Speciaal verslag
nr.25 2019

Gegevenskwaliteit bij begrotingssteun: tekortkomingen bij sommige indicatoren en de verificatie van de betaling voor variabele tranches

Over het verslag: Begrotingssteun is een vorm van EU-steun waarbij geld wordt overgemaakt naar de nationale schatkist van een partnerland, mits dat land aan de overeengekomen voorwaarden voor betaling voldoet. Betalingen in het kader van begrotingssteun worden verricht in de vorm van vaste of variabele tranches. De bedragen die in variabele tranches worden uitbetaald, zijn afhankelijk van de door de partnerlanden behaalde prestaties die worden gemeten aan de hand van vooraf vastgestelde prestatie-indicatoren. We onderzochten of de Commissie relevante en betrouwbare prestatiegegevens had gebruikt voor het uitbetalen van variabele tranches in het kader van de begrotingssteun. Wij concluderen dat een derde van de geëvalueerde prestatie-indicatoren tekortkomingen in het ontwerp vertoonde waardoor verschillende interpretaties mogelijk waren van de vraag of de streefdoelen waren behaald. Bovendien was de beoordeling door de Commissie van de vraag of de indicatoren voor de variabele tranches waren behaald niet altijd betrouwbaar. We doen een aantal aanbevelingen om de formulering van indicatoren te verbeteren, het gebruik van uitkomstindicatoren uit te breiden en de verificatie te verbeteren van de prestatiegegevens die worden gebruikt om variabele tranches uit te betalen.
Speciaal verslag van de ERK, uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, VWEU.

De publicatie is beschikbaar in 23 talen en in het volgende formaat:
PDF
PDF General Report

Samenvatting

I

Begrotingssteun is een vorm van EU-steun waarbij geld wordt overgemaakt naar de nationale schatkist van een partnerland mits de overeengekomen voorwaarden voor betaling door dat land worden nageleefd. Met gemiddeld 1,69 miljard EUR aan jaarlijkse betalingen is de EU de grootste verlener van begrotingssteun. Betalingen in het kader van begrotingssteun worden verricht in de vorm van vaste of variabele tranches. Ongeveer 44 % van de EU-betalingen in het kader van begrotingssteun houdt verband met variabele tranches. Dit aandeel bedraagt in sommige buurlanden van de EU wel 90 %. De bedragen die in variabele tranches worden uitbetaald zijn afhankelijk van de door de partnerlanden behaalde prestaties, die worden gemeten aan de hand van vooraf vastgestelde prestatie-indicatoren.

II

We onderzochten of de Commissie relevante en betrouwbare prestatiegegevens had gebruikt voor het uitbetalen van variabele tranches in het kader van de begrotingssteun. Wij concluderen dat voor een derde van de geëvalueerde prestatie-indicatoren gold dat ze als gevolg van hun ontwerp aan relevantie inboetten en dat hiermee de resultaten niet op objectieve wijze konden worden gemeten, wat ten koste ging van de relevantie ervan. Bovendien was de beoordeling door de Commissie van de vraag of de indicatoren voor de variabele tranches waren behaald niet altijd betrouwbaar, wat leidde tot enkele onvoldoende gerechtvaardigde betalingen.

III

Hoewel de prestatie-indicatoren voor de variabele tranches waren afgestemd op de sectorale ontwikkelingsstrategieën van de partnerlanden, waren de meeste indicatoren gericht op kortetermijnmaatregelen in plaats van op resultaten op de langere termijn, waaronder de vooruitgang in de loop der tijd ten aanzien van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Bovendien was meer dan een derde van de indicatoren onduidelijk gedefinieerd of was daarbij sprake van onjuiste of ontbrekende referentiewaarden. Hierdoor waren verschillende interpretaties mogelijk van de vraag of de streefdoelen waren behaald, waardoor de analyse van de uitbetalingsverzoeken complexer en minder objectief werd.

IV

De meeste geëvalueerde variabele tranches zorgden voor de beoogde stimulansen voor partnerlanden om vooruitgang te boeken ten aanzien van hun hervormingsagenda's door voldoende ambitieuze streefdoelen vast te stellen. De enkele uitzonderingen die wij aantroffen, hadden betrekking op indicatoren met streefdoelen die eenvoudig konden worden behaald of die waren behaald dankzij werkzaamheden die door andere donoren of door de EU betaalde externe deskundigen waren verricht. Het aantal indicatoren dat voor elke variabele tranche werd gebruikt, was in 6 van de 24 overeenkomsten te hoog, wat het uitbetalingsproces nog verder bemoeilijkte.

V

De uitbetalingsverzoeken voor variabele tranches omvatten een analyse van de naleving van de overeengekomen voorwaarden en prestatie-indicatoren. Deze verzoeken worden opgesteld door de partnerlanden en de betrouwbaarheid van de onderliggende prestatiegegevens is dus afhankelijk van de capaciteit van deze landen om deze te genereren. We stelden vast dat de Commissie ten aanzien van slechts 5 van de 24 geselecteerde overeenkomsten expliciete conclusies trok wat betreft de vraag of de prestatiegegevens die nodig waren om de indicatoren van de variabele tranche te berekenen, betrouwbaar waren. Bij het analyseren van uitbetalingsverzoeken voerden de EU-delegaties verschillende procedures uit om de betrouwbaarheid van deze gegevens te verifiëren. Enkele van deze procedures waarborgen niet dat de betalingen van de variabele tranches zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens en waarborgen bijgevolg niet dat deze tranches volledig gerechtvaardigd zijn.

VI

Op basis van de door ons opnieuw verrichte beoordelingen van de Commissie ten aanzien van het behalen van de indicatoren en de herberekening van de betalingen van de variabele tranches voor een totaal van 234 miljoen EUR troffen we afwijkingen aan ten aanzien van 16,7 miljoen EUR. Van dit bedrag was 13,3 miljoen EUR onvoldoende gerechtvaardigd of niet in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomst. Een bedrag van 3,4 miljoen EUR werd uitbetaald zonder dat er werkelijke vooruitgang was geboekt. Daarnaast werd 26,3 miljoen EUR voor drie variabele tranches aan Moldavië uitbetaald zonder dat de redenen voor deze betalingen voldoende waren gedocumenteerd.

VII

We doen zes aanbevelingen aan de Commissie om:

  • ruimer gebruik te maken van uitkomstindicatoren voor variabele tranches;
  • de formulering van prestatie-indicatoren te verbeteren;
  • het stimulerende effect van variabele tranches te waarborgen;
  • het uitbetalingsproces voor variabele tranches te vereenvoudigen;
  • de beoordelingen te verbeteren van de capaciteit van de landen om prestatiegegevens te verstrekken die worden gebruikt voor variabele tranches;
  • de verificatie te verbeteren van de prestatiegegevens die worden gebruikt om variabele tranches uit te betalen.

Inleiding

Het concept begrotingssteun

01

Begrotingssteun is een vorm van EU-steun waarbij geld wordt overgemaakt naar de nationale schatkist van een partnerland, behoudens de naleving van de overeengekomen voorwaarden voor betaling door dat land. De middelen die zo worden ontvangen, maken deel uit van de begroting van het partnerland, dat deze naar eigen goeddunken kan gebruiken. De Commissie beschrijft begrotingssteun als middel om doeltreffende steun te verlenen en te zorgen voor duurzame resultaten ter ondersteuning van de hervormingsinspanningen van de EU-partners en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's).

02

Naast de overdracht van financiële middelen omvat begrotingssteun: i) een dialoog met het partnerland over hervormingen of ontwikkelingsresultaten waartoe begrotingssteun kan bijdragen, ii) een beoordeling van de geboekte vooruitgang, en iii) steun voor capaciteitsopbouw. Begrotingssteun vormt een verschuiving van de traditionele nadruk op activiteiten (bijv. projecten) naar resultaatgerichte steun.

03

De EU is de grootste verlener van begrotingssteun ter wereld (zowel uit de EU-begroting als uit de Europese ontwikkelingsfondsen). Tijdens de periode 2014‑2017 legde de EU ongeveer 11 % (zie bijlage I) van haar begroting voor bilaterale ontwikkelingssteun vast voor begrotingssteun: een jaarlijks gemiddelde van ongeveer 2,13 miljard EUR. In 2017 verleende zij begrotingssteun aan 90 landen en gebieden, die in totaal 1,8 miljard EUR ontvingen. Het totale vastgelegde bedrag voor alle lopende overeenkomsten inzake begrotingssteun beloopt 12,7 miljard EUR. In figuur 1 worden deze cijfers uitgesplitst naar regio, voor zowel de algemene begroting van de EU als de Europese ontwikkelingsfondsen.

Figuur 1

Lopende vastleggingen voor begrotingssteun en uitbetalingen aan het einde van 2017 per regio

(in miljoen EUR)

Bron: ERK, op basis van Budget Support Trends & Results 2018, Europese Commissie.

04

EU-begrotingssteun vereist dat relevant en geloofwaardig beleid bestaat en dat dit doeltreffend wordt uitgevoerd door het ontvangende land. Volgens het Financieel Reglement kan een land in aanmerking komen voor begrotingssteun wanneer1:

  • het beheer van de overheidsfinanciën van het partnerland voldoende transparant, betrouwbaar en doeltreffend is;
  • het partnerland op sectoraal of nationaal niveau een beleid voert dat voldoende geloofwaardig en effectief is;
  • het partnerland macro-economische beleidsmaatregelen heeft ingesteld die op stabiliteit zijn gericht;
  • het partnerland heeft gezorgd voor voldoende en tijdige toegang tot allesomvattende en solide begrotingsinformatie.
05

De Europese Commissie maakt gebruik van drie soorten overeenkomsten voor begrotingssteun:

  1. overeenkomsten inzake de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG-overeenkomst), waarmee nationale beleidsmaatregelen en strategieën worden ondersteund voor het boeken van vooruitgang ten aanzien van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen;
  2. prestatiecontracten voor sectorale hervorming, waarmee specifieke sectorale hervormingen worden ondersteund;
  3. overeenkomsten voor staatsopbouw, die worden gebruikt om essentiële overheidstaken te waarborgen in landen in kwetsbare omstandigheden of om overgangsprocessen naar democratisch bestuur te ondersteunen.
06

De overgrote meerderheid van de begrotingssteunprogramma's van de Europese Commissie is gebaseerd op prestatiecontracten voor sectorale hervorming (74 % van alle lopende vastleggingen voor begrotingssteun in 2017). Wat de financiering betreft, zijn de vier grootste sectoren die worden ondersteund met gebruikmaking van prestatiecontracten voor sectorale hervorming: onderwijs, landbouw en plattelandsontwikkeling, gezondheid en energie.

Variabele tranches als stimulans om resultaten te boeken

07

Voorafgaand aan elke uitbetaling analyseert de Commissie de naleving van de algemene voorwaarden van de overeenkomst inzake begrotingssteun. Deze voorwaarden houden in de meeste gevallen verband met de subsidiabiliteitscriteria voor het ontvangen van de begrotingssteun (zie paragraaf 04). Betalingen in het kader van begrotingssteun worden verricht in de vorm van vaste of variabele tranches. Vaste tranches worden volledig (als aan alle voorwaarden is voldaan) of helemaal niet uitbetaald (indien aan één of meer van de voorwaarden niet is voldaan). Variabele tranches worden gebruikt om stimulansen te creëren voor partnerlanden om de uitvoering van het beleid te verbeteren en worden uitbetaald op basis van de behaalde prestaties in verband met gespecificeerde prestatie-indicatoren en streefdoelen, mits aan alle algemene voorwaarden is voldaan. Variabele tranches kunnen volledig of gedeeltelijk worden uitbetaald. De prestatie-indicatoren die voor variabele tranches worden gebruikt, kunnen worden geselecteerd uit de monitoringsystemen die reeds worden gebruikt door het partnerland of door middel van een gezamenlijk kader voor de prestatiebeoordeling dat met het partnerland en andere donoren wordt overeengekomen.

08

Voor openbaar beleid kunnen verschillende soorten prestatie-indicatoren worden gebruikt (zie tekstvak 1). Over het algemeen beveelt de Commissie het gebruik van uitkomstindicatoren aan, maar andere soorten indicatoren kunnen ook passend zijn naargelang de specifieke context van het partnerland of de sector.

Tekstvak 1

Soorten prestatie-indicatoren met voorbeelden

Definitie* Illustratieve voorbeelden van indicatoren van de gecontroleerde overeenkomsten**
Input Financiële, personele en materiële middelen die worden ingezet voor de uitvoering van het programma
  • Toegewezen budget voor specifiek op vrouwen gerichte projecten
Proces Het beleid en de genomen regelgevingsmaatregelen
  • Aangenomen EU-conforme regelgeving inzake grenscontroles voor levensmiddelen
Output De onmiddellijke en concrete gevolgen van de gebruikte middelen en genomen maatregelen
  • Gerenoveerde overheidsgebouwen
  • Nieuwe commerciële mechanismen op lokaal niveau
  • Teacher Management Information System ontworpen
Uitkomsten Resultaten op het niveau van de begunstigden
  • Kwalitatief hoogwaardig onderwijs aangeboden aan Syrische leerlingen in gastgemeenschappen en kampen
  • Toegenomen percentage gemeenschappen dat wordt bediend door regelmatige diensten voor passagiersvervoer
  • Ziektekostenverzekeringsdekking voor bijna-armen
Impact De gevolgen van de uitkomsten wat betreft de impact op de ruimere doelstelling
  • Beperking van de kindersterfte
  • Beperking van het gebied dat wordt gebruikt voor de cocateelt
  • Verbeterde controle en verslaglegging van uitgaven

Bron: *Richtsnoeren inzake begrotingssteun 2017, Europese Commissie en **ERK.

09

Elke prestatie-indicator heeft een bijbehorende financiële waarde. De Commissie berekent de in de variabele tranche uitbetaalde bedragen onder andere door de bedragen op te tellen voor elke door het land behaalde prestatie-indicator. Dit betekent dat het aandeel van de uitbetaalde variabele tranche toeneemt met elke indicator die een partnerland behaalt.

10

In 2017 hield 44 % van de betalingen van de Commissie in het kader van overeenkomsten inzake begrotingssteun verband met variabele tranches2. Dit aandeel is in sommige buurlanden van de EU wel 90 %. In figuur 2 zijn de uitbetaalde variabele tranches voor prestatiecontracten voor sectorale hervorming in 2017 uitgesplitst naar land.

Figuur 2

Overeenkomsten inzake sectorale hervormingen, uitbetalingen variabele tranches 2017

Bron: ERK, op basis van gegevens van de Commissie.

De uitbetaling van variabele tranches

11

Het proces van de uitbetaling van een variabele tranche begint met een uitbetalingsverzoek van het partnerland. Dit verzoek omvat een analyse van de mate waarin de desbetreffende prestatie-indicatoren zijn behaald. De EU-delegaties analyseren het verzoek en stellen een evaluatienota op. Op basis van deze nota, en na goedkeuring door het stuurcomité voor begrotingssteun, neemt de Commissie een beslissing over het bedrag van de variabele tranche dat moet worden uitbetaald (zie figuur 3).

12

De prestatieanalyse van het partnerland die wordt bijgevoegd bij een uitbetalingsverzoek is gebaseerd op gegevens van zijn eigen systemen voor monitoring en evaluatie. Deze systemen zijn derhalve de belangrijkste bron van informatie voor de uitbetaling van variabele tranches.

Figuur 3

Uitbetalingsproces

Bron: ERK, op basis van de richtsnoeren inzake begrotingssteun van de Commissie.

