Beroepsonderwijs en -opleiding:
Vaardigheden voor vandaag en voor de toekomst
Beroepsonderwijs en -opleiding:
Vaardigheden voor vandaag en voor de toekomst
Beroepsonderwijs en -opleiding:
Vaardigheden voor vandaag en voor de toekomst
In Europa bevinden we ons in een overgangsperiode. De groene en digitale transformaties zijn essentieel voor een duurzame toekomst en brengen zowel kansen als uitdagingen met zich mee. We streven er ook naar om sterker uit de COVID-19-pandemie te komen en deze transformationele periode te gebruiken om nieuwe kansen en banen te creëren om het herstel van Europa te stimuleren.
Naarmate industrieën en beroepen veranderen, zullen ook de behoeften van werkgevers en de eisen die aan werknemers worden gesteld veranderen. Hoogwaardig beroepsonderwijs en -opleiding speelt een sleutelrol om ervoor te zorgen dat mensen over de juiste vaardigheden beschikken om sociaal-economische uitdagingen aan te pakken en te gedijen in hun persoonlijke en professionele leven. Dit geldt zowel voor de jongeren van vandaag, voor wie beroepsonderwijs en -opleiding een soepele weg naar de arbeidsmarkt biedt vanuit de leerplicht, als voor volwassenen die zich moeten bij- en omscholen om zich aan te passen aan een veranderende arbeidswereld.
De Europese Unie (EU) loopt al lang voorop bij het bevorderen van en investeren in beroepsonderwijs en -opleiding. In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die in 2020 is gepubliceerd, wordt de alomvattende visie van de EU voor de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding uiteengezet. Ons doel is om van beroepsonderwijs en -opleiding een hoogwaardige, aantrekkelijke optie te maken voor alle lerenden.
Hoewel de Commissie het voortouw neemt met een breed scala aan beleidsinitiatieven, ondersteuningsinstrumenten en financieringsmechanismen op EU-niveau, hebben de lidstaten de bevoegdheid om de vereiste hervormingen te realiseren. De lidstaten hebben door middel van de Verklaring van Osnabrück al concrete acties onderschreven en zich daartoe verbonden. Het is nu het moment om deze hervormingen door te voeren en onze collectieve visie op beroepsonderwijs en -opleiding in Europa te helpen verwezenlijken.
Het is mij een groot genoegen om het voorwoord van deze brochure te geven, waarin onze visie op beroepsonderwijs en -opleiding en de beschikbare hulp om de lidstaten bij dit proces te ondersteunen, worden uiteengezet. Ik moedig de lidstaten ten zeerste aan om van deze instrumenten gebruik te maken om hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te versterken en te moderniseren, ten behoeve van alle belanghebbenden bij beroepsonderwijs en -opleiding – en uiteindelijk lerenden – in heel Europa.
Voorwoord
Nicolas Schmit,
Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten
1
In Europa bevinden we ons in een overgangsperiode. De groene en digitale transformaties zijn essentieel voor een duurzame toekomst en brengen zowel kansen als uitdagingen met zich mee. We streven er ook naar om sterker uit de COVID-19-pandemie te komen en deze transformationele periode te gebruiken om nieuwe kansen en banen te creëren om het herstel van Europa te stimuleren.
Naarmate industrieën en beroepen veranderen, zullen ook de behoeften van werkgevers en de eisen die aan werknemers worden gesteld veranderen. Hoogwaardig beroepsonderwijs en -opleiding speelt een sleutelrol om ervoor te zorgen dat mensen over de juiste vaardigheden beschikken om sociaal-economische uitdagingen aan te pakken en te gedijen in hun persoonlijke en professionele leven. Dit geldt zowel voor de jongeren van vandaag, voor wie beroepsonderwijs en -opleiding een soepele weg naar de arbeidsmarkt biedt vanuit de leerplicht, als voor volwassenen die zich moeten bij- en omscholen om zich aan te passen aan een veranderende arbeidswereld.
De Europese Unie (EU) loopt al lang voorop bij het bevorderen van en investeren in beroepsonderwijs en -opleiding. In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die in 2020 is gepubliceerd, wordt de alomvattende visie van de EU voor de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding uiteengezet. Ons doel is om van beroepsonderwijs en -opleiding een hoogwaardige, aantrekkelijke optie te maken voor alle lerenden.
Hoewel de Commissie het voortouw neemt met een breed scala aan beleidsinitiatieven, ondersteuningsinstrumenten en financieringsmechanismen op EU-niveau, hebben de lidstaten de bevoegdheid om de vereiste hervormingen te realiseren. De lidstaten hebben door middel van de Verklaring van Osnabrück al concrete acties onderschreven en zich daartoe verbonden. Het is nu het moment om deze hervormingen door te voeren en onze collectieve visie op beroepsonderwijs en -opleiding in Europa te helpen verwezenlijken.
Het is mij een groot genoegen om het voorwoord van deze brochure te geven, waarin onze visie op beroepsonderwijs en -opleiding en de beschikbare hulp om de lidstaten bij dit proces te ondersteunen, worden uiteengezet. Ik moedig de lidstaten ten zeerste aan om van deze instrumenten gebruik te maken om hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te versterken en te moderniseren, ten behoeve van alle belanghebbenden bij beroepsonderwijs en -opleiding – en uiteindelijk lerenden – in heel Europa.
Voorwoord
Nicolas Schmit,
Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten
1
In Europa bevinden we ons in een overgangsperiode. De groene en digitale transformaties zijn essentieel voor een duurzame toekomst en brengen zowel kansen als uitdagingen met zich mee. We streven er ook naar om sterker uit de COVID-19-pandemie te komen en deze transformationele periode te gebruiken om nieuwe kansen en banen te creëren om het herstel van Europa te stimuleren.
Naarmate industrieën en beroepen veranderen, zullen ook de behoeften van werkgevers en de eisen die aan werknemers worden gesteld veranderen. Hoogwaardig beroepsonderwijs en -opleiding speelt een sleutelrol om ervoor te zorgen dat mensen over de juiste vaardigheden beschikken om sociaal-economische uitdagingen aan te pakken en te gedijen in hun persoonlijke en professionele leven. Dit geldt zowel voor de jongeren van vandaag, voor wie beroepsonderwijs en -opleiding een soepele weg naar de arbeidsmarkt biedt vanuit de leerplicht, als voor volwassenen die zich moeten bij- en omscholen om zich aan te passen aan een veranderende arbeidswereld.
De Europese Unie (EU) loopt al lang voorop bij het bevorderen van en investeren in beroepsonderwijs en -opleiding. In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die in 2020 is gepubliceerd, wordt de alomvattende visie van de EU voor de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding uiteengezet. Ons doel is om van beroepsonderwijs en -opleiding een hoogwaardige, aantrekkelijke optie te maken voor alle lerenden.
Hoewel de Commissie het voortouw neemt met een breed scala aan beleidsinitiatieven, ondersteuningsinstrumenten en financieringsmechanismen op EU-niveau, hebben de lidstaten de bevoegdheid om de vereiste hervormingen te realiseren. De lidstaten hebben door middel van de Verklaring van Osnabrück al concrete acties onderschreven en zich daartoe verbonden. Het is nu het moment om deze hervormingen door te voeren en onze collectieve visie op beroepsonderwijs en -opleiding in Europa te helpen verwezenlijken.
Het is mij een groot genoegen om het voorwoord van deze brochure te geven, waarin onze visie op beroepsonderwijs en -opleiding en de beschikbare hulp om de lidstaten bij dit proces te ondersteunen, worden uiteengezet. Ik moedig de lidstaten ten zeerste aan om van deze instrumenten gebruik te maken om hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te versterken en te moderniseren, ten behoeve van alle belanghebbenden bij beroepsonderwijs en -opleiding – en uiteindelijk lerenden – in heel Europa.
Voorwoord
Nicolas Schmit,
Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten
1
Een inleiding in beroepsonderwijs en -opleiding
Iedereen in Europa moet toegang hebben tot onderwijs, opleiding en een leven lang leren, of ze nu in een grote stad of een afgelegen, landelijk gebied wonen. Het Handvest van de grondrechten van de EU erkent de toegang tot onderwijs en beroepsopleiding en bijscholing als een grondrecht.
Het eerste beginsel van de Europese pijler van sociale rechten is het recht op hoogwaardig en inclusief onderwijs, opleiding en een leven lang leren, terwijl het vierde beginsel, over actieve ondersteuning van de werkgelegenheid, ook benadrukt dat iedereen recht heeft op voortgezet onderwijs en opleiding, en op steun om zijn of haar werkgelegenheidsvooruitzichten te verbeteren.
Deze rechten zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat iedereen volledig kan deelnemen aan de samenleving, zich met succes kan integreren in de arbeidsmarkt en kan gedijen in hun carrière en leven. Werkgevers hebben ook werknemers nodig met de juiste vaardigheden voor de banen van vandaag en morgen, om de dubbele groene en digitale transities van Europa en het herstel van de gevolgen van de COVID-19-pandemie te ondersteunen.
Vaardigheden vormen de kern van de inspanningen van de EU om deze visie te verwezenlijken. Door middel van initiatieven zoals de Europese vaardighedenagenda, de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs werkt de EU aan de ontwikkeling van betere vaardigheden en aan de opbouw van veerkrachtige en toekomstgerichte onderwijs- en opleidingsstelsels die geschikt zijn voor het digitale tijdperk.
Beroepsonderwijs en -opleiding is van cruciaal belang voor dit proces, zoals wordt benadrukt in de aanbeveling van de raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die in november 2020 is aangenomen. Daarnaast hebben de EU-lidstaten en verschillende andere landen de Verklaring van Osnabrück onderschreven, waarin wordt toegezegd te werken aan concrete acties om beroepsonderwijs en -opleiding in Europa tegen 2025 verder te ontwikkelen.
Wat is beroepsonderwijs en -opleiding?
In de aanbeveling van de Raad wordt “beroepsonderwijs en -opleiding” gedefinieerd als “onderwijs en opleiding die erop gericht is jongeren en volwassenen uit te rusten met kennis, vaardigheden en competenties die vereist zijn in bepaalde beroepen of meer in het algemeen op de arbeidsmarkt”. Een dergelijke opleiding kan worden gegeven in formele en niet-formele omgevingen, en op alle niveaus van het Europees kwalificatiekader (EKK). Beroepsonderwijs en -opleiding is de sector van onderwijs en opleiding die het dichtst bij de arbeidsmarkt staat. Deze op maat gesneden vorm van onderwijs en opleiding is enorm belangrijk en effectief, omdat het vaardigheden biedt die werknemers voorbereiden op specifieke loopbanen en beroepen, terwijl het ook waardevolle overdraagbare vaardigheden biedt en effectief reageert op economische behoeften.
Deze brochure geeft een samenvatting van de alomvattende visie van de EU op de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding en het werk dat de EU samen met de lidstaten verricht om deze visie te verwezenlijken. Er wordt gekeken naar het belang van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau en de belangrijkste beginselen voor deze hervormingen, en er worden belangrijke initiatieven gepresenteerd die op EU-niveau het voortouw nemen.
Als u een belanghebbende bij beroepsonderwijs en -opleiding bent - zoals een nationale of regionale autoriteit, praktijkbeoefenaar, schoolleider of leraar, trainer of trainingscentrum, arbeidsbemiddelingsdienst of personeelsmanager -, dan bevat deze publicatie essentiële informatie over de belangrijkste hervormingen en initiatieven die op EU-niveau worden ondernomen en de mogelijke financiële steun die beschikbaar is.
Als u een lerende uit het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding bent, kunt u ook deze brochure lezen om meer te weten te komen over beroepsonderwijs en -opleiding en de voordelen ervan. Dit zal u helpen begrijpen hoe de EU en haar lidstaten u gedurende uw hele beroepsleven ondersteunen bij uw persoonlijke en professionele ontwikkeling.
De voordelen van beroepsonderwijs en -opleiding
Of het nu gaat om jongeren die aan de slag gaan met hun carrière of volwassenen die zich willen bij- en omscholen, beroepsonderwijs en -opleiding biedt lerenden vaardigheden die hun persoonlijke en professionele ontwikkeling ondersteunen:
In de hele EU zijn pas afgestudeerden van programma’s voor beroepsonderwijs- en -opleiding (op hoger secundair en postsecundair niveau) over het algemeen aanzienlijk beter inzetbaar dan pas afgestudeerden van het algemeen onderwijs, zoals blijkt uit de gegevens in grafiek 1 en in de bijlage. Volgens Eurostat bedroeg de arbeidsparticipatie van afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding van 20 tot 34 jaar in 2020 76,1 %, vergeleken met slechts 58,3 % voor afgestudeerden van het algemeen onderwijs van dezelfde leeftijd. Deze trend was ook duidelijk in individuele landen, met 20 lidstaten met een hogere arbeidsparticipatie onder pas afgestudeerden in beroepsonderwijs en -opleiding en slechts vijf met hogere percentages onder afgestudeerden in het algemeen onderwijs. Deze statistieken tonen de doeltreffendheid aan van programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding bij het verschaffen van vaardigheden die lerenden beter inzetbaar en voorbereid maken om de arbeidsmarkt te betreden.
Een evoluerend landschap van beroepsonderwijs en -opleiding
Van oudsher worden beroepsonderwijs en -opleidingsprogramma’s gezien als een manier om mensen voor te bereiden op banen in middengeschoolde beroepen. Hoewel dergelijke beroepen misschien in aantal afnemen, blijven ze het grootste deel van de banen vertegenwoordigen die momenteel op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. De behoefte aan hoger opgeleide werknemers heeft echter ook de weg vrijgemaakt voor de uitbreiding van beroepsonderwijs en -opleiding naar hogere niveaus. Dit in overweging nemende – en gezien de voordelen van de sterk op maat gesneden benadering – moet beroepsonderwijs en -opleiding niet langer worden gezien als uitsluitend gericht op middengeschoolde beroepen. Beroepsonderwijs en -opleiding kan voldoen aan de behoeften van lerenden van alle leeftijden die een breed scala aan beroepen op verschillende vaardigheidsniveaus uitoefenen.
Beroepsonderwijs en -opleiding speelt al een prominente rol in het Europese landschap van het hoger secundair onderwijs. Ongeveer de helft (48,4 %) van alle lerenden die in het hoger secundair onderwijs zijn ingeschreven, is ingeschreven voor programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding. De totale participatiecijfers lopen sterk uiteen tussen de lidstaten, van 70,8 % in Slovenië en 70,5 % in Tsjechië, tot slechts 26,1 % in Litouwen en 16,9 % in Cyprus. In de periode tussen 2017 en 2019 vertoonde ongeveer de helft van de EU-lidstaten een procentuele toename van de deelname, terwijl de andere helft een daling vertoonde, waaruit kleine verschillen in de trends tussen de lidstaten naar voren kwamen.³ De cijfers voor alle lidstaten zijn weergegeven in grafiek 2 en opgenomen als tabel in de bijlage.
2
Een inleiding in beroepsonderwijs en -opleiding
Iedereen in Europa moet toegang hebben tot onderwijs, opleiding en een leven lang leren, of ze nu in een grote stad of een afgelegen, landelijk gebied wonen. Het Handvest van de grondrechten van de EU erkent de toegang tot onderwijs en beroepsopleiding en bijscholing als een grondrecht.
Het eerste beginsel van de Europese pijler van sociale rechten is het recht op hoogwaardig en inclusief onderwijs, opleiding en een leven lang leren, terwijl het vierde beginsel, over actieve ondersteuning van de werkgelegenheid, ook benadrukt dat iedereen recht heeft op voortgezet onderwijs en opleiding, en op steun om zijn of haar werkgelegenheidsvooruitzichten te verbeteren.
