsleden. Bijgevolg wordt slechts een klein deel van de potentiële draaideurgevallen ten aanzien van bestuursleden van agentschappen aan een beoordeling onderworpen (zie figuur 16). Dit kan leiden tot vermeende of feitelijke belangenconflicten, die weer kunnen leiden tot:

  • beslissingen die niet in het algemeen belang worden genomen, maar in het belang van de toekomstige werkgever van het betrokken bestuurslid;
  • oneerlijke voordelen voor bepaalde entiteiten uit de particuliere sector in verband met inside-informatie of relaties/lobby-activiteiten.

Figuur 16 — Er worden weinig potentiële draaideurgevallen met betrekking tot leden van de raad van bestuur van agentschappen beoordeeld

Bron: ERK, op basis van de informatie die is ontvangen van de agentschappen.

Te nemen maatregel 6

Agentschappen moeten interne regels invoeren voor hun bestuursleden inzake belangenconflicten in het algemeen en draaideursituaties in het bijzonder.

59 In het algemeen stelden we vast dat agentschappen bijna uitsluitend vertrouwen op eigen verklaringen van de betrokken personeelsleden om mogelijke draaideursituaties en het daaraan verbonden risico op belangenconflicten vast te stellen. De meeste agentschappen ondernemen niets om na te gaan of huidige personeelsleden mogelijk niet-aangegeven nevenactiviteiten verrichten, dan wel of hun voormalige personeelsleden een nieuwe functie hebben aanvaard zonder het agentschap daarvan in kennis te stellen. Zij monitoren evenmin of voormalige personeelsleden zich houden aan de beperkingen die in verband met nieuwe functies worden opgelegd. We hebben echter vier voorbeelden van goede praktijken vastgesteld waarbij agentschappen procedures hebben ingevoerd om dit te monitoren. Zie kader 8.

Kader 8

Slechts vier agentschappen (Berec-Bureau, GAR, EBA, ESMA) beschikken over procedures voor het toezicht op de naleving van de regels met betrekking tot draaideursituaties

Het Berec-Bureau beschikt over procedures om steekproefsgewijs na te gaan of voormalige personeelsleden hun verplichtingen uit hoofde van artikel 16 van het Statuut nakomen. Deze controles zijn gericht op hooggeplaatst personeel en personeelsleden die ofwel een bepaalde beroepsactiviteit niet mochten uitoefenen, ofwel een nieuwe functie slechts mochten aanvaarden met inachtneming van bepaalde beperkingen.

De GAR beschikt over procedures voor nalevingscontroles ten aanzien van voormalige personeelsleden die de GAR de afgelopen twee jaar hebben verlaten. Hiervoor worden ook openbaar beschikbare databanken gebruikt.

Te nemen maatregel 7

Agentschappen moeten de beroepsactiviteiten van hun hooggeplaatste personeelsleden (met inbegrip van degenen die het agentschap de afgelopen twee jaar hebben verlaten) actief monitoren om niet-aangegeven draaideursituaties op te sporen en ervoor te zorgen dat eerder opgelegde beperkingen worden nageleefd.

Andere producten met betrekking tot agentschappen die de ERK heeft uitgebracht

60 In de loop van 2021 en de eerste helft van 2022 publiceerde de ERK, naast controleverslagen die specifiek betrekking hadden op de agentschappen, een aantal speciale verslagen over de uitvoering van het EU-beleid waarin werd verwezen naar een aantal agentschappen; een volledige lijst is opgenomen in figuur 17.

Figuur 17 — Overige speciale verslagen van de ERK waarin naar agentschappen wordt verwezen en die in 2021 en de eerste helft van 2022 zijn uitgebracht

Bron: ERK.

Agentschappen geven follow-up aan controleopmerkingen van voorgaande jaren

61 Wij verschaffen informatie over de stand van zaken met betrekking tot de follow-upmaatregelen die de agentschappen naar aanleiding van de opmerkingen uit voorgaande jaren hebben getroffen. Figuur 18 toont dat voor de 139 opmerkingen die eind 2020 nog openstonden, corrigerende maatregelen in 67 gevallen waren afgerond en in 39 gevallen in 2021 nog liepen. Voor 22 agentschappen (ACER, Berec-Bureau, Cepol, CPVO, EASA, EASO, EFSA, EISMEA, EIT, EMA, EMCDDA, ERA, ESMA, ETF, EUIPO, eu-LISA, Eurofound, Eurojust, Europol, FRA, Frontex, GAR) rapporteren we in totaal 48 opmerkingen uit voorgaande jaren die nog niet zijn uitgevoerd, waarvan er 9 nog af te handelen zijn.

