Onze activiteiten in 2021
Jaarlijks activiteitenverslag van de Europese Rekenkamer

Cover image

Europese Rekenkamer

Wie we zijn

  • de externe auditor van de Europese Unie;
  • opgericht bij het Verdrag van Brussel van 1975; begon haar werkzaamheden in oktober 1977;
  • een volwaardige Europese instelling sinds 1993 in het kader van het Verdrag van Maastricht;
  • gevestigd in Luxemburg;
  • met een college van 27 leden, één per EU-lidstaat, benoemd door de Raad na raadpleging van het Europees Parlement, en
  • ongeveer 900 personeelsleden van alle EU-nationaliteiten.

Wat we doen

  • we zorgen ervoor dat de EU een adequate boekhouding voert en haar financiële regels juist toepast, de doelstellingen van het EU-beleid en de EU-programma’s worden bereikt en dat deze waar voor geld opleveren;
  • we dragen bij tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en bevorderen verantwoording en transparantie;
  • we waarschuwen voor risico’s, verschaffen zekerheid, wijzen op tekortkomingen en successen en bieden EU-beleidsmakers en -wetgevers richtsnoeren;
  • we presenteren onze opmerkingen en aanbevelingen aan het Europees Parlement, de Raad, nationale regeringen en parlementen alsmede aan het grote publiek.

Voorwoord van de president

Beste lezer,

In 2021 bleef de COVID-19-pandemie zwaar wegen op de Europese Unie en haar lidstaten.

In deze moeilijke tijden verstrekt de EU op ongekende schaal financiële steun. Naast de traditionele begrotingsmiddelen die zijn overeengekomen in het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021‑2027 heeft de EU het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU) gelanceerd, een herstelpakket van aanvullende middelen op basis van schuldbewijzen.

Tegen deze achtergrond hebben we in januari een nieuwe strategie voor de periode 2021‑2025 vastgesteld, in het kader waarvan wij ons op drie strategische doelstellingen zullen richten. Deze zullen als leidraad dienen voor onze inspanningen om de financiën van de EU in de komende jaren te controleren, om de nodige wijzigingen in onze organisatie door te voeren en om onze middelen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk te gebruiken.

Dit activiteitenverslag geeft een overzicht van onze werkzaamheden in 2021, het eerste jaar van uitvoering van onze nieuwe strategie. Daarnaast wordt in dit verslag informatie verstrekt over ons management, ons personeel, onze ondersteuning van controles en onze financiën.

Ondanks de huidige pandemie hebben we het hele jaar door de bedrijfscontinuïteit gehandhaafd en ons voortdurend aan veranderende arbeidsomstandigheden aangepast.

In 2021 publiceerden we al onze jaarverslagen binnen de officiële termijnen. We publiceerden ook 32 speciale verslagen en analyses, waarbij vertragingen binnen de perken werden gehouden.

De EU-burgers en onze institutionele belanghebbenden en partners op zowel EU- als lidstaatniveau kunnen op ons blijven rekenen om hun onafhankelijke, objectieve verslagen te verstrekken over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU waarbij we aangeven wat goed werkt maar ook de aandacht vestigen op wat er niet goed werkt en waarin veranderingen worden aanbevolen.

Wij zijn solidair met Oekraïne. We hebben de Russische inval in Oekraïne scherp veroordeeld en hebben humanitaire hulpverlening voor de slachtoffers van de Russische agressie georganiseerd. Dit zijn donkere dagen voor Europa. Meer dan ooit moet de EU nu eensgezindheid tonen.

Wij hopen dat u de informatie in het activiteitenverslag van dit jaar nuttig vindt.

Klaus-Heiner Lehne
President

2021 in het kort

Onze activiteiten

Werkzaamheden tijdens COVID-19

Bedrijfscontinuïteit tijdens de
COVID-19-pandemie

In 2021 hebben wij onze werkzaamheden binnen de grenzen van COVID-gerelateerde reisbeperkingen en sanitaire maatregelen voortgezet. Ons vermogen om controles ter plaatse uit te voeren was nog steeds aanzienlijk beperkt. We zetten de transformatie van de manier waarop wij werken voort en bleven ons aan de nieuwe situatie aanpassen.

Ons personeel is erin geslaagd zich voortdurend aan veranderende arbeidsomstandigheden aan te passen en leerde snel omgaan met nieuwe tools. Het werd duidelijk dat we onze werkmethoden indien nodig snel zouden kunnen wijzigen en tegelijkertijd de overheidsfinanciën in de EU doeltreffend konden blijven controleren.

Wij zijn erin geslaagd controleverslagen, adviezen en analyses tijdig uit te brengen. Terwijl we soms volledig virtueel werkten, zijn we tot zinvolle conclusies gekomen en hebben we relevante aanbevelingen gedaan. We streven ernaar in de toekomst de ervaringen van de afgelopen twee jaar met succes toe te passen en de toegevoegde waarde en doelmatigheid van onze bezoeken ter plaatse te vergroten door deze uit te voeren in combinatie met virtuele werkzaamheden.

Onze nieuwe strategie voor 2021‑2025

We gebruiken al jarenlang meerjarige strategieën om het langetermijnplan voor onze controlewerkzaamheden in kaart te brengen, om organisatorische veranderingen te stimuleren met het oog op voortdurende verbetering, en om voorop te blijven lopen in de ontwikkeling op het gebied van de controle van overheidsfinanciën.

2021: het eerste jaar van de nieuwe strategie

Eind 2021 hadden we het eerste jaar van onze nieuwe strategie voor 2021‑2025 afgerond. Onze strategische doelstellingen voor deze periode van vijf jaar zijn het verbeteren van de regelingen inzake verantwoording, transparantie en controle voor alle soorten EU-maatregelen, het richten van onze controles op die gebieden en onderwerpen waar we de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden, en het bieden van sterke controlezekerheid in een uitdagende en veranderende omgeving.

Om onze strategie in de praktijk te brengen, zijn we het eens geworden over uitvoeringsmaatregelen voor elk doel en elke doelstelling, en hebben we verantwoordelijkheden toegewezen en termijnen vastgesteld. Dit jaar hebben we met verschillende maatregelen goede vooruitgang geboekt; met name:

  • het analyseren van ons jaarverslag en onze aanpak van de onderliggende controle van de betrouwbaarheidsverklaring;
  • het opstellen van een strategische controleaanpak voor het initiatief “NextGenerationEU” (NGEU), met inbegrip van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF);
  • het opstellen van een actieplan tegen fraude;
  • het analyseren van ons systeem voor werkprogrammering;
  • het vaststellen van relevante prestatie-indicatoren om de uitvoering van onze strategie te monitoren, en
  • het formuleren van een nieuwe communicatiestrategie.

Controle van de prestaties en de regelmatigheid van maatregelen van de EU

Doelmatigheids-, financiële en nalevingsgerichte controles

Onze controles voorzien EU-burgers en -beleidsmakers van onafhankelijke, objectieve verslagen over kwesties die van groot belang zijn voor de toekomst van de EU en die aangeven wat goed werkt maar ook de aandacht vestigen op wat er niet goed werkt.

Onze doelmatigheidscontroles betreffen de doeltreffendheid, doelmatigheid en zuinigheid van EU-beleidslijnen en -programma’s. Zij zijn gericht op onderwerpen die verband houden met de kwesties waarmee de EU wordt geconfronteerd, zoals:

  •   het duurzaam en milieuvriendelijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
  •   groei en inclusie;
  •   de uitdagingen van migratie en mondiale ontwikkeling;
  •   de eengemaakte markt en de bankenunie, en
  •   de waarborging van een efficiënte Europese Unie die verantwoording aflegt.

Deze controles zijn bedoeld om de EU te helpen haar beleidsdoelstellingen beter te verwezenlijken.

Onze financiële en nalevingsgerichte controles voor de EU-begroting en de begrotingen van de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) omvatten onze betrouwbaarheidsverklaring over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

We kunnen ook geselecteerde nalevingsgerichte controles verrichten om de situatie van de begrotingsboekhouding en het financieel beheer van de EU te onderzoeken of om te beoordelen of de beheers- en controlesystemen voor het innen en uitgeven van EU-middelen in overeenstemming zijn met de toepasselijke EU- en nationale regels.

Tot slot zijn wij de externe auditor voor een aantal agentschappen, gedecentraliseerde organen en gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese scholen.

We verrichten al onze controles in overeenstemming met de internationaal aanvaarde controlenormen voor de publieke sector.

Werkprogramma

Ons werkprogramma voor 2022 en daarna

In ons in december 2021 gepubliceerde werkprogramma voor 2022 en daarna worden onze controleprioriteiten voor de komende jaren belicht en zijn nadere gegevens opgenomen over de 79 speciale verslagen en analyses die wij vanaf 2022 willen publiceren.

Meer dan twee derde van de nieuwe controletaken voor 2022 is sterk afgestemd op de richtsnoeren in onze strategie voor 2021‑2025. Deze controletaken zijn met name gericht op die gebieden en onderwerpen waar we de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden. Onze vier strategische gebieden zijn: het economisch concurrentievermogen van de Unie; de weerbaarheid tegen bedreigingen van de veiligheid van de Unie en de eerbiediging van de Europese waarden van vrijheid, democratie en de rechtsstaat; de klimaatverandering, het milieu en natuurlijke hulpbronnen, en het begrotingsbeleid en de overheidsfinanciën in de Unie. Daarnaast zijn we van plan 16 verslagen te publiceren over kwesties in verband met de respons van de EU op COVID-19, zoals de aankoop van vaccins, en over een reeks controles van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (het initiatief NextGenerationEU (NGEU)).

We stellen ons controlewerkprogramma op in alle onafhankelijkheid, maar niet in een vacuüm. Wij nemen contact op met onze institutionele belanghebbenden, met name met het Europees Parlement. Sinds 2015, toen we deze dialoog opstartten, is het aantal ontvangen suggesties van parlementaire commissies gestaag toegenomen: van 37 suggesties in 2015 tot 164 controlesuggesties voor het werkprogramma voor 2022 en daarna. Bijna twee derde van deze suggesties is geheel of gedeeltelijk overgenomen bij lopende of toekomstige werkzaamheden en sommige werden in onze meest recente verslagen behandeld. Voor het eerst ontvingen we ook acht aanvullende ideeën voor controles die werden ingediend door tien permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten.

Controlewerkzaamheden ter plaatse

We verrichten het grootste deel van onze controlewerkzaamheden op ons kantoor in Luxemburg. Onder normale omstandigheden leggen onze auditors ook veel bezoeken af aan de Europese Commissie — onze belangrijkste gecontroleerde — en andere EU-instellingen, alsmede aan agentschappen en organen, nationale, regionale en lokale autoriteiten in de lidstaten, EU-delegaties in niet-EU-lidstaten, en internationale organisaties die EU-middelen beheren.

Ook bezoeken wij normaal gesproken ontvangers van EU-middelen ter plaatse, zowel binnen de EU als daarbuiten. Door middel van deze controles volgen we het controlespoor en verkrijgen we rechtstreeks controle-informatie van degenen die betrokken zijn bij het beheer van EU-beleid en -programma’s, en bij de inning of uitbetaling van EU-middelen, alsmede van de eindbegunstigden. In 2021 hebben wij de meeste van deze controles virtueel uitgevoerd.

We streven ernaar onze geselecteerde controles vast te stellen binnen 13 maanden, de in het Financieel Reglement van de EU vastgestelde streeftermijn.

2021: nog steeds beperkte controles ter plaatse vanwege beperkingen in verband met COVID-19

Onze controleteams bestaan gewoonlijk uit twee of drie auditors, en onze controlebezoeken kunnen enkele dagen tot een aantal weken duren. Onze controles ter plaatse binnen de EU worden over het algemeen afgestemd met de hoge controle-instanties (HCI’s)van de betrokken lidstaten.

Voor het grootste deel van 2021 bleven de reisbeperkingen en sanitaire maatregelen (grenssluitingen, quarantaine- en testvoorschriften, enz.) ons vermogen om controlewerkzaamheden ter plaatse uit te voeren, beperken.