Deze rechten zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat iedereen volledig kan deelnemen aan de samenleving, zich met succes kan integreren in de arbeidsmarkt en kan gedijen in hun carrière en leven. Werkgevers hebben ook werknemers nodig met de juiste vaardigheden voor de banen van vandaag en morgen, om de dubbele groene en digitale transities van Europa en het herstel van de gevolgen van de COVID-19-pandemie te ondersteunen.
Vaardigheden vormen de kern van de inspanningen van de EU om deze visie te verwezenlijken. Door middel van initiatieven zoals de Europese vaardighedenagenda, de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs werkt de EU aan de ontwikkeling van betere vaardigheden en aan de opbouw van veerkrachtige en toekomstgerichte onderwijs- en opleidingsstelsels die geschikt zijn voor het digitale tijdperk.
Beroepsonderwijs en -opleiding is van cruciaal belang voor dit proces, zoals wordt benadrukt in de aanbeveling van de raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die in november 2020 is aangenomen. Daarnaast hebben de EU-lidstaten en verschillende andere landen de Verklaring van Osnabrück onderschreven, waarin wordt toegezegd te werken aan concrete acties om beroepsonderwijs en -opleiding in Europa tegen 2025 verder te ontwikkelen.
Wat is beroepsonderwijs en -opleiding?
In de aanbeveling van de Raad wordt “beroepsonderwijs en -opleiding” gedefinieerd als “onderwijs en opleiding die erop gericht is jongeren en volwassenen uit te rusten met kennis, vaardigheden en competenties die vereist zijn in bepaalde beroepen of meer in het algemeen op de arbeidsmarkt”. Een dergelijke opleiding kan worden gegeven in formele en niet-formele omgevingen, en op alle niveaus van het Europees kwalificatiekader (EKK). Beroepsonderwijs en -opleiding is de sector van onderwijs en opleiding die het dichtst bij de arbeidsmarkt staat. Deze op maat gesneden vorm van onderwijs en opleiding is enorm belangrijk en effectief, omdat het vaardigheden biedt die werknemers voorbereiden op specifieke loopbanen en beroepen, terwijl het ook waardevolle overdraagbare vaardigheden biedt en effectief reageert op economische behoeften.
Deze brochure geeft een samenvatting van de alomvattende visie van de EU op de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding en het werk dat de EU samen met de lidstaten verricht om deze visie te verwezenlijken. Er wordt gekeken naar het belang van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau en de belangrijkste beginselen voor deze hervormingen, en er worden belangrijke initiatieven gepresenteerd die op EU-niveau het voortouw nemen.
Als u een belanghebbende bij beroepsonderwijs en -opleiding bent - zoals een nationale of regionale autoriteit, praktijkbeoefenaar, schoolleider of leraar, trainer of trainingscentrum, arbeidsbemiddelingsdienst of personeelsmanager -, dan bevat deze publicatie essentiële informatie over de belangrijkste hervormingen en initiatieven die op EU-niveau worden ondernomen en de mogelijke financiële steun die beschikbaar is.
Als u een lerende uit het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding bent, kunt u ook deze brochure lezen om meer te weten te komen over beroepsonderwijs en -opleiding en de voordelen ervan. Dit zal u helpen begrijpen hoe de EU en haar lidstaten u gedurende uw hele beroepsleven ondersteunen bij uw persoonlijke en professionele ontwikkeling.
De voordelen van beroepsonderwijs en -opleiding
Of het nu gaat om jongeren die aan de slag gaan met hun carrière of volwassenen die zich willen bij- en omscholen, beroepsonderwijs en -opleiding biedt lerenden vaardigheden die hun persoonlijke en professionele ontwikkeling ondersteunen:
In de hele EU zijn pas afgestudeerden van programma’s voor beroepsonderwijs- en -opleiding (op hoger secundair en postsecundair niveau) over het algemeen aanzienlijk beter inzetbaar dan pas afgestudeerden van het algemeen onderwijs, zoals blijkt uit de gegevens in grafiek 1 en in de bijlage. Volgens Eurostat bedroeg de arbeidsparticipatie van afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding van 20 tot 34 jaar in 2020 76,1 %, vergeleken met slechts 58,3 % voor afgestudeerden van het algemeen onderwijs van dezelfde leeftijd. Deze trend was ook duidelijk in individuele landen, met 20 lidstaten met een hogere arbeidsparticipatie onder pas afgestudeerden in beroepsonderwijs en -opleiding en slechts vijf met hogere percentages onder afgestudeerden in het algemeen onderwijs. Deze statistieken tonen de doeltreffendheid aan van programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding bij het verschaffen van vaardigheden die lerenden beter inzetbaar en voorbereid maken om de arbeidsmarkt te betreden.
Een evoluerend landschap van beroepsonderwijs en -opleiding
Van oudsher worden beroepsonderwijs en -opleidingsprogramma’s gezien als een manier om mensen voor te bereiden op banen in middengeschoolde beroepen. Hoewel dergelijke beroepen misschien in aantal afnemen, blijven ze het grootste deel van de banen vertegenwoordigen die momenteel op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. De behoefte aan hoger opgeleide werknemers heeft echter ook de weg vrijgemaakt voor de uitbreiding van beroepsonderwijs en -opleiding naar hogere niveaus. Dit in overweging nemende – en gezien de voordelen van de sterk op maat gesneden benadering – moet beroepsonderwijs en -opleiding niet langer worden gezien als uitsluitend gericht op middengeschoolde beroepen. Beroepsonderwijs en -opleiding kan voldoen aan de behoeften van lerenden van alle leeftijden die een breed scala aan beroepen op verschillende vaardigheidsniveaus uitoefenen.
Beroepsonderwijs en -opleiding speelt al een prominente rol in het Europese landschap van het hoger secundair onderwijs. Ongeveer de helft (48,4 %) van alle lerenden die in het hoger secundair onderwijs zijn ingeschreven, is ingeschreven voor programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding. De totale participatiecijfers lopen sterk uiteen tussen de lidstaten, van 70,8 % in Slovenië en 70,5 % in Tsjechië, tot slechts 26,1 % in Litouwen en 16,9 % in Cyprus. In de periode tussen 2017 en 2019 vertoonde ongeveer de helft van de EU-lidstaten een procentuele toename van de deelname, terwijl de andere helft een daling vertoonde, waaruit kleine verschillen in de trends tussen de lidstaten naar voren kwamen.³ De cijfers voor alle lidstaten zijn weergegeven in grafiek 2 en opgenomen als tabel in de bijlage.
2
2
Een inleiding in beroepsonderwijs en -opleiding
Iedereen in Europa moet toegang hebben tot onderwijs, opleiding en een leven lang leren, of ze nu in een grote stad of een afgelegen, landelijk gebied wonen. Het Handvest van de grondrechten van de EU erkent de toegang tot onderwijs en beroepsopleiding en bijscholing als een grondrecht.
Het eerste beginsel van de Europese pijler van sociale rechten is het recht op hoogwaardig en inclusief onderwijs, opleiding en een leven lang leren, terwijl het vierde beginsel, over actieve ondersteuning van de werkgelegenheid, ook benadrukt dat iedereen recht heeft op voortgezet onderwijs en opleiding, en op steun om zijn of haar werkgelegenheidsvooruitzichten te verbeteren.
Deze rechten zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat iedereen volledig kan deelnemen aan de samenleving, zich met succes kan integreren in de arbeidsmarkt en kan gedijen in hun carrière en leven. Werkgevers hebben ook werknemers nodig met de juiste vaardigheden voor de banen van vandaag en morgen, om de dubbele groene en digitale transities van Europa en het herstel van de gevolgen van de COVID-19-pandemie te ondersteunen.
Vaardigheden vormen de kern van de inspanningen van de EU om deze visie te verwezenlijken. Door middel van initiatieven zoals de Europese vaardighedenagenda, de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs werkt de EU aan de ontwikkeling van betere vaardigheden en aan de opbouw van veerkrachtige en toekomstgerichte onderwijs- en opleidingsstelsels die geschikt zijn voor het digitale tijdperk.
Beroepsonderwijs en -opleiding is van cruciaal belang voor dit proces, zoals wordt benadrukt in de aanbeveling van de raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die in november 2020 is aangenomen. Daarnaast hebben de EU-lidstaten en verschillende andere landen de Verklaring van Osnabrück onderschreven, waarin wordt toegezegd te werken aan concrete acties om beroepsonderwijs en -opleiding in Europa tegen 2025 verder te ontwikkelen.
Wat is beroepsonderwijs en -opleiding?
In de aanbeveling van de Raad wordt “beroepsonderwijs en -opleiding” gedefinieerd als “onderwijs en opleiding die erop gericht is jongeren en volwassenen uit te rusten met kennis, vaardigheden en competenties die vereist zijn in bepaalde beroepen of meer in het algemeen op de arbeidsmarkt”. Een dergelijke opleiding kan worden gegeven in formele en niet-formele omgevingen, en op alle niveaus van het Europees kwalificatiekader (EKK). Beroepsonderwijs en -opleiding is de sector van onderwijs en opleiding die het dichtst bij de arbeidsmarkt staat. Deze op maat gesneden vorm van onderwijs en opleiding is enorm belangrijk en effectief, omdat het vaardigheden biedt die werknemers voorbereiden op specifieke loopbanen en beroepen, terwijl het ook waardevolle overdraagbare vaardigheden biedt en effectief reageert op economische behoeften.
Deze brochure geeft een samenvatting van de alomvattende visie van de EU op de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding en het werk dat de EU samen met de lidstaten verricht om deze visie te verwezenlijken. Er wordt gekeken naar het belang van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau en de belangrijkste beginselen voor deze hervormingen, en er worden belangrijke initiatieven gepresenteerd die op EU-niveau het voortouw nemen.
Als u een belanghebbende bij beroepsonderwijs en -opleiding bent - zoals een nationale of regionale autoriteit, praktijkbeoefenaar, schoolleider of leraar, trainer of trainingscentrum, arbeidsbemiddelingsdienst of personeelsmanager -, dan bevat deze publicatie essentiële informatie over de belangrijkste hervormingen en initiatieven die op EU-niveau worden ondernomen en de mogelijke financiële steun die beschikbaar is.
Als u een lerende uit het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding bent, kunt u ook deze brochure lezen om meer te weten te komen over beroepsonderwijs en -opleiding en de voordelen ervan. Dit zal u helpen begrijpen hoe de EU en haar lidstaten u gedurende uw hele beroepsleven ondersteunen bij uw persoonlijke en professionele ontwikkeling.
De voordelen van beroepsonderwijs en -opleiding
Of het nu gaat om jongeren die aan de slag gaan met hun carrière of volwassenen die zich willen bij- en omscholen, beroepsonderwijs en -opleiding biedt lerenden vaardigheden die hun persoonlijke en professionele ontwikkeling ondersteunen:
In de hele EU zijn pas afgestudeerden van programma’s voor beroepsonderwijs- en -opleiding (op hoger secundair en postsecundair niveau) over het algemeen aanzienlijk beter inzetbaar dan pas afgestudeerden van het algemeen onderwijs, zoals blijkt uit de gegevens in grafiek 1 en in de bijlage. Volgens Eurostat bedroeg de arbeidsparticipatie van afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding van 20 tot 34 jaar in 2020 76,1 %, vergeleken met slechts 58,3 % voor afgestudeerden van het algemeen onderwijs van dezelfde leeftijd. Deze trend was ook duidelijk in individuele landen, met 20 lidstaten met een hogere arbeidsparticipatie onder pas afgestudeerden in beroepsonderwijs en -opleiding en slechts vijf met hogere percentages onder afgestudeerden in het algemeen onderwijs. Deze statistieken tonen de doeltreffendheid aan van programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding bij het verschaffen van vaardigheden die lerenden beter inzetbaar en voorbereid maken om de arbeidsmarkt te betreden.
Een evoluerend landschap van beroepsonderwijs en -opleiding
Van oudsher worden beroepsonderwijs en -opleidingsprogramma’s gezien als een manier om mensen voor te bereiden op banen in middengeschoolde beroepen. Hoewel dergelijke beroepen misschien in aantal afnemen, blijven ze het grootste deel van de banen vertegenwoordigen die momenteel op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. De behoefte aan hoger opgeleide werknemers heeft echter ook de weg vrijgemaakt voor de uitbreiding van beroepsonderwijs en -opleiding naar hogere niveaus. Dit in overweging nemende – en gezien de voordelen van de sterk op maat gesneden benadering – moet beroepsonderwijs en -opleiding niet langer worden gezien als uitsluitend gericht op middengeschoolde beroepen. Beroepsonderwijs en -opleiding kan voldoen aan de behoeften van lerenden van alle leeftijden die een breed scala aan beroepen op verschillende vaardigheidsniveaus uitoefenen.
Beroepsonderwijs en -opleiding speelt al een prominente rol in het Europese landschap van het hoger secundair onderwijs. Ongeveer de helft (48,4 %) van alle lerenden die in het hoger secundair onderwijs zijn ingeschreven, is ingeschreven voor programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding. De totale participatiecijfers lopen sterk uiteen tussen de lidstaten, van 70,8 % in Slovenië en 70,5 % in Tsjechië, tot slechts 26,1 % in Litouwen en 16,9 % in Cyprus. In de periode tussen 2017 en 2019 vertoonde ongeveer de helft van de EU-lidstaten een procentuele toename van de deelname, terwijl de andere helft een daling vertoonde, waaruit kleine verschillen in de trends tussen de lidstaten naar voren kwamen.³ De cijfers voor alle lidstaten zijn weergegeven in grafiek 2 en opgenomen als tabel in de bijlage.
De visie van de EU op beroepsonderwijs en -opleiding
Een sterk beroepsopleidingsbeleid is van essentieel belang voor het bevorderen van een geschoolde, bekwame en flexibele beroepsbevolking en arbeidsmarkten die inspelen op economische veranderingen. De EU heeft de basis gelegd om het beroepsonderwijslandschap in Europa te ondersteunen door middel van een reeks initiatieven, waaronder belangrijke beginselen en doelstellingen voor de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding.
Een korte achtergrond van het beroepsonderwijs- en opleidingsbeleid van de EU
Het EU-beleid heeft beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa al lang bevorderd en versterkt; al in 1963 heeft de EU algemene beginselen voor de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk beleid inzake beroepsopleiding vastgesteld en het Raadgevend comité voor de beroepsopleiding (ACVT) opgericht. Sinds het begin van de 21e eeuw is het EU-beleid sterk gericht op beroepsonderwijs en -opleiding, met name na de lancering van de Europese strategie voor nauwere samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding in 2002 (het zogenaamde “Proces van Kopenhagen”). Belangrijke instrumenten zoals Europass en het EKK werden vervolgens geïntroduceerd om de transparantie van vaardigheden en kwalificaties te verbeteren. Vlaggenschipfinancieringsprogramma’s zoals het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en Erasmus+ ondersteunen onderwijs, opleiding, vaardigheden en een leven lang leren.
Na de financiële crisis werd in het EU-beleid gestreefd naar verdere investeringen in hoogwaardig beroepsonderwijs en -opleiding om slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen om de hoge jeugdwerkloosheid aan te pakken, met bijzondere aandacht voor het bevorderen van werkplekleren, kwaliteitsborging, betere toegang tot beroepsonderwijs en -opleiding, versterking van sleutelvaardigheden en professionele ontwikkeling van opleiders in beroepsonderwijs en -opleiding. Een belangrijk initiatief in dit verband is de jongerengarantie, die sinds 2013 gebruik maakt van beroepsonderwijs en -opleiding om de overgang van jongeren naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Meer recentelijk is de blauwdruk voor sectorale samenwerking gericht op het aanpakken van sectorale vaardigheidslacunes, onder meer door de ontwikkeling van programma’s en kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding, en de Europese classificatie van vaardigheden, competenties en beroepen (ESCO) heeft bijgedragen tot de verbetering van meertalige classificaties van vaardigheden en kwalificaties.
