
Het controlesysteem voor biologische producten is verbeterd, maar er blijven enkele uitdagingen bestaan
Over het verslag Sinds 1991 beschikt de EU over een controlesysteem inzake de productie, verwerking, distributie en invoer van biologische producten. Het is erop gericht consumenten het vertrouwen te geven dat voorschriften inzake biologische productie zijn toegepast in elk stadium van de toeleveringsketen. De biologische sector in de EU is de afgelopen jaren snel ontwikkeld. We gaven follow-up aan ons in juni 2012 gepubliceerde Speciaal verslag nr. 9/2012 en constateerden dat het controlesysteem was verbeterd. Onze aanbevelingen waren over het algemeen uitgevoerd, maar er bleven enkele uitdagingen bestaan. We doen aanbevelingen om de overgebleven tekortkomingen die we vaststelden in de lidstaten op het gebied van EU-producten aan te pakken, het toezicht op ingevoerde biologische producten te verbeteren door middel van betere samenwerking en meer volledige traceerbaarheidscontroles te verrichten.
Samenvatting
IDe belangrijkste doelstellingen van een EU-breed kader voor biologische productie zijn een betere bescherming van de consumentenbelangen, het waarborgen van eerlijke concurrentie tussen de producenten en het vergemakkelijken van het vrije verkeer van biologische producten in de EU. Het controlesysteem voor biologische producten is vastgesteld in de EU-verordeningen. Het is erop gericht consumenten het vertrouwen te geven dat wanneer zij biologische producten kopen, de EU- (of equivalente) voorschriften werden toegepast in elk stadium van de toeleveringsketen. Dit moet zo zijn ongeacht of de producten in de EU zijn vervaardigd of ingevoerd.
IIIn juni 2012 publiceerden wij Speciaal verslag nr. 9/2012 over het controlesysteem inzake de productie, verwerking, distributie en invoer van biologische producten. Om te beoordelen of de Commissie de in ons verslag vastgestelde tekortkomingen heeft verholpen, hebben wij een follow-upcontrole verricht. Bovendien hebben we de invoerstelsels voor biologische producten uitgebreider bekeken. We constateerden dat het controlesysteem was verbeterd sinds onze vorige controle en dat onze aanbevelingen over het algemeen waren uitgevoerd, maar er bleven enkele uitdagingen bestaan.
IIIWat betreft in de EU vervaardigde biologische producten — het grootste deel van de EU-consumptie — hebben zowel de Commissie als de lidstaten veel tekortkomingen die in ons vorige verslag zijn vastgesteld, aangepakt. Na ons verslag van 2012 heeft de Commissie haar controlebezoeken aan de lidstaten hervat en inmiddels heeft ze de meeste bezocht. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten die wij hebben gecontroleerd, hebben maatregelen getroffen om hun controlesystemen te verbeteren. Sommige hebben de tekortkomingen die wij de vorige keer hebben waargenomen, verholpen door veranderingen in het wettelijke kader; andere door een verbeterde coördinatie met de accreditatie-instellingen of betere richtsnoeren voor het toezicht op de controleorganen. We hebben nog steeds een aantal tekortkomingen in verband met onze vorige bevindingen geconstateerd. We hebben ook geconstateerd dat het gebruik van handhavingsmaatregelen nog niet was geharmoniseerd in de gehele EU en dat verslaglegging in de lidstaten soms traag en onvolledig was.
IVEen kleiner gedeelte van de in de EU geconsumeerde biologische levensmiddelen wordt ingevoerd. De gelijkwaardige controleorganen in derde landen certificeren meer dan 80 % van de in de EU ingevoerde biologische producten. De rest wordt ingevoerd uit een beperkt aantal derde landen die worden geacht gelijkwaardige normen te hebben. In het kader van de controles van de Commissie vanaf 2012 werden de meeste gelijkwaardige derde landen bezocht. De Commissie is ook begonnen gelijkwaardige controleorganen te bezoeken en heeft ter plaatse in de derde landen hun activiteiten onderzocht. Tot nog toe had dit betrekking op de systemen die van toepassing zijn op ongeveer een derde van de door de gelijkwaardige controleorganen gecertificeerde invoer.
VWe stelden vast dat de Commissie voor het toezicht op de invoer van biologische producten nog maar net is begonnen met het verkennen van de mogelijke synergieën met de bevoegde autoriteiten van andere belangrijke invoermarkten voor deze producten en met de werkzaamheden van de accreditatie-instellingen. Wat betreft het controlesysteem voor invoer, kan het een moeilijk en langdurig proces zijn een situatie te verhelpen wanneer de Commissie problemen vaststelt, maar er zijn nieuwe regels ingevoerd om handhaving sneller en doeltreffender te maken. Op het niveau van de lidstaten troffen we tekortkomingen aan in de controles van binnenkomende zendingen en constateerden we dat de door de controleorganen verrichte controles van importeurs nog steeds onvolledig waren.
VIWe verrichtten wederom een traceerbaarheidsonderzoek, waarbij het papieren spoor van de handelaar tot de producent wordt gevolgd. Uit de resultaten blijkt een verbetering in vergelijking met de vorige controle, vooral in de EU. Toch konden niet alle producten naar de landbouwproducent worden teruggevoerd.
VIIWe doen aanbevelingen om de overgebleven tekortkomingen die we vaststelden in de lidstaten op het gebied van EU-producten aan te pakken, het toezicht op ingevoerde biologische producten te verbeteren door middel van betere samenwerking en meer volledige traceerbaarheidscontroles te verrichten.
Inleiding
01In juni 2012 publiceerden wij Speciaal verslag nr. 9/2012 over het controlesysteem inzake de productie, verwerking, distributie en invoer van biologische producten. Om te beoordelen of de Commissie de in dat verslag vastgestelde tekortkomingen heeft verholpen, hebben wij follow-up gegeven aan onze controle, waarbij we uitgebreider hebben gekeken naar de invoerstelsels voor biologische producten.
02De biologische productie is “een alomvattend systeem om landbouwbedrijven te beheren en levensmiddelen te produceren volgens een methode die de beste milieu- en klimaatactiepraktijken, een hoog biodiversiteitsniveau, de instandhouding van natuurlijke hulpbronnen en de toepassing van strenge normen op het gebied van dierenwelzijn en productie combineert en is afgestemd op de vraag van een toenemend aantal consumenten naar producten die worden vervaardigd met natuurlijke stoffen en processen”1. Tot biologische producten worden verwerkte en onverwerkte levensmiddelen, drank, diervoeders en zaden gerekend. De biologische productiesector omvat producenten in de landbouw- en de aquacultuursector en de leveranciers, levensmiddelenfabrikanten en distributeurs hiervan.
03In 1991 werd met een verordening van de Raad een EU-breed kader voor biologische productie ingevoerd samen met een controle- en certificeringssysteem2. Voordien was biologische productie in de EU omschreven door middel van verschillende normen die waren uitgebracht door organisaties voor biologische producten in de verschillende lidstaten. De belangrijkste doelstellingen van het EU-brede kader voor biologische productie waren een betere bescherming van de consumentenbelangen, het waarborgen van eerlijke concurrentie tussen de producenten en het vergemakkelijken van het vrije verkeer van biologische producten in de EU.
04Er bestaat geen wetenschappelijke test om te bepalen of een product al dan niet biologisch is. “Het behoud en de rechtvaardiging van het vertrouwen van de consument in de als biologisch aangeduide producten”3 hangt af van het vermogen van het controle- en certificeringssysteem om de kans te verkleinen dat marktdeelnemers de relevante normen niet naleven.
De EU-controlesystemen voor biologische producten
05Het EU-logo (zie figuur 1) geeft aan dat een product werd vervaardigd in overeenstemming met de relevante EU-normen en is onderworpen aan een controle- en certificeringssysteem. Bij verwerkte producten houdt dit in dat ten minste 95 % van de agrarische ingrediënten biologisch zijn. Naast het nieuwe EU-logo voor biologische productie wordt een cijfercode van het controleorgaan weergegeven alsook een verklaring of de landbouwgrondstoffen waaruit het product bestaat, zijn geteeld binnen of buiten de EU (of beide).
Afbeelding 1
Het EU-logo voor biologische productie

Bron: Verordening (EU) nr. 271/2010 van de Commissie van 24 maart 2010.
Afzonderlijke marktdeelnemers in de verschillende stadia van de toeleveringsketen hanteren hun eigen procedures voor biologische producten, van eenvoudige controles tot zeer complexe processen. Dit zijn de bouwstenen die ervoor moeten zorgen dat producten die uiteindelijk met het EU-logo als biologisch worden bestempeld daadwerkelijk voldoen aan de normen.
07De EU heeft een controlesysteem opgezet waarbij organen betrokken zijn die controles verrichten van de afzonderlijke marktdeelnemers. Deze controles omvatten fysieke inspecties van de productie- of verwerkingsinrichtingen, controle van de bewijsstukken en bemonstering van eindproducten, geoogste producten, bladeren of teelaarde om deze te testen op het gebruik van niet-toegelaten stoffen. Deze controleorganen vormen een centraal onderdeel van alle controle- en certificeringssystemen voor biologische producten. Marktdeelnemers betalen voor de door de controleorganen afgegeven certificaten.
08Op in de EU vervaardigde producten zijn andere controlesystemen van toepassing dan op ingevoerde producten. De Commissie speelt een centrale rol in al deze systemen door toezicht te houden op de controlesystemen van de lidstaten en op de actoren die betrokken zijn bij de verschillende invoerstelsels.
Het controlesysteem voor producten die in de EU zijn vervaardigd
09De EU-lidstaten kunnen ervoor kiezen een controle- en certificeringssysteem op te zetten dat particulier, openbaar of een mengeling van de twee is. De meerderheid van de lidstaten heeft goedgekeurde particuliere controleorganen. Vijf lidstaten hebben openbare controleorganen aangewezen, die in de wetgeving “controlerende autoriteiten” worden genoemd, en twee hebben gekozen voor een gemengd systeem. Ongeveer 250 controleorganen en openbare controlerende autoriteiten zijn goedgekeurd in de EU4. Hiernaar wordt in dit verslag collectief verwezen als controleorganen.
10De lidstaten moeten een of meer bevoegde autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de goedkeuring van en het toezicht op de controleorganen en de toepassing van een reeks handhavingsmaatregelen (waaronder sancties) indien nodig.
11Particuliere controleorganen moeten geaccrediteerd zijn overeenkomstig de recentste versie van ISO-norm IEC 17065:2012. De controles die worden verricht door de accreditatie-instellingen hebben betrekking op de technische deskundigheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en professionele integriteit van de controleorganen. Openbare controlerende autoriteiten hoeven niet geaccrediteerd te zijn (zie figuur 2 voor een schematisch overzicht).
Figuur 2
Het controlesysteem voor producten die in de EU zijn vervaardigd
Bron: ERK.
Het controlesysteem voor producten die in de EU worden ingevoerd
Gelijkwaardige derde landen
12De EU heeft van verschillende derde landen erkend dat ze gelijkwaardige regels en controlesystemen inzake biologische productie hebben. Het is de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten in gelijkwaardige derde landen om te waarborgen dat biologische producten worden vervaardigd en marktdeelnemers worden gecontroleerd in overeenstemming met hun normen. De Commissie heeft het recht officiële controles uit te voeren om de gelijkwaardigheid van de wetgeving en systemen van het derde land en de EU-regels te verifiëren.