Figuur 18 — Inspanningen van de agentschappen om follow-up te geven aan opmerkingen van voorgaande jaren

Bron: ERK.

62 In kader 9 worden de verschillende statussen van de follow-up die in dit document worden gebruikt, toegelicht en worden voorbeelden gegeven van typische situaties waarop zij van toepassing zijn.

Kader 9

Toelichting bij de stand van zaken van de follow-up die in dit document wordt gebruikt

Afgerond: het agentschap heeft verbeteringen doorgevoerd om gevolg te geven aan de opmerking, ondersteund door bewijsmateriaal en gecontroleerd door de ERK.

Loopt nog: er zijn enige aanwijzingen dat er corrigerende maatregelen zijn genomen, maar het proces is nog niet volledig uitgevoerd of voltooid.

Nog af te handelen: geen reactie op de opmerking of het agentschap is het niet met de opmerking eens.

N.v.t.: de opmerking is niet meer van toepassing of de overeenkomst die tot de betrokken opmerking heeft geleid, is verstreken. Ook van toepassing wanneer, als gevolg van een verandering in de omstandigheden, de kosten van de aanpak van de kwestie groter zijn dan de voordelen.

Lijst van acroniemen die worden gebruikt voor de agentschappen en andere organen van de EU

Acroniem Volledige naam   Acroniem Volledige naam
ACER Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators   Berec-Bureau Bureau voor ondersteuning van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie
CdT Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie   Cedefop Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
Cepol Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving   Chafea Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding
Cinea Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu   CPVO Communautair Bureau voor plantenrassen
EACEA Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur   EASA Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart
EASO Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken   EBA Europese Bankautoriteit
ECDC Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding   ECHA Europees Agentschap voor chemische stoffen
EEA Europees Milieuagentschap   EFCA Europees Bureau voor visserijcontrole
EFSA Europese Autoriteit voor voedselveiligheid   EIGE Europees Instituut voor gendergelijkheid
Eiopa Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen   Eismea Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb
EIT Europees Instituut voor innovatie en technologie   ELA Europese Arbeidsautoriteit
EMA Europees Geneesmiddelenbureau   EMCDDA Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving
EMSA Europees Agentschap voor maritieme veiligheid   Enisa Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging
EOM Europees Openbaar Ministerie   ERA Spoorwegbureau van de Europese Unie
ERCEA Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad   ESA Voorzieningsagentschap van Euratom
ESMA Europese Autoriteit voor effecten en markten   ETF Europese Stichting voor opleiding
EUIPO Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie   eu-LISA Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht
EU-OSHA Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk   Eurofound Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden
Eurojust Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken   Europol Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving
EUSPA Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma   FRA Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten
Frontex Europees Grens- en kustwachtagentschap   GAR Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad
Hadea Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid   REA Europees Uitvoerend Agentschap onderzoek

Controleteam

 

Derde rij (van links naar rechts): Janis Gaisonoks, Marco Corradi, Peter Eklund, Joao Pedro Bento, Ivo Koppelmaa, Emmanuel Djoffon (auditors).

Tweede rij (van links naar rechts): Sergio Gascon Samper (auditor), Alexandra Mazilu (grafisch ontwerper), Nikolaos Alampanos, Armin Hosp, Leonidas Tsonakas, Paulo Oliveira, (auditors), Ioanna Michali (assistent).

Voorste rij (van links naar rechts): Rimantas Šadžius (ERK-lid), Julio Cesar Santin Santos, Mirko Gottmann (auditors), Michal Machowski (hoofdmanager), Christine Becker (auditor), Mindaugas Pakstys (kabinetschef).

Leden van het controleteam die niet op de foto staan: John Sweeney (hoofdmanager), Di Hai, Matthias Blaas (attachés), Iveta Adovica, Santiago Fuentes, Joaquin Hernandez Fernandez, Marc Hertgen, Tomas Mackevicius, Hans Christian Monz, Roberto Sanz Moratal, Svetoslava Tashkova (auditors), Chantal Kapawa (assistent).