Reikwijdte en aanpak van de controle

13

In de Europese consensus inzake ontwikkeling die in 2017 werd aangenomen, wordt de centrale rol van begrotingssteun erkend bij het bevorderen van de inspanningen van partnerlanden voor het behalen van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's). Gezien het belang van variabele tranches bij de uitbetalingen van begrotingssteun en het feit dat de prestatiegegevens waarop deze uitbetalingen worden gebaseerd afkomstig zijn van de ontvangende landen, zouden onjuiste of onbetrouwbare gegevens kunnen betekenen dat de uitbetalingen van begrotingssteun niet de beoogde werkelijke resultaten opleveren. Dit zou sterk afbreuk doen aan het doel van de begrotingssteun. De nadruk van deze controle lag derhalve op het grondig onderzoeken van de kwantiteit en kwaliteit (dat wil zeggen de relevantie en betrouwbaarheid) van de prestatie-indicatoren die werden gebruikt voor variabele tranches en de analyse door de Commissie van de uitbetalingsverzoeken.

14

De belangrijkste controlevraag luidde: “Gebruikte de Commissie relevante en betrouwbare prestatiegegevens voor het uitbetalen van variabele tranches in het kader van de begrotingssteun?” Om deze vraag te beantwoorden, stelden we de volgende subvragen:

  1. Werden in de overeenkomsten inzake begrotingssteun indicatoren opgenomen die het mogelijk maakten om de relevante resultaten doeltreffend te monitoren in de ondersteunde sectoren?
  2. Verifieerde de Commissie de betrouwbaarheid van de prestatiegegevens in de verzoeken om uitbetaling van variabele tranches op doeltreffende wijze?
15

De controle had betrekking op een steekproef van 24 overeenkomsten inzake sectorale hervormingen (zie bijlage II) in de acht partnerlanden met de hoogste uitbetalingen van variabele tranches in 20173. Deze landen ontvingen 43,29 % van de totale uitbetalingen in variabele tranches voor dat jaar. De gecontroleerde variabele tranches voor de geselecteerde overeenkomsten omvatten in totaal 248 prestatie-indicatoren. In bijlage III worden de betalingen gespecificeerd die in 2017 werden verricht, evenals de gecontroleerde sectoren.

16

Voor de geselecteerde overeenkomsten onderzochten we de beoordeling door de Commissie van de capaciteit van de systemen van de landen om betrouwbare prestatiegegevens te verstrekken. We controleerden bovendien het ontwerp van de bepalingen van de overeenkomsten inzake begrotingssteun, en met name de kwaliteit van de prestatie-indicatoren die werden gebruikt voor de variabele tranches. Tot slot onderzochten we de verificaties door de Commissie van de gegevens in de verzoeken om uitbetaling van de variabele tranches. Bij het onderzoeken van deze verificaties voerden we een controle uit van de betalingsdocumenten die door de Commissie werden opgesteld en beoordeelden we opnieuw de verwezenlijking van de streefdoelen en de berekening van de uitbetalingen van de variabele tranches. Vervolgens vergeleken we onze conclusies met die van de Commissie.

17

De controle omvatte bezoeken aan drie landen: Jordanië, Georgië en Bolivia. Tijdens deze bezoeken, die in februari en maart 2019 plaatsvonden, ondervroegen we personeel van de Commissie, vertegenwoordigers van nationale autoriteiten en andere donoren/belanghebbenden. Naast de procedures die we voor de overige geselecteerde landen uitvoerden, verrichtten we in deze drie landen de verificaties door de Commissie van de verzoeken om uitbetaling van variabele tranches opnieuw, evenals de hieraan gerelateerde betalingen, en vergeleken we onze resultaten met de resultaten van de analyse door de Commissie. Bovendien vergeleken we de prestatiegegevens die door de partnerlanden werden verstrekt met andere bronnen van bewijs van externe deskundigen en andere donoren om de betrouwbaarheid hiervan te beoordelen.

Opmerkingen

Het ontwerp van de indicatoren voor variabele tranches ging ten koste van de relevantie ervan

18

Wij onderzochten of: i) de prestatie-indicatoren relevant zijn voor het behalen van de doelstellingen van de overeenkomsten inzake begrotingssteun en zijn afgestemd op het beleid van het land, en ii) de prestatie-indicatoren een solide basis vormen voor de monitoring van betekenisvolle resultaten.

De indicatoren zijn consistent met de strategieën van de partnerlanden, maar zijn voornamelijk gericht op kortetermijnmaatregelen in plaats van resultaten op de langere termijn

19

Begrotingssteun wordt door de Commissie beschouwd als middel voor resultaatgerichte steunverlening. Terwijl steun op basis van projecten wordt verleend voor uitgaven die hiervoor in aanmerking komen, worden variabele tranches in het kader van begrotingssteun uitbetaald wanneer partnerlanden aan de algemene voorwaarden voldoen en eerder overeengekomen resultaten hebben behaald die worden gemeten aan de hand van geselecteerde prestatie-indicatoren. De relevantie van de variabele tranches is derhalve afhankelijk van de vraag of deze prestatie-indicatoren betekenisvolle resultaten meten.

20

Er zijn vijf soorten indicatoren, zoals weergegeven in tekstvak 1. Input-, proces- en outputindicatoren zijn het meest relevant voor het dagelijks beheer van de programma's voor overheidsuitgaven. Uitkomst- en impactindicatoren meten effecten op de langere termijn, zoals de vooruitgang ten aanzien van hervormingen en programma's voor vastgestelde doelstellingen, zoals de SDG's. In figuur 4 wordt een voorbeeld gegeven van verschillende soorten indicatoren die worden gebruikt voor een van de begrotingssteunprogramma's in Bolivia.

Figuur 4

Resultatenketen en verschillende soorten prestatie-indicatoren

Bron: Resultatenketen van de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO, gebruikt voor externe maatregelen van de EU.

21

De richtsnoeren inzake begrotingssteun staan het gebruik van alle bovenstaande soorten indicatoren toe. Volgens de Commissie moet de voorkeur echter uitgaan naar uitkomstindicatoren, omdat deze de op feiten gebaseerde beleidsvorming bevorderen, de politieke ruimte voor partnerlanden beschermen om hun eigen beleid en strategieën te kiezen voor het behalen van deze indicatoren en een vraag naar kwalitatief hoogwaardige statistische informatie stimuleren. Hoe meer vertrouwen er bestaat in het vermogen van de regering van het partnerland om betrouwbare gegevens te produceren, hoe meer nadruk er op uitkomstindicatoren moet worden gelegd. We achten inputindicatoren ook nuttig voor het meten van resultaten, met name ten aanzien van het behalen van de SDG's.

22

Uit onze analyse van de 248 indicatoren van de gecontroleerde overeenkomsten blijkt dat deze zijn afgestemd op de sectorale strategieën van de partnerlanden. De uitbetalingen in variabele tranches worden echter voornamelijk gebaseerd op input-, proces- en outputindicatoren, die samen 87 % van het totale aantal indicatoren uitmaken. Slechts 33 indicatoren (13 %) maten de uitkomsten en impact — zie figuur 5.

Figuur 5

Soort indicator dat werd gebruikt voor variabele tranches in de gecontroleerde programma's

Bron: ERK.

23

We stelden vast dat de meeste uitkomst- en impactindicatoren werden gebruikt in lagere- en lager-middeninkomenslanden, terwijl in hoger-middeninkomenslanden, zoals Jordanië en Georgië, die beter in staat waren om prestatiegegevens te genereren, slechts vier resultaatindicatoren en geen impactindicatoren werden gebruikt. Hieruit blijkt dat de selectie van indicatoren niet noodzakelijkerwijs verband houdt met de ontwikkelingsstatus van een land.

24

De inputindicatoren die werden gebruikt voor de gecontroleerde variabele tranches hadden voornamelijk betrekking op overheidsopdrachten voor goederen (18 gevallen) en verhogingen van toewijzingen uit de begroting (9 gevallen). Verhogingen van begrotingen of overheidsopdrachten voor apparatuur kunnen leiden tot veranderingen op een specifiek aandachtsgebied, maar betekenen niet automatisch dat er vooruitgang van betekenis zal worden geboekt.

25

De procesindicatoren kunnen een nuttige rol spelen, met name wanneer het beleid is gericht op het tot stand brengen van veranderingen in het regelgevende kader. Deze dienen echter, zoals aangegeven in de richtsnoeren, niet alleen gericht te zijn op processen, maar moeten ook kwalitatieve aspecten meten, zoals de vraag wat moet vallen onder een entiteit die wordt opgericht, enz.4 Dit was echter niet altijd het geval. In tekstvak 2 worden enkele voorbeelden van indicatoren getoond waarin geen minimale kwaliteitseisen werden gespecificeerd ten aanzien van de inhoud of de structuur van de informatie die moet worden ingediend. Hierdoor kan moeilijk worden gewaarborgd dat de variabele tranches een beloning vormen voor hoogwaardige processen.

Tekstvak 2

Voorbeelden van procesindicatoren zonder kwalitatieve specificaties

In de overeenkomst voor het actieplan voor visumliberalisering voor Moldavië (overeenkomst nr. 15) houdt één indicator verband met een regelgevingskader dat is goedgekeurd voor de verplichte registratie van gerapporteerde overtredingen, zonder enige verwijzing naar de kwaliteit/inhoud van dit kader.

In de energieovereenkomst voor Jordanië (overeenkomst nr. 4) verwijst het streefdoel van één indicator naar een structuur voor een beleidsdialoog met meerdere belanghebbenden, geleid door het Ministerie van Energie en Minerale Hulpbronnen, die wordt geoperationaliseerd en regelmatig bijeenkomt, zonder enige aanvullende specificatie van de frequentie van de vergaderingen.

Een derde van de indicatoren maakt geen objectieve meting van de resultaten mogelijk

26

De indicatoren die worden gebruikt om de vooruitgang bij de uitvoering van overheidsbeleid te meten moeten specifiek zijn, gekwantificeerde en meetbare streefdoelen omvatten en, indien van toepassing, een betrouwbare referentiewaarde hebben. Het is anders niet mogelijk om de geboekte vooruitgang op objectieve wijze te meten. Indicatoren, referentiewaarden en streefdoelen moeten worden overeengekomen wanneer de overeenkomsten inzake begrotingssteun worden opgesteld en worden gespecificeerd in de financieringsovereenkomst. Hoewel in de richtsnoeren is bepaald dat wijzigingen van de indicatoren moeten worden voorkomen, kan het zijn dat streefdoelen tijdens de uitvoering van de overeenkomst moeten worden bijgesteld om de nieuwe omstandigheden weer te geven of om fouten bij de vaststelling van de referentiewaarden of de berekening van indicatoren te corrigeren.

27

Uit onze analyse blijkt dat 72 indicatoren (d.w.z. 29 % van onze steekproef) onvoldoende specifiek waren. Niet-specifieke indicatoren zijn met name problematisch bij de analyse van de uitbetalingsverzoeken: er bestaat een risico van tegenstrijdige beoordelingen van de vraag of de streefdoelen zijn behaald. Dit kan weer leiden tot uiteenlopende resultaten wanneer het bedrag van de variabele tranche wordt berekend dat moet worden uitbetaald.

28

Van de indicatoren was 29 % vaag geformuleerd, zonder gekwantificeerde streefdoelen, waarbij woorden als “verbeteren”, “meer aandacht besteden aan” en “bewijs leveren” werden gebruikt. We stelden vast dat overeenkomsten in de landbouwsector het grootste aantal specifieke indicatoren hadden (86,5 %), terwijl slechts 60 % van de indicatoren in de sector beheer van de overheidsfinanciën specifiek was. In tekstvak 3 worden voorbeelden gegeven van niet-specifieke indicatoren en de gevolgen hiervan voor de berekening van de uitbetalingen in variabele tranches.

Tekstvak 3

Voorbeelden van niet-specifieke indicatoren/streefdoelen

  • In de overeenkomst inzake de steun voor de tweede fase van de onderwijshervormingen in Jordanië (overeenkomst nr. 1) was het streefdoel voor indicator 5: 6 nieuwe scholen uitgerust en operationeel, met toereikende middelen/leeromgeving en toereikend personeel. De overeenkomst met de term “adequaat” en hoe deze moet worden gekwantificeerd voor de berekening van de betaling was niet voldoende gespecificeerd in de financieringsovereenkomst en kon daarom op verschillende manieren worden opgevat. Als gevolg hiervan moest de externe deskundige die het behalen van het streefdoel voor de Commissie analyseerde, zijn eigen methodologie ontwikkelen voor de beoordeling van deze criteria. Dit betekent dat deze criteria niet van tevoren in de financieringsovereenkomst waren uiteengezet en dus niet waren overeengekomen met het partnerland.
  • Indicator 2.1 van de overeenkomst inzake steun voor beleidshervormingen op het gebied van de overheidsfinanciën in Georgië (overeenkomst nr. 8) luidde als volgt: het Ministerie van Financiën organiseert een reeks openbare debatten over begrotingsbeheer […]. In deze indicator worden het aantal en de aard van de vergaderingen niet gespecificeerd.
29

We troffen ook goede voorbeelden aan van inspanningen die de Commissie had verricht om de vooruitgang te meten ten aanzien van indicatoren die niet gemakkelijk konden worden geanalyseerd. In het geval dat is beschreven in tekstvak 4 gaf de Commissie het voorbeeld voor de gehele donorgemeenschap op het gebied van onderwijs.

Tekstvak 4

Meten van de kwaliteit van onderwijs — een goed voorbeeld

In de overeenkomst inzake begrotingssteun aan het Jordaanse Ministerie van Onderwijs om de Syrische vluchtelingencrisis aan te pakken, gebruikte de Commissie de indicator “kwalitatief hoogwaardig onderwijs aangeboden aan Syrische leerlingen op scholen met enkele en dubbele lesroosters in gastgemeenschappen en kampen dat overeenstemt met de Jordaanse normen en dat in het land wordt bevorderd”.

Dit was een uitkomstindicator die de kwaliteit mat van het onderwijs dat Syrische leerlingen werd aangeboden. De waarde van de indicator werd verkregen door middel van een enquête die in een steekproef van scholen werd gehouden. In elke school werd de kwaliteit van het onderwijs gemeten aan de hand van tien verschillende factoren (zoals het bekijken van lessen, de betrokkenheid van ouders en leerlingen, gelijke vertegenwoordiging van jongens, meisjes, vluchtelingen en Jordaniërs) op een schaal van vier. De verkregen scores (voor de kwaliteitsprestatie) werden gebruikt om de scholen cijfers te geven van A+ (goed) tot C- (verbetering wenselijk).

Deze indicator was de eerste waarmee de kwaliteit van het onderwijs in Jordanië werd gemeten en werd vervolgens gebruikt door andere donoren en opgenomen in het gezamenlijke resultatenkader in Jordanië.

We troffen echter tekortkomingen aan ten aanzien van de controle van de verwezenlijking van de indicatoren (zie tekstvak 10).

Geen of onjuiste referentiewaarden voor 41 % van de vooruitgangsindicatoren

30

Specifiek en eenduidig gedefinieerde indicatoren zijn niet de enige voorwaarde voor een doeltreffende meting van resultaten. De vooruitgang kan slechts worden gemeten wanneer de vastgestelde streefdoelen kunnen worden vergeleken met de situatie voorafgaand aan de steunmaatregel, met andere woorden, met een referentiewaarde. We troffen problemen aan bij 35 van de 85 indicatoren waarvoor referentiewaarden nodig waren (d.w.z. voor die indicatoren aan de hand waarvan de vooruitgang werd geanalyseerd5), die verband hielden met: i) het ontbreken van noodzakelijke referentiewaarden (15) en ii) onjuiste of verouderde referentiewaarden (20).

