Voorwoord

Ursula von der Leyen

Voorzitter van de Europese Commissie.

Velen onder u zullen het met mij eens zijn dat 2020 een jaar was om onmiddellijk te vergeten en tegelijk een om voor altijd te onthouden.

Een om onmiddellijk te vergeten wegens de pandemie ­natuurlijk.

De gevolgen van de coronacrisis waren voelbaar in elk huis, in elk land en in elke uithoek van onze Unie. Ik spreek mijn diep medeleven uit met allen die dierbaren hebben verloren of die ziek zijn geworden.

2020 was echter ook een jaar om te onthouden.

Denk maar aan de helden uit de medische sector die, in het heetst van de strijd tegen deze onzichtbare vijand, hun leven op het spel zetten om anderen te redden. Ik breng hulde aan elk van hen en aan alle eerstelijnswerkers die ons en onze economie op de been houden in deze moeilijke tijden.

Het was ook een jaar om te onthouden omdat Europa, geconfronteerd met de menselijke tragedie die zich aan het voltrekken was, de grootste collectieve inspanning in de geschiedenis van onze Unie heeft geleverd. Landen, steden en regio’s hielpen medische apparatuur te brengen naar de plaats waar ze nodig was. Europese vliegtuigen brachten duizenden tonnen levensreddende goederen naar de meest kwetsbare gemeenschappen over de hele wereld, en meer dan 600 000 gestrande burgers werden naar huis gebracht.

Bedrijven bouwden hun productielijnen om, zodat ze konden voldoen aan de vraag naar ontsmettingsmiddelen, mondmaskers en medische uitrusting. Wereldwijd werd het ongeziene bedrag van bijna 16 miljard euro toegezegd om iedereen toegang te geven tot veilige en doeltreffende vaccins — we weten immers dat niemand veilig is tot iedereen veilig is.

Vaccins zullen ons helpen om geleidelijk terug te keren naar ons normale leven, maar ze zijn geen oplossing voor de economische gevolgen van COVID-19 of de aanhoudende bedreiging van de klimaatverandering voor onze planeet. Naast maatregelen om het coronavirus te verslaan, zijn we daarom ook blijven werken aan kordate acties om geleidelijk klimaatneutraal te worden. Dit betekent dat de emissies sterker moeten worden teruggedrongen, dat massaal moet worden geïnvesteerd in groene technologieën en dat het digitale potentieel van Europa volledig moet worden aangewend.

Ik heb er alle vertrouwen in dat we dit kunnen. NextGenera­tionEU, ons herstelinstrument van 750 miljard euro, vormt de kern van de grootste langetermijnbegroting in de geschiedenis van de EU, die in totaal over 1,8 biljoen euro aan financiële slagkracht beschikt. Dit is een unieke kans om te investeren in een betere toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen, in een gezonder, groener en slimmer Europa waar ze goed kunnen leven, goede arbeidsvooruitzichten hebben en zich kunnen ontplooien, in een Europa waar niemand aan zijn lot wordt overgelaten.

Het was een moeilijk jaar, maar door onze respons op de pandemie zullen we hier sterker, weerbaarder en eensgezinder uitkomen. Meer dan ooit ben ik trots om Europeaan te zijn, en meer dan ooit ben ik overtuigd van de waarde van gezamenlijk optreden om het hoofd te bieden aan onze grootste uitdagingen.

2020 was ook het jaar waarin het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verliet. Ik respecteer het besluit van de bevolking van het Verenigd Koninkrijk, dat altijd welkom zal zijn in de familie van Europese naties. Het is echter tijd om de brexit achter ons te laten. De toekomst is aan Europa.

In 2020 is het beste in de mensheid naar boven gekomen. Laten we de kans grijpen om hierop voort te bouwen. We hebben maatregelen voorgesteld om alle vormen van racisme, haat en discriminatie te bestrijden. Op de volgende pagina’s komt u meer te weten over deze initiatieven en over al het werk dat de EU tijdens de pandemie heeft verricht.

Vastberaden en hoopvol zetten we de eerste stappen op weg naar herstel. Europa heeft de mensen, de visie, het plan en de middelen om dit tot een succes maken.

Lang leve Europa!

Ursula von der Leyen

De leden van de Europese Commissie

Van links naar rechts:

Voorste rij: Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie.

Tweede rij: Valdis Dombrovskis (uitvoerend vicevoorzitter voor een economie die werkt voor de mensen, commissaris voor Handel), Frans Timmermans (uitvoerend vicevoorzitter voor de Europese Green Deal, commissaris voor Klimaatactie), Margrethe Vestager (uitvoerend vicevoorzitter voor een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk, commissaris voor Mededinging) en Josep Borrell (hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, vicevoorzitter voor een sterker Europa in de wereld).

Derde rij: Margaritis Schinas (vicevoorzitter, Bevordering van onze Europese levenswijze), Věra Jourová (vicevoorzitter, Waarden en Transparantie), Maroš Šefčovič (vicevoorzitter, Interinstitutionele Betrekkingen en Prognoses), Dubravka Šuica (vicevoorzitter, Democratie en Demografie) en Johannes Hahn (Begroting en Administratie).

Vierde rij: Janusz Wojciechowski (Landbouw), Nicolas Schmit (Werkgelegenheid en Sociale Rechten), Elisa Ferreira (Cohesie en Hervormingen), Mariya Gabriel (Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd), Paolo Gentiloni (Economie), Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken) en Thierry Breton (Interne Markt).

Vijfde rij: Helena Dalli (Gelijkheid), Stella Kyriakides (Gezondheid en Voedselveiligheid), Adina Vălean (Vervoer), Janez Lenarčič (Crisisbeheer), Didier Reynders (Justitie) en Olivér Várhelyi (Nabuurschap en Uitbreiding).

Zesde rij: Jutta Urpilainen (Internationale Partnerschappen), Virginijus Sinkevičius (Milieu, Oceanen en Visserij), Kadri Simson (Energie) en Mairead McGuinness (Financiële Diensten, Financiële Stabiliteit en Kapitaalmarktenunie).

Twee mannen met mondmaskers laden dozen mondmaskers, voorzien van het logo van resc-EU, uit een klein vrachtvliegtuig.

Een gezamenlijke respons op COVID-19

Inleiding

Het begin van de COVID-19-pandemie in Europa leidde tot menselijke drama’s, lockdowns en een ongekende economische terugval. Al snel gaf de Europese Unie blijk van solidariteit. De EU beschermde mensenlevens en bestaansmiddelen door zich te concentreren op maatregelen die een onmiddellijk en doeltreffend antwoord boden op de crisis. In de loop van 2020 werden meer dan 1 350 maatregelen genomen om de gevolgen van de crisis te beperken, waaronder bijna vierhonderd staatssteunbesluiten, die een reddingsboei betekenden voor veel Europese bedrijven.

In de eerste dagen en weken nadat Europa door de pandemie werd getroffen, werden de gezondheidszorgstelsels op nationaal, regionaal en lokaal niveau versterkt en werden patiënten uit andere landen behandeld in ziekenhuizen in de hele EU. Mobiele zorgteams werden uitgezonden om in de meest dringende behoeften te voorzien. Meer dan 600 000 EU-burgers die vast kwamen te zitten in het buiten­land, werden naar huis gebracht, en er werden publieke en private investeringen vrijgemaakt om veilige en doeltreffende vaccins te ontwikkelen voor iedereen, waar ook ter wereld.

Dankzij het “clearinghouse” voor medische uitrusting van de Commissie konden de lidstaten samen tekorten wegwerken.

De EU en de lidstaten hebben 4,2 biljoen euro, meer dan 30 % van het bruto binnenlands product van de EU, vrijgemaakt om de gevolgen van de crisis te verzachten.

Grafische samenvatting van de EU-financiering voor economisch herstel in 2020.

Van de in totaal 4,2 biljoen euro is 575 miljard toegewezen aan nationale maatregelen in het kader van de flexibiliteit van de EU-begrotingsregels (algemene ontsnappingsclausule), 100 miljard euro aan de Sure-regeling (EU-financiering voor werktijdverkorting), 70 miljard euro voor rechtstreekse EU-steun, waaronder het investeringsinitiatief coronavirusrespons, 3,045 biljoen euro voor nationale liquiditeitsmaatregelen, onder andere in het kader van tijdelijke, flexibele EU-staatssteunregels, 240 miljard voor crisissteun aan de lidstaten via het Europees stabiliteitsmechanisme en 200 miljard euro aan de Europese Investeringsbank Groep voor financiering voor ondernemingen.

De EU-begroting werd ook zo volledig mogelijk ingezet om rechtstreeks financiële steun te verlenen aan lidstaten in nood. In de eerste dagen van de crisis presenteerde de Commissie de corona-investerings­initiatieven, waardoor lidstaten cohesiemiddelen konden gebruiken om de meest kwetsbare sectoren van hun economieën te ondersteunen. Het instrument voor noodhulp werd geactiveerd om rechtstreeks financiële steun te verstrekken voor strategische behoeften op Europees niveau. Daarnaast lanceerde de Commissie het instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE), teneinde banen te behouden en gezinnen te ondersteunen.

De coronapandemie veroorzaakte een grote schok voor de mondiale en EU-economieën, met ernstige sociaal-economische gevolgen. Ondanks de snelle en alomvattende beleidsrespons, zowel op EU- als op nationaal niveau, werd snel duidelijk dat de EU-economie in 2020 een recessie van historische omvang zou doormaken.

Er was dan ook een grotere economische respons nodig om de economische en sociale schade als gevolg van de pandemie te herstellen. De versterkte langetermijnbegroting voor 2021-2027 en Next­GenerationEU, het tijdelijke herstelplan, zijn samen goed voor 1,8 biljoen euro en vormen daarmee het grootste stimuleringspakket dat ooit uit de EU-begroting werd gefinancierd. Dit steunpakket zal de EU helpen burgers, bedrijven en regio’s te ondersteunen, met name die welke het zwaarst door de crisis zijn getroffen, en zal bijdragen tot de wederopbouw van Europa na COVID-19, een Europa dat groener, digitaler en veerkrachtiger zal zijn.

In het kader van de vaccinstrategie van de EU sloot de Commissie contracten met zes bedrijven (Astra­Zeneca, BioNTech/Pfizer, CureVac, Johnson & Johnson, Moderna en Sanofi/GlaxoSmithKline) om te garanderen dat de mensen die in de EU leven, kunnen beschikken over een breed scala aan veilige en doeltreffende COVID-19-vaccins.

Nog vóór het einde van het jaar werd het eerste vaccin geleverd in de EU, zonder toegevingen te doen op het gebied van veiligheid of doeltreffendheid. Op 21 december verleende de Commissie een voorwaardelijke vergunning voor het COVID-19-vaccin van BioNTech/Pfizer. Dit was het eerste vaccin dat een vergunning kreeg in de EU. Tijdens de Europese vaccinatiedagen, van 27 tot 29 december, werden de eerste vaccinaties in de lidstaten uitgevoerd.

Terugkijkend op 2020 is het duidelijk dat de corona­pandemie een enorme tol heeft geëist. In de EU raakten 15 miljoen mensen besmet en vielen meer dan 350 000 doden te betreuren. De strijd tegen COVID-19 gaat voort in 2021.

Een ongekende respons op dringende behoeften

In opdracht van de Europese Raad coördineerde de Europese Commissie een gemeenschappelijke Europese respons op de COVID-19-uitbraak, waarbij maatregelen werden genomen om de gezondheidszorg te versterken en de sociaal-economische gevolgen van de pandemie te verzachten. Met alle middelen waarover de EU beschikte, hielp ze de nationale respons van de lidstaten te coördineren en gaf ze objectieve informatie over de verspreiding van COVID-19 en over doeltreffende maatregelen om de uitbraak in te dammen.

De EU reageerde snel om het hoofd te bieden aan de problemen die veroorzaakt werden door de pandemie. Op 28 januari werd het Uniemechanisme voor civiele bescherming geactiveerd om te beginnen met de repatriëring van EU-burgers die gestrand waren in het buitenland (tegen het einde van het jaar waren 90 000 EU-burgers naar huis teruggekeerd met 408 vluchten).

Op 13 maart riep de Commissie op tot een gecoördineerde economische respons op de coronacrisis. Op 16 maart richtte ze een deskundigenpanel op, met aan het hoofd voorzitter Ursula von der Leyen en commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid Stella Kyriakides, om advies te verstrekken en de EU-respons op de crisis aan te sturen. De werkzaamheden van het panel en van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding werden later aangevuld door het nieuwe EU-platform voor wetenschappelijk advies over COVID-19. Dit platform, dat bestaat uit wetenschappelijk adviseurs van de lidstaten op het gebied van COVID-19, heeft tot doel het wetenschappelijk advies beter te coördineren en goede praktijken inzake nationale COVID-19-gezondheidsmaatregelen te delen.

Een vrijwilliger thuis achter haar naaimachine.
In Msida, in de buurt van Valletta, maken vrijwilligers van de Maltese vereniging van grootouders mondmaskers die ze gratis bezorgen aan oudere en kwetsbare mensen, Malta, 19 november 2020.

Noodhulp

De Commissie zette alle middelen uit de EU-begroting in om te voorzien in dringende behoeften waaraan het best kan worden voldaan door op strategische, gecoördineerde wijze samen te werken op Europees niveau. Met het instrument voor noodhulp ter waarde van 2,7 miljard euro is een breed scala van acties gefinancierd; een groot deel van de begroting van dit instrument is gebruikt om het vaccin-initiatief te ondersteunen, waaraan alle 27 lidstaten deelnemen. De Commissie heeft 10 miljoen mondmaskers voor gezondheidswerkers gekocht en onder de lidstaten verdeeld. Er werd ook financiering verstrekt voor opleidingen op het gebied van tests en intensieve zorg, voor de aankoop van ultravioletrobots om ziekenhuizen te desinfecteren en voor de ondersteuning van klinische proeven van geneesmiddelen tegen COVID-19.

Een machine rijdt een ziekenhuiskamer in en wordt op de achtergrond bediend door een zorgverlener.
UVD-robots worden gebruikt om ziekenhuizen te desinfecteren met ultraviolet licht. Deze robot in het universitair ziekenhuis van Odense kan een standaardziekenhuiskamer in slechts 15 minuten ontsmetten. Zo wordt de verspreiding van COVID-19 tegengegaan. De Europese Commissie verdeelt 200 van dergelijke robots over ziekenhuizen in heel Europa in het kader van het EU-instrument voor noodhulp, Odense, Denemarken, 18 november 2020.

Testen is cruciaal om de verspreiding van COVID-19 te vertragen. Op 28 oktober stelde de Commissie een aanbeveling over COVID-19-teststrategieën vast, die ook betrekking had op het gebruik van snelle antigeentests. Op 18 november werd een specifieke aanbeveling van de Commissie over snelle antigeentests vastgesteld. Op 18 december deed de Commissie een voorstel voor een aanbeveling van de Raad betreffende een gemeenschappelijk kader voor antigeentests en de wederzijdse erkenning van COVID-19-testresultaten. In het kader van het instrument maakte de Commissie 100 miljoen euro vrij om rechtstreeks snelle antigeentests aan te kopen en aan de lidstaten te leveren. Op 18 decem­ber ondertekende ze een kaderovereenkomst met Abbott en Roche voor de aankoop van meer dan 20 miljoen snelle antigeentests, gefinancierd door het instrument. Deze tests zouden vanaf begin 2021 ter beschikking van de lidstaten worden gesteld, in het kader van de EU-steun voor COVID-19-tests.

RescEU — een gemeenschappelijke reservevoorraad van medische benodigdheden

Op 19 maart zette de Commissie solidariteit om in daden door de medische reserve van rescEU op te zetten, de eerste gemeenschappelijke Europese reservevoorraad van medische nooduitrusting, zoals mondmaskers en beademingsapparaten, om hulp te kunnen bieden aan lidstaten die met een tekort aan uitrusting kampen. RescEU, dat is ondergebracht bij de lidstaten, leverde ongeveer 3 miljoen hoogwaardige beschermingsmaskers voor eerstehulpverleners, zoals medisch personeel en personeel voor civiele bescherming, in Spanje, Kroatië, Italië, Litouwen, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Kosovo (deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo).

Het mechanisme voor civiele bescherming stuurde beademingsapparaten, beschermende kleding en ontsmettingsmiddelen naar noodlijdende landen en zette medische noodteams in. Noorse, Poolse en Roemeense dokters hielpen patiënten behandelen in Italië en Litouwen, terwijl Duitse, Italiaanse en Litouwse medische teams bijstand boden aan hun collega’s in Armenië en Azerbeidzjan. Een mobiliteitspakket hielp het vervoer van patiënten, medische teams en essentiële medische benodigdheden financieren.

De beschikbaarheid van medische benodigdheden en voedsel garanderen

Sinds het begin van de uitbraak heeft de EU belangrijke fabrikanten ondersteund om te garanderen dat de nodige essentiële geneesmiddelen en medische apparatuur beschikbaar zijn. De Commissie ondernam actie om de juiste omstandigheden te scheppen waarin de industrie haar productie kon opvoeren of aanpassen, onder meer door de Europese normalisatieorganisaties te vragen normen voor mondmaskers en andere beschermingsmiddelen vrij ter beschikking te stellen van alle belanghebbenden. Veel bedrijven in heel Europa hebben hun productie aangepast en opgevoerd om meer persoonlijke beschermingsmiddelen, desinfecterende middelen en medische apparatuur te produceren.

In april stemde de Commissie in met verzoeken van alle EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk om tijdelijk af te zien van douanerechten en btw op de invoer van medische hulpmiddelen en beschermingsmiddelen uit niet-EU-landen.

Twee brandweerlieden inspecteren een beademingstoestel aan een laaddok.
Levering van medische uitrusting uit de rescEU-reserve in Praag, Tsjechië, 24 oktober 2020.

Toen zorgen over mogelijke voedseltekorten de kop opstaken, greep de Europese Commissie onmiddellijk in door in april nieuwe noodmaatregelen vast te stellen om flexibeler toegang te krijgen tot geld uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en door maatregelen te nemen om het evenwicht op de levensmiddelenmarkten te herstellen.

De volledige flexibiliteit van de fiscale en staatssteunregels aanwenden

In maart zette de Commissie een ongekende stap: in het kader van haar strategie om een snel en krachtig antwoord te bieden op de pandemie, activeerde ze de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact. Hierdoor konden de lidstaten, na bekrach­tiging door de Raad, maatregelen nemen om de crisis adequaat aan te pakken met alle economische beleidsinstrumenten waarover ze beschikken, waarbij ze mochten afwijken van de gebruikelijke regels van het Europees begrotingskader.

Minder dan een week nadat de Wereldgezondheidsorganisatie Europa uitriep tot een centrum van de COVID-19-pandemie, stelde de Commissie een tijde­lijk staatssteunkader vast om lidstaten in staat te stellen de volledige flexibiliteit van de staatssteun­regels aan te wenden ter ondersteuning van bedrijven die getroffen waren door de crisis. Alle EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk meldden in deze context staatssteunmaatregelen aan, en deze werden allemaal door de Commissie goedgekeurd. In de loop van 2020 nam de Commissie bijna vierhonderd besluiten waarbij vijfhonderd nationale maatregelen werden goedgekeurd, met een totale waarde van naar schatting 3 biljoen euro.

Corona-investeringsinitiatieven

Een van de eerste maatregelen van de EU om de lidstaten financieel te ondersteunen bij hun aanpak van de crisis, was het Corona-investeringsinitiatief, dat in maart 2020 van start is gegaan. Door het mobiliseren van niet-uitgegeven middelen die al aan de EU-lidstaten waren toegewezen, gaf het initiatief een onmiddellijke liquiditeitsboost aan de begrotingen van de lidstaten en regio’s, en hielp het hen om fondsen van het cohesiebeleid te gebruiken voor de financiering van gezondheidszorg en werktijdverkorting, en om werkkapitaal te bieden aan kleine en middelgrote ondernemingen. Ook het toepassings­gebied van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie werd uitgebreid tot ernstige noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, zodat lidstaten steun kunnen krijgen uit dit fonds om de COVID-19-crisis te helpen aanpakken.

Het Corona-investeringsinitiatief Plus maakt het sinds april eenvoudiger en gemakkelijker om snel gebruik te maken van bestaande Europese structuur- en investeringsfondsen voor crisisgerelateerde maatregelen. In het kader hiervan is de EU-bijdrage voor programma’s van het cohesiebeleid verhoogd tot 100 % voor betalingsaanvragen die tussen 1 juli 2020 en 30 juni 2021 worden ingediend.

In december maakt de Commissie bekend welke resultaten deze twee initiatieven in 2020 hebben opgeleverd. Sinds het begin van de crisis heeft de EU aanzienlijke financiële middelen vrijgemaakt om de gevolgen van de pandemie te bestrijden. Het grootste deel van de beschikbare financiering, meer dan 10 miljard euro, ging naar kleine en middelgrote ondernemingen die hierdoor het hoofd boven water konden houden. 3 miljard euro was bestemd voor mensen, waaronder sociale diensten voor kwetsbare groepen en regelingen voor werktijdverkorting voor arbeiders. Ten slotte ging 6,6 miljard euro steun naar de gezondheidssector, boven op de 10,2 miljard uit de EU-begroting die al aan deze sector was toege­wezen voor de jaren 2014-2020 (de groepen begunstigden kunnen elkaar gedeeltelijk overlappen).

82 % van de programma’s van het cohesiebeleid in 25 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk zijn gewijzigd. Daarbij kregen de nationale begrotingen 3,2 miljard euro extra ter beschikking omdat ze konden gebruikmaken van het 100%-medefinancieringspercentage.

Grafische weergave van een aantal onderdelen van het Sure-programma (steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken), dat de lidstaten helpt werknemers en banen te beschermen.

Het Sure-programma omvat bescherming van de werkgelegenheid, tijdelijke financiële steun en solidariteit tussen de lidstaten. De maatregelen kunnen snel worden ingezet en vullen de inspanningen van de lidstaten aan.

Banen ondersteunen en bestaansmiddelen beschermen

In april 2020 creëerde de Commissie het instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE), een regeling voor werktijdverkorting om banen en werknemers te helpen beschermen tegen de gevolgen van de pandemie. Eind 2020 was in het kader van SURE in totaal 90,3 miljard euro financiële steun toegekend aan 18 lidstaten en was 39,5 miljard euro uitgekeerd aan 15 daarvan: België, Cyprus, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Spanje. De lidstaten kunnen nog steeds steunaanvragen in het kader van SURE indienen, dat in totaal tot 100 miljard euro beschikbaar heeft.

De financiële bijstand in het kader van SURE wordt verstrekt in de vorm van leningen die de EU namens haar lidstaten aangaat op de financiële markten. Voor de meeste lidstaten betekent dit dat ze aan gunstigere voorwaarden kunnen lenen dan ze zelf op de markten zouden kunnen krijgen. Deze leningen helpen de lidstaten om te gaan met plotse stijgingen van de overheidsuitgaven die nodig zijn om de werkgelegenheid te behouden. Ze helpen de lidstaten met name om de kosten te dekken die rechtstreeks verband houden met de vaststelling of uitbreiding van nationale werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen die zij, als reactie op de pandemie, hebben genomen voor zelfstandigen.

Infografiek van de verdeling van de Sure-middelen over de EU-lidstaten.