We willen in het bijzonder eer betonen aan de heer Alex Brenninkmeijer (1951‑2022), lid van de ERK, die deze controle tot april 2022 leidde.

Voetnoten

1 Artikelen 285-287 (PB C 326 van 26.10.2012, blz. 169-171).

2 Meer informatie over ons werk is te vinden in onze activiteitenverslagen, onze jaarverslagen over de uitvoering van de EU-begroting, onze speciale verslagen, onze analyses (overzichten) en onze adviezen over nieuwe of geactualiseerde EU-wetgeving of over andere besluiten met gevolgen voor het financieel beheer (www.eca.europa.eu).

3 ACER, Berec-Bureau, Cedefop, CdT, Cepol, CPVO, EASA, EASO, EBA, ECDC, ECHA, EEA, EFCA, EFSA, EIGE, Eiopa, ELA, EMA, EMCDDA, EMSA, Enisa, ERA, ESMA, ETF, EUIPO, eu-LISA, EU-OSHA, EUSPA, Eurofound, Eurojust, Europol, FRA, Frontex.

4 Cinea, EACEA, Eismea, ERCEA, Hadea, REA, en Chafea (dat sinds 1 april 2021 niet meer bestaat).

5 Zie ons verslag voor het begrotingsjaar 2020.

6 Evaluatie (Landschapsoverzicht) nr. 01/2014: “Hiaten, overlappingen en uitdagingen: een landschapsoverzicht van EU-regelingen inzake verantwoording en controle van de overheidsfinanciën”, paragraaf 84.

7 2021‑2027 Strategy for the EU Agencies Network, Brussel, 9 november 2020.

8 Jaarverslag over de EU-agentschappen betreffende het begrotingsjaar 2019: de paragrafen 2.34-2.41.

9 Jaarverslag over de EU-agentschappen betreffende het begrotingsjaar 2020, paragraaf 3.30.15.

10 Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/173 van de Commissie tot oprichting van het Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu, het Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid, het Europees Uitvoerend Agentschap onderzoek, het Europees Uitvoerend Agentschap innovatieraad en het mkb, het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en het Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur.

11 De artikelen 42 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010.

12 Speciaal verslag 10/2019 van de ERK: EU-brede stresstests voor banken: een ongeëvenaarde hoeveelheid verstrekte informatie over banken, maar meer coördinatie en aandacht voor risico's nodig.

13 Speciaal verslag 29/2018 van de ERK: Eiopa heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het toezicht en de stabiliteit in de verzekeringssector, maar er blijven belangrijke uitdagingen bestaan.

14 Speciaal verslag 13/2021 van de ERK: De EU-inspanningen ter bestrijding van witwassen in de bankensector zijn gefragmenteerd en de uitvoering ervan is ontoereikend.

15 Speciaal verslag 04/2022 van de ERK: Beleggingsfondsen: maatregelen van de EU hebben nog geen echte interne markt gecreëerd waar beleggers baat bij hebben.

16 Voorstel van de Commissie tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 (COM(2017) 536 final).

17 OECD Public Integrity Handbook; hoofdstuk 13.3.2.

18 The European Ombudsman's work on revolving doors.

19 De artikelen 12, 12 ter, 16 en 17 van het Statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

20 Report of the European Ombudsman on the publication of information on former senior staff so as to enforce the one-year lobbying and advocacy ban.

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: eca.europa.eu/nl/Pages/ContactForm.aspx
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (https://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022

PDF ISBN 978-92-847-8850-7 doi:10.2865/02902 QJ-AH-22-001-NL-N
HTML ISBN 978-92-847-8824-8 doi:10.2865/03445 QJ-AH-22-001-NL-Q

HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-centra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde centrum online (european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl).

Bel of schrijf
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen);
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • het onlineformulier in te vullen: european-union.europa.eu/contact-eu/write-us_nl

WAAR VINDT U INFORMATIE OVER DE EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website (european-union.europa.eu).

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU bekijken of bestellen op op.europa.eu/nl/publications. Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke documentatiecentrum (european-union.europa.eu/contact-eu/meet-us_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële talen, krijgt u op EUR‑Lex (eur-lex.europa.eu).

Open data van de EU
Het portaal data.europa.eu biedt toegang tot opendatabestanden van de instellingen, organen en agentschappen van de EU. Deze kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden. Het portaal biedt ook toegang tot een grote hoeveelheid databestanden van de Europese landen.