31

Bij 15 indicatoren kon geen referentiewaarde worden vastgesteld. Deze waren verspreid over 4 van de 24 geselecteerde overeenkomsten voor begrotingssteun (overeenkomsten nrs. 6, 7, 8 en 17). De belangrijkste reden voor het ontbreken van referentiewaarden was dat de partnerlanden de situatie voorafgaand aan het begin van de overeenkomst inzake begrotingssteun niet hadden gemonitord. We troffen echter voorbeelden aan waarin de Commissie, in een vergelijkbare situatie, de eerste variabele tranche van de overeenkomst inzake begrotingssteun had gebruikt om het partnerland te verzoeken de referentiewaarde te berekenen. In andere gevallen had de Commissie de noodzakelijke werkzaamheden (d.w.z. enquêtes) verricht om de ontbrekende referentiewaarden te berekenen. We zijn van mening dat dit goede praktijken zijn. Het voorbeeld waarbij de noodzakelijke werkzaamheden werden uitgevoerd door de Commissie om de geboekte vooruitgang bij volgende tranches op nauwkeurige wijze te kunnen beoordelen voor de relevante indicator, wordt beschreven in tekstvak 5.

Tekstvak 5

Referentiewaarden vaststellen

Een voorbeeld van een goede praktijk bij het vaststellen van referentiewaarden door ontbrekende gegevens te vervangen door andere informatiebronnen is indicator 3 van de overeenkomst inzake sectorale hervormingen om de prestaties van de energiesector van Rwanda te verbeteren (overeenkomst nr. 19). Deze indicator wordt voor de volledige overeenkomst gemeten door middel van een jaarlijkse enquête. Op het moment dat de financieringsovereenkomst werd opgesteld, was deze enquête echter niet beschikbaar, waardoor er geen referentiewaarde bestond. De EU-delegatie voerde een uitgebreide analyse uit, evenals vergelijkingen met alternatieve gegevensbronnen, zoals de strategie voor energie uit biomassa van 2009, de beoordeling van de Global Alliance for Cooking stove van 2012 en het rapport van de Wood fuel Integrated Supply/Demand Overview Mapping, om de referentiewaarde vast te stellen. Op basis hiervan kon de EU-delegatie een relevante referentiewaarde vaststellen.

32

Daarnaast hadden twintig indicatoren onjuiste of verouderde referentiewaarden. In elf van deze gevallen kwamen na de ondertekening van de overeenkomst inzake begrotingssteun nieuwe gegevens beschikbaar die relevant waren voor de juiste berekening van de referentiewaarde. Hoewel het mogelijk is om de desbetreffende financieringsovereenkomst te herzien zodat de juiste referentiewaarde wordt gebruikt, had de Commissie dit in deze gevallen niet gedaan. Het gebruik van onjuiste of verouderde referentiewaarden leidde er ook toe dat indicatoren streefwaarden hadden die lager waren dan de werkelijke referentiewaarden. In tekstvak 6 zijn enkele voorbeelden opgenomen.

Tekstvak 6

Voorbeelden van indicatoren met ontbrekende of onjuiste referentiewaarden

Ontbreken van referentiewaarden

Voor de overeenkomst inzake werkgelegenheid en beroepsonderwijs en -opleiding in Georgië (overeenkomst nr. 7) waren voor geen van de vijf indicatoren die vooruitgang maten referentiewaarden vastgesteld toen de financieringsovereenkomst in 2014 werd ondertekend. Als gevolg hiervan was de referentiewaarde voor de vereiste toename nul, wat betekent dat elke gemelde vooruitgang als toereikend kon worden beschouwd om het streefdoel te halen. De overeenkomst omvatte bijvoorbeeld streefdoelen om het relatieve aantal leraren dat een initiële en voortgezette opleiding volgde te doen toenemen. Er waren echter geen gegevens beschikbaar over het aantal leraren dat reeds het soort gemeten opleiding volgde. Bovendien werden de concepten “initiële” en “voortgezette” opleiding in 2016 ontwikkeld, waardoor de referentiewaarde niet kon worden achterhaald toen de streefdoelen werden vastgesteld. Omdat er geen referentiewaarden beschikbaar waren, beoordeelde de Commissie bredere ontwikkelingen in de onderwijssector in plaats van de waarden van de indicatoren.

Referentiewaarden niet uitgesplitst

In sommige gevallen was voorzien in een referentiewaarde, maar was deze onvoldoende uitgesplitst om de vooruitgang te kunnen meten. Het streefdoel voor indicator 1 van een overeenkomst met Bolivia (overeenkomst nr. 9) vereiste dat specifieke instellingen in 2016 een bepaald aantal personeelsleden opleidde. De referentiewaarde bevatte informatie over het aantal aangeboden cursussen in 2013. Het aantal personeelsleden dat door specifieke instellingen werd opgeleid, werd echter niet genoemd; de referentiewaarde was dus onvoldoende uitgesplitst. Uit aanvullende documenten die aan ons werden verstrekt bleek dat, afhankelijk van het opleidingscentrum, het aantal personeelsleden dat in 2013 werd opgeleid reeds hoger was dan de twee voor 2016 vastgestelde streefdoelen, in één geval 2 % hoger en in het andere geval 42 % hoger. In dit geval leidde een onvoldoende uitgesplitste referentiewaarde ertoe dat er bescheiden streefdoelen werden vastgesteld.

Onjuiste referentiewaarden

In het steunprogramma voor het plan voor de onderwijssector in Pakistan (overeenkomst nr. 24) hield de referentiewaarde voor indicator 5 verband met het aantal leerlingen dat profiteerde van een bestaande beurzenregeling. Het streefdoel was echter een percentage van in aanmerking komende meisjes dat op tijdige wijze beurzen ontving. De referentiewaarde was derhalve niet rechtstreeks gekoppeld aan het vastgestelde streefdoel.

Indicatoren zorgen over het algemeen voor het beoogde stimulerende effect, maar er zijn te veel indicatoren

33

Een belangrijke doelstelling van begrotingssteun bestaat erin partnerlanden stimulansen te bieden om de overeengekomen hervormingen door te voeren. Daarom moeten de indicatoren die worden gebruikt voor de variabele tranches een inspanning van betekenis van het ontvangende land vereisen. De bijbehorende streefdoelen moeten bovendien het juiste evenwicht bieden tussen ambitie en het gemak om deze te behalen6.

34

We stelden vast dat de meeste variabele tranches die wij evalueerden de partnerlanden stimuleerden om bepaalde aspecten van hun ontwikkelingsstrategieën uit te voeren. De streefdoelen die voor elf van de geselecteerde indicatoren werden gebruikt, konden echter zeer eenvoudig worden behaald. Dit aantal omvat vier indicatoren waarvan de streefdoelen op een zeer laag niveau werden vastgesteld vanwege het gebruik van onjuiste referentiewaarden (zie de paragrafen 31 en 32). Enkele voorbeelden van indicatoren met een beperkt stimulerend effect worden getoond in tekstvak 7. Bovendien werden de streefdoelen van twaalf aanvullende indicatoren voor drie overeenkomsten in Moldavië (overeenkomst nr. 16), Bolivia (overeenkomst nr. 10) en Pakistan (overeenkomst nr. 23) grotendeels behaald met steun in de vorm van technische bijstand die door de EU of andere donoren werd betaald. Naar onze mening zorgen dergelijke indicatoren voor een beperkt gevoel van verantwoordelijkheid en is het stimulerende effect ervan matig, omdat zij geen al te grote betrokkenheid van de partnerlanden vereisen.

Tekstvak 7

Voorbeelden van indicatoren met gemakkelijk te behalen streefdoelen

In een overeenkomst met Bolivia (overeenkomst nr. 9) was een deel van de variabele tranche afhankelijk van het organiseren van twee plenaire vergaderingen in 2015 door een instelling die verantwoordelijk was voor de uitvoering van de strategie ter bestrijding van drugshandel. Regelmatige plenaire vergaderingen voor de monitoring van de strategie maken deel uit van de normale activiteiten en zijn niet iets wat moet worden aangemoedigd door middel van een indicator voor een variabele tranche.

Het streefdoel voor indicator 4 van dezelfde overeenkomst is het opstellen van een verslag waaruit blijkt dat het partnerland de voorwaarden voor de begrotingssteun van de EU heeft nageleefd. Dit verslag maakt echter deel uit van het standaarduitbetalingsproces voor begrotingssteun en had daarom niet moeten worden vastgesteld als indicator voor een variabele tranche.

35

In de richtsnoeren wordt aanbevolen om over het algemeen drie tot tien indicatoren voor variabele tranches vast te stellen. Te veel indicatoren leiden ertoe dat het stimulerende effect verwatert en dat de monitoring gecompliceerder wordt. De gecontroleerde overeenkomsten hadden tussen de 4 en 34 indicatoren per tranche7. Deze indicatoren werden verder opgesplitst in subindicatoren, vaak met verschillende streefdoelen. De overeenkomst om steun te verlenen voor de uitvoering van een actieplan voor visumliberalisering in Moldavië (overeenkomst nr. 15) had bijvoorbeeld 95 onafhankelijke streefdoelen. Een dergelijk groot aantal indicatoren en streefdoelen is niet bevorderlijk voor het richten van de aandacht op de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de overeenkomsten inzake begrotingssteun. Hoewel in interne documenten van de Commissie werd erkend dat er problemen bestonden in verband met het grote aantal indicatoren, had dit geen gevolgen voor de opstelling van overeenkomsten (zie tekstvak 8).

Tekstvak 8

Groot aantal indicatoren

In de voorbereidende documenten voor de overeenkomst inzake steun voor de landbouw en plattelandsontwikkeling in Moldavië (overeenkomst nr. 17) wordt opgemerkt dat het opstellen van slechts enkele gerichte voorwaarden essentieel is in Moldavië, aangezien te veel en complexe voorwaarden kunnen bijdragen tot het falen van de begrotingssteun voor de sector. Dit aspect werd tijdens het ontwerp buiten beschouwing gelaten, aangezien er 28 samengestelde voorwaarden/criteria/activiteiten voor uitbetaling werden opgenomen in de overeenkomst voor de uitbetaling van de variabele tranche van 2017, die verder werden onderverdeeld in 39 subvoorwaarden.

De kwaliteit van de verificatie door de Commissie van de verwezenlijking van indicatoren verschilde, wat leidde tot enkele onvoldoende gerechtvaardigde uitbetalingen

36

De uitbetalingsverzoeken die door de ontvangende landen worden ingediend, omvatten een analyse van de vooruitgang in de sectoren die worden ondersteund door hun overeenkomsten inzake begrotingssteun en informatie over de naleving van de overeengekomen voorwaarden en prestatie-indicatoren. Het dossier omvat normaal gesproken een verslag over de vooruitgang op een bepaald gebied (sector), afzonderlijke verslagen over de naleving van elke voorwaarde en fiches met betrekking tot elke indicator, met ondersteunend bewijs (bijv. brieven van een bureau voor de statistiek, verslagen over enquêtes, enz.). Zie figuur 3 voor een beschrijving van het uitbetalingsproces van begrotingssteun.

37

De verzoeken van partnerlanden zijn gebaseerd op gegevens van hun eigen systemen voor monitoring en evaluatie. Deze systemen zijn derhalve een belangrijke bron van informatie voor beslissingen over uitbetalingen. Landen hebben echter uiteenlopende capaciteiten en systemen voor het verzamelen, opslaan, analyseren en gebruiken van gegevens. De Commissie moet daarom voor de start van begrotingssteunmaatregelen de bestaande systemen beoordelen om te voorzien in prestatie-indicatoren die zullen worden gebruikt voor latere uitbetalingen van variabele tranches. De EU-delegaties moeten in het bijzonder bepalen of tekortkomingen in statistische systemen, de beschikbaarheid van gegevens en beleidsanalyses de geldigheid van de uitbetalingsverzoeken van landen aanzienlijk ondermijnen.

38

Voor de gecontroleerde overeenkomsten onderzochten we of de Commissie de betrouwbaarheid van de prestatiegegevens naar behoren had beoordeeld bij het selecteren van de prestatie-indicatoren voor de variabele tranches. We evalueerden daarnaast of de Commissie een grondige beoordeling had uitgevoerd van de uitbetalingsverzoeken voor variabele tranches en het uit te betalen bedrag correct had berekend.

De Commissie trok geen conclusies over de capaciteit van de landen om de gegevens te produceren die nodig waren voor indicatoren

39

De EU-delegaties worden gevraagd om een overzicht te verstrekken van de systemen voor monitoring en evaluatie van het partnerland (voor het land in het algemeen en voor de specifieke sector voor het prestatiecontract voor sectorale hervorming), waarbij zij beoordelen of het overheidsbeleid van het land in overeenstemming is met de EU-doelstellingen en of de institutionele capaciteit volstaat om het beleid uit te voeren. Bovendien vereisen de richtsnoeren dat de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de gegevens wordt geanalyseerd en dat de tekortkomingen in de statistische systemen worden beoordeeld voordat overeenkomsten inzake begrotingssteun worden opgesteld.

40

We analyseerden de beoordelingen van de Commissie aan de hand van criteria die werden vastgesteld door het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie (Eurostat). Eurostat heeft een instrument, genaamd Snapshot, ontwikkeld om de EU-delegaties te helpen de sterke en zwakke punten van nationale statistische systemen in ontwikkelingslanden te beoordelen. We stelden vast dat de belangrijkste vereisten van dit instrument zijn opgenomen in de richtsnoeren inzake begrotingssteun van de Commissie. Snapshot is echter uitgebreider en voorziet in een gedetailleerde uitleg van de manier waarop bepaalde gebieden moeten worden gemeten8 die relevant zijn voor de beoordeling van de statistische systemen. Het personeel van de delegaties is over het algemeen niet bekend met dit instrument.

41

Uit onze evaluatie van de beoordeling door de Commissie van de systemen voor monitoring en evaluatie bleek dat de Commissie in de praktijk over het algemeen de in de richtsnoeren genoemde elementen beschrijft en beoordeelt, maar deze elementen zijn verspreid over verschillende documenten. De Commissie trok echter slechts in de vijf overeenkomsten met Jordanië expliciete conclusies over de betrouwbaarheid van de prestatiegegevens die nodig waren om de indicatoren voor de variabele tranches te berekenen9, hoewel in het merendeel van de overeenkomsten (18 van de 24) werd gewezen op bepaalde sectorspecifieke tekortkomingen. Het trekken van een conclusie over de betrouwbaarheid van de gegevens is belangrijk voor de selectie van indicatoren, de monitoring en de analyse voor de uitbetaling.

De Commissie verifieerde de betrouwbaarheid van de gegevens ter staving van de uitbetalingsverzoeken, maar niet altijd even grondig

42

De EU-delegaties moeten de uitbetalingsverzoeken analyseren die door partnerlanden worden voorgelegd (met inbegrip van de waarden van de hieraan gerelateerde prestatie-indicatoren) voordat de betaling in de variabele tranche wordt verricht. Wij troffen verschillende verificatieprocedures aan, waarvan sommige niet de noodzakelijke zekerheid boden om de daaropvolgende betalingen te rechtvaardigen.

43

Over het algemeen paste de Commissie drie verschillende soorten verificatieprocedures toe: i) controle van stukken en rekenkundige herberekening van de indicatorwaarden met gebruikmaking van de gegevens die door de partnerlanden werden verstrekt; ii) dezelfde methode, aangevuld met bezoeken ter plaatse om de betrouwbaarheid van de verstrekte gegevens te verifiëren, en iii) uitbesteding van de berekening van de prestatie-indicatoren of de verificatie van de gegevens die door het partnerland werden verstrekt aan externe deskundigen.

44

De ambtenaren van de EU-delegaties brachten voor 14 van de 24 gecontroleerde overeenkomsten bezoeken ter plaatse om de analyse aan te vullen en enkele van de verstrekte gegevens te verifiëren (zie tekstvak 9), en huurden voor 16 van de overeenkomsten, soms in aanvulling op hun eigen bezoeken ter plaatse, externe deskundigen in om de naleving van de voorwaarden voor de variabele tranches te analyseren. In de buurlanden werden systematisch deskundigen ingezet, terwijl de delegaties in de overige gecontroleerde landen slechts voor 5 van de 13 overeenkomsten gebruikmaakten van deskundigen.