De belangrijkste bestuursorganen van de EU voor samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding
De lidstaten, de sociale partners en de Commissie bespreken initiatieven met betrekking tot beroepsonderwijs en -opleiding in de vergaderingen van het Raadgevend comité voor de beroepsopleiding (ACVT) en van de directeuren-generaal voor beroepsonderwijs en -opleiding (DGVT’s).
Sinds 1963 heeft het ACVT de EU bijgestaan bij de uitvoering van haar beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding. Het ACVT bestrijkt in de praktijk het bredere gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en volwasseneneducatie, wat weerspiegelt dat het beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding is ingebed in de bredere onderwijs- en opleidingsstelsels.
Op DGVT-vergaderingen komen vertegenwoordigers op hoog niveau samen van ministeries die verantwoordelijk zijn voor beroepsonderwijs en -opleiding uit 35 landen, samen met de Europese sociale partners. De DGVT bespreekt regelmatig strategisch beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding en hervormingen op nationaal niveau en neemt een toekomstgerichte rol op zich om richting te geven aan de Europese samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding.
Sinds 2002 hebben DGVT-vergaderingen bijgedragen tot nauwere samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding tussen lidstaten, kandidaat-lidstaten, landen van de Europese Vrijhandelsassociatie/Europese Economische Ruimte en de Europese sociale partners als onderdeel van het proces van Kopenhagen. Dit is een vrijwillig proces dat door landen wordt ondernomen met als doel de prestaties, kwaliteit en aantrekkelijkheid van beroepsonderwijs en -opleiding in Europa te verbeteren.
EU-agentschappen ter ondersteuning van samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding
Cedefop, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, heeft de samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding ondersteund en bijgedragen aan de zich ontwikkelende beleidsagenda sinds het werd opgericht in 1975. Cedefop werkt samen met de Europese Commissie, de EU-lidstaten en de sociale partners om te helpen bij het ontwikkelen, bevorderen en uitvoeren van beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding, vaardigheden en kwalificaties.
Cedefop levert informatie, onderzoek, analyses en kennis op het kruispunt van beroepsonderwijs en -opleiding en de arbeidsmarkt. De werkzaamheden van het centrum omvatten: stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding; leerlingplaatsen; beroepsonderwijs en -opleiding en bijscholingstrajecten voor volwassenen; begeleiding, validering van leren en financiering van beroepsonderwijs en -opleiding; kwalificatie- en kwalificatiekaders; docenten en opleiders; inzicht in vaardigheden en de toekomst van werk, met de nadruk op groene vaardigheden en digitalisering. Als platform voor beleidsmakers, sociale partners, onderzoekers, deskundigen en andere actoren op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en arbeidsmarkt bevordert Cedefop het delen van kennis en beleidsleren. Het centrum speelt een sleutelrol bij het toezicht op de uitvoering van de prioriteiten en acties die zijn vastgesteld in de Aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding en de Verklaring van Osnabrück.
De Europese Stichting voor opleiding (ETF) helpt buurlanden van de EU bij de hervorming van hun onderwijs-, opleidings- en arbeidsmarktstelsels. Met meer dan 25 jaar ervaring werkt de ETF nauw samen met overheden, bedrijven en sociale partners op EU-niveau om de capaciteiten en vaardigheden van mensen optimaal te benutten. De ETF ondersteunt momenteel de menselijke ontwikkeling in 29 landen die grenzen aan de EU. Het beoogt sociale mobiliteit en inclusie te bevorderen, onderwijs- en opleidingsstelsels te hervormen en de stelsels in evenwicht te brengen met de behoeften van de arbeidsmarkt.
In de Europese vaardighedenagenda 2020 zijn kwantitatieve doelstellingen vastgesteld voor bijscholing (verbetering van bestaande vaardigheden) en omscholing (opleiding in nieuwe vaardigheden) gedurende een periode van vijf jaar. De 12 acties van de agenda zijn gericht op het bevorderen van samenwerking tussen lidstaten, bedrijven en sociale partners om mensen in staat te stellen een leven lang te leren, en het gebruik van de EU-begroting als katalysator om publieke en private investeringen in vaardigheden te ontsluiten. De agenda werkt in synergie met de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs om digitale vaardigheden te verbeteren en een holistische, Europese leerruimte te creëren die alle lerenden, leerkrachten en instellingen ten goede komt.
Het pact voor vaardigheden is het eerste van de vlaggenschipacties in het kader van de Europese agenda voor vaardigheden en nodigt publieke en private organisaties uit hun krachten te bundelen en concrete actie te ondernemen om mensen in Europa bij te scholen en om te scholen. De Europese vaardighedenagenda heeft ook een initiatief inzake individuele leerrekeningen aangekondigd, met als doel de toegang tot opleiding voor volwassenen in de werkende leeftijd te vergemakkelijken en hen in staat te stellen overgangen op de arbeidsmarkt met succes aan te pakken.
Beroepsonderwijs en -opleiding in de bredere EU-beleidscontext
Onderwijs, opleiding en vaardigheden maken deel uit van de kern van het EU-beleid. De Europese Green Deal, de nieuwe industriële strategie voor Europa, het actieplan voor de circulaire economie en de EU-biodiversiteitsstrategie benadrukken allemaal de belangrijke rol van vaardigheden en opleiding bij het ondersteunen van duurzame groei en de overgang naar een groene economie. De kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa schetst de waarde van vaardigheden voor bedrijven, terwijl de gendergelijkheidsstrategie 2020-2025 het belang van vaardigheden benadrukt bij het aanpakken van genderstereotypen en het bereiken van een genderevenwicht in veel beroepen. NextGenerationEU, het plan om de EU uit de COVID-19-pandemie te leiden, voorziet ook in specifieke financiering voor beroepsonderwijs en -opleiding, aangezien het Europa en zijn economie groener, digitaler en sterker dan ooit tevoren wil maken.
Een nieuwe, alomvattende benadering van beroepsonderwijs en -opleiding
In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht worden de belangrijkste beginselen vastgesteld om ervoor te zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding hoogwaardige leermogelijkheden biedt voor jongeren en volwassenen. In de aanbeveling wordt sterk de nadruk gelegd op meer flexibiliteit, meer mogelijkheden voor werkplekleren en leerlingplaatsen, en betere kwaliteitsborging.
Geïnspireerd door het advies van het ACVT van 2018 over de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding na 2020, bevat de aanbeveling van de Raad een visie op een beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding dat:
De aanbeveling stelt ook de volgende doelstellingen op EU-niveau vast, die zij tegen 2025 wil bereiken:
De eerste en derde doelstelling bouwen voort op bestaande ET 2020-benchmarks inzake de inzetbaarheid en mobiliteit van afgestudeerden in beroepsonderwijs en -opleiding, terwijl de tweede voortbouwt op de aanbeveling van de Raad van maart 2018 betreffende een Europees kader voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen.
3
De visie van de EU op beroepsonderwijs en -opleiding
Een sterk beroepsopleidingsbeleid is van essentieel belang voor het bevorderen van een geschoolde, bekwame en flexibele beroepsbevolking en arbeidsmarkten die inspelen op economische veranderingen. De EU heeft de basis gelegd om het beroepsonderwijslandschap in Europa te ondersteunen door middel van een reeks initiatieven, waaronder belangrijke beginselen en doelstellingen voor de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding.
Een korte achtergrond van het beroepsonderwijs- en opleidingsbeleid van de EU
Het EU-beleid heeft beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa al lang bevorderd en versterkt; al in 1963 heeft de EU algemene beginselen voor de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk beleid inzake beroepsopleiding vastgesteld en het Raadgevend comité voor de beroepsopleiding (ACVT) opgericht. Sinds het begin van de 21e eeuw is het EU-beleid sterk gericht op beroepsonderwijs en -opleiding, met name na de lancering van de Europese strategie voor nauwere samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding in 2002 (het zogenaamde “Proces van Kopenhagen”). Belangrijke instrumenten zoals Europass en het EKK werden vervolgens geïntroduceerd om de transparantie van vaardigheden en kwalificaties te verbeteren. Vlaggenschipfinancieringsprogramma’s zoals het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en Erasmus+ ondersteunen onderwijs, opleiding, vaardigheden en een leven lang leren.
Na de financiële crisis werd in het EU-beleid gestreefd naar verdere investeringen in hoogwaardig beroepsonderwijs en -opleiding om slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen om de hoge jeugdwerkloosheid aan te pakken, met bijzondere aandacht voor het bevorderen van werkplekleren, kwaliteitsborging, betere toegang tot beroepsonderwijs en -opleiding, versterking van sleutelvaardigheden en professionele ontwikkeling van opleiders in beroepsonderwijs en -opleiding. Een belangrijk initiatief in dit verband is de jongerengarantie, die sinds 2013 gebruik maakt van beroepsonderwijs en -opleiding om de overgang van jongeren naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Meer recentelijk is de blauwdruk voor sectorale samenwerking gericht op het aanpakken van sectorale vaardigheidslacunes, onder meer door de ontwikkeling van programma’s en kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding, en de Europese classificatie van vaardigheden, competenties en beroepen (ESCO) heeft bijgedragen tot de verbetering van meertalige classificaties van vaardigheden en kwalificaties.
De belangrijkste bestuursorganen van de EU voor samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding
De lidstaten, de sociale partners en de Commissie bespreken initiatieven met betrekking tot beroepsonderwijs en -opleiding in de vergaderingen van het Raadgevend comité voor de beroepsopleiding (ACVT) en van de directeuren-generaal voor beroepsonderwijs en -opleiding (DGVT’s).
Sinds 1963 heeft het ACVT de EU bijgestaan bij de uitvoering van haar beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding. Het ACVT bestrijkt in de praktijk het bredere gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en volwasseneneducatie, wat weerspiegelt dat het beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding is ingebed in de bredere onderwijs- en opleidingsstelsels.
Op DGVT-vergaderingen komen vertegenwoordigers op hoog niveau samen van ministeries die verantwoordelijk zijn voor beroepsonderwijs en -opleiding uit 35 landen, samen met de Europese sociale partners. De DGVT bespreekt regelmatig strategisch beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding en hervormingen op nationaal niveau en neemt een toekomstgerichte rol op zich om richting te geven aan de Europese samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding.
Sinds 2002 hebben DGVT-vergaderingen bijgedragen tot nauwere samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding tussen lidstaten, kandidaat-lidstaten, landen van de Europese Vrijhandelsassociatie/Europese Economische Ruimte en de Europese sociale partners als onderdeel van het proces van Kopenhagen. Dit is een vrijwillig proces dat door landen wordt ondernomen met als doel de prestaties, kwaliteit en aantrekkelijkheid van beroepsonderwijs en -opleiding in Europa te verbeteren.
EU-agentschappen ter ondersteuning van samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding
Cedefop, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, heeft de samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding ondersteund en bijgedragen aan de zich ontwikkelende beleidsagenda sinds het werd opgericht in 1975. Cedefop werkt samen met de Europese Commissie, de EU-lidstaten en de sociale partners om te helpen bij het ontwikkelen, bevorderen en uitvoeren van beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding, vaardigheden en kwalificaties.
Cedefop levert informatie, onderzoek, analyses en kennis op het kruispunt van beroepsonderwijs en -opleiding en de arbeidsmarkt. De werkzaamheden van het centrum omvatten: stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding; leerlingplaatsen; beroepsonderwijs en -opleiding en bijscholingstrajecten voor volwassenen; begeleiding, validering van leren en financiering van beroepsonderwijs en -opleiding; kwalificatie- en kwalificatiekaders; docenten en opleiders; inzicht in vaardigheden en de toekomst van werk, met de nadruk op groene vaardigheden en digitalisering. Als platform voor beleidsmakers, sociale partners, onderzoekers, deskundigen en andere actoren op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en arbeidsmarkt bevordert Cedefop het delen van kennis en beleidsleren. Het centrum speelt een sleutelrol bij het toezicht op de uitvoering van de prioriteiten en acties die zijn vastgesteld in de Aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding en de Verklaring van Osnabrück.
De Europese Stichting voor opleiding (ETF) helpt buurlanden van de EU bij de hervorming van hun onderwijs-, opleidings- en arbeidsmarktstelsels. Met meer dan 25 jaar ervaring werkt de ETF nauw samen met overheden, bedrijven en sociale partners op EU-niveau om de capaciteiten en vaardigheden van mensen optimaal te benutten. De ETF ondersteunt momenteel de menselijke ontwikkeling in 29 landen die grenzen aan de EU. Het beoogt sociale mobiliteit en inclusie te bevorderen, onderwijs- en opleidingsstelsels te hervormen en de stelsels in evenwicht te brengen met de behoeften van de arbeidsmarkt.
In de Europese vaardighedenagenda 2020 zijn kwantitatieve doelstellingen vastgesteld voor bijscholing (verbetering van bestaande vaardigheden) en omscholing (opleiding in nieuwe vaardigheden) gedurende een periode van vijf jaar. De 12 acties van de agenda zijn gericht op het bevorderen van samenwerking tussen lidstaten, bedrijven en sociale partners om mensen in staat te stellen een leven lang te leren, en het gebruik van de EU-begroting als katalysator om publieke en private investeringen in vaardigheden te ontsluiten. De agenda werkt in synergie met de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs om digitale vaardigheden te verbeteren en een holistische, Europese leerruimte te creëren die alle lerenden, leerkrachten en instellingen ten goede komt.
Het pact voor vaardigheden is het eerste van de vlaggenschipacties in het kader van de Europese agenda voor vaardigheden en nodigt publieke en private organisaties uit hun krachten te bundelen en concrete actie te ondernemen om mensen in Europa bij te scholen en om te scholen. De Europese vaardighedenagenda heeft ook een initiatief inzake individuele leerrekeningen aangekondigd, met als doel de toegang tot opleiding voor volwassenen in de werkende leeftijd te vergemakkelijken en hen in staat te stellen overgangen op de arbeidsmarkt met succes aan te pakken.
Beroepsonderwijs en -opleiding in de bredere EU-beleidscontext
Onderwijs, opleiding en vaardigheden maken deel uit van de kern van het EU-beleid. De Europese Green Deal, de nieuwe industriële strategie voor Europa, het actieplan voor de circulaire economie en de EU-biodiversiteitsstrategie benadrukken allemaal de belangrijke rol van vaardigheden en opleiding bij het ondersteunen van duurzame groei en de overgang naar een groene economie. De kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa schetst de waarde van vaardigheden voor bedrijven, terwijl de gendergelijkheidsstrategie 2020-2025 het belang van vaardigheden benadrukt bij het aanpakken van genderstereotypen en het bereiken van een genderevenwicht in veel beroepen. NextGenerationEU, het plan om de EU uit de COVID-19-pandemie te leiden, voorziet ook in specifieke financiering voor beroepsonderwijs en -opleiding, aangezien het Europa en zijn economie groener, digitaler en sterker dan ooit tevoren wil maken.