Eind 2020 was in het kader van het Sure-fonds 90,3 miljard euro uitgekeerd: 7,8 miljard euro aan België, 511 miljoen euro aan Bulgarije, 2 miljard euro aan Tsjechië, 2,5 miljard euro aan Ierland, 2,7 miljard euro aan Griekenland, 21,3 miljard euro aan Spanje, 1 miljard euro aan Kroatië, 27,4 miljard euro aan Italië, 479 miljoen euro aan Cyprus, 192 miljoen euro aan Letland, 602 miljoen euro aan Litouwen, 504 miljoen euro aan Hongarije, 244 miljoen euro aan Malta, 11,2 miljard euro aan Polen, 5,9 miljard euro aan Portugal, 4,1 miljard euro aan Roemenië, 1,1 miljard euro aan Slovenië en 631 miljoen euro aan Slowakije. Deze bedragen zijn afgerond.

De Commissie ging in 2020 drie keer naar de markten om SURE-obligaties uit te geven. Elke uitgifte werd meer dan tien keer overtekend, een duidelijk teken van het vertrouwen in de EU als emittent en kredietnemer en als belangrijke mondiale speler op de financiële markten. De door de Commissie in het kader van SURE uitgegeven obligaties krijgen het label sociale obligatie. Dankzij dit label kunnen beleggers in deze obligaties erop vertrouwen dat de aangetrokken middelen een echt sociaal doel zullen dienen.

De EU-vaccinstrategie

Op 17 juni presenteerde de Commissie een EU-vaccinstrategie om de ontwikkeling, productie en inzet van vaccins tegen COVID-19 te versnellen. Het doel is ervoor te zorgen dat iedereen in de EU zo snel mogelijk eerlijke en betaalbare toegang krijgt tot veilige en doeltreffende vaccins. De EU wil zo het voortouw nemen in een wereldwijde solidariteitsinspanning om te garanderen dat iedereen een betaalbaar vaccin krijgt. De strategie heeft ook tot doel ervoor te zorgen dat de lidstaten voorbereidingen treffen om vaccins uit te rollen, het vervoer en de inzet ervan te plannen en te bepalen welke groepen voorrang moeten krijgen bij de vaccinatie.

Om op zulke korte termijn veilige en doeltreffende COVID-19-vaccins te kunnen ontwikkelen, moest tijdens de klinische proeven al worden geïnvesteerd in de productiecapaciteit die nodig is om miljoenen of zelfs miljarden dosissen van een succesvol vaccin te produceren. Advance Purchase Agreements hielpen het investeringsrisico te beperken dat fabrikanten lopen bij de ontwikkeling van potentiële vaccins. Daardoor was de kans op de snelle ontwikkeling, productie en verdeling van veilige en doeltreffende vaccins zo groot mogelijk en hadden de EU-burgers de garantie dat ze er toegang toe zouden krijgen. De Commissie onderhandelde namens de EU-lidstaten met farmaceutische bedrijven, wat in eerste instantie tot zes contracten heeft geleid. Verdere verkennende gesprekken met andere vaccinfabrikanten werden afgesloten in 2020 of zijn gepland voor begin 2021.

Overzicht van de aankopen van Covid-19-vaccins door de Europese Commissie.

Op dit moment heeft de Commissie zich al verzekerd van bijna 2,3 miljard doses: 405 miljoen van Cure Vac, 400 miljoen van Astra Zeneca, 400 miljoen (bij toediening van één dosis per persoon) van Johnson and Johnson, 160 miljoen van Moderna, 600 miljoen van Bio N Tech-Pfizer en 300 miljoen van Sanofi-GSK.

Cijfers afkomstig uit de mededeling van de Commissie van 19 januari 2021, “Een eengemaakt front tegen COVID-19”.

Om de lidstaten te helpen bij het opstellen van hun vaccinatiestrategieën publiceerde de Commissie op 15 oktober en 2 december de belangrijkste elemen­ten waarmee rekening moet worden gehouden, overeenkomstig de in de EU-Verdragen vastgelegde bevoegdheden. Het gaat onder meer over het waarborgen van de capaciteit van vaccinatiediensten om COVID-19-vaccins te leveren, gemakkelijke toegang tot vaccins voor doelgroepen, de uitrol van vaccins met verschillende kenmerken en verschillende behoeften inzake bewaring en vervoer, en duidelijke communicatie om het vertrouwen van de burgers te vergroten.

Het vaccin van BioNTech/Pfizer kreeg op 21 decem­ber als eerste een voorwaardelijke vergunning. Amper enkele dagen later werd gestart met de verspreiding ervan, op tijd voor de start van de EU-vaccinatiedagen op 27, 28 en 29 december. Deze vergunning is gebaseerd op een positieve wetenschappelijke aanbeveling op basis van een grondige beoordeling van de veiligheid, doeltreffendheid en kwaliteit van het vaccin door het Europees Geneesmiddelenbureau, en wordt onderschreven door de lidstaten.

Tegelijkertijd toonde de Commissie haar solidariteit met partners overal ter wereld door 500 miljoen euro uit de EU-fondsen (100 miljoen euro aan subsidies en een lening van 400 miljoen euro die wordt gedekt door het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling) bij te dragen aan de COVID-19 Vaccine Global Access Facility (Covax), het wereldwijde initiatief om te zorgen voor gelijke toegang tot betaalbare COVID-19-vaccins. Tegen december had Team Europe — de Europese Commissie en de EU-lidstaten — meer dan 850 miljoen euro toegekend aan Covax, waardoor de Europese Unie in eerste instantie de grootste donor van Covax was. Deze bijdrage is van cruciaal belang om de doelstelling van Covax te verwezenlijken: 1,3 miljard vaccindoses leveren aan lage- en middeninkomenslanden tussen nu en eind 2021.

Close-up van een man in beschermende kleding die de bovenste van een stapel dozen met flacons opent, onder toezicht van een collega in beschermende kleding. © Lusa 2020
Een medewerker opent een doos met COVID-19-vaccins, Montemor-o-Velho, Portugal, 26 december 2020.
Een vrouw in operatiekleding en met mondmasker wordt gevaccineerd door een collega. Op de achtergrond worden nog andere zorgmedewerkers gevaccineerd. © Helsinki University Hospital, 2020
Personeel van het ziekenhuis van het district Helsinki en Uusimaa, Finland, wordt gevaccineerd tegen COVID-19, 27 december 2020.
© Helsinki University Hospital, 2020
Een oudere vrouw met mondmasker wordt gevaccineerd door een zorgverlener in beschermende kleding. © fotobpb, 2020
Een bewoner van verpleeghuis Los Olmos wordt gevaccineerd tegen COVID-19, Guadalajara, Spanje, 27 december 2020.
© fotobpb, 2020

Covax is de vaccinpijler van de “Access to COVID-19 Tools Accelerator”, een wereldwijde samenwerking om de ontwikkeling, productie en billijke toegang tot COVID-19-tests, -behandelingen en -vaccins te versnellen. Dit is een samenwerking tussen overheden, wetenschappers, bedrijven, het maatschappelijk middenveld, liefdadigheids- en gezondheidsorganisaties overal ter wereld zoals de Bill & Melinda Gates Foundation, de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations, de Foundation for Innovative New Diagnostics, Gavi, The Global Fund, Unitaid, Wellcome, de Wereldgezondheidsorganisatie, de Wereldbank en de Global Financing Facility.

Korte beelden van de eerste vaccins die in diverse lidstaten van de Europese Unie worden toegediend.
VIDEO Eerste COVID-19-vaccinaties in EU-lidstaten.

De mondiale gemeenschap samenbrengen

Op 4 mei 2020 lanceerde voorzitter Von der Leyen de wereldwijde coronarespons, de mondiale actie voor universele toegang tot betaalbare vaccins, behandelingen en tests in de strijd tegen het coronavirus. Dit is het antwoord van de Commissie op de wereldwijde oproep die de Wereldgezondheidsorganisatie op 24 april deed om de pandemie te bestrijden. De wereldwijde coronarespons had ook tot doel de gezondheidsstelsels overal te versterken en het economisch herstel in de meest kwetsbare regio’s en gemeenschappen van de wereld te ondersteunen.

Screenshot van de videoconferentie “Global Goal” waarop het logo en verschillende sprekers te zien zijn, waaronder Commissievoorzitter Ursula von der Leyen.
Op 27 juni 2020 werd de donorconferentie “Global Goal: Unite for our Future” georganiseerd door de Europese Commissie en “Global Citizen”.

Op 27 juni organiseerden de Commissie en Global Citizen een top voor mondiale fondsenwerving “Global Goal: Unite for Our Future”, gekoppeld aan een concert. Dit vormde een mijlpaal in de wereldwijde coronarespons en is een uitstekend voorbeeld van de mondiale samenwerking tussen de EU-instellingen, in dit geval de Raad en het Parlement, en partners en geëngageerde burgers.

Dankzij de twee fondsenwervingsinitiatieven was eind juni 2020 15,9 miljard euro toegezegd aan de wereldwijde coronarespons, waarvan 1,4 miljard euro van de Europese Commissie (1 miljard euro aan subsidies en 400 miljoen euro aan garanties voor leningen).

Het herstelplan voor Europa

Op 27 mei stelde de Commissie het grootste EU-­financieringspakket ooit voor om Europa te helpen herstellen van de pandemie, boven op de 4,2 biljoen euro die al door de EU en de lidstaten waren vrijgemaakt. Tijdens zijn bijeenkomst in juli stemde de Europese Raad unaniem in met een totale financiering van 1,8 biljoen euro, een combinatie van het nieuwe NextGenerationEU-instrument ter waarde van 750 miljard euro en een gewijzigde EU-begroting 2021-2027 ter waarde van 1,074 biljoen euro. Het pakket biedt hulp aan de mensen, bedrijven en regio’s die het zwaarst door de crisis zijn getroffen, en draagt tegelijk bij tot de opbouw van een groener, digitaler en veerkrachtiger continent.

Op 10 november bereikten het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een politiek akkoord over dit pakket, waarbij een aantal cruciale programma’s, zoals Horizon Europa, Erasmus+ en EU4Health, met 15 miljard euro werden versterkt.

Van links naar rechts, Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, en David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, in het Europees Parlement. Zij dragen een mondmasker en geven elkaar een elleboog in plaats van een handdruk.
Op 23 juli 2020 hield Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, een toespraak voor de plenaire vergadering van het Europees Parlement over de conclusies van de buitengewone Europese Raad (17-20 juli), waarvan het belangrijkste onderwerp de begroting van de Europese Unie voor 2021-2027 was. Dankzij NextGenerationEU, het nieuwe instrument voor economisch herstel, werd 750 miljard euro opgehaald om de economische gevolgen van de coronapandemie te bestrijden. Van links naar rechts: Ursula von der Leyen, Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, en David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement.

De Commissie zal namens de EU leningen afsluiten op de kapitaalmarkten om het herstel en NextGenerationEU te financieren, zodat de lidstaten niet onmiddellijk extra nationale bijdragen moeten leveren. De leningen worden terugbetaald op lange termijn, tot 2058. Om de terugbetaling van de opgehaalde marktfinanciering te vergemakkelijken, zal de Commissie nieuwe inkomstenbronnen voor de EU-begroting voorstellen. De eerste nieuwe bron van eigen middelen, die in 2021 wordt aangeboord, wordt gebaseerd op niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval en draagt bij tot de beleidsdoelstellingen van de Europese Green Deal (zie “Een klimaatneutraal Europa creëren dat klaar is voor het digitale tijdperk”). Midden 2021 zal de Commissie verdere voorstellen doen voor nieuwe eigen middelen op basis van een digitale heffing, een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie en een herziening van het EU-emissiehandelssysteem.

Om bij te dragen tot een groen en digitaal herstel wordt de financiering uit de langetermijnbegroting en NextGenerationEU toegekend in overeenstemming met deze twee beleidsdoelstellingen. Minstens 30 % van de middelen zal worden besteed aan de strijd tegen de klimaatverandering, wat van de begroting 2021-2027 en NextGenerationEU het grootste groene investeringspakket maakt dat de wereld ooit heeft gezien.

Meer dan 50 % van de middelen gaat naar nieuwe prioriteiten, zoals onderzoek en innovatie (Horizon Europa), eerlijke klimaat- en digitale transitie (het Fonds voor een rechtvaardige transitie en Digitaal Europa), paraatheid, herstel en veerkracht (via de faciliteit voor herstel en veerkracht), rescEU en het nieuwe gezondheidsprogramma EU4Health. Dit komt boven op het cohesie- en landbouwbeleid, die zelf ook zijn gemoderniseerd.

De faciliteit voor herstel en veerkracht vormt de kern van NextGenerationEU. Ze zal de EU helpen sterker uit deze crisis te komen door de lidstaten in de eerste cruciale jaren van herstel 672,5 miljard euro aan leningen en subsidies te verstrekken.

Grafische weergave van de verdeling van de financiële steun voor overheidsinvesteringen en hervormingen.

De financiering voor Next Generation EU bedraagt in totaal 750 miljard euro, die wordt verdeeld over de faciliteit voor herstel en veerkracht (672,5 miljard euro, waarvan 360 miljard euro aan leningen en 312,5 miljard euro aan subsidies), React-EU (47,5 miljard euro), het Fonds voor een rechtvaardige transitie (10 miljard euro), plattelandsontwikkeling (7,5 miljard euro), Horizon Europa (5 miljard euro), resc-EU (1,9 miljard euro) en Invest-EU (5,6 miljard euro).

Alle lidstaten werd verzocht een plan voor herstel en veerkracht in te dienen, waarin ze een overzicht geven van hun nationale investerings- en hervormingsagenda, rekening houdend met de uitdagingen voor het economisch beleid die zijn uiteengezet in recente landspecifieke aanbevelingen, met name die van 2019 en 2020. Deze plannen moeten de lidstaten in staat stellen hun economisch groeipotentieel, arbeidsmarkt en economische en sociale veerkracht te versterken en de doelstellingen van de groene en de digitale transitie te verwezenlijken.

In december bereikten de onderhandelaars een voorlopig akkoord waardoor de faciliteit begin 2021 in werking kan treden. De Commissie begeleidde de lidstaten bij de opstelling van hun plannen voor herstel en veerkracht en raadde hen ten stelligste aan om in die plannen investeringen en hervormingen op te nemen die verband houden met zeven vlaggenschip­initiatieven. Op die manier kan vooruitgang worden geboekt met het groene en digitale herstel en kan worden geïnvesteerd in menselijk kapitaal.

React-EU (herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa) is een ander instrument in het kader van NextGenerationEU. Dit initiatief is de voortzetting van de uitzonderlijke flexibiliteitsregels in het kader van het investeringsinitiatief coronavirusrespons en verstrekt tot 2023 47,5 miljard euro extra cohesiebeleidsmiddelen op gebieden als gezondheidszorg en de arbeidsmarkt. Het zal ook de overgang naar een groen en digitaal Europa voorbereiden en een brug slaan tussen noodoplossingen en oplossingen op middellange termijn. Verscheidene EU-initiatieven zullen ook worden aangevuld met middelen uit Next­GenerationEU (“top-ups”), zoals het Fonds voor een rechtvaardige transitie, InvestEU, het civielebeschermingsmechanisme RescEU en Horizon Europa.

Reisbeperkingen en het garanderen van het vrije verkeer in Europa

Om de verspreiding van COVID-19 te vertragen en de gezondheid en het welzijn van de mensen te beschermen, hebben de lidstaten verschillende maatregelen vastgesteld, waarvan sommige gevolgen hadden voor het recht van burgers om vrij te reizen in de hele EU. Vaak ging het om beperkingen op reizen naar een andere lidstaat of andere specifieke voorschriften (zoals quarantaine) voor internationale reizigers, waaronder ook grensarbeiders. De Europese Commissie heeft actie ondernomen om het vrije verkeer van burgers, goederen en diensten te waarborgen, zonder de gezondheids- en veiligheidsmaatregelen te overtreden.

In reactie op de oproep van de Europese Raad van 26 maart heeft de Commissie, in samenwerking met de voorzitter van de Europese Raad, een Europees stappenplan voor de opheffing van de COVID-19-­inperkingsmaatregelen voorgesteld.

Op 13 oktober heeft de Raad, op basis van het Commissievoorstel van 4 september, een aanbeveling aangenomen om de aanpak van de beperkingen van het vrije verkeer ten gevolge van de pandemie te coördineren. De lidstaten kwamen overeen hun inspanningen op vier gebieden te coördineren:

  • gemeenschappelijke criteria voor het invoeren van eventuele reisbeperkingen door de lidstaten;
  • een gemeenschappelijke kaart met de risiconiveaus in alle regio’s in de EU en de Europese Economische Ruimte, op basis van een verkeerslichtsysteem;
  • een gemeenschappelijke aanpak voor reizigers die terugkeren uit risicogebieden (testen en zelfisolatie);
  • duidelijke en tijdige informatie aan het publiek.

Op 17 maart hebben de EU-lidstaten, op basis van de aanbeveling van de Commissie, besloten niet-essentiële reizen naar de EU te beperken om de volksgezondheid in de EU te beschermen en te voorkomen dat het virus zich verder verspreidt van de EU naar andere landen en omgekeerd. De maatregelen werden een aantal keren verlengd in het licht van de ontwikkeling van de epidemiologische situatie. De lijst van niet-EU-landen was gebaseerd op een transparante reeks criteria en werd regelmatig herzien, voor het laatst op 17 december.

Op basis van een voorstel van de Commissie nam de Raad op 30 juni een aanbeveling aan betreffende de geleidelijke opheffing van de tijdelijke beperkingen. Dit voorstel bevatte een lijst van niet-EU-landen waarvan de ingezetenen werden vrijgesteld van de beperkingen, en een lijst van categorieën reizigers met een essentiële functie of behoefte die de EU mochten binnenkomen, ongeacht hun plaats van herkomst. Op 28 oktober publiceerde de Commissie richtsnoeren om de lidstaten te helpen de aanbeveling van de Raad consequent toe te passen. De Commissie gaf de lidstaten ook richtsnoeren om te garanderen dat de herstart van de visumactiviteiten in het buitenland goed wordt gecoördineerd met de geleidelijke opheffing van de reisbeperkingen.

Deze maatregelen helpen de verspreiding van het coronavirus te beperken en gemakkelijker te volgen, en maken de gemeenschappelijke respons van de EU doeltreffender. Deze gezondheidscrisis heeft duidelijk gemaakt dat sterkere coördinatie nodig is op het gebied van gezondheidskwesties om verdere stappen te kunnen zetten in de richting van een Europese gezondheidsunie (zie “Bescherming van mensen en vrijheden” voor meer informatie).

Eind 2020 nam het aantal COVID-19-gevallen snel toe in delen van het Verenigd Koninkrijk, grotendeels ten gevolge van een nieuwe variant van het virus. Daarom stelde de Commissie op 22 december een aanbeveling vast inzake een gecoördineerde aanpak van reis- en vervoersmaatregelen om de verdere verspreiding van deze nieuwe variant te beperken.

Gestrande EU-burgers helpen thuis te komen

Veel EU-burgers kwamen ver van huis vast te zitten omdat hun vluchten werden geschrapt en grenzen werden gesloten. De EU en de lidstaten hebben meer dan 600 000 mensen naar huis gebracht. Met de hulp en financiële steun van het EU-mechanisme voor civiele bescherming werden 408 repatriëringsvluchten georganiseerd en meer dan 100 300 mensen, waaronder 90 000 gestrande EU-burgers, terug naar huis gebracht.

De lidstaten toonden zich solidair en organiseerden vervoer waarmee, naast hun eigen burgers, ook onderdanen van andere lidstaten naar huis werden gebracht. Een op de drie gerepatrieerde passagiers waren EU-burgers van een andere nationaliteit dan het land dat de vlucht organiseerde. Frankrijk repatrieerde bijvoorbeeld burgers van 26 EU-lidstaten. Met een vlucht uit Wuhan in China zijn begin februari 64 Fransen en 135 mensen uit andere lidstaten vervoerd.

Het vrije verkeer van goederen ­waarborgen en werknemers over de grenzen heen helpen

De pandemie heeft het reizen en het vervoer in Europa grondig verstoord. In maart en april namen de lidstaten diverse gezondheidsmaatregelen die leidden tot de sluiting van de grenzen of tot strenge controles, waardoor duizenden vrachtwagens in lange rijen stilstonden aan de grens. Om de goederenstromen over de EU-binnengrenzen heen in stand te houden, essentiële toeleveringsketens te vrijwaren en werknemers in de vervoerssector te beschermen, heeft de Commissie snel samengewerkt met de lidstaten om “green lane”-grensovergangen aan te wijzen op het hele trans-Europese vervoersnetwerk, zodat vrachtwagens binnen maximaal 15 minuten de grens konden oversteken. De Copernicus- en Galileo­programma’s voor aardobservatie en navigatie hielpen knelpunten op te sporen en het vervoer in beweging te houden. In oktober breidde de Commissie de “green lane”-aanpak uit tot multimodaal goederenvervoer, zowel via het spoor, het water als de lucht, en benadrukte ze dat moet worden gezorgd voor essentiële aansluitingsmogelijkheden voor passagiers.

Sinds het begin van de coronapandemie werkt de Commissie nauw samen met de lidstaten om te zorgen voor een gecoördineerde aanpak van grensgerelateerde kwesties en een geleidelijke terugkeer naar vrij verkeer. De EU stelde richtsnoeren vast om werkgevers en werknemers op veilige en gezonde wijze te helpen terugkeren naar het werk, en richtsnoeren om seizoensarbeiders beter te beschermen. Ook actualiseerde ze de EU-wetgeving om rekening te houden met nieuwe risico’s op de werkplek en om alle werknemers extra bescherming te bieden, met name degenen die in direct contact komen met het coronavirus. Er werd aanvullend praktisch advies uitgebracht om ervoor te zorgen dat cruciale werknemers de grenzen van de EU kunnen oversteken om hun werkplek te bereiken en om de mensen in de EU veilig, gezond en gevoed te houden.

In maart bracht de Commissie richtsnoeren voor grensbeheermaatregelen uit om de gezondheid te beschermen en de levering van goederen en essentiële diensten te garanderen, waaronder geneesmiddelen en medische uitrusting voor eerstelijns medisch personeel. Deze werden in mei gevolgd door richtsnoeren en aanbevelingen om de lidstaten te helpen bij de geleidelijke opheffing van de tijdelijke grenscontroles en reisbeperkingen, met inachtneming van alle nodige veiligheidsmaatregelen.

Het toerisme in Europa aan de gang houden

Toerisme, dat bijna 10 % van het Europese bruto binnenlands product vertegenwoordigt en in veel regio’s een belangrijke bron van werkgelegenheid en inkomsten is, is een van de sectoren die het zwaarst zijn getroffen door de pandemie.

Om de lidstaten te helpen bij de coördinatie van de werkzaamheden om het toerisme veilig weer op gang te krijgen na de nationale lockdowns in het voorjaar, stelde de Commissie in mei een pakket maatregelen voor inzake reizen en toerisme in 2020 en daarna. Dit pakket omvatte aanbevelingen om de beperkingen geleidelijk op te heffen en het bedrijfsleven, de werkgelegenheid en het sociale leven weer op gang te brengen, bijvoorbeeld door het vrije verkeer te herstellen, het vervoer te hervatten en gezondheidsgerelateerde begeleiding aan te bieden aan toeristische ondernemingen.

Illustratie van het belang van toerisme in de EU.

Het belang van toerisme in de EU. Elke euro die wordt gegenereerd door toerisme, levert 0,56 euro aan toegevoegde waarde op. De sector omvat 2,4 miljoen bedrijven, waarvan meer dan 90% kleine en middelgrote ondernemingen. De EU is wereldleider op het gebied van toerisme, met meer dan 40% van alle internationale aankomsten. 85% van de Europeanen brengt de zomervakantie in de EU door.