45

In de richtsnoeren inzake begrotingssteun wordt aanbevolen deskundigen in te schakelen om te helpen bij verificaties waarbij ernstige twijfels bestaan over de kwaliteit van de verstrekte gegevens. Zonder duidelijke conclusies over de capaciteit van het partnerland om dergelijke gegevens te produceren (zie de paragrafen 39-41) is het echter moeilijk om te beslissen of dergelijke hulp van deskundigen echt nodig is. De gemiddelde kosten van verificatiemissies van deskundigen voor de gecontroleerde overeenkomsten beliepen ongeveer 110 000 EUR.

Tekstvak 9

De verificatie van uitbetalingsverzoeken door de Commissie

Met het oog op de beoordeling van het uitbetalingsverzoek voor de overeenkomst inzake sectorale hervormingen voor het verbeteren van de prestaties van de landbouwsector in Rwanda (overeenkomst nr. 18) voerde de EU-delegatie een uitgebreide analyse uit van de informatie die door de regering van Rwanda werd verstrekt en vulde zij deze aan met bezoeken ter plaatse en verzoeken om verduidelijkingen aan de nationale autoriteiten. In het specifieke geval van indicator 5a was het streefdoel voor het eerste jaar dat 80 000 ha land voor boslandbouw in bepaalde gebieden moest worden gebruikt. De delegatie bracht een bezoek ter plaatse waaruit bleek dat de ingediende informatie onjuist was, aangezien de activiteiten in het gebied niet beperkt waren tot boslandbouw. De Commissie stelde vervolgens de betaling in verband met deze indicator in de tranche uit.

46

We constateerden dat de Commissie voor 610 van de 24 geselecteerde overeenkomsten geen effectieve aanvullende controle uitvoerde van de gegevens die werden gebruikt als basis voor de uitbetaling van de variabele tranches. Dit was voornamelijk te wijten aan het feit dat de EU-delegaties volledig vertrouwden op de nauwkeurigheid van de prestatiegegevens die door de partnerlanden waren verstrekt of op de verificatiewerkzaamheden die namens de Commissie door externe deskundigen werden uitgevoerd, zonder verdere verificatie van de verstrekte gegevens. In deze gevallen is het voor de Commissie moeilijker om onbetrouwbare prestatiegegevens in de uitbetalingsverzoeken te identificeren, waardoor het risico op ongerechtvaardigde uitbetalingen in variabele tranches toeneemt. In tekstvak 10 wordt een voorbeeld gegeven van tekortkomingen in een externe evaluatie die niet werden opgespoord door de Commissie.

Tekstvak 10

Voorbeelden van tekortkomingen die werden aangetroffen in werkzaamheden van externe deskundigen

Voor overeenkomst nr. 2 ter ondersteuning van het Jordaanse Ministerie van Onderwijs bij het aanpakken van de Syrische vluchtelingencrisis huurde de Commissie een deskundige in om de gegevens te beoordelen die door het Ministerie van Onderwijs waren verstrekt voor enkele van de indicatoren van de variabele tranche. De deskundige valideerde de gegevens die door het ministerie waren ingediend door middel van bezoeken ter plaatse aan een steekproef van dertig scholen. Op basis van het verslag van de deskundige betaalde de Commissie de variabele tranche uit.

We evalueerden de werkzaamheden van de deskundige en bezochten enkele van de scholen van de steekproef, waarbij we de volgende problemen aantroffen:

  1. De steekproef van scholen was niet willekeurig, maar gebaseerd op aanbevelingen van een team externe adviseurs van Unesco en was door het Ministerie van Onderwijs goedgekeurd. Er bestond een risico dat de steekproef een vertekend beeld gaf.
  2. Hoewel de deskundige daadwerkelijk de 30 scholen van de steekproef bezocht, werden voor slechts 17 van deze scholen de gegevens vergeleken. Dit kwam doordat het ministerie niet beschikte over de informatie voor de overige scholen. De door de externe deskundige opgestelde conclusies over de betrouwbaarheid van het IT-systeem van het ministerie waren derhalve gebaseerd op onvoldoende bewijs.
  3. Ten aanzien van de controles ter plaatse van personeel dat werkzaam was op de scholen werd slechts verwezen naar leraren, maar het streefdoel voor indicator 1 had ook betrekking op niet-onderwijzend personeel, waardoor de conclusies over deze indicator onvolledig waren.
  4. De deskundige concludeerde dat de gegevens van de bezoeken ter plaatse de gegevens van het ministerie bevestigden. Voor de indicatoren 1 (aantal personeelsleden) en 2 (aantal leerlingen) werd deze conclusie getrokken door de totale resultaten van de steekproef te vergelijken. De afzonderlijke resultaten per school vertonen echter aanzienlijke verschillen (zowel positieve als negatieve), die worden gecompenseerd wanneer de totalen worden berekend.

De uitbetalingen van sommige variabele tranches werden niet gerechtvaardigd door de van de partnerlanden afkomstige gegevens

47

Van alle doorgelichte uitbetalingen in variabele tranches ter waarde van 234 miljoen EUR wijken voor vijf van de acht landen de resultaten van onze beoordeling van het bewijs ter onderbouwing van de verwezenlijking van de indicatoren van de variabele tranche af van de resultaten die door de Commissie werden geaccepteerd; het gaat hierbij om 13,3 miljoen EUR. Bij één land (Pakistan) was er sprake van een afwijking van 19 % ten opzichte van de uitbetalingen in de variabele tranche. Bovendien stelden we vast dat de Commissie 3,4 miljoen EUR uitbetaalde aan twee landen op basis van indicatoren die verband hielden met onjuist vastgestelde referentiewaarden. Hoewel er een contractuele verplichting bestond om uit te betalen, aangezien de streefwaarde was behaald, werd op het met de indicator gemeten gebied geen werkelijke vooruitgang geboekt. In tabel 1 worden deze bedragen samengevat voor elk land dat werd bezocht.

Tabel 1 — Afwijkingen van de beoordelingen van de Commissie

Land Geëvalueerde variabele tranche
(in EUR)
Afwijking van onze beoordeling
(in EUR)
Referentie overeenkomst en indicatoren Reden voor afwijkingen
(per indicator)
Bedragen betaald zonder dat werkelijke vooruitgang werd geboekt
(in EUR)
Bolivia 32 800 000 0 0
Ethiopië 29 520 000 0 2 000 000
(overeenkomst 14: ind. 7)
Georgië 19 400 000 1 000 000 Overeenkomst 6:
ind. 1.2 en 1.7
1.2 2 maanden na uiterste termijn behaald
1.7 Streefdoel niet behaald
0
Jordanië 45 750 000 6 000 000 Overeenkomst 1:
ind. 5
2 jaar na de uiterste termijn behaald 0
Moldavië 26 345 111 1 000 000 Overeenkomst 16:
ind. 2.1 en 2.2
2.1. 1 maand na de uiterste termijn behaald
2.2. 3 maanden na uiterste termijn behaald
0
Pakistan 25 665 625 4 968 750 Overeenkomst 23:
Ind. 5, 6 en 8
Overeenkomst 24:
ind. 4, 6.2 en 6.3
5,6&8. Streefdoelen niet behaald
4&6.3. Onjuist bewijs
6.2 Streefdoel niet behaald
0
Rwanda 27 667 500 332 500 Overeenkomst 20:
ind. 2
1 jaar na de uiterste termijn behaald 1 437 500
(overeenkomst 19: ind. 5 Overeenkomst 20: ind. 4)
Vietnam 27 000 000 0 0
TOTAAL 234 148 236 13 301 250 3 437 500

Bron: ERK.

48

De belangrijkste problemen die we aantroffen, hielden verband met: i) streefdoelen die met vertraging na de vastgestelde uiterste termijn werden behaald; ii) metingen van resultaten op basis van onjuist vastgestelde referentiewaarden; iii) onjuist of ontoereikend verstrekt bewijs om de naleving van de indicatoren te bevestigen, en iv) totaal niet behaalde streefdoelen. In figuur 6 worden de soorten en het aandeel aangetroffen afwijkingen van de beoordelingen door de Commissie getoond.

Figuur 6

Soorten afwijkingen

Bron: ERK.

49

Een van de gevallen waarin naar onze mening het partnerland onjuist bewijs had verstrekt, wordt beschreven in tekstvak 11.

Tekstvak 11

Bewijs op basis van een onzuivere steekproef

Het streefdoel voor indicator 6.3 van de overeenkomst inzake onderwijs in Pakistan (overeenkomst nr. 24) was dat leerlingen die vouchers ontvingen een percentage schoolbezoek moesten behalen van ten minste 80 %. Uit het bewijs dat door het partnerland werd verstrekt, bleek dat de aanwezigheid hoger was dan de streefwaarde (87 %) en de Commissie beschouwde dit streefdoel daarom als behaald. Het geleverde bewijs moest volgens het nalevingsverslag voor technische bijstand betrekking hebben op alle leerlingen gedurende het hele jaar. Uit onze analyse bleek echter dat de nationale autoriteiten slechts een kwart van de leerlingen die vouchers ontvingen, hadden meegeteld bij de berekening van de aanwezigheid van al deze leerlingen. Bovendien werd deze steekproef genomen aan het begin van het schooljaar, wanneer de aanwezigheid het hoogst is. We concludeerden derhalve dat het ondersteunend bewijs ondeugdelijk was omdat de steekproef een vertekend beeld gaf.

In het bovenstaande geval beschouwde de Commissie de streefdoelen als behaald en verrichtte zij de volledige betaling.

50

Bij vier overeenkomsten troffen we vijf gevallen van indicatoren11 aan waarvan de streefdoelen werden behaald na de in de financieringsovereenkomsten vastgestelde uiterste termijn. Bovendien zijn we voor nog eens vijf indicatoren12 van mening dat de partnerlanden de streefdoelen niet behaalden; de Commissie was echter van mening dat deze wel waren behaald. In tekstvak 12 worden voorbeelden gegeven van beide gevallen.

Tekstvak 12

Streefdoelen die na de uiterste termijn gedeeltelijk of niet werden behaald

Voor indicator 5 van de overeenkomst inzake onderwijs in Jordanië (overeenkomst nr. 1) werd het streefdoel na de uiterste termijn behaald. Het streefdoel voor deze indicator was de bouw van zes nieuwe scholen vóór 2015. De scholen werden pas in 2017 voltooid en de variabele tranche werd in december 2017 uitbetaald. Deze aanzienlijke vertraging was te wijten aan de langdurige aanbestedingsprocedures die leidden tot de late uitvoering van de bouwwerkzaamheden door de nationale autoriteiten.

Om met deze vertragingen rekening te houden, verlengde de Commissie de uitvoeringsperiode van de overeenkomst tot december 2017, maar wijzigde zij de termijn voor de bouw van de scholen (2015) niet.

Het streefdoel van indicator 6 van de overeenkomst inzake onderwijs in Pakistan (overeenkomst nr. 23) omvatte twee activiteiten: het opstellen van het leerplan voor het vak Engels en de goedkeuring van leerboeken voor bepaalde klassen. We stelden vast dat slechts de helft van de leerboeken was goedgekeurd op het moment dat om uitbetaling werd verzocht, en zijn derhalve van mening dat het tweede deel van het streefdoel niet als behaald had mogen worden aangemerkt.

Het streefdoel voor indicator 1.7 van de overeenkomst inzake landbouw in Georgië (overeenkomst nr. 6) was de goedkeuring van een nationaal programma voor certificeringsregelingen voor biologische productie. De regering was van mening dat deze indicator was behaald omdat haar nationale programma voor het herstel van theeplantages was goedgekeurd. De verklaarde doelstelling van het programma is echter de ondersteuning van het doeltreffend gebruik van theeplantages in Georgië, het opvoeren van de theeproductie, waaronder de biologische theeproductie, en het verbeteren van de zelfvoorzieningsgraad en het exportpotentieel; de biologische certificeringsregelingen als zodanig maakten geen deel uit van deze doelstelling. Wij zijn van mening dat dit streefdoel niet is behaald, aangezien het programma niet specifiek is gericht op de certificering van biologische producten. Dit was ook de mening van de externe beoordelaar.

In alle bovenstaande gevallen verrichtte de Commissie de volledige betaling.

51

We troffen drie gevallen aan waarin de Commissie uitbetalingen had verricht in overeenstemming met de bepalingen van de financieringsovereenkomsten, aangezien de partnerlanden de overeengekomen streefdoelen hadden behaald. Vanwege het gebruik van onjuist vastgestelde referentiewaarden of streefwaarden was er echter geen sprake van werkelijke vooruitgang in de gesteunde sectoren. Tekstvak 13 bevat meer details over enkele van deze gevallen.

Tekstvak 13

Streefdoelen vastgesteld met gebruikmaking van onjuiste referentiewaarden — geen werkelijke vooruitgang geboekt

Indicator 7 van de overeenkomst inzake vervoer in Ethiopië (overeenkomst nr. 14) houdt verband met het percentage overbeladen vrachtwagens. Het vastgestelde streefdoel was een daling van dit percentage tot 9 % ten opzichte van een referentiewaarde van 11 %. Het resultaat dat aan het einde van de gecontroleerde periode werd behaald, was 6 %, zodat het streefdoel was behaald en het bijbehorende bedrag werd uitbetaald in overeenstemming met de bepalingen van de financieringsovereenkomst. Op basis van de door het partnerland in het uitbetalingsverzoek verstrekte informatie was de werkelijke referentiewaarde echter 6 %. In werkelijkheid werd er geen vooruitgang geboekt wat betreft de daling van het werkelijke aantal overbeladen vrachtwagens.

Een tweede geval waarin een onjuiste referentiewaarde leidde tot betaling zonder dat voldoende werkelijke vooruitgang werd geboekt is indicator 5 van de overeenkomst inzake energie in Rwanda (overeenkomst nr. 19). Deze indicator meet het aandeel elektriciteit in de energiemix dat wordt gegenereerd uit hernieuwbare bronnen. De referentiewaarde die in de overeenkomst werd gebruikt, was 292 gegenereerde GWh in 2015. De werkelijke waarde voor het jaar van de referentiewaarde was onjuist. Volgens de door de nationale autoriteiten gemelde gegevens had dit 368 GWh moeten zijn. Het vastgestelde streefdoel voor de gecontroleerde variabele tranche was nog eens 14,5 GWh extra uit hernieuwbare energiebronnen ten opzichte van de referentiewaarde. Het voor deze indicator behaalde resultaat in de gecontroleerde periode was 361,5 GWh, wat leidde tot de uitbetaling van het bijbehorende bedrag ondanks het feit dat het aandeel elektriciteit dat werd opgewekt uit hernieuwbare bronnen was afgenomen.

52

Naast de afwijkingen die in tabel 1 worden gekwantificeerd, konden we de juistheid van twee uitbetalingen in variabele tranches niet bevestigen vanwege het gebrek aan toereikend bewijs ter staving van de waarden die voor vijf indicatoren13 werden gemeld (zie de voorbeelden in tekstvak 14). Deze indicatoren waren goed voor een uitbetaald bedrag van 3,77 miljoen EUR.

Tekstvak 14

Gebrek aan toereikend bewijs

Voor overeenkomst nr. 5 ter ondersteuning van het beheer van de overheidsfinanciën in Jordanië had indicator 1.2 betrekking op tekortkomingen in de opleiding van het personeel van interne controle-eenheden bij verschillende nationale ministeries en agentschappen. Het streefdoel was het opleiden van personeel van interne controle-eenheden dat in het voorgaande jaar niet had deelgenomen aan de opleiding (er was geen numeriek streefdoel). Een door de Commissie ingehuurde externe deskundige concludeerde dat meer dan 85 % van het personeel van alle internecontrole-eenheden een aangeboden aanvullende cursus had bijgewoond. Hij concludeerde derhalve dat de indicator was behaald. Omdat de deskundige niet specificeerde hoe de 85 % was berekend, konden we de berekening niet herhalen of bevestigen dat alle tekortkomingen door de opleiding waren verholpen. Er waren noch gegevens, noch informatiebronnen beschikbaar over hetgeen onder de 85 % viel.