In vergelijking met de jaren voorafgaand aan COVID-19 besteedden onze auditors daarom significant minder dagen aan controles ter plaatse. Zij hebben in totaal 857 dagen in de lidstaten en buiten de EU doorgebracht, tegenover 1 190 dagen in 2020 en 3 605 dagen in 2019. Ook brachten zij 299 dagen door bij EU-instellingen, gedecentraliseerde agentschappen en organen in de hele EU, gemeenschappelijke ondernemingen, internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de OESO, en particuliere accountantskantoren. De overeenkomstige cijfers voor 2020 en 2019 waren respectievelijk 627 en 2 504 dagen.

Tegelijkertijd hebben we de beperkte controles ter plaatse gecompenseerd door meer controles op afstand uit te voeren en bewijsmateriaal elektronisch te verzamelen. Voor de contacten met onze gecontroleerden maakten we gebruik van tools voor videoconferenties en andere informatietechnologie zoals de beveiligde uitwisseling van gegevens en documenten.

Onze verslagen

Onze controleverslagen, analyses en adviezen vormen een essentieel onderdeel van de verantwoordingsketen van de EU. Ze dragen ertoe bij dat het Europees Parlement en de Raad kunnen nagaan en controleren of de beleidsdoelstellingen van de EU worden verwezenlijkt en dat zij degenen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de EU-begroting ter verantwoording kunnen roepen, met name in het kader van de jaarlijkse kwijtingsprocedure.

Speciale verslagen en analyses

In 2021 publiceerdenwe 32 speciale verslagen en analyses over veel van de uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd op de verschillende terreinen van de EU-uitgaven en het EU-beleid. Deze omvatten klimaatactie, milieu, digitalisering, migratie, de kapitaalmarktenunie en de rechtsstaat, om er enkele te noemen. Twee van de verslagen hadden betrekking op COVID-19; één betrof de volksgezondheidsmaatregelen van de EU en één de rechten van luchtvaartpassagiers. We zijn ook begonnen met het onderzoeken van het initiatief voor herstel, NextGenerationEU, met name de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

In onze speciale verslagen gaan we na of de doelstellingen van geselecteerde EU-beleidslijnen en -programma’s zijn behaald, of resultaten op doeltreffende en doelmatige wijze zijn verwezenlijkt en of EU-maatregelen toegevoegde waarde hebben — d.w.z. of er meer mee is gerealiseerd dan mogelijk was geweest wanneer maatregelen uitsluitend op nationaal niveau waren getroffen. In deze verslagen doen we ook aanbevelingen, door vast te stellen op welke manieren geld kan worden bespaard, beter kan worden gewerkt, verspilling kan worden vermeden of de verwachte beleidsdoelstellingen doeltreffender kunnen worden bereikt.

Met onze analyses willen we de stand van zaken schetsen aan de hand van een beschrijving of analyse, vaak vanuit horizontaal perspectief en op basis van eerder verrichte controlewerkzaamheden of andere openbare informatie. We kunnen deze documenten ook gebruiken om onze analyse van gebieden of kwesties die we nog niet hebben gecontroleerd te presenteren of om feiten in verband met specifieke thema’s of problemen vast te stellen. In tegenstelling tot controles gaan ze niet in op evaluatiekwesties en verschaffen ze geen zekerheid.

Op de volgende bladzijden bieden we inzicht in onze werkzaamheden en geven we voorbeelden van speciale verslagen uit 2021 over verschillende beleidsterreinen.

Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen

Speciaal verslag nr. 16/2021: Het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het klimaat — Goed voor de helft van de klimaatuitgaven van de EU, maar emissies van landbouwbedrijven nemen niet af

De voedselproductie is verantwoordelijk voor 26 % van de wereldwijde broeikasgasemissies. De landbouw, met name de veehouderijsector, is verantwoordelijk voor het grootste deel hiervan. Klimaatactie is sinds 2013 een van de belangrijkste doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). In de periode 2014‑2020 heeft de Commissie meer dan 100 miljard EUR — meer dan een kwart van de totale GLB-begroting — uitgetrokken voor de matiging van en de aanpassing aan de klimaatverandering.

Wij hebben beoordeeld of in het kader van het GLB steun is verleend voor praktijken voor de matiging van de klimaatverandering waarmee de broeikasgasemissies van de landbouw kunnen worden verminderd. Daarnaast hebben we onderzocht of het gebruik van doeltreffende matigingspraktijken in de periode 2014‑2020 beter is gestimuleerd met het GLB dan in de periode 2007‑2013.

We constateerden dat de 100 miljard EUR aan GLB-middelen voor klimaatactie in de periode 2014‑2020 een beperkte impact had op de emissies van de landbouw, die sinds 2010 niet in belangrijke mate zijn veranderd. De meeste uit hoofde van het GLB gesteunde risicobeperkende maatregelen bieden weinig mogelijkheden om de klimaatverandering te matigen. Het GLB financiert maar zelden maatregelen met een groot potentieel voor beperking van klimaatverandering.

Wij hebben de Commissie aanbevolen maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het GLB tot lagere emissies van de landbouw leidt, stappen te nemen om de emissies van bewerkte ontwaterde organische bodems te verminderen en regelmatig verslag uit te brengen over de bijdrage van het GLB aan de matiging van klimaatverandering.

Investeringen ten behoeve van cohesie, groei en inclusie

Speciaal verslag nr. 15/2021: Rechten van luchtvaartpassagiers tijdens de COVID-19-pandemie: belangrijkste rechten niet beschermd ondanks de inspanningen van de Commissie

In de afgelopen dertig jaar heeft het reizigersverkeer in Europa een enorme vlucht genomen. De EU heeft een geharmoniseerd niveau van bescherming van passagiersrechten ontwikkeld. De COVID-19-crisis heeft een grote impact gehad op veel sectoren van de economie, en de reis- en toerismesector werd als eerste rechtstreeks getroffen. Dit leidde tot talrijke annuleringen van vluchten, gevolgd door verzoeken om terugbetaling door de getroffen passagiers. Luchtvaartmaatschappijen en organisatoren van pakketreizen hadden te kampen met ernstige liquiditeitsproblemen en de lidstaten verstrekten hun ongekend hoge steun.

Wij hebben beoordeeld hoe de COVID-19-crisis de rechten van luchtvaartpassagiers had beïnvloed en of de rechten voor luchtvaartpassagiers inzake toegang tot informatie en terugbetaling werden gewaarborgd. Ook onderzochten we hoe de lidstaten luchtvaartmaatschappijen met staatssteun ondersteunden en of deze steun aan de bescherming van passagiersrechten werd gekoppeld.

We constateerden dat het door de COVID-19-crisis duidelijk is geworden dat luchtvaartpassagiers niet volledig op de hoogte waren van hun rechten en dat het risico bestond dat zij daarom geld waarop zij recht hadden, zouden mislopen. Ook stelden wij vast dat met de tijdelijke staatssteunkaderregeling van de Commissie de verstrekking door lidstaten van ongekend hoge staatssteun aan luchtvaartmaatschappijen en organisatoren van pakketreizen ten bedrage van 34,7 miljard EUR werd gefaciliteerd. Hoewel de Commissie heeft verduidelijkt dat de lidstaten de bescherming van de rechten van luchtvaartpassagiers aan staatssteun konden koppelen, was dit niet het geval voor steun aan luchtvaartmaatschappijen. Daarnaast constateerden wij dat de Commissie heeft geprobeerd de rechten van luchtvaartpassagiers te beschermen maar dat zij beperkte handhavingsbevoegdheden had.

Wij hebben de Commissie aanbevolen maatregelen te nemen om te zorgen voor betere bescherming van en informatie over de rechten van luchtvaartpassagiers, zich samen met de lidstaten te beraden op manieren om de onderlinge coördinatie te verbeteren en verdere maatregelen te nemen voor een nauwere koppeling van staatssteun ten behoeve van luchtvaartmaatschappijen aan de terugbetaling van passagiers, maatregelen te nemen om de instrumenten en wetgeving ter bescherming van de rechten van luchtvaartpassagiers te verbeteren, en na te gaan of de aanbevelingen relevant zijn voor andere vervoerswijzen.

Externe maatregelen, veiligheid en justitie

Speciaal verslag nr. 08/2021: Ondersteuning van het beheer van de buitengrenzen door Frontex: tot nog toe onvoldoende doeltreffend

Met de Schengenuitvoeringsovereenkomst is één ruimte tot stand gebracht die verkeer zonder controles aan de binnengrenzen tussen de ondertekenende landen mogelijk maakt. De bewaking van en het toezicht op de buitengrenzen van deze ruimte zijn van essentieel belang om het vrije verkeer van personen en goederen binnen het gebied te vergemakkelijken en tegelijkertijd de interne veiligheid te waarborgen en mogelijke bedreigingen aan de grenzen te voorkomen. In 2016 werd Frontex het Europees Grens- en kustwachtagentschap en kreeg het de bevoegdheid om het Europees geïntegreerd grensbeheer van de buitengrenzen van de EU te vergemakkelijken, waarvoor de lidstaten verantwoordelijk blijven.

In 2019 werden zijn bevoegdheden verder uitgebreid door de verschuiving van een ondersteunende en coördinerende rol naar een operationele rol. In het kader hiervan werden de middelen exponentieel verhoogd en werd voorzien in de oprichting van een permanent korps dat uiterlijk in 2027 uit 10 000 operationele personeelsleden zal bestaan met een gemiddelde begroting van 900 miljoen EUR per jaar.

Wij hebben beoordeeld of Frontex zijn primaire activiteiten doeltreffend uitvoerde om bij te dragen aan de uitvoering van het Europees geïntegreerd grensbeheer. We onderzochten ook in hoeverre Frontex was voorbereid op de vervulling van zijn nieuwe, uitgebreide mandaat.

Wij constateerden dat de steun van Frontex aan de lidstaten/geassocieerde Schengenlanden bij de bestrijding van illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit onvoldoende doeltreffend was. Ook stelden we vast dat Frontex zijn mandaat van 2016 niet volledig had uitgevoerd en wezen we op verschillende risico’s in verband met het mandaat van Frontex van 2019.

Wij hebben aanbevolen het kader voor informatie-uitwisseling en het Europees situatiebeeld te verbeteren, het gemeenschappelijk geïntegreerd risicoanalysemodel bij te werken en toe te passen en voor toegang tot andere informatiebronnen te zorgen, het potentieel van de kwetsbaarheidsbeoordeling te ontwikkelen, de operationele respons van Frontex te verbeteren en de uitdagingen in verband met het nieuwe mandaat van Frontex aan te pakken.

Marktregulering en concurrerende economie

Speciaal verslag nr. 13/2021: De EU-inspanningen ter bestrijding van witwassen in de bankensector zijn gefragmenteerd en de uitvoering ervan is ontoereikend

Witwassen van geld is de praktijk van het “legitimeren” van de opbrengsten van misdrijven door deze in de formele economie te laten sijpelen om de illegale herkomst ervan te verhullen. Europol schat dat de waarde van verdachte transacties binnen Europa in de honderden miljarden euro’s loopt — goed voor 1,3 % van het bruto binnenlands product van de EU.

In 1991 stelde de EU haar eerste antiwitwasrichtlijn vast om bedreigingen van de interne markt door witwassen tegen te gaan en vervolgens om financiering van terrorisme te voorkomen. De richtlijn werd voor het laatst in 2018 geactualiseerd. Voor het effect van de antiwitwasrichtlijn is de uitvoering op nationaal niveau bepalend. Een aantal EU-organen speelt ook een rol, zoals de Commissie (beleidsontwikkeling, monitoring van de omzetting), de Europese Bankautoriteit (analyse, onderzoek naar inbreuken op het Unierecht, vaststelling van normen) en de Europese Centrale Bank (prudentieel toezicht op banken, onder meer op het risico op witwassen en de financiering van terrorisme).

Wij zijn nagegaan of het EU-optreden in de strijd tegen het witwassen van geld in de banksector goed verliep.

Over het algemeen constateerden wij institutionele versnippering en gebrekkige coördinatie op EU-niveau wat betreft stappen ter voorkoming van witwassen en de financiering van terrorisme, en wat betreft de getroffen maatregelen wanneer risico’s werden vastgesteld. In de praktijk vindt het toezicht op maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme nog steeds op nationaal niveau plaats en is het EU-toezichtskader ontoereikend om een gelijk speelveld te waarborgen.