Een nieuwe, alomvattende benadering van beroepsonderwijs en -opleiding
In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht worden de belangrijkste beginselen vastgesteld om ervoor te zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding hoogwaardige leermogelijkheden biedt voor jongeren en volwassenen. In de aanbeveling wordt sterk de nadruk gelegd op meer flexibiliteit, meer mogelijkheden voor werkplekleren en leerlingplaatsen, en betere kwaliteitsborging.
Geïnspireerd door het advies van het ACVT van 2018 over de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding na 2020, bevat de aanbeveling van de Raad een visie op een beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding dat:
De aanbeveling stelt ook de volgende doelstellingen op EU-niveau vast, die zij tegen 2025 wil bereiken:
De eerste en derde doelstelling bouwen voort op bestaande ET 2020-benchmarks inzake de inzetbaarheid en mobiliteit van afgestudeerden in beroepsonderwijs en -opleiding, terwijl de tweede voortbouwt op de aanbeveling van de Raad van maart 2018 betreffende een Europees kader voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen.
3
De visie van de EU op beroepsonderwijs en -opleiding
Een sterk beroepsopleidingsbeleid is van essentieel belang voor het bevorderen van een geschoolde, bekwame en flexibele beroepsbevolking en arbeidsmarkten die inspelen op economische veranderingen. De EU heeft de basis gelegd om het beroepsonderwijslandschap in Europa te ondersteunen door middel van een reeks initiatieven, waaronder belangrijke beginselen en doelstellingen voor de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding.
Een korte achtergrond van het beroepsonderwijs- en opleidingsbeleid van de EU
Het EU-beleid heeft beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa al lang bevorderd en versterkt; al in 1963 heeft de EU algemene beginselen voor de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk beleid inzake beroepsopleiding vastgesteld en het Raadgevend comité voor de beroepsopleiding (ACVT) opgericht. Sinds het begin van de 21e eeuw is het EU-beleid sterk gericht op beroepsonderwijs en -opleiding, met name na de lancering van de Europese strategie voor nauwere samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding in 2002 (het zogenaamde “Proces van Kopenhagen”). Belangrijke instrumenten zoals Europass en het EKK werden vervolgens geïntroduceerd om de transparantie van vaardigheden en kwalificaties te verbeteren. Vlaggenschipfinancieringsprogramma’s zoals het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) en Erasmus+ ondersteunen onderwijs, opleiding, vaardigheden en een leven lang leren.
Na de financiële crisis werd in het EU-beleid gestreefd naar verdere investeringen in hoogwaardig beroepsonderwijs en -opleiding om slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen om de hoge jeugdwerkloosheid aan te pakken, met bijzondere aandacht voor het bevorderen van werkplekleren, kwaliteitsborging, betere toegang tot beroepsonderwijs en -opleiding, versterking van sleutelvaardigheden en professionele ontwikkeling van opleiders in beroepsonderwijs en -opleiding. Een belangrijk initiatief in dit verband is de jongerengarantie, die sinds 2013 gebruik maakt van beroepsonderwijs en -opleiding om de overgang van jongeren naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Meer recentelijk is de blauwdruk voor sectorale samenwerking gericht op het aanpakken van sectorale vaardigheidslacunes, onder meer door de ontwikkeling van programma’s en kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding, en de Europese classificatie van vaardigheden, competenties en beroepen (ESCO) heeft bijgedragen tot de verbetering van meertalige classificaties van vaardigheden en kwalificaties.
De belangrijkste bestuursorganen van de EU voor samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding
De lidstaten, de sociale partners en de Commissie bespreken initiatieven met betrekking tot beroepsonderwijs en -opleiding in de vergaderingen van het Raadgevend comité voor de beroepsopleiding (ACVT) en van de directeuren-generaal voor beroepsonderwijs en -opleiding (DGVT’s).
Sinds 1963 heeft het ACVT de EU bijgestaan bij de uitvoering van haar beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding. Het ACVT bestrijkt in de praktijk het bredere gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en volwasseneneducatie, wat weerspiegelt dat het beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding is ingebed in de bredere onderwijs- en opleidingsstelsels.
Op DGVT-vergaderingen komen vertegenwoordigers op hoog niveau samen van ministeries die verantwoordelijk zijn voor beroepsonderwijs en -opleiding uit 35 landen, samen met de Europese sociale partners. De DGVT bespreekt regelmatig strategisch beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding en hervormingen op nationaal niveau en neemt een toekomstgerichte rol op zich om richting te geven aan de Europese samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding.
Sinds 2002 hebben DGVT-vergaderingen bijgedragen tot nauwere samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding tussen lidstaten, kandidaat-lidstaten, landen van de Europese Vrijhandelsassociatie/Europese Economische Ruimte en de Europese sociale partners als onderdeel van het proces van Kopenhagen. Dit is een vrijwillig proces dat door landen wordt ondernomen met als doel de prestaties, kwaliteit en aantrekkelijkheid van beroepsonderwijs en -opleiding in Europa te verbeteren.
EU-agentschappen ter ondersteuning van samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding
Cedefop, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, heeft de samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding ondersteund en bijgedragen aan de zich ontwikkelende beleidsagenda sinds het werd opgericht in 1975. Cedefop werkt samen met de Europese Commissie, de EU-lidstaten en de sociale partners om te helpen bij het ontwikkelen, bevorderen en uitvoeren van beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding, vaardigheden en kwalificaties.
Cedefop levert informatie, onderzoek, analyses en kennis op het kruispunt van beroepsonderwijs en -opleiding en de arbeidsmarkt. De werkzaamheden van het centrum omvatten: stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding; leerlingplaatsen; beroepsonderwijs en -opleiding en bijscholingstrajecten voor volwassenen; begeleiding, validering van leren en financiering van beroepsonderwijs en -opleiding; kwalificatie- en kwalificatiekaders; docenten en opleiders; inzicht in vaardigheden en de toekomst van werk, met de nadruk op groene vaardigheden en digitalisering. Als platform voor beleidsmakers, sociale partners, onderzoekers, deskundigen en andere actoren op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en arbeidsmarkt bevordert Cedefop het delen van kennis en beleidsleren. Het centrum speelt een sleutelrol bij het toezicht op de uitvoering van de prioriteiten en acties die zijn vastgesteld in de Aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding en de Verklaring van Osnabrück.
De Europese Stichting voor opleiding (ETF) helpt buurlanden van de EU bij de hervorming van hun onderwijs-, opleidings- en arbeidsmarktstelsels. Met meer dan 25 jaar ervaring werkt de ETF nauw samen met overheden, bedrijven en sociale partners op EU-niveau om de capaciteiten en vaardigheden van mensen optimaal te benutten. De ETF ondersteunt momenteel de menselijke ontwikkeling in 29 landen die grenzen aan de EU. Het beoogt sociale mobiliteit en inclusie te bevorderen, onderwijs- en opleidingsstelsels te hervormen en de stelsels in evenwicht te brengen met de behoeften van de arbeidsmarkt.
In de Europese vaardighedenagenda 2020 zijn kwantitatieve doelstellingen vastgesteld voor bijscholing (verbetering van bestaande vaardigheden) en omscholing (opleiding in nieuwe vaardigheden) gedurende een periode van vijf jaar. De 12 acties van de agenda zijn gericht op het bevorderen van samenwerking tussen lidstaten, bedrijven en sociale partners om mensen in staat te stellen een leven lang te leren, en het gebruik van de EU-begroting als katalysator om publieke en private investeringen in vaardigheden te ontsluiten. De agenda werkt in synergie met de Europese onderwijsruimte en het actieplan voor digitaal onderwijs om digitale vaardigheden te verbeteren en een holistische, Europese leerruimte te creëren die alle lerenden, leerkrachten en instellingen ten goede komt.
Het pact voor vaardigheden is het eerste van de vlaggenschipacties in het kader van de Europese agenda voor vaardigheden en nodigt publieke en private organisaties uit hun krachten te bundelen en concrete actie te ondernemen om mensen in Europa bij te scholen en om te scholen. De Europese vaardighedenagenda heeft ook een initiatief inzake individuele leerrekeningen aangekondigd, met als doel de toegang tot opleiding voor volwassenen in de werkende leeftijd te vergemakkelijken en hen in staat te stellen overgangen op de arbeidsmarkt met succes aan te pakken.
Beroepsonderwijs en -opleiding in de bredere EU-beleidscontext
Onderwijs, opleiding en vaardigheden maken deel uit van de kern van het EU-beleid. De Europese Green Deal, de nieuwe industriële strategie voor Europa, het actieplan voor de circulaire economie en de EU-biodiversiteitsstrategie benadrukken allemaal de belangrijke rol van vaardigheden en opleiding bij het ondersteunen van duurzame groei en de overgang naar een groene economie. De kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa schetst de waarde van vaardigheden voor bedrijven, terwijl de gendergelijkheidsstrategie 2020-2025 het belang van vaardigheden benadrukt bij het aanpakken van genderstereotypen en het bereiken van een genderevenwicht in veel beroepen. NextGenerationEU, het plan om de EU uit de COVID-19-pandemie te leiden, voorziet ook in specifieke financiering voor beroepsonderwijs en -opleiding, aangezien het Europa en zijn economie groener, digitaler en sterker dan ooit tevoren wil maken.
Een nieuwe, alomvattende benadering van beroepsonderwijs en -opleiding
In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht worden de belangrijkste beginselen vastgesteld om ervoor te zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding hoogwaardige leermogelijkheden biedt voor jongeren en volwassenen. In de aanbeveling wordt sterk de nadruk gelegd op meer flexibiliteit, meer mogelijkheden voor werkplekleren en leerlingplaatsen, en betere kwaliteitsborging.
Geïnspireerd door het advies van het ACVT van 2018 over de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding na 2020, bevat de aanbeveling van de Raad een visie op een beleid inzake beroepsonderwijs en -opleiding dat:
De aanbeveling stelt ook de volgende doelstellingen op EU-niveau vast, die zij tegen 2025 wil bereiken:
De eerste en derde doelstelling bouwen voort op bestaande ET 2020-benchmarks inzake de inzetbaarheid en mobiliteit van afgestudeerden in beroepsonderwijs en -opleiding, terwijl de tweede voortbouwt op de aanbeveling van de Raad van maart 2018 betreffende een Europees kader voor hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen.
3
Hervormingen in heel Europa stimuleren
De lidstaten hebben zich ertoe verbonden actie te ondernemen ter ondersteuning van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau, samen met de sociale partners en andere relevante belanghebbenden. Deze hervormingen op nationaal niveau zijn van essentieel belang voor de verwezenlijking van de visie voor beroepsonderwijs en -opleiding.
Beginselen voor hervormingen op nationaal niveau
Hervormingen moeten gebaseerd zijn op de volgende beginselen die stellen dat beroepsonderwijs en -opleiding…
Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet-kader) & Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet)
De aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding van november 2020 vervangt de eerdere aanbevelingen over Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet-kader) en Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet), die in 2009 zijn aangenomen.
Eqavet bevat een referentiekader om de lidstaten te ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding en het vergroten van de transparantie met betrekking tot kwaliteitsborgingsregelingen in beroepsonderwijs en -opleiding. Tijdens de 10 jaar durende tenuitvoerlegging stimuleerde Eqavet hervormingen in nationale kwaliteitsborgingssystemen, hoewel het niet significant bijdroeg aan het verbeteren van de transparantie rond kwaliteitsborgingsregelingen. Bovendien werd het meestal toegepast in op school gebaseerde initiële beroepsonderwijs en -opleiding.
Eqavet wordt versterkt door een geactualiseerd Eqavet-kader, dat is opgenomen in de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding, waarin de nadruk wordt gelegd op de kwaliteit van leerresultaten, certificering en beoordeling, raadpleging van belanghebbenden, de rol van leerkrachten en opleiders, werkplekleren, digitaal leren en flexibiliteit. Voor systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding op EU-niveau worden collegiale toetsingen van kwaliteitsborging ingevoerd om het wederzijds leren te verbeteren, de kwaliteitsborging transparanter te maken en het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten te versterken.
Ecvet is opgericht om de erkenning, accumulatie en overdracht van leerresultaten te verbeteren. Dit was bedoeld om mobiliteit en een leven lang leren te ondersteunen, evenals de invoering van een EU-studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding. Ecvet hielp de mobiliteit te verbeteren door het gebruik en de documentatie van eenheden en gerelateerde leerresultaten. Het concept van Ecvet-punten werd echter over het algemeen niet toegepast en Ecvet leidde niet tot de ontwikkeling van een Europees studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding.
De aanbeveling van de Raad heeft de Ecvet-aanbeveling vervangen door de belangrijkste beginselen van het voormalige Ecvet -instrument met betrekking tot flexibiliteit op te nemen, terwijl de instrumenten ter ondersteuning van de mobiliteit van lerenden (leerovereenkomst en memorandum van overeenstemming) verder zullen worden ontwikkeld in het kader van andere EU-instrumenten (bv. Erasmus+). Voor beroepskwalificaties op postsecundair en tertiair niveau zal het Europees systeem voor het overdragen en verzamelen van studiepunten (ECTS) blijven worden gebruikt.
Acties van de lidstaten, ondersteund door EU-samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en de bovengenoemde beginselen, moeten van beroepsonderwijs en -opleiding een wendbare, flexibele en aantrekkelijke optie maken op basis van gelijke kansen en een cultuur van kwaliteitsborging. In het bijzonder moeten de acties:
Samenwerking tussen belanghebbenden in beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat hervormingen goed zijn ontworpen en uitgevoerd en goed worden begrepen op het niveau van praktijkbeoefenaars en andere belanghebbenden.
De Gemeenschap van Europese praktijkbeoefenaars van beroepsonderwijs en -opleiding van het elektronisch platform voor volwasseneneducatie in Europa heeft bijvoorbeeld tot doel de gemeenschap van beroepsonderwijs en -opleiding in de hele EU te versterken. Met een focus op online/afstandsonderwijs, groene vaardigheden, sociale inclusie en mobiliteit van lerenden, helpt het praktijkbeoefenaars zoals leraren, opleiders en bedrijfsbegeleiders om op de hoogte te zijn van beleidsinitiatieven op Europees niveau en onderling samen te werken om interessante instrumenten en middelen te vinden voor het verstrekken van beroepsonderwijs en -opleiding.
Concrete toezeggingen op nationaal niveau
De Verklaring van Osnabrück, waarin wordt toegezegd om tegen 2025 te werken aan verschillende acties op basis van de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding, is bekrachtigd door de ministers die verantwoordelijk zijn voor beroepsonderwijs en -opleiding in de EU-27, de Europese Economische Ruimte/Europese Vrijhandelsassociatie en de kandidaat-lidstaten, de Europese sociale partners en de Europese Commissie. Ook Europese verenigingen van aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding en vertegenwoordigers van lerenden hebben hun steun voor de Verklaring uitgedrukt.
Het vormt een aanvulling op de aanbeveling van de Raad door concrete acties voor de periode 2021-2025 vast te stellen op zowel nationaal als EU-niveau, met de nadruk op vier hoofdgebieden:
De Verklaring is een duidelijke toezegging van de lidstaten om de stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding in de hele EU de komende jaren te verbeteren, in synergie met de beginselen en acties van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding.
4
Hervormingen in heel Europa stimuleren
De lidstaten hebben zich ertoe verbonden actie te ondernemen ter ondersteuning van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau, samen met de sociale partners en andere relevante belanghebbenden. Deze hervormingen op nationaal niveau zijn van essentieel belang voor de verwezenlijking van de visie voor beroepsonderwijs en -opleiding.