Indicator 3 van de overeenkomst inzake het programma voor gemeenschapsontwikkeling in Pakistan (overeenkomst nr. 22) mat het aandeel begrotingstoewijzingen voor door de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkelingsprojecten in de kostenramingen voor de ontwikkelingsstrategieën voor districten. De gemelde kostenramingen voor districten konden echter niet worden herleid tot de ontwikkelingsstrategieën voor districten die als ondersteunend document werden verstrekt. Het verslag dat werd opgesteld door de deskundige die door de Commissie was ingehuurd om deze indicator te beoordelen, bevatte ook geen aansluiting tussen de kostenramingen voor districten en de ontwikkelingsstrategieën voor districten. We konden het gerapporteerde resultaat daarom niet bevestigen.

Onvoldoende gedocumenteerde betalingen aan Moldavië

53

Hoewel dit niet rechtstreeks verband hield met de verificatie van de prestatie-indicatoren, constateerden we dat de Commissie drie variabele tranches had uitbetaald aan Moldavië, voor een totaalbedrag van 26,3 miljoen EUR, zonder de redenen voor deze betalingen voldoende te documenteren (zie tekstvak 15).

Tekstvak 15

Documentatie van betalingen aan Moldavië

De financieringsovereenkomsten inzake begrotingssteun voorzien in een recht voor de Commissie om de financieringsovereenkomst te schorsen wanneer het partnerland een verplichting in verband met de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen of de rechtsstaat niet nakomt, en in ernstige gevallen van corruptie (artikel 236, lid 4, van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, juli 2018).

Vanwege zorgen over de stand van de democratie in het land in juli en oktober 2017 besloot de Commissie de uitbetaling van verschillende variabele tranches uit te stellen en stelde zij dat de tijdsplanning met betrekking tot de betalingen zou worden verduidelijkt, rekening houdend met de eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen, de rechtsstaat en de mensenrechten in Moldavië. De belangrijkste reden voor deze beslissing was de ophanden zijnde vaststelling van de nieuwe kieswet in Moldavië die niet in overeenstemming was met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië, een adviesorgaan van de Raad van Europa voor zaken in verband met constitutioneel recht.

Op 11 december 2017 werd desondanks een betalingsautorisatie afgegeven. Deze werd niet onderbouwd door een beoordeling waarin de verbetering van de democratische mechanismen en de mensenrechten in Moldavië werd aangetoond, de belangrijkste reden waarom de betaling in eerste instantie was opgeschort.

Conclusies en aanbevelingen

54

We onderzochten of de Commissie relevante en betrouwbare prestatiegegevens had gebruikt voor het uitbetalen van variabele tranches in het kader van de begrotingssteun. We concluderen dat voor een derde van de geëvalueerde prestatie-indicatoren gold dat het ontwerp ten koste ging van de relevantie ervan en dat hiermee de resultaten niet op objectieve wijze konden worden gemeten, wat de relevantie ervan ondermijnde. Bovendien waren de beoordelingen door de Commissie van de vraag of de indicatoren voor de variabele tranches waren behaald niet altijd betrouwbaar, wat leidde tot enkele onvoldoende gerechtvaardigde betalingen.

55

We stelden vast dat de prestatie-indicatoren voor de variabele tranches goed waren afgestemd op de sectorale ontwikkelingsstrategieën van de partnerlanden. De meeste hiervan waren echter gericht op kortetermijnmaatregelen in plaats van op resultaten op de langere termijn, waaronder vooruitgang ten aanzien van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Slechts met 13 % van de 248 door ons gecontroleerde indicatoren werden de uitkomsten of de impact in de ondersteunde sectoren gemeten (zie de paragrafen 22-25). Gebruikmaking van uitkomstindicatoren zou de Commissie in staat stellen de resultaten op de langere termijn in de ondersteunde sectoren beter te meten, waaronder de vooruitgang in de richting van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.

Aanbeveling 1 — Breid het gebruik van uitkomstindicatoren voor variabele tranches uit

De Commissie moet het aandeel variabele tranches dat wordt uitbetaald op basis van het behalen van uitkomstindicatoren uitbreiden.

Tijdpad: eind 2021.

56

Meer dan een derde van de indicatoren was onduidelijk gedefinieerd of had onjuiste of helemaal geen referentiewaarden. Hierdoor waren verschillende interpretaties mogelijk van de vraag of de streefdoelen waren behaald, waardoor de analyse van de uitbetalingsverzoeken complexer en minder objectief werd (zie de paragrafen 26-32).

Aanbeveling 2 — Verbeter de formulering van prestatie-indicatoren

De Commissie moet de regelingen voor kwaliteitscontrole verbeteren om ervoor te zorgen dat de prestatie-indicatoren van variabele tranches op objectieve wijze de resultaten meten die door partnerlanden zijn behaald. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan:

  1. de gebruikmaking van prestatie-indicatoren die specifiek zijn en niet op uiteenlopende wijze kunnen worden uitgelegd;
  2. de gebruikmaking van referentiewaarden en streefdoelen.

Tijdpad: eind 2021.

57

Een belangrijke doelstelling van de variabele tranches van begrotingssteun is het zorgen voor stimulansen voor partnerlanden om vooruitgang te boeken ten aanzien van hun hervormingsagenda's. Het merendeel van de variabele tranches die werden gecontroleerd, bevatte indicatoren die het midden hielden tussen ambitie en haalbaarheid en wij zijn van mening dat deze zorgden voor het beoogde stimulerende effect. De enkele uitzonderingen die wij aantroffen, hadden – vaak door het gebruik van onjuiste referentiewaarden – betrekking op indicatoren met streefdoelen die eenvoudig konden worden behaald of die waren behaald door middel van werkzaamheden die door andere donoren of externe deskundigen waren verricht die door de EU werden betaald (zie de paragrafen 33 en 34).

Aanbeveling 3 — Waarborg het stimulerende effect van variabele tranches

De Commissie moet:

  1. zo nodig de informatie met betrekking tot de referentiewaarde voorafgaand aan de ondertekening van de overeenkomst bijwerken of de referentiewaarden tijdens de uitvoering van de overeenkomst corrigeren door de overeenkomst inzake begrotingssteun te herzien;
  2. situaties vermijden waarin het partnerland de streefdoelen hoofdzakelijk behaalt dankzij door de EU gefinancierde technische bijstand.

Tijdpad: eind 2021.

58

Het aantal indicatoren dat per variabele tranche werd gebruikt was vaak te hoog, hoger dan het aantal dat werd aanbevolen in de richtsnoeren van de Commissie. Dit maakte het uitbetalingsproces nog gecompliceerder (zie paragraaf 35).

Aanbeveling 4 — Vereenvoudig het uitbetalingsproces voor variabele tranches

De Commissie moet: afzien van het gebruik van subindicatoren om het werkelijke aantal indicatoren te beperken tot het in de richtsnoeren aangegeven maximum.

Tijdpad: eind 2021.

59

Uitbetalingsverzoeken voor variabele tranches bevatten prestatiegegevens die aantonen in hoeverre er is voldaan aan de overeengekomen voorwaarden en prestatie-indicatoren. Omdat de verzoeken worden opgesteld door de partnerlanden, is de betrouwbaarheid van de onderliggende prestatiegegevens afhankelijk van de capaciteit van deze landen om deze te produceren. We stelden vast dat de Commissie over het algemeen de capaciteit van de partnerlanden beoordeelde door de belangrijkste elementen van hun systemen voor monitoring en evaluatie te evalueren, zoals vereist op grond van haar richtsnoeren inzake begrotingssteun. De Commissie trok echter ten aanzien van slechts 5 van de 24 geselecteerde overeenkomsten conclusies wat betreft de vraag of de prestatiegegevens die nodig waren om de indicatoren van de variabele tranche te berekenen betrouwbaar waren (zie de paragrafen 36-41). Het trekken van een conclusie over de betrouwbaarheid van de gegevens is belangrijk voor de selectie van indicatoren, de monitoring en de analyse voor de uitbetaling.

Aanbeveling 5 — Verbeter de beoordelingen van de capaciteit van de landen om prestatiegegevens te verstrekken die worden gebruikt voor variabele tranches

Bij het opstellen van een maatregel voor begrotingssteun moet de Commissie de betrouwbaarheid beoordelen van de prestatiegegevens die moeten worden gebruikt als basis voor de uitbetaling van een variabele tranche. De beoordeling moet leiden tot een expliciete conclusie wat betreft de vraag of de systemen die worden gebruikt om deze gegevens te produceren voldoende betrouwbaar zijn, en kan worden gebaseerd op bestaande beoordelingen die door andere erkende organen zijn uitgevoerd.

Tijdpad: eind 2021.

60

We stelden vast dat de EU-delegaties verschillende verificatieprocedures uitvoerden bij de analyse van uitbetalingsverzoeken. In sommige gevallen brachten de EU-delegaties bezoeken ter plaatse om de gegevens te verifiëren die door de partnerlanden waren verstrekt, terwijl zij in andere gevallen volledig vertrouwden op deze gegevens, of op de externe evaluaties die namens de Commissie werden uitgevoerd door deskundigen, zonder verdere verificatiewerkzaamheden. Op deze manier wordt niet gezorgd voor de nodige zekerheid om de daaropvolgende uitbetaling van variabele tranches te rechtvaardigen (zie de paragrafen 42-46).

Aanbeveling 6 — Verbeter de verificatie van de prestatiegegevens die worden gebruikt om variabele tranches uit te betalen

De Commissie moet:

  1. het onderliggende bewijs evalueren ter onderbouwing van de prestatiegegevens die door de partnerlanden in het uitbetalingsverzoek worden verstrekt, tenzij zij reeds nadrukkelijk heeft geconcludeerd dat deze gegevens betrouwbaar zijn;
  2. wanneer zij externe beoordelingen gebruikt, vereisen dat de verificatie van de betrouwbaarheid van de belangrijkste prestatiegegevens die door de partnerlanden worden verstrekt in de opdrachtomschrijving wordt vermeld. Voordat de variabele tranche wordt uitbetaald, moet worden geverifieerd of de deskundigen dit vereiste in acht hebben genomen.

Tijdpad: eind 2021.

61

Toen wij de beoordelingen door de Commissie van het behalen van de indicatoren opnieuw uitvoerden en de uitbetalingen van variabele tranches herberekenden, troffen wij afwijkingen aan van de door de Commissie uitbetaalde bedragen. Op basis van de beschikbare prestatie-informatie schatten wij dat we, van een totaal van 234 miljoen EUR aan gecontroleerde uitbetalingen in variabele tranches, afwijkingen met een totale waarde van 16,7 miljoen EUR aantroffen. Van dit bedrag was 13,3 miljoen EUR onvoldoende gerechtvaardigd of niet in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomst. Een bedrag van 3,4 miljoen EUR werd uitbetaald zonder dat er werkelijke vooruitgang was geboekt. Daarnaast werd 26,3 miljoen EUR voor drie variabele tranches aan Moldavië uitbetaald zonder dat de redenen voor deze betalingen voldoende waren gedocumenteerd (zie de paragrafen 47-53).

Dit verslag werd door kamer III, onder leiding van mevrouw Bettina JAKOBSEN, lid van de Rekenkamer, vastgesteld te Luxemburg op haar vergadering van 12 november 2019.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE
President

Bijlagen

Bijlage I — Aandeel begrotingssteun in bilaterale ODA-verbintenissen

Landen 2014 2015 2016 2017 Gemiddelde (2014-2017)
Oostenrijk 0,69 % 1,01 % 0,10 % 1,24 % 0,76 %
België 2,50 % 1,85 % 1,41 % 0,15 % 1,48 %
Tsjechië 1,52 % 0,00 % 0,00 % 0,44 % 0,49 %
Denemarken 3,83 % 0,00 % 0,73 % 0,91 % 1,36 %
Finland 3,75 % 3,89 % 0,00 % 2,98 % 2,65 %
Frankrijk 2,86 % 1,86 % 6,11 % 9,30 % 5,03 %
Duitsland 1,29 % 4,55 % 2,12 % 3,42 % 2,84 %
Griekenland 1,04 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,26 %
Hongarije N,v,t, 0,65 % 0,00 % 0,00 % 0,22 %
Ierland 2,30 % 3,76 % 0,00 % 0,00 % 1,52 %
Italië 1,28 % 0,40 % 0,24 % 0,56 % 0,62 %
Luxemburg 3,21 % 0,81 % 2,93 % 1,98 % 2,23 %
Nederland 0,67 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,17 %
Polen 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 %
Portugal 0,55 % 0,71 % 0,52 % 0,58 % 0,59 %
Slowakije 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 %
Slovenië 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 %
Spanje 1,33 % 1,29 % 0,17 % 0,30 % 0,77 %
Zweden 2,39 % 0,13 % 0,00 % 1,96 % 1,12 %
Verenigd Koninkrijk 2,09 % 1,21 % 0,18 % 0,01 % 0,87 %
Europese Commissie 9,31 % 12,71 % 14,67 % 9,08 % 11,45 %
           
EU-gemiddelde 2,03 % 1,66 % 1,39 % 1,57 % 1,66 %
EU-gemiddelde zonder instellingen 1,65 % 1,11 % 0,73 % 1,19 % 1,17 %

Bron: ERK, op basis van https://stats.oecd.org/.

Bijlage II — Gecontroleerde overeenkomsten

Nummer overeenkomst Land Ondersteunde sector
Overeenkomst 1 282613 Jordanië Onderwijs
Overeenkomst 2 365198 Onderwijs
Overeenkomst 3 377271 Energie
Overeenkomst 4 389306 Energie
Overeenkomst 5 357967 Beheer van de overheidsfinanciën
Overeenkomst 6 387662 Georgië Landbouw
Overeenkomst 7 344313 Beroepsopleiding
Overeenkomst 8 361908 Beleidshervormingen op het gebied van de overheidsfinanciën
Overeenkomst 9 363227 Bolivia Drugsbestrijding
Overeenkomst 10 368977 Water
Overeenkomst 11 337591 Landbouw
Overeenkomst 12 377182 Landbouw
Overeenkomst 13 383001 Ethiopië Volksgezondheid
Overeenkomst 14 367551 Vervoer
Overeenkomst 15 348701 Moldavië Actieplan voor visumliberalisering
Overeenkomst 16 353323 Beleidshervormingen op het gebied van overheidsfinanciën
Overeenkomst 17 371907 Landbouw
Overeenkomst 18 376376 Rwanda Landbouw
Overeenkomst 19 375269 Energie
Overeenkomst 20 364033 Milieu
Overeenkomst 21 357701 Vietnam Volksgezondheid
Overeenkomst 22 337112 Pakistan Landbouw
Overeenkomst 23 289807 Onderwijs
Overeenkomst 24 356359 Onderwijs

Bijlage III — Uitbetalingen van variabele tranches in 2017 voor overeenkomsten inzake sectorale hervormingen

Landen Totale variabele tranche 2017
(in EUR)
% Gecontroleerde sectoren Gecontroleerde bedragen
(in EUR)
Marokko 120 984 995 18,75 %
Jordanië 69 506 667 10,77 % Onderwijs, energie, hervorming van het openbaar bestuur 45 750 000
Georgië 37 900 000 5,87 % Landbouw, werkgelegenheid, overheidsfinanciën 19 400 000
Bolivia 32 800 000 5,08 % Landbouw, drugsbestrijding, water en gezond leefmilieu 32 800 000
Ethiopië 29 520 000 4,57 % Volksgezondheid, vervoer 29 520 000
Moldavië 29 345 111 4,55 % Landbouw, justitie, overheidsfinanciën 26 345 111
Rwanda 27 667 500 4,29 % Landbouw, energie, milieu 27 667 500
Vietnam 27 000 000 4,18 % Volksgezondheid 27 000 000
Pakistan 25 665 625 3,98 % Landbouw, onderwijs 25 665 625
Tunesië 25 000 000 3,87 %
Albanië 20 775 000 3,22 %
Niger 17 850 000 2,77 %
Bangladesh 16 500 000 2,56 %
Colombia 15 000 000 2,32 %
Botswana 14 510 000 2,25 %
Honduras 12 030 000 1,86 %
Zuid-Afrika 10 466 458 1,62 %
Senegal 10 450 000 1,62 %
Burkina Faso 9 700 000 1,50 %
Kirgizië 9 500 000 1,47 %
Algerije 9 000 000 1,39 %
Benin 8 000 000 1,24 %
Indonesië 7 500 000 1,16 %
Oekraïne 7 500 000 1,16 %
Cambodja 7 200 000 1,12 %
Armenië 7 000 000 1,08 %
Ghana 6 200 000 0,96 %
Nepal 6 000 000 0,93 %
Peru 5 880 000 0,91 %
Groenland 4 634 634 0,72 %
Laos 4 000 000 0,62 %
Guyana 3 800 000 0,59 %
Dominicaanse Republiek 2 687 500 0,42 %
Samoa 2 360 238 0,37 %
Falklandeilanden 1 000 000 0,15 %
Tonga 375 000 0,06 %
TOTAAL 645 308 728 100 %

Bron: ERK (landen die werden geselecteerd voor de controle zijn vetgedrukt).