Wij hebben met name aanbevolen het risico op witwassen van geld en de financiering van terrorisme duidelijker te prioriteren, een kader vast te stellen voor het melden van inbreuken op het Unierecht, en richtsnoeren te verstrekken om gestandaardiseerde informatie-uitwisseling tussen toezichthouders op nationaal en EU niveau te vergemakkelijken.

Financiering en administratie van de Unie

Speciaal verslag nr. 10/2021: Gendermainstreaming in de EU-begroting: tijd om de daad bij het woord te voegen

Gendergelijkheid is een van de fundamentele waarden van de Europese Unie. Gendermainstreaming is een middel om gendergelijkheid te bereiken door de gelijkheid van vrouwen en mannen actief te bevorderen in alle fasen en op alle gebieden van beleidsvorming en -uitvoering. De Commissie heeft zich ertoe verbonden gendermainstreaming door te voeren en het Europees Parlement en de Raad hebben benadrukt dat de EU haar toezeggingen op hoog niveau inzake gendermainstreaming moet nakomen.

De Commissie beschrijft de vooruitgang bij de verwezenlijking van volledige gendergelijkheid als “traag”. Het Europees Parlement erkent dat de pandemie bestaande structurele genderongelijkheden heeft verergerd, en heeft gepleit voor het gebruik van gendermainstreaming en genderbudgettering in het COVID-19-herstelplan, alsook voor het toepassen van de lessen inzake de schadelijke gevolgen voor gendergelijkheid die van eerdere economische crises zijn geleerd.

Wij hebben beoordeeld of gendermainstreaming vanaf 2014 in de EU-begroting werd toegepast om de gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen. Met name beoordeelden we of het kader van de Commissie ter ondersteuning van gendermainstreaming passend was, of in de begrotingscyclus van de EU rekening werd gehouden met gendergelijkheid en of gendergelijkheid in vijf geselecteerde financieringsprogramma’s van de EU was geïntegreerd.

We constateerden dat de Commissie haar toezegging inzake gendermainstreaming in de EU-begroting nog niet was nagekomen. In haar strategie voor gendergelijkheid had zij de toepassing van gendermainstreaming niet voldoende bevorderd en gendermainstreaming werd in haar institutioneel kader nog niet volledig ondersteund. Bovendien werd in de begrotingscyclus van de EU onvoldoende rekening gehouden met gendergelijkheid en besteedde de Commissie weinig aandacht aan de genderanalyse van het beleid en de programma’s die wij onderzochten.

Wij hebben met name aanbevolen het institutionele kader ter ondersteuning van gendermainstreaming te versterken, genderanalyses uit te voeren van behoeften en effecten voor financieringsprogramma’s en -instrumenten van de EU, gendergerelateerde doelstellingen en indicatoren te gebruiken om de vooruitgang te monitoren, een systeem te ontwikkelen voor het traceren van de middelen ter ondersteuning van gendergelijkheid, en jaarlijks verslag uit te brengen over de bereikte resultaten op het gebied van gendergelijkheid.

Jaarverslagen en specifieke jaarverslagen

In jaarverslagen worden voornamelijk de resultaten van onze betrouwbaarheidsverklaring over de begroting van de Europese Unie en die van de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s) gepresenteerd, maar ook aspecten met betrekking tot de prestaties en het begrotings- en financieel beheer.

In specifieke jaarverslagen presenteren wij onze werkzaamheden voor de jaarlijkse controles van de EU-agentschappen en andere organen van de Unie, gemeenschappelijke ondernemingen van de EU en de Europese Scholen.

Wij publiceren ook een verslag over de gerelateerde verplichtingen die voortvloeien uit de activiteiten van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR).

Jaarverslag over de EU-begroting betreffende het begrotingsjaar 2020

Ieder jaar controleren wij de ontvangsten en uitgaven van de EU om te onderzoeken of de jaarrekening betrouwbaar is en of de onderliggende ontvangsten- en uitgavenverrichtingen bij de rekeningen voldoen aan de financiële regels op het niveau van de EU en de lidstaten.

Daarnaast maken we een specifieke beoordeling voor ieder belangrijk EU-begrotingsterrein op basis van de (sub)rubrieken van het meerjarig financieel kader (MFK). We analyseren ook waarom en waar fouten zijn opgetreden, doen aanbevelingen voor verbeteringen en onderzoeken of en hoe onze vorige aanbevelingen in praktijk zijn gebracht.

Dit uitgebreide werk vormt de basis van onze betrouwbaarheidsverklaring, die we op grond van onze opdracht in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moeten overleggen aan het Europees Parlement en de Raad.

EU-begroting: goedkeurend oordeel over rekeningen en ontvangsten

Voor het begrotingsjaar 2020 hebben we een “goedkeurend oordeel” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de EU.

EU-begroting: afkeurend oordeel over uitgaven

In 2020 bedroegen de EU-uitgaven 173,3 miljard EUR, wat overeenkomt met 1,1 % van het gecombineerde bruto nationaal inkomen van de EU‑27 en het Verenigd Koninkrijk.

Onze auditors hebben een steekproef van 728 betalingen aan begunstigden op alle uitgaventerreinen getoetst, op een totale controlepopulatie die goed is voor ongeveer 148 miljard EUR. Dit betekent dat we verschillende gevallen hebben beoordeeld waarin EU-geld is gebruikt om steun te verlenen aan belangrijke infrastructuurprojecten, kleine en middelgrote ondernemingen, onderzoeksorganisaties, landbouwers en studenten in de EU-lidstaten en aan begunstigden in niet-EU-landen.

Voor het begrotingsjaar 2020 hebben we een “afkeurend oordeel” afgegeven over de uitgaven van de EU.

Geschat foutenpercentage 2,7 % (uitgaven 2020)

Voor het begrotingsjaar 2020 schatten we dat het foutenpercentage voor de uitgaven als geheel tussen de 1,8 % en 3,6 % ligt. De mediaan van deze bandbreedte, het zogenaamde “meest waarschijnlijke foutenpercentage”, is 2,7 %, hetzelfde als voor het begrotingsjaar 2019.

NB: We hanteren statistische standaardtechnieken om het foutenpercentage te schatten. Wij zijn er voor 95 % zeker van dat het foutenpercentage in de populatie tussen de onderste en bovenste foutengrens ligt (zie voor nadere bijzonderheden hoofdstuk 1, bijlage 1.1 bij het Jaarverslag 2020).

Ook hier vertoont meer dan 50 % van onze controlepopulatie fouten van materieel belang

In het begrotingsjaar 2020 waren uitgaven met een hoog risico goed voor 59 % van onze controlepopulatie, tegenover 53 % vorig jaar. Het geschatte foutenpercentage voor uitgaven met een hoog risico was 4,0 %, tegenover 4,9 % voor het begrotingsjaar 2019.

De EU-uitgaven vallen uiteen in twee soorten uitgaven met verschillende risicopatronen:

  • Op rechten gebaseerde betalingen met een laag risico: deze worden verricht wanneer begunstigden aan bepaalde (minder complexe) voorwaarden hebben voldaan en omvatten beurzen voor studenten en onderzoekers (in het kader van “Concurrentievermogen”), rechtstreekse steun voor landbouwers (“Natuurlijke hulpbronnen”) en salarissen en pensioenen voor EU-ambtenaren (“Administratie”).
  • Vergoedingen van kosten met een hoog risico: de EU vergoedt subsidiabele kosten die zijn gemaakt voor subsidiabele activiteiten (waarvoor complexere regels gelden). Deze omvatten onderzoeksprojecten (in het kader van “Concurrentievermogen”), investering in regionale en plattelandsontwikkeling (“Cohesie” en “Natuurlijke hulpbronnen”) en ontwikkelingshulpprojecten (“Europa als wereldspeler”).
Meest foutgevoelige MFK-rubrieken “Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid” en “Economische, sociale en territoriale cohesie”

In het begrotingsjaar 2020 was “Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid” de meest foutgevoelige MFK-subrubriek, gevolgd door “Economische, sociale en territoriale cohesie”.

NB: Het geschatte foutenpercentage is gebaseerd op de kwantificeerbare fouten die we door middel van onze werkzaamheden vaststelden, met name de toetsing van een steekproef van verrichtingen. We gebruiken statistische standaardtechnieken om deze steekproef te selecteren en het foutenpercentage te schatten (zie hoofdstuk 1, bijlage 1.1 bij het Jaarverslag 2020).

Gevallen van vermoedelijke fraude gemeld aan OLAF en het EOM

Als externe auditor van de EU hebben wij geen mandaat tot het onderzoeken van gevallen van vermoedelijke fraude. Onze controles zijn daarom niet specifiek ontworpen om fraude op te sporen. Toch treffen onze auditors regelmatig gevallen aan waarbij we vermoeden dat er sprake kan zijn geweest van frauduleuze activiteiten.

In 2021 meldden we 15 gevallen van vermoedelijke fraude aan OLAF die wij tijdens onze controlewerkzaamheden hadden opgemerkt. In 2020 rapporteerden we zes van dergelijke gevallen. Ons jaarverslag over de EU-begroting bevat aanvullende informatie over de aard van deze gevallen van vermoedelijke fraude en over de vervolgens door OLAF aanbevolen financiële terugvorderingen.

In juni 2021 zijn wij ook begonnen samen te werken met het Europees Openbaar Ministerie (EOM) overeenkomstig de op 3 september 2021 ondertekende administratieve regeling. We meldden twee gevallen die we tijdens onze controlewerkzaamheden in 2021 hadden geconstateerd aan het EOM.

Jaarverslag betreffende de prestaties
Jaarverslag betreffende de prestaties: een tweejarig proefproject

Wij splitsen ons jaarverslag op in twee afzonderlijke delen in het kader van een tweejarig proefproject dat begon met het Jaarverslag betreffende het begrotingsjaar 2019. Het tweede deel van het jaarverslag betreft de prestaties met betrekking tot uitgavenprogramma’s in het kader van de EU-begroting.

We onderzochten of en hoe de Commissie en de medewetgevers de lessen die zijn getrokken uit eerdere perioden van het meerjarig financieel kader (MFK) hadden toegepast ter verbetering van de opzet en prestaties van uitgavenprogramma’s voor de periode 2021‑2027.

Ook onderzochten we de behaalde resultaten van EU-programma’s in het kader van het MFK 2014‑2020. Ons doel was vast te stellen hoeveel relevante informatie over prestaties beschikbaar was en op basis daarvan te beoordelen hoe goed de uitgavenprogramma’s van de EU daadwerkelijk presteerden.

In dit verband analyseerden wij het jaarlijks beheers- en prestatieverslag (Annual Management and Performance Report — AMPR), het belangrijkste prestatieverslag op hoog niveau van de Commissie over de EU-begroting.

We hebben ook follow-up gegeven aan de controleaanbevelingen die wij in de in 2017 gepubliceerde speciale verslagen hebben gedaan.

Jaarverslag over de Europese Ontwikkelingsfondsen betreffende het begrotingsjaar 2020
EOF’s: goedkeurend oordeel over rekeningen en ontvangsten; afkeurend oordeel over uitgaven

De Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF’s), die in 1959 van start gingen, waren de belangrijkste instrumenten van de EU voor het verlenen van ontwikkelingshulp. Zij zijn gericht op het uitbannen van armoede en op de bevordering van duurzame ontwikkeling en de integratie in de wereldeconomie van landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en landen en gebieden overzee (LGO). De EOF´s worden gefinancierd door de EU-lidstaten en worden buiten de EU-begroting door de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) beheerd. De uitvoering van en de verslaglegging over de EOF’s zullen afzonderlijk worden voortgezet totdat zij worden afgesloten.

Voor het meerjarig financieel kader 2021‑2027 wordt de ontwikkelingshulp aan de ACS-landen en de LGO uit de EU-begroting gefinancierd.

Evenals in voorgaande jaren hebben wij voor het begrotingsjaar 2020 een “goedkeurend oordeel” over zowel de rekeningen als de ontvangsten van het EOF uitgebracht; over de uitgaven van het EOF gaven wij echter een “afkeurend oordeel” af. Ons geschatte foutenpercentage voor uitgaven is 3,8 % (3,5 % voor het begrotingsjaar 2019).