Beginselen voor hervormingen op nationaal niveau
Hervormingen moeten gebaseerd zijn op de volgende beginselen die stellen dat beroepsonderwijs en -opleiding…
Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet-kader) & Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet)
De aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding van november 2020 vervangt de eerdere aanbevelingen over Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet-kader) en Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet), die in 2009 zijn aangenomen.
Eqavet bevat een referentiekader om de lidstaten te ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding en het vergroten van de transparantie met betrekking tot kwaliteitsborgingsregelingen in beroepsonderwijs en -opleiding. Tijdens de 10 jaar durende tenuitvoerlegging stimuleerde Eqavet hervormingen in nationale kwaliteitsborgingssystemen, hoewel het niet significant bijdroeg aan het verbeteren van de transparantie rond kwaliteitsborgingsregelingen. Bovendien werd het meestal toegepast in op school gebaseerde initiële beroepsonderwijs en -opleiding.
Eqavet wordt versterkt door een geactualiseerd Eqavet-kader, dat is opgenomen in de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding, waarin de nadruk wordt gelegd op de kwaliteit van leerresultaten, certificering en beoordeling, raadpleging van belanghebbenden, de rol van leerkrachten en opleiders, werkplekleren, digitaal leren en flexibiliteit. Voor systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding op EU-niveau worden collegiale toetsingen van kwaliteitsborging ingevoerd om het wederzijds leren te verbeteren, de kwaliteitsborging transparanter te maken en het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten te versterken.
Ecvet is opgericht om de erkenning, accumulatie en overdracht van leerresultaten te verbeteren. Dit was bedoeld om mobiliteit en een leven lang leren te ondersteunen, evenals de invoering van een EU-studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding. Ecvet hielp de mobiliteit te verbeteren door het gebruik en de documentatie van eenheden en gerelateerde leerresultaten. Het concept van Ecvet-punten werd echter over het algemeen niet toegepast en Ecvet leidde niet tot de ontwikkeling van een Europees studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding.
De aanbeveling van de Raad heeft de Ecvet-aanbeveling vervangen door de belangrijkste beginselen van het voormalige Ecvet -instrument met betrekking tot flexibiliteit op te nemen, terwijl de instrumenten ter ondersteuning van de mobiliteit van lerenden (leerovereenkomst en memorandum van overeenstemming) verder zullen worden ontwikkeld in het kader van andere EU-instrumenten (bv. Erasmus+). Voor beroepskwalificaties op postsecundair en tertiair niveau zal het Europees systeem voor het overdragen en verzamelen van studiepunten (ECTS) blijven worden gebruikt.
Acties van de lidstaten, ondersteund door EU-samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en de bovengenoemde beginselen, moeten van beroepsonderwijs en -opleiding een wendbare, flexibele en aantrekkelijke optie maken op basis van gelijke kansen en een cultuur van kwaliteitsborging. In het bijzonder moeten de acties:
Samenwerking tussen belanghebbenden in beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat hervormingen goed zijn ontworpen en uitgevoerd en goed worden begrepen op het niveau van praktijkbeoefenaars en andere belanghebbenden.
De Gemeenschap van Europese praktijkbeoefenaars van beroepsonderwijs en -opleiding van het elektronisch platform voor volwasseneneducatie in Europa heeft bijvoorbeeld tot doel de gemeenschap van beroepsonderwijs en -opleiding in de hele EU te versterken. Met een focus op online/afstandsonderwijs, groene vaardigheden, sociale inclusie en mobiliteit van lerenden, helpt het praktijkbeoefenaars zoals leraren, opleiders en bedrijfsbegeleiders om op de hoogte te zijn van beleidsinitiatieven op Europees niveau en onderling samen te werken om interessante instrumenten en middelen te vinden voor het verstrekken van beroepsonderwijs en -opleiding.
Concrete toezeggingen op nationaal niveau
De Verklaring van Osnabrück, waarin wordt toegezegd om tegen 2025 te werken aan verschillende acties op basis van de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding, is bekrachtigd door de ministers die verantwoordelijk zijn voor beroepsonderwijs en -opleiding in de EU-27, de Europese Economische Ruimte/Europese Vrijhandelsassociatie en de kandidaat-lidstaten, de Europese sociale partners en de Europese Commissie. Ook Europese verenigingen van aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding en vertegenwoordigers van lerenden hebben hun steun voor de Verklaring uitgedrukt.
Het vormt een aanvulling op de aanbeveling van de Raad door concrete acties voor de periode 2021-2025 vast te stellen op zowel nationaal als EU-niveau, met de nadruk op vier hoofdgebieden:
De Verklaring is een duidelijke toezegging van de lidstaten om de stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding in de hele EU de komende jaren te verbeteren, in synergie met de beginselen en acties van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding.
4
Hervormingen in heel Europa stimuleren
De lidstaten hebben zich ertoe verbonden actie te ondernemen ter ondersteuning van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau, samen met de sociale partners en andere relevante belanghebbenden. Deze hervormingen op nationaal niveau zijn van essentieel belang voor de verwezenlijking van de visie voor beroepsonderwijs en -opleiding.
Beginselen voor hervormingen op nationaal niveau
Hervormingen moeten gebaseerd zijn op de volgende beginselen die stellen dat beroepsonderwijs en -opleiding…
Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet-kader) & Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet)
De aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding van november 2020 vervangt de eerdere aanbevelingen over Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet-kader) en Europees systeem voor studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (Ecvet), die in 2009 zijn aangenomen.
Eqavet bevat een referentiekader om de lidstaten te ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding en het vergroten van de transparantie met betrekking tot kwaliteitsborgingsregelingen in beroepsonderwijs en -opleiding. Tijdens de 10 jaar durende tenuitvoerlegging stimuleerde Eqavet hervormingen in nationale kwaliteitsborgingssystemen, hoewel het niet significant bijdroeg aan het verbeteren van de transparantie rond kwaliteitsborgingsregelingen. Bovendien werd het meestal toegepast in op school gebaseerde initiële beroepsonderwijs en -opleiding.
Eqavet wordt versterkt door een geactualiseerd Eqavet-kader, dat is opgenomen in de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding, waarin de nadruk wordt gelegd op de kwaliteit van leerresultaten, certificering en beoordeling, raadpleging van belanghebbenden, de rol van leerkrachten en opleiders, werkplekleren, digitaal leren en flexibiliteit. Voor systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding op EU-niveau worden collegiale toetsingen van kwaliteitsborging ingevoerd om het wederzijds leren te verbeteren, de kwaliteitsborging transparanter te maken en het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten te versterken.
Ecvet is opgericht om de erkenning, accumulatie en overdracht van leerresultaten te verbeteren. Dit was bedoeld om mobiliteit en een leven lang leren te ondersteunen, evenals de invoering van een EU-studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding. Ecvet hielp de mobiliteit te verbeteren door het gebruik en de documentatie van eenheden en gerelateerde leerresultaten. Het concept van Ecvet-punten werd echter over het algemeen niet toegepast en Ecvet leidde niet tot de ontwikkeling van een Europees studiepuntensysteem voor beroepsonderwijs en -opleiding.
De aanbeveling van de Raad heeft de Ecvet-aanbeveling vervangen door de belangrijkste beginselen van het voormalige Ecvet -instrument met betrekking tot flexibiliteit op te nemen, terwijl de instrumenten ter ondersteuning van de mobiliteit van lerenden (leerovereenkomst en memorandum van overeenstemming) verder zullen worden ontwikkeld in het kader van andere EU-instrumenten (bv. Erasmus+). Voor beroepskwalificaties op postsecundair en tertiair niveau zal het Europees systeem voor het overdragen en verzamelen van studiepunten (ECTS) blijven worden gebruikt.
Acties van de lidstaten, ondersteund door EU-samenwerking op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding en de bovengenoemde beginselen, moeten van beroepsonderwijs en -opleiding een wendbare, flexibele en aantrekkelijke optie maken op basis van gelijke kansen en een cultuur van kwaliteitsborging. In het bijzonder moeten de acties:
Samenwerking tussen belanghebbenden in beroepsonderwijs en -opleiding op nationaal niveau is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat hervormingen goed zijn ontworpen en uitgevoerd en goed worden begrepen op het niveau van praktijkbeoefenaars en andere belanghebbenden.
De Gemeenschap van Europese praktijkbeoefenaars van beroepsonderwijs en -opleiding van het elektronisch platform voor volwasseneneducatie in Europa heeft bijvoorbeeld tot doel de gemeenschap van beroepsonderwijs en -opleiding in de hele EU te versterken. Met een focus op online/afstandsonderwijs, groene vaardigheden, sociale inclusie en mobiliteit van lerenden, helpt het praktijkbeoefenaars zoals leraren, opleiders en bedrijfsbegeleiders om op de hoogte te zijn van beleidsinitiatieven op Europees niveau en onderling samen te werken om interessante instrumenten en middelen te vinden voor het verstrekken van beroepsonderwijs en -opleiding.
Concrete toezeggingen op nationaal niveau
De Verklaring van Osnabrück, waarin wordt toegezegd om tegen 2025 te werken aan verschillende acties op basis van de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding, is bekrachtigd door de ministers die verantwoordelijk zijn voor beroepsonderwijs en -opleiding in de EU-27, de Europese Economische Ruimte/Europese Vrijhandelsassociatie en de kandidaat-lidstaten, de Europese sociale partners en de Europese Commissie. Ook Europese verenigingen van aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding en vertegenwoordigers van lerenden hebben hun steun voor de Verklaring uitgedrukt.
Het vormt een aanvulling op de aanbeveling van de Raad door concrete acties voor de periode 2021-2025 vast te stellen op zowel nationaal als EU-niveau, met de nadruk op vier hoofdgebieden:
De Verklaring is een duidelijke toezegging van de lidstaten om de stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding in de hele EU de komende jaren te verbeteren, in synergie met de beginselen en acties van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding.
4
Acties en initiatieven ter ondersteuning van de lidstaten
De EU heeft zich voortdurend ingespannen om de lidstaten te ondersteunen bij hun hervormingen op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding. De EU streeft ernaar de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en de coördinatie op het gebied van werkgelegenheid en beroepsonderwijs en -opleiding te vergemakkelijken, met volledige inachtneming van de bevoegdheid van de lidstaten voor de inhoud en de organisatie van deze opleiding.
Een aantal EU-initiatieven biedt nuttige instrumenten en ondersteuning voor belanghebbenden in beroepsonderwijs en -opleiding en kan de lidstaten helpen de kwaliteit en transparantie van hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren en de visie van de EU op beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa werkelijkheid te laten worden.
Kenniscentra voor beroepsopleiding
Kenniscentra voor beroepsopleiding zijn transnationale samenwerkingsnetwerken die gericht zijn op het stimuleren van innovatie en uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding. Zij brengen een breed scala aan lokale en regionale partners samen, waaronder aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding (op hoger secundair en tertiair niveau), werkgevers, onderzoekscentra en sociale partners, om samen “vaardighedenecosystemen” te creëren. Zo dragen ze bij aan een innovatieve, inclusieve en duurzame economie.
Dit initiatief is afgestemd op de Europese vaardighedenagenda en de Europese onderwijsruimte en heeft tot doel tussen 2021 en 2027 100 kenniscentra voor beroepsopleiding op te richten, ondersteund door Erasmus+-financiering. Het ondersteunt de lidstaten, de sociale partners en aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding bij de uitvoering van de doelstellingen van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding en de Verklaring van Osnabrück.
De kenniscentra voor beroepsopleiding hebben de interesse gewekt van veel partners van over de hele wereld – meer dan 1 700 organisaties uit 55 landen hebben gereageerd op de Erasmus+-oproep voor 2021 – waaruit hun potentieel blijkt om de internationalisering van Europees beroepsonderwijs en -opleiding en de totstandbrenging van langetermijnpartnerschappen met organisaties buiten Europa te ondersteunen. Ze kunnen een belangrijke bouwsteen zijn om de doelstellingen van de EU te verwezenlijken om van Europa een referentiepunt van wereldklasse te maken voor hoogwaardige vaardigheden.
Groene en digitale vaardigheden
De EU heeft gewezen op het belang van acties ter bevordering van de dubbele groene en digitale transitie om de Europese economie eerlijker, veerkrachtiger en duurzamer te maken. De twee transities staan centraal op de politieke agenda van de Commissie, zoals blijkt uit de Europese vaardighedenagenda 2020, het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese Green Deal.
Instellingen en systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding bevinden zich in een goede positie om bijscholing en omscholing te bevorderen, die een essentiële voorwaarde zijn voor een eerlijke en inclusieve overgang.
Erasmus+ en de Faciliteit voor herstel en veerkracht (onderdeel van NextGenerationEU) kunnen worden gebruikt om mensen via beroepsonderwijs en -opleiding voor te bereiden op arbeidsmarktkansen die voortvloeien uit de dubbele transitie.
Daarnaast zullen intensieve digitale trainingen verder worden gepromoot en zal DigComp (het digitaal competentiekader van de EU) worden bijgewerkt om nieuwe en opkomende technologische ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie, de ‘dataficatie’ van alle aspecten van het leven en groene vaardigheden weer te geven. Er is een soortgelijk competentie kader voor duurzaamheid ontwikkeld om een gemeenschappelijk begrip op te bouwen van de sleutelcompetenties die nodig zijn voor de groene transitie.
SELFIE (Self-reflection on Effective Learning by Fostering the use of Innovative Educational technologies) is een instrument dat de digitalisering van scholen ondersteunt. De tool is gratis beschikbaar en kan door scholen waaronder scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding, worden aangepast om digitale technologie te begrijpen en in te bedden in hun onderwijs- en leerpraktijken. SELFIE verzamelt anonieme feedback van studenten, docenten en schoolleiders door middel van vragenlijsten over de manier waarop technologie op hun school wordt gebruikt. De tool genereert vervolgens een rapport van de sterke en zwakke punten van de school betreffende hun gebruik van technologie.
In oktober 2021 lanceerde de EU een uitbreiding van SELFIE die zich richt op werkplekleren. De nieuwe module omvat de opvattingen van in-company trainers, waardoor bedrijven bij de oefening worden betrokken, evenals leerlingen, leraren en schoolleiders. Dit stelt scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding en opleidingsbedrijven in staat om gezamenlijk te bespreken hoe ze het onderwijs en de opleiding die zij aanbieden het best kunnen digitaliseren. Voorlopig is deze uitbreiding beschikbaar in alle 24 officiële EU-talen als onderdeel van de SELFIE-tool.
Meer steun voor leerlingplaatsen
Initiatieven zoals de jongerengarantie, de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen (EAfA) en de ondersteunende diensten voor het leerlingstelsel brengen regeringen en belanghebbenden samen om de steun voor leerlingplaatsen te versterken en het bewustzijn en de toezeggingen om beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren, te vergroten.
De vernieuwde EAfA bevordert nationale coalities, ondersteunt kmo’s en versterkt de betrokkenheid van de sociale partners, ook op sectoraal niveau. De EAfA mobiliseert ook lokale en regionale overheden en ondersteunt de vertegenwoordiging van leerlingen in de lidstaten. Het moedigt groene, digitale en inclusieve leerlingplaatsen aan die zowel werkgevers als jongeren ten goede komen, en bouwt een geschoolde beroepsbevolking op in een breed scala van sectoren. De ondersteunende diensten van de Alliantie werken aan het verbeteren van de kwaliteit van leerlingplaatsen in Europa door online bronnen en netwerkmogelijkheden te bieden, waardoor individuen in staat worden gesteld contacten te leggen, te leren en te handelen.
Zowel de EAfA als de ondersteunende diensten voor het leerlingstelsel zullen door de EU worden versterkt.