Bijlage IV — Samenvatting beoordeling

BOLIVIA ETHIOPIË PAKISTAN RWANDA VIET­NAM
Over­een­komst 9 Over­een­komst 10 Over­een­komst 11 Over­een­komst 12 Over­een­komst 13 Over­een­komst 14 Over­een­komst 22 Over­een­komst 23 Over­een­komst 24 Over­een­komst 18 Over­een­komst 19 Over­een­komst 20 Over­een­komst 21
Uitgebreide beoordeling van de capaciteiten? N N N D N D N N N D D N D
Aantal indicatoren (per jaarlijkse tranche 2017) 8 10 8 6 6 10 6 8 8 8 7 4 8
Aantal in 2017 uitbetaalde indicatoren van voorgaande jaren 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0
Afzonderlijke streefdoelen 24 10 12 12 6 10 6 8 15 8 11 4 12
Niet-specifieke indicatoren 1 1 2 2 1 1 1 1 2 0 0 0 0
Zonder referentie­waarde (ERK: er moet een referentiewaarde worden vastgesteld) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Onjuiste referentie­waarde 1 0 0 0 1 10 0 0 1 0 1 2 0
Streefdoel te bescheiden 1 1 0 0 0 1 0 0 2 0 0 1 0
Missie ter plaatse uitgevoerd door EU-delegaties om naleving voorwaarden te beoordelen? N N J J N J N N N J N J N
Externe deskundigen ingezet om naleving voorwaarden te beoordelen? N N N N N N J J J J N N J
Rekenkundige fouten in uitbetalingen? N N N N N N N N N N N N N
Methode voor berekening van de betaling juist toegepast? J J J J N J J N N J J J J
Afwijkingen van ERK-beoordeling wat betreft behalen streefdoel/sub­streefdoelen 2.2 en 3.3 3.1 en 5 N N N 7 N 5, 6 en 8 4, 6.2 en 6.3 N 5 2 en 4 N
Afwijkingen van ERK-beoordeling wat betreft uit te betalen bedrag Sle­chts impact bij verde­re uitbe­taling Geen impact op uitbe­taling Pres­taties >80 % N N N 2 mil­joen EUR N 1,5 mil­joen EUR 3,47 mil­joen EUR N 1,2 mil­joen EUR 0,57 mil­joen EUR N
GEORGIË JORDANIË MOLDAVIË
Over­een­komst 6 Over­een­komst 7 Over­een­komst 8 Over­een­komst 1 Over­een­komst 2 Over­een­komst 3/4 Over­een­komst 5 Over­een­komst 15 Over­een­komst 16 Over­een­komst 17
Uitgebreide beoordeling van de capaciteiten? N J J N N J D J J D
Aantal indicatoren (per jaarlijkse tranche 2017) 11 15 14 0 5 9 10 34 12 28
Aantal in 2017 uitbetaalde indicatoren van voorgaande jaren 0 3 0 2 0 0 0 3 0 0
Afzonderlijke streefdoelen 12 34 21 2 6 10 20 95 22 39
Niet-specifieke indicator 0 7 3 2 0 1 5 35 4 4
Zonder referentiewaarde (ERK: er moet een referentiewaarde worden vastgesteld) 1 5 3 0 0 0 0 0 0 6
Onjuiste referentiewaarde 1 0 0 1 1 0 1 0 0 0
Streefdoelen te bescheiden 0 0 1 0 0 0 0 0 3 0
Missie(s) ter plaatse uitgevoerd door EU-delegaties om naleving voorwaarden te beoordelen? J J J J J N J J J J
Externe deskundigen ingezet om naleving voorwaarden te beoordelen? J J J J J J J J J J
Rekenkundige fouten in uitbetalingen? N N N J N N N J N N
Methode voor berekening van de betaling juist toegepast? J J J J N J N N J J
Afwijkingen van ERK-beoordeling wat betreft behalen streefdoel/sub­streefdoelen. Ind. 1.2 en 1.7 N N Ind. 5 N N N J (alle indicato­ren) N N
Afwijkingen van ERK-beoordeling wat betreft uit te betalen bedrag. 1 miljoen EUR N N 6 miljoen EUR N N N 5,1 miljoen EUR 6,4 miljoen EUR 14,8 miljoen EUR

OPMERKING: J: ja; N: nee; D: deels.

Antwoorden van de Commissie

Samenvatting

I

Begrotingssteun wordt beschouwd als een pakket dat financiële overdracht, beleidsdialoog, capaciteitsopbouw en prestatiemonitoring omvat. Deze elementen zijn allemaal belangrijk voor de doeltreffendheid van het instrument. Vaste tranches zijn afhankelijk van de vooruitgang die wordt geboekt ten opzichte van algemene voorwaarden die voortvloeien uit subsidiabiliteitscriteria voor begrotingssteun, terwijl het bedrag van variabele tranches evenredig is aan de prestaties ten opzichte van enkele specifieke indicatoren.

II

De richtsnoeren inzake begrotingssteun bepalen de criteria die moeten worden toegepast bij het vaststellen en het verificatieproces van de indicatoren voor variabele tranches. Bij voorkeur worden er duidelijk omschreven indicatoren gebruikt voor het beleid en de kaders voor prestatiemonitoring van partnerlanden.

III

Aangezien indicatoren voor variabele tranches ontworpen zijn om op jaarbasis te worden gemeten, zijn de doelen die behaald moeten worden in wezen bedoeld voor de korte termijn. De Commissie moet doelstellingen vaststellen die redelijkerwijs van jaar tot jaar kunnen worden behaald. Desondanks wordt er geprobeerd om het gebruik van uitkomstindicatoren meer te stimuleren, voornamelijk in sectoren die langdurige steunverlening van de EU hebben gekregen, maar er moet wel een combinatie van verschillende soorten indicatoren worden gewaarborgd.

De databank van de Commissie, waarin alle in de overeenkomsten voor begrotingssteun gebruikte prestatie-indicatoren van de periode 2014-2018 zijn opgenomen, toont aan dat een evenwichtige combinatie van verschillende soorten indicatoren, zoals input, proces, output en uitkomsten/resultaten op langere termijn, wordt of is gebruikt. De gecontroleerde steekproef bevatte meerdere programma’s die vóór 2014 waren goedgekeurd, en daarom minder op resultaten op langere termijn waren gericht.

IV

De richtsnoeren inzake begrotingssteun bevelen aan drie tot tien indicatoren te gebruiken. De Commissie zal de boodschap benadrukken dat een groter aantal indicatoren kan leiden tot een minder doelgericht beleid en een ingewikkeldere beoordeling van de uitbetalingsverzoeken. Indien het beleidskader en de voorkeuren van het partnerland dit rechtvaardigen, kunnen in uitzonderlijke gevallen echter meer dan tien indicatoren worden gebruikt.

V

De Commissie meent dat de betrouwbaarheid van de statistisch systemen van partnerlanden wordt geanalyseerd bij de beoordeling van de naleving van de subsidiariteitscriteria van het overheidsbeleid voor begrotingssteun, en dat het ook opgenomen zou moeten zijn in het kader voor risicobeheer. Het onlangs herziene model voor de uitbetalingsnota vereist dat actualiseringen van de analytische capaciteit en de kwaliteit van de gegevens van een land bij ieder uitbetalingsverzoek worden gerapporteerd.

VI

De Commissie is van mening dat er bij de betaling aan Moldavië rekening is gehouden met de positieve ontwikkelingen op het gebied van de eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen, de rechtsstaat en de mensenrechten in Moldavië op het moment van betaling, maar dat dit beter had kunnen worden gedocumenteerd.

VII

Eerste streepje: De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Tweede streepje: De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Derde streepje: De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Vierde streepje: De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Vijfde streepje: De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Zesde streepje: De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Inleiding

01

Zie het antwoord op paragraaf I van de samenvatting.

02

De begrotingssteun bevordert niet alleen resultaten, met gebruik van de systemen van het land en aansluitend op het beleid van het land, maar stimuleert ook de binnenlandse verantwoordingsplicht.

Opmerkingen

19

De Commissie bevestigt dat de begrotingssteun “achteraf” wordt uitbetaald om goede prestaties te belonen. Zoals de Rekenkamer terecht opmerkt, zijn alle algemene voorwaarden in dit verband, zoals vooruitgang bij de uitvoering van het relevante overheidsbeleid, hervorming van het beheer van overheidsfinanciën, transparantie en macro-economische stabiliteit, belangrijk voor de beoordeling van de resultaten.

21

Het ontwerp van variabele tranches moet aansluiten op de nationale en beleidscontext. Indicatoren moeten worden gekozen op basis van hun relevantie voor die context. Indien van toepassing moet de voorkeur worden gegeven aan uitkomstindicatoren, en in het algemeen moet een combinatie van verschillende soorten indicatoren, waaronder inputindicatoren, worden nagestreefd.

Bij vaststelling van de indicatoren moet rekening worden gehouden met de jaarlijkse frequentie van de uitbetalingen van begrotingssteun en met het vermogen van de partnerlanden om resultaten en effecten te controleren.

22

Uit een interne beoordeling door de Commissie van alle soorten indicatoren die in de periode van 2014 tot 2018 voor variabele tranches werden gebruikt (3642 indicatoren in totaal), blijkt dat 33,7 % van de indicatoren uitkomstindicatoren zijn, 26,8 % outputindicatoren, 35,4 % procesindicatoren en dat het resterende kleine aandeel (4,1 %) bestaat uit input- en impactindicatoren.

De gecontroleerde steekproef bevatte meerdere programma’s die vóór 2014 waren goedgekeurd, en daarom minder op resultaten op langere termijn waren gericht. Momenteel is er een evenwichtiger gebruik van verschillende indicatoren.

23

De selectie van indicatoren hangt ook samen met de looptijd van het overheidsbeleid en een aantal contextspecifieke kwesties (toewijzingsproblemen, bestuur van de sector, werkverdeling onder ontwikkelingspartners etc.).

Ook moet worden opgemerkt dat Jordanië sinds 2017 volgens de classificatie van de Wereldbank niet langer een hoger-middeninkomensland is, maar een lager-middeninkomensland.

24

De Commissie is van mening dat inputindicatoren in bepaalde gevallen een nuttige rol kunnen spelen en dat zij in de beginfase van de hervorming kunnen helpen om de voorwaarden voor resultaten op de langere termijn te bepalen. In begrotingssteunprogramma's van na 2014 bedraagt het aandeel van de inputindicatoren in variabele tranches slechts 4 % (zie het antwoord op paragraaf 22).

25

Procesindicatoren zijn belangrijk voor de beoordeling van de vooruitgang op het gebied van capaciteiten en goed bestuur van een sector. Daarnaast wordt er, wanneer het volledige begrotingssteunprogramma in overweging wordt genomen, ook gekeken naar kwalitatieve aspecten bij de beoordeling van vooruitgang op het gebied van algemene uitvoering van het overheidsbeleid. Ook kunnen ze aan de hand van dialoog en capaciteitsopbouw worden behandeld en het is daarom belangrijk om het effect van de begrotingssteun niet te beperken tot de indicatoren voor variabele tranches.

Tekstvak 2 - Voorbeelden van procesindicatoren zonder kwalitatieve specificaties

Wat Moldavië betreft (overeenkomst 15: actieplan visumliberalisering)

Het actieplan voor visumliberalisering wordt zeer nauwkeurig gecontroleerd door de Europese instellingen en de lidstaten, en zij beschikken over een zeer sterk extern (EU-)monitoringsysteem. Hoewel er in de beleidsmatrix van het aan te nemen regelgevingskader niet naar wordt verwezen, wordt de kwaliteit van het kader duidelijk omschreven in het bijbehorende acquis communautaire, dus is het kader (benchmarks voor visumliberalisering) in andere documenten vastgesteld. Het moet worden opgemerkt dat vijf verslagen over het actieplan voor visumliberalisering, waaruit bevredigende vooruitgang blijkt, zijn voorgelegd aan het Parlement en de Raad.

Wat Jordanië betreft (overeenkomst 4: Energiesteun)

De voornaamste doelstelling was ervoor te zorgen dat de structuur voor een beleidsdialoog werd opgezet en operationeel werd gemaakt (wat inhield dat men regelmatig bijeenkwam en de dialoog niet alleen op administratief niveau werd opgezet). Om ervoor te zorgen dat de overheid verantwoordelijkheid op zich neemt, heeft de Commissie het partnerland laten beslissen over de exacte structuur, samenstelling en frequentie van de bijeenkomsten.

27

De Commissie wijst erop dat de bevinding van de Rekenkamer met betrekking tot onvoldoende specifieke indicatoren het gevolg is van een aantal onderliggende redenen, zoals de voorbeelden in paragraaf 28 en tekstvak 3 illustreren. In de meeste gevallen hebben deze niet geleid tot verschillende conclusies over de beoordeling van de indicator door de Rekenkamer en de Commissie.

Tekstvak 3 - Voorbeelden van niet-specifieke indicatoren/streefdoelen

Wat Jordanië betreft (overeenkomst 1):

De externe deskundige die geanalyseerd heeft of de doelstellingen zijn behaald, heeft niet volledig zijn eigen criteria ontwikkeld. Om vast te stellen dat de schooluitrusting toereikend was, heeft hij zich gebaseerd op criteria die reeds in detail zijn beschreven in de technische en administratieve bepalingen van de financieringsovereenkomst, zoals het feit dat de scholen volgens de Jordaanse richtsnoeren van 2018 zullen worden gebouwd en uitgerust en voorzien zullen zijn van zonnepanelen voor de waterverwarmingstoestellen en van andere hernieuwbare energie- en energie-efficiëntiesystemen. In de technische en administratieve bepalingen staat ook dat de nieuw aangestelde leerkrachten ten minste de introductiecursus voor de lerarenopleiding moeten hebben gevolgd.

Bovendien moest de betekenis van "toereikend” voor leermiddelen, leeromgeving en arbeidskrachten flexibel worden gehouden om aangepast te kunnen worden aan een zeer veranderlijke crisissituatie, waarin honderdduizenden nieuwe vluchtelingenkinderen naar school moesten kunnen gaan. Tot slot werd de betekenis van "toereikend” in detail besproken tijdens de regelmatige beleidsdialogen tussen de EU-delegatie en het Ministerie van Onderwijs.