Gelijkwaardige controleorganen
13Invoer uit landen die geen gelijkwaardig derde land of EVA-land5 zijn, moet zijn vervaardigd en gecontroleerd volgens normen die gelijkwaardig zijn aan de EU-regels. Met het oog hierop keurt de Commissie particuliere controleorganen of openbare controlerende autoriteiten goed die biologische marktdeelnemers buiten de EU certificeren. Deze worden in dit verslag “gelijkwaardige controleorganen” genoemd.
14In het geval van gelijkwaardige controleorganen treedt de Commissie op als bevoegde autoriteit, wat inhoudt dat ze niet alleen instaat voor de goedkeuring van deze controleorganen, maar ook voor het toezicht hierop en, indien nodig, de intrekking van de goedkeuring. De Commissie houdt toezicht op deze controleorganen door hun jaarverslagen en de door de accreditatie-instelling uitgebrachte beoordelingsverslagen te evalueren. Ze kan ook controlebezoeken afleggen om de prestaties van de controleorganen te onderzoeken.
Een snel groeiende markt
15De biologische sector in de EU is de afgelopen jaren snel ontwikkeld wat betreft het betrokken landbouwareaal, het aantal marktdeelnemers en het marktaandeel ervan. De totale landbouwgrond die wordt gebruikt voor biologische landbouw in de EU is van 9,1 miljoen ha in 2010 gestegen naar 12 miljoen ha in 2016, een stijging van 33 %. In 2016 bedroeg het aandeel landbouwgrond in de EU dat is bestemd voor biologische productie 6,7 %. In dezelfde periode steeg de detailhandelverkoop van biologische producten van 18,1 miljard EUR naar 30,7 miljard EUR, een stijging van 69 %6 (zie figuur 3).
Figuur 3
Europa: cumulatieve groei van biologisch areaal en detailhandelverkoop 2000‑2017
Bron: enquêtes van FiBL en AMI (2006‑2018): het Research Institute of Organic Agriculture (FiBL), Frick, Zwitserland.
Er bestaan geen geconsolideerde statistieken betreffende biologische producten die van buiten de EU worden ingevoerd. Sommige lidstaten verstrekken gegevens over het marktaandeel van ingevoerde biologische producten. Zo heeft Frankrijk, de op een na grootste markt van de EU, in 2017 ongeveer 15 % van alle in het land geconsumeerde biologische producten ingevoerd van buiten de EU7.
17Met de groeiende wereldwijde handel in biologische producten is vervoer over lange afstanden van zowel intern als extern vervaardigde levensmiddelen gemoeid. “Biologisch” is niet synoniem met “lokaal”, hoewel de nieuwe verordening inzake de biologische productie een doelstelling bevat waarmee “korte distributiekanalen en lokale productie worden aangemoedigd”8.
18Consumenten betalen hogere prijzen voor biologische producten dan voor conventionele producten, soms zelfs aanzienlijk hoger. Het prijsverschil wordt beïnvloed door zowel de vraag van de consument als de verschillen op het gebied van verwerkings- en distributiekosten. De gemelde meerprijs verschilt aanzienlijk naargelang het onderzoek en het levensmiddel en slechts een deel van de meerprijs komt de producenten ten goede.
Financiële steun voor biologische productie in de EU
19Biologische landbouwers in de EU kunnen specifieke financiële steun ontvangen in het kader van het EU-beleid voor plattelandsontwikkeling. Deze steun vormt een aanvulling op de steun die aan alle EU-landbouwers wordt betaald (met name de basisbetalingsregeling/de regeling inzake een enkele areaalbetaling en vergroeningsbetalingen waarvoor biologische landbouwers automatisch in aanmerking komen). De specifieke betalingen voor biologische landbouwers bestaan uit een combinatie van EU- en nationale steun per hectare die verschilt per lidstaat. Tussen 2015 en 2018 bedroegen de EU-subsidies gemiddeld 700 miljoen EUR per jaar.
Het rechtskader van de EU voor biologische productie
20Het huidige wettelijk kader berust op de verordening van de Raad van 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten9. De verordening omvat alle stadia van de toeleveringsketen van biologische levensmiddelen, zoals landbouw en aquacultuur, voedselverwerking, distributie en detailhandel10. Gedetailleerdere regels zijn uiteengezet in twee uitvoeringsverordeningen11.
21In maart 2014 presenteerde de Commissie een nieuw EU-actieplan voor biologische productie en een wetgevingsvoorstel voor een nieuwe reeks regels inzake biologische productie. De nieuwe verordening inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten12 werd gepubliceerd in juni 2018. De nieuwe regels zullen vanaf 1 januari 2021 van kracht zijn. Tot dan zal de Commissie samenwerken met de lidstaten en betrokken belanghebbenden om gedelegeerde handelingen en uitvoeringsverordeningen af te ronden en te publiceren.
22Naast specifieke wetgeving inzake biologische productie moeten biologische levensmiddelen voldoen aan de algemene levensmiddelenwetgeving13. Biologische productie valt binnen de reikwijdte van de verordening officiële controles14, die recentelijk werd gewijzigd15. De meeste artikelen van deze nieuwe verordening zullen vanaf 14 december 2019 van kracht zijn.
23De EU-lidstaten, IJsland en Noorwegen monitoren de gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in levensmiddelenmonsters en dienen de monitoringresultaten in bij de EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid). In een recent verslag16 dat betrekking had op monsters van 2013, 2014 en 2015 werd geconcludeerd dat over het algemeen 44 % van de conventioneel geproduceerde levensmiddelenmonsters een of meer kwantificeerbare residuen bevatte, terwijl in biologische levensmiddelen de frequentie van monsters met meetbare bestrijdingsmiddelenresiduen zeven keer lager lag (6,5 % van de biologische monsters; zie ook de paragrafen 46 en 47). De ERK heeft recentelijk een speciaal verslag over het voedselveiligheidsbeleid van de EU gepubliceerd17, dat was gericht op chemische gevaren.
Reikwijdte en aanpak van de controle
24Op basis van de resultaten van ons vorige in 2012 gepubliceerde speciaal verslag schatte de Commissie het risico in verband met het controlesysteem voor biologische producten hoger in. In het bijzonder heeft de Commissie het reputatierisico in verband met het controlesysteem voor ingevoerde producten als “kritiek” beoordeeld. In 2013 en 2014 heeft ze dit risiconiveau geleidelijk aan verlaagd. Om te onderzoeken of de Commissie de vastgestelde tekortkomingen had verholpen en om aanbevelingen te doen vóór het nieuwe regelgevingskader volledig is omschreven (zie paragraaf 21), hebben wij besloten follow-up te geven aan onze controle, waarbij we uitgebreider hebben gekeken naar de invoerstelsels voor biologische producten. In deze context luidde onze belangrijkste controlevraag: “Kunnen consumenten nu meer vertrouwen hebben in de controlesystemen voor biologische producten?”
25Om de hoofdvraag te beantwoorden, wilden we eerst achterhalen of het controlesysteem voor in de EU vervaardigde biologische producten consumenten nu meer zekerheid biedt. We richtten ons op de verbeteringen die door de Commissie en de lidstaten zijn ingevoerd sinds 2012. In het bijzonder hebben we gekeken naar de monitoring door de Commissie van de controlesystemen van de lidstaten, het toezicht op controleorganen door de lidstaten en de informatie-uitwisseling tussen de verschillende organen en autoriteiten.
26Ten tweede wilden we achterhalen of het controlesysteem voor in de EU ingevoerde biologische producten consumenten nu meer zekerheid biedt. We onderzochten de twee invoerstelsels die momenteel van kracht zijn voor biologische producten, de procedures van de Commissie en de manier waarop zij haar toezichthoudende taken heeft verricht.
27Ten derde hebben we follow-up gegeven aan ons verslag uit 2012 door een traceerbaarheidsonderzoek naar biologische levensmiddelen te verrichten. De resultaten hiervan worden weergegeven in het laatste onderdeel.
28We verrichtten onze controle tussen december 2017 en juli 2018, waarbij wij controle-informatie afkomstig van de volgende bronnen hebben verzameld:
- controles aan de hand van stukken en gesprekken met personeelsleden van twee directoraten-generaal van de Europese Commissie: DG Landbouw en Plattelandsontwikkeling (AGRI) en DG Gezondheid en Voedselveiligheid (SANTE);
- controle aan de hand van stukken en videoconferenties met vertegenwoordigers van de zes lidstaten die we bezochten voor Speciaal verslag nr. 9/2012: Duitsland (Noordrijn-Westfalen), Ierland, Spanje (Andalusië), Frankrijk, Italië (Emilia Romagna) en het Verenigd Koninkrijk (Engeland);
- bezoeken aan twee lidstaten: Bulgarije (waar het aantal biologische landbouwers de afgelopen jaren snel is gestegen) en Tsjechië (waar het biologische areaal groot is);
- controle aan de hand van stukken van het controlesysteem voor biologische producten in Noorwegen, in nauwe samenwerking met de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA18;
- deelname aan twee controlebezoeken door DG SANTE aan controleorganen van derde landen die actief zijn in Mexico en Oekraïne;
- raadplegingsbijeenkomsten over het EU-controlesysteem voor biologische producten met de betrokken belanghebbenden, waaronder de International Federation of Organic Agriculture Movement (IFOAM), het Research Institute of Organic Agriculture (FiBL) en de European Organic Certifiers Council (EOCC);
- onderzoek van relevante studies in verband met het controleonderwerp.
Opmerkingen
Het toezicht op het controlesysteem voor in de EU vervaardigde biologische producten is verbeterd
29Het toezicht op het controlesysteem voor biologische producten in de EU is zeer belangrijk, want de overgrote meerderheid van de in de EU geconsumeerde biologische producten wordt vervaardigd in de EU (voor een voorbeeld, zie paragraaf 16). Naar aanleiding van onze aanbevelingen in Speciaal verslag nr. 9/2012 verwachtten we dat de Commissie haar monitoring van de controlesystemen van de lidstaten had versterkt en dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten hun toezichthoudende rol met betrekking tot de controleorganen hadden versterkt. Dit omvatte de harmonisering van de definitie van de vormen van niet-naleving en de bijbehorende handhavingsmaatregelen. We zetten de resultaten van onze follow-up van deze aanbevelingen uiteen in de volgende onderdelen.
De Commissie heeft haar monitoring van de controlesystemen in de lidstaten verbeterd
30In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 hebben we de Commissie aanbevolen haar monitoring van de controlesystemen van de lidstaten te versterken door het verrichten van controlebezoeken en het verzamelen en goed benutten van de nodige gegevens en informatie (zie ook de bijlage).
31Toen we ons verslag publiceerden in 2012, had de Commissie sinds 2004 geen controles in verband met biologische landbouw in de lidstaten verricht. Naar aanleiding van ons verslag hervatte de Commissie haar controlebezoeken aan de lidstaten. Tussen 2012 en eind 2018 heeft DG SANTE 63 controles in verband met biologische landbouw verricht, waarvan 28 in de EU-lidstaten (zie tabel 1)19. In 2015 publiceerde de Commissie (DG SANTE) een overzichtsverslag van de 14 controles in de lidstaten die ze eind 2014 had afgerond20.
Tabel 1 — Controles inzake biologische landbouw die zijn verricht door DG SANTE in EU-lidstaten tussen 2012 en 2018 (situatie op 10.12.2018).