Om mensen volledig op de hoogte te houden van de snel veranderende situatie, lanceerde de Commissie in juni de website Re-open EU, met duidelijke, betrouwbare en realtime-informatie over reismogelijkheden en aanverwante gezondheids- en veiligheidsbeperkingen in alle EU-lidstaten. Alleen al in de zomer hebben bijna 8 miljoen mensen er gebruik van gemaakt. Door het succes ervan werd Re-open EU in oktober een centraal loket voor informatie over de pandemie, gezondheidsmaatregelen, reisbeperkingen en toeristische diensten. Op 14 december werd Re-open EU beschikbaar in de vorm van een gratis mobiele app op Android en iOS.

Digitale oplossingen om de pandemie te helpen bestrijden

Digitale oplossingen speelden een cruciale rol bij het aanpakken van vele problemen ten gevolge van de snelle uitbraak van de coronaviruspandemie. Ter aanvulling op bestaande manuele contactopsporing kunnen contacttracerings- en waarschuwingsapps een cruciale rol spelen bij het onderbreken van de overdrachtsketen van het virus en levens helpen redden.

De EU droeg bij tot een gecoördineerde aanpak tussen lidstaten die contacttracerings- en waarschuwingsapps hebben gelanceerd, overeenkomstig de regels inzake gegevensbescherming en privacy. De EU-begroting financierde de ontwikkeling en invoering van een Europese oplossing voor de interoperabiliteit van traceringsapps die gebaseerd zijn op een gedecentraliseerde architectuur, wat het geval is voor bijna alle nationale apps die in de EU zijn ontwikkeld. Hierdoor kan het potentieel van mobiele contacttracerings- en waarschuwingsapps volledig worden benut, zelfs wanneer mensen grenzen oversteken.

Met de steun van de Commissie hebben de lidstaten de nodige stappen ondernomen om hun nationale apps interoperabel te maken; bovendien lanceerde de Commissie in oktober een Europese gateway om de apps met elkaar te verbinden. De nationale apps die worden ontwikkeld, worden steeds vaker met elkaar verbonden.

In april werd het Europees COVID-19-gegevensportaal gelanceerd om onderzoeksgegevens te verzamelen en uit te wisselen. Al snel werd een indrukwekkende hoeveelheid gegevens verzameld op dit platform, waaronder meer dan 25 000 virale sequenties en meer dan 100 000 wetenschappelijke publicaties. Het platform ontving meer dan 2,9 miljoen verzoeken om gegevens van meer dan 92 000 unieke gebruikers in meer dan 170 landen.

In ziekenhuizen werd de hulp van kunstmatige intelligentie en robotten ingezet. Een door de Commissie gefinancierd instrument voor kunstmatige intelligentie hielp dokters met COVID-19-diagnoses op basis van CT-scans en is in de hele EU uitgerold. In ziekenhuizen zijn robots voor ultravioletdesinfectie ingezet om snel kamers te reinigen, waardoor de verspreiding van het coronavirus werd beperkt en het personeel minder werd belast en minder risico liep op besmetting.

Ook het ruimtevaartprogramma van de EU leverde een belangrijke bijdrage, met name via de aard­observatiecomponent Copernicus en het satellietnavigatiesysteem. Sinds het begin van de crisis monitoren EU-satellieten de verkeerscongestie aan grensovergangen tussen lidstaten en brengen ze medische faciliteiten, ziekenhuizen en andere kritieke infrastructuur in kaart. Dankzij de combinatie van satellietgegevens en kunstmatige intelligentie konden overheidsinstanties op EU- en nationaal niveau beschikken over modellen om de noodsituatie beter te begrijpen en efficiënter aan te pakken.

Op 5 juni lanceerde de Commissie het instrument Rapid Action Coronavirus Earth Observation, in samenwerking met het Europees Ruimteagentschap. Dit instrument maakt gebruik van economische en milieugegevens om de gevolgen van lockdowns te meten en het herstel na de lockdowns te monitoren.

Desinformatie over COVID-19 ­bestrijden

Een vrouw met mondmasker kijkt buiten op haar telefoon, voor een poster over Covid-19.
Digitale technologieën zijn belangrijker dan ooit om ons tijdens de pandemie te informeren en te verbinden. De EU bestrijdt desinformatie zodat burgers de informatie over COVID-19 kunnen vertrouwen.

Het huidige klimaat blijkt een vruchtbare voedingsbodem te zijn voor samenzweringstheorieën die de wetenschappelijke kennis en feitelijke informatie over de oorsprong, verspreiding en behandeling van COVID-19 ondermijnen. De pandemie leidde ook tot meer online­haatberichten en racistische en antisemitische aanvallen, en tot een toename van het aantal malafide handelaren die online valse producten verkopen waarvan ze beweren dat ze het virus voorkomen of genezen.

De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden werken met betrekking tot deze kwestie nauw samen met andere EU-­instellingen en met de lidstaten, internationale partners van de G7 en de NAVO. Op 10 juni presenteerden de Commissie en Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Europese Commissie, een reeks maatregelen om desinformatie over COVID-19 te bestrijden. Het betrof onder meer een versterking van de communicatie en de publieksdiplomatie in de onmiddellijke omgeving van de EU en in de rest van de wereld, samen met steun voor onafhankelijke media en journalisten. De Commissie spoorde alle actoren, waaronder online­marktplaatsen en sociale media, aan om desinformatie over het coronavirus te helpen bestrijden. Vóór het einde van het jaar werden vier reeksen verslagen over de genomen maatregelen gepubliceerd.

In reactie hierop hebben platforms miljoenen misleidende advertenties en productlijsten verwijderd of geblokkeerd. In 2020 zijn meer dan zevenhonderd gevallen van nepnieuws over het coronavirus ontmaskerd, gepubliceerd en geactualiseerd op https://euvsdisinfo.eu

Deze acties worden meegenomen in de verdere werkzaamheden van de EU op het gebied van desinformatie, met name het Europees actieplan voor democratie en de wet inzake digitale diensten. De Commissie gebruikt alle middelen waarover ze beschikt en financiert onderzoek om te helpen bij de bestrijding van onjuiste of misleidende informatie over COVID-19.

Ondersteuning van onderzoek naar diagnostiek, behandeling en vaccins

Grafische weergave van de verdeling van EU-financiering over Horizon 2020-projecten op het gebied van Covid-19.

De Europese Commissie heeft in 2020 1 miljard euro toegewezen aan verschillende onderzoeks- en innovatieprojecten ter bestrijding van Covid-19, waarvan 400,1 miljoen euro voor financieringsfaciliteiten, 235,8 miljoen euro voor oproepen tot het indienen van voorstellen voor Horizon 2020, 165,6 miljoen euro voor de Accelerator van de Europese Innovatieraad, 100 miljoen euro voor de Coalitie voor innovatie en paraatheid voor epidemieën, 72 miljoen euro voor het Initiatief innovatieve geneesmiddelen, 25,3 miljoen euro voor het Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden, 15 miljoen voor een Europees Covid-19-gegevensplatform, 6 miljoen euro voor het Europees Instituut voor innovatie en technologie en 3,5 miljoen euro voor informatie- en communicatietechnologie in de gezondheidszorg. Deze bedragen zijn afgerond.

Verdeling van de €1 miljard die in 2020 door de EU is geïnvesteerd in onderzoek en innovatie om COVID-19 te bestrijden (gemobiliseerde en toegezegde bedragen).

Toen Europa door de pandemie werd getroffen, zegde de Commissie iets meer dan 1 miljard euro toe uit Horizon 2020, het onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU (2014-2020) om COVID-19 aan te pakken. De Commissie financierde niet alleen dringend noodzakelijk onderzoek en innovatie via Horizon 2020, maar hielp ook de wetenschappelijke inspanningen op EU- en nationaal niveau te coördineren. Al in januari werd 48 miljoen euro aan financiering vrijgemaakt om 18 nieuwe onderzoeksprojecten te ondersteunen. In juni bereikten de Commissie en de lidstaten overeenstemming over een actieplan met tien onderzoeks- en innovatiemaatregelen om COVID-19 op korte termijn aan te pakken.

In de loop van het jaar werd 602,3 miljoen euro toegekend ter ondersteuning van onderzoeks- en innovatieprojecten om vele aspecten van de pandemie aan te pakken. Deze projecten hadden betrekking op de ontwikkeling van diagnostiek, behandelingen, vaccins, epidemiologie, paraatheid en respons op uitbraken, sociaal-economische aspecten, mentale gezondheid, productie en digitale technologieën, en op de infrastructuur en gegevens die dit onderzoek mogelijk maken. Voorts zal ook 21,4 miljoen euro aan subsidies worden toegekend.

De Commissie heeft 400 miljoen euro vrijgemaakt uit het InnovFin-financieringsinstrument van Horizon 2020. 178,5 miljoen euro daarvan was bestemd om de ontwikkeling van vaccins te versnellen (waaronder die van BioNTech en CureVac) en voor andere interventies, geneesmiddelen, diagnose- en andere medische apparaten of nieuwe onderzoeks- en innovatie-infrastructuur, met inbegrip van productiefaciliteiten. Daarbovenop zal nog eens 221,6 miljoen euro aan financiering uit de financieringsfaciliteit besmettelijke ziekten worden toegekend.

De wereldwijde respons van de EU

De EU heeft 38,5 miljard euro vrijgemaakt om ­COVID-19 wereldwijd te bestrijden. De respons van de EU volgde een Team Europa-aanpak, waarbij middelen van de EU, de lidstaten en financiële instellingen, met name de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, werden gecombineerd om elk partnerland te ondersteunen en het effect op het terrein te vergroten. De middelen zijn gebruikt voor respons in noodsituaties en om te voldoen aan dringende humanitaire behoeften; om de gezondheidszorg, water- en sanitaire systemen en de voedingssystemen te versterken, en om de economische en sociale gevolgen van de coronapandemie wereldwijd te verzachten. Samen ­leveren de EU en haar lidstaten nog steeds de grootste financiële bijdrage aan de Wereldgezondheids­organisatie, als vooraanstaande partner bij de bestrijding van de pandemie en de gevolgen ervan.

Grafische weergave van de verdeling van EU-financiering over Horizon 2020-projecten op het gebied van Covid-19.

De Europese Commissie heeft in 2020 1 miljard euro toegewezen aan verschillende onderzoeks- en innovatieprojecten ter bestrijding van Covid-19, waarvan 400,1 miljoen euro voor financieringsfaciliteiten, 235,8 miljoen euro voor oproepen tot het indienen van voorstellen voor Horizon 2020, 165,6 miljoen euro voor de Accelerator van de Europese Innovatieraad, 100 miljoen euro voor de Coalitie voor innovatie en paraatheid voor epidemieën, 72 miljoen euro voor het Initiatief innovatieve geneesmiddelen, 25,3 miljoen euro voor het Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden, 15 miljoen voor een Europees Covid-19-gegevensplatform, 6 miljoen euro voor het Europees Instituut voor innovatie en technologie en 3,5 miljoen euro voor informatie- en communicatietechnologie in de gezondheidszorg. Deze bedragen zijn afgerond.

De pandemie plaatste de humanitaire gemeenschap voor kritieke logistieke uitdagingen. Omdat er geen commerciële vluchten plaatsvonden, ontstond een achterstand bij de levering van essentiële bijstand, terwijl de behoeften op veel gebieden exponentieel toenamen. De EU reageerde door in mei de humanitaire luchtbrug van de EU op te zetten, een tijdelijk initiatief om humanitaire bijstand en essentiële medische benodigdheden ter plaatse te brengen. Deze luchtbrug vervoerde essentiële medische uitrusting, humanitaire hulpgoederen en personeel, en bood hulp bij door de EU-lidstaten georganiseerde repatriëringen. Alle vluchten werden gefinancierd door de EU en werden uitgevoerd in coördinatie met de lidstaten, humanitaire organisaties en de ontvangende landen. Tegen het einde van het jaar was met 67 luchtbrugvluchten 1 150 ton medische uitrusting en benodigdheden, samen met bijna 1 700 medische en humanitaire hulpverleners, naar kritieke gebieden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika gebracht.

Een medewerker kijkt toe terwijl een vracht beschermingsmaskers in een vliegtuig wordt geladen.
Een vracht beschermingsmaskers wordt ingeladen voor een vlucht van Lyon (Frankrijk) naar Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek) in het kader van de humanitaire luchtbrug van de EU, 7 mei 2020.

Om te vermijden dat de meest kwetsbare mensen het zwaarst te lijden zouden hebben en om iedereen in nood te helpen, ongeacht waar men zich bevindt, vaardigde de Commissie in mei de eerste richtsnoeren uit over de wijze waarop humanitaire coronahulp kan worden gestuurd naar landen en gebieden die onder EU-sancties vallen. De Commissie heeft ook de handel met derde landen in geneesmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen gehandhaafd tijdens de crisis, en heeft bij de Wereldhandelsorganisatie een voorstel gedaan voor een multilaterale handelsovereenkomst voor gezondheidsgoederen.

De pandemie had onmiddellijke gevolgen voor de wijze waarop de EU-regels inzake asiel en terugkeer werden toegepast door de lidstaten. Ze had eveneens een ontwrichtend effect op de hervestiging van personen die internationale bescherming nodig hebben. De Commissie bracht richtsnoeren uit over de continuïteit van dergelijke procedures, met inachtneming van de bescherming van de gezondheid en de grondrechten.

De steunmaatregelen van de EU boden ook specifiek hulp aan de 79,5 miljoen gedwongen ontheemden overal ter wereld, waarvan velen, boven op een oorlog, nu ook nog met een pandemie krijgen af te rekenen.

Jongeren houden een klimaatprotest in Warschau, Polen. © Piotr Lapinski / NurPhoto / NurPhoto via AFP

Een klimaat­neutraal Europa creëren dat klaar is voor het digitale tijdperk

De klimaatcrisis blijft de grootste uitdaging van onze tijd. Wordt er geen actie ondernomen, dan dreigen de gevolgen voor het milieu, de volks­gezondheid en onze bestaansmiddelen nog ernstiger te zijn dan die van de coronaviruspandemie. De periode 2010-2019 was het warmste decennium ooit. De verwoestende gevolgen van de klimaatverandering in Europa en de rest van de wereld tonen eens te meer aan dat het tempo van de groene transitie moet worden opgevoerd. Digitale technologie, die tijdens de pandemie onmisbaar is gebleken, zal daarbij van cruciaal belang zijn. De Europese Green Deal en de digitalisering zullen samen banen en groei in Europa stimuleren, het milieu verbeteren en onze samen­levingen veerkrachtiger maken.

“Vroeg of laat ­zullen onze wetenschappers en onder­zoekers een vaccin ­tegen het corona­virus vinden. Maar tegen de klimaatverandering bestaat geen vaccin. Daarom moet Europa nu in een schone toekomst investeren.”

De Europese Green Deal

De EU werkt eraan van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken. Dit doel staat centraal in de Europese Green Deal en zal voornamelijk worden bereikt door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, in groene technologie te investeren en het milieu te beschermen.

Infografiek in de vorm van een cirkel met de verschillende beleidsterreinen en acties in het kader van de Europese Green Deal.

Beleid en acties in het kader van de Europese Green Deal: klimaatpact en klimaatwet; slimmer, duurzamer vervoer; een groenere industrie; een einde aan vervuiling; een eerlijke transitie voor iedereen; groene projecten; energiezuinige woningen; wereldwijd de groene omschakeling leiden; van boer tot bord; natuurbescherming; schone energie.

Om dit doel te bereiken moet een schone, circulaire economie worden gecreëerd, de biodiversiteit worden hersteld en de vervuiling worden teruggedrongen. Alle sectoren van de economie, waaronder industrie, energie, vervoer, voedselproductie, landbouw en bouw, moeten daartoe maatregelen treffen. De EU werkt ook samen met partners overal ter wereld om de klimaatstreefcijfers te halen en de mondiale milieu­normen te verbeteren.

Om ervoor te zorgen dat er niet aan de EU-doelstelling kan worden getornd en de EU de onomkeerbare weg naar een duurzamere toekomst inslaat, heeft de Commissie in maart 2020 een Europese klimaatwet voorgesteld. Het voorstel beoogt de doelstelling van de Europese Green Deal wettelijk vast te leggen: de economie en de samenleving van de EU moeten tegen 2050 klimaatneutraal zijn. Deze wet moet ervoor zorgen dat alle beleidsmaatregelen van de EU bijdragen tot deze doelstelling en dat alle economische en maatschappelijke sectoren eraan meewerken. De wet zal de voorspelbaarheid bieden die investeerders en bedrijven nodig hebben om te investeren in het vergroenen van hun activiteiten en het verminderen van de milieueffecten ervan.

Ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa en de wereld

In december hebben de EU-leiders een ambitieu­zere doelstelling goedgekeurd: de netto-uitstoot van broeikasgassen moet tussen nu en 2030 met ten minste 55 % zijn verminderd ten opzichte van de niveaus van 1990. De Commissie heeft daartoe in september een voorstel gedaan. Dit streefcijfer is een stap die moet worden gezet om de EU op een evenwichtig traject naar klimaatneutraliteit in 2050 te brengen. Het komende decennium zal de EU voortbouwen op een sterke staat van dienst op het gebied van klimaat­actie en parallelle economische groei: in 2019 waren de emissies in de EU 24 % lager dan in 1990, terwijl de economie in dezelfde periode met meer dan 60 % groeide.

Staafdiagram met de emissiereducties in de EU tussen 1990 en 2019 en de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050.

Tussen 1990 en 2019 is de uitstoot van broeikasgassen met 24% gedaald. De oude doelstelling voor 2030 was om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met ten minste 40% ten opzichte van 1990. De nieuwe doelstelling is om de uitstoot tussen nu en 2030 te verminderen met minstens 55% ten opzichte van 1990. De langetermijnstrategie is om de netto-uitstoot in 2050 tot nul terug te hebben teruggebracht.

Nadat de EU het voortouw had genomen, kondigden regeringen overal ter wereld aan de strijd tegen klimaatverandering op te voeren. Voorzitter Von der Leyen presenteerde het nieuwe streefcijfer van de EU, samen met de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel en andere Europese leiders, aan ­andere wereldleiders tijdens de klimaattop ter gelegenheid van de vijfde verjaardag van de Overeenkomst van Parijs, in de aanloop naar de VN-­klimaatconferentie COP26 die in 2021 in Glasgow plaatsvindt.

Infografiek met de voordelen van de nieuwe emissiereductiedoelstelling voor 2030.

Het emissiereductiestreefcijfer voor 2030 heeft de volgende voordelen voor burgers: schonere energie; 60% minder luchtvervuiling tegen 2030; lagere energierekening; minder lasten voor toekomstige generaties; 1 miljoen elektrische laadpunten in de hele EU; een gemoderniseerde en veerkrachtige EU-economie; nieuwe, groene, lokale banen; betere levensomstandigheden en gezondheid — (besparing van 110 miljard euro aan zorgkosten tegen 2030); schoon openbaar vervoer en minder vervuiling; meer energiezekerheid en 100 miljard euro aan besparingen tegen 2030 door verminderde invoer.

De voordelen van het nieuwe streefcijfer (vermindering van de uitstoot tussen nu en 2030 met minstens 55 % ten opzichte van 1990).

EU-maatregelen ter uitvoering van de Overeenkomst van Parijs

In de Overeenkomst van Parijs, die in 2015 door 195 landen is aangenomen, is een mondiaal kader vastgelegd om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Alle partijen bij de Overeenkomst van Parijs bepalen zelf welke inspanningen ze leveren om de gemeenschappelijke doelstellingen te realiseren. Op 18 december dienden de EU en haar lidstaten een geactualiseerde, gezamenlijke, nationaal bepaalde bijdrage in, nl. het actieplan ter beperking van broeikasgasemissies. De EU had zich er al toe verbonden om de uitstoot van broeikasgassen tussen nu en 2030 met minstens 40 % te verminderen ten opzichte van de niveaus van 1990. Dat was een van de meest ambitieuze streefcijfers ter wereld. Het ambitieuze nieuwe emissiestreefcijfer van 55 % laat zien dat de EU zich inzet voor mondiaal leiderschap op klimaatgebied.

De EU en haar lidstaten zijn samen de grootste verstrekker van publieke klimaatfinanciering ter wereld met 21,9 miljard euro in 2019, een stijging van 7,4 % ten opzichte van 2018. Sinds 2013 heeft de EU haar jaarlijkse internationale klimaatfinancieringsbijdrage voortdurend verhoogd om ontwikkelingslanden te helpen hun broeikasgasemissies terug te dringen en de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te bieden.

David Sassoli zit een onlinedebat voor.
David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, zit een onlinedebat voor: “Zal Europa de motor zijn van een groene en sociaal rechtvaardige transformatie?”, Brussel, België, 23 september 2020.

Groen herstel

Het ambitieuze nieuwe klimaatstreefcijfer voor 2030 zal helpen bij het economisch herstel van de EU na de pandemie. Er zijn aanzienlijke groene investeringen nodig om dat herstel duurzaam te maken. De EU-uitgaven moeten in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Ook moet rekening worden gehouden met het beginsel “geen schade berokkenen” van de Green Deal: er mag niet worden geïnvesteerd op manieren die in strijd zijn met de klimaatdoelstellingen van de EU.

Om het engagement van de EU te onderstrepen, moet ten minste 30 % van de 1,8 biljoen euro die in het kader van de langetermijnbegroting voor 2021-2027 en NextGenerationEU is overeen­gekomen, worden besteed aan klimaatgerelateerde beleidsmaatregelen en -programma’s. De financiering moet aansluiten op de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Het gaat om het grootste groene investeringspakket ooit ter wereld. Daartoe moeten de lidstaten in hun plannen voor herstel en veerkracht ten minste 37 % toewijzen aan groene investeringen, waardoor zij toegang krijgen tot het grootste deel van de middelen van NextGenerationEU (zie ook “Een gezamenlijke respons op COVID-19”).

De Commissie is van plan 30 % van de middelen van NextGenerationEU bijeen te brengen door de uitgifte van groene obligaties. Die zijn steeds meer in trek bij beleggers die op zoek zijn naar manieren om de overgang naar een ecologisch duurzame economie te helpen financieren. De obligaties zijn dan ook van groot belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal. De particuliere sector beschikt over enorme mogelijkheden om klimaatverandering aan te pakken en een duurzaam economisch herstel na de pandemie te bevorderen. Groene obligaties zijn daarbij doorslaggevend.

Iedereen moet zijn steentje bijdragen aan de bestrijding van klimaatverandering. Het Europees klimaatpact is in december van start gegaan en heeft tot doel in de hele maatschappij, van elke burger tot de grootste multinational, een gedragsverandering teweeg te brengen. Alle burgers die klimaatverandering bestrijden, en met name jongeren, krijgen een rol bij het uitstippelen van nieuwe klimaatmaatregelen, het delen van informatie en het ondersteunen van bestaande en nieuwe activiteiten en oplossingen.

Video waarin wordt uitgelegd waarom klimaatverandering moet worden aangepakt.
VIDEO Het Europees klimaatpact.

Onderzoek en innovatie voor de Europese Green Deal

Cirkelvormige infografiek met verschillende technologiegebieden.

Het Innovatiefonds: nieuwe koolstofarme technologieën naar de markt brengen; afvang, gebruik en opslag van CO2; energieopslag; energie-intensieve industrieën; hernieuwbare energie.

Het Innovatiefonds is wereldwijd een van de grootste financieringsprogramma’s voor het demonstreren van innovatieve koolstofarme technologieën. Het is geen onderzoeksprogramma, maar is bedoeld om uiterst innovatieve technologieën op de markt te brengen. De inkomsten van het fonds zijn afkomstig van de veiling tussen 2020 en 2030 van 450 ­miljoen rechten uit de EU-regeling voor emissiehandel. Het volume van het fonds kan oplopen tot ongeveer 10 miljard euro, afhankelijk van de koolstofprijs. In 2020 werd bij de eerste oproep tot het indienen van voorstellen van het Innovatiefonds meer dan 1 ­miljard euro uitgetrokken voor grootschalige projecten op het gebied van schone technologie. Daar kwam op 1 december nog eens 100 miljoen euro bij voor kleinschalige projecten. Dat bedrag wordt besteed aan baanbrekende technologieën op het gebied van hernieuwbare energie, energie-intensieve industrieën, energieopslag alsmede koolstofafvang, -gebruik en -opslag.