Specifieke jaarverslagen over EU-agentschappen

De EU-agentschappen zijn afzonderlijke rechtspersonen die zijn opgericht om specifieke technische, wetenschappelijke of beheerstaken uit te voeren ter ondersteuning van de beleidsvorming en -uitvoering door de EU-instellingen. In totaal zijn er 43 agentschappen.

NB: De ELA en het EOM werden in 2020 niet gecontroleerd omdat zij nog niet financieel autonoom waren. In de kaart is ook het nieuwste agentschap Hadea (Europees Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid) opgenomen dat op 1 april 2021 werd opgericht. Tegelijkertijd hield het Chafea op te bestaan en kregen het INEA en het Easme de nieuwe namen Cinea (Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu) en Eismea (Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb). Daarnaast werd het GSA op 12 mei 2021 hernoemd tot Euspa (Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma).

Goedkeurend oordeel voor alle EU-agentschappen op drie na voor het begrotingsjaar 2020

In het begrotingsjaar 2020 bedroeg de totale begroting van alle agentschappen onder ons mandaat (met uitzondering van de GAR) 3,7 miljard EUR, wat overeenkomt met 2,2 % van de algemene begroting van de EU voor 2020. De overeenkomstige cijfers voor het begrotingsjaar 2019 bedroegen 3,3 miljard EUR en 2,2 %.

Over het geheel genomen bevestigde onze controle van de agentschappen de positieve resultaten die in voorgaande jaren zijn gerapporteerd. Wij hebben “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen en de ontvangsten van de 41 agentschappen. We hebben de onderliggende betalingen bij de rekeningen van alle agentschappen ondertekend, behalve die van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), het Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) en het Agentschap voor cyberbeveiliging (Enisa). Voor deze drie agentschappen hebben wij een “oordeel met beperking” afgegeven, voornamelijk vanwege onregelmatigheden in aanbestedingsprocedures en lacunes in de delegatieprocedure voor de goedkeuring van begrotingsverrichtingen.

Specifiek jaarverslag over de gemeenschappelijke ondernemingen betreffende het begrotingsjaar 2020

Gemeenschappelijke ondernemingen (GO’s) zijn de publiek-private partnerschappen van de EU met het bedrijfsleven, onderzoeksgroepen en lidstaten, en spelen een belangrijke rol bij de ondersteuning van marktgestuurde projecten op strategische terreinen van onderzoek en innovatie en dus bij de uitvoering van het onderzoeksbeleid van de EU.

Acht van de negen GO’s verrichten specifieke onderzoeks- en innovatieactiviteiten in het kader van het Horizon 2020-programma op het gebied van vervoer, energie, gezondheid, biogebaseerde industrieën, elektronische componenten en -systemen, en digitaal onderzoek. De negende GO, “Fusion for Energy”, wordt gefinancierd door Euratom en is verantwoordelijk voor de Europese bijdrage aan de internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER).

Goedkeurend oordeel voor alle gemeenschappelijke ondernemingen betreffende het begrotingsjaar 2020

In het begrotingsjaar 2020 hebben wij “goedkeurende oordelen” afgegeven over de rekeningen, ontvangsten en betalingen van alle GO’s.

Evenals in voorgaande jaren bevatte ons controleoordeel over de jaarrekening 2020 van de GO “Fusion for Energy” (F4E) echter een toelichtende paragraaf, voornamelijk om de aandacht te vestigen op het risico van verdere kostenverhogingen en vertragingen bij de uitvoering van het ITER-project.

Specifieke jaarverslagen over Europese Scholen en gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad

Wij hebben ons jaarverslag over de analyse van de geconsolideerde jaarrekeningen van de 13 Europese Scholen betreffende het begrotingsjaar 2020 uitgebracht. Hoewel uit onze analyse geen fouten van materieel belang in de rekeningen naar voren kwamen, konden we nog steeds niet bevestigen dat het financieel beheer van de scholen volledig in overeenstemming was met hun financieel reglement en hun personeelsstatuut.

Wij brengen ook jaarlijks verslag uit over de gerelateerde verplichtingen van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR), de Raad en de Commissie die voortvloeien uit de verrichting van hun taken in het kader van de verordening inzake het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme. In ons verslag betreffende het begrotingsjaar 2020 concluderen wij dat de GAR en de Commissie redelijke inspanningen hebben geleverd om gerelateerde verplichtingen op te nemen wanneer zij daartoe een reden hadden.

Het startschot voor de kwijtingsprocedure van het Europees Parlement

Met de publicatie van onze jaarverslagen begint ook de kwijtingsprocedure, waarin het Europees Parlement — op aanbeveling van de Raad — besluit of de Commissie en andere organen de EU-begroting adequaat hebben beheerd. Indien dat het geval is, verleent het hun kwijting.

In oktober 2021 zijn wij begonnen met de presentatie van onze jaarverslagen over 2020 aan de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement en aan het Begrotingscomité van de Raad. Vervolgens presenteerden we deze ook in de plenaire vergadering van het Europees Parlement en aan de Raad Economische en Financiële Zaken.

Bovendien hebben we in de loop van 2021 onze jaarverslagen aan de nationale parlementen en regeringen van twintig lidstaten gepresenteerd.

Adviezen

Onderzoek van de voorstellen van de Commissie voor de
reserve voor aanpassing aan de brexit en de
terbeschikkingstelling van eigen middelen

Als onafhankelijke externe auditor van de EU dragen wij bij tot verbetering van het financieel beheer door het uitbrengen van adviezen over de voorstellen van de Commissie voor nieuwe of gewijzigde wetgeving. Als deze wetgevingsvoorstellen significante financiële gevolgen met zich meebrengen, moeten wij op grond van de EU-wetgeving worden geraadpleegd. Andere instellingen kunnen ons ook vragen advies uit te brengen over andere specifieke kwesties. Al onze adviezen worden ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

In 2021 publiceerden we twee van dergelijke adviezen. Het eerste betreft een wetgevingsvoorstel tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit. Het tweede heeft betrekking op wijzigingen van bestaande regels die tot doel hebben de voorspelbaarheid voor de lidstaten te vergroten en de procedures voor geschillenbeslechting bij het ter beschikking stellen van eigen middelen te verduidelijken.

Andere communicatieproducten

Vooruitblikken op de controle

Onze vooruitblikken op de controle verschaffen informatie over lopende (doelmatigheids)controletaken. Zij zijn gebaseerd op voorbereidende werkzaamheden en zijn bedoeld als bron van informatie voor degenen die geïnteresseerd zijn in het te controleren beleid en/of het te controleren programma.

In 2021 hebben we 6 vooruitblikken op een controle uitgebracht (in 2020: 14).

ECA Journal

Elke editie van het ECA Journal bevat artikelen over een specifiek thema, die voornamelijk vanuit een controleperspectief zijn geschreven door personen die binnen en buiten de EU-instellingen werken.

In 2021 publiceerden we drie edities inzake “Strategy development in a rapidly changing world”, “The new CAP creating new horizons” en “Disasters and crisis management”.

Conferenties en webinars

In 2021 (mede-)organiseerden we ook een aantal conferenties en webinars. De meeste van deze evenementen werden nog steeds op afstand georganiseerd en stonden open voor belangstellenden.

Hieronder volgen vijf voorbeelden.

Gezamenlijke conferentie over EU-aangelegenheden door het Portugese Tribunal de Contas en de ERK

Tijdens het Portugese voorzitterschap van de EU hebben het Portugese Tribunal de Contas en de ERK op 21 en 22 juni 2021 in Lissabon een conferentie georganiseerd over “Europese fondsen — beheerscontrole en verantwoordingsplicht”. Het was de eerste fysieke bijeenkomst sinds de aanvang van de COVID-19-pandemie begin 2020. Delegaties van de twee hoge controle-instanties hadden een ontmoeting met vertegenwoordigers op hoog niveau van Portugal en bespraken de volgende onderwerpen: prioriteiten en uitdagingen die ten grondslag liggen aan het meerjarig financieel kader en het herstel en veerkrachtplan; Europese financiering en de klimaattransitie; de digitale toekomst; houdbaarheid van de overheidsfinanciën, en beheer en controle van de Europese fondsen.

Financiële governance in de EU

Op 9 juli 2021 organiseerde de ERK een virtuele conferentie op hoog niveau over financiële governance in de EU. Met de conferentie werd beoogd een aanzet te geven tot een discussie over de veerkracht van de financiële sector van de EU en de paraatheid ervan om de volgende crisis het hoofd te bieden en het economisch herstel te ondersteunen. De heer Valdis Dombrovskis, uitvoerend vicevoorzitter van de Commissie, opende de conferentie, die werd bijgewoond door vooraanstaande sprekers en panelleden van de EU- en internationale instellingen, de lidstaten, de financiële sector en de academische wereld.

De COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan voor de toekomst van Europa

Op 6 oktober 2021 organiseerde de ERK een hybride workshop om met Federica Mogherini, rector van het Europacollege en voormalig hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en vicevoorzitter van de Europese Commissie, van gedachten te wisselen over de Conferentie over de toekomst van Europa. Zij wees op verschillende aspecten van de pandemie, die volgens haar zullen meespelen in de discussies over de toekomst van Europa. De personeelsleden van de ERK werd verzocht hun ideeën over de toekomst van Europa niet alleen vanuit hun perspectief als auditor, maar ook als EU-burger kenbaar te maken.

Ontwikkeling van kapitaalmarkten in de Baltische staten

Op 1 oktober 2021 vond in Vilnius de achtste internationale conferentie over financiële markten plaats, getiteld “Ontwikkeling van kapitaalmarkten in de Baltische staten”. De conferentie bouwde voort op de aanbevelingen en conclusies in Speciaal verslag nr. 25/2020: Kapitaalmarktenunie — Traag begin op weg naar een ambitieuze doelstelling. Veel sprekers op hoog niveau, met inbegrip van Ingrida Šimonytė, premier van Litouwen, en Werner Hoyer, president van de Europese Investeringsbank, kwamen bijeen om te discussiëren over de beste manier om een interne markt voor kapitaal te ontwikkelen om burgers, bedrijven en overheden van effectieve investerings- en financieringsmogelijkheden te voorzien.

Klimaatconferentie (COP)

Tijdens de VN-klimaatconferentie 2021 in Glasgow — de COP26 — organiseerde de ERK twee nevenevenementen: in samenwerking met EUROSAI organiseerde zij een discussie over de bijdragen van externe auditors aan de omzetting van klimaatactie in resultaten, en in samenwerking met de Europese Investeringsbank (EIB) een evenement over het leiden van financiering in de richting van klimaatverandering. ERK-lid Eva Lindström presenteerde de resultaten van de ERK-controle inzake duurzame financiering en de vicepresident van de EIB, Ambroise Fayolle, presenteerde het nieuwe adaptatieplan van de EIB.

Innovatie en digitale controle

De ERK heeft haar inspanningen opgevoerd om bij controles optimaal gebruik te maken van moderne technologie en nieuwe technieken om meer en betere informatie te leveren voor het verantwoordingsproces. In haar strategie voor 2021‑2025 heeft de Rekenkamer bij controles ook meer gebruikgemaakt van gegevens en technologie.

Ontwikkelingsplan voor een intensiever gebruik van gegevens en technologie bij controles

In juli 2021 heeft de Rekenkamer haar ontwikkelingsplan voor een intensiever gebruik van gegevens en technologie bij controles vastgesteld. Het plan bevat doelstellingen voor de komende vijf jaar om beter gebruik te maken van technologie ter ondersteuning van de controledoelstellingen van de ERK.

DATA: een nieuw team ten dienste van de controle

Na de vaststelling van dit plan heeft de ERK een nieuw team opgericht: D.A.T.A. (Data and Technology for Audit). DATA is een gecentraliseerd team van deskundigen — voornamelijk datawetenschappers en IT-auditors — dat de controleteams ondersteunt en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het ontwikkelingsplan in de hele Rekenkamer.

In de loop van 2021 hebben we het team opgebouwd door middel van zowel externe als interne werving. Met name datawetenschappers van ECALab, het innovatielaboratorium van de ERK, werden in DATA opgenomen. Dit is de volgende stap in de uitbreiding van eerdere ECALab-proefprojecten en diensten.