Soort controle | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Lidstaten | Polen Portugal |
Griekenland Spanje Frankrijk Duitsland Verenigd Koninkrijk Italië Roemenië |
Nederland Malta Tsjechië Finland Slowakije |
Bulgarije Litouwen Zweden Denemarken |
Ierland Letland Hongarije |
Oostenrijk België Slovenië |
Italië* Roemenië (2 controle-bezoeken)* Slowakije |
* controleverslagen nog niet beschikbaar.
32Over het algemeen constateerde de Commissie dat in de meeste lidstaten de controlesystemen goed waren georganiseerd ondanks enkele tekortkomingen op het gebied van het toezicht op de controleorganen en op het niveau van de afzonderlijke inspecties.
33We onderzochten de methodologie van de Commissie, haar verslagen en follow-upprocedures. We hebben bevestigd dat de relevante onderwerpen werden behandeld in de controles, het controleproces voldoende werd gedocumenteerd en er follow-up werd gegeven aan de controlebevindingen. Bovendien hebben we twee bezoeken gebracht aan lidstaten die de Commissie in 2014 en 2015 had gecontroleerd (Tsjechië en Bulgarije) en hebben we de relevantie van de bevindingen van de Commissie bevestigd. De controleverslagen van de Commissie worden op de website van DG SANTE gepubliceerd21.
34Indien de EU-wetgeving inzake biologische productie niet behoorlijk is toegepast, kan de Commissie brieven voorafgaand aan de inbreukprocedure (ook EU-Pilots genoemd) verzenden aan de lidstaten of een inbreukprocedure opstarten. EU-Pilot-onderzoeken zijn handige instrumenten om een dialoog met de lidstaten aan te gaan. Sinds 2012 heeft de Commissie 41 brieven voorafgaand aan de inbreukprocedure verzonden aan 22 verschillende lidstaten22. Deze EU-Pilots duurden gemiddeld negen maanden, maar de Commissie kon hiermee vermijden dat er nog langdurigere inbreukprocedures werden ingeleid.
35De Commissie heeft de vergaderingen van het comité voor biologische productie (Committee on Organic Production — COP) goed benut. Dit comité bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en komt vijf tot zeven keer per jaar samen. Noorwegen, Zwitserland en IJsland nemen deel als waarnemers. Een terugkerend gespreksonderwerp tijdens deze vergaderingen is de follow-up van onregelmatigheden en beschuldigingen van fraude. Tot slot heeft de Commissie initiatieven genomen op het gebied van coördinatie met, en opleiding van, de bevoegde autoriteiten en controleorganen, fraudebestrijdingsautoriteiten en organisaties uit de particuliere sector.
Er zijn veel tekortkomingen verholpen in het toezicht van de lidstaten op de controleorganen
Procedures voor de goedkeuring van en het toezicht op de controleorganen
36In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 hebben we de bevoegde autoriteiten aanbevolen goed gedocumenteerde procedures voor de goedkeuring van en het toezicht op de controleorganen toe te passen (zie ook de bijlage). Tijdens onze follow-upcontrole constateerden we dat de situatie sinds 2012 was verbeterd, hoewel er enkele tekortkomingen bleven bestaan.
37In 2013 heeft de Europese Commissie Verordening (EG) nr. 889/2008 gewijzigd23, waarmee het wettelijk kader voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten werd gespecificeerd, wat hen hielp aan deze aanbeveling te voldoen. Zo wordt beschreven welke soort toezichthoudende activiteiten op controleorganen de bevoegde autoriteiten moeten uitvoeren en wordt van hen vereist dat ze de controleorganen jaarlijks inspecteren24.
38De bevoegde autoriteiten van de zes lidstaten waaraan we follow-upbezoeken hebben afgelegd, hebben maatregelen genomen om de meeste tekortkomingen die de vorige keer zijn vastgesteld, te verhelpen. Enkele voorbeelden:
- veranderingen in het wettelijk kader (Duitsland, Spanje en Italië),
- verbeterde coördinatie met de accreditatie-instellingen (Ierland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland),
- verbeterde procedures en richtsnoeren voor het toezicht op de controleorganen (Ierland, Spanje, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk),
- de bevoegde autoriteiten controleren nu of controleorganen beschikken over risicoanalyseprocedures voor hun inspecties van marktdeelnemers en voor de benoeming van inspecteurs bij toerbeurt.
Sommige van deze veranderingen zijn vrij recent en er zal enige tijd nodig zijn voordat deze helemaal zijn uitgevoerd. We hebben de doeltreffendheid van deze maatregelen in de praktijk niet gecontroleerd tijdens onze controle.
40Ondanks deze verbeteringen hebben we een aantal tekortkomingen in deze lidstaten vastgesteld in verband met onze vorige bevindingen, waaronder de volgende:
- in Italië legden de twee door ons gecontroleerde controleorganen veel inspectiebezoeken af aan het einde van het jaar, op een moment dat dit minder doeltreffend is, ten minste voor telers;
- de autoriteiten van de lidstaten moeten de bijgewerkte lijsten van marktdeelnemers en hun biologische certificaten online publiceren25. In Frankrijk stellen sommige controleorganen deze informatie niet online beschikbaar, waardoor de transparantie wordt verminderd en de traceerbaarheidscontroles worden vertraagd;
- controles door de bevoegde autoriteit in Spanje (Andalusië) worden onvoldoende gedocumenteerd.
In 2014 en 2015 controleerde de Europese Commissie Tsjechië en Bulgarije. We hebben ook deze twee lidstaten bezocht en geconstateerd dat zij maatregelen hadden genomen om hun controlesystemen te verbeteren. In Bulgarije stelden we echter nog steeds tekortkomingen vast in het toezicht op controleorganen:
- de bevoegde autoriteit heeft enkele tekortkomingen niet vastgesteld tijdens haar jaarlijkse inspectie (zie verder in paragraaf 45 en tekstvak 1);
- bij de twee bezochte controleorganen was er geen bewijs dat de selectie van marktdeelnemers van wie de producten moesten worden getest op niet-toegelaten stoffen is gebaseerd op risico’s, zoals vereist door de verordening.
Niet-naleving door marktdeelnemers en bijbehorende handhavingsmaatregelen
42In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 stelden we vast dat sancties voor niet-naleving van de regels inzake biologische productie verschillend werden toegepast in de lidstaten, binnen dezelfde lidstaat en zelfs binnen controleorganen26. Wij hebben aanbevolen dit te harmoniseren. Tijdens onze follow-upcontrole constateerden we dat de harmonisering aanzienlijk was verbeterd binnen de controleorganen en de lidstaten, maar niet in de gehele EU.
43Sinds 201327 zijn de bevoegde autoriteiten verplicht een catalogus van vormen van niet-naleving vast te stellen en deze naar de controleorganen te verzenden zodat deze kan worden toegepast. Er is geen wettelijke verplichting een EU-brede geharmoniseerde catalogus van handhavingsmaatregelen (waaronder sancties) op te stellen, maar de Commissie is recentelijk begonnen hiernaartoe te werken met de lidstaten. De Commissie heeft de vaakst voorkomende ernstige vormen van niet-naleving in het controlesysteem voor biologische producten vastgesteld en verzamelt informatie over de bijbehorende handhavingsmaatregelen.
44Alle acht lidstaten die wij hebben bezocht tijdens onze controle hebben nu een catalogus van vormen van niet-naleving en bijbehorende handhavingsmaatregelen28, wat een nuttige stap vooruit is in de richting van verduidelijking en harmonisering.
45In Bulgarije zijn echter verdere verduidelijking en adequaat toezicht nodig. We stelden vast dat een van de twee bezochte controleorganen ervoor koos bepaalde handhavingsmaatregelen in de catalogus niet toe te passen en dat geen van beide de passende maatregel voor de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen toepaste. De bevoegde autoriteit heeft dit niet gemeld in de context van haar toezichthoudende activiteiten.
46Beperkingen op het gebruik van chemische en andere stoffen29 zijn een essentiële voorwaarde voor biologische productiemethoden. De controleorganen of de bevoegde autoriteiten kunnen residutests gebruiken om de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen op te sporen in het eindproduct, maar ook in de bladeren of de bodem. In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 merkten we op dat de EU-voorschriften niet voorzagen in een minimumaantal laboratoriumtests dat door de controleorganen moet worden uitgevoerd en dat er geen geharmoniseerde benadering was wat betreft de te nemen maatregelen indien niet-toegelaten stoffen worden aangetroffen.
47Sinds 2013 is in de EU-regels een minimumaantal monsters dat moet worden genomen en geanalyseerd door de controleorganen vastgesteld30. In de toekomst zijn de bevoegde autoriteiten of de controleorganen krachtens de nieuwe verordening inzake biologische producten31 verplicht i) een onderzoek te verrichten teneinde de bron en de oorzaak van de aanwezigheid van deze stoffen te achterhalen en ii) de producten voorlopig te blokkeren in afwachting van de resultaten van het onderzoek. Tegen eind 2024 moet de Commissie een verslag voorleggen waarin wordt geanalyseerd of verdere harmonisering nodig is.
De informatie-uitwisseling is verbeterd, maar kon sneller en uitgebreider verlopen
48In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 concludeerden we dat de informatie-uitwisseling binnen de lidstaten, van de lidstaten naar de Commissie en ook tussen de lidstaten onderling nog niet adequaat verliep (zie ook de bijlage). We hebben de lidstaten aanbevolen te zorgen voor een rechtstreekse stroom van alle relevante informatie over inbreuken en onregelmatigheden van de controleorganen naar de betaalorganen en omgekeerd. Daarnaast verwachtten we dat de Commissie i) de vorm en timing van de kennisgeving over overtredingen en onregelmatigheden specificeerde, ii) passende maatregelen invoerde die ervoor zouden zorgen dat de lidstaten hun rapportageverplichtingen nakomen en iii) het informatiesysteem voor de kennisgeving van overtredingen en onregelmatigheden herzag.
49De Commissie en de lidstaten hebben een reeks maatregelen getroffen om onze aanbeveling uit te voeren:
- De Europese Commissie heeft een voorschrift32 ingevoerd op basis waarvan de lidstaten verplicht zijn de resultaten van inspecties van biologische producten door te geven aan de betaalorganen. Dit is belangrijk omdat het van invloed kan zijn op de EU-subsidie van een landbouwer (zie ook paragraaf 19). De lidstaten/regio’s waaraan we follow-upbezoeken hebben afgelegd tijdens deze controle beschikken nu over tweerichtingskennisgevingssystemen, hoewel dit soort communicatie slechts gedeeltelijk is ingevoerd in Frankrijk.
- In 2013 heeft de Europese Commissie de verplichting33 ingevoerd voor controleorganen om gevallen van niet-naleving die van invloed zijn op de biologische status van een product onmiddellijk te melden aan de bevoegde autoriteiten. De gecontroleerde lidstaten hadden procedures en soms technologische oplossingen ontwikkeld om de communicatie tussen de controleorganen en de bevoegde autoriteiten betreffende niet-naleving te verbeteren. De communicatie verloopt echter niet altijd snel (zie tekstvak 1).
- De Europese Commissie heeft ook bepaald dat indien de lidstaten onregelmatigheden constateren, ze onmiddellijk de Europese Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis moeten stellen aan de hand van het online OFIS-instrument van de Commissie (Organic Farming Information System — informatiesysteem over biologische landbouw)34. De communicatie van de lidstaten was sneller geworden sinds onze vorige controle, maar we hebben nog steeds vertragingen vastgesteld (zie tekstvak 1).