De laatste en grootste oproep in het kader van Horizon 2020 omvat een investering van 1 miljard euro in projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de Europese Green Deal, de biodiversiteit en habitats in Europa beter beschermen en duurzaam herstel versnellen.

Financiering van de duurzame transitie

Klimaatneutraliteit in 2050 vergt enorme overheids­investeringen en meer inspanningen om particulier kapitaal aan te trekken voor klimaat- en milieumaatregelen. Om particulier kapitaal naar duurzamere ­investeringen te heroriënteren, moet een grootscheepse herbezinning plaatsvinden op de wijze waarop ons financiële stelsel functioneert. Dit is noodzakelijk als de EU duurzamere economische groei wil, de stabiliteit van het financiële stelsel wil garanderen en meer transparantie en langetermijndenken in de economie wil stimuleren. Die idee vormt ook de kern van de kapitaalmarktenunie van de EU.

In januari kondigde de Commissie het investeringsplan voor de Europese Green Deal aan. Dat is gericht op het mobiliseren van overheidsinvesteringen en het aanboren van particuliere middelen door middel van financiële steun van de EU. Het plan moet binnen tien jaar ten minste 1 biljoen euro aan duurzame investeringen opleveren.

Het plan heeft drie dimensies. Ten eerste wordt wat financiering betreft, het aandeel aan uitgaven voor klimaat- en milieuactie binnen de EU-begroting groter dan ooit tevoren. Hiermee zal ook particuliere financiering worden aangetrokken. Daarbij is een cruciale rol weggelegd voor de Europese Investeringsbank. Naast financiering zal het plan stimulansen bieden om publieke en private investeringen te ontsluiten en heroriënteren.

Ten tweede zal de EU beleggers mogelijkheden bieden doordat duurzame financiering een centraal bestanddeel van het financiële bestel wordt. Ook zullen duurzame investeringen van overheden worden bevorderd door “groen begroten” en groene overheidsopdrachten aan te moedigen. Daarnaast worden procedures uitgewerkt die het gemakkelijker moeten maken om staatssteun goed te keuren die regio’s helpt bij een rechtvaardige transitie. Ten derde zal de Commissie overheden en projectpromotoren ondersteuning bieden bij de planning, vormgeving en uitvoering van duurzame projecten.

Alle regio’s zullen financiering nodig hebben en dat is ook de bedoeling van het investeringsplan voor de Europese Green Deal. Maar er is ook gedacht aan de regio’s, bedrijfstakken en werknemers die de grootste uitdagingen zullen ondervinden bij de overgang naar een klimaatneutrale economie: het mechanisme voor een rechtvaardige transitie biedt gerichte steun om in de periode 2021-2027 minstens 100 miljard euro aan investeringen aan te trekken. De Commissie ondersteunt de lidstaten bij de voorbereiding van de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie die moeten worden opgesteld om toegang te krijgen tot de desbetreffende financiering.

Dankzij nieuwe wetgeving — de taxonomieverordening — wordt het eerste classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten ter wereld ontwikkeld. En dat is uiterst belangrijk: investeerders en het bedrijfsleven krijgen een gemeenschappelijke definitie van wat “groen” is. Daar hebben investeringen in groene en duurzame projecten veel baat bij.

Energie voor een klimaatneutrale economie

Als Europa zijn klimaatdoelstellingen voor 2050 wil bereiken, moet het zijn energiesysteem transformeren. Dat systeem is namelijk goed voor 75 % van de broeikasgasemissies in de EU. In de loop van het jaar lanceerde de Commissie een aantal initiatieven om de energiesector te decarboniseren.

In het besef dat het energiesysteem van de EU te star en verspillend is, publiceerde de Commissie in juli een strategie voor een geïntegreerd energie­systeem. Die strategie berust op drie pijlers: grootschalige elektrificatie, een meer “circulair” energiesysteem en de ontwikkeling van groene gassen en brandstoffen (zoals waterstof).

De flexibiliteit van het systeem wordt hierdoor vergroot, moeilijke sectoren krijgen mogelijkheden voor decarbonisatie en er wordt bijgedragen aan de integratie van de toenemende hoeveelheid hernieuwbare energie die in de komende jaren aan het net zal worden geleverd. Dit geconnecteerde en flexibele systeem zal efficiënter zijn en de samenleving minder kosten. Zo kunnen zonnepanelen op huizen de elektriciteit voor auto’s opwekken.

Tegelijkertijd lanceerde de Commissie een strategie om de ontwikkeling van hernieuwbare waterstof te stimuleren. Waterstof is van groot belang voor de verwezenlijking van de doelstelling van klimaat­neutraliteit tegen 2050, met name in economische sectoren waar elektrificatie moeilijker is (zoals zware industrie en bepaalde soorten vervoer).

Een passagiersvaartuig met waterstofaandrijving.
“Hydroville” is het eerste gecertificeerde passagiersvaartuig dat waterstof gebruikt om een dieselmotor aan te drijven. Het wordt voornamelijk gebruikt als platform voor het testen van waterstoftechnologie voor commerciële zeeschepen en ook om pendelaars tijdens de spitsuren van Kruibeke naar Antwerpen te vervoeren om files te vermijden, Antwerpen, België, 19 juni 2020.

Daarnaast richtte de Commissie de Europese alliantie voor schone waterstof op om investeringen in de productie van schone waterstof te kanaliseren en de industrie, overheden, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden bij elkaar te brengen.

Onze gebouwen duurzamer maken

In oktober werd de renovatiegolfstrategie gelanceerd. Het doel is de energieprestaties van gebouwen te verbeteren, aangezien die in de EU goed zijn voor 40 % van het energieverbruik en 36 % van de energiegerelateerde koolstofdioxide-emissies (CO2). Een verdubbeling van het aantal renovaties in de komende tien jaar betekent veel minder uitstoot, meer banen en sterkere groei. De renovatiegolf is dan ook een van de vlaggenschipinitiatieven van het herstelpakket. De levenskwaliteit van mensen die in de gebouwen wonen en er gebruik van maken, wordt verhoogd, de digitalisering wordt bevorderd en hergebruik en recycling van materialen wordt gestimuleerd. Tussen nu en 2030 kunnen er 35 ­miljoen gebouwen worden gerenoveerd en in de bouw 160 000 nieuwe groene banen worden gecreëerd.

De aanbeveling over energiearmoede die de Commissie op 14 oktober publiceerde, is gericht op hulp voor de bijna 34 miljoen mensen in de EU die zich niet kunnen veroorloven hun huis te verwarmen. Ook het nieuwe Europese Bauhaus zorgt ervoor dat de Europese Green Deal gestalte krijgt. Het wordt een forum, een experimenteerlaboratorium en een netwerkknooppunt waar ontwerpers, architecten, kunstenaars, wetenschappers, ingenieurs en studenten met elkaar in discussie gaan over ideeën voor duurzaam wonen.

Video over energiebesparing in gebouwen in Europa.
VIDEO Een renovatiegolf voor Europa.

Hernieuwbare energie

De Commissie publiceerde in oktober haar beoordelingen van de energie- en klimaatplannen van de lidstaten en benadrukte daarin dat er meer ambitie nodig is om de doelstellingen van de EU te halen. Het koolstofvrij maken van de energiesector door het gebruik van hernieuwbare energie is een van de bepalende factoren van de Europese Green Deal.

Een kaart met voorbeelden van offshoreprojecten voor hernieuwbare energie in Europa.

Voorbeelden van projecten en productiegebieden (met de klok mee): offshorewindmolens met fundering, Kårehamn Offshore Windfarm, 48 megawatt; algenproductie voor biobrandstoffen, Macro Fuels, naar verwachting in 2030 klaar voor de markt; fabricagelocaties, vermogensomzetters, naven en assen; golfenergie, ISWEC, 50 kilowatt; drijvende windturbines, Wind Float Atlantic, 25 megawatt; getijdenenergie, Hydroquest Ocean, 1.000 kilowatt; drijvende fotovoltaïsche zonnepanelen, Oceans of Energy, 17 kilowatt (naar verwachting 50 kilowatt eind 2020); offshorewindmolens met fundering, Horns Rev 3, 406,7 megawatt.

Hernieuwbare offshore-energie heeft een zeer groot groeipotentieel omdat de EU heel wat verschillende zeebekkens telt en de kost van nieuwe installaties gestaag daalt. In de EU-strategie voor hernieuwbare offshore-energie die in november is gepubliceerd, wordt het potentieel van de sector beoordeeld en worden manieren voorgesteld om de langetermijnontwikkeling ervan te ondersteunen. Het doel van de strategie is 300 gigawatt offshore-windenergie en 40 gigawatt oceaanenergie, zoals golfslag- en getijdenenergie, tussen nu en 2050. Bij de ontwikkeling van overvloedige, natuurlijke en schone offshore-energie zal blijken dat versterking van de blauwe economie en bescherming van de mariene natuur kunnen samengaan.

De afgelopen tien jaar heeft de EU de grensoverschrijdende energie-infrastructuur verbeterd door middel van trans-Europese energienetwerken. 95 energie-infrastructuurprojecten (ook wel bekend als projecten van gemeenschappelijk belang) hebben bij elkaar 4,7 miljard euro uit de Connecting Europe Facility ontvangen. Het voorstel van de Commissie van december 2020 is bedoeld om de regels voor energienetwerken af te stemmen op de doelstellingen van de Europese Green Deal. De voorgestelde nieuwe verordening zal de EU helpen haar streefcijfer voor emissiereductie te behalen doordat de integratie van hernieuwbare energiebronnen en nieuwe schone energietechnologieën in het energiesysteem wordt bevorderd.

De EU kondigde investeringen aan van bijna 1 miljard euro in tien energie-infrastructuurprojecten in het kader van de Connecting Europe Facility. Het grootste deel van de financiering zal gaan naar de aanleg van de Harmony Link, een stroomkabel die Litouwen en Polen via de Oostzee verbindt. Dankzij deze verbinding met de rest van de EU wordt de regio minder afhankelijk van één enkele bron van energie-invoer.

Duurzame productie en consumptie

Nieuw actieplan voor de circulaire economie

De Europese Green Deal betekent niet alleen de ­terugdringing van de uitstoot, maar ook de modernisering van onze economie, samenleving en industrie, en de opbouw van een sterkere en duurzamere wereld. De Commissie publiceerde in maart — als onderdeel van het pakket Europese industriële strategie — een nieuw actieplan voor de circulaire economie om de EU-economie klaar te maken voor de groene toekomst, het concurrentievermogen te versterken en tegelijkertijd het milieu te beschermen, en om consumenten meer rechten te geven. In het actieplan komt de gehele levenscyclus van producten aan bod, van ontwerp en fabricage tot verbruik, reparatie, hergebruik, recycling en het terugvoeren van hulpbronnen naar de economie.

Infografiek met voorbeelden van maatregelen waarmee de EU de consument helpt het verschil te maken.

Levensmiddelenverpakkingen: negatief — in 2017 bedroeg de hoeveelheid verpakkingsafval in Europa een record van 174 kilogram per inwoner; positief — er komt een nieuw wetgevingsinitiatief om wegwerpverpakkingen te vervangen. Plastic: negatief — het verbruik van plastic zal de komende 20 jaar naar verwachting verdubbelen; positief — wegwerpartikelen worden geleidelijk afgeschaft en vervangen door duurzame producten voor meermalig gebruik. Textiel: negatief — wereldwijd wordt elke seconde een volledige vrachtwagenlading aan textiel verbrand of gestort; positief — door nieuwe bedrijfsmodellen te stimuleren wordt het sorteren, hergebruiken en recyclen van textiel aangemoedigd, zodat de consumenten voor duurzame textielproducten kunnen kiezen. Afval: negatief — iedereen produceert jaarlijks gemiddeld een halve ton afval; positief — er komen nieuwe maatregelen om afval te voorkomen en te verminderen.

Het milieueffect van een product kan voor 80 % in de ontwerpfase worden bepaald. Daarom moeten producten die in de EU worden verkocht, zo worden ontworpen dat ze langer meegaan, gemakkelijker kunnen worden hergebruikt, gerepareerd en gerecycleerd, en zo veel mogelijk gerecycleerd materiaal bevatten. Het actieplan is gericht op gebieden met het grootste potentieel voor circulariteit, zoals elektronica, batterijen en voertuigen, verpakkingen, kunststoffen, textiel, bouw en voedingsmiddelen. In december kwam de Commissie met een eerste voorstel dat voortvloeit uit het actieplan, met bindende voorschriften om alle batterijen tijdens alle fasen van hun levensduur duurzamer en veiliger te maken. Het actieplan voor de circulaire economie moet er ook voor zorgen dat consumenten informatie krijgen over de herstelbaarheid en duurzaamheid van producten, en het recht op reparatie.

Infografiek van de redenen waarom we duurzame batterijen nodig hebben.

Waarom hebben we duurzame batterijen nodig? De wereldwijde vraag naar batterijen zal tussen nu en 2030 met een factor 14 vermenigvuldigen (in vergelijking met 2018), voornamelijk als gevolg van elektrisch vervoer. De EU zou tegen 2030 17% van de wereldwijde vraag kunnen vertegenwoordigen en daarmee de op een na grootste verbruiker ter wereld zijn. De EU wordt de op een na grootste markt voor batterijen, ook wat productie betreft.

In 2020 werd verder het Europees Fonds voor de circulaire bio-economie opgericht dat 175 miljoen euro opleverde. Daarmee worden duurzame innovaties bevorderd ter ondersteuning van de Europese Green Deal. Dit initiatief van de Commissie en de Europese Investeringsbank, waaraan de Commissie 100 miljoen euro uit Horizon 2020 bijdraagt, is het eerste investeringsfonds dat uitsluitend gericht is op de circulaire bio-economie in de EU.

Toegang tot kritieke grondstoffen waarborgen

Betrouwbare toegang tot grondstoffen is essentieel voor de digitale en de groene transitie. De vraag naar uiteenlopende grondstoffen in de EU zal dan ook drastisch toenemen. Zo zou de vraag naar lithium (onontbeerlijk voor batterijen in elektrische voertuigen en telefoons) tussen nu en 2050 met een factor 60 kunnen stijgen en de vraag naar zeldzameaardemagneten (voor elektrische voertuigen, digitale technologie en windturbines) met een factor 10. Met de lancering van het actieplan inzake kritieke grondstoffen en de Europese grondstoffenalliantie wil de Commissie minder afhankelijk worden van landen buiten de EU, de voorzieningsbronnen diversifiëren en de hulpbronnenefficiëntie verbeteren, en tegelijkertijd verantwoorde aankooppraktijken in de hele wereld bevorderen.

Een kaart met de grootste leveranciers van kritieke grondstoffen aan de EU.

Een kaart van de grootste leveranciers van kritieke grondstoffen aan de EU (van links naar rechts). * = aandeel in de wereldproductie. Verenigde Staten: beryllium* 88%; Mexico: vloeispaat 25%; Brazilië: niobium 85%; Chili: lithium 78%; Noorwegen: siliciummetaal 30%; Duitsland: gallium 35%; Frankrijk: hafnium 84%, indium 28%; Spanje: strontium 100%; Marokko: fosforiet 24%; Guinee: bauxiet 64%; Democratische Republiek Congo: kobalt 68%, tantalium 36%; Zuid-Afrika: iridium* 92%, platina* 71%, rhodium* 80%, ruthenium* 93%; Finland: germanium 51%; Turkije: antimoon 62%, boraten 98%; Kazachstan: fosfor 71%; Indonesië: natuurlijk rubber 31%; Australië: cokeskool 24%; Rusland: palladium* 40%; China: bariet 38%, bismut 49%, magnesium 93%, natuurlijk grafiet 47%, scandium* 66%, titanium* 45%, wolfraam* 69%, vanadium* 39%, lichte zeldzame aarden 99%, zware zeldzame aarden 98%.

Grootste leveranciers van kritieke grondstoffen aan de EU (bron: mededeling van de Commissie over de veerkracht op het gebied van kritieke grondstoffen, 3 september 2020).

Duurzame voeding en landbouw

De in mei voorgestelde “van-boer-tot-bordstrategie” heeft tot doel de voedselsystemen van de EU tussen nu en 2030 duurzamer en veerkrachtiger te maken en ervoor te zorgen dat landbouw, visserij en aquacultuur hun bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de EU. Landbouwers, vissers en andere marktdeelnemers in de voedselketen die overstappen op duurzame praktijken, worden daarvoor beloond. Daarnaast wordt de transitie voor anderen mogelijk gemaakt en worden er extra kansen voor hun bedrijven gecreëerd.

Infografiek met de verschillende doelstellingen van de van-boer-tot-bordstrategie.

Naar een gezonder en duurzamer EU-voedselsysteem, een hoeksteen van de Europese Green Deal. Met de van-boer-tot-bordstrategie wordt gestreefd naar: gezond, betaalbaar en duurzaam voedsel; aanpak van de klimaatverandering; bescherming van het milieu en instandhouding van de biodiversiteit; een eerlijk economisch rendement in de bevoorradingsketen; meer biologische landbouw.

De EU heeft ambitieuze doelstellingen voor prioritaire gebieden in de hele voedselketen en wil daarmee het voortouw nemen op weg naar een gezondere en duurzamere wereld. De strategie houdt onder meer in dat de consument beter wordt geïnformeerd en dat de sector wordt aangemoedigd om de beschikbaarheid van betaalbaar, voedzaam en duurzaam voedsel uit te breiden.

Het doel is het gebruik en de risico’s van pesticiden en het verlies van nutriënten tussen nu en 2030 met 50 % te verminderen. Ook wordt ernaar ­gestreefd de verkoop van antimicrobiële stoffen voor landbouwdieren en in de aquacultuur met 50 % te verminderen en 25 % van de landbouwgrond voor biologische landbouw te gebruiken. Daarnaast komen meer dierenwelzijn en een kleinere ecologische voetafdruk van de EU aan bod. In het kader van Horizon Europa wordt 10 miljard euro geïnvesteerd in onderzoek en innovatie op het gebied van voedsel, de bio-­economie, natuurlijke hulpbronnen, landbouw, visserij, aquacultuur en het milieu.

CO2 is niet het enige broeikasgas waarvan de uitstoot moet worden verlaagd. CO2 is de belangrijkste factor voor de klimaatverandering; methaan komt op de tweede plaats. De nieuwe methaanstrategie is dan ook essentieel om de doelstelling van de EU te bereiken, namelijk de uitstoot tussen nu en 2030 met ten minste 55 % te verminderen. De strategie is gericht op het verminderen van de uitstoot van methaan in de landbouw-, afval- en energiesector. Sectoroverschrijdende en sectorspecifieke acties binnen de EU en op internationaal niveau worden gecombineerd.

Milieu en biodiversiteit beschermen

Biodiversiteit

Met de ambitieuze nieuwe biodiversiteitsstrategie die in mei werd gepresenteerd, worden de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit aangepakt, zoals het niet-duurzame gebruik van land en zee, de overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen, verontreiniging en invasieve uitheemse soorten.

Infografiek met de doelstellingen van de biodiversiteitsstrategie.

Het doel van de nieuwe EU-brede biodiversiteitsstrategie is om ten minste 30% van de grond en 30% van de zee in de EU te beschermen, met een striktere bescherming van de resterende oude en oerbossen in de EU en wettelijk bindende doelstellingen voor natuurherstel in 2021. Daarnaast streeft de EU met de nieuwe strategie ernaar aangetaste ecosystemen in de hele EU te herstellen door meer biologische landbouw en agrarische landschappen met een rijke biodiversiteit, door de daling van de populatie van bestuivers een halt toe te roepen, door minstens 25.000 kilometer aan rivieren in de EU weer vrij te laten stromen, door vóór 2030 het gebruik en de risico’s van pesticiden te halveren en door vóór 2030 drie miljard bomen te planten.

In de strategie wordt voorgesteld bindende doel­stellingen vast te stellen om beschadigde ecosystemen en rivieren te herstellen, de gezondheid van beschermde habitats en soorten in de EU te verbe­teren, bestuivers terug te brengen naar landbouwgrond, vervuiling terug te dringen, onze steden te vergroenen, de biologische landbouw te versterken en de Europese bossen gezonder te maken. Europa moet de weg naar het herstel van de biodiversiteit tegen 2030 ingeslagen zijn. Daartoe moet minstens 30 % van het land en de zee in de EU worden omgevormd tot doeltreffend beheerde beschermde gebieden en moet minstens 10 % van het landbouwareaal worden omgezet in landschapselementen met een grote diversiteit.

Een arend die op het punt staat weg te vliegen.
Het LIFE-project “Pannon Eagle” moet de keizerarend op de Pannonische vlakte beschermen tegen de mens. Het project omvat verschillende instandhoudingsmaatregelen in Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije, Servië en Slowakije. De arend op de foto staat op het punt weg te vliegen met een zender op zijn rug in Jászberény, Hongarije, 14 oktober 2020.

In maart lanceerde de Commissie de wereldwijde coalitie voor biodiversiteit. Honderden nationale parken, aquaria, botanische tuinen, dierentuinen, wetenschapsmusea en natuurhistorische musea bundelen de krachten om het publiek bewuster te maken van de crisis in de natuur. Op de VN-top over biodiversiteit in september hebben meer dan 70 staatshoofden en regeringsleiders, samen met voorzitter Von der Leyen, de Leaders’ Pledge for Nature onderschreven en zich verbonden tot tien doorslaggevende maatregelen om de noodsituatie in de natuur aan te pakken.

Video over de nieuwe EU-strategie voor chemische stoffen.
VIDEO Strategie voor duurzaam gebruik van chemische stoffen.

Een gifvrij milieu

Om mens en milieu beter te beschermen en innovatie op het gebied van veilige en duurzame chemische stoffen te stimuleren, presenteerde de Commissie in oktober de strategie voor duurzame chemische stoffen. Chemische stoffen zijn essentieel voor het moderne leven en worden in veel sectoren gebruikt, waaronder gezondheidszorg, energie, vervoer en huisvesting. Sommige stoffen kunnen echter schadelijk zijn voor het milieu en de volksgezondheid. De EU heeft al geavanceerde wetgeving voor chemische stoffen, maar de wereldwijde productie zal naar verwachting tussen nu en 2030 verdubbelen en ook het gebruik ervan in consumentenproducten zal toenemen. Deze strategie is de eerste stap naar het in de Europese Green Deal aangekondigde doel de vervuiling tot nul terug te dringen en tot een gifvrij milieu te komen.

Duurzame en slimme mobiliteit

Vervoer en mobiliteit spelen een cruciale rol in het leven van de mensen en in de economie van de EU. Er zijn echter kosten voor de samenleving aan verbonden. De volksgezondheid en het welzijn ondervinden negatieve effecten, zoals broeikasgasemissies, lucht- en waterverontreiniging, ongevallen, files, geluidshinder en verlies van biodiversiteit. Op dit ogenblik is vervoer verantwoordelijk voor een kwart van de totale broeikasgasemissies in de EU. Om de EU klimaatneutraal te maken, moeten deze emissies tussen nu en 2050 met 90 % zijn gedaald. Daarvoor moeten mensen en goederen zich in Europa anders verplaatsen. Innovatie en digitalisering zullen hierbij een sleutelrol spelen.