Innovatie en opkomende technologieën

Hoewel onze focus is verschoven naar het bieden van grootschaliger tastbare oplossingen voor onze auditors, blijft de behoefte aan onderzoek en innovatie aanzienlijk. Via het ECALab en het DATA-team hebben wij technologieën zoals tekstmining, procesmining en artificiële intelligentie verder verkend. We hebben bijvoorbeeld een robotische procesautomatiserings(RPA)-dienst opgezet voor de verzameling van gecentraliseerde en geautomatiseerde controle-informatie, waardoor ondersteunende documenten sneller en op betrouwbaarder wijze kunnen worden gedownload. RPA werd bij 17 controletaken gebruikt.

We zijn actief betrokken geweest bij de groep opkomende technologieën van het Interinstitutioneel Comité voor digitale transformatie, dat werkt aan de invoering van technologieën zoals artificiële intelligentie, augmented reality of blockchain in de EU-instellingen. In september 2021 hebben wij besloten ons te richten op samenwerking met de EU-instellingen en -organen om de ontwikkeling van een aanpak voor “distributed ledger”-technologieën te benutten en zo tegemoet te komen aan onze specifieke behoeften.

Het ECALab bleef ook internationale kennisdeling bevorderen via TINA, een door de ERK opgezet netwerk dat professionals uit de HCI’s van de lidstaten samenbrengt om technologie en innovatie ten behoeve van controle te delen en op dit gebied samen te werken.

Institutionele betrekkingen

We werken nauw samen met het Europees Parlement, de Raad, nationale parlementen en regeringen van de lidstaten, omdat de impact van ons werk grotendeels afhangt van het gebruik dat zij maken van onze controlebevindingen en aanbevelingen.

Europees Parlement

In maart 2021 heeft de Conferentie van commissievoorzitters (Conference of Committee Chairs, CCC) de president van de ERK uitgenodigd voor een gedachtewisseling over onze strategie 2021‑2025 en werkprogramma’s voor 2021 en daarna, en 2022 en daarna.

Leden van de ERK en controleteams worden regelmatig uitgenodigd bij vergaderingen van de commissies en organen van het EP, met name de Commissie begrotingscontrole (CONT), om de resultaten van onze werkzaamheden te presenteren.

Gedurende het grootste deel van 2021 bleef het EP zijn plenaire en commissievergaderingen in hybride vorm houden. Ondanks de beperkingen in verband met de pandemie was de ERK 147 keer aanwezig bij het EP, het hoogste aantal per jaar ooit.

In totaal presenteerden onze leden in 2021 19 speciale verslagen en 4 analyses aan CONT. De rapporterende leden van de ERK namen ook deel aan 13 hoorzittingen van CONT over de kwijting voor 2020 en 5 hoorzittingen over de kwijting voor 2019.

Daarnaast gaven de leden 46 presentaties over speciale verslagen, analyses en adviezen aan 17 andere EP-commissies. Sommige van deze bijeenkomsten werden gezamenlijk gehouden wanneer verschillende commissies belangstelling hadden voor hetzelfde verslag.

Raad van de Europese Unie

In de regel behandelen de voorbereidende instanties van de Raad al onze speciale verslagen, maar niet noodzakelijkerwijs alle analyses en adviezen, kort na de publicatie daarvan. In 2021 hebben wij 28 speciale verslagen en 1 advies gepresenteerd aan 2 comités (het Economisch en Financieel Comité en het Comité financiële diensten) en 18 werkgroepen van de Raad.

In 2021 namen ook de president van de ERK, Klaus-Heiner Lehne, en andere ERK-leden deel aan zes vergaderingen met permanente vertegenwoordigers van de Europese Unie. Daarnaast heeft het Begrotingscomité van de Raad de desbetreffende leidinggevenden van de ERK verzocht om onze strategie voor 2021‑2025, onze werkprogramma’s voor 2021 en daarna, en voor 2022 en daarna, de digitale strategie voor de controle van de agentschappen en de ontwerpbegroting voor 2022 te presenteren.

Voorzitterschap van de Raad
Portugal: januari-juni 2021
Slovenië: juli-december 2021

De meeste vergaderingen van de Raad van de EU vonden op afstand plaats. ERK-leden namen daarnaast ook deel aan een aantal fysieke vergaderingen. Enkele voorbeelden:

  • In april 2021 presenteerde ERK-lid João Figueiredo de kernboodschap van de ERK met betrekking tot onze werkzaamheden op milieugebied tijdens een informele bijeenkomst van de EU-ministers van Milieu in Lissabon.
  • In november 2021 hadden de president van de ERK, Klaus-Heiner Lehne, en ERK-lid Tony Murphy voorafgaand aan de presentatie van het jaarverslag 2020 aan de EU-ministers van Financiën een ontmoeting met de Sloveense minister van Financiën in zijn hoedanigheid van voorzitter van Ecofin.

Nationale parlementen en regeringen van de lidstaten

Vergaderingen met nationale parlementen

Ondanks de in verband met de huidige pandemie opgelegde beperkingen presenteerden wij in 2021 onze werkzaamheden tijdens 97 vergaderingen met nationale parlementen in 21 lidstaten. Deze vergaderingen vonden voornamelijk fysiek plaats (80 fysieke en 17 virtuele vergaderingen).

Vergaderingen met regeringen van de lidstaten

In 2021 presenteerden onze leden en leidinggevenden onze werkzaamheden tijdens 107 vergaderingen in 20 lidstaten met de regeringen en overheidsinstanties van deze lidstaten. Deze vergaderingen vonden voornamelijk fysiek plaats (81 fysieke en 26 virtuele vergaderingen).

Europese Commissie

Gedachtewisseling met onze gecontroleerden op het hoogste niveau

De leden en commissarissen van de ERK hebben regelmatig bilateraal contact over geplande en lopende controletaken.

Het is ook al jaren een vaste praktijk dat onze leden een jaarlijkse vergadering houden met hun collega’s bij de Europese Commissie.

In 2021 zijn zij echter overeengekomen om deze jaarlijkse vergadering wegens de huidige COVID‑19-pandemie uit te stellen.

Samenwerking met andere hoge controle-instanties

Contactcomité van de hoge controle-instanties van de EU

Onze samenwerking met de hoge controle-instanties (HCI’s) van de 27 lidstaten vindt voornamelijk plaats in het kader van het Contactcomité van de hoge controle-instanties van de EU. Dit forum vergemakkelijkt de dialoog en de uitwisseling tussen de HCI’s van de EU-lidstaten en de Europese Rekenkamer.

In 2021 zijn wij — samen met de HCI’s van België en Duitsland — begonnen met een samenwerkingsactiviteit voor de uitvoering van NextGenerationEU, met name voor het controleren van de uitvoering van de herstel en veerkrachtfaciliteit en de nationale herstel- en veerkrachtplannen op EU- en nationaal niveau. Ons initiatief werd zeer goed ontvangen, aangezien auditors en controlemanagers van 18 EU-HCI’s gebruikmaakten van de mogelijkheid om regelmatig bijeen te komen en relevante kwesties en controlebenaderingen te bespreken.

Jaarlijkse vergadering uitgesteld

Onder normale omstandigheden komt het Contactcomité jaarlijks bijeen. Vanwege COVID-19 werd de jaarlijkse vergadering, die in oktober 2020 had moeten plaatsvinden, echter uitgesteld tot 2022. De ERK organiseerde een tussentijdse onlinevergadering, die in november 2021 werd gehouden.

Controlecompendium over de respons op COVID-19 uitgebracht in juli 2021

In juli 2021 publiceerden wij namens het Contactcomité een controlecompendium over de uitdagingen in verband met de COVID-19-pandemie. Het rapport bevat informatie over de impact van en de respons op de pandemie op nationaal en supranationaal niveau en geeft een overzicht van de relevante controlewerkzaamheden die in 2020 door de EU-HCI’s zijn uitgevoerd en gepubliceerd.

Dit was de vierde editie van het controlecompendium, dat een jaarlijkse publicatie van het Contactcomité is geworden.

Netwerk inzake technologie en innovatie ten behoeve van controle

Het platform voor het delen van kennis en samenwerking met andere EU-HCI’s op het gebied van technologie en innovatie ten behoeve van controle (TINA), dat we in november 2020 hebben gelanceerd, telt nu 498 geregistreerde gebruikers van 26 EU-HCI’s, de Commissie en de ERK.

Het netwerk heeft twaalf live online-evenementen georganiseerd over onderwerpen zoals robotische procesautomatisering, procesmining, blockchain en cyberbeveiliging, met gemiddeld zestig deelnemers per sessie.

HCI’s van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU

Wij ondersteunen ook de HCI’s van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo[*], Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Turkije).

In 2021 hebben wij steun verleend aan SIGMA (steun voor de verbetering van bestuur en beheer, Support for Improvement in Governance and Management), een gezamenlijk initiatief van de OESO en de Europese Unie, bij het organiseren van workshops over de controle van overheidsuitgaven in verband met COVID-19.

[*] Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

INTOSAI

In 2021 hebben wij onze actieve betrokkenheid bij de activiteiten van de Internationale Organisatie van Hoge Controle-instanties (INTOSAI) voortgezet. Als vicevoorzitter van de beroepsnormencommissie (Professional Standards Committee, PSC) hebben wij input geleverd aan de INTOSAI-taskforce strategische planning en hebben wij actief samengewerkt met de voorzitters van andere INTOSAI-commissies. In november 2021 namen we deel aan de virtuele vergadering van de raad van bestuur van INTOSAI.

Wij hebben ook deelgenomen aan PSC-subcomités en aan de activiteiten en projecten van andere werkorganen van INTOSAI, met name op het gebied van milieuaudit, big data, financiële modernisering en hervorming van de regelgeving, en de evaluatie van overheidsbeleid en -programma’s. Daarnaast namen wij deel aan de INTOSAI-taskforce inzake professionalisering van auditors en het ontwikkelingsinitiatief van INTOSAI.

EUROSAI

Wij waren ook actief betrokken bij de activiteiten van de Europese organisatie van hoge controle-instanties (European Organisation of Supreme Audit Institutions, EUROSAI), de Europese regionale groep van INTOSAI, met name haar werkgroepen voor milieucontroles, informatietechnologieën en de controle van aan rampen en catastrofen toegewezen middelen, alsmede de taskforce inzake controle en ethiek.

In 2021 zetten we de werkzaamheden voort van de projectgroep inzake een langetermijnvisie op controle ter voorbereiding op toekomstige risico´s en de klimaatcrisis (“Preparing for future risks and climate crisis: Time for audit to take a long-term view?”) (mede geleid door de nationale rekenkamer van het VK) in het kader van de portefeuille “Forward thinking and emerging issues” (toekomstgerichte en opkomende kwesties). Wij hebben ook actief bijgedragen aan de activiteiten van de projectgroep voor de controle van de respons op COVID-19.

Samen met EUROSAI organiseerden we tijdens de COP26 een nevenevenement over het omzetten van klimaatactie in resultaten.

Ons management

Leden

De ERK functioneert als een college van leden, één per lidstaat. Na raadpleging van het Europees Parlement benoemt de Raad ieder lid zodra de betrokkene door de desbetreffende nationale regering is voorgedragen. Wij hebben geen rol in het proces van het voordragen of benoemen van onze leden.

Onze leden hebben een verlengbare ambtstermijn van zes jaar. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk en in het algemeen belang van de EU uit. Bij hun ambtsaanvaarding gaan zij ten overstaan van het Europees Hof van Justitie een plechtige verbintenis van die strekking aan.

In 2021 heeft de Raad een nieuw Pools lid, Marek Opioła, benoemd om het mandaat van voormalig lid Janusz Wojciechowski met ingang van 1 februari 2021 af te ronden. De heer Wojciechowski werd in 2019 benoemd tot EU-commissaris voor Landbouw.

Ons Portugese lid, João Figueiredo, is helaas overleden op 29 juni 2021. De benoemingsprocedure voor de afronding van zijn mandaat liep eind 2021 nog.

Het college is in 2021 twintig keer bijeengekomen. Als gevolg van de pandemie vonden de meeste van deze vergaderingen in hybride vorm plaats, waarbij sommige leden vanuit de Rekenkamer en andere op afstand deelnamen. Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg 97 %. De leden namen ook deel aan kamer- en commissievergaderingen (zie ook Controlekamers en comités).