- Zodra in OFIS een melding wordt vastgelegd, verwacht de Commissie dat het in kennis gestelde land de mogelijke oorzaken van de onregelmatigheid onderzoekt en binnen 30 dagen reageert via OFIS35. Sinds onze vorige controle zijn de reactietijden verbeterd. In 2017 was 85 % van de antwoorden op tijd (60 % in 2016).
- Sinds 2013 moeten de lidstaten verplichte informatie over de biologische sector en controles opnemen in de jaarverslagen inzake voedselveiligheid die ze naar de Commissie verzenden36. In de meeste verslagen die we analyseerden, wordt biologische productie specifiek genoemd. Onze huidige analyse bevestigt echter de blijvende aanwezigheid van enkele tekortkomingen die we eerder hebben vastgesteld37 (zie tekstvak 1).
Tekstvak 1
De communicatie is soms traag en onvolledig
Communicatie over gevallen van niet-naleving
In Bulgarije constateerden we dat sommige controleorganen de bevoegde autoriteit enkel op de hoogte hadden gebracht van bepaalde vormen van niet-naleving aan de hand van hun jaarlijkse verslaglegging. De bevoegde autoriteit heeft dit niet opgemerkt tijdens haar toezichthoudende activiteiten. In Tsjechië stelden we vast dat de controleorganen gemiddeld in 2016 33 dagen en in 2017 55 dagen nodig hadden om niet-naleving die van invloed is op de biologische status van een product te melden aan de bevoegde autoriteit.
Communicatie via OFIS
Er verliepen gemiddeld 38 kalenderdagen tussen de opsporing van een geval van niet-naleving en de kennisgeving hiervan in OFIS door de bevoegde autoriteit van de lidstaat, hoewel volgens de verordening kennisgevingen onmiddellijk moeten worden verstuurd. In de tussentijd konden producten uit dezelfde partij in de EU blijven circuleren met het biologische label.
In Bulgarije vermeldden de controleorganen geen informatie over de oorsprong van het product in hun communicatie aan de bevoegde autoriteit, waardoor de bevoegde autoriteit niet beschikte over de relevante informatie om te beslissen of de inbreuk/onregelmatigheid al dan niet in OFIS moest worden vastgelegd.
Jaarlijkse verslaglegging aan de Commissie
De lidstaten brachten nog steeds te laat verslag uit over hun controleactiviteiten. Tijdens de periode 2014‑2016 waren de twaalf gecontroleerde lidstaten gemiddeld met meer dan vier maanden te laat. Tegen juni 2018 hadden drie lidstaten hun verslagen over 2016 niet ingediend.
Informatie over het controlesysteem voor biologische producten in de jaarverslagen bleef onvolledig in een groot aantal gevallen. Uit de eigen beoordeling van de jaarverslagen over 2016 door de Commissie bleek dat er grote en gematigde informatielacunes zaten in 13 van de 26 ontvangen jaarverslagen.
De problemen bij het houden van toezicht op het controlesysteem voor ingevoerde biologische producten zijn gedeeltelijk opgelost
50Ingevoerde producten zijn goed voor een relatief klein deel van de biologische consumptie in de EU (zie bijv. paragraaf 16). Biologische producten die van buiten de EU worden ingevoerd, kunnen op twee manieren worden gecertificeerd:
- volgens de nationale regels van de landen waarvan de Commissie heeft erkend dat ze beschikken over beginselen, productievoorschriften en controlesystemen voor biologische productie die gelijkwaardig zijn aan die in de EU-verordeningen38 (hierna gelijkwaardige derde landen);
- voor andere landen, door controleorganen die de Commissie heeft erkend voor biologische productie buiten de EU op basis van gelijkwaardige productievoorschriften en controlesystemen39 (hierna gelijkwaardige controleorganen).
In 2018 verzonden 114 landen biologische producten naar de EU. In figuur 4 wordt de top 20 van deze landen weergegeven, waarbij gelijkwaardige derde landen in het donkerblauw zijn aangegeven. Gelijkwaardige controleorganen certificeren ongeveer 87 % van de ingevoerde biologische producten.
Figuur 4
Uitsplitsing van de top 20 van landen* die in 2018 biologische producten invoerden in de EU (op basis van gewicht)
NB: Gelijkwaardige derde landen zijn aangegeven in het donkerblauw.
* Noorwegen en Zwitserland zijn niet opgenomen in deze grafiek omdat het TRAde Control and Expert System (Traces) van de Commissie geen informatie bevat over de uitvoer van deze landen.
Bron: ERK op basis van gegevens ontleend aan het Traces (certificeringsstatus = “verklaring van de eerste geadresseerde ondertekend”).
Er zijn momenteel dertien gelijkwaardige derde landen40, die verantwoordelijk zijn voor ongeveer 13 % van de invoer van biologische producten. Ieder van hen heeft een overeenkomst of regeling met de Commissie over de gelijkwaardigheid van biologische producten ondertekend. Sinds 2014 is een nieuwe erkenningsregeling op basis van internationale handelsovereenkomsten van toepassing op gelijkwaardige derde landen41. De eerste van deze overeenkomsten werd in 2017 ondertekend met Chili42 (zie tabel 2).
Tabel 2 — Overzicht van derde landen die een overeenkomst hebben ondertekend met de Commissie over de gelijkwaardigheid van biologische producten
Naam van derde land | Opnamejaar | Soort overeenkomst |
---|---|---|
Australië | 1996 | Administratieve regeling |
Argentinië | 1997 | Administratieve regeling |
Israël | 1997 | Administratieve regeling |
Zwitserland | 1997 | Hoofdstuk over biologische producten in volledige handelsovereenkomst |
Nieuw-Zeeland | 2002 | Administratieve regeling |
Costa Rica | 2003 | Administratieve regeling |
India | 2006 | Administratieve regeling |
Tunesië | 2009 | Administratieve regeling |
Japan | 2010 | Administratieve regeling |
Canada | 2011 | Administratieve regeling |
Verenigde Staten | 2012 | Administratieve regeling |
Zuid-Korea | 2015 | Administratieve regeling |
Chili | 2017 | Handelsovereenkomst over biologische producten |
In de volgende onderdelen geven we, voor elk invoerstelsel, onze bevindingen weer over de volgende onderwerpen:
- de controles van de Commissie buiten de EU;
- de uitwisseling van informatie;
- de handhavingsprocedures van de Commissie.
Daarna besteden we aandacht aan de rol van de lidstaten in verband met ingevoerde producten.
De Commissie is gestart met controles buiten de EU, maar de meeste gelijkwaardige controleorganen zijn tot nog toe niet gecontroleerd
54In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 hebben we de Commissie aanbevolen te zorgen voor passend toezicht op de landen die zijn opgenomen in de lijst van gelijkwaardige derde landen met betrekking tot biologische productie (zie ook de bijlage). De Commissie moet ook zorgen voor toezicht op de gelijkwaardige controleorganen43.
55Wij gingen na welke maatregelen de Commissie had genomen naar aanleiding van onze aanbeveling en stelden vast dat ze sinds 2012 controles verricht buiten de EU (zie paragraaf 31) en dat met deze werkzaamheden nu een groot deel van haar controlemiddelen voor biologische productie wordt opgebruikt (zie tabel 3).
Tabel 3 — Controles die zijn verricht door DG SANTE in derde landen tussen 2012 en 2018
Soort controle | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Gelijk-waardige derde landen | Tunesië India |
Zwitserland Israël |
Australië Argentinië |
Israël Canada India |
Costa Rica | ||
Gelijk-waardige controle-organen | China (3 verschillende CO’s) | Turkije Vietnam |
Oekraïne en Wit-Rusland Zuid-Afrika Peru Bolivia |
Albanië en Kosovo* Oekraïne Thailand Peru |
Brazilië India Ecuador Bolivia Sri Lanka Turkije China |
Paraguay Dominicaanse Republiek Mexico** Oekraïne Kenia |
* Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
** Gecontroleerd door middel van controles op stukken op het hoofdkantoor van de controleorganen in de EU.
Gelijkwaardige controleorganen
56Gelijkwaardige controleorganen hebben vaak hoofdkantoren in de EU, maar met activiteiten over de hele wereld. Het toezicht op de gelijkwaardige controleorganen is een uitdaging voor de Commissie, want ze kan niet vertrouwen op het werk van de bevoegde autoriteit, zoals het geval is voor de EU-lidstaten of gelijkwaardige derde landen (zie paragraaf 14).
57Eind juni 2018 waren er 57 goedgekeurde gelijkwaardige controleorganen. Controleorganen kunnen worden erkend voor een of meer derde landen, waarbij één orgaan soms verantwoordelijk is voor meer dan 50 landen. Dit leidt tot een groot aantal combinaties tussen controleorganen en landen dat de Commissie moet goedkeuren en waarop ze toezicht moet houden44.
58De Commissie is in 2013 begonnen met de controle van erkende gelijkwaardige controleorganen en eind 2018 had ze 25 van dergelijke controles45 verricht, meestal op het hoofdkantoor van het controleorgaan en in één derde land waarvoor het controleorgaan is erkend. Wij schatten dat de combinaties tussen controleorganen en landen die de Commissie sinds 2013 heeft gecontroleerd ongeveer een derde van de in het kader van dit stelsel ingevoerde biologische producten bestrijken. Dat betekent dat er meerdere jaren kunnen verstrijken alvorens de Commissie een specifiek land of controleorgaan bezoekt (zie tekstvak 2).
Tekstvak 2
Lage frequentie van controles door de Commissie
In 2018 heeft de Commissie een gelijkwaardig controleorgaan gecontroleerd dat sinds 2013 actief is in de Domicaanse Republiek. Uit de controle bleken aanzienlijke gebreken in de certificeringsactiviteiten van het controleorgaan46. De Domicaanse Republiek is de op twee na grootste exporteur van biologische producten naar Europa (zie ook figuur 4) en ongeveer een derde van de biologische producten die van de Domicaanse Republiek naar de EU worden uitgevoerd, worden gecertificeerd door het controleorgaan. Het was de eerste keer dat dit controleorgaan werd gecontroleerd en de eerste keer dat de Commissie de Domicaanse Republiek had bezocht voor een dergelijke controle.
Op basis van veiligheidsadvies van de betrokken diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) worden geplande bezoeken aan bepaalde landen soms afgelast of uitgesteld (bijv. Egypte en Mexico). Dit is begrijpelijk, maar beperkt de mate van zekerheid die de Commissie kan verkrijgen op basis van haar toezicht in deze landen.
60De bevindingen van de controles door de Commissie tonen aan dat er behoefte is aan grondig en regelmatig toezicht op de gelijkwaardige controleorganen. De Commissie geeft follow-up aan de bevindingen, maar kan er lang over doen om tekortkomingen in verschillende controleorganen die actief zijn in hetzelfde land te verhelpen. Zie tekstvak 3 voor een voorbeeld.