In de in december gepubliceerde strategie van de Commissie voor duurzame en slimme mobiliteit wordt een traject uitgestippeld om een groen, digitaal en veerkrachtig vervoerssysteem voor de ­komende generaties op te bouwen. De strategie ­bevat ook de broodnodige hervormingen, beleidsmaatregelen en maatregelen ter ondersteuning van het herstel van de vervoerssector, een van de sectoren die het hardst door de pandemie is getroffen. Concrete mijlpalen zullen ervoor zorgen dat het Europese vervoerssysteem koers blijft zetten naar een slimme en duurzame toekomst.

Infografiek over hoe de EU de uitstoot van broeikasgassen in de vervoerssector tussen nu en 2050 met 90% kan verminderen.

In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen in het vervoer in de EU met 90% zijn verminderd. Dit zal worden bereikt door de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen: in 2030 rijden er ten minste 30 miljoen emissievrije auto’s en 80.000 emissievrije vrachtwagens rond; in 2030 zijn ten minste 100 Europese steden klimaatneutraal; in 2030 is collectief vervoer over een afstand van minder dan 500 kilometer binnen de EU koolstofneutraal; in 2035 komen naar verwachting emissievrije vliegtuigen op de markt. Zorgen voor alternatieven: alle grote en middelgrote steden hebben tegen 2030 een eigen plan voor duurzame stedelijke mobiliteit; in 2030 is het treinverkeer op hogesnelheidslijnen verdubbeld; in 2050 is het goederenvervoer per spoor verdubbeld; in 2030 is het vervoer via binnenwateren en de korte vaart met een kwart toegenomen. Milieueffecten doorberekenen in de prijs: uiterlijk in 2050 moeten de milieueffecten worden doorberekend, zodat wie gebruikmaakt van het vervoer de volledige kosten draagt in plaats van de samenleving.

Duurzame mobiliteit: wat brengt de toekomst?

Schonere en veiligere voertuigen

In januari werden strengere regels van toepassing voor de hoeveelheid CO2 die nieuwe personenauto’s en bestelwagens mogen uitstoten. Deze voertuigen produceren respectievelijk ongeveer 12 % en 2,5 % van de totale CO2-emissies in de EU. De verwachte voordelen tegen 2030 zijn onder meer een vermindering van de emissies van het wegvervoer met 23 % ten opzichte van 2005 en 60 000 nieuwe banen (of zelfs 80 000 als de batterijen in de EU worden geproduceerd). Voor 2021 werd een voorstel voor strengere CO2-emissienormen aangekondigd, in overeenstemming met de ambitieuzere doelstellingen voor de totale reductie tegen 2030. De Commissie werkt ook aan ambitieuze nieuwe normen voor de uitstoot van verontreinigende stoffen door auto’s; die zijn aangekondigd voor 2021.

Sinds januari zijn er nieuwe regels van kracht: nieuwe automodellen moeten vanaf juli 2022 worden uitgerust met geavanceerde technologische voorzieningen om de veiligheid te verbeteren en het aantal ongevallen terug te dringen. Bovendien zijn vanaf september 2020 nieuwe regels van toepassing op basis waarvan alle auto’s aan veiligheids-, milieu- en productievoorschriften moeten voldoen voordat ze in de handel worden gebracht. Daartoe behoren meer controles op auto’s die al op de markt zijn en toezicht door de Europese Unie, waaronder de mogelijkheid voor de Commissie om EU-brede terugroepacties te gelasten en om autofabrikanten die de wet overtreden, sancties op te leggen, waarbij de boetes kunnen oplopen tot 30 000 euro per auto.

Digitale transformatie in de EU

Een kapster tijdens de onlinebingo die zij voor haar klanten organiseert.
In de buurt van Dublin, Ierland, organiseert de eigenares van een kapsalon dat gesloten is vanwege de lockdown, onlinebingo voor de buurt om de verveling onder alleenstaanden tegen te gaan, 13 november 2020.

Digitale technologie is in ons leven nog nooit zo belangrijk geweest. Tijdens de COVID-19-crisis is ­gebleken dat deze technologie van onschatbare waarde is voor het contact tussen mensen en om bedrijven te laten draaien. Ook op het gebied van onderwijs bracht technologie een keerpunt teweeg. Supercomputers helpen de ontwikkeling van de pandemie te voorspellen, en apps voor contact­tracering en waarschuwing kunnen een rol spelen bij het onder­breken van de overdrachtsketen van het virus.

De pandemie heeft ook duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is de digitale vaardigheden van alle EU-burgers te ontwikkelen en de toegang tot snel ­internet voor huishoudens, bedrijven en overheidsdiensten te verbeteren. Europese start-ups die gebruikmaken van digitale technologie, kunnen innovatieve oplossingen toegankelijk maken voor andere kleine en middelgrote ondernemingen en grotere industrieën die nodig zijn voor deze transformatie. Digitale technologieën zijn ook van cruciaal belang om de klimaatdoelstellingen van de EU te verwezen­lijken, onder meer door slimme energiesystemen, precisielandbouw en slimme mobiliteit.

Een universiteitsstudent geeft online bijles aan een middelbare scholier.
Universiteitsstudenten in Duitsland hebben “Corona School e.V.” opgezet, een organisatie van vrijwilligers die online bijles geven aan middelbare scholieren die in de eerste helft van 2020 meerdere maanden school hebben gemist. Op deze foto helpt een van de vrijwilligers een leerling met haar huiswerk voor Latijn, Berlijn, Duitsland, 16 november 2020.

De Europese digitale strategie

De basis voor de digitale transformatie is al gelegd en er wordt gestage vooruitgang geboekt op de digitale eengemaakte markt, wat tastbare voordelen oplevert voor consumenten en bedrijven in de hele EU en daarbuiten. De Commissie is vastbesloten: de jaren 2020 moeten het “digitale decennium” van Europa worden. In haar Staat van de Unie riep voorzitter Von der Leyen de EU op het voortouw te nemen op het gebied van digitale innovatie met een gemeenschappelijk plan en duidelijk omschreven doelstellingen voor 2030, zoals voor connectiviteit, vaardigheden en digitale overheidsdiensten. In het kader van het EU-herstelinstrument NextGenerationEU wordt de lidstaten gevraagd 20 % van hun financiële steun uit de faciliteit voor herstel en veerkracht te investeren in de digitale transformatie (zie ook “Een gezamenlijke respons op COVID-19”).

In 2020 lanceerde de Commissie de Europese digitale strategie, “De digitale toekomst van Europa vormgeven”. Daartoe behoren nieuwe beleidsmaatregelen en initiatieven die ervoor zorgen dat de EU profiteert van de voordelen die technologie kan ­opleveren voor de burgers, de economie en de samenleving, met behoud van onze waardevolste troeven: democratie, rechtvaardigheid, inclusiviteit en het Europese sociale model.

De strategie benadrukt hoe digitale oplossingen kunnen bijdragen tot de duurzaamheidsdoelstellingen van de Europese Green Deal en effent de weg voor de EU om een mondiaal rolmodel voor de digitale economie te worden. Deze acties scheppen nieuwe kansen voor bedrijven en zijn gericht op de ontwikkeling van technologie op manieren die de rechten van de burgers eerbiedigen en hun vertrouwen winnen.

Infografiek met voorbeelden van hoe digitale technologieën zullen bijdragen tot een klimaatneutrale EU.

Om in 2050 klimaatneutraal te zijn, het doel van de Europese Green Deal, zijn digitale technologieën cruciaal, bijvoorbeeld op het gebied van energienetten, precisielandbouw, mobiliteit en vervoer, slimme gebouwen, groene dataruimten en de kracht van data.

Het welslagen van de digitale transformatie in de EU hangt af van de totstandbrenging van doeltreffende kaders om betrouwbare technologieën te waarborgen en bedrijven het vertrouwen en de middelen te geven om te digitaliseren. De datastrategie en het witboek over kunstmatige intelligentie zijn de eerste pijlers van de nieuwe Europese digitale strategie. De nadruk ligt op de noodzaak om mensen voorop te stellen in de ontwikkeling van technologie en de Europese waarden en rechten te verdedigen en te bevorderen bij het ontwerpen, maken en toepassen van technologie.

EU-internetregels die geschikt zijn voor het digitale tijdperk

Een muiscursor beweegt op een scherm over het woord “security”. © Pixabay

In december stelde de Commissie een ambitieuze hervorming van de digitale ruimte voor — een uitgebreide reeks nieuwe regels voor alle digitale diensten, waaronder sociale media, onlinemarktplaatsen en andere onlineplatforms die in de Europese Unie ­actief zijn — met de wet inzake digitale diensten en de wet inzake digitale markten. Op grond van de wet inzake digitale diensten zullen bindende EU-brede verplichtingen gelden voor alle digitale diensten die consumenten in contact brengen met goederen, diensten of content. Zo zullen nieuwe procedures ervoor zorgen dat illegale content snel wordt verwijderd en de grondrechten van gebruikers online ruim worden beschermd. Het nieuwe kader zal de rechten en verantwoordelijkheden van gebruikers, tussenhandelsplatforms en overheids­instanties opnieuw in evenwicht brengen. Het plaatst de EU-burgers in het middelpunt en is gebaseerd op de waarden van de EU, waaronder de eerbiediging van de mensenrechten, vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat. Het voorstel wordt aangevuld met het actieplan voor Europese democratie, dat erop gericht is democra­tieën veerkrachtiger te maken.

Met de wet inzake digitale markten worden de negatieve gevolgen aangepakt van bepaald gedrag van platforms die op de eengemaakte markt als “poortwachters” fungeren. Deze platforms hebben een grote impact op de eengemaakte markt, dienen als belangrijke toegangspoort voor zakelijke gebruikers om hun klanten te bereiken, en hebben een stevig verankerde positie. Daardoor kunnen zij optreden als particuliere regelgever en fungeren als knelpunt tussen bedrijven en consumenten. Met de wet inzake digitale markten zullen nieuwe regels deze oneerlijke praktijken van poortwachters definiëren en verbieden. Het doel is een gelijk speelveld voor grote online­platforms tot stand te brengen en start-ups in de EU in staat te stellen te groeien, op te schalen en te ­concurreren, en daardoor te zorgen voor lagere prijzen, hogere kwaliteit, meer keuze en meer innovatie ten behoeve van de gebruikers.

De Commissie nam in december ook het actieplan voor de media en de audiovisuele sector aan om het herstel en de digitale transformatie van de media in de EU te ondersteunen. Het plan vormt een aanvulling op bestaande acties ter ondersteuning van de mediavrijheid en de media- en digitale cultuur.

In de loop van het jaar zijn in de hele EU meerdere belangrijke wetten van toepassing geworden. Het gaat onder meer om de allereerste reeks regels voor kleinere bedrijven en handelaren op onlineplatforms, en regels voor de EU-brede coördinatie van nationale wetgeving inzake alle audiovisuele media en voor de toegankelijkheid van websites van overheids­instanties. Daarnaast werd er wetgeving van kracht die zorgt voor duidelijke regels voor telecomdiensten die consumenten meer bescherming bieden en investeringen in netwerken van de nieuwe generatie bevorderen.

Cyberbeveiliging en gegevensbescherming

Tijdens de pandemie zijn cyberdreigingen toege­nomen. De EU stelde daarom uiteenlopende maat­regelen voor. In februari nam de Commissie de mededeling “De digitale toekomst van Europa vormgeven” aan, waarin een hoog niveau van cyber­beveiliging centraal staat bij de digitale transformatie van de EU. Op 16 december werd een nieuwe EU-­strategie voor cyberbeveiliging aangekondigd.

In de cyberbeveiligingsstrategie voor het digitale ­decennium wordt beschreven hoe de EU al haar ­instrumenten en middelen kan aanwenden en versterken om technologisch soeverein te zijn en nauwer samen te werken met partners in de hele wereld. De strategie houdt in dat cyberbeveiliging wordt geïntegreerd in alle digitale investeringen die in de begrotingsperiode 2021-2027 zijn gepland. Daarbij worden initiatieven op drie gebieden van EU-­optreden ontplooid: bevorderen van weerbaarheid, technologische soevereiniteit en leiderschap; opbouwen van operationele capaciteit om te voorkomen, te ontmoedigen en te reageren, en intensiever samenwerken voor een mondiale en open cyberspace. Deze initiatieven omvatten de gezamenlijke cybereenheid, een “cyberschild” van onderling verbonden veiligheidsoperatiecentra die dreigende aanvallen in een vroeg stadium opsporen. Verder wordt meer leiderschap getoond bij het waarborgen van een wereldwijd en open internet.

Voorzitter Von der Leyen kondigde ook een voorstel aan voor een gezamenlijke cybereenheid om de coördinatie van de operationele capaciteiten op het gebied van cyberbeveiliging in de hele EU te intensiveren. De Europese digitale strategie omvat ook een herziening van de verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties. Daarvoor werden de openbare raadplegingen in 2020 afgesloten. De strategie ging vergezeld van de herziening van de richtlijn inzake de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen, de eerste EU-brede wetgeving op het gebied van cyberbeveiliging.

Het instrumentarium voor cyberdiplomatie van de EU biedt meerdere opties, waaronder sancties, om kwaadwillige cyberactiviteiten tegen de EU of haar lidstaten te voorkomen, af te wenden en te pareren. In juli legde de Raad voor het eerst dergelijke sancties op aan zes personen en drie entiteiten in verband met diverse cyberaanvallen. Tot de opge­legde sancties behoorden een reisverbod en de bevriezing van tegoeden. Daarnaast mogen personen en entiteiten uit de EU geen financiering aanbieden aan gesanctioneerde personen en entiteiten.

In het verslag van de Commissie over de eerste twee jaar van de algemene verordening gegevensbescherming werd vastgesteld dat de meeste doelstellingen ervan zijn verwezenlijkt, met name door burgers een krachtig pakket afdwingbare rechten te bieden en door een nieuw EU-systeem voor governance en handhaving in het leven te roepen.

De kracht van data in goede banen leiden

Data zijn een essentiële hulpbron voor het concurrentievermogen, het scheppen van banen en het verbeteren van de samenleving in het algemeen. Datagestuurde innovatie zal enorme voordelen opleveren voor de burgers, bijvoorbeeld door betere gepersonaliseerde geneeskunde, slimme mobiliteit en de bijdrage daarvan aan de verwezenlijking van de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050.

De toegang tot die alsmaar groeiende hoeveelheid data en het vermogen om ze te gebruiken zijn onmisbaar voor de innovatie en economische groei. Met de Europese datastrategie wordt beoogd een echte Europese dataruimte tot stand te brengen, een eengemaakte markt waarbinnen data vrij kunnen circuleren binnen de EU en tussen sectoren. Gemeenschappelijke Europese gegevensruimten in diverse sectoren, zoals gezondheid, milieu en veiligheid, zullen ervoor zorgen dat er meer data beschikbaar worden voor gebruik in de economie en de samenleving, waarbij de bedrijven en personen die de gegevens genereren, er controle over blijven houden. Hierdoor wordt ook de technologische soevereiniteit van de EU op het gebied van sleuteltechnologieën en -infrastructuur voor de dataeconomie versterkt. Tevens wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van betrouwbare toepassingen van kunstmatige intel­ligentie. Daartoe stelde de EU in november een regelgevingskader voor dat betrekking heeft op het beheer van, de toegang tot en het hergebruik van data tussen individuele bedrijven, tussen bedrijven en overheden, en binnen overheidsdiensten.

Kunstmatige intelligentie en supercomputers

Ursula von der Leyen met een robot.
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, bezoekt het “AI Experience Center” aan de Vrije Universiteit Brussel, België, 18 februari 2020.

Data zijn de brandstof voor nieuwe technologieën, waaronder kunstmatige intelligentie, die ons leven kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door medische diagnoses nauwkeuriger te maken en de landbouw en de maakindustrie efficiënter te maken. Kunst­matige intelligentie ontwikkelt zich snel en daarom moet de EU niet alleen de investeringen op peil houden, maar die ook verhogen. Er zijn echter risico’s aan kunstmatige intelligentie verbonden. Die moeten worden aangepakt om ervoor te zorgen dat ze zodanig wordt ingezet dat de burgers er vertrouwen in hebben. In het witboek over dit onderwerp geeft de EU aan het voortouw te nemen bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie op basis van excellentie en vertrouwen. De Commissie is voorstander van een op regelgeving en investeringen gerichte aanpak die tot doel heeft de aanvaarding van kunstmatige intelligentie te bevorderen en de risico’s te beperken van bepaalde toepassingen van deze nieuwe technologie. Met het oog op die doelstellingen zullen in 2021, op basis van de resultaten van een openbare raadpleging, een wetgevingsvoorstel en een bijgewerkt plan voor de coördinatie van de werkzaam­heden van de lidstaten worden gepresenteerd.

De ontwikkeling van de pandemie helpen voorspellen, onderzoek doen naar een COVID-19-behandeling, meer inzicht krijgen in neurologische stoornissen, de gevolgen van de opwarming van de aarde voorspellen en in het oog houden … supercomputers spelen een belangrijke rol in ons leven. In het kader van de digitale agenda van Europa publiceerde de Commissie in september een voorstel om de EU te helpen haar leidende rol op het gebied van supercomputer­technologie te behouden. Daartoe behoort een investering van 8 miljard euro in supercomputers van de volgende generatie.

Infografiek met enkele cijfers over kunstmatige intelligentie en de EU.

Kunstmatige intelligentie en de EU in cijfers. Hoewel de EU in de periode 2018‑2020 1,5 miljard euro investeerde in onderzoek en innovatie op het gebied van kunstmatige intelligentie, was dit niet genoeg. De EU wil het komende decennium minstens 20 miljard euro per jaar aan investeringen in kunstmatige intelligentie aantrekken. Meer dan een kwart van alle industriële en huishoudelijke robots wordt in Europa geproduceerd.

Snellere en betere verbindingen voor de burgers in de EU

Een vrouw kijkt naar een laptopscherm en maakt notities op papier.

In september publiceerde de Commissie een aanbeveling waarin de lidstaten wordt verzocht om investeringen in infrastructuur voor breedband­connectiviteit met zeer hoge capaciteit, waaronder 5G, te stimuleren. Dit is het elementairste onderdeel van de digitale transformatie en een essentiële pijler van het herstel. In de aanbeveling wordt de lidstaten verzocht uiterlijk eind maart 2021 een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen, in de vorm van een instrumentarium van beste praktijken.

Het is cruciaal dat de 5G-netwerken in de EU goed beveiligd zijn. In januari keurde de EU de gezamenlijke toolbox van door de lidstaten overeengekomen maatregelen goed waarmee beveiligingsrisico’s in verband met de uitrol van 5G kunnen worden aangepakt. Volgens een in december gepubliceerd verslag liggen de meeste lidstaten op schema met de uitvoering van de aanbevolen maatregelen. De gecoördineerde werkzaamheden voor de beveiliging van 5G-netwerken op EU-niveau zullen worden voortgezet.

Vaardigheden voor het digitale tijdperk

Iedereen heeft digitale vaardigheden nodig, niet alleen om de huidige pandemie het hoofd te bieden, maar ook vanwege de vraag naar digitale geletterdheid op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Een op de vijf jongeren in de EU bereikt geen basisniveau van digitale vaardigheden en veel huishoudens met een laag inkomen hebben geen toegang tot computers. De Europese vaardighedenagenda bevat doelstellingen die in 2025 moeten zijn bereikt. Zo moet dan 70 % van de 16- tot 74-jarigen ten minste over digitale vaardigheden op basisniveau beschikken (in 2019 was dat 56 %).

Het nieuwe actieplan voor digitaal onderwijs van de Commissie, dat gebruikmaakt van tijdens de corona­pandemie opgedane ervaring, ondersteunt mensen, onderwijs- en opleidingsinstellingen en de lidstaten bij de aanpassing aan de digitale transitie (zie “Bouwen aan een rechtvaardig en sociaal Europa” voor meer informatie).

Met het oog op de verwerving van digitale vaardigheden moeten onderwijsstelsels worden aangepast en dat vergt investeringen en hervormingen. Verder moeten beroepsonderwijs en -opleidingen toegan­kelijk zijn voor iedereen, ongeacht de leeftijd. Dit moet bij het herstel centraal staan. De Commissie moedigt de lidstaten aan die investeringen en hervormingen op te nemen in hun plannen voor herstel en veerkracht.

Digitale financiën

Infografiek met de voordelen van digital finance.

Digital finance heeft de volgende voordelen: betere financiële producten voor consumenten en nieuwe financieringskanalen voor EU-bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen; draagt bij tot de Europese strategie voor economisch herstel en opent nieuwe kanalen om de Green Deal en de nieuwe industriële strategie van de EU te financieren; grensoverschrijdende digital finance bevordert de integratie van de financiële markten in de bankenunie en de kapitaalmarktenunie; stelt Europa in staat om zijn open strategische autonomie op het gebied van financiële diensten te behouden en te versterken.

Consumenten en bedrijven in de EU maken steeds vaker gebruik van digitale financiële diensten voor uiteenlopende doeleinden. Tijdens de pandemie nam dat gebruik nog verder toe. De Commissie wil verantwoorde innovatie in de financiële sector van de EU stimuleren, met name voor zeer innovatieve digitale start-ups. Tegelijkertijd moeten mogelijke risico’s in verband met beleggersbescherming, witwassen en cybercriminaliteit worden beperkt.

In september keurde de Commissie een reeks maatregelen goed om financiële diensten in de EU “digitaal vriendelijker” te maken en aan te zetten tot verantwoord innoveren en tot concurrentie tussen aanbieders van financiële diensten in de EU. Een strategie voor retailbetalingen en wetgevings­voorstellen voor cryptoactiva en digitale operationele veerkracht maken daarvan deel uit. Deze maat­regelen zijn erop gericht het concurrentievermogen van de EU in de financiële sector te versterken en de burgers toegang te geven tot innovatieve financiële producten en betalingsmethoden, en tegelijkertijd de bescherming van de consument en de financiële stabiliteit te waarborgen. In overeenstemming met de bredere datastrategie van de Commissie en de invoering van betrouwbare blockchaintoepassingen voor overheidsdiensten is het doel het delen van gegevens en open financiering te bevorderen, met behoud van de zeer strenge normen van de EU op het gebied van privacy en gegevensbescherming. De maatregelen zijn van cruciaal belang voor het economisch herstel van de EU; er komen immers nieuwe financieringskanalen voor het bedrijfsleven en er wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de Europese Green Deal, de digitale transitie van Europa en de nieuwe industriestrategie voor Europa.

Twee mensen schuilen onder een paraplu met de vlag van de EU.

Bescherming van mensen en vrijheden

De coronapandemie heeft in de Europese Unie tot een ernstige economische schok geleid. Daardoor zullen armoede, sociale uitsluiting en ongelijkheid wellicht toenemen. Miljoenen mensen in de EU ondervinden de sociale gevolgen van de pandemie. De Europese Unie bleef de burger in 2020 centraal stellen in haar besluitvorming en ondernam actie om te zorgen voor een inclusief en eerlijk herstel met als prioriteiten gezondheid en veiligheid.

In de loop van het jaar lanceerde de EU tal van nieuwe ­initiatieven op het gebied van gezondheidszorg, sociale ­integratie en veiligheid.

Bouwen aan een Europese gezondheidsunie

Gezondheidszorgbeleid is een zaak van de lidstaten, terwijl de EU een ondersteunende rol speelt bij de verbetering van de volksgezondheid, de aanpak van niet-overdraagbare ziekten als kanker en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid. Wel heeft de coronapandemie aangetoond dat de coördinatie in EU-verband voor, tijdens en na een gezondheidscrisis beter moet. Zonder coördinatie kunnen de lidstaten hun burgers in een crisis niet de best mogelijke bescherming en zorg bieden.