Europese Week van beroepsvaardigheden
Sinds 2016 brengt de Europese Week van beroepsvaardigheden lokale, regionale en nationale organisaties samen om de prestaties van beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa te vieren. Het jaarlijkse evenement brengt het potentieel van beroepsonderwijs en -opleiding om banen te creëren en loopbanen te ondersteunen onder de aandacht en biedt mogelijkheden om informatie en goede praktijken uit te wisselen.
De Week van beroepsvaardigheden staat vol met evenementen en activiteiten die door partners in heel Europa worden georganiseerd en heeft elk jaar een ander thema dat het belang van beroepsonderwijs en -opleiding en vaardigheden erkent. Tal van experts zijn betrokken als sprekers en delen hun inzichten tijdens conferenties of online uitwisselingen. De Week is ook een viering van de Prijzen voor uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding die inspirerende mensen en organisaties in de schijnwerpers zet.
Europese beroepskernprofielen
Europese beroepskernprofielen zijn een ander innovatief element van uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding en internationalisering. Deze profielen kunnen een gemeenschappelijke reeks leerresultaten definiëren die kunnen worden gebruikt bij de ontwikkeling van gezamenlijke curricula, kwalificaties en microcredentials voor beroepsonderwijs en -opleiding. De profielen kunnen de mobiliteit van lerenden en werknemers vergemakkelijken en de automatische erkenning van kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding en de resultaten van leren in het buitenland ondersteunen. De profielen zouden deel uitmaken van het Europass-platform en waar mogelijk worden aangevuld met digitale beroepsinhoud.
Collegiale toetsingen van kwaliteitsborging op het niveau van beroepsonderwijs en -opleiding
Collegiale toetsingen zijn een vorm van vrijwillig wederzijds leren die tot doel heeft kwaliteitsborgingssystemen transparanter en effectiever te maken. In de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding worden collegiale toetsingen van kwaliteitsborging op het niveau van het beroepsonderwijs en -opleiding genoemd als een concrete actie om het vertrouwen en de transparantie tussen de lidstaten te helpen versterken en het wederzijds leren in de hele EU te verbeteren. De EU zal met de lidstaten samenwerken om de transparantie van nationale ontwikkelingen op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding te vergroten door middel van collegiale toetsingen van kwaliteitsborging, voortbouwend op het werk van Eqavet, dat heeft bijgedragen aan verschillende hervormingen in de nationale kwaliteitsborgingssystemen.
Microcredentials
Een microcredential is een registratie van de leerresultaten die een leerling heeft verworven na een klein leervolume. In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding wordt de Europese Commissie opgeroepen “het concept en het gebruik van microcredentials te onderzoeken”. Dankzij microcredentials kunnen vaardigheden gericht en flexibel worden verworven om te voldoen aan nieuwe en opkomende behoeften in de samenleving en de arbeidsmarkt, zonder traditionele kwalificaties te vervangen. Ze kunnen worden ontworpen en geleverd door een verscheidenheid aan aanbieders in diverse formele, niet-formele en informele leeromgevingen.
In december 2021 werd in een voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad betreffende microcredentials voor een leven lang leren en inzetbaarheid een gemeenschappelijke definitie en indeling voor de beschrijving van microcredentials geschetst, evenals een reeks beginselen voor het ontwerpen en uitgeven ervan. Deze bouwstenen kunnen worden gebruikt door aanbieders van microcredentials in de hele EU, met inbegrip van aanbieders van permanent beroepsonderwijs en -opleiding, om het vertrouwen, de kwaliteit en het gebruik van microcredentials te ondersteunen.
Financiering
EU-financiering speelt een sleutelrol bij de uitvoering van de hierboven beschreven acties en zorgt ervoor dat beroepsonderwijs en -opleiding in alle lidstaten voldoende kan worden ontwikkeld en versterkt.
EU-fondsen en -programma’s zoals NextGenerationEU en haar pijlers, de Faciliteit voor herstel en veerkracht en REACT-EU, ESF+, Erasmus+, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, InvestEU, Horizon Europa, Interreg, Digitaal Europa, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling zijn beschikbaar om de verwezenlijking van nationale verbintenissen ten aanzien van de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding te ondersteunen.
Het Erasmus+-programma voor de periode 2021-2027 omvat ook financiering ter ondersteuning van de internationale mobiliteit van bijna 2 miljoen lerenden en personeel in beroepsonderwijs en -opleiding, alsook een budget van 400 miljoen euro om 100 netwerken van kenniscentra voor beroepsopleiding in deze periode te financieren.
Deze financieringsmogelijkheden kunnen helpen om de steun voor leerlingplaatsen, de digitalisering van instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding en hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding te versterken, en om omscholingsprogramma’s te verbeteren, met name voor degenen die werkzaam zijn in sectoren die zwaar zijn getroffen door de COVID-19-pandemie.
Als u een belanghebbende bent bij beroepsonderwijs en -opleiding, bieden deze initiatieven ondersteuning, begeleiding en nuttige hulpmiddelen om ons te helpen samen de alomvattende visie van de EU op de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding te verwezenlijken. Beroepsonderwijs en -opleiding zijn van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat mensen in Europa over de juiste vaardigheden beschikken voor de banen van vandaag en morgen.
Door de in de aanbeveling uitgestippelde weg te volgen, zoals uiteengezet in deze brochure, kunnen de lidstaten bijdragen aan de dubbele groene en digitale transitie van Europa, en er tegelijkertijd voor zorgen dat iedereen in Europa toegang heeft tot hoogwaardig en inclusief onderwijs, opleiding en een leven lang leren, zodat zij ten volle kunnen deelnemen aan de samenleving, de overgang naar de arbeidsmarkt kunnen maken en uiteindelijk kunnen gedijen in hun loopbaan.
5
Acties en initiatieven ter ondersteuning van de lidstaten
De EU heeft zich voortdurend ingespannen om de lidstaten te ondersteunen bij hun hervormingen op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding. De EU streeft ernaar de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en de coördinatie op het gebied van werkgelegenheid en beroepsonderwijs en -opleiding te vergemakkelijken, met volledige inachtneming van de bevoegdheid van de lidstaten voor de inhoud en de organisatie van deze opleiding.
Een aantal EU-initiatieven biedt nuttige instrumenten en ondersteuning voor belanghebbenden in beroepsonderwijs en -opleiding en kan de lidstaten helpen de kwaliteit en transparantie van hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren en de visie van de EU op beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa werkelijkheid te laten worden.
Kenniscentra voor beroepsopleiding
Kenniscentra voor beroepsopleiding zijn transnationale samenwerkingsnetwerken die gericht zijn op het stimuleren van innovatie en uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding. Zij brengen een breed scala aan lokale en regionale partners samen, waaronder aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding (op hoger secundair en tertiair niveau), werkgevers, onderzoekscentra en sociale partners, om samen “vaardighedenecosystemen” te creëren. Zo dragen ze bij aan een innovatieve, inclusieve en duurzame economie.
Dit initiatief is afgestemd op de Europese vaardighedenagenda en de Europese onderwijsruimte en heeft tot doel tussen 2021 en 2027 100 kenniscentra voor beroepsopleiding op te richten, ondersteund door Erasmus+-financiering. Het ondersteunt de lidstaten, de sociale partners en aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding bij de uitvoering van de doelstellingen van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding en de Verklaring van Osnabrück.
De kenniscentra voor beroepsopleiding hebben de interesse gewekt van veel partners van over de hele wereld – meer dan 1 700 organisaties uit 55 landen hebben gereageerd op de Erasmus+-oproep voor 2021 – waaruit hun potentieel blijkt om de internationalisering van Europees beroepsonderwijs en -opleiding en de totstandbrenging van langetermijnpartnerschappen met organisaties buiten Europa te ondersteunen. Ze kunnen een belangrijke bouwsteen zijn om de doelstellingen van de EU te verwezenlijken om van Europa een referentiepunt van wereldklasse te maken voor hoogwaardige vaardigheden.
Groene en digitale vaardigheden
De EU heeft gewezen op het belang van acties ter bevordering van de dubbele groene en digitale transitie om de Europese economie eerlijker, veerkrachtiger en duurzamer te maken. De twee transities staan centraal op de politieke agenda van de Commissie, zoals blijkt uit de Europese vaardighedenagenda 2020, het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese Green Deal.
Instellingen en systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding bevinden zich in een goede positie om bijscholing en omscholing te bevorderen, die een essentiële voorwaarde zijn voor een eerlijke en inclusieve overgang.
Erasmus+ en de Faciliteit voor herstel en veerkracht (onderdeel van NextGenerationEU) kunnen worden gebruikt om mensen via beroepsonderwijs en -opleiding voor te bereiden op arbeidsmarktkansen die voortvloeien uit de dubbele transitie.
Daarnaast zullen intensieve digitale trainingen verder worden gepromoot en zal DigComp (het digitaal competentiekader van de EU) worden bijgewerkt om nieuwe en opkomende technologische ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie, de ‘dataficatie’ van alle aspecten van het leven en groene vaardigheden weer te geven. Er is een soortgelijk competentie kader voor duurzaamheid ontwikkeld om een gemeenschappelijk begrip op te bouwen van de sleutelcompetenties die nodig zijn voor de groene transitie.
SELFIE (Self-reflection on Effective Learning by Fostering the use of Innovative Educational technologies) is een instrument dat de digitalisering van scholen ondersteunt. De tool is gratis beschikbaar en kan door scholen waaronder scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding, worden aangepast om digitale technologie te begrijpen en in te bedden in hun onderwijs- en leerpraktijken. SELFIE verzamelt anonieme feedback van studenten, docenten en schoolleiders door middel van vragenlijsten over de manier waarop technologie op hun school wordt gebruikt. De tool genereert vervolgens een rapport van de sterke en zwakke punten van de school betreffende hun gebruik van technologie.
In oktober 2021 lanceerde de EU een uitbreiding van SELFIE die zich richt op werkplekleren. De nieuwe module omvat de opvattingen van in-company trainers, waardoor bedrijven bij de oefening worden betrokken, evenals leerlingen, leraren en schoolleiders. Dit stelt scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding en opleidingsbedrijven in staat om gezamenlijk te bespreken hoe ze het onderwijs en de opleiding die zij aanbieden het best kunnen digitaliseren. Voorlopig is deze uitbreiding beschikbaar in alle 24 officiële EU-talen als onderdeel van de SELFIE-tool.
Meer steun voor leerlingplaatsen
Initiatieven zoals de jongerengarantie, de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen (EAfA) en de ondersteunende diensten voor het leerlingstelsel brengen regeringen en belanghebbenden samen om de steun voor leerlingplaatsen te versterken en het bewustzijn en de toezeggingen om beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren, te vergroten.
De vernieuwde EAfA bevordert nationale coalities, ondersteunt kmo’s en versterkt de betrokkenheid van de sociale partners, ook op sectoraal niveau. De EAfA mobiliseert ook lokale en regionale overheden en ondersteunt de vertegenwoordiging van leerlingen in de lidstaten. Het moedigt groene, digitale en inclusieve leerlingplaatsen aan die zowel werkgevers als jongeren ten goede komen, en bouwt een geschoolde beroepsbevolking op in een breed scala van sectoren. De ondersteunende diensten van de Alliantie werken aan het verbeteren van de kwaliteit van leerlingplaatsen in Europa door online bronnen en netwerkmogelijkheden te bieden, waardoor individuen in staat worden gesteld contacten te leggen, te leren en te handelen.
Zowel de EAfA als de ondersteunende diensten voor het leerlingstelsel zullen door de EU worden versterkt.
Europese Week van beroepsvaardigheden
Sinds 2016 brengt de Europese Week van beroepsvaardigheden lokale, regionale en nationale organisaties samen om de prestaties van beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa te vieren. Het jaarlijkse evenement brengt het potentieel van beroepsonderwijs en -opleiding om banen te creëren en loopbanen te ondersteunen onder de aandacht en biedt mogelijkheden om informatie en goede praktijken uit te wisselen.
De Week van beroepsvaardigheden staat vol met evenementen en activiteiten die door partners in heel Europa worden georganiseerd en heeft elk jaar een ander thema dat het belang van beroepsonderwijs en -opleiding en vaardigheden erkent. Tal van experts zijn betrokken als sprekers en delen hun inzichten tijdens conferenties of online uitwisselingen. De Week is ook een viering van de Prijzen voor uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding die inspirerende mensen en organisaties in de schijnwerpers zet.
Europese beroepskernprofielen
Europese beroepskernprofielen zijn een ander innovatief element van uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding en internationalisering. Deze profielen kunnen een gemeenschappelijke reeks leerresultaten definiëren die kunnen worden gebruikt bij de ontwikkeling van gezamenlijke curricula, kwalificaties en microcredentials voor beroepsonderwijs en -opleiding. De profielen kunnen de mobiliteit van lerenden en werknemers vergemakkelijken en de automatische erkenning van kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding en de resultaten van leren in het buitenland ondersteunen. De profielen zouden deel uitmaken van het Europass-platform en waar mogelijk worden aangevuld met digitale beroepsinhoud.
Collegiale toetsingen van kwaliteitsborging op het niveau van beroepsonderwijs en -opleiding
Collegiale toetsingen zijn een vorm van vrijwillig wederzijds leren die tot doel heeft kwaliteitsborgingssystemen transparanter en effectiever te maken. In de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding worden collegiale toetsingen van kwaliteitsborging op het niveau van het beroepsonderwijs en -opleiding genoemd als een concrete actie om het vertrouwen en de transparantie tussen de lidstaten te helpen versterken en het wederzijds leren in de hele EU te verbeteren. De EU zal met de lidstaten samenwerken om de transparantie van nationale ontwikkelingen op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding te vergroten door middel van collegiale toetsingen van kwaliteitsborging, voortbouwend op het werk van Eqavet, dat heeft bijgedragen aan verschillende hervormingen in de nationale kwaliteitsborgingssystemen.
Microcredentials
Een microcredential is een registratie van de leerresultaten die een leerling heeft verworven na een klein leervolume. In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding wordt de Europese Commissie opgeroepen “het concept en het gebruik van microcredentials te onderzoeken”. Dankzij microcredentials kunnen vaardigheden gericht en flexibel worden verworven om te voldoen aan nieuwe en opkomende behoeften in de samenleving en de arbeidsmarkt, zonder traditionele kwalificaties te vervangen. Ze kunnen worden ontworpen en geleverd door een verscheidenheid aan aanbieders in diverse formele, niet-formele en informele leeromgevingen.
In december 2021 werd in een voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad betreffende microcredentials voor een leven lang leren en inzetbaarheid een gemeenschappelijke definitie en indeling voor de beschrijving van microcredentials geschetst, evenals een reeks beginselen voor het ontwerpen en uitgeven ervan. Deze bouwstenen kunnen worden gebruikt door aanbieders van microcredentials in de hele EU, met inbegrip van aanbieders van permanent beroepsonderwijs en -opleiding, om het vertrouwen, de kwaliteit en het gebruik van microcredentials te ondersteunen.
Financiering
EU-financiering speelt een sleutelrol bij de uitvoering van de hierboven beschreven acties en zorgt ervoor dat beroepsonderwijs en -opleiding in alle lidstaten voldoende kan worden ontwikkeld en versterkt.
EU-fondsen en -programma’s zoals NextGenerationEU en haar pijlers, de Faciliteit voor herstel en veerkracht en REACT-EU, ESF+, Erasmus+, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, InvestEU, Horizon Europa, Interreg, Digitaal Europa, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling zijn beschikbaar om de verwezenlijking van nationale verbintenissen ten aanzien van de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding te ondersteunen.