ERK-seminar 2021: bespreking van NGEU, de communicatiestrategie en het werkprogramma voor 2022 en daarna

Eenmaal per jaar nemen onze leden, de secretaris-generaal en de directeuren deel aan een tweedaags seminar om belangrijke kwesties in verband met de langetermijnstrategie, werkzaamheden en organisatie van de ERK te bespreken.

Tijdens het ERK-seminar van dit jaar hebben de leden de volgende belangrijke onderwerpen besproken:

  • de toekomst van de betrouwbaarheidsverklaring;
  • het instrument NextGenerationEU;
  • de toekomst van het prestatieverslag;
  • lessen die uit de COVID-19-crisis zijn getrokken;
  • de betrokkenheid van de ERK bij de Conferentie over de toekomst van Europa;
  • de communicatiestrategie van de ERK, en
  • het werkprogramma 2022 en daarna.

President

De president is verantwoordelijk voor de strategie van de instelling, de planning en het prestatiebeheer, communicatie en betrekkingen met de media, institutionele betrekkingen, juridische zaken en interne audit. Ook vertegenwoordigt de president de ERK in haar externe betrekkingen.

Onze leden kiezen de president uit hun midden voor een termijn van drie jaar, die kan worden verlengd. De gekozen persoon treedt vervolgens op als eerste onder zijns gelijken (primus inter pares), zit de vergaderingen van de Rekenkamer voor en zorgt ervoor dat de beslissingen van de Rekenkamer worden uitgevoerd.

Klaus-Heiner Lehne werd in september 2016 tot president verkozen en in september 2019 herkozen.

NB: Per februari 2022.

Controlekamers en comités

De leden worden toegewezen aan een van de vijf controlekamers, waarbinnen de meeste van onze controleverslagen, analyses en adviezen worden vastgesteld. De controlekamers verdelen hun taken onder hun leden. Elk lid moet verantwoording afleggen aan de kamer en de Rekenkamer voor zijn/haar eigen controletaken. De controlewerkzaamheden worden verricht door professionele auditors die werken voor de directoraten van de controlekamers.

De leden van elke controlekamer kiezen een deken voor een periode van twee jaar, die kan worden verlengd. In december 2021 waren de dekens van onze vijf controlekamers Samo Jereb, Iliana Ivanova, Bettina Jakobsen, Mihails Kozlovs en Tony Murphy.

Het Comité belast met de kwaliteitsbewaking van de controle (Audit Quality Control Committee, AQCC) houdt zich bezig met het controlebeleid, de controlenormen en -methodologie van de ERK, ondersteuning en ontwikkeling op het gebied van controle, en kwaliteitsbewaking van de controle. Het Comité bestaat uit één lid per controlekamer en wordt voorgezeten door Jan Gregor.

Besluiten over bredere strategische en administratieve aangelegenheden worden genomen door het Administratief Comité (AC) en, in voorkomend geval, door het college van de leden, die beide worden voorgezeten door de president. Het Administratief Comité bestaat uit de president, de dekens van de kamers, de voorzitter van het AQCC en het lid voor institutionele betrekkingen (vanaf december 2021: Rimantas Šadžius).

In 2021 vonden er 95 kamervergaderingen, 12 AC-vergaderingen en 9 AQCC-vergaderingen plaats. Als gevolg van de pandemie vonden de meeste van deze vergaderingen in hybride vorm plaats. Het aanwezigheidspercentage bij deze vergaderingen bedroeg respectievelijk 98 %, 96 % en 96 %.

Andere commissies zijn de ethische commissie (voorgezeten door Joëlle Elvinger), het interne auditcomité (voorgezeten door Ivana Maletić) en het Raadgevend Comité op het gebied van strategie en toekomstige ontwikkelingen (sinds december 2021 voorgezeten door Helga Berger).

Ons hogere management bestaat uit de secretaris-generaal en de directeuren. In totaal zijn er tien directoraten. Vijf daarvan zijn aan controlekamers, één aan het AQCC, één aan het presidentschap en drie aan het secretaraat-generaal verbonden.

Zacharias Kolias trad op 1 januari 2021 in functie als secretaris-generaal van de ERK voor een ambtstermijn van zes jaar.

NB: Per februari 2022.

Prestatiemeting

Wij passen een reeks essentiële prestatie-indicatoren (key performance indicators, KPI’s) toe om ons management te informeren over de geboekte vooruitgang bij het verwezenlijken van onze strategische doelstellingen, de besluitvorming te ondersteunen en onze institutionele belanghebbenden informatie te verschaffen over onze prestaties. We hebben de KPI’s geactualiseerd ter ondersteuning van onze strategie voor 2021‑2025. Met de volgende reeks van vijf KPI’s wordt een globaal overzicht gegeven van onze prestaties als organisatie wat betreft de verspreiding, impact en beeldvorming van ons werk:

  • aantal gepubliceerde verslagen (ten opzichte van de planning);
  • aanwezigheid in de media;
  • impact en beeldvorming van ons werk (feedback van belanghebbenden);
  • onze aanwezigheid bij andere instellingen, nationale parlementen en regeringen van de lidstaten, en internationale activiteiten;
  • uitvoering van de aanbevelingen van de ERK.
Ondanks de beperkingen in het kader van COVID-19 hebben wij in 2021 32 verslagen gepubliceerd

In 2021 publiceerden we, ondanks de moeilijke omstandigheden als gevolg van COVID-19, 32 verslagen, evenveel als in 2020. Deze omvatten 27 speciale verslagen en 5 analyses. Dit zijn echter 8 verslagen minder dan de 40 die in het werkprogramma voor 2021 en daarna waren gepland, aangezien sommige controles in de loop van het jaar vertraging hadden opgelopen.

Aantal gepubliceerde verslagen

In totaal hebben we in 2021 55 publicaties uitgebracht.

Aanwezigheid in de media

2021: toename van berichtgeving in de media

In 2021 registreerden we ongeveer 67 000 onlineartikelen en berichten op sociale media in verband met onze controleverslagen, andere publicaties of de ERK in het algemeen. Dit betekent een aanzienlijke toename van de berichtgeving ten opzichte van voorgaande jaren (2020: 32 000; 2019: 51 000).

De berichtgeving in de media kan aanzienlijk variëren naar gelang van het onderwerp en de complexiteit van een verslag. Externe factoren, zoals een belangrijke gebeurtenis of beleidsontwikkeling, kunnen ook van invloed zijn op de belangstelling van de media voor onze publicaties. Bovendien is in noodsituaties, zoals de COVID-19-pandemie, de aandacht van de media vooral gericht op crisisrelevant materiaal.

Sinds de lockdown in verband met COVID-19 hebben we onze publicaties virtueel gepromoot, waardoor wij ons contact met journalisten hebben kunnen intensiveren. Dit heeft een positieve invloed gehad op onze berichtgeving in de media.

In vergelijking met voorgaande jaren steeg de belangstelling voor onze controleverslagen aanzienlijk. Dit was ook het geval voor andere publicaties en de ERK in het algemeen, waardoor de berichtgeving in de media dicht bij het niveau van vóór de COVID-19-crisis lag.

Interactie met de pers

In 2021 publiceerden we 49 persberichten in 23 EU-talen, alsmede informatieve nota’s, informatiedocumenten voor de media en (gebruiksklare) audioverklaringen in bepaalde talen. Ook stelden we standpuntnota’s op voor publicatie in invloedrijke kranten en gaven we een aantal interviews met grote mediakanalen in heel Europa die radio, tv en de geschreven pers omvatten. Daarnaast hebben we 26 onlinepersbriefings gehouden, waaronder persbriefings met betrekking tot het jaarverslag voor specifieke landen. In totaal trokken onze briefings 527 journalisten, waarvan de meesten grote nationale mediakanalen in de EU-lidstaten vertegenwoordigden.

Eén miljoen bezoeken aan de ERK-website

In 2021 werd onze website opnieuw meer dan een miljoen keer bezocht, onder meer door ongeveer 546 000 unieke bezoekers.

Activiteiten op sociale media liepen terug

Socialemediakanalen stellen ons in staat rechtstreeks met burgers te communiceren. In 2021 bleven wij, tegen de achtergrond van de COVID-19-crisis, onze activiteiten op sociale media afbouwen; in totaal hebben we 718 berichten over de ERK en haar werkzaamheden op onze socialemediakanalen geplaatst (2020: 1 007 berichten).

In 2021 bleven wij in onze berichten op sociale media verwijzen naar artikelen in het ECA Journal. Zodoende werden in 28 % van onze berichten artikelen overgenomen die eerder in het ECA Journal waren gepubliceerd (2020: 32 %).

2021: het aantal volgers op sociale media nam verder toe

Eind 2021 hadden onze drie socialemedia-accounts (Twitter, LinkedIn en Facebook) ongeveer 39 000 volgers. In 2020 waren dit er 35 000.

Impact en beeldvorming van ons werk

83 % van de respondenten van onze enquêtes vindt onze verslagen nuttig voor hun werk

We beoordelen de waarschijnlijke impact en het nut van ons werk, zoals waargenomen door de lezers van onze verslagen bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, EU-agentschappen, permanente vertegenwoordigingen, agentschappen en HCI’s van de lidstaten, ngo’s, academici, de media en andere partijen.

Sinds 2018 vragen wij onze lezers in geanonimiseerde elektronische enquêtes kwalitatieve feedback te geven over een geselecteerd aantal verslagen en algemene suggesties voor onze werkzaamheden te doen.

In 2021 vond 83 % van de bijna 500 respondenten onze verslagen nuttig voor hun werk en vond 79 % dat ze impact hadden. Dit is vergelijkbaar met het resultaat van vorig jaar (2020: respectievelijk 84 % en 75 %).

Onze aanwezigheid bij andere instellingen, nationale parlementen en regeringen van de lidstaten, en internationale activiteiten

Aanzienlijke toename van de aanwezigheid

In totaal presenteerden we in 2021 419 keer de resultaten van onze werkzaamheden bij de commissies van het Europees Parlement, de voorbereidende instanties van de Raad, nationale parlementen en regeringen van de lidstaten.

Daarnaast namen we deel aan 154 internationale activiteiten. Deze omvatten de activiteiten van internationale organisaties voor openbare controle, met name INTOSAI en EUROSAI, alsook bilaterale evenementen met andere HCI’s, conferenties, vergaderingen en activiteiten gericht op een breder publiek.

In 2021 hebben wij onze KPI met betrekking tot onze aanwezigheid bijgewerkt om hierin de regeringen van de lidstaten en internationale activiteiten op te nemen.

Over het algemeen hebben we onze interactie met onze Europese en internationale belanghebbenden aanzienlijk geïntensiveerd, waardoor het niveau van vóór de COVID-19-pandemie werd overschreden.

Uitvoering van de aanbevelingen van de ERK

Bijna al onze aanbevelingen van 2017 zijn opgevolgd

Wij meten de uitvoering van onze aanbevelingen op basis van de door onze auditors uitgevoerde follow-upcontroles. Voor 2021 analyseerden we de aanbevelingen die in onze verslagen van 2017 waren gedaan.

Uit de analyse bleek dat 94 % van de 35 aanbevelingen die we deden in ons Jaarverslag 2017 en 89 % van de 161 aanbevelingen in onze speciale verslagen van 2017 volledig, in enkele of in de meeste opzichten was uitgevoerd.

Ons personeel

Toewijzing van personeel

Eind 2021 waren er, net als in voorgaande jaren, 853 vaste en tijdelijke ambten bij de ERK. 527 hiervan waren ambten bij de controlekamers, inclusief 104 ambten in de kabinetten van de leden.

Bovendien waren aan het einde van het jaar 92 arbeidscontractanten en 25 gedetacheerde nationale deskundigen bij ons werkzaam (2020: respectievelijk 83 en 15).

Werving

Bij ons wervingsbeleid worden de algemene beginselen en arbeidsvoorwaarden van de EU-instellingen in acht genomen en onze medewerkers hebben de meest uiteenlopende academische en professionele achtergronden.

In 2021 hebben we 80 nieuwe werknemers aangeworven (2020: 62 werknemers), waaronder 16 ambtenaren, 21 tijdelijke functionarissen, 30 arbeidscontractanten en 13 gedetacheerde nationale deskundigen.