Tekstvak 3
Moeilijkheden bij het verhelpen van systeemgebonden tekortkomingen door middel van controles op controleorganen
China is de grootste exporteur van biologische producten naar de EU (zie ook figuur 4). In 2013 begon de Commissie maatregelen te nemen om tekortkomingen in het controlesysteem voor biologische producten afkomstig uit China aan te pakken. In een brief aan alle controleorganen die actief zijn in China heeft ze hun aanbevolen aanvullende maatregelen te nemen, zoals extra onaangekondigde inspecties en meer monsters, en verslag uit te brengen over deze maatregelen in hun jaarverslagen. Ze heeft ook drie controleorganen gecontroleerd en een van hen van de lijst geschrapt in 2014. De Commissie heeft nog een controleorgaan gecontroleerd in 2017 en heeft aanhoudende tekortkomingen aangetroffen in de biologische productie en het controlesysteem hieromtrent in China. De Commissie is op de hoogte van het probleem en is bezig een systematischere aanpak te ontwikkelen.
Wanneer de nieuwe verordening inzake biologische producten van kracht wordt (zie paragraaf 21), zal het gelijkwaardigheidsstelsel tussen 2021 en 2023 geleidelijk worden vervangen door een stelsel waarbij de normen en controlesystemen van controleorganen voor biologische producten moeten voldoen aan de EU-regels. Deze nalevingsgerichte benadering moet de tijd die nodig is om controlebezoeken voor te bereiden en nieuwe aanvragen en jaarverslagen te onderzoeken, verkorten, aangezien de Commissie de gelijkwaardigheid van de normen en het controlesysteem van het controleorgaan voor biologische productie niet meer moet beoordelen.
Gelijkwaardige derde landen
62Het toezicht van de Commissie op gelijkwaardige derde landen is verbeterd in vergelijking met onze vorige controle. Sinds 2012 heeft de Commissie tien controles van acht gelijkwaardige derde landen verricht (zie tabel 3) en in 2014 heeft ze deelgenomen aan een collegiale toetsing van het controlesysteem van de VS. De gelijkwaardige derde landen die niet tijdens deze periode zijn gecontroleerd, zijn Nieuw-Zeeland, Japan en Zuid-Korea, die samen goed zijn voor minder dan 1 % van de invoer van biologische producten in de EU, en Chili, dat een overeenkomst met de EU ondertekende in 2017.
63Uit de verrichte controles bleken aanzienlijke gebreken. In veel gevallen constateerde de Commissie tijdens haar follow-up van haar controles dat de betrokken landen corrigerende maatregelen hadden genomen om deze aan te pakken (zie tekstvak 4).
Tekstvak 4
Uit de controles door de Commissie bleken gebreken en derde landen hebben corrigerende maatregelen genomen
De Commissie heeft India tweemaal47 gecontroleerd en heeft ernstige gebreken vastgesteld in de doeltreffendheid van de controleorganen en het toezicht door de bevoegde autoriteit. Als gevolg hiervan weigerde de Commissie ingevoerde verwerkte landbouwproducten nog als gelijkwaardig te beschouwen vanwege veranderingen in de Indiase productievoorschriften en verwijderde ze één controleorgaan van de lijst van aanvaarde Indiase controleorganen. In februari 2017 bevestigde de Commissie dat India corrigerende maatregelen had ingevoerd om de vastgestelde gebreken te verhelpen.
Bij haar controle in Zwitserland in september 201348 stelde de Commissie gebreken vast in verband met het toezicht op de controleorganen en ontoereikende invoercontroles. Als gevolg daarvan hebben de Zwitserse autoriteiten maatregelen genomen om de aangekaarte kwesties op te lossen door hun wettelijke kader te wijzigen en hun richtsnoeren voor de controleorganen te verbeteren.
De Commissie heeft geen risicoanalyse van het controlesysteem voor biologische producten in de EVA-landen Noorwegen49 en IJsland verricht. Bovendien duurde het meer dan acht jaar voor de EU-verordeningen inzake biologische producten50 waren geïntegreerd in de EER-overeenkomst51 in maart 2017. In oktober 2018 heeft de Commissie voor het eerst de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vergezeld tijdens een controle van het controlesysteem voor biologische producten in Noorwegen52.
De informatie-uitwisseling is verbeterd, maar de Commissie kon er beter en sneller gebruik van maken
De uitwisseling van informatie over onregelmatigheden
65In 2013 heeft de Commissie het OFIS-instrument53 uitgebreid zodat informatie over onregelmatigheden voor ingevoerde producten kan worden uitgewisseld tussen de Commissie, de lidstaten, gelijkwaardige derde landen en gelijkwaardige controleorganen. De Commissie heeft procedures vastgesteld om follow-up te geven aan deze onregelmatigheden.
66Voor gemelde onregelmatigheden inzake producten die in het kader van het stelsel van gelijkwaardige controleorganen worden ingevoerd, zijn de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de belangrijkste actoren bij de follow-up. Zij nemen contact op met het betrokken controleorgaan via OFIS en vragen verdere informatie totdat ze volledig tevreden zijn met het verstrekte antwoord. Wanneer onregelmatigheden onbeantwoord blijven, neemt de Commissie vervolgens rechtstreeks contact op met het controleorgaan.
67Voor producten die in het kader van het stelsel van gelijkwaardige derde landen worden ingevoerd, monitort de Commissie OFIS-kennisgevingen. Bij sommige troffen we echter weinig bewijs van een doeltreffende follow-up aan.
Jaarverslagen
68Naast de kennisgevingen die via het OFIS-instrument worden uitgewisseld, moet de Commissie jaarverslagen ontvangen van elk erkend gelijkwaardig controleorgaan54 en derde land55 waarin wordt beschreven hoe ze het controlesysteem hebben uitgevoerd. De jaarverslagen van de controleorganen moeten de laatste beoordelingsverslagen van de accreditatie-instelling bevatten.
69Volgens haar interne regels moet de Commissie de jaarverslagen evalueren binnen de drie maanden na ontvangst. We hebben tien jaarverslagen van controleorganen gecontroleerd. In één geval was er geen beoordeling uitgevoerd. In slechts drie gevallen had de Commissie de verslagen geëvalueerd binnen de termijn van drie maanden terwijl de evaluatie van drie andere verslagen negen maanden of langer in beslag nam. We hebben vergelijkbare vertragingen waargenomen bij de analyse van jaarverslagen die zijn ontvangen van gelijkwaardige derde landen56.
Samenwerking met andere organen en autoriteiten
70Voor haar toezichthoudende werkzaamheden met betrekking tot gelijkwaardige controleorganen vertrouwt de Commissie ook op de beoordelingsverslagen van de accreditatie-instellingen. In 2017 en 2018 organiseerde de Commissie een jaarlijkse vergadering met de accreditatie-instellingen. Er zijn echter geen samenwerkingsovereenkomsten waarin voorwaarden zijn vastgesteld voor de regelmatige uitwisseling van informatie of op basis waarvan de Commissie toegang kan krijgen tot bewijsmateriaal dat ten grondslag ligt aan de jaarlijkse beoordelingsverslagen of accreditatie-instellingen kan begeleiden tijdens hun beoordelingen in gevallen waar de Commissie van mening kan zijn dat een gecoördineerde aanpak doelmatiger is voor het toezicht op de gelijkwaardige controleorganen.
71Exporteurs naar de EU verkopen hun producten vaak ook op andere markten. Daarom moeten zij ook voldoen aan de regels inzake biologische productie die zijn vastgelegd door die andere invoerende landen en zijn ze onderworpen aan het toezicht van hun bevoegde autoriteiten. Aangezien de Commissie beschikt over beperkte middelen om de ontvangen informatie te analyseren (zie de paragrafen 67 en 69) of haar eigen controles te verrichten (zie de paragrafen 57 en 58), zou ze haar samenwerking met de autoriteiten van andere belangrijke invoerende landen kunnen uitbouwen om haar toezicht op invoer te verbeteren. De Commissie heeft enkele eerste stappen genomen in deze richting door sinds 2016 “plurilaterale” (rondetafel)gesprekken te houden met een aantal derde landen (de Verenigde Staten, Canada, Chili, Zwitserland, Japan en Zuid-Korea). Systematischere samenwerkingskanalen bestaan er echter nog niet. Zo wil de Commissie de uitwisseling van informatie over inbreuken, verslagen van bezoeken ter plaatse en een bespreking in verband met een gemeenschappelijke begrip van problemen in bepaalde landen aanmoedigen.
De handhaving door de Commissie was moeilijk en nam veel tijd in beslag, maar met aanstaande veranderingen van de regels moet dit proces sneller en doeltreffender verlopen
Gelijkwaardige controleorganen
72Als een controleorgaan de vereiste informatie niet tijdig aan de Commissie verschaft, als het geen corrigerende maatregelen treft of als het niet instemt met een onderzoek ter plaatse, kan de Commissie het orgaan schorsen, van de lijst van erkende controleorganen halen57 of de specificaties ervan wijzigen. In de praktijk heeft de Commissie de erkenning van zeven controleorganen ingetrokken. Tussen het besluit om de erkenning van het controleorgaan in te trekken en de inwerkingtreding van dit besluit verstreken echter gemiddeld vier maanden. In de tussentijd bleven de controleorganen biologische producten certificeren en controlecertificaten afgeven voor de uitvoer ervan. Krachtens de nieuwe verordening58 zal de Commissie onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen kunnen vaststellen om wegens naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie de erkenning van controleorganen sneller in te trekken.
Gelijkwaardige derde landen
73Als een bevoegde autoriteit van een derde land weigert aanbevelingen uit te voeren of een deadline voor de uitvoering van een aanbeveling mist, kan de Commissie het derde land van de lijst van erkende derde landen schrappen of de reikwijdte van zijn erkenning veranderen59. De Commissie heeft deze mogelijkheid eenmaal benut (zie tekstvak 4).
74De handelsovereenkomst van 2017 met Chili (zie paragraaf 52) omvat mechanismen voor communicatie, verificatie en geschillenbeslechting60 die bijdragen tot de handhaving van de regels.
Tekortkomingen in de controles door de lidstaten met betrekking tot de invoer van biologische producten
75De EU-lidstaten spelen ook een belangrijke rol in het controlesysteem voor ingevoerde producten. Ze verrichten controles van ingevoerde producten en controleren importeurs.
Controles door de lidstaten van ingevoerde biologische producten
76De lidstaten moeten zendingen van producten die de EU worden ingevoerd, verifiëren vóór de producten vrij in de EU kunnen circuleren61. Ze moeten controles op stukken verrichten en kunnen ook verdere fysieke controles uitvoeren (zoals controles van de verpakking en etikettering of bemonstering voor analyse en laboratoriumtests), voor zover dat op grond van hun risicobeoordeling passend is. Op basis van het resultaat van de controles kan de autoriteit van de lidstaat vervolgens het desbetreffende controlecertificaat (Certificate of Inspection — COI) goedkeuren (zie verder in paragraaf 84).
77De Commissie kan met de lidstaten samenwerken om een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen met betrekking tot de te verrichten controles van ingevoerde producten. Zo publiceerde de Commissie in december 2015 richtsnoeren inzake aanvullende officiële controles naar aanleiding van een reeks onregelmatigheden die eerder waren ontdekt bij zendingen uit Oekraïne en bepaalde buurlanden. De EU-lidstaten hebben ingestemd met deze richtsnoeren, die ieder jaar worden herzien. Momenteel zijn ze van toepassing op Oekraïne, Kazachstan en de Russische Federatie.
78We hebben tekortkomingen aangetroffen in de controles van ingevoerde biologische producten die door drie lidstaten zijn verricht (zie tekstvak 5).