Het Erasmus+-programma voor de periode 2021-2027 omvat ook financiering ter ondersteuning van de internationale mobiliteit van bijna 2 miljoen lerenden en personeel in beroepsonderwijs en -opleiding, alsook een budget van 400 miljoen euro om 100 netwerken van kenniscentra voor beroepsopleiding in deze periode te financieren.
Deze financieringsmogelijkheden kunnen helpen om de steun voor leerlingplaatsen, de digitalisering van instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding en hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding te versterken, en om omscholingsprogramma’s te verbeteren, met name voor degenen die werkzaam zijn in sectoren die zwaar zijn getroffen door de COVID-19-pandemie.
Als u een belanghebbende bent bij beroepsonderwijs en -opleiding, bieden deze initiatieven ondersteuning, begeleiding en nuttige hulpmiddelen om ons te helpen samen de alomvattende visie van de EU op de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding te verwezenlijken. Beroepsonderwijs en -opleiding zijn van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat mensen in Europa over de juiste vaardigheden beschikken voor de banen van vandaag en morgen.
Door de in de aanbeveling uitgestippelde weg te volgen, zoals uiteengezet in deze brochure, kunnen de lidstaten bijdragen aan de dubbele groene en digitale transitie van Europa, en er tegelijkertijd voor zorgen dat iedereen in Europa toegang heeft tot hoogwaardig en inclusief onderwijs, opleiding en een leven lang leren, zodat zij ten volle kunnen deelnemen aan de samenleving, de overgang naar de arbeidsmarkt kunnen maken en uiteindelijk kunnen gedijen in hun loopbaan.
5
Acties en initiatieven ter ondersteuning van de lidstaten
De EU heeft zich voortdurend ingespannen om de lidstaten te ondersteunen bij hun hervormingen op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding. De EU streeft ernaar de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en de coördinatie op het gebied van werkgelegenheid en beroepsonderwijs en -opleiding te vergemakkelijken, met volledige inachtneming van de bevoegdheid van de lidstaten voor de inhoud en de organisatie van deze opleiding.
Een aantal EU-initiatieven biedt nuttige instrumenten en ondersteuning voor belanghebbenden in beroepsonderwijs en -opleiding en kan de lidstaten helpen de kwaliteit en transparantie van hun stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren en de visie van de EU op beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa werkelijkheid te laten worden.
Kenniscentra voor beroepsopleiding
Kenniscentra voor beroepsopleiding zijn transnationale samenwerkingsnetwerken die gericht zijn op het stimuleren van innovatie en uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding. Zij brengen een breed scala aan lokale en regionale partners samen, waaronder aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding (op hoger secundair en tertiair niveau), werkgevers, onderzoekscentra en sociale partners, om samen “vaardighedenecosystemen” te creëren. Zo dragen ze bij aan een innovatieve, inclusieve en duurzame economie.
Dit initiatief is afgestemd op de Europese vaardighedenagenda en de Europese onderwijsruimte en heeft tot doel tussen 2021 en 2027 100 kenniscentra voor beroepsopleiding op te richten, ondersteund door Erasmus+-financiering. Het ondersteunt de lidstaten, de sociale partners en aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding bij de uitvoering van de doelstellingen van de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding en de Verklaring van Osnabrück.
De kenniscentra voor beroepsopleiding hebben de interesse gewekt van veel partners van over de hele wereld – meer dan 1 700 organisaties uit 55 landen hebben gereageerd op de Erasmus+-oproep voor 2021 – waaruit hun potentieel blijkt om de internationalisering van Europees beroepsonderwijs en -opleiding en de totstandbrenging van langetermijnpartnerschappen met organisaties buiten Europa te ondersteunen. Ze kunnen een belangrijke bouwsteen zijn om de doelstellingen van de EU te verwezenlijken om van Europa een referentiepunt van wereldklasse te maken voor hoogwaardige vaardigheden.
Groene en digitale vaardigheden
De EU heeft gewezen op het belang van acties ter bevordering van de dubbele groene en digitale transitie om de Europese economie eerlijker, veerkrachtiger en duurzamer te maken. De twee transities staan centraal op de politieke agenda van de Commissie, zoals blijkt uit de Europese vaardighedenagenda 2020, het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese Green Deal.
Instellingen en systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding bevinden zich in een goede positie om bijscholing en omscholing te bevorderen, die een essentiële voorwaarde zijn voor een eerlijke en inclusieve overgang.
Erasmus+ en de Faciliteit voor herstel en veerkracht (onderdeel van NextGenerationEU) kunnen worden gebruikt om mensen via beroepsonderwijs en -opleiding voor te bereiden op arbeidsmarktkansen die voortvloeien uit de dubbele transitie.
Daarnaast zullen intensieve digitale trainingen verder worden gepromoot en zal DigComp (het digitaal competentiekader van de EU) worden bijgewerkt om nieuwe en opkomende technologische ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie, de ‘dataficatie’ van alle aspecten van het leven en groene vaardigheden weer te geven. Er is een soortgelijk competentie kader voor duurzaamheid ontwikkeld om een gemeenschappelijk begrip op te bouwen van de sleutelcompetenties die nodig zijn voor de groene transitie.
SELFIE (Self-reflection on Effective Learning by Fostering the use of Innovative Educational technologies) is een instrument dat de digitalisering van scholen ondersteunt. De tool is gratis beschikbaar en kan door scholen waaronder scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding, worden aangepast om digitale technologie te begrijpen en in te bedden in hun onderwijs- en leerpraktijken. SELFIE verzamelt anonieme feedback van studenten, docenten en schoolleiders door middel van vragenlijsten over de manier waarop technologie op hun school wordt gebruikt. De tool genereert vervolgens een rapport van de sterke en zwakke punten van de school betreffende hun gebruik van technologie.
In oktober 2021 lanceerde de EU een uitbreiding van SELFIE die zich richt op werkplekleren. De nieuwe module omvat de opvattingen van in-company trainers, waardoor bedrijven bij de oefening worden betrokken, evenals leerlingen, leraren en schoolleiders. Dit stelt scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding en opleidingsbedrijven in staat om gezamenlijk te bespreken hoe ze het onderwijs en de opleiding die zij aanbieden het best kunnen digitaliseren. Voorlopig is deze uitbreiding beschikbaar in alle 24 officiële EU-talen als onderdeel van de SELFIE-tool.
Meer steun voor leerlingplaatsen
Initiatieven zoals de jongerengarantie, de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen (EAfA) en de ondersteunende diensten voor het leerlingstelsel brengen regeringen en belanghebbenden samen om de steun voor leerlingplaatsen te versterken en het bewustzijn en de toezeggingen om beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren, te vergroten.
De vernieuwde EAfA bevordert nationale coalities, ondersteunt kmo’s en versterkt de betrokkenheid van de sociale partners, ook op sectoraal niveau. De EAfA mobiliseert ook lokale en regionale overheden en ondersteunt de vertegenwoordiging van leerlingen in de lidstaten. Het moedigt groene, digitale en inclusieve leerlingplaatsen aan die zowel werkgevers als jongeren ten goede komen, en bouwt een geschoolde beroepsbevolking op in een breed scala van sectoren. De ondersteunende diensten van de Alliantie werken aan het verbeteren van de kwaliteit van leerlingplaatsen in Europa door online bronnen en netwerkmogelijkheden te bieden, waardoor individuen in staat worden gesteld contacten te leggen, te leren en te handelen.
Zowel de EAfA als de ondersteunende diensten voor het leerlingstelsel zullen door de EU worden versterkt.
Europese Week van beroepsvaardigheden
Sinds 2016 brengt de Europese Week van beroepsvaardigheden lokale, regionale en nationale organisaties samen om de prestaties van beroepsonderwijs en -opleiding in heel Europa te vieren. Het jaarlijkse evenement brengt het potentieel van beroepsonderwijs en -opleiding om banen te creëren en loopbanen te ondersteunen onder de aandacht en biedt mogelijkheden om informatie en goede praktijken uit te wisselen.
De Week van beroepsvaardigheden staat vol met evenementen en activiteiten die door partners in heel Europa worden georganiseerd en heeft elk jaar een ander thema dat het belang van beroepsonderwijs en -opleiding en vaardigheden erkent. Tal van experts zijn betrokken als sprekers en delen hun inzichten tijdens conferenties of online uitwisselingen. De Week is ook een viering van de Prijzen voor uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding die inspirerende mensen en organisaties in de schijnwerpers zet.
Europese beroepskernprofielen
Europese beroepskernprofielen zijn een ander innovatief element van uitmuntendheid in beroepsonderwijs en -opleiding en internationalisering. Deze profielen kunnen een gemeenschappelijke reeks leerresultaten definiëren die kunnen worden gebruikt bij de ontwikkeling van gezamenlijke curricula, kwalificaties en microcredentials voor beroepsonderwijs en -opleiding. De profielen kunnen de mobiliteit van lerenden en werknemers vergemakkelijken en de automatische erkenning van kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding en de resultaten van leren in het buitenland ondersteunen. De profielen zouden deel uitmaken van het Europass-platform en waar mogelijk worden aangevuld met digitale beroepsinhoud.
Collegiale toetsingen van kwaliteitsborging op het niveau van beroepsonderwijs en -opleiding
Collegiale toetsingen zijn een vorm van vrijwillig wederzijds leren die tot doel heeft kwaliteitsborgingssystemen transparanter en effectiever te maken. In de aanbeveling inzake beroepsonderwijs en -opleiding worden collegiale toetsingen van kwaliteitsborging op het niveau van het beroepsonderwijs en -opleiding genoemd als een concrete actie om het vertrouwen en de transparantie tussen de lidstaten te helpen versterken en het wederzijds leren in de hele EU te verbeteren. De EU zal met de lidstaten samenwerken om de transparantie van nationale ontwikkelingen op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding te vergroten door middel van collegiale toetsingen van kwaliteitsborging, voortbouwend op het werk van Eqavet, dat heeft bijgedragen aan verschillende hervormingen in de nationale kwaliteitsborgingssystemen.
Microcredentials
Een microcredential is een registratie van de leerresultaten die een leerling heeft verworven na een klein leervolume. In de aanbeveling van de Raad over beroepsonderwijs en -opleiding wordt de Europese Commissie opgeroepen “het concept en het gebruik van microcredentials te onderzoeken”. Dankzij microcredentials kunnen vaardigheden gericht en flexibel worden verworven om te voldoen aan nieuwe en opkomende behoeften in de samenleving en de arbeidsmarkt, zonder traditionele kwalificaties te vervangen. Ze kunnen worden ontworpen en geleverd door een verscheidenheid aan aanbieders in diverse formele, niet-formele en informele leeromgevingen.
In december 2021 werd in een voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad betreffende microcredentials voor een leven lang leren en inzetbaarheid een gemeenschappelijke definitie en indeling voor de beschrijving van microcredentials geschetst, evenals een reeks beginselen voor het ontwerpen en uitgeven ervan. Deze bouwstenen kunnen worden gebruikt door aanbieders van microcredentials in de hele EU, met inbegrip van aanbieders van permanent beroepsonderwijs en -opleiding, om het vertrouwen, de kwaliteit en het gebruik van microcredentials te ondersteunen.
Financiering
EU-financiering speelt een sleutelrol bij de uitvoering van de hierboven beschreven acties en zorgt ervoor dat beroepsonderwijs en -opleiding in alle lidstaten voldoende kan worden ontwikkeld en versterkt.
EU-fondsen en -programma’s zoals NextGenerationEU en haar pijlers, de Faciliteit voor herstel en veerkracht en REACT-EU, ESF+, Erasmus+, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, InvestEU, Horizon Europa, Interreg, Digitaal Europa, het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling zijn beschikbaar om de verwezenlijking van nationale verbintenissen ten aanzien van de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding te ondersteunen.
Het Erasmus+-programma voor de periode 2021-2027 omvat ook financiering ter ondersteuning van de internationale mobiliteit van bijna 2 miljoen lerenden en personeel in beroepsonderwijs en -opleiding, alsook een budget van 400 miljoen euro om 100 netwerken van kenniscentra voor beroepsopleiding in deze periode te financieren.
Deze financieringsmogelijkheden kunnen helpen om de steun voor leerlingplaatsen, de digitalisering van instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding en hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding te versterken, en om omscholingsprogramma’s te verbeteren, met name voor degenen die werkzaam zijn in sectoren die zwaar zijn getroffen door de COVID-19-pandemie.
Als u een belanghebbende bent bij beroepsonderwijs en -opleiding, bieden deze initiatieven ondersteuning, begeleiding en nuttige hulpmiddelen om ons te helpen samen de alomvattende visie van de EU op de toekomst van beroepsonderwijs en -opleiding te verwezenlijken. Beroepsonderwijs en -opleiding zijn van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat mensen in Europa over de juiste vaardigheden beschikken voor de banen van vandaag en morgen.
Door de in de aanbeveling uitgestippelde weg te volgen, zoals uiteengezet in deze brochure, kunnen de lidstaten bijdragen aan de dubbele groene en digitale transitie van Europa, en er tegelijkertijd voor zorgen dat iedereen in Europa toegang heeft tot hoogwaardig en inclusief onderwijs, opleiding en een leven lang leren, zodat zij ten volle kunnen deelnemen aan de samenleving, de overgang naar de arbeidsmarkt kunnen maken en uiteindelijk kunnen gedijen in hun loopbaan.