Grafische samenvatting van de lessen die zijn getrokken uit de Covid‑19-pandemie.

Uit de Covid-19-pandemie hebben we geleerd dat we meer moeten samenwerken en robuuste structuren moeten opzetten op EU-niveau, dat we gemeenschappelijke risicobeoordelingen moeten maken en dat we gegevens moeten bundelen zodat we over meer informatie en betere middelen beschikken om paraatheid en respons te plannen.

In haar Staat van de Unie in september kondigde voorzitter Von der Leyen een sterkere Europese gezondheidsunie aan als prioriteit voor de komende jaren. Deze moet niet alleen een krachtigere crisisrespons van EU-zijde mogelijk maken, maar ook veel verder gaan en de gezondheid van de burger in alle opzichten verbeteren dankzij een — in 2021 goed te keuren — Europees kankerbestrijdingsplan en een farmaceutische strategie die gericht is op de ­beschikbaarheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen. Met een sterkere Europese gezondheidsunie kunnen de kwetsbare punten in onze gezondheidszorgstelsels optimaal worden aangepakt.

Zich voorbereiden en reageren op noodsituaties op gezondheidsgebied

Als eerste stap naar de Europese gezondheidsunie presenteerde de Europese Commissie in november voorstellen om ervoor te zorgen dat de EU zich beter voorbereidt en beter reageert op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. Het uitroepen van een noodsituatie op EU-niveau kan in de toekomst het startsein worden voor nauw gecoördineerde responsmaatregelen. Om beter voorbereid te zijn, zijn er betere gegevens, een goede planning van de middelen en expertise vereist. Daarom stelde de Commissie voor om een grotere rol te geven aan de EU-gezondheidsinstanties: het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en het Europees Geneesmiddelenbureau. Ook is de Commissie van plan een speciaal agentschap op te richten voor biomedische noodsituaties, nl. HERA.

Onvoldoende gegevens en capaciteit om adequaat te kunnen reageren op een grote uitbraak, belemmeren de slagkracht van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding in deze pandemie. Een sterker Europees Geneesmiddelenbureau zou beter in staat zijn om de bevoorrading met geneesmiddelen veilig te stellen, advies over nieuwe behandelingen te geven en klinische proeven te coördineren tijdens een gezondheidscrisis.

Een farmaceutische strategie voor Europa

Op 25 november kwam de Commissie met haar farmaceutische strategie voor Europa. Die moet er niet alleen voor zorgen dat patiënten over innovatieve en betaalbare geneesmiddelen kunnen beschikken, maar moet ook de concurrentiekracht, innovatie en duurzaamheid van de farmaceutische industrie in de EU bevorderen. De strategie zal de EU in staat stellen om, ook in tijden van crisis, in de behoeften op farmaceutisch gebied te voorzien door middel van robuuste toeleveringsketens. Als essentieel onderdeel van de Europese gezondheidsunie moet de strategie ook bijdragen tot een toekomst- en ­crisisbestendig farmaceutisch systeem in de EU, onder meer door lessen te trekken uit de corona­pandemie.

Grafische weergave van de stand van zaken in de farmaceutische industrie in Europa in 2020.

Waar we nu staan: meer dan 15 miljoen Europeanen werden besmet met Covid-19; stijgende uitgaven voor geneesmiddelen, die nu al tussen 20 en 30% van de ziekenhuisuitgaven uitmaken; geneesmiddelen zijn niet altijd beschikbaar of betaalbaar; onvervulde behoeften zijn onder meer antimicrobiële resistentie (veroorzaakt 33.000 sterfgevallen per jaar); voor 95% van de zeldzame aandoeningen bestaat geen behandeling.

Grafische beschrijving van de volledige levenscyclus van een geneesmiddel.

De farmaceutische strategie bestrijkt de volledige levenscyclus van een geneesmiddel: 1. onderzoek en innovatie; 2. toelating, evaluatie van gezondheidstechnologie en in de handel brengen; 3. veiligstelling van de aanvoer, en 4. toediening aan patiënten.

Versterking van onze democratie

In een gezonde en bloeiende democratie kunnen burgers vrijelijk hun mening uiten, hun politieke leiders kiezen en meepraten over hun toekomst. Om zinvol te kunnen deelnemen aan het democratisch proces, moeten burgers hun eigen oordeel kunnen vormen. Ze moeten electorale keuzes kunnen maken binnen een publieke ruimte waarin uiteenlopende meningen ongehinderd kunnen worden geuit en waarin vrije media, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld hun rol kunnen spelen bij het stimuleren van een open debat, zonder binnenlandse of buitenlandse inmenging. De afgelopen jaren is gebleken dat de democratie in de EU voor grote uitdagingen staat, variërend van toenemend extremisme en inmenging in verkiezingen tot het verspreiden van manipulatieve informatie en het bedreigen van journalisten.

Het actieplan voor Europese democratie zal burgers meer inspraak geven en de democratie in de hele EU versterken. De democratische stelsels staan onder druk en er wordt een kloof ervaren tussen de burger en de politiek. Daarom bevat het actieplan maat­regelen om eerlijke en vrije verkiezingen te bevorderen, de mediavrijheid te versterken en desinformatie tegen te gaan. Die maatregelen moeten helpen om de punten aan te pakken waarop onze burgers en democratische stelsels het kwetsbaarst zijn.

Meer concreet kondigt het actieplan, met het oog op de bescherming van het verkiezingsproces en de bevordering van democratische participatie, nieuwe wetgevingsvoorstellen aan om de transparantie op het gebied van politieke reclame te vergroten en de financiering van Europese politieke partijen te herzien. Met het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen zal de Commissie ook een gezamenlijk mechanisme opzetten om bedreigingen voor verkiezingsprocessen tegen te gaan.

Op het gebied van mediavrijheid en -pluralisme zal de Commissie ook een aanbeveling doen om journalisten zowel online als fysiek beter te beveiligen. Daarin komt nadruk te liggen op nieuwe bedreigingen voor met name vrouwelijke journalisten. Ook zal een initiatief worden gepresenteerd om journalisten en het maatschappelijk middenveld te beschermen tegen strategische rechts­zaken ter ontmoediging van publieksparticipatie.

Andere maatregelen hebben betrekking op het bevorderen van mediapluralisme, zoals het opzetten van een “Media Ownership Monitor” (om de eigendomsverhoudingen in het medialandschap in kaart te brengen), richtsnoeren voor de transparantie van media-eigendom, transparante en eerlijke toewijzing van overheidsreclame, het bevorderen van media­diversiteit en een Europese aanpak ten aanzien van de zichtbaarheid van audiovisuele mediadiensten van algemeen belang. De Commissie zal steun geven aan samenwerking tussen nationale mediaraden, onafhankelijke mediaregulatoren, andere zelfregulerende media-instanties en netwerken van journalisten, en aan initiatieven om journalistieke partnerschappen en normen te bevorderen.

Tot slot zal de Commissie meer doen tegen desinformatie en buitenlandse inmenging. De inspanningen van de EU op dit gebied zullen verankerd blijven in de Europese waarden en beginselen, en gericht blijven op de bescherming van het recht van meningsuiting en de toegang tot legale online-content. Concreet zal de Commissie sturing geven aan de inspanningen om de bestaande praktijkcode betreffende desinformatie aan te scherpen. Ze zal duidelijk aangeven hoe platforms de strijd tegen desinformatie kunnen opvoeren en zal een robuust monitoring- en toezichtkader invoeren. De Commissie zal ook samen met de lidstaten een EU-­instrumentarium voor de bestrijding van buitenlandse inmenging en beïnvloeding opzetten en uitbouwen.

Een gezonde democratie moet het hebben van betrokken burgers en een actief maatschappelijk middenveld, niet alleen tijdens de verkiezingen. In het gehele actieplan wordt sterk benadrukt dat de burgers en het maatschappelijk middenveld meer inspraak moeten krijgen. Daarbij ligt het accent op de ontwikkeling van mediageletterdheid, die burgers van alle leeftijden moet helpen door de nieuwsomgeving te navigeren, en op de bevordering van participatie op lokaal, nationaal en Europees niveau.

In juni startte het Europees Waarnemingscentrum voor digitale media met zijn activiteiten. Het steunt de werkzaamheden van onafhankelijke factcheckers en wetenschappelijke onderzoekers en werkt samen met media-organisaties en deskundigen op het gebied van mediageletterdheid. Het centrum moet de Europese hub worden voor de bestrijding van online-desinformatie.

Close-up van gele en blauwe sterretjes in de handen van twee mensen.

Bescherming van de rechtsstaat

In september publiceerde de Commissie haar eerste jaarverslag over de rechtsstaat. Het bevat voor elke lidstaat een afzonderlijk hoofdstuk en gaat in op zowel positieve trends als verontrustende ontwikkelingen binnen de EU. Daaruit blijkt dat veel lidstaten het op rechtsstaatgebied goed doen, maar dat er nog belangrijke knelpunten zijn. Het verslag staat ook stil bij de ontwikkelingen rond de noodmaatregelen die de lidstaten hebben genomen in verband met de coronacrisis. Het is opgebouwd rond vier belang­rijke pijlers die rechtstreeks verband houden met de rechtsstaat, nl. nationale rechtsstelsels, kaders voor corruptiebestrijding, pluriformiteit en vrijheid van de media, en andere institutionele kwesties in verband met controles en waarborgen die essentieel zijn voor een goed functionerende democratie.

Het is de bedoeling dat het nieuwe verslag over de rechtsstaat de bestaande EU-maatregelen aanvult met een nieuw preventief instrument en dat het een debat over de rechtsstatelijke cultuur binnen de EU op gang brengt. De lidstaten kunnen het gebruiken om na te gaan hoe ze problemen kunnen aanpakken en van elkaars ervaringen kunnen leren. Het verslag moet laten zien hoe de rechtsstaat verder kan worden versterkt, met volledige inachtneming van de nationale grondwettelijke stelsels en tradities.

In een lopende zaak over de tuchtregeling voor Poolse rechters verzocht de Commissie het Hof van Justitie in januari 2020 om Polen voorlopige maatregelen op te leggen en het land te gelasten om tucht­procedures van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof tegen rechters op te schorten. Het besluit werd genomen in het licht van het voorlopige arrest van het Hof van Justitie van 19 november 2019 inzake de onafhankelijkheid van deze nieuwe tuchtkamer en de daaropvolgende uitspraak van het Poolse Hooggerechtshof van december 2019. In die uitspraak werd geoordeeld dat de tuchtkamer niet voldoet aan de eisen van het EU-recht inzake de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en dus geen onafhankelijke rechterlijke instantie in de zin van het EU-recht is. Niettemin zette de tuchtkamer de tuchtprocedures tegen rechters voort, waardoor het gevaar bestond dat Poolse rechters onherstel­bare schade zouden oplopen en de onafhankelijkheid van de Poolse rechterlijke macht zou worden ondermijnd. Het verzoek van de Commissie werd door het Hof ingewilligd in zijn arrest van 8 april 2020.

Met het sturen van een aanmaningsbrief in april startte de Commissie een inbreukprocedure tegen Polen in verband met de wet van 20 december 2019 op de rechterlijke macht, die op 14 februari 2020 in werking was getreden. De Commissie was van oordeel dat deze wet de onafhankelijkheid van Poolse rechters ondermijnde en onverenigbaar was met de voorrang van het EU-recht. De nieuwe wet belet Poolse rechterlijke instanties om een aantal EU-rechtsbepalingen die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht beschermen, rechtstreeks toe te passen en het Hof van Justitie prejudiciële vragen te stellen over dergelijke kwesties. De Commissie bestudeerde het antwoord van de Poolse regering op de aanmaningsbrief en zette vanwege het feit dat haar zorgen niet waren weggenomen, de tweede stap in de inbreukprocedure: op 30 oktober 2020 stuurde ze Polen een met redenen omkleed advies.

Daarnaast zond de Commissie Polen op 3 december 2020 een aanvullende aanmaningsbrief in de inbreukprocedure die betrekking had op onder meer recente besluiten van de tuchtkamer van het Hooggerechtshof over de opheffing van de immuniteit van rechters in het kader van strafrechtelijk onderzoek.

Contacten met burgers

In december werden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie het eens over één aangescherpt transparantieregister voor alle drie de instellingen. Dat zal leiden tot meer transparantie van en publieke controle op de wijze waarop de EU-instellingen omgaan met vertegenwoordigers van belangengroepen.

Conferentie over de toekomst van Europa

De EU is alleen succesvol en weerbaar met de steun en betrokkenheid van haar burgers. Een van de politieke prioriteiten van voorzitter Von der Leyen is dat Europeanen meer inspraak krijgen in de toekomst van onze Unie. In 2020 trof de EU voorbereidingen voor de conferentie over de toekomst van Europa, die de burgers moet betrekken bij de vormgeving van EU-beleid. In januari ontvouwde de Commissie haar voorstellen. De voorbereidingen liepen het hele jaar door.

De conferentie zal burgers uit alle lagen van de bevolking en alle hoeken van de EU de mogelijkheid bieden om hun stem te laten horen en voorstellen te doen voor de toekomst van ons continent. Het is de bedoeling dat zo veel mogelijk mensen in Europa meedoen, en met name ook jongeren en mensen die zich gewoonlijk niet bezighouden met Europese kwesties. De debatten vinden op alle niveaus plaats: op lokaal, op regionaal, op nationaal en op EU-niveau. Voorzitter Von der Leyen heeft toegezegd aan de slag te gaan met wat er uit de bus komt.

Video van burgers die hun vragen voorleggen aan Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en haar antwoorden.
VIDEO: Het project “Vraag het de voorzitter” brengt burgers dichter bij de EU dan ooit. Iedereen kan via een korte video een vraag stellen aan voorzitter Von der Leyen en krijgt misschien antwoord van haarzelf.

Het Europees burgerinitiatief

In juli zetten het Parlement en de Raad stappen om de gevolgen van de coronapandemie voor het ­Europees burgerinitiatief te ondervangen. Door de verplaatsingsbeperkingen die de lidstaten om ­gezondheidsredenen hadden ingevoerd, was het moeilijk om campagnes te voeren en handtekeningen op papier te verzamelen. De nieuwe regels voorzien in een verlenging van de verzamelperiode voor burgerinitiatieven die hinder ondervonden van de pandemie.

Een betere deal voor consumenten

De nieuwe consumentenagenda waarmee de Commissie in november kwam, geeft een overzicht van de wijze waarop de EU gaat reageren en inspelen op de nieuwe problemen en uitdagingen die COVID-19 en de digitale en de groene transitie meebrengen. Dit omvat onder andere milieu en duurzaamheid, een doeltreffende handhaving van consumentenrechten en bescherming van kwetsbare consumenten. De concrete uitvoering van deze voorstellen vraagt om een nauwere samenwerking tussen de EU en de nationale instanties en om verbeteringen in het te voeren EU-consumentenbeleid. In november namen het Parlement en de Raad een richtlijn aan voor het opzetten van een nieuw Europees systeem voor collectief verhaal. Voor organisaties wordt het voortaan gemakkelijker om de collectieve belangen van consumenten te behartigen door namens consumenten die schade hebben geleden als gevolg van overtredingen van het EU-recht, naar de rechter of de relevante autoriteiten te stappen.

Verbetering van de EU-douane

Grafische weergave van de belangrijkste EU-douanecijfers.

Kerncijfers over de douane in de EU. In 2019 bedroeg het aandeel van de EU in de wereldhandel 15,3%, met meer dan 850.000 douaneaangiften per dag. Elke maand importeren en exporteren de 27 lidstaten goederen van en naar de rest van de wereld met een waarde van ongeveer 339 miljard euro. Tussen 2017 en 2019 liet Olaf (het Europees Bureau voor fraudebestrijding) meer dan 2,7 miljard euro aan niet-betaalde douanerechten voor ondergewaardeerde goederen terugvorderen, evenals 300 miljoen euro aan rechten in antidumpingzaken voor onder meer zonnepanelen en biodiesel. In 2018 werden bijna 27 miljoen namaakartikelen tegengehouden met een straatwaarde van bijna 740 miljoen euro.

De douane is van essentieel belang voor een soepele en veilige goederenstroom en voor het tegenhouden van onveilige of illegale producten aan de EU-buitengrenzen. De douane levert ook inkomsten op voor de EU-begroting. In september lanceerde de Commissie een nieuw actieplan douane-unie met een reeks maatregelen om de EU-douane slimmer, innovatiever en efficiënter te maken. Deze maatregelen moeten leiden tot een betere bescherming van burgers en overheidsbegrotingen, en tegelijk een eind maken aan onnodige rompslomp voor bedrijven en over­heden. In oktober presenteerde de Commissie het eerste concrete resultaat van het actieplan: het éénloketsysteem, dat ervoor zal zorgen dat alle instanties aan de EU-grenzen beter met elkaar verbonden zijn en dat bedrijven grensformaliteiten via één portaal in een lidstaat kunnen afhandelen.

Een nieuw migratie- en asielpact

In september presenteerde de Commissie een nieuw migratie- en asielpact. Er was namelijk een structu­rele hervorming van het EU-migratiebeleid nodig om de huidige en toekomstige problemen het hoofd te bieden zonder aan de Europese waarden en grondrechten te tornen. Het pact zorgt ervoor dat de mensen die echt bescherming nodig hebben, in de EU mogen blijven. Anderen moet een doeltreffende en waardige terugkeer worden geboden.

Het nieuwe pact bevat alle elementen die nodig zijn voor een brede EU-migratieaanpak, zoals doeltreffendere asiel- en terugkeerprocedures, een beter grensbeheer, meer legale mogelijkheden om naar de EU te komen, maatschappelijke integratie van migranten en nauwere partnerschappen met landen buiten de EU. Ook zal het leiden tot meer solidariteit en een billijkere verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, en tot een nauwere samenwerking en coördinatie op het gebied van opsporing en redding. Voorts worden een responssysteem voor crisissituaties en een permanent migratietoezicht­systeem opgezet. Het voorgestelde solidariteits­mechanisme zal ervoor zorgen dat alle lidstaten de nodige hulp krijgen bij een migratiegolf of na opsporings- en reddingsoperaties.

Het pact is ook gericht op het versterken van tot ­wederzijds voordeel strekkende partnerschappen met de landen van oorsprong en doorreis. Hierbij denken we aan de ondersteuning van gastgemeenschappen, de aanpak van de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie, de bestrijding van migranten­smokkel, de ondersteuning van het grensbeheer en het opzetten van legale routes.

Grafische weergave van de voordelen van goed migratiebeheer en goede asielprocedures.

Snelle geïntegreerde procedures maken duidelijk wie bevoegd is en helpen het vertrouwen tussen de lidstaten herstellen. Andere voordelen van goed migratiebeheer en goede asielprocedures zijn: zekerheid en bescherming van migranten en vluchtelingen, doeltreffende werking van het systeem en geloofwaardige toepassing van de regels.

Voorts zal het pact bijdragen aan een versterkt EU-grensbeheer door voort te bouwen op de uitvoering van de verordening betreffende de Euro­pese grens- en kustwacht. Ook zijn voorbereidingen getroffen voor de inzet van het permanente korps van de grens- en kustwacht vanaf 1 januari 2021 en de meerjarige strategische beleidscyclus voor het Europees geïntegreerd grensbeheer.

Met het nieuwe pact wordt een screening aan de buitengrenzen van de EU en op het grondgebied van de lidstaten ingevoerd, met een identificatie, veiligheidscontrole en medisch onderzoek van niet-EU-­onderdanen die de buitengrenzen op niet-reguliere wijze oversteken of om internationale bescherming verzoeken. Om voor sterke buitengrenzen te zorgen, voorziet het plan ook in de invoering van nieuwe, verbeterde (en interoperabele) IT-systemen om de aankomst van personen in de EU, onder wie asielzoekers, bij te houden en de veiligheid te verbeteren. Het redden van levens op zee blijft een prioriteit; het pact voorziet in opsporings- en reddingsoperaties op de Middellandse Zee, en met name in de verdere begeleiding van mensen die op zee worden gered en op EU-grondgebied aan land gaan.

Op het allereerste Schengenforum, georganiseerd door de Commissie op 30 november, bespraken leden van het Europees Parlement en ministers van Binnen­landse Zaken in een videoconferentie de ­aanpak van de problemen in het Schengengebied.

Grafische weergave van een Europese aanpak van zoek- en reddingsoperaties op zee.

Een Europese aanpak van zoek- en reddingsoperaties op zee. Mensen in nood zoeken en redden is onze wettelijke én morele plicht. Door operaties van de lidstaten en Frontex zijn sinds 2015 ongeveer 600.000 levens gered. De permanente inzet van particuliere vaartuigen brengt ook verantwoordelijkheden voor de lidstaten met zich mee. De EU-landen die aan zee liggen, zijn verantwoordelijk voor zoek- en reddingsoperaties, maar de EU is als geheel verantwoordelijk voor het migratiebeheer in Europa.

Bescherming van mensen in nood

Het nieuwe migratie- en asielpact bevat diverse voorstellen om mensen in nood, onder wie de meest kwetsbaren, te beschermen, met als eerste stap de goedkeuring van de voorstellen van de Commissie uit 2016 om de richtlijn opvangvoorzieningen, de verordening betreffende het Uniekader voor herves­tiging en de erkenningsverordening te wijzigen. Ook zorgt het pact ervoor dat minderjarige migranten voorrang krijgen in asiel-, terugkeer- en grenspro­cedures. In 2020 kreeg dit gestalte met de overplaatsing van 2 209 niet-begeleide minderjarigen, gezinnen, kwetsbare asielzoekers en erkende vluchtelingen vanuit Griekenland naar andere EU-­lidstaten, met steun van de Euro­pese Commissie.

Kinderen met mondmasker zwaaien terwijl ze in een vliegtuig stappen.
Niet-begeleide vluchtelingenkinderen verlaten Griekenland, op weg naar een veilige nieuwe start in Duitsland. De Europese Commissie organiseerde en financierde de hervestiging naar andere EU-lidstaten van niet-begeleide en gestrande migrantenkinderen, Athene, Griekenland, 18 april 2020.

Na de branden die het opvang- en identificatiecentrum Moria in september in de as legden, ondernam de Commissie onmiddellijk actie. Ze financierde de overbrenging van alle 406 niet-begeleide minderjarigen vanuit Moria naar het vasteland, in aanvulling op de verdere coördinatie en financiering van vrijwillige relocatie vanuit Griekenland naar 13 lidstaten en naar IJsland, Noorwegen en Zwitserland. Voorts zette de Commissie met volledige instemming van de Griekse autoriteiten een speciale taskforce op voor een duurzame ondersteuning van het migratiebeheer in Griekenland. De eerste prioriteit van deze taskforce was de uitvoering van een gezamenlijk proefproject met de Griekse autoriteiten voor de bouw van een nieuwe accommodatie op Lesbos in het kader van een doeltreffend migratiebeheer.

Charles Michel omringd door journalisten terwijl hij een verklaring aflegt. © Nicolas Economou / NurPhoto / NurPhoto via AFP
Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, legt een verklaring af tijdens zijn bezoek aan het nieuwe tijdelijke vluchtelingenkamp Kara Tepe op Lesbos, na de brand in het kamp Moria, Griekenland, 15 september 2020.

Veilige en legale mogelijkheden om naar Europa te komen

In het pact wordt benadrukt dat de lopende herziening van de blauwekaartrichtlijn van de EU moet worden afgerond om hooggekwalificeerd talent aan te kunnen trekken waaraan de EU-economieën behoefte hebben. Er wordt ook een vaardigheden- en talentenpakket in aangekondigd. De Commissie stelt bovendien voor om talentpartnerschappen op te starten in het kader van mobiliteits- en migratie­regelingen met belangrijke niet-EU-landen. De EU zal deze partnerschappen faciliteren en coördineren in de vorm van financiering en ondersteuning.