Tekstvak 5
Tekortkomingen in de controles van binnenkomende zendingen
In Tsjechië constateerden we meerdere gevallen waarbij volgens de informatie op het controlecertificaat (COI) een laboratoriumanalyse was uitgevoerd, maar dat in werkelijkheid niet zo was (of vice versa). Dit kwam doordat de douanedienst het certificaat goedkeurde zonder een definitief besluit over de uitvoering van de analyses af te wachten.
In Bulgarije werd 100 % van de ingevoerde biologische producten onderworpen aan controles op stukken door de autoriteit voor voedselveiligheid. Op het moment van onze controle bestond er echter geen risicoanalyse en werden er geen fysieke controles of laboratoriumtests uitgevoerd van ingevoerde biologische producten.
We constateerden dat een zending van tarwe die uit Kazachstan via Turkije was ingevoerd, niet was getest op niet-toegelaten stoffen zoals vereist door de richtsnoeren inzake invoer vanuit dit land. Het controleorgaan heeft ten onrechte Turkije aangeduid als het land van herkomst op het COI, waardoor de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk de zending niet hebben getest.
Bovendien moeten de lidstaten regelmatige controles verrichten van alle ingevoerde producten (zowel biologische als niet-biologische) op verschillende punten in de voedselketen aan de hand van een op risico gebaseerde benadering62. Ze brengen jaarlijks verslag uit over deze controles aan de Commissie. We analyseerden een steekproef van jaarverslagen van twaalf lidstaten. Geen van hen verstrekte specifieke informatie over officiële controles die waren verricht van ingevoerde biologische producten. Als deze informatie ontbreekt, kan de Commissie niet weten welke controles zijn uitgevoerd van ingevoerde biologische producten en wat de resultaten hiervan waren.
Controles door de lidstaten van importeurs
80Door middel van hun toezicht op de controleorganen kunnen de lidstaten verifiëren of de procedures en controles die door de importeurs worden uitgevoerd, adequaat zijn. In ons Speciaal verslag van 2012 merkten we op dat de door de controleorganen verrichte controles van importeurs vaak onvolledig waren. In onze huidige controle hebben we follow-up gegeven aan deze bevinding en geconstateerd dat dit nog steeds het geval is in bepaalde lidstaten (zie ook tekstvak 6).
Tekstvak 6
Tekortkomingen in de controles van importeurs
In Bulgarije hadden de twee bezochte controleorganen geen speciale checklists voor importeurs en gebruikten ze in plaats daarvan de checklists voor handelaren, waarin sommige specifieke controles in verband met invoer ontbraken.
In Spanje (Andalusië) worden de controles van importeurs of de evaluatie van de specifieke checklists voor importeurs niet vermeld in de verslagen van de bevoegde autoriteit over de jaarlijkse toezichthoudende inspecties van de controleorganen.
De bevoegde autoriteit in het Verenigd Koninkrijk verplicht importeurs er niet toe hun controleorganen in kennis te stellen van elke inkomende zending. Krachtens de verordening is deze kennisgeving echter verplicht en dit is een belangrijk instrument om fysieke controles van inkomende zendingen gerichter uit te voeren.
De traceerbaarheid is verbeterd, maar er blijven enkele tekortkomingen bestaan
81In overeenstemming met de algemene levensmiddelenwetgeving moeten levensmiddelen- en diervoederbedrijven de traceerbaarheid in alle stadia van productie, verwerking en distributie waarborgen. Zij moeten in staat zijn om na te gaan aan welke bedrijven zij hun producten hebben geleverd en om producten die in de voedselketen zijn gebracht tot de rechtstreekse leverancier te herleiden63. Dit geldt voor alle soorten levensmiddelen.
82Met betrekking tot biologische producten moet traceerbaarheid verder gaan dan de voorschriften van de algemene levensmiddelenwetgeving. Omdat er geen analytische methode bestaat om te bepalen of een product al dan niet biologisch is, moet de traceerbaarheid het mogelijk maken de biologische status van een product te verifiëren in de gehele toeleveringsketen. Het doel van een traceerbaarheidscontrole is om i) alle betrokken marktdeelnemers te identificeren, ii) hun biologische certificering te verifiëren en iii) het product tot de bron te herleiden en het probleem te isoleren om te voorkomen dat desbetreffende producten de consumenten bereiken, wanneer de regels niet zijn nageleefd.
83In ons Speciaal verslag nr. 9/2012 brachten we verslag uit over onze controle van de traceerbaarheid van een steekproef van biologische producten. We concludeerden dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten moeite hadden om ervoor te zorgen dat biologische producten konden worden getraceerd binnen het grondgebied onder hun bevoegdheid en dat het nog moeilijker was producten over grenzen heen te traceren. We hebben aanbevolen dat de controles moesten worden verscherpt om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers voldoen aan de regelgevingsvereisten inzake de traceerbaarheid en dat de Commissie de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren moest verduidelijken (zie ook de bijlage).
De traceerbaarheid is verbeterd binnen de EU, maar niet alle producenten konden worden getraceerd
84De Commissie heeft actie ondernomen om onze aanbeveling uit te voeren. Ze heeft een module voor de invoer van biologische producten toegevoegd aan het online instrument voor de monitoring van de invoer van levensmiddelen en diervoeders, Traces genoemd (TRAde Control and Expert System)64. Sinds oktober 2017 moeten controleorganen elektronische controlecertificaten (COI) afgeven bij elke zending van ingevoerde biologische producten. De Traces-COI-module werd ingevoerd om de traceerbaarheid van biologische producten te verbeteren en uitgebreidere statistische gegevens over de invoer van biologische producten te verschaffen.
85In het kader van haar controles in de lidstaten vereist de Commissie (DG SANTE) dat de bevoegde autoriteiten een traceerbaarheidsonderzoek verrichten met betrekking tot twee biologische producten (geselecteerd door het controleteam van de Commissie). In het geval van ingrediënten die afkomstig zijn van buiten de EU heeft het onderzoek enkel betrekking op de bewegingen nadat de ingrediënten de EU zijn binnengekomen.
86Als onderdeel van onze controle hebben we 105 producten geselecteerd en de bevoegde autoriteiten in 18 lidstaten en de Commissie gevraagd:
- deze producten te traceren naar de producent (ook voorbij de EU-grenzen, indien van toepassing); en
- het biologische certificaat van alle betrokken marktdeelnemers te verschaffen dat geldig was toen het product werd behandeld/geproduceerd/verwerkt.
Het traceerbaarheidsonderzoek leverde betere resultaten op dan het vorige, dat we voor ons verslag van 2012 hebben verricht, met betrekking tot producten van binnen de EU (zie figuur 5) en de resultaten bleven stabiel met betrekking tot ingevoerde producten. Veel producten konden nog steeds niet naar de landbouwproducent worden getraceerd.
Figuur 5
Percentage van producten waarvan de gevraagde traceerbaarheidsinformatie volledig was
Bron: ERK.
Traceerbaarheidscontroles zijn soms moeilijk en langdurig om verschillende redenen, zoals:
- de complexiteit van de toeleveringsketen;
- problemen om de waarachtigheid van biologische certificaten te beoordelen door middel van verschillende databanken in de EU die niet zijn geharmoniseerd op het gebied van inhoud en niet praktisch zijn als het controleorgaan van de marktdeelnemer niet bekend is;
- een gebrek aan coördinatie tussen bepaalde bevoegde autoriteiten in de lidstaten.
Het duurde meer dan drie maanden om sommige producten in onze steekproef te traceren. Een vertraagde traceerbaarheid heeft een negatief effect op het vermogen om op te treden in het geval van niet-naleving en om te voorkomen dat de betrokken producten de consumenten bereiken.
Ons traceerbaarheidsonderzoek heeft problemen met etikettering en certificaten aan het licht gebracht
89Het traceerbaarheidsonderzoek heeft geleid tot een aantal bijkomende bevindingen die nadelig zijn voor de betrouwbaarheid van het controlesysteem, bijvoorbeeld:
- een verkeerde oorsprong van het biologische product op het etiket (zie tekstvak 7);
- een onvolledig inspectieverslag van het controleorgaan dat weinig zekerheid bood over een groot aantal productie- en verwerkingseenheden in verschillende derde landen (zie tekstvak 8).
Tekstvak 7
Voorbeelden van een verkeerde oorsprong op de etiketten van biologische producten
Op het etiket van twee biologische producten werd verkeerde informatie over de oorsprong van het product weergegeven:
- pitabrood was ten onrechte geëtiketteerd als “EU-landbouw”, hoewel het hoofdbestandsdeel (tarwe) afkomstig was uit Moldavië, Oekraïne en Kazachstan;
- aardbeienjam was ten onrechte geëtiketteerd als “EU-/niet-EU-landbouw”, hoewel de landbouwingrediënten allemaal waren ingevoerd van buiten de EU (aardbeien uit Marokko en suiker uit Brazilië).
Tekstvak 8
Voorbeeld van een onvolledig inspectieverslag dat weinig zekerheid bood over een groot aantal marktdeelnemers in verschillende landen
Bij een van de producten in het traceerbaarheidsonderzoek bestreek het certificaat van de belangrijkste marktdeelnemer 10 productie- en 15 verwerkingseenheden in Turkije, Ethiopië, Kirgizië, Kazachstan en Oekraïne.
We hebben het laatste inspectieverslag opgevraagd, dat ten grondslag lag aan de certificering van de belangrijkste marktdeelnemer en alle eenheden ervan door het controleorgaan. Uit onze analyse bleek dat er basisinformatie ontbrak in dit verslag van acht bladzijden, zoals de data van de bezoeken aan de verschillende eenheden en de aard van de daadwerkelijke controles die in elk van de verschillende eenheden zijn verricht. Bijgevolg hebben we weinig zekerheid dat alle productie- en verwerkingseenheden adequaat waren gecontroleerd.
Conclusies en aanbevelingen
90Het controlesysteem voor biologische producten is vastgesteld in de EU-verordeningen. Het is erop gericht consumenten het vertrouwen te geven dat wanneer zij biologische producten kopen, de EU- (of equivalente) voorschriften werden toegepast in elk stadium van de toeleveringsketen. Dit moet zo zijn ongeacht of het product in de EU is vervaardigd of ingevoerd. We constateerden dat het controlesysteem was verbeterd sinds onze vorige controle en dat onze aanbevelingen over het algemeen waren uitgevoerd (zie de bijlage), maar er bleven enkele uitdagingen bestaan.
91Wat betreft in de EU vervaardigde biologische producten — het grootste deel van de EU-consumptie — hebben zowel de Commissie als de lidstaten veel tekortkomingen die in ons vorige verslag zijn vastgesteld, aangepakt.
92Na ons verslag van 2012 heeft de Commissie haar bezoeken aan de lidstaten hervat en inmiddels heeft ze de meeste bezocht. Wij stelden vast dat deze werkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd en er passende follow-up aan wordt gegeven. Tijdens de controles door de Commissie zijn een aantal tekortkomingen vastgesteld die hebben geleid tot corrigerende maatregelen van de lidstaten. Naast haar controles heeft de Commissie initiatieven genomen op het gebied van coördinatie en opleiding en komt ze regelmatig samen met de lidstaten om de follow-up van onregelmatigheden en beschuldigingen van fraude te bespreken (de paragrafen 31-35).