Wat Georgië betreft (overeenkomst 8):

De specifieke doelstelling van de indicator was het vergroten van het bewustzijn over begrotingsregels en begrotingsbeheer onder belanghebbenden. De uitleggingsmiddelen hiervoor waren notulen van vergaderingen en interviews met de belanghebbenden. De indicator was bedoeld om een cultuur van transparantie en verantwoordingsplicht tegenover burgers te bevorderen. Er is aan de hand van notulen van vergaderingen en interviews met belanghebbenden een grondige beoordeling gemaakt.

Tekstvak 4 - Meten van de kwaliteit van het onderwijs – een goed voorbeeld

Het meten van indicatoren voor onderwijskwaliteit is essentieel, en het model dat in dit begrotingssteunprogramma is geïntroduceerd, is later overgenomen door andere steunverleners in Jordanië. Het is een essentieel aandachtspunt gebleven bij alle daaropvolgende steun die de EU sindsdien aan het Jordaanse onderwijsstelsel heeft verleend.

Deze indicator maakt nu deel uit van het strategisch educatieplan 2018-2022 en de relevante eenheid binnen het Ministerie van Onderwijs heeft een cursus over de methode gevolgd om de beoordelingen op nationale schaal uit te voeren.

Het is echter belangrijk om te benadrukken dat de gegevensverzameling voor een indicator deel uit zou moeten maken van de regelmatige gegevensverzameling van het land, om te voorkomen dat er alleen maar voor het begrotingssteunprogramma eenmalige, dure en tijdrovende methoden worden gebruikt.

30

De Commissie is het ermee eens dat er referentiewaarden moeten worden vastgesteld, en zo nodig geactualiseerd, voor de indicatoren waarvoor zij relevant zijn.

31

Zie het antwoord van de Commissie op paragraaf 30.

32

De Commissie is het ermee eens dat de referentiewaarden indien haalbaar moeten worden geactualiseerd met nieuwe gegevens, rekening houdend met de transactiekosten van het wijzigen van begrotingssteunovereenkomsten.

Tekstvak 6 - Voorbeelden van indicatoren met ontbrekende of onjuiste referentiewaarden

Wat Georgië betreft (overeenkomst 7):

De overeenkomst inzake werkgelegenheid en beroepsonderwijs en -opleiding omvat vier indicatoren die betrekking hebben op een toename (bijvoorbeeld van opleidingen) in de loop der tijd. In twee gevallen verwijst de financieringsovereenkomst naar een referentiewaarde van 31 december 2013, die niet beschikbaar was op het moment dat de financieringsovereenkomst werd getekend.

Wat het specifieke geval betreft dat hier wordt genoemd, zijn er in de financieringsovereenkomst geen uitgangswaarden vastgesteld. Het was daarom noodzakelijk om aanvullende bronnen te gebruiken voor de beoordeling van indicator 2.2.1 (15 % toename van de leraren die een initiële opleiding volgen in overeenstemming met het nieuwe beleid inzake de ontwikkeling van leraren in het beroepsonderwijs) en indicator 2.2.2 (15 % van de leraren wordt bijgeschoold). Aangezien de indicatoren geen referentiewaarden hadden, kon de alleen maar stijgende lijn als voldoende voor uitbetaling worden beschouwd. Daarom waren de beoordelaars en de Commissie van mening dat gezien de aard van de indicator de ontwikkelingen in de sector tot een zinvolle conclusie konden leiden.

Wat Bolivia betreft (overeenkomst 9):

Het moet worden opgemerkt dat de doelstellingen voor 2016 ten opzichte van de referentiewaarde weliswaar minder ambitieus waren, maar de doelstellingen voor 2017 en 2018 juist veeleisender, en daarmee zorgden zij voor de beoogde resultaten.

34

De Commissie wijst erop dat de capaciteitsopbouw van de EU in het algemeen tot doel heeft bij te dragen aan een duurzame toename van de capaciteit in de partnerlanden, zelfs nadat het begrotingssteunprogramma eindigt. Het toepassingsgebied is breder en het vormt een aanvulling op, en geen vervanging van, de stimulans waarin de indicatoren voorzien. De Commissie is van mening dat dit het geval was voor de drie overeenkomsten die de Rekenkamer heeft genoemd.

Tekstvak 7 - Voorbeelden van indicatoren met gemakkelijk te behalen streefdoelen

Het is belangrijk om te benadrukken dat de indicatoren 4, Versterking van het Boliviaanse waarnemingscentrum voor drugs, en 7, Ontwikkeling van institutioneel kader voor CONALTID (Consejo Nacional de lucha contra el tráfico ilícito de drogas, nationale raad ter bestrijding van de illegale drugshandel) beide betrekking hebben op de versterking van de rol van CONALTID in het kader van de interinstitutionele coördinatie om de doeltreffendheid van de ondersteunde strategie te verbeteren.

Gezien het eerdere gebrek aan interinstitutionele coördinatie is deze indicator een nuttige maatstaf voor de inzet van de regering voor de strategie.

Hoewel de indicator (in overeenkomst 9) misschien bescheiden lijkt, is deze in de gegeven context van groot belang, aangezien het de nodige coördinatie stimuleert tussen verschillende ministeries die betrokken zijn bij de bestrijding van drugshandel en de daarmee verband houdende criminaliteit. Dit is een voorbeeld van een situatie waarin de EU-delegatie, met kennis van de lokale context, het belang van de versterking van de coördinerende functie van een nieuwe instelling (CONALTID) herkende. Het doel van een indicator moet daarom in de specifieke context worden beoordeeld. Hetzelfde geldt voor indicator 4, die als bewijs wordt gezien dat CONALTID zijn coördinerende rol op zich nam en dat het monitoringsysteem op duurzame wijze werkte.

35

Het aantal indicatoren in het kader van het actieplan voor visumliberalisering in Moldavië komt voort uit de beleidsdialoog en de daaropvolgende overeenkomst met het partnerland. In dit specifieke geval werd de voorkeur gegeven aan het opnemen van alle indicatoren in de beleidsmatrix van de regering. De autoriteiten zagen dit als een extra stimulans voor de uitvoering van het volledige actieplan.

Tekstvak 8 - Groot aantal indicatoren

De beleidsmatrix in Moldavië omvat zeven voorwaarden of hoofdindicatoren (zoals vastgelegd in de financieringsovereenkomst) die betrekking hebben op zeven gebieden uit de nationale strategie. Vervolgens zijn er 28 specifieke subindicatoren die relevant zijn voor de goede uitvoering van de strategie.

37

In de ontwerpfase beoordeelt de Commissie de relevante informatie voor de betrouwbaarheid van de gegevens om te beslissen welke bron van verificatie het meest geschikt is en wanneer deze beschikbaar is. Als er gebreken zijn in het statistisch systeem van de ondersteunde sectoren, zijn maatregelen vereist, zoals een beoordeling door externe deskundigen, of aanvullende bijstand van de EU (of andere donoren) voor de verbetering van de statistische capaciteit.

39

Zie het antwoord van de Commissie op paragraaf V.

41

De Commissie is van mening dat zij door het combineren van de analyse van het subsidiariteitscriterium van overheidsbeleid en het kader voor risicobeheer voldoende informatie over de kwaliteit van het toezichts- en evaluatiesysteem van het partnerland kan krijgen.

42

Er worden verschillende verificatieprocedures gebruikt om een betrouwbaarheidsniveau te waarborgen dat de volgende betalingen rechtvaardigt. Zie paragraaf 43.

43

Voor iedere uitbetaling past de Commissie een combinatie van verschillende soorten verificatieprocedures toe om de naleving te beoordelen. Voor iedere uitbetaling wordt een controle van alle ondersteunende documenten gedaan door de delegaties en de diensten van het hoofdkantoor. Indien nodig kunnen er ook bezoeken ter plaatse worden gebracht. Ook kunnen externe deskundigen worden aangesteld wanneer de aard van de informatie zeer gespecialiseerd is, of wanneer er een sterke kwalitatieve beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen nodig is.

44

De inzet van externe deskundigen moet als een aanvulling worden gezien. Hun toegevoegde waarde vloeit voort uit hun onafhankelijkheid en aanvullende deskundigheid, en zij zouden niet de rechtstreekse verificatie en het besluit van de delegatie moeten vervangen, maar ervoor zorgen dat er een vergelijking van resultaten mogelijk is.

45

De Commissie is het eens met de analyse van de Rekenkamer dat de kwaliteit van de gegevens van de partnerlanden een belangrijke factor moet zijn bij de inzet van deskundigen voor verificatie. Het inschakelen van externe deskundigen kan echter ook gerechtvaardigd zijn wanneer het monitoringsysteem van het land betrouwbaar is. In bepaalde gevallen heeft de EU zeer technische expertise nodig om specifieke criteria voor de berekening van indicatoren te verifiëren.

46

Begrotingssteun werkt, als een instrument van partnerschap en vertrouwen, in verschillende sectoren, waarbij ontwikkelingspartners zich moesten baseren op de regelmatige verslaglegging van de partnerlanden.

De Commissie stelt vast dat met de aanvullende documenten die door de uitvoerende partner zijn gegeven, in combinatie met de beoordeling door de externe deskundige en de opgevraagde verduidelijkingen van de autoriteiten, voor de genoemde gevallen genoeg informatie is gegeven om de gegevens te vergelijken en tot een conclusie te komen over de betrouwbaarheid van de gegevens.

Tekstvak 10 - Voorbeelden van tekortkomingen die werden aangetroffen in werkzaamheden van externe deskundigen

a) De steekproef voor overeenkomst 2 in Jordanië is uitgevoerd in nauwe samenwerking met andere relevante partners, waaronder Unesco. Criteria voor de steekproef waren gebaseerd op elementen zoals:

  • Openbare scholen van het Ministerie van Onderwijs in stedelijke gebieden (met inbegrip van gehuurde scholen);
  • Scholen en lesruimten in vluchtelingenkampen;
  • Scholen met enkele en dubbele lesroosters (hoge dichtheid);
  • Vertegenwoordiging van primair en secundair onderwijs;
  • Vertegenwoordiging in het proefmodel van het EMIS-systeem (OpenEMIS, Unesco);
  • Correlatie van de geselecteerde scholen met de concentratie Syrische vluchtelingen in de regio/stad.

De voorstellen voor de selectie van scholen waren dus gemaakt in het belang van een breed scala aan criteria, en om ervoor te zorgen dat 8 directoraten met een hoge concentratie Syrische leerlingen werden opgenomen. Het Ministerie van Onderwijs was niet rechtstreeks betrokken bij de selectie van de scholen voor de steekproef om eventuele vooroordelen in de selectieprocedure te voorkomen. De voorstellen werden daarentegen gedaan door het adviserende team, samen met Unesco, na hun selectie uit de databank van scholen (niet het EMIS, dat op dat moment niet operationeel was), terwijl het Ministerie van Onderwijs uiteraard nodig was om de steekproef goed te keuren om de toegang tot de scholen te vergemakkelijken.

b) Alle 30 scholen zijn opgenomen in de databank voor de verificatiemissies ter plaatse, maar het verslag over het desbetreffende bezoek omvatte slechts 17 scholen (pagina 14 en 16/17) aangezien vergelijkbare EMIS-gegevens op het moment van het bezoek alleen voor deze 17 scholen beschikbaar waren. De externe deskundigen baseerden hun conclusies dus op de op dat moment best beschikbare steekproef.

d) De deskundige heeft gekeken naar de daadwerkelijke leerlingenadministratie en het daadwerkelijke aantal inschrijvingen op de dag van het bezoek, en dit is wat in de respectieve kolommen in de databank is opgenomen. De Commissie is van mening dat dergelijke verschillen te verwachten zijn in een zeer veranderlijke crisiscontext waarin het aantal leerlingen en schoolbezoek voortdurend varieert.

47

Wat Pakistan betreft, is de Commissie het ermee eens dat voor vier indicatoren (indicatoren 5 en 6 van overeenkomst 23 en indicatoren 4 en 6.3 van overeenkomst 24) het bewijs voor de resultaten tekortkomingen vertoonde, en zij zal dit in de toekomst verhelpen.

Voor indicator 8 van overeenkomst 23 (onderwijsprogramma Sindh) is de Commissie van mening dat het gegeven bewijs aantoonde dat de doelstellingen waren behaald.

Wat indicator 8 betreft, werd de doelstelling als behaald beschouwd op basis van het jaarlijkse werkprogramma van het PEACE (Provincial Education Assessment Centre, provinciaal centrum voor onderwijsbeoordeling) met een voorstel voor een begroting voor zowel PEACE en SESLOAF, en op basis van het eindverslag van 74 pagina's over de uitvoering van SESLOAF Sindh-onderwijs, waarin wordt bevestigd dat SESLOAF werd gebruikt om leerprestaties te verbeteren.

De Commissie is het ermee eens dat de indicator duidelijker geformuleerd had kunnen worden. Nu heeft dit geleid tot verschillende berekeningen, die slechts tot marginale verschillen in de behaalde resultaten leiden. Welke methode er ook wordt gebruikt, de behaalde resultaten zijn veelbetekenend voor de uitbreiding van het vouchersysteem dat ertoe heeft geleid dat veel meer kinderen naar school gaan.

Voor indicator 4 is de Commissie het ermee eens dat er kleine afwijkingen zijn in de beschikbare statistieken. Deze tekortkoming was al vastgesteld tijdens de identificatie en formulering van het project. De Commissie heeft vervolgens technische bijstand verleend aan het Education Management Information System om dit te verhelpen. De Commissie heeft dus passende en efficiënte maatregelen genomen om het risico dat voortvloeit uit de in de statistieken vastgestelde tekortkomingen te verminderen.

Wat Georgië en de verwijzing naar de zaaizaadwet betreft, indicator 1.2 van overeenkomst 6, erkent de Commissie de lichte vertraging van twee maanden. De Commissie was van mening dat de extra tijd werd gebruikt om zowel de kwaliteit van het proces te verbeteren (een participatiever, inclusiever proces waarbij de belanghebbenden betrokken werden) als de kwaliteit van het resultaat (de zaaizaadwetgeving voldoet nu aan de internationale en EU-normen en vormt een solide basis voor een goed gereguleerde sector). Daarnaast hield de Commissie rekening met het besluit van de regering om de procedure voor de activiteiten te versnellen om de vertraagde goedkeuring van de wet te compenseren en voor een snelle uitvoering te zorgen (voorbereiding van afgeleid recht vóór de wetgeving formeel was aangenomen, verkort tijdpad voor de certificering van tarwe, slechts zes maanden na de inwerkingtreding van de zaaizaadwet). Rekening houdend met dit alles heeft de Commissie besloten dat dergelijke inspanningen moesten worden beloond, ondanks de kleine vertraging.

Tekstvak 11 - Onjuist bewijs verstrekt

Wat het bewijs voor indicator 6.3 van de KP-overeenkomst inzake onderwijs in Pakistan betreft (overeenkomst 24), is het niet de technische bijstand die bepalend is voor de uitleg van het vereiste bewijs.

In de financieringsovereenkomst wordt geen precieze steekproefmethode voor het meten van het aanwezigheidspercentage omschreven. Daarom heeft de Commissie zich gebaseerd op de resultaten van het reeds gemeten aanwezigheidspercentage, dat hoger was dan de streefwaarde, en dus was zij van oordeel dat de doelstelling was behaald.