In 2020 woonden er in de EU 34 miljoen mensen (8 % van de bevolking) die in een land buiten de EU zijn geboren. Een onderdeel van een gezond en eerlijk systeem van migratiebeheer is dat iedereen die legaal in de EU verblijft, kan delen in en bijdragen aan het welzijn, de welvaart en de cohesie van de samenleving. Dat systeem bevordert de sociale ­cohesie en economische dynamiek en geeft het goede voorbeeld; het laat zien hoe Europa omgaat met de gevolgen van migratie en diversiteit, namelijk door open, weerbare samenlevingen op te bouwen.

Hoewel integratiebeleid primair de verantwoordelijkheid van de lidstaten is, intensiveert de Commissie haar steun daarvoor met een nieuw actieplan voor integratie en inclusie 2020-2027. In dit op een brede raadpleging gebaseerde plan gaat het om zaken als werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid, huisvesting, gelijkheid, cultuur en sport.

Grafische weergave van de talentpartnerschappen voor migranten en vluchtelingen als veilige en legale route naar de EU.

Talentpartnerschappen bieden betere arbeidskansen in eigen land en legale routes naar de EU. Samen met belangrijke partners wordt zo legale migratie ondersteund, en de bestaande samenwerking wordt uitgebreid. Met subsidie van de EU bieden zij programma’s voor arbeids- en opleidingsmobiliteit op basis van vacatures en benodigde vaardigheden in de EU. Talentpartnerschappen omvatten capaciteitsopbouw voor beroepsopleiding en integratie van terugkeerders, waarbij wordt samengewerkt met ministeries, werkgevers, sociale partners, onderwijs en de diaspora.

Video waarin Suaad Alshleh vertelt over haar parcours, van vluchteling uit Syrië tot geneeskundestudent in Ierland.
VIDEO: Suaad Alshleh studeert in Dublin, Ierland, voor arts. Ze kwam als vluchteling uit Syrië.

Nieuwe regels voor visumprocedures

EU-lidstaten behoren tot de belangrijkste toeristische bestemmingen ter wereld. Elk jaar opnieuw worden er meer visumaanvragen verwerkt dan in het jaar ervoor en deze trend zal waarschijnlijk aanhouden na de opheffing van de mondiale coronabeperkingen. Met de nieuwe regels voor visa voor kort verblijf, die in februari van toepassing werden, wordt het voor bonafide reizigers gemakkelijker om een visum aan te vragen voor een reis naar de EU. Tegelijk bieden de regels meer instrumenten om irreguliere migratie tegen te gaan. Naargelang de medewerking die een derde land verleent op het gebied van terugkeer en overname van hun onderdanen die irregulier in de EU verblijven, kan de EU de toepassing van bepaalde regels aanpassen.

Veiligheid en defensie

In juli ontvouwde de Commissie een nieuwe EU-­strategie voor de veiligheidsunie voor de periode 2020-2025. Daarin ligt de nadruk op gebieden waarop de EU de lidstaten op doeltreffendere wijze kan ondersteunen bij het bevorderen van de veiligheid in de Europese Unie. Daarvoor worden instrumenten en maatregelen voorgesteld die de komende vijf jaar moeten worden ontwikkeld om de veiligheid in de fysieke en de digitale omgeving te waarborgen. Het doel van de strategie is terrorisme en georganiseerde misdaad te bestrijden, hybride bedreigingen te voorkomen en op te sporen, de weerbaarheid van onze kritieke infrastructuur te versterken, cyberbeveiliging te bevorderen en onderzoek en innovatie te stimuleren.

Video over de nieuwe EU-strategie voor de veiligheidsunie.
VIDEO: De veiligheidsunie van de EU helpt iedereen in Europa te beschermen.

Strijd tegen georganiseerde en grensoverschrijdende misdaad

Met de lancering van initiatieven op verschillende fronten voerde de Commissie de strijd tegen de ­georganiseerde en internationale misdaad in 2020 op. In de afgelopen jaren is in alle lidstaten het aantal meldingen van seksueel misbruik van kinderen op internet dramatisch toegenomen. Ook zijn er aanwijzingen dat het probleem nog ernstigere vormen heeft aangenomen vanwege de pandemie. In juli kwam de Commissie met een nieuwe EU-stra­tegie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen. Daarin ligt de nadruk op de totstandbrenging van het juiste rechtskader, versterking van de rechtshandhaving en verbetering van de coördinatie op het gebied van preventie, onderzoek en bijstand aan slachtoffers. Alle partijen moeten in dit proces worden betrokken. In september presenteerde de Commissie ook voorlopige wetgeving die ervoor moet zorgen dat aanbieders van onlinecommunicatiediensten die op ­vrijwillige basis kinderporno op internet opsporen en melden en verwijderen, daarmee door kunnen gaan.

De EU coördineert al een aantal jaren concrete maatregelen om de illegale handel in vuurwapens tegen te gaan, maar er liggen nieuwe gevaren op de loer die om nieuwe maatregelen vragen. In juli presenteerde de Commissie een nieuw EU-actieplan 2020-2025 inzake illegale vuurwapenhandel. Met dit plan moet het moeilijker worden om op de zwarte markt aan vuurwapens te komen. Ook moet het leiden tot een verbetering van de rechtshandhavingscapaciteit en de internationale samenwerking. Met de nieuwe EU-agenda en het EU-actieplan inzake drugs (2021-2025) wil de Commissie de stijging van de drugshandel en het gebruik van drugs in Europa een halt toeroepen. Ze benadert het drugsprobleem op nationaal, op EU- en op internationaal niveau. Daarbij ligt de nadruk op meer veiligheid (alle aspecten van drugshandel), meer preventie, betere toegang tot behandelingen en risico- en schadebeperking.

In juni zette het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) een Europees Centrum voor financiële en economische misdrijven op, in reactie op de exponentiële stijging van financiële en economische misdrijven en grootschalige georganiseerde misdaad, en op verzoeken van lidstaten om operationele steun.

Aanpak van terrorisme en radicalisering

De Commissie nam diverse initiatieven om de uitvoering van het EU-rechtskader op het gebied van terrorismebestrijding kracht bij te zetten. In juni publiceerde de Commissie richtsnoeren die voor nationale autoriteiten, bedrijven en onlinemarkt­plaatsen als richtpunt kunnen dienen bij de uitvoering van de regels voor chemische stoffen die kunnen worden misbruikt voor de vervaardiging van zelfgemaakte explosieven (precursoren voor explosieven). Ook werd een programma gelanceerd waarmee de effecten van deze regels online kunnen worden gevolgd. In september publiceerde de Commissie een verslag over de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om te voldoen aan de EU-regels voor de bestrijding van terrorisme. Deze regels vormen op EU-niveau het belangrijkste strafrechtelijke instrument voor de bestrijding van terrorisme.

In december presenteerde de Commissie een nieuwe agenda voor terrorismebestrijding, die de EU beter moet wapenen tegen terrorisme. De agenda bouwt voort op het werk van de afgelopen paar jaar en bevat maatregelen om de lidstaten te ondersteunen bij het anticiperen op, voorkomen van, beschermen tegen en reageren op terroristische dreigingen. De Commissie stelde ook voor om het mandaat van Europol uit te breiden via een herziening van de Europolverordening. Dit initiatief moet ervoor zorgen dat Europol de lidstaten beter kan steunen in hun strijd tegen terrorisme en zware misdrijven. Het moet ook de samenwerking en informatie-uitwisseling bevorderen.

Opsomming van de EU-maatregelen om de veranderende bedreigingen voor de veiligheid aan te pakken.

Veranderende bedreigingen worden aangepakt door politie en justitie in de lidstaten te helpen met de reactie op nieuwe dreigingen, de bestrijding van cybercriminaliteit, de bestrijding van illegale content op internet en de strijd tegen hybride bedreigingen.

De onderhandelingen over een verordening ter voorkoming van de verspreiding van terroristische on­line-inhoud werden afgerond. Deze verordening zal ervoor zorgen dat terroristische propaganda snel wordt verwijderd, de vrije meningsuiting gewaarborgd blijft en de transparantie wordt bevorderd, waarbij zij aan zij wordt gewerkt met het EU-internetforum dat strijdt tegen de verspreiding van onlinepropaganda van terroristen. De Commissie bood de lidstaten en eerstelijnswerkers voorts gerichtere steun via het netwerk voor voorlichting over radicalisering, op vooraf bepaalde prioritaire gebieden.

Bescherming van kritieke infrastructuur

Mensen maken gebruik van fysieke en digitale infrastructuur die van vitaal belang is, zoals luchthavens, elektriciteitscentrales, medische faciliteiten en telecommunicatienetwerken. Deze infrastructuur moet onder alle omstandigheden risicobestendig zijn, ongeacht of mens of natuur, een ongeluk of kwaad opzet de oorzaak is van potentieel gevaar. In december presenteerde de Commissie een nieuwe richtlijn die gericht is op de weerbaarheid van kritieke entiteiten die nodig zijn voor vitale diensten in tal van sectoren.

Witwassen van geld en financiering van terrorisme

Het door de Commissie opgestelde nieuwe actieplan tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme is bedoeld om mazen te dichten en zwakke schakels weg te nemen in de EU-regels voor de aanpak van deze bedreigingen. Het actieplan is opgebouwd rond zes pijlers, die alle gericht zijn op de intensivering van de strijd van de EU tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering, en op een versterking van haar mondiale rol op dit vlak. Tezamen maken zij de EU-regels samenhangender en daarmee doeltreffender. Het toezicht op de toepassing van deze regels wordt verbeterd, evenals de coördinatie tussen de instanties van de lidstaten.

Een toekomstbestendige veiligheidsomgeving.

Een toekomstbestendige veiligheidsomgeving. De EU ondersteunt de bescherming van kritieke infrastructuur tegen een breed scala aan bedreigingen en de opbouw van weerbaarheid hiertegen. De nadruk ligt op versterkte cyberbeveiliging en bescherming van de publieke ruimte.

Samenvatting van EU-maatregelen ter bescherming van de Europeanen tegen terrorisme en georganiseerde misdaad.

De Europeanen beschermen tegen terrorisme en georganiseerde misdaad. We moeten terrorisme blijven bestrijden door terreurdaden te verijdelen door de toegang tot vuurwapens, geld, explosieven en chemische stoffen af te snijden, en via preventie door radicalisering krachtiger tegen te gaan. De EU draagt bij aan de bestrijding van de georganiseerde misdaad op nieuwe en traditionele gebieden zoals drugs-, vuurwapen- en mensenhandel; financiële misdrijven; corruptie, en milieudelicten. De Commissie heeft de volgende initiatieven goedgekeurd: de EU-agenda inzake drugs 2021-2025, het EU-actieplan inzake illegale vuurwapenhandel 2020-2025, het eerste EU-brede verslag over de rechtsstaat, een actieplan voor integratie en inclusie, de EU-agenda inzake terrorismebestrijding en een nieuw mandaat voor Europol.

Voortgangsverslag over de veiligheidsunie van 9 december: overzicht van initiatieven tot dusver.

Defensie-industrie

De fragmentering van de defensie-industrie roept vragen op over het vermogen van de Europese Unie om de volgende generatie kritieke defensie­vermogens op te bouwen. De strategische autonomie en soevereiniteit van de EU en haar vermogen om als veiligheidsleverancier op te treden, komen daardoor in het gedrang. In 2020 werd met twee innovatieve EU-proefprogramma’s — de voorbereidende ­actie ­inzake defensieonderzoek, met een budget van 90 miljoen euro, en het industrieel ontwikkelings­programma voor de Europese defensie, met een budget van 500 miljoen euro — een belangrijke stap voorwaarts gezet. In de loop van het jaar ging 23 miljoen euro naar 10 defensieonderzoeks­projecten in het kader van de voorbereidende actie en 200 miljoen euro naar 16 projecten in het kader van het ontwikkelingsprogramma. De pro­gramma’s banen de weg voor een volwaardig Europees ­Defensiefonds, dat vanaf 2021 zal bijdragen aan de opbouw van een geïntegreerde industriële defensiebasis voor de hele EU.

Tegelijk gingen de lidstaten en de Europese Dienst voor extern optreden door met de uitvoering van defensie-initiatieven, waaronder de permanente gestructureerde samenwerking op het gebied van defensie en de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie. De Raad belastte hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter Josep Borrell met de taak een strategisch kompas te ontwikkelen voor de versterking van een gemeenschappelijke Europese veiligheids- en defensiecultuur en voor de uitwerking van beleidslijnen op de gebieden crisisbeheersing, weerbaarheid, capaciteitsopbouw en partnerschappen.

Verschillende eurobankbiljetten.

Versterking van de economie

Moeilijke tijden voor de economie van de EU

De coronapandemie brengt een ongekende schok in de wereldeconomie en de EU-economie teweeg, met zeer ernstige sociale en economische gevolgen. Volgens de najaarsprognoses van de Commissie krimpt de EU-economie in 2020 met 7,4 % en treedt daarna herstel in met een groei van 4,1 % in 2021 en 3 % in 2022. Hoewel de pandemie de economieën van alle lidstaten heeft getroffen, lopen de gevolgen van de uitbraak en de kracht van het herstel van regio tot regio duidelijk uiteen.

Er wordt gerekend op een stijging van de werkloosheid in de gehele EU van 6,7 % in 2019 naar 7,7 % in 2020. Vrouwen, jongeren, laaggeschoolden en werknemers met een tijdelijk contract worden onevenredig hard geraakt. Ook de armoede, sociale uitsluiting en ongelijkheid zullen wellicht toenemen. Daarom is een inclusief en eerlijk herstel van groot belang.

Door de problemen die de pandemie in 2020 heeft veroorzaakt, is nog duidelijker geworden hoe belang­rijk het is om het economisch beleid in de EU te coördineren. Het Europees Semester biedt een beproefd kader voor de coördinatie van het economisch en werkgelegenheidsbeleid, dat voor de EU en haar lidstaten als anker zal dienen om het herstel en de groene en de digitale transitie in goede banen te leiden. Het Europees Semester en de nieuwe faciliteit voor herstel en veerkracht zijn dus nauw met elkaar verbonden. De plannen die de lidstaten in het kader van de faciliteit indienen, worden getoetst aan eerdere landspecifieke aanbevelingen, die aangeven wat de belangrijkste uitdagingen zijn waarvoor elke lidstaat staat. Om die reden is het tijdschema van het Europees Semester van 2020-2021 tijdelijk aangepast aan de lancering van de nieuwe faciliteit.

In 2020 begon de Commissie ook met de integratie van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties in het Europees Semester. Dit deed ze in het kader van haar strategie om zich te richten op concurrerende duurzaamheid en de opbouw van een economie die werkt voor mens en planeet, conform de Europese Green Deal.

Op een parkeerterrein verschuift een man in witte kleding een rij cabines voor een geïmproviseerd medisch centrum.
Inrichting van een mobiel ziekenhuis, een prototype dat werd gefinancierd door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, om de ziekenhuizen in de regio te helpen het groeiende aantal coronapatiënten op te vangen, Bayonne, Frankrijk, 9 november 2020.

In de eerste helft van 2020 werd in de hele EU meer dan 23 miljard euro geïnvesteerd uit de vier fondsen voor het cohesiebeleid — 5 % meer dan in 2019 ondanks de economische onzekerheid die door de pandemie werd veroorzaakt. Er is een ingrijpende herprogrammering gaande in het kader van de twee investeringsinitiatieven coronavirusrespons die in maart en april werden gelanceerd na een spoedvoorstel van de Commissie en de snelle goedkeuring daarvan door het Europees Parlement en de Raad. Daardoor konden middelen worden toegewezen aan crisismaatregelen in alle lidstaten (zie ook “Een gezamenlijke respons op COVID-19”).

Kaart met projecten in verschillende lidstaten die werden gefinancierd door de investeringsinitiatieven coronavirusrespons (CRII en CRII+).

De financiering die beschikbaar werd gesteld in het kader van de investeringsinitiatieven coronavirusrespons (CRII en CRII+), werd gebruikt voor noodaankopen van medische uitrusting en om bedrijven te helpen het hoofd boven water te houden. Enkele voorbeelden zijn: Polen kocht 536 beademingsapparaten en 120 ambulances. Slowakije kocht 110 ambulances. Roemenië besteedde 800 miljoen euro aan werkkapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen. Bulgarije kocht 317 beademingsapparaten en meer dan 2 miljoen mondkapjes. Griekenland besteedde 1,3 miljard euro aan werkkapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen. Italië ondersteunde 470 laboratoria en financierde 2,5 miljoen coronatests. Spanje richtte 3.800 extra IC-bedden in en kocht 1,8 miljard stuks persoonlijke beschermingsmiddelen en 2.170 beademingsapparaten. Portugal ondersteunde de productie van medische hulpmiddelen, tests en persoonlijke beschermingsmiddelen. Hongarije besteedde 320 miljoen euro aan werkkapitaal voor kleine en middelgrote ondernemingen. Frankrijk verstrekte 223 miljoen euro aan subsidies en financiële instrumenten aan 3.200 kleine en middelgrote ondernemingen. Ierland kocht 65 miljoen stuks persoonlijke beschermingsmiddelen voor zorgpersoneel.

Een nieuwe industriestrategie voor Europa

In maart publiceerde de Commissie een nieuwe industriële strategie voor Europa, waarin wordt geschetst hoe de juiste voorwaarden kunnen worden geschapen om de industrie op mondiaal niveau concurrerend te houden en ze een toonaangevende rol te laten spelen in de groene en de digitale transitie. De pandemie heeft deze trends versneld en aangetoond hoe de mondiale afhankelijkheid van de EU ons reactievermogen in een crisis kan aantasten. De strategie zal bijdragen tot het Europees herstel en de weerbaarheid van de economie.

Grafische samenvatting van de invloed van de nieuwe industriële strategie van de EU op de concurrentiepositie op de wereldmarkt, de groene en de digitale transitie.

De Europese Green Deal is de nieuwe groeistrategie voor Europa. Centraal staat de doelstelling om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld te zijn. De juiste voorwaarden moeten worden gecreëerd zodat ondernemers hun ideeën kunnen omzetten in echte producten en diensten, en ondernemingen van allerlei omvang kunnen groeien en bloeien. De EU moet de invloed, de omvang en de integratie van haar eengemaakte markt inzetten om zich te doen gelden in de wereld en om wereldwijde normen vast te stellen. Digitale technologieën veranderen hoe de industrie eruitziet en hoe wij zakendoen. Zo kunnen economische spelers proactiever worden, werknemers nieuwe vaardigheden verwerven en wordt bijgedragen aan een koolstofvrije economie.

Vanaf maart deed de Commissie diverse voorstellen in het kader van de doelstellingen van de strategie: een actieplan voor de circulaire economie, een actieplan inzake kritieke grondstoffen, een EU-waterstofstrategie voor de schone en de digitale transitie van onze industrie (zie ook “Een klimaatneutraal Europa creëren dat klaar is voor het digitale tijdperk”), en een actieplan inzake intellectuele eigendom om de technologische soevereiniteit en industriële weerbaarheid van de EU te ondersteunen. Tegelijk werkte de Commissie aan een versterking van de rol van industriële ecosystemen, waarbij gekeken werd naar hun investeringsbehoeften. Om ervoor te zorgen dat de EU een gelijk speelveld op de interne markt kan waarborgen, publiceerde de Commissie een witboek en hield ze een uitgebreide raadpleging over de verstorende effecten van buitenlandse subsidies en de manier waarop deze kunnen worden aangepakt.

De strategie voor kleine en middelgrote ondernemingen is als onderdeel van de industriële strategie ­bedoeld om het potentieel van de 25 miljoen kleine en middelgrote Europese bedrijven optimaal te benutten. Initiatieven zoals duurzaamheidsadviseurs en de Escalar-investeringsaanpak om tot 1,2 miljard euro aan durfkapitaal en private-equityinvesteringen voor baanbrekende innovaties aan te trekken, zullen deze bedrijven helpen om zich aan te passen en om een cruciale rol te spelen in de industriële trans­formatie.

Het welslagen van Europa’s industriële transformatie hangt ook af van een geïntegreerde en goed functionerende interne markt. Om de resterende belemmeringen weg te nemen, presenteerde de Commissie concrete maatregelen om de bestaande regels van de interne markt beter te handhaven, zoals de oprichting van een taskforce voor de handhaving van de interne markt, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de aanpak van pandemiegerelateerde beperkingen. Ook zullen bedrijven dankzij nieuwe regels voor de wederzijdse erkenning van goederen hun producten in heel Europa sneller en gemak­kelijker kunnen afzetten.

Ruimtevaartbeleid

Technologieën, data en diensten die gerelateerd zijn aan de ruimtevaart, kunnen de industriële basis van de EU versterken doordat ze bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten, waaronder de opkomst van geavanceerde innovatieve technologieën. Zo verstevigde Galileo, de navigatie­component van het EU-ruimtevaart­programma, in 2020 zijn marktpositie en werken inmiddels meer dan 1,7 miljard smartphones met Galileo. De informatie die een mobiel apparaat met Galileo geeft over de plaats waar een persoon zich bevindt, is nauwkeuriger en betrouwbaarder, met name in stedelijke gebieden.

In december 2020 bereikten het Parlement en de Raad voorlopige politieke overeenstemming over de EU-ruimtevaartverordening, die alle onderdelen van het EU-ruimtevaartprogramma onder één koepel samenbrengt en een budget van 13 miljard euro krijgt (op EU-niveau het grootste bedrag ooit voor ruimtevaart). De nieuwe verordening getuigt van de groeiende ruimtevaartambities van de EU, die verder reiken dan de vlaggenschipprogramma’s Coper­nicus en Galileo, en bevat nieuwe maatregelen om de ruimteveiligheid, een onafhankelijke toegang tot de ruimte en ondernemerschap op ruimtevaartgebied te bevorderen. Tegelijk liepen ook de onderhande­lingen over een kaderovereenkomst inzake financieel partner­schap tussen de Commissie, het Europees Ruimteagentschap en het toekomstige EU-agentschap voor het ruimtevaartprogramma door. Daarin wordt bepaald hoe de taken over de twee agentschappen zullen worden verdeeld conform de ruimtevaartverordening.

Een satelliet draait in een baan rond de aarde, met op de achtergrond het Andesgebergte. © ESA/ATG medialab
De Copernicus-aardobservatiesatelliet “Sentinel 6 Michael Freilich” werd gelanceerd op 21 november 2020. De satelliet maakt gebruik van de nieuwste radarhoogtemeettechnologie om gegevens te verzamelen over de topografie van oceanen, zodat de stijging van de zeespiegel kan worden gemeten. De gegevens van de Sentinel 6 zijn dus essentieel voor klimaatwetenschap en –beleid, en om mensen te beschermen tegen een stijging van de zeespiegel.
© Nicolas Economou / NurPhoto / NurPhoto via AFP

Luchtvaart

In september presenteerde de Commissie met het gewijzigde voorstel voor een gemeenschappelijk ­Europees luchtruim (SES 2+) haar plannen om het Europees luchtruim te moderniseren. Het voorstel moet leiden tot een efficiënter beheer van het luchtverkeer, tot minder vertragingen en tot een terugdringing van de milieugevolgen van het vliegverkeer zonder concessies te doen aan de veiligheid en zonder buitensporige kosten voor de gebruikers van het luchtruim.