93De bevoegde autoriteiten van de lidstaten die wij hebben gecontroleerd, hebben maatregelen getroffen om hun controlesystemen te verbeteren. De zes lidstaten waaraan we follow-upbezoeken hebben afgelegd, hebben de meeste tekortkomingen die de vorige keer zijn vastgesteld, verholpen door veranderingen in het wettelijke kader, een verbeterde coördinatie met de accreditatie-instellingen en betere richtsnoeren voor het toezicht op de controleorganen (paragraaf 38). De acht onderzochte lidstaten hebben nu een catalogus van vormen van niet-naleving en bijbehorende handhavingsmaatregelen (waaronder sancties) die de controleorganen moeten toepassen (paragraaf 44). We hebben nog steeds een aantal tekortkomingen in verband met onze vorige bevindingen geconstateerd (de paragrafen 40 en 41). We hebben ook geconstateerd dat het gebruik van handhavingsmaatregelen nog niet was geharmoniseerd in de gehele EU en dat verslaglegging in de lidstaten soms traag en onvolledig was (de paragrafen 43, 45 en 49).
Aanbeveling 1 — Pak de overgebleven tekortkomingen in de controlesystemen en verslaglegging van de lidstaten aan
De Commissie moet:
- follow-up geven aan de overgebleven tekortkomingen die wij hebben vastgesteld in de controlesystemen van de lidstaten;
- toewerken naar een betere harmonisering van de definitie van onregelmatigheden en inbreuken en de bijbehorende handhavingsmaatregelen door middel van gesprekken met de lidstaten en de vaststelling van uitvoeringshandelingen;
- richtsnoeren verstrekken aan de bevoegde autoriteiten ter verbetering van hun verslaglegging, bijvoorbeeld door de informatielacunes in hun jaarverslagen aan te pakken.
Streefdatum voor uitvoering: 2020.
94Een kleiner gedeelte van de in de EU geconsumeerde biologische levensmiddelen wordt ingevoerd. De gelijkwaardige controleorganen certificeren meer dan 80 % van de in de EU ingevoerde biologische producten. De rest wordt ingevoerd uit gelijkwaardige derde landen. In het kader van de controles van de Commissie vanaf 2012 werden de meeste gelijkwaardige derde landen bezocht (paragraaf 62). De Commissie is ook begonnen gelijkwaardige controleorganen te bezoeken en heeft ter plaatse in de derde landen hun activiteiten onderzocht. Tot nog toe had dit betrekking op de systemen die van toepassing zijn op ongeveer een derde van de door de gelijkwaardige controleorganen gecertificeerde invoer (de paragrafen 57 en 58). Het toezicht op de gelijkwaardige controleorganen is een uitdaging voor de Commissie, want zij is de bevoegde autoriteit en kan niet vertrouwen op het werk van een andere bevoegde autoriteit, zoals in het geval van de lidstaten of gelijkwaardige derde landen. Wanneer de Commissie tekortkomingen vaststelt, kan het haar behoorlijk wat tijd vergen om deze in verschillende controleorganen die actief zijn in hetzelfde land te verhelpen (paragraaf 60).
95Naast het follow-up geven aan haar controles analyseert de Commissie systematisch de jaarverslagen die ze heeft ontvangen van de gelijkwaardige controleorganen en gelijkwaardige derde landen. De Commissie voert deze beoordeling echter vaak laat uit (paragraaf 69). Wij constateerden dat de Commissie vertrouwt op de verslagen van de accreditatie-instellingen, maar er zijn geen formele samenwerkingsovereenkomsten waarin voorwaarden zijn vastgesteld voor de regelmatige uitwisseling van informatie of op basis waarvan de Commissie het toezicht kan coördineren met de accreditatie-instellingen (paragraaf 70). We stelden vast dat de Commissie voor het toezicht op de invoer van biologische producten nog maar net was begonnen met het verkennen van de mogelijke synergieën met de bevoegde autoriteiten van andere belangrijke invoermarkten (de Verenigde Staten, Canada, Chili, Zwitserland, Japan en Zuid-Korea) (paragraaf 71).
96Wat betreft het controlesysteem voor invoer, kan de handhaving door de Commissie een moeilijk en langdurig proces zijn, maar er zijn nieuwe regels ingevoerd om handhaving sneller en doeltreffender te maken. De Commissie zal onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen kunnen vaststellen om de erkenning van een gelijkwaardig controleorgaan sneller in te trekken (paragraaf 72). Wat betreft gelijkwaardige derde landen, kunnen toekomstige handelsovereenkomsten mechanismen voor communicatie, verificatie en geschillenbeslechting omvatten, naar analogie met de handelsovereenkomst met Chili (paragraaf 74).
97Ook de lidstaten dragen de verantwoordelijkheid om controles op ingevoerde biologische producten te verrichten en door middel van hun toezicht op de controleorganen verifiëren zij of de procedures en controles die door de importeurs worden uitgevoerd, adequaat zijn. We troffen tekortkomingen aan in de controles van binnenkomende zendingen en constateerden dat de door de controleorganen verrichte controles van importeurs nog steeds onvolledig waren in sommige lidstaten (de paragrafen 75-80).
Aanbeveling 2 — Verbeter het toezicht op invoer door betere samenwerking
De Commissie moet:
- haar toezicht op de gelijkwaardige controleorganen verbeteren, onder andere door de samenwerking met accreditatie-instellingen en de bevoegde autoriteiten van andere belangrijke invoermarkten te versterken;
- de jaarverslagen van gelijkwaardige controleorganen en gelijkwaardige derde landen snel beoordelen;
- richtsnoeren verstrekken aan de lidstaten met betrekking tot de manier waarop specifieke controles moeten worden verricht van het toezicht op importeurs door de controleorganen en van ingevoerde biologische producten.
Streefdatum voor uitvoering: 2020.
98We verrichtten wederom een traceerbaarheidsonderzoek om te verifiëren of biologische producten kunnen worden getraceerd naar de landbouwproducent en of de biologische status van het product met een certificaat kan worden aangetoond in elk stadium van de toeleveringsketen. Uit de resultaten blijkt een verbetering in vergelijking met de vorige controle, vooral in de EU. Toch konden niet alle producten naar de landbouwproducent worden getraceerd (de paragrafen 86 en 87). Wij hebben opgemerkt dat de meeste controleorganen in de EU nu beschikken over een online databank van biologische certificaten voor al hun marktdeelnemers. Deze databanken zijn echter niet geharmoniseerd op het gebied van inhoud en niet praktisch als het controleorgaan van de marktdeelnemer niet bekend is (paragraaf 88). De traceerbaarheid van ingevoerde producten kan baat hebben bij de beschikbaarheid van online databanken voor marktdeelnemers buiten de EU.
Aanbeveling 3 — Verricht volledigere traceerbaarheidscontroles
De Commissie moet:
- traceerbaarheidsonderzoeken tot voorbij de EU-grenzen verrichten in het kader van haar toezichthoudende activiteiten met betrekking tot ingevoerde producten en de resultaten gebruiken om controles of ad-hoccontroles beter te richten op controleorganen en in derde landen;
- samen met de bevoegde autoriteiten de resultaten van hun traceerbaarheidstests analyseren om tekortkomingen en mogelijke corrigerende maatregelen vast te stellen;
- de grensoverschrijdende toegankelijkheid van gegevens over biologische certificaten verbeteren en controleorganen in derde landen verplichten om online een lijst van hun certificaten aan te leggen.
Streefdatum voor uitvoering: a) en b) in 2020, c) in 2024.
Dit verslag werd door kamer I onder leiding van de heer Nikolaos MILIONIS, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 13 februari 2019.
Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE
President
Bijlage
Beoordeling van de mate van uitvoering van de aanbevelingen in SV nr. 9/2012
Aanbeveling van SV nr. 9/2012 | Huidige beoordeling | Opmerkingen | |
---|---|---|---|
1 | De bevoegde autoriteiten dienen hun rol van toezichthouder op de controleorganen te versterken door passende gedocumenteerde procedures toe te passen met betrekking tot de goedkeuring van en het toezicht op de controleorganen, door de geharmoniseerde definitie van overtredingen, onregelmatigheden en de bijbehorende sancties te bevorderen, en door de vastgestelde goede praktijken te stimuleren. | In de meeste opzichten uitgevoerd | Duidelijke verbetering, maar er blijven tekortkomingen in de lidstaten bestaan |
2 | De lidstaten dienen te zorgen voor een rechtstreekse stroom van alle relevante informatie over inbreuken en onregelmatigheden van de controleorganen naar de betaalorganen en omgekeerd; | In de meeste opzichten uitgevoerd | Duidelijke verbetering, maar er blijven tekortkomingen in de lidstaten bestaan |
en de Commissie dient de vorm en timing van de kennisgeving van overtredingen en onregelmatigheden te specificeren, passende maatregelen in te voeren die ervoor zorgen dat de lidstaten hun rapportageverplichtingen nakomen en het informatiesysteem voor de kennisgeving van overtredingen en onregelmatigheden te herzien en te overwegen om kennisgevingen ten aanzien van derde landen op te nemen. | In de meeste opzichten uitgevoerd | Duidelijke verbetering, maar er blijven tekortkomingen betreffende verslagleggingsverplichtingen bestaan | |
3 | De controles moeten worden verscherpt om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers de voorschriften in verband met traceerbaarheid naleven; | In enkele opzichten uitgevoerd | Verbetering, maar te veel producten kunnen niet worden getraceerd |
in dit verband dient de Commissie de rol en de verantwoordelijkheid van de verschillende betrokkenen te verduidelijken. | In enkele opzichten uitgevoerd | Gedeeltelijk vervuld (voor uit derde landen ingevoerde producten) door middel van Traces | |
4 | De Commissie dient haar toezicht op de controlesystemen van de lidstaten te versterken door controlebezoeken af te leggen en de nodige gegevens en informatie te verzamelen en te benutten. | In de meeste opzichten uitgevoerd | Het verzamelen en benutten van informatie in de jaarverslagen moet worden verbeterd. |
5 | De Commissie dient te zorgen voor passend toezicht op de landen die zijn opgenomen in de lijst van landen die zijn erkend als gelijkwaardig voor biologische productie en zij dient tijdig de aanvragen te beoordelen van derde landen die in die lijst willen worden opgenomen. | In de meeste opzichten uitgevoerd | Late beoordeling van jaarverslagen en zeer weinig jaarlijkse vergaderingen |
6 | Zolang het stelsel voor machtigingen tot invoer nog in werking is, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat het correct wordt toegepast. De bevoegde autoriteiten in de lidstaten moeten zorgen voor een verscherping van de controles die worden verricht op controleorganen die gemachtigd zijn om controlecertificaten af te geven. | Niet langer relevant |
Woordenlijst
Accreditatie-instelling: openbare of particuliere instantie die een formele erkenning uitreikt dat een controleorgaan bevoegd is voor het testen en certificeren van derden volgens biologische normen.
Bevoegde autoriteit: centrale autoriteit van een lidstaat (of een derde land) die bevoegd is voor de organisatie van officiële controles op het gebied van biologische productie, of een andere autoriteit waaraan die bevoegdheid is gedelegeerd.
Controleorgaan: onafhankelijke particuliere derde partij of overheidsinstantie van een lidstaat (ook een “controlerende autoriteit” genoemd in de wetgeving) die inspecties en certificering verricht op het gebied van biologische productie.
Gelijkwaardig controleorgaan: controleorgaan actief in een derde land waarvan de Commissie erkent dat het voorschriften en controlemaatregelen inzake biologische producten toepast die gelijkwaardig zijn aan die welke in de EU worden toegepast.