50

De Commissie is van mening dat in drie van de vijf gevallen (indicator 1.2 van overeenkomst 6, indicator 2.1 en 2.2 van overeenkomst 16) het halen van de deadline met een lichte vertraging van één tot drie maanden het gevolg was van de bijkomende kwalitatieve stappen die door de uitvoerende autoriteiten waren genomen om te zorgen voor hoogwaardige prestaties (d.w.z. het ontwerpen van een wet die na een uitgebreid raadplegingsproces en in overeenstemming met de beste werkwijzen van de overheid is aangenomen) en dat het geen gevolgen heeft gehad voor de volgende fasen van de hervorming.

Het zou contraproductief zijn geweest om de verdiensten van de extra inspanningen van de partner niet te belonen door vast te houden aan een harde deadline. In het vierde geval (indicator 5 van overeenkomst 1), zie het antwoord bij tekstvak 12.

Tekstvak 12 - Streefdoelen na de uiterste termijn of helemaal niet behaald

Wat Jordanië betreft (overeenkomst 1):

In 2015 werd de overeenkomst verlengd tot eind 2017, juist om de overheid in staat te stellen de bouw van zes scholen af te ronden en indicator 2.2 te behalen, zoals toegestaan is volgens de technische en administratieve bepalingen van de financieringsovereenkomst, waarin wordt bepaald dat (artikel 2.2) in het geval dat een deel van de financiering naderhand onbesteed dreigt te blijven, de begunstigde en de Europese Commissie kunnen instemmen met een extra betaling op basis van een beoordeling van de nog niet afgeronde doelstellingen, uitgevoerd volgens dezelfde beginselen als voor de vorige twee variabele tranches. Deze extra uitbetaling, indien gerechtvaardigd, zou aan het einde van de operationele uitvoeringsfase worden gedaan en kan worden toegevoegd aan de betaling van de laatste variabele tranche. Dit was het geval.

  • 1/ De oorspronkelijke deadline van twee jaar was vastgesteld in een politieke context van het verstrekken van crisissteun in een uitzonderlijke situatie. Dat was zeer ambitieus, gezien het tijdsbestek dat nodig is bij de aanbesteding van werkzaamheden in de publieke sector, en gezien de inspanningen die nodig zijn om zes scholen te bouwen en uit te rusten. Dit werd ook erkend door de Jordaanse autoriteiten, die proactief hebben verzocht om de termijn te verlengen bij de introductie van deze indicator en later tijdens de uitvoering. De Commissie heeft de uitvoering nauwkeurig gevolgd en heeft de nodige uitbreidingen van de financieringsovereenkomst verwerkt om deze aan de situatie aan te passen.
  • 2/ De Commissie had tijdens de looptijd van deze overeenkomst belangrijke politieke toezeggingen gedaan, op verschillende donorconferenties en met politieke verklaringen op hoog niveau, om Jordanië te helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de crisis in Syrië. In het kader van deze toezeggingen maakte de toevoeging van indicator 5 aan deze financieringsovereenkomst deel uit van het pakket van de Commissie.
  • 3/ De uitbetaling werd alleen gedaan voor behaalde doelstellingen. Met uitzondering van één school die in 2017 werd voltooid, namen de overige vijf scholen vanaf 2016 geleidelijk Syrische leerlingen aan. Gezien het totale aantal Syrische vluchtelingen in Jordanië op dat moment was dit een prijzenswaardige inspanning om de vluchtelingenkinderen toegang tot onderwijs te bieden.

Wat Pakistan betreft (overeenkomst 23) werd de doelstelling voor indicator 6 ruimschoots gehaald, aangezien er een leerplan voor het vak Engels was ontwikkeld en er manuscripten voor leerboeken waren opgesteld.

Wat Georgië betreft (overeenkomst 6):

Wat indicator 1.7 betreft, werd de doelstelling behaald in overeenstemming met de bepalingen van de financieringsovereenkomst die betrekking hebben op de formulering van de doelstelling en de verificatiebron, die verwijst naar de vaststelling bij wetbesluit van een overheidsprogramma. Het staatsprogramma voor theeproductie en vernieuwing is onder andere gericht op het vergroten van de theeproductie, waaronder biologische theeproductie. Vanwege het aanzienlijke potentieel voor biologische productie is de keuze van thee gemaakt vanuit een strategisch oogpunt. Hoewel de indicator beter had kunnen worden geformuleerd, zou het inhouden van de uitbetaling een afwijking van de bepalingen van de financieringsovereenkomst zijn en zouden we onze verplichtingen jegens de Georgische autoriteiten hebben geschonden.

Tekstvak 13 - Streefdoelen vastgesteld met gebruikmaking van onjuiste referentiewaarden - geen werkelijke vooruitgang geboekt

Wat Ethiopië betreft (overeenkomst 14): Gezien de aanzienlijke vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt bij het terugdringen van de overbelading van vrachtwagens (zoals blijkt uit onderstaande tabel), is de Commissie van mening dat de betaling gerechtvaardigd is, ondanks de herbeoordeling van de referentiewaarde van 2011/2012 in een sectorevaluatie die vlak voor de uitbetalingsdatum is gedaan. In feite zijn de voor 2020 geplande langetermijndoelstellingen al veel eerder bereikt dan verwacht.

Ten tijde van de financieringsovereenkomst heeft de Commissie de referentiewaarde gebaseerd op de beste informatie die beschikbaar was en zij moest betalen op basis van hetgeen door beide partijen was ondertekend. De Commissie betoogt dat er juridische argumenten waren voor uitbetalingen op basis van de indicator.

Tekstvak 14 - Gebrek aan toereikend bewijs

Wat Jordanië betreft (overeenkomst 5):

Indicator 1.2 (in overeenkomst 5 ter ondersteuning van het beheer van de overheidsfinanciën in Jordanië) werd beoordeeld aan de hand van een evaluatie van de presentielijsten van de deelnemers aan de opleidingen die aan het personeel van de interne controle-eenheden werden aangeboden. Het moet worden opgemerkt dat de oprichting van de interne controle-eenheid een van de belangrijkste recente resultaten op het gebied van beheer van de overheidsfinanciën is die werd ondersteund door het huidige EU-programma.

Met betrekking tot indicator 3 van het programma voor gemeenschapsontwikkeling (overeenkomst 22, Pakistan) waren de berekeningen van de kostenramingen voor districten niet expliciet of specifiek gekoppeld aan de ontwikkelingsstrategieën voor districten voor de betaling in het begrotingsjaar 2016/2017. Dit zal worden gecorrigeerd, en voor het begrotingsjaar 2018/2019 zullen de kostenramingen voor districten gekoppeld worden aan de ontwikkelingsstrategieën voor districten voor de geplande eindbetaling van 2020.

53

Zie het antwoord van de Commissie op tekstvak 15.

Tekstvak 15 - Timing van de betalingen aan Moldavië

De Commissie betoogt dat de betaling gerechtvaardigd was, maar dat de positieve ontwikkelingen op het gebied van de eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen, de rechtsstaat en de mensenrechten in Moldavië op het moment van betaling beter hadden kunnen worden gedocumenteerd.

Conclusies en aanbevelingen

54

De richtsnoeren inzake begrotingssteun bepalen de criteria die moeten worden toegepast bij het vaststellen en het verificatieproces van de indicatoren voor variabele tranches. Bij voorkeur worden er duidelijk omschreven indicatoren gebruikt voor het beleid en de kaders voor prestatiemonitoring van partnerlanden.

55

De databank van de Commissie, waarin alle in de overeenkomsten voor begrotingssteun gebruikte prestatie-indicatoren van de periode 2014-2018 zijn opgenomen, toont aan dat een evenwichtige combinatie van verschillende soorten indicatoren, zoals input, proces, output en uitkomsten/resultaten op langere termijn, wordt of is gebruikt. De gecontroleerde steekproef bevatte meerdere programma’s die vóór 2014 waren goedgekeurd, en daarom minder op resultaten op langere termijn waren gericht. Momenteel is er een evenwichtiger gebruik van verschillende soorten indicatoren.

Aanbeveling 1 - Het gebruik van uitkomstindicatoren voor variabele tranches uitbreiden

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

De Commissie is het eens met de aanbeveling om waar passend meer gebruik te maken van uitkomstenindicatoren. Uitkomstenindicatoren zijn daarentegen in bepaalde gevallen niet verenigbaar met een jaarlijks uitbetalingsschema en kunnen ook te maken krijgen met toewijzingsproblemen, bijvoorbeeld wanneer de overheid niet de controle heeft over het behalen van de doelstellingen.

Aanbeveling 2 - De formulering van prestatie-indicatoren verbeteren

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Aanbeveling 3 - Het stimulerende effect van variabele tranches waarborgen

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

Wat punt (b) betreft, zijn EU-overeenkomsten voor capaciteitsopbouw over het algemeen bedoeld om bij te dragen aan een duurzame toename van capaciteit in partnerlanden. Hun toepassingsgebied is breder en zij vormen een aanvulling op, en geen vervanging van, de stimulans waarin de indicatoren voorzien.

Aanbeveling 4 - Het uitbetalingsproces voor variabele tranches vereenvoudigen

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

59

De Commissie meent dat de betrouwbaarheid van de statistische systemen van partnerlanden wordt geanalyseerd bij de beoordeling van de naleving van de subsidiariteitscriteria van het overheidsbeleid voor begrotingssteun, en dat het ook opgenomen zou moeten zijn in het kader voor risicobeheer. Het onlangs herziene model van de uitbetalingsnota vereist dat actualiseringen van de analytische capaciteit en de kwaliteit van de gegevens van het land bij ieder uitbetalingsverzoek moeten worden gerapporteerd.

Aanbeveling 5 - De beoordelingen verbeteren van de capaciteit van de landen om prestatiegegevens te verstrekken die worden gebruikt voor variabele tranches

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

60

De Commissie gebruikt een combinatie van verificatieprocedures voor ieder uitbetalingsverzoek. Er wordt door de delegaties en het personeel van het hoofdkwartier een controle gedaan van alle ondersteunende bewijsstukken, er vindt een aanvullende uitwisseling van informatie met de autoriteiten plaats en er worden, indien relevant, bezoeken ter plaatste gebracht en externe deskundigen ingezet indien er behoefte is aan gespecialiseerde expertise.

Aanbeveling 6 - De verificatie verbeteren van de prestatiegegevens die worden gebruikt om variabele tranches uit te betalen

De Commissie aanvaardt de aanbeveling.

De Commissie is het eens met punt (a) om het onderliggende bewijs ter onderbouwing van de prestatiegegevens te evalueren indien nog niet nadrukkelijk is geconcludeerd dat deze gegevens betrouwbaar zijn.

De Commissie aanvaardt punt (b) ook.

61

Zoals uiteengezet in het antwoord op tekstvak 12, is de Commissie van mening dat het bedrag van 6 miljoen EUR voor Jordanië niet mag worden opgenomen in het totale afwijkende bedrag, aangezien deze betaling is verricht nadat de doelstelling bereikt is en binnen de termijn die is toegekend door de verlenging van de financieringsovereenkomst.

Zie voor Pakistan, Georgië en Moldavië het antwoord op tekstvak 15 en paragraaf 47.

Controleteam

In de speciale verslagen van de ERK worden de resultaten van haar controles van EU-beleid en -programma's of beheerthema's met betrekking tot specifieke begrotingsterreinen uiteengezet. Bij haar selectie en opzet van deze controletaken zorgt de ERK ervoor dat deze een maximale impact hebben door rekening te houden met de risico's voor de doelmatigheid of de naleving, de omvang van de betrokken inkomsten of uitgaven, de verwachte ontwikkelingen en de politieke en publieke belangstelling.

Deze doelmatigheidscontrole werd verricht door controlekamer III “Externe maatregelen, veiligheid en justitie”, die onder leiding staat van ERK-lid Hannu Takkula, met ondersteuning van Turo Hentila, kabinetschef, en Helka Nykaenen, kabinetsattaché; Alejandro Ballester Gallardo, hoofdmanager; Piotr Zych, taakleider; Eva Coria Paramas, Roberto Ruiz Ruiz, Erika Söveges en Nita Tennila, controleurs. Richard Moore verleende taalkundige ondersteuning.

Van links naar rechts: Turo Hentila, Helka Nykaenen, Hannu Takkula, Alejandro Ballester Gallardo, Nita Tennila, Piotr Zych, Erika Söveges, Roberto Ruiz Ruiz.

Voetnoten

1 Artikel 236, lid 1, van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie; juli 2018.

2 Europese Commissie, Budget Support – Trends and Results, 2018, blz. 61.

3 Met uitzondering van Marokko, dat het onderwerp is van een Speciaal verslag van de ERK dat in 2020 zal worden gepubliceerd.

4 Richtsnoeren inzake begrotingssteun 2017, blz. 138.

5 Onze steekproef omvat 163 indicatoren met streefdoelen die geen referentiewaarde vereisen, omdat deze geen ontwikkeling van een bepaalde variabele meten (bijv. een goedgekeurde wet of het aantal gehouden vergaderingen). Deze indicatoren worden niet in aanmerking genomen bij deze beoordeling.

6 Richtsnoeren inzake begrotingssteun 2017, blz. 139.

7 Dit aantal omvat niet de indicatoren van tranches van voorgaande jaren.

8 Snapshot voorziet in analysemethoden voor de volgende belangrijke gebieden die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van statistische systemen: i) de wettelijke, institutionele en strategische kaders voor de ondersteuning van de productie van statistieken en de monitoring op nationaal en sectoraal niveau; ii) de toereikendheid van de middelen (d.w.z. de kwantiteit en kwaliteit van de personele middelen, uitrusting, financiering); iii) de bepalende factoren voor de gegevenskwaliteit (d.w.z. kwaliteitsbewustzijn, professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, methodologie en passende procedures), en iv) relaties met gebruikers (d.w.z. relevantie, toegankelijkheid).

9 Overeenkomsten nrs. 1, 2, 3, 4 en 5.

10 Overeenkomsten nrs. 2, 5, 13, 14, 23 en 24.

11 Indicator 2 van overeenkomst nr. 20, indicator 1.2 van overeenkomst nr. 6, indicator 5 van overeenkomst nr. 1 en indicatoren 2.1 en 2.2 van overeenkomst nr. 16.

12 Indicatoren 5, 6 en 8 van overeenkomst nr. 23, indicator 6.2 van overeenkomst nr. 24 en indicator 1.7 van overeenkomst nr. 6.

13 Indicatoren 3 en 6 van overeenkomst nr. 22 en indicatoren 1.2 en 3 van overeenkomst nr. 5.

Tijdlijn

Gebeurtenis Datum
Vaststelling van het controleplan (APM) / aanvang van de controle 20.11.2018
Ontwerpverslag officieel verzonden aan de Commissie (of andere gecontroleerde) 20.9.2019
Vaststelling van het definitieve verslag na de contradictoire procedure 12.11.2019
Officiële antwoorden in alle talen ontvangen van de Commissie (of andere gecontroleerde) 5.12.2019

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: eca.europa.eu/nl/Pages/ContactForm.aspx
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2019

PDF ISBN 978-92-847-4034-5 ISSN 1977-575X doi:10.2865/936497 QJ-AB-19-023-NL-N
HTML ISBN 978-92-847-4052-9 ISSN 1977-575X doi:10.2865/06192 QJ-AB-19-023-NL-Q

© Europese Unie, 2019.

Overname met bronvermelding toegestaan.
Voor gebruik of overname van foto's of andere materialen die niet onder het auteursrecht van Europese Unie vallen, moet u rechtstreeks toestemming vragen aan de houders van het desbetreffende auteursrecht.

Hoe neemt u contact op met de EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Bel of mail
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen),
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • een e-mail te sturen via: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Waar vindt u informatie over de EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op: https://europa.eu/european-union/index_nl

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen op: https://op.europa.eu/nl/publications (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie https://europa.eu/european-union/contact_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1952 in alle officiële talen, krijgt u op EUR-Lex op: http://eur-lex.europa.eu

Open data van de EU
Het opendataportaal van de EU (http://data.europa.eu/euodp/nl) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.