5
Bijlage
Lerenden die zijn ingeschreven in het hoger secundair beroepsonderwijs en -opleiding van alle lerenden in het hoger secundair onderwijs5 |
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden uit het beroepsonderwijs en -opleiding (leeftijd 20-34) |
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden uit het algemeen onderwijs (leeftijd 20-34) |
|||||||
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
|
2017 |
2018 |
2019 |
2018 |
2019 |
2020 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
EU27 |
48,1 |
48,4 |
48,4 |
79,0 |
79,1 |
76,1 |
63,7 |
62,8 |
58,3 |
België |
57,8 |
56,8 |
56,2 |
76,7 |
77,1 |
76,5 |
43,9 |
61,6 |
61,3 |
Bulgarije |
50,7 |
52,9 |
52,1 |
66,4 |
73,5 |
69,6 |
68,6 |
63,0 |
59,3 |
Tsjechië |
72,4 |
71,3 |
70,5 |
87,7 |
86,8 |
84,8 |
80,6 |
75,9 |
68,5 |
Denemarken |
38,9 |
37,7 |
37,3 |
85,0 |
84,7 |
84,5 |
77,1 |
77,1 |
79,1 |
Duitsland |
45,6 |
46,5 |
48,1 |
92,4 |
93,4 |
93,4 |
68,7 |
66,8 |
61,4 |
Estland |
40,7 |
40,1 |
39,8 |
76,6 |
86,2 |
79,9 |
68,8 |
62,6 |
63,9 |
Ierland |
n/a |
35,7 |
27,6 |
76,9 |
75,9 |
73,5 |
71,5 |
69,9 |
56,0 |
Griekenland |
28,8 |
28,5 |
29,1 |
50,5 |
50,9 |
43,7 |
45,2 |
51,3 |
48,4 |
Spanje |
35,3 |
35,8 |
36,4 |
70,0 |
66,0 |
50,3 |
64,1 |
53,6 |
51,5 |
Frankrijk |
39,9 |
39,3 |
39,3 |
72,2 |
68,8 |
68,5 |
47,2 |
50,8 |
43,0 |
Kroatië |
69,6 |
69,2 |
69,0 |
68,8 |
73,9 |
73,7 |
|||
Italië |
55,3 |
53,6 |
53,0 |
53,9 |
56,6 |
53,3 |
36,2 |
38,3 |
37,0 |
Cyprus |
16,7 |
16,7 |
16,9 |
67,3 |
70,2 |
59,0 |
69,4 |
73,8 |
68,8 |
Letland |
38,6 |
38,9 |
38,9 |
75,8 |
65,6 |
70,2 |
73,4 |
74,2 |
72,9 |
Litouwen |
27,4 |
26,8 |
26,1 |
79,2 |
67,3 |
56,8 |
75,6 |
69,6 |
53,0 |
Luxemburg |
61,6 |
61,6 |
61,9 |
95,4 |
100,0 |
71,9 |
73,7 |
73,4 |
|
Hongarije |
23,0 |
38,0 |
44,0 |
87,1 |
86,3 |
80,0 |
75,7 |
71,7 |
69,4 |
Malta |
27,1 |
28,5 |
27,7 |
91,0 |
91,2 |
89,5 |
91,2 |
86,0 |
88,0 |
Nederland |
68,2 |
67,5 |
67,5 |
87,9 |
90,4 |
84,7 |
89,1 |
78,7 |
58,6 |
Oostenrijk |
68,6 |
68,4 |
68,8 |
87,3 |
88,0 |
85,4 |
77,4 |
64,0 |
69,6 |
Polen |
51,7 |
52,1 |
52,5 |
78,4 |
78,9 |
78,0 |
72,5 |
71,0 |
65,7 |
Portugal |
40,7 |
39,7 |
39,0 |
77,4 |
76,0 |
73,0 |
69,7 |
70,9 |
69,1 |
Roemenië |
56,2 |
56,2 |
56,2 |
69,0 |
67,7 |
68,7 |
62,8 |
63,6 |
60,4 |
Slovenië |
70,9 |
70,9 |
70,8 |
84,5 |
79,1 |
71,6 |
66,6 |
77,3 |
57,9 |
Slowakije |
68,9 |
67,8 |
67,5 |
84,7 |
84,6 |
80,7 |
84,3 |
86,8 |
69,3 |
Finland |
71,6 |
71,6 |
68,7 |
78,5 |
80,4 |
74,6 |
76,9 |
82,9 |
76,4 |
Zweden |
34,1 |
35,4 |
35,2 |
88,0 |
87,4 |
85,3 |
79,4 |
83,0 |
77,5 |
6
Bijlage
Lerenden die zijn ingeschreven in het hoger secundair beroepsonderwijs en -opleiding van alle lerenden in het hoger secundair onderwijs5 |
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden uit het beroepsonderwijs en -opleiding (leeftijd 20-34) |
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden uit het algemeen onderwijs (leeftijd 20-34) |
|||||||
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
|
2017 |
2018 |
2019 |
2018 |
2019 |
2020 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
EU27 |
48,1 |
48,4 |
48,4 |
79,0 |
79,1 |
76,1 |
63,7 |
62,8 |
58,3 |
België |
57,8 |
56,8 |
56,2 |
76,7 |
77,1 |
76,5 |
43,9 |
61,6 |
61,3 |
Bulgarije |
50,7 |
52,9 |
52,1 |
66,4 |
73,5 |
69,6 |
68,6 |
63,0 |
59,3 |
Tsjechië |
72,4 |
71,3 |
70,5 |
87,7 |
86,8 |
84,8 |
80,6 |
75,9 |
68,5 |
Denemarken |
38,9 |
37,7 |
37,3 |
85,0 |
84,7 |
84,5 |
77,1 |
77,1 |
79,1 |
Duitsland |
45,6 |
46,5 |
48,1 |
92,4 |
93,4 |
93,4 |
68,7 |
66,8 |
61,4 |
Estland |
40,7 |
40,1 |
39,8 |
76,6 |
86,2 |
79,9 |
68,8 |
62,6 |
63,9 |
Ierland |
n.v.t. |
35,7 |
27,6 |
76,9 |
75,9 |
73,5 |
71,5 |
69,9 |
56,0 |
Griekenland |
28,8 |
28,5 |
29,1 |
50,5 |
50,9 |
43,7 |
45,2 |
51,3 |
48,4 |
Spanje |
35,3 |
35,8 |
36,4 |
70,0 |
66,0 |
50,3 |
64,1 |
53,6 |
51,5 |
Frankrijk |
39,9 |
39,3 |
39,3 |
72,2 |
68,8 |
68,5 |
47,2 |
50,8 |
43,0 |
Kroatië |
69,6 |
69,2 |
69,0 |
68,8 |
73,9 |
73,7 |
|||
Italië |
55,3 |
53,6 |
53,0 |
53,9 |
56,6 |
53,3 |
36,2 |
38,3 |
37,0 |
Cyprus |
16,7 |
16,7 |
16,9 |
67,3 |
70,2 |
59,0 |
69,4 |
73,8 |
68,8 |
Letland |
38,6 |
38,9 |
38,9 |
75,8 |
65,6 |
70,2 |
73,4 |
74,2 |
72,9 |
Litouwen |
27,4 |
26,8 |
26,1 |
79,2 |
67,3 |
56,8 |
75,6 |
69,6 |
53,0 |
Luxemburg |
61,6 |
61,6 |
61,9 |
95,4 |
100,0 |
71,9 |
73,7 |
73,4 |
|
Hongarije |
23,0 |
38,0 |
44,0 |
87,1 |
86,3 |
80,0 |
75,7 |
71,7 |
69,4 |
Malta |
27,1 |
28,5 |
27,7 |
91,0 |
91,2 |
89,5 |
91,2 |
86,0 |
88,0 |
Nederland |
68,2 |
67,5 |
67,5 |
87,9 |
90,4 |
84,7 |
89,1 |
78,7 |
58,6 |
Oostenrijk |
68,6 |
68,4 |
68,8 |
87,3 |
88,0 |
85,4 |
77,4 |
64,0 |
69,6 |
Polen |
51,7 |
52,1 |
52,5 |
78,4 |
78,9 |
78,0 |
72,5 |
71,0 |
65,7 |
Portugal |
40,7 |
39,7 |
39,0 |
77,4 |
76,0 |
73,0 |
69,7 |
70,9 |
69,1 |
Roemenië |
56,2 |
56,2 |
56,2 |
69,0 |
67,7 |
68,7 |
62,8 |
63,6 |
60,4 |
Slovenië |
70,9 |
70,9 |
70,8 |
84,5 |
79,1 |
71,6 |
66,6 |
77,3 |
57,9 |
Slowakije |
68,9 |
67,8 |
67,5 |
84,7 |
84,6 |
80,7 |
84,3 |
86,8 |
69,3 |
Finland |
71,6 |
71,6 |
68,7 |
78,5 |
80,4 |
74,6 |
76,9 |
82,9 |
76,4 |
Zweden |
34,1 |
35,4 |
35,2 |
88,0 |
87,4 |
85,3 |
79,4 |
83,0 |
77,5 |
6
Bijlage
6
Lerenden die zijn ingeschreven in het hoger secundair beroepsonderwijs en -opleiding van alle lerenden in het hoger secundair onderwijs5 |
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden uit het beroepsonderwijs en -opleiding (leeftijd 20-34) |
Arbeidsparticipatie van pas afgestudeerden uit het algemeen onderwijs (leeftijd 20-34) |
|||||||
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
% |
|
2017 |
2018 |
2019 |
2018 |
2019 |
2020 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
EU27 |
48,1 |
48,4 |
48,4 |
79,0 |
79,1 |
76,1 |
63,7 |
62,8 |
58,3 |
België |
57,8 |
56,8 |
56,2 |
76,7 |
77,1 |
76,5 |
43,9 |
61,6 |
61,3 |
Bulgarije |
50,7 |
52,9 |
52,1 |
66,4 |
73,5 |
69,6 |
68,6 |
63,0 |
59,3 |
Tsjechië |
72,4 |
71,3 |
70,5 |
87,7 |
86,8 |
84,8 |
80,6 |
75,9 |
68,5 |
Denemarken |
38,9 |
37,7 |
37,3 |
85,0 |
84,7 |
84,5 |
77,1 |
77,1 |
79,1 |
Duitsland |
45,6 |
46,5 |
48,1 |
92,4 |
93,4 |
93,4 |
68,7 |
66,8 |
61,4 |
Estland |
40,7 |
40,1 |
39,8 |
76,6 |
86,2 |
79,9 |
68,8 |
62,6 |
63,9 |
Ierland |
n.v.t. |
35,7 |
27,6 |
76,9 |
75,9 |
73,5 |
71,5 |
69,9 |
56,0 |
Griekenland |
28,8 |
28,5 |
29,1 |
50,5 |
50,9 |
43,7 |
45,2 |
51,3 |
48,4 |
Spanje |
35,3 |
35,8 |
36,4 |
70,0 |
66,0 |
50,3 |
64,1 |
53,6 |
51,5 |
Frankrijk |
39,9 |
39,3 |
39,3 |
72,2 |
68,8 |
68,5 |
47,2 |
50,8 |
43,0 |
Kroatië |
69,6 |
69,2 |
69,0 |
68,8 |
73,9 |
73,7 |
|||
Italië |
55,3 |
53,6 |
53,0 |
53,9 |
56,6 |
53,3 |
36,2 |
38,3 |
37,0 |
Cyprus |
16,7 |
16,7 |
16,9 |
67,3 |
70,2 |
59,0 |
69,4 |
73,8 |
68,8 |
Letland |
38,6 |
38,9 |
38,9 |
75,8 |
65,6 |
70,2 |
73,4 |
74,2 |
72,9 |
Litouwen |
27,4 |
26,8 |
26,1 |
79,2 |
67,3 |
56,8 |
75,6 |
69,6 |
53,0 |
Luxemburg |
61,6 |
61,6 |
61,9 |
95,4 |
100,0 |
71,9 |
73,7 |
73,4 |
|
Hongarije |
23,0 |
38,0 |
44,0 |
87,1 |
86,3 |
80,0 |
75,7 |
71,7 |
69,4 |
Malta |
27,1 |
28,5 |
27,7 |
91,0 |
91,2 |
89,5 |
91,2 |
86,0 |
88,0 |
Nederland |
68,2 |
67,5 |
67,5 |
87,9 |
90,4 |
84,7 |
89,1 |
78,7 |
58,6 |
Oostenrijk |
68,6 |
68,4 |
68,8 |
87,3 |
88,0 |
85,4 |
77,4 |
64,0 |
69,6 |
Polen |
51,7 |
52,1 |
52,5 |
78,4 |
78,9 |
78,0 |
72,5 |
71,0 |
65,7 |
Portugal |
40,7 |
39,7 |
39,0 |
77,4 |
76,0 |
73,0 |
69,7 |
70,9 |
69,1 |
Roemenië |
56,2 |
56,2 |
56,2 |
69,0 |
67,7 |
68,7 |
62,8 |
63,6 |
60,4 |
Slovenië |
70,9 |
70,9 |
70,8 |
84,5 |
79,1 |
71,6 |
66,6 |
77,3 |
57,9 |
Slowakije |
68,9 |
67,8 |
67,5 |
84,7 |
84,6 |
80,7 |
84,3 |
86,8 |
69,3 |
Finland |
71,6 |
71,6 |
68,7 |
78,5 |
80,4 |
74,6 |
76,9 |
82,9 |
76,4 |
Zweden |
34,1 |
35,4 |
35,2 |
88,0 |
87,4 |
85,3 |
79,4 |
83,0 |
77,5 |
Voetnoten
1. Gegevens voor Luxemburg (LU) waren op het moment van publicatie niet beschikbaar voor 2020, daarom toont de grafiek het cijfer voor 2019.
2. Gegevens voor Kroatië (HR) niet beschikbaar op het moment van publicatie
3. Opgemerkt moet worden dat de meest recente beschikbare gegevens van 2019 zijn en daarom nog geen mogelijke impact van de COVID-19-pandemie weerspiegelen.
4. Gegevens voor Ierland (IE) niet beschikbaar voor 2017
5. Let op: de kleurmarkering van de kolommen in de tabel komt overeen met de kleuren in grafiek 1 en 2.
Afbeeldingen © Shutterstock
Dit document mag niet als officieel standpunt van de Europese Commissie worden beschouwd.
Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022
© Europese Unie, 2022
|
Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie is vastgelegd in Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39). Tenzij anders vermeld, is hergebruik van dit document toegestaan krachtens een Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.
Voor het gebruik of de reproductie van onderdelen die niet het eigendom zijn van de Europese Unie, kan het nodig zijn rechtstreeks om toestemming van de respectieve houders van het recht te verzoeken.
|
ISBN 978-92-76-43592-1 |
doi:10.2767/590120 |
KE-06-21-179-NL-N |
HTML |
ISBN 978-92-76-43571-6 |
doi:10.2767/927457 |
KE-06-21-179-NL-Q |
|
Voetnoten
1. Gegevens voor Luxemburg (LU) waren op het moment van publicatie niet beschikbaar voor 2020, daarom toont de grafiek het cijfer voor 2019.
2. Gegevens voor Kroatië (HR) niet beschikbaar op het moment van publicatie
3. Opgemerkt moet worden dat de meest recente beschikbare gegevens van 2019 zijn en daarom nog geen mogelijke impact van de COVID-19-pandemie weerspiegelen.
4. Gegevens voor Ierland (IE) niet beschikbaar voor 2017
5. Let op: de kleurmarkering van de kolommen in de tabel komt overeen met de kleuren in grafiek 1 en 2.
Afbeeldingen © Shutterstock
Dit document mag niet als officieel standpunt van de Europese Commissie worden beschouwd.
Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022
© Europese Unie, 2022
|
Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie is vastgelegd in Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39). Tenzij anders vermeld, is hergebruik van dit document toegestaan krachtens een Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.
Voor het gebruik of de reproductie van onderdelen die niet het eigendom zijn van de Europese Unie, kan het nodig zijn rechtstreeks om toestemming van de respectieve houders van het recht te verzoeken.
|
ISBN 978-92-76-43592-1 |
doi:10.2767/590120 |
KE-06-21-179-NL-N |
HTML |
ISBN 978-92-76-43571-6 |
doi:10.2767/927457 |
KE-06-21-179-NL-Q |
|
Voetnoten
1. Gegevens voor Luxemburg (LU) waren op het moment van publicatie niet beschikbaar voor 2020, daarom toont de grafiek het cijfer voor 2019.
2. Gegevens voor Kroatië (HR) niet beschikbaar op het moment van publicatie
3. Opgemerkt moet worden dat de meest recente beschikbare gegevens van 2019 zijn en daarom nog geen mogelijke impact van de COVID-19-pandemie weerspiegelen.
4. Gegevens voor Ierland (IE) niet beschikbaar voor 2017
5. Let op: de kleurmarkering van de kolommen in de tabel komt overeen met de kleuren in grafiek 1 en 2.
Afbeeldingen © Shutterstock
Dit document mag niet als officieel standpunt van de Europese Commissie worden beschouwd.
Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2022
© Europese Unie, 2022
|
Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie is vastgelegd in Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39). Tenzij anders vermeld, is hergebruik van dit document toegestaan krachtens een Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.
Voor het gebruik of de reproductie van onderdelen die niet het eigendom zijn van de Europese Unie, kan het nodig zijn rechtstreeks om toestemming van de respectieve houders van het recht te verzoeken.
ISBN 978-92-76-43592-1 doi:10.2767/590120 KE-06-21-179-NL-N |
HTML ISBN 978-92-76-43571-6 doi:10.2767/927457 KE-06-21-179-NL-Q |
|