Ons ASPIRE-programma voor auditors is bedoeld om de beroepsmatige integratie van nieuwkomers te vergemakkelijken, zodat zij ervaring op de werkplek kunnen opdoen bij verschillende controletaken en tijdens hun eerste drie jaar aan gerichte opleidingsactiviteiten kunnen deelnemen.

Tevens boden we 56 universitair afgestudeerden (2020: 44) een stageplaats voor drie tot vijf maanden. In 2021 werkten onze stagiairs gedurende de sessies van maart en mei vanuit hun land van herkomst, en gedurende die van oktober in dezelfde hybride vorm als de andere medewerkers van de ERK, waarbij werkzaamheden op kantoor en op afstand werden gecombineerd.

Leeftijdsprofiel

Driekwart (76 %) van ons personeel dat eind 2021 in actieve dienst was, was 40-59 jaar; dit is vergelijkbaar met het percentage in 2020.

Bijna driekwart (73 %) van onze directeuren en hoofdmanagers is 50 jaar of ouder (2020: 80 %). Dit houdt in dat het management de komende vijf tot tien jaar wordt vernieuwd naarmate deze managers met pensioen gaan.

Gelijke kansen

Over het algemeen is de verhouding tussen vrouwen en mannen in ons personeelsbestand gelijk.

Wij zetten ons in om ons personeel op alle niveaus van de organisatie gelijke carrièrekansen te bieden. De verhouding tussen vrouwen en mannen in ons personeelsbestand is gelijk en in 2021 was meer dan een derde (36 %) van onze directeuren en hoofdmanagers vrouw (35 % in 2020).

Het percentage vrouwelijke hoofdmanagers op controlegebied bij de ERK bedroeg 37,5 % (29 % in 2020), wat dicht bij de doelstelling voor 2027 van 40 % ligt. Met ons nieuwe meerjarig beleid en actieplan voor 2021‑2025 zijn we in 2021 overgegaan van een beleid van gelijke kansen naar een bredere aanpak van diversiteit en inclusie.

Ook blijven wij ons inzetten voor het geografisch evenwicht onder onze managers.

Ondersteuning van de controle

Controlemethodologie

AWARE

In 2021 hebben we ons interne digitale platform AWARE (Accessible Web-based Audit Resource) beschikbaar gesteld op onze website. Dit biedt het publiek een centraal toegangspunt tot onze controlemethodologie en -richtsnoeren.

Beroepsopleiding

Consolidatie van online leren

Zoals verwacht was online leren in 2021 de norm. Op basis van de ervaring die in het voorgaande jaar werd opgedaan, konden we een recordaantal leeractiviteiten (616) over verschillende onderwerpen, van controle tot gegevensbescherming, organiseren. In enkele gevallen liet de situatie op het gebied van de volksgezondheid hybride of klassikale opleidingen toe.

Het grote aantal onlineactiviteiten en het gebrek aan beperkingen met betrekking tot het aantal deelnemers hadden een positief effect op de opleidingsindicatoren, die aanzienlijk zijn toegenomen ten opzichte van 2020.

2021: streefdoel inzake beroepsopleiding overschreden

Opnieuw hebben wij het streefdoel inzake beroepsopleiding overschreden (vijf dagen per jaar voor auditors — taalcursussen niet meegerekend — overeenkomstig de aanbevelingen van de Internationale Federatie van Accountants, en twee dagen voor andere personeelsleden).

Onze auditors woonden gemiddeld 8,5 opleidingsdagen bij (5,4 in 2020), terwijl andere personeelsleden gemiddeld 4,2 opleidingsdagen bijwoonden (3,1 in 2020).

Op maat gesneden opleiding voor auditors

Onze prioriteit is het ondersteunen van de controleactiviteiten van de ERK door relevante en tijdige opleidingen aan te bieden. Daarom bleven we cursussen op maat over verschillende onderwerpen organiseren. Deze betroffen onder meer de circulaire economie, vrij verkeer tijdens de COVID-19-crisis, goed begrotingsbeheer, steenkoolregio’s in transitie, overheidsopdrachten, het nieuwe MFK 2021‑2027, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en het douanewetboek van de EU.

We hebben onze opleidingsactiviteiten op het gebied van fraude, ethiek en integriteit geïntensiveerd door verschillende cursussen en presentaties over gerelateerde onderwerpen te organiseren. Wij hebben opleiders en sprekers van OLAF, het EOM, Eurojust en Transparency International uitgenodigd om hun kennis en ervaring met ons personeel te delen.

Thematische programma’s

Net als in 2020 werd de opleidingsdag 2021 een virtuele opleidingsweek. We hebben van de gelegenheid gebruikgemaakt om de fysieke grenzen te overschrijden door sprekers van buiten Europa uit te nodigen. Op de Audit Fair voerden de HCI’s van (in de volgorde waarin zij op de agenda stonden) Australië, Zuid-Afrika, Brazilië, Japan en Canada het woord. Andere zeer interessante presentaties betroffen onderwerpen als milieu, communicatie en gegevensanalyse.

Oktober 2021 was de negende Europese maand van de cyberbeveiliging (European Cyber Security Month, ECSM), een initiatief ter bevordering van onlinebeveiliging en bewustmaking van EU-burgers over cyberbeveiliging. De ERK had de eer om samen met de Europese Commissie het openingsevenement te organiseren. We bereidden voor deze maand een boordevol programma voor waarin toonaangevende deskundigen op het gebied van cyberbeveiliging van de EU-instellingen en hun collega’s in Luxemburg werden samengebracht.

In november 2021 organiseerden we de eerste “Heldere taaldagen” bij de ERK. De themaweek was opgebouwd rond de Clear Language Awards, een ceremonie waarin de opstellers van de beste speciale verslagen van de ERK worden gehuldigd en beloond, en bood een gelegenheid om na te denken over helder taalgebruik en de uitdagingen waarmee wij worden geconfronteerd wanneer we ons tot het publiek richten.

Opleiding en bewustmaking inzake de nieuwe hybride omgeving

In 2021 hebben wij ons opleidingsprogramma voor loopbaanadviseurs, mentoren, interne facilitators en vertrouwenspersonen voortgezet. Om ons personeel in de nieuwe hybride omgeving te ondersteunen en hun veerkracht te helpen vergroten, hebben we verschillende presentaties en workshops georganiseerd over onderwerpen als COVID-19, eenzaamheid en pesten op het werk, intimidatie tijdens de lockdown, mindfulness en het belang van offline zijn bij telewerken.

Vertaling

In 2021 hebben wij meer dan 227 000 bladzijden vertaald en gereviseerd (2020: 235 000), met inbegrip van 29 800 bladzijden uitbesteed werk. Onze vertalers namen ook deel aan onze controleactiviteiten door het verlenen van taalkundige ondersteuning tijdens controlebezoeken en onlinevergaderingen en bij het opstellen van verslagen. Daarnaast waren zij betrokken bij communicatiewerkzaamheden; zij gaven taaladvies en verbeterden de kwaliteit van berichten door deze op de doelgroep af te stemmen, bijvoorbeeld door middel van culturele aanpassing.

We hebben een Iers taalteam aangeworven en opgeleid zodat dit vanaf 2022 een vergelijkbare output als die van andere taalgroepen kan realiseren.

Informatiebeveiliging

2021: weer een druk jaar wat betreft cyberbeveiliging

Aangezien het personeel van de ERK als gevolg van de COVID-19-pandemie door middel van hun apparatuur volledig met de ERK in verbinding bleef staan, bleef cyberbeveiliging in 2021 bijzonder relevant. We werden met herhaaldelijke cyberaanvallen en gegevensinbreuken geconfronteerd, maar hebben nieuwe applicaties geïnstalleerd om onze instelling een krachtiger bescherming te bieden.

Na de vaststelling van ons nieuwe informatierubriceringsbeleid vorig jaar hebben we richtsnoeren voor de rubricering van informatie van de ERK opgesteld, met inbegrip van richtsnoeren voor het verlenen van toegang tot deze informatie via een intern uitwisselingsplatform.

Ook stelden we Besluit nr. 041/2021 vast betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie. We hebben vertegenwoordigers van de Europese Commissie uitgenodigd om ons uitgebreide administratieve gebied te beoordelen om toestemming te krijgen voor de verwerking door de ERK van informatie die door de EU als vertrouwelijk is aangemerkt.

De belangrijkste resultaten voor deze periode waren:

  • de eerste twee gesimuleerde phishingcampagnes bij de Rekenkamer om het cyberbewustzijn van gebruikers te meten;
  • de invoering van EU Sign als de officiële oplossing voor elektronische handtekeningen voor de ERK. EU Sign is een dienst voor elektronische handtekeningen die wordt aangeboden door de Europese Commissie;
  • installatie van een nieuw instrument ter bescherming van gevoelige bestanden en dossiers.

Het jaar 2021 vormde een uitdaging wat betreft het beheer van kwetsbaarheden vanwege het grote aantal dreigingen waarvoor snelle actie van de IT-teams was vereist teneinde kritieke gebreken in software te verhelpen.

Gebouwen

We zijn momenteel eigenaar van drie gebouwen (“K1”, “K2” en “K3”), die als één enkele geïntegreerde technische eenheid functioneren. Ook huren we kantoorruimte voor ons noodcentrum in Luxemburg.

Wegens de huidige COVID-19-crisis werkte in 2021 bijna al ons personeel van huis uit en werden externe bezoeken zoveel mogelijk beperkt. Zodra vaccins beschikbaar kwamen, werden de meeste personeelsleden van de ERK gevaccineerd. Hierdoor kon de ERK, mede door een afname van het aantal nieuwe COVID-19-besmettingen in de zomer, personeel verplichten in het najaar regelmatig op kantoor te werken. Net als andere EU-instellingen heeft de ERK met ingang van 13 september 2021 een verplicht minimum van twee kantoordagen per week ingevoerd (maandelijks gemiddelde). Toen de omikronvariant opkwam, werd dit teruggebracht tot één dag per week.

Tegelijkertijd werden alle noodzakelijke maatregelen op het gebied van gezondheid en veiligheid getroffen, zodat het personeel dat nog op het kantoor aanwezig was tot de normalisering van de situatie in de best mogelijke omstandigheden kon werken.

In 2021 werden de vergaderruimten van de Rekenkamer aangepast om hybride vergaderingen mogelijk te maken.

K1

In het K1-gebouw, dat in 1988 zijn deuren opende, zijn er kantoren voor maximaal 310 personeelsleden en vergaderruimten. Op de kelderverdiepingen bevinden zich parkeerplaatsen, technische voorzieningen, opslagruimten, de bibliotheek en de belangrijkste archiefruimte, terwijl de bovenste verdieping geheel in gebruik is voor technische voorzieningen.

K1 werd in 2008 gemoderniseerd om het in overeenstemming te brengen met de nationale normen inzake gezondheid, veiligheid en milieu. Waar mogelijk werd de technologie in K1 aangepast om deze compatibel te maken met de in K2 en K3 toegepaste technologie.

K2

Het K2-gebouw werd in 2003 geopend. Op de kelderverdiepingen bevinden zich parkeerplaatsen, technische voorzieningen, opslagruimten en het fitnesscentrum. De bovenste verdieping is geheel in gebruik voor technische voorzieningen. Op de overige verdiepingen zijn kantoren voor maximaal 241 personeelsleden, vergaderruimten, een conferentiezaal met tolkencabines, videoconferentieruimten, een cafetaria en eenvoudige keukens.

Het K2-gebouw wordt momenteel gerenoveerd om de indeling van de werkplekken te optimaliseren en bepaalde technische installaties te moderniseren. De werkzaamheden werden aan het begin van de COVID-19-crisis opgeschort, in november 2020 herstart en moeten eind 2022 zijn afgerond.

Zoals in maart 2014 werd afgesproken met het Europees Parlement en de Raad, dekken wij de kosten van deze modernisering met het resterende budget van het K3-bouwproject, dat enkele jaren geleden werd afgerond.

K3

Het K3-gebouw werd in 2012 geopend. Op de kelderverdiepingen bevinden zich parkeerplaatsen, technische voorzieningen en opslagruimten, losplaatsen, voorzieningen voor afvalopslag, de printshop, keukens en archieven. Op de begane grond bevinden zich de kantine, een cafetaria en cursuslokalen. In K3 zijn ook kantoren voor 503 personeelsleden, vergaderruimten en een IT-ruimte. Op de zesde verdieping bevinden zich ontvangstruimten, een keuken en technische voorzieningen. De BREEAM-beoordeling van het K3-gebouw is “zeer goed” (BREEAM is de wereldwijd toonaangevende methode voor het evalueren en certificeren van de duurzaamheid van gebouwen).