Gelijkwaardig derde land: derde land waarvan de Commissie erkent dat het voorschriften en controlemaatregelen inzake biologische producten toepast die gelijkwaardig zijn aan die welke in de EU worden toegepast.
Gelijkwaardig: in staat zijn te voldoen aan dezelfde doelstellingen en beginselen door de toepassing van voorschriften die hetzelfde niveau van conformiteit garanderen.
Marktdeelnemer: een natuurlijk persoon of een onderneming die biologische producten vervaardigt, opslaat, verwerkt, vervoert, uitvoert of invoert.
OFIS: Organic Farming Information System — IT-systeem van de Commissie voor de behandeling van informatie over biologische landbouw. Met dit systeem is het mogelijk om a) elektronisch gegevens uit te wisselen tussen de EU-lidstaten, Noorwegen, IJsland en de Commissie; en b) openbare gegevens onder de Europese burgers en marktdeelnemers te verspreiden.
Traces: TRAde Control and Expert System — online beheerssysteem van de Commissie voor alle sanitaire vereisten inzake intracommunautaire handel en invoer van dieren, zaad en embryo’s, en levensmiddelen. Traces werd opgericht bij Besluit 2004/292/EG van de Commissie overeenkomstig Richtlijn 90/425/EEG van de Raad.
Voetnoten
1 Overweging 1 van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1), waarmee overweging 1 van Verordening (EG) nr. 834/2007 van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1) enigszins werd gewijzigd.
2 Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1).
3 Overweging 3 van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).
4 DG AGRI: Lijst van controleorganen en controlerende autoriteiten in de biologische sector op 14.8.2018.
zie: http://ec.europa.eu/agriculture/ofis_public/r8/ctrl_r8.cfm?targetUrl=home&lang=en
5 Noorwegen en IJsland zijn de enige twee EVA-landen die de EU-wetgeving inzake biologische producten toepassen. Hun relaties met de EU worden geregeld bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (EER) en biologische productie valt binnen de reikwijdte van deze overeenkomst. Als gevolg daarvan kunnen biologische producten uit Noorwegen en IJsland vrij in de EU circuleren.
6 https://statistics.fibl.org/europe/key-indicators-europe.html
7 http://www.agencebio.org/le-marche-de-la-bio-en-france
8 Overweging 17 van Verordening (EU) 2018/848.
9 Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad.
10 PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.
11 Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft (PB L 250 van 18.9.2008, blz. 1), en
Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 25).
12 Verordening (EU) 2018/848.
13 Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
14 Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
15 Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
16 Monitoring data on pesticide residues in food: results on organic versus conventionally produced food — EFSA (http://www.efsa.europa.eu/publications).
17 Speciaal verslag nr. 2/2019 “Chemische gevaren in onze voeding: het voedselveiligheidsbeleid van de EU beschermt ons maar kent uitdagingen”.
18 Europese Vrijhandelsassociatie (intergouvernementele organisatie van IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland).
19 Bovendien heeft de Commissie vijf controles verricht die waren gericht op controles op bestrijdingsmiddelenresiduen in biologische productie (in Duitsland, Polen en het Verenigd Koninkrijk in 2015 en in Finland en Spanje in 2016).
20 Overzichtsverslag. Organic Production — Member States. DG(SANTE) 2015‑8950 — MR.
21 http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit_reports/index.cfm
22 21 brieven in verband met hetzelfde onderwerp (late kennisgevingen in OFIS) die als een groepsoefening werden behandeld.
23 Met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 392/2013 werd een hoofdstuk 9 inzake toezicht door bevoegde autoriteiten toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 889/2008.
24 Artikel 92, onder c), en artikel 92, onder e).
25 Artikel 92, onder b), van Verordening (EG) nr. 889/2008.
26 Paragrafen 35-37 van Speciaal verslag nr. 9/2012.
27 Met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 392/2013 werd artikel 92 quinquies toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 889/2008.
28 Volgens de verordening moet een catalogus ten minste die gevallen van niet-naleving bevatten die van invloed zijn op de biologische status van producten alsmede de bijbehorende sancties. In sommige lidstaten (Bulgarije, Ierland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk) bevat de catalogus zelfs minder belangrijke vormen van niet-naleving die niet van invloed zijn op de biologische status van het product.
29 Zoals bepaalde gewasbeschermingsmiddelen, GGO’s, meststoffen, toevoegingsmiddelen in diervoeding, technische hulpstoffen of reinigings- en ontsmettingsproducten.
30 In artikel 65, lid 2, van Verordening (EG) nr. 889/2008 wordt bepaald dat het minimumaantal moet overeenkomen met 5 % van het aantal marktdeelnemers onder zijn bevoegdheid.
31 Artikel 29 van Verordening (EU) 2018/848.
32 Artikel 92, lid 6, van Verordening (EG) nr. 889/2008, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 392/2013.
33 Artikel 92, lid 4, van Verordening (EG) nr. 889/2008, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 392/2013.
34 Onregelmatigheden met producten van andere lidstaten (artikel 92 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 889/2008, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 392/2013) en ook met producten uit dezelfde lidstaat indien de onregelmatigheid gevolgen heeft voor een andere lidstaat (artikel 92 bis van Verordening (EG) nr. 889/2008, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1584).
35 Artikel 92 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 889/2008, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 392/2013.
36 Artikel 92 septies en bijlagen XIII ter en XIII quater van Verordening (EG) nr. 889/2008, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 392/2013.
37 Paragraaf 43 van Speciaal verslag nr. 9/2012.
38 Artikelen 7-9 van Verordening (EG) nr. 1235/2008.
39 Artikelen 10-12 van Verordening (EG) nr. 1235/2008.
40 Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008, laatste wijziging: Uitvoeringsverordening (EU) 2018/949 van de Commissie, waarmee Chili aan bijlage III is toegevoegd.
41 Artikel 47 van Verordening (EU) 2018/848.
42 Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Chili over handel in biologische producten (PB L 331 van 14.12.2017, blz. 4).
43 Artikel 33, lid 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007.
44 In sommige gevallen past hetzelfde controleorgaan verschillende normen toe in verschillende landen.
45 Deze controles dekken 17 van de 57 controleorganen die eind juni 2018 waren goedgekeurd.
46 DG(SANTE) 2018‑6392 (http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit_reports/details.cfm?rep_id=3998).
47 India (2012): http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit_reports/details.cfm?rep_id=3059;
India (2015: http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit_reports/details.cfm?rep_id=3641.
48 Zwitserland (2013): http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit_reports/details.cfm?rep_id=3215.
49 Op basis van gegevens van Eurostat is Noorwegen de op twee na grootste exporteur van levensmiddelen naar de EU. Er zijn geen specifieke gegevens beschikbaar over het aandeel van biologische levensmiddelen.
50 Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad en de bijbehorende uitvoeringsverordeningen.
51 Sinds januari 1994 worden met de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte de EU-lidstaten en de drie EVA-landen van de EER (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) samengebracht in een eengemaakte markt, “interne markt” genoemd.
52 http://www.eftasurv.int/press--publications/press-releases/internal-market/norway-needs-to-adjust-control-system-of-organic-production
53 Met Verordening (EU) nr. 125/2013 werden wijzigingen aangebracht in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1235/2008.
54 Artikel 12, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1235/2008.
55 Artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007.
56 In drie (van de zes geanalyseerde) gevallen vond de evaluatie meer dan negen maanden na de ontvangst van de documenten plaats.
57 Artikel 12, lid 1, onder c), en artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1235/2008.
58 Artikel 46, lid 9, van de nieuwe Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie.
59 Bijv. een productencategorie van de erkenning verwijderen.
60 Wederzijdse uitwisseling van informatie (artikel 6), de mogelijkheid van collegiale toetsingen (artikel 7), de oprichting van een gemengd comité inzake biologische producten (artikel 8) en bepalingen betreffende de beslechting van geschillen (artikel 9).
61 Artikel 13, leden 2 en 4, en bijlage V van Verordening (EG) nr. 1235/2008 — tekstvak 20.
62 Artikel 15, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 882/2004.
63 Ook wel het beginsel “één stap terug, één stap vooruit” genoemd.
64 Traces werd opgericht bij Besluit 2004/292/EG van de Commissie overeenkomstig Richtlijn 90/425/EEG van de Raad.
Gebeurtenis | Datum |
---|---|
Vaststelling controleplan ("APM")/begin van de controle | 29.11.2017 |
Ontwerpverslag officieel verzonden aan de Commissie (of andere gecontroleerde) | 3.1.2019 |
Vaststelling van het definitieve verslag na de contradictoire procedure | 13.2.2019 |
Officiële antwoorden in alle talen ontvangen van de Commissie (of andere gecontroleerde) | 8.3.2019 |
ERK-team
In de speciale verslagen van de ERK worden de resultaten van haar controles van EU-beleid en -programma’s of beheersthema’s met betrekking tot specifieke begrotingsterreinen uiteengezet. Bij haar selectie en opzet van deze controletaken zorgt de ERK ervoor dat deze een maximale impact hebben door rekening te houden met de risico’s voor de doelmatigheid of de naleving, de omvang van de betrokken inkomsten of uitgaven, de verwachte ontwikkelingen en de politieke en publieke belangstelling.
Dit verslag werd vastgesteld door controlekamer I, die onder leiding staat van ERK-lid Nikolaos Milionis en gespecialiseerd is in het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen. De controle werd geleid door ERK-lid Nikolaos Milionis, ondersteund door Ioulia Papatheodorou, voormalig kabinetschef, Kristian Sniter, huidig kabinetschef, en Matteo Tartaggia, kabinetsattaché; Michael Bain, hoofdmanager; Els Brems, taakleider; Blanka Happach, Greta Kapustaite en Radostina Simeonova, controleurs. De taalkundige ondersteuning werd verzorgd door Miroslava Chakalova-Siddy, Marek Riha en Fiona Urquhart.

Van links naar rechts: Michael Bain, Blanka Happach, Nikolaos Milionis, Matteo Tartaggia, Greta Kapustaite, Kristian Sniter.
Contact
EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
L-1615 Luxemburg
LUXEMBURG
Tel. +352 4398-1
Inlichtingen: eca.europa.eu/nl/Pages/ContactForm.aspx
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors
Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).
Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2019
ISBN 978-92-847-1744-6 | ISSN 1977-575X | doi:10.2865/76173 | QJ-AB-19-002-NL-N | |
HTML | ISBN 978-92-847-1726-2 | ISSN 1977-575X | doi:10.2865/333617 | QJ-AB-19-002-NL-Q |
© Europese Unie, 2019.
Voor iedere vorm van gebruik of reproductie van (beeld)materiaal dat niet onder het auteursrecht van de Europese Unie valt, dient rechtstreeks toestemming aan de auteursrechthebbende te worden gevraagd.
HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?
Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: https://europa.eu/european-union/contact_nl
Bel of mail
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:
- te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen)
- te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
- een e mail te sturen via: https://europa.eu/european-union/contact_nl
Waar vindt u informatie over de EU?
Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op: https://europa.eu/european-union/contact_nl
EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen bij EU Bookshop op: https://publications.europa.eu/nl/publications (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie https://europa.eu/european-union/contact_nl).
EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële talen, krijgt u op EUR-Lex op: http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl
Open data van de EU
Het opendataportaal van de EU (http://data.europa.eu/euodp) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.