De ERK-gebouwen op het plateau van Kirchberg in Luxemburg.

Milieubeheer

Als EU-instelling hebben we de plicht om het beginsel van goed milieubeheer toe te passen bij al onze activiteiten. Het is dan ook ons streven om onze impact op het milieu voortdurend te blijven verkleinen. Wij monitoren en analyseren jaarlijks de door onze activiteiten gegenereerde broeikasgasemissies.

De ERK is trots op haar certificering in het kader van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS). Wij passen met succes een systeem voor milieubeheer toe dat voldoet aan EMAS en we voldoen volledig aan de certificeringsvereisten van ISO 14001:2015.

Sinds maart 2020 heeft de pandemie ontegenzeglijk een positief effect gehad op onze milieu-indicatoren:

  • de CO2-emissies van werkgerelateerd reizen en woon-werkverkeer zijn drastisch afgenomen;
  • indicatoren die rechtstreeks verband houden met de aanwezigheid van personeel ter plaatse, zoals papier- en waterverbruik en afvalproductie, zijn sterk gedaald als gevolg van massaal telewerken, en
  • ook het energieverbruik daalde, zij het in mindere mate, tijdens perioden van lockdown en verminderde bezettingsgraad, toen het personeel meestal vanuit huis werkte.

In 2020 was onze totale broeikasgasuitstoot 6 144 ton kooldioxide-equivalent (tCO2e), een vermindering met 43 % sinds 2014, het jaar waarin we begonnen met het meten van onze CO2-uitstoot.

Duurzaamheidsverslaglegging

De Rekenkamer zal over de in 2021 geleverde inspanningen inzake duurzaamheid in een specifiek verslag rapporteren.

Onze verantwoording

Financiële informatie

Onze instelling wordt gefinancierd uit de EU-begroting onder de rubriek administratieve uitgaven.

In 2021 bedroeg onze begroting ongeveer 153,7 miljoen EUR.

Onze begroting maakt ongeveer 1,5 % uit van de totale administratieve uitgaven van de EU (minder dan 0,1 % van de totale EU-uitgaven).

Uitvoering van de begroting 2021

BEGROTINGSJAAR 2021 Definitieve kredieten Vastleggingen Percentage gebruik (vastleggingen/kredieten) Betalingen
Titel 1: Aan de instelling verbonden personen (duizend EUR)
10 — Leden van de instelling 10 654 10 138 95 % 10 111
12 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 114 511 112 601 98 % 112 601
14 — Andere personeelsleden en prestaties van derden 7 835 7 152 91 % 6 861
162 — Dienstreizen 1 529 383 25 % 266
161 + 163 + 165 — Andere uitgaven voor aan de instelling verbonden personen 2 660 2 519 95 % 2 144
Subtotaal titel 1 137 189 132 793 97 % 131 983
Titel 2: Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
20 — Onroerende goederen 4 306 4 306 100 % 2 282
210 — IT&T 9 141 9 141 100 % 4 484
212 + 214 + 216 — Roerende goederen en bijkomende kosten 880 837 95 % 470
23 — Lopende huishoudelijke uitgaven 385 324 84 % 296
25 — Vergaderingen en conferenties 496 90 18 % 69
27 — Voorlichting en publicaties 1 325 1 074 81 % 739
Subtotaal titel 2 16 533 15 772 95 % 8 340
Totaal Rekenkamer 153 722 148 565 97 % 140 323

Begroting 2022

De begroting 2022 houdt een stijging in van 5,48 % ten opzichte van 2021.

BEGROTINGSJAAR 2021 2022 2021
Titel 1: Aan de instelling verbonden personen (duizend EUR)
10 — Leden van de instelling 11 715 10 704
12 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen 120 838 114 120
14 — Andere personeelsleden en prestaties van derden 8 444 7 861
162 — Dienstreizen 2 452 2 988
161 + 163 + 165 — Andere uitgaven voor aan de instelling verbonden personen 2 732 2 613
Subtotaal titel 1 146 181 138 286
Titel 2: Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven
20 — Onroerende goederen 3 778 3 358
210 — IT&T 8 228 8 171
212 + 214 + 216 — Roerende goederen en bijkomende kosten 944 901
23 — Lopende huishoudelijke uitgaven 574 565
25 — Vergaderingen en conferenties 675 696
27 — Voorlichting en publicaties 1 761 1 745
Subtotaal titel 2 15 960 15 436
Totaal Rekenkamer 162 141 153 722

NB: De gerapporteerde cijfers hebben betrekking op de oorspronkelijke begroting.

Interne en externe controle

Interne controle

Onze Interne Auditdienst (IAD) adviseert de instelling over risicobeheer. Deze verschaft op onafhankelijke, objectieve wijze zekerheid en verleent advies dat waarde moeten toevoegen aan de activiteiten van onze instelling en deze moet verbeteren. De IAD rapporteert aan het Intern Auditcomité, dat bestaat uit drie ERK-leden en een externe deskundige. Het Comité monitort regelmatig de voortgang van de diverse taken die in het jaarlijks werkprogramma van de IAD zijn uiteengezet en waarborgt de onafhankelijkheid van de dienst.

In 2021 heeft de IAD het risicobeheerbeleid van de ERK verder geëvalueerd en verslagen opgesteld voor drie taken: gelijke kansen, fraudebeheer, en bedrijfscontinuïteit en maatregelen ter bescherming van het personeel in het kader van de COVID-19-crisis. De IAD heeft ook de belangrijkste controlewerkzaamheden afgerond voor twee andere taken: IT-governance en het aanwervingsproces, waarover in 2022 verslagen zullen worden uitgebracht.

Over het geheel genomen hebben de werkzaamheden van de IAD geen tekortkomingen aan het licht gebracht die vanwege de aard of omvang ervan twijfels doen rijzen omtrent de algehele betrouwbaarheid van de internecontrolesystemen die door de gedelegeerd ordonnateur zijn ingesteld om de wettigheid en regelmatigheid van de financiële verrichtingen in 2021 te waarborgen.

Externe controle

Onze jaarrekening wordt gecontroleerd door een onafhankelijke externe accountant. Dit is belangrijk, omdat hieruit blijkt dat we op onszelf dezelfde beginselen van transparantie en verantwoording toepassen als op onze gecontroleerden.

Onze extern accountant — PricewaterhouseCoopers Sàrl — heeft zijn verslag betreffende onze rekeningen over het begrotingsjaar 2020 op 6 mei 2021 uitgebracht.

Oordelen van onze externe auditor — begrotingsjaar 2020

Betreffende onze financiële overzichten:

De bijgaande financiële overzichten geven naar ons oordeel een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer — ERK — (de “onderneming”) per 31 december 2020, van het resultaat van haar verrichtingen, haar kasstromen, en van de veranderingen van de nettoactiva voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).”

Betreffende ons gebruik van middelen en onze controleprocedures:

“Op basis van onze in dit verslag omschreven werkzaamheden is niets onder onze aandacht gekomen dat ons, in enig materieel opzicht en op grond van de hiervoor vermelde criteria, doet aannemen:

  • dat de aan de ERK toegewezen middelen niet voor de gestelde doelen zijn gebruikt;
  • dat de bestaande controleprocedures niet de noodzakelijke waarborgen bieden dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: eca.europa.eu/nl/Pages/ContactForm.aspx
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (https://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022

PDF ISBN 978-92-847-7460-9 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/347 QJ-AA-22-001-NL-N
HTML ISBN 978-92-847-7427-2 ISSN 2362-9576 doi:10.2865/552480 QJ-AA-22-001-NL-Q
PRINT ISBN 978-92-847-7475-3 ISSN 1684-0704 doi:10.2865/501 QJ-AA-22-001-NL-C

De publicatie is beschikbaar in 24 talen en in het volgende formaat:

PDF
PDF General Report

AUTEURSRECHT

© Europese Unie, 2022.

Het beleid van de Europese Rekenkamer (ERK) inzake hergebruik is uiteengezet in Besluit nr. 6‑2019 van de ERK over het opendatabeleid en het hergebruik van documenten.

Tenzij anders aangegeven (bijv. in afzonderlijke auteursrechtelijke mededelingen), wordt voor inhoud van de ERK die eigendom is van de EU een licentie verleend in het kader van de Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie. Als algemene regel geldt derhalve dat hergebruik is toegestaan mits de bron correct wordt vermeld en eventuele wijzigingen worden aangegeven. De hergebruiker van ERK-inhoud mag de oorspronkelijke betekenis of boodschap niet wijzigen. De ERK is niet aansprakelijk voor mogelijke gevolgen van hergebruik.

Aanvullende toestemming moet worden verkregen indien specifieke inhoud personen herkenbaar in beeld brengt, bijvoorbeeld op foto’s van personeelsleden van de ERK, of werken van derden bevat.

Indien dergelijke toestemming wordt verkregen, wordt de bovengenoemde algemene toestemming opgeheven en zullen beperkingen van het gebruik daarin duidelijk worden aangegeven.

Voor de volgende afbeeldingen is hergebruik toegestaan mits de auteursrechthebbende, de bron en, voor zover genoemd, de naam van de fotografen worden vermeld:

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, bron: Europese Commissie/Jennifer Jacquemart.

* © Europese Unie, bron: Europese Commissie/John Charlton.

* © Europese Unie, bron: Europese Commissie/Xavier Lejeune.

* © Europese Unie, bron: Europese Commissie/Boryana Katsarova.

* © Europese Unie, 2021, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, bron: Europese Commissie/Seyllou Diallo/Stefan Heunis.

* © Europese Unie, bron: Europees Parlement/Daina Le Lardic.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2022, bron: Europese Rekenkamer.

* © Europese Unie, 2021, bron: Europees Parlement.

Voor de volgende afbeeldingen is reproductie toegestaan, mits met bronvermelding:

* © Europese Unie, 2021, bron: Contactcomité van de hoge controle-instanties van de Europese Unie.

Wilt u inhoud gebruiken of reproduceren die geen eigendom van de EU is, dan dient u de auteursrechthebbende mogelijk rechtstreeks om toestemming te vragen:

* © Getty Images/Xavier Lejeune; © Getty Images/Stadratte; © Getty Images/gorodenkoff.

* © Getty Images/Darwel.

* © Getty Images/RADZONIMO.

* © Getty Images/EmirMemedovski.

* © Getty Images/insta_photos.

* © Getty Images/serts.

* © Getty Images/Jevtic.

* © Getty Images/Denis Suslov.

* © Getty Images/Vertigo3d.

* © Getty Images/typhoonski.

* © Getty Images/tommy.

* © Pixabay/Alexas Fotos; © Getty Images/valio84sl & beijingstory; © Nuno André Ferreira.

* © MicroStockHub/Getty Images.

* © Ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen/Lithuanian Banking Association.

* © UKCOP26.ORG

* © GLOBAL VIEW SPRL — fotograaf: Simon Schmitt. Architecten van de gebouwen: Paul Noël (1988) en Jim Clemes (2004 & 2013).

Software of documenten waarop industriële-eigendomsrechten rusten, zoals octrooien, handelsmerken, geregistreerde ontwerpen, logo’s en namen, zijn uitgesloten van het beleid van de ERK inzake hergebruik.

De groep institutionele websites van de Europese Unie met de domeinnaam “europa.eu” bevat links naar sites van derden. Aangezien de ERK geen controle heeft over deze sites, wordt u aangeraden kennis te nemen van hun privacy- en auteursrechtbeleid.

Gebruik van het ERK-logo

Het logo van de ERK mag niet worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van de ERK.

Hoe neemt u contact op met de EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Bel of mail
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen),
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • een e-mail te sturen via: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Waar vindt u informatie over de EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op: https://europa.eu/european-union/index_nl

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen op: https://op.europa.eu/nl/publications (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie https://europa.eu/european-union/contact_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële talen, krijgt u op EUR-Lex op: https://eur-lex.europa.eu

Open data van de EU
Het opendataportaal van de EU (https://data.europa.eu/euodp/nl) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.