Onderzoek en innovatie van topkwaliteit

In haar mededeling van oktober over de nieuwe Euro­pese Onderzoeksruimte ontvouwde de Commissie haar plannen op het gebied van onderzoek en innovatie om het herstel in de EU te bevorderen en de groene en de digitale transitie te ondersteunen. De mededeling geeft aan wat de voorwaarden zijn om tot een concurrerende, talentgestuurde en open Europese onderzoeksruimte te komen. Er zijn 14 concrete maatregelen voorgesteld. Het is de bedoeling om investeringen te rangschikken, de toegang tot excellentie te verbeteren, de grootste talenten op te leiden en aan te trekken, innovatieve ideeën om te zetten in nieuwe producten en diensten, en wetenschap open te stellen.

In juni 2020 zette de Commissie het Fonds van de Europese Innovatieraad op, dat rechtstreeks investeert in het eigen en quasi-eigen vermogen van start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen. Het was voor het eerst dat de Commissie besloot zulke rechtstreekse investeringen te doen. Er werden in totaal 140 bedrijven uit alle technologie-intensieve sectoren (waaronder gezondheidszorg, de digitale en de energiesector) geselecteerd voor eigenvermo­gensinvesteringen van bijna 600 miljoen euro.

In juni kondigden de Commissie, de Europese Investeringsbank en de Investitionsbank Berlin de eerste ronde van financiering uit het EU-malariafonds aan, voor betaalbare, innovatieve oplossingen om malaria te voorkomen en te behandelen. Er gaat 70 miljoen euro naar wetenschappelijk veelbelovende projecten die nog niet zijn opgepakt door de farmaceutische industrie. Het fonds wordt gesteund door InnovFin en het Europees Fonds voor strategische investeringen, gezamenlijke initiatieven van de Commissie en de Europese Investeringsbank.

Video over de nieuwe Europese Onderzoeksruimte.
VIDEO: De nieuwe Europese Onderzoeksruimte.

Bankenunie en kapitaalmarktenunie

De coronacrisis heeft ook een weerslag op de krediet­verlening. Onze financiële markten en de kracht van het herstel hangen af van het goed functioneren van de kapitaalmarkten en van de mogelijkheden om aan financiering te komen. In juni keurde het Parlement de instantwijziging van de verordening kapitaal­vereisten goed, die banken moet stimuleren om geld uit te lenen aan bedrijven en huishoudens. In juli werden door de Commissie maatregelen aangekondigd om het voor de kapitaalmarkten gemakkelijker te maken om EU-bedrijven te helpen de klap van de crisis te boven te komen.

Om de gevolgen van de pandemie voor mensen en bedrijven verder te verzachten, werd in juli een lijst van best practices opgesteld, na twee bijeenkomsten die de Commissie had georganiseerd met vertegenwoordigers van consumenten en bedrijven, Europese banken, andere kredietverleners en de verzekeringssector. De lijst geeft aan hoe deze marktdeelnemers burgers en bedrijven door de crisis kunnen helpen. De gesprekken maken deel uit van een breder streven van de Commissie om de kredietverlening te bevorderen.

In september kondigde de Commissie een nieuw actieplan aan om werk te maken van een kapitaalmarktenunie die het verschil maakt voor mensen en bedrijven. Ook al gaat het om een langetermijnproject, toch kunnen kortetermijnmaatregelen wel degelijk helpen, bijvoorbeeld het vereenvoudigen van de noteringsvereisten voor kleine en middelgrote onder­nemingen, het bevorderen van langetermijn­investeringen van verzekeraars en banken in bedrijven, het stimuleren van banken om meer gebruik te maken van securitisatie en het verbeteren van de toegang van investeerders tot informatie.

Ten gevolge van de pandemie hebben veel huishoudens en bedrijven grote moeite om het hoofd boven water te houden. Ervoor zorgen dat burgers en bedrij­ven toegang houden tot krediet van hun banken, is daarom een topprioriteit van de Commissie. Eind 2020 presenteerde de Commissie een strategie voor niet-renderende leningen die, zonder te tornen aan de bescherming van kredietnemers, kan helpen om een toename van niet-renderende leningen, zoals na de laatste financiële crisis, te voorkomen. Het doel ervan is de bevordering van een snel en duurzaam herstel van de economie na de pandemie, met behoud van de stabiliteit van de Europese finan­ciële sector en zonder aantasting van het vermogen van banken om krediet te verstrekken aan de reële economie.

Met de goedkeuring van de taxonomieveror­dening voor duurzame financiering in 2020 wordt de kapitaalmarktenunie groener en zal deze bijdragen aan de EU-klimaatdoelstellingen doordat particuliere investeringen in groene en duurzame projecten een krachtige impuls zullen krijgen. (Zie ook “Een klimaatneutraal Europa creëren dat klaar is voor het digitale tijdperk”.)

Eerlijke, eenvoudige en moderne belastingen en douane

Eerlijke belastingen zijn van essentieel belang voor de inkomsten van de overheid, voor een gelijk speelveld en voor sociale rechtvaardigheid. In 2020 startte de Commissie haar werkzaamheden om de fiscale omgeving in Europa op de schop te nemen en deze eerlijker en groeivriendelijker te maken. In juli presenteerde ze een nieuw belastingpakket, met onder meer een actieplan voor billijke en eenvoudige belastingheffing om het leven eenvoudiger te maken voor eerlijke belastingbetalers en moeilijker voor belastingfraudeurs. Na een voorstel van de Commissie in juli werden de lidstaten het in november eens over nieuwe fiscale transparantieregels voor digitale platforms. De Raad nam ook conclusies aan over een eerlijke belastingconcurrentie in de EU en daarbuiten in reactie op de mededeling van de Commissie van 15 juli.

Op douanegebied kwam de Commissie in september met een nieuw actieplan douane-unie, dat een reeks maatregelen bevat om de douane slimmer, innovatiever en efficiënter te maken. In oktober lanceerde zij het initiatief voor een EU-éénloketsysteem voor de douane, een toekomstgerichte digitale oplossing voor een snellere en doelmatigere uitwisseling van elektronische gegevens tussen de verschillende overheidsinstanties die betrokken zijn bij de in- en uitklaring van goederen aan de grens.

Eerlijke concurrentie

Europa’s toekomstige industriële, digitale en milieu­strategie moet berusten op eerlijke concurrentie. Het mededingingsbeleid zorgt voor een gelijk speelveld dat bedrijven prikkelt om te investeren, te innoveren en uit te breiden. Het draagt bij aan het concurrentie­vermogen van de EU-economie en van Europese bedrijven en beschermt de toegang van EU-bedrijven tot hoogwaardige inputs tegen aantrekkelijke prijzen zodat ze concurrerend blijven, in hun eigen omgeving en op mondiaal niveau. Solide EU-mededingings­regels maken een concurrentiebevorderende samenwerking mogelijk, stimuleren de groei en ontwikkeling van sterke bedrijven, groot en klein, en faciliteren en bevorderen de vergroening van onze economie.

In 2020 ging de Commissie onverminderd door met de handhaving van de staatssteun-, concentratie- en antitrustregels op alle markten, ook de digitale, de farmaceutische en andere markten, en in basis­industrieën.

In dit verband is van belang dat de Commissie in maart in reactie op COVID-19 met een tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun kwam, die de lidstaten de mogelijkheid biedt om de flexibiliteit die is ingebouwd in de EU-staatssteunregels, optimaal te benutten en zo bedrijven te steunen die worstelen met de ongekende gevolgen van de uitbraak. In de loop van het jaar nam de Commissie bijna 400 beslui­ten waarbij 500 nationale maatregelen werden goedgekeurd die door de 27 lidstaten en het Verenigd Koninkrijk waren aangemeld na de uitbraak van het coronavirus.

De afgelopen jaren zijn de veranderingen in een stroomversnelling gekomen, is de wereld steeds digitaler geworden en raakt alles en iedereen steeds nauwer met elkaar verbonden. In het licht daarvan dacht de Commissie verder na over de toepassing van de mededingingsregels en werkte zij verder aan een herziening van de mededingingsregels op staatssteun-, concentratie- en antitrustgebied die aansluit bij de groene en de digitale prioriteiten van voorzitter Von der Leyen.

Voorts presenteerde de Commissie op 15 december een wet inzake digitale markten en een wet inzake digitale diensten, die een doeltreffendere aanpak moeten bieden voor de problemen die zich voordoen op digitale markten die gevoelig zijn voor marktfalen. In dit verband valt te denken aan de poortwachters­macht van bepaalde digitale platforms. (Voor meer informatie over deze initiatieven, zie “Een klimaatneutraal Europa creëren dat klaar is voor het digitale tijdperk”.)

Twee volwassenen en een kind zitten op de bank en kijken samen op een smartphone.

Bouwen aan een rechtvaardig en sociaal Europa

Een sterk sociaal Europa voor de groene en digitale transitie

Infografiek met gegevens over sociale uitdagingen.

Slechts 1 op de 25 laaggeschoolde werknemers profiteert van een leven lang leren. De loonkloof tussen mannen en vrouwen bedroeg in 2018 14,1%. Slechts 50% van de personen met een handicap die willen werken, heeft een baan. Meer dan 1 op de 5 kinderen loopt risico op armoede of sociale uitsluiting. 40% van alle gevallen van kanker kan worden voorkomen. De jeugdwerkloosheid in de EU-regio’s varieerde in 2019 van 2,8% tot 64%.

Het economisch herstel van de coronaviruspandemie moet eerlijk en inclusief zijn en burgers tegelijkertijd voorbereiden op de groene en de digitale transitie die gelijktijdig plaatsvinden. De EU zal voorrang geven aan de sociale dimensie van de economie, met name door de lidstaten te ondersteunen bij de volledige uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten. In 2020 startte de Europese Commissie initiatieven met het oog op een sterk sociaal Europa, met genoemde pijler als basis. Ze vroeg de lidstaten, regio’s en partners van de EU hoe de doelstellingen van de pijler volgens hen kunnen worden verwezenlijkt ter voorbereiding van een nieuw actieplan in 2021.

Infografiek van het percentage mensen met een minimumloon dat moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen.

De infografiek toont het percentage mensen met een minimumloon dat moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. 2% vindt het heel gemakkelijk, 7% gemakkelijk en 21% redelijk gemakkelijk. 39% vindt het redelijk moeilijk, 20% vindt het moeilijk en 11% vindt het heel moeilijk. De meerderheid (bijna 60% in de hele EU) van de minimumloners is vrouw. Bron: Berekeningen van Eurofound op basis van de EU‑SILC 2018.

Een van de beginselen van de pijler, en een prioriteit voor voorzitter Von der Leyen, is ervoor te zorgen dat alle werknemers in de EU bescherming genieten met toereikende minimumlonen die een waardig leven mogelijk maken. Daarom kwam de Commissie in oktober met een voorstel om de toereikendheid en de reikwijdte van de bescherming van de minimumlonen in Europa te verbeteren. De voorgestelde richtlijn moet alle werknemers in de EU zo’n minimumloon garanderen, ongeacht waar ze werken. Het voorstel stimuleert ook collectieve onderhandelingen over loonvorming in alle lidstaten en wil loonongelijkheid en armoede onder werkenden bestrijden, met inachtneming van de verschillen tussen de landen naargelang hun situatie en tradities.

De vaardigheden van de burgers ­ontwikkelen

De groene en digitale transitie veranderen de manier waarop we werken, leren, deelnemen aan de samenleving en ons dagelijks leven leiden. Tegelijkertijd heeft de pandemie ingrijpende gevolgen voor miljoenen mensen in de EU die hun baan of een groot deel van hun inkomen zijn kwijtgeraakt. Europa kan deze problemen alleen maar aanpakken en kansen grijpen als zijn burgers de juiste vaardigheden ontwikkelen.

De Europese vaardighedenagenda is een vijfjarenplan om burgers en bedrijven te helpen meer en betere vaardigheden te ontwikkelen en te benutten. De agenda richt zich tot publieke en private partners met een reeks ambitieuze doelstellingen die tussen nu en 2025 moeten worden verwezenlijkt.

De vaardighedenagenda omvat twaalf acties rond vier thema’s: een pact voor vaardigheden met het oog op meer gezamenlijke actie om investeringen in vaardigheden bij de beroepsbevolking maximaal te laten renderen; acties om mensen de juiste vaardigheden te geven voor een baan; instrumenten en initiatieven om mensen te ondersteunen bij hun leertrajecten in het kader van een leven lang leren, en een kader om investeringen in vaardigheden aan te trekken.

De agenda werd op 1 juli 2020 geïntroduceerd en zeven van de twaalf vlaggenschipinitiatieven zijn al concreet van start gegaan. De resterende vijf gaan in 2021 van start.

Meer kansen voor jongeren creëren

Grafiek van de jeugdwerkloosheid sinds 2008.

De grafiek toont de ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid in de EU van 2008 tot 2020. Na een gestage groei van iets onder de 16% in 2008 tot een piek van 24,9% in 2013 daalde de jeugdwerkloosheid geleidelijk om vervolgens weer licht te stijgen tot 17,7% in november 2020.

De pandemie heeft nog eens duidelijk gemaakt dat de start op de arbeidsmarkt voor veel jongeren moeilijk is. Met het in juli opgestarte pakket “Ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren” wil de EU jongeren een duwtje in de rug geven door meer leerlingplaatsen beschikbaar te stellen en alle jongeren onder de 30 jaar binnen vier maanden nadat ze werkloos zijn geworden of het onderwijs hebben verlaten, een baan, opleiding of vervolgonderwijs aan te bieden. Het initiatief heeft ook tot doel beroepsonderwijs en -opleiding moderner en aantrekkelijker te maken en beter af te stemmen op de digitale en groene economie.

In dit pakket wordt ook voorgesteld de jongeren­garantie te versterken zodat in de toekomst nog meer jongeren geholpen kunnen worden. In november keurde de Raad het voorstel van de Commissie goed, dat verbeteringen omvat zoals een uitbreiding van de garantie tot kwetsbare jongeren en een verhoging van de maximumleeftijd tot 29 jaar. Op die manier kunnen de lidstaten met EU-financiering de steun voor werkgelegenheid voor jongeren opvoeren, met als algemene ambitie om 22 miljard euro te investeren via NextGenerationEU en de begroting 2021-2027.

Grafische weergave van de manier waarop de EU de lidstaten helpt een brug te slaan naar banen.

De EU helpt de lidstaten de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Tientallen miljarden euro’s worden uitgetrokken voor het herstelplan voor jongeren. Dat geld wordt gebruikt voor een brug naar banen (ter versterking van de jongerengarantie): het beroepsonderwijs wordt klaargestoomd voor de toekomst, er komen meer leerlingplaatsen en er worden meer banen voor jongeren geschapen. De lidstaten moeten prioriteit geven aan investeringen die jongeren op korte en middellange termijn kunnen helpen

Een brug naar banen voor de volgende generatie: zo helpt de EU de lidstaten hierbij.

De Europese onderwijsruimte tot stand brengen

Meer kansen creëren voor jongeren gaat samen met het verrijken van de kwaliteit, inclusiviteit en de digitale en groene dimensie van de onderwijsstelsels. Daarom publiceerde de Commissie in september een mededeling over de totstandbrenging van de Europese onderwijsruimte tussen nu en 2025, in nauwe samenwerking met de lidstaten. De mededeling geeft aan hoe de lidstaten samen vorm kunnen geven aan een EU waar studenten en leerkrachten de vrijheid hebben om overal in Europa te leren en te werken, en onderwijsinstellingen onbeperkt onderlinge relaties kunnen aanknopen in Europa en elders. De EU en haar lidstaten hebben duidelijke mijlpalen vastgesteld om dit te bereiken en NextGenerationEU en het Erasmus+-programma zullen hieraan bijdragen.

Digitaal onderwijs

Een vrouw voor een computerscherm. © Technocité, 2020
Technocité, nabij de Belgische stad Bergen, helpt volwassenen en werkzoekenden de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor de digitale en creatieve sector. Tijdens de eerste lockdown in het voorjaar waren 2 020 onderwijsinstellingen in het hele land maandenlang gesloten. Voor Technocité zat er slechts één ding op: snel aanpassen of definitief moeten sluiten. Met 3,3 miljoen euro subsidie van de EU kon Technocité een nieuwe manier van werken ontwikkelen. Alle lessen werden voortaan online gegeven, zodat de studenten onderwijs op afstand konden volgen.

Door de coronacrisis heeft afstandsonderwijs een centrale plek ingenomen in de onderwijspraktijk, wat duidelijk heeft gemaakt dat het digitaal onderwijs dringend moet worden verbeterd. In het kader van haar inspanningen om de digitale transitie te bevorderen, keurde de Commissie in september een nieuw actieplan voor digitaal onderwijs goed, waarin een reeks initiatieven wordt gepresenteerd voor hoogwaardig, inclusief en toegankelijk digitaal onderwijs in de EU. Met het plan wordt opgeroepen tot nauwere samenwerking tussen de lidstaten en tussen belang­hebbenden om de onderwijs- en opleidingsstelsels perfect uit te rusten voor het digitale tijdperk. De Commissie zal een Europese hub voor digitaal onderwijs oprichten om de samenwerking tussen de relevante beleidsgebieden te bevorderen, een netwerk van nationale adviesdiensten op te zetten en de dialoog tussen actoren uit de particuliere en publieke sector te versterken.

Meer inspanningen voor een Unie van gelijkheid

De EU zet zich actief in voor de totstandbrenging van een Unie van gelijkheid. Dit betekent dat beleid en maatregelen worden ingevoerd om de stereotypen ter discussie te stellen die nog te vaak in de samenleving aanwezig zijn. Ook worden de voorwaarden gecreëerd om ervoor te zorgen dat iedereen zijn talenten tot uitdrukking kan brengen, ongeacht geslacht, ras of etnische afkomst, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid of religieuze overtuiging. Meer billijkheid in de EU betekent ook dat bij de besluit­vorming rekening wordt gehouden met de behoeften van iedereen in de samenleving.

Ter gelegenheid van de 20e verjaardag van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie keurde de Commissie in december een nieuwe strategie goed om de uitvoering ervan te verbeteren. In het verslag van de Commissie van juni 2019 en de raadplegingen ter voorbereiding van de strategie werd benadrukt dat het handvest in de lidstaten niet ten volle wordt benut. Mensen zijn niet goed op de hoogte van hun rechten en willen graag weten hoe ze verhaal kunnen halen wanneer hun rechten worden geschonden. In de strategie worden manieren gepresenteerd om ervoor te zorgen dat het handvest doeltreffend wordt toegepast, onder meer door rechtbanken en maatschappelijke organisaties macht te geven, en om mensen bewuster te maken van hun rechten.

Gendergelijkheid

De totstandbrenging van een Unie van gelijkheid is een topprioriteit voor de Commissie en een noodzaak voor een billijke, sterke en welvarende EU voor alle vrouwen en mannen, jong en oud, in al hun diversiteit. Om deze kloven te dichten en de Europese Unie in staat te stellen haar potentieel in de samenleving, onder meer op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, bedrijfsleven en politiek, volledig te benutten, presenteerde de Commissie in maart een strategie voor gendergelijkheid. Zij bevat een visie, beleidsdoelstellingen en acties om reële vooruitgang te boeken op het gebied van gendergelijkheid in de EU en bij het verwezenlijken van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

De beschreven acties omvatten onder meer een initiatief tegen specifieke vormen van gendergerelateerd geweld, acties tegen genderstereotypen, maatregelen voor het evenwicht tussen werk en privéleven en voor gelijke beloning, en een stimulans voor het gender­evenwicht in de besluitvorming en de politiek.

Een infografiek over gendervraagstukken.

33% van de vrouwen in de EU heeft te maken gehad met lichamelijk en/of seksueel geweld. 22% van de vrouwen in de EU heeft te maken gehad met partnergeweld. 55% van de vrouwen in de EU heeft te maken gehad met seksuele intimidatie, en vrouwen krijgen vaker dan mannen te maken met seksuele intimidatie online. Slechts 67% van de vrouwen in de EU heeft een baan, tegenover 78% van de mannen. Slechts 7,8% van de voorzitters van de raden van bestuur en 8,2% van de CEO’s is vrouw.

Lockdowns en beperkingen van de bewegingsvrijheid vertraagden de verspreiding van het coronavirus, maar voor slachtoffers van huiselijk geweld bete­kende het vaak dat zij geïsoleerd werden met de daders van het geweld. Hoewel het nog te vroeg is voor betrouwbare gegevens, rapporteerde de Wereldgezondheidsorganisatie een aanzienlijke toename van huiselijk geweld als gevolg van de lockdownmaat­regelen. De Commissie organiseerde onlineseminars met de lidstaten over de gendergelijkheidsaspecten van de pandemie. Tijdens de evenementen kwamen goede praktijken aan bod inzake de aanpak van huiselijk geweld, gendergelijkheid op het werk en in de zorg, en genderevenwicht in de besluitvorming, allemaal tegen de achtergrond van COVID-19. In het kader van het Spotlight-initiatief werd bijna 18 miljoen euro aan middelen herverdeeld voor de aanpak van geweld tegen vrouwen en meisjes tijdens de pandemie. Het Spotlight-initiatief werd in 2017 opgestart in partnerschap met de Verenigde Naties. De EU draagt daaraan 500 miljoen euro bij voor de uitbanning van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes.

Racisme bestrijden

Horizontale collage samengesteld uit halve gezichten van mensen van verschillende etnische en leeftijdsgroepen.

Hoewel racisme en rassendiscriminatie in de EU verboden zijn, blijven ze in vele vormen bestaan, soms in combinatie met discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap of migratieachtergrond. In september presenteerde de Commissie het EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 om actoren op alle niveaus samen te brengen zodat racisme, waaronder structureel racisme, doeltreffender wordt aangepakt. Het actieplan vestigt de aandacht van de lidstaten op een striktere toepassing van het bestaande EU-recht. Het voorziet ook in de benoeming van een EU-­coördinator voor racismebestrijding en in maatregelen ter ondersteuning van de lidstaten om de rechtshandhaving eerlijker te maken zodat discriminerende handelswijzen zoals raciale en etnische ­profilering worden voorkomen. Tevens zullen de lidstaten tussen nu en eind 2022 nationale plannen voor de bestrijding van racisme moeten indienen.

Gelijkheid, integratie en participatie van de Roma

Uit een enquête uit 2019 blijkt dat 45 % van de Roma de afgelopen twaalf maanden te maken heeft gehad met discriminatie. De grootste etnische minderheid in Europa wordt nog steeds gecon­fronteerd met onaanvaardbare discriminatie en sociaal-economische uitsluiting in het dagelijkse leven. Negatieve stereotypen en vooroordelen komen nog altijd vaak voor. In oktober presenteerde de Commissie een versterkt strategisch EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma voor de komende tien jaar.

Video over de nieuwe strategie voor gelijke kansen voor de Roma.
VIDEO: Gelijke kansen #EU4Roma.

Alle Roma moeten de kans krijgen om hun volledige potentieel te benutten en deel te nemen aan het politieke, sociale, economische en culturele leven. Het vorige kader was in de eerste plaats gericht op sociaal-economische integratie. Het nieuwe strate­gische EU-kader voor de Roma bevat een reeks ­minimumdoelstellingen die tussen nu en 2030 moeten worden bereikt aan de hand van een bredere aanpak die een aanvulling vormt op de inclusie van gemarginaliseerde Roma, door gelijkheid en participatie voor iedereen te bevorderen. De Commissie stelde de Raad ook een aanbeveling voor over gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma, met een lijst van specifieke maatregelen die de lidstaten moeten nemen om de gemeenschappelijke doelstellingen van de EU te verwezenlijken. Het strategisch kader sluit aan op de werkzaamheden van de Commissie op andere gebieden, onder meer de EU-­begroting 2021–2027, het EU-actieplan tegen racisme 2020-2025, de EU-strategie voor de rechten van slachtoffers en de strategie voor gendergelijkheid.

Gelijkheid van lhbtiq’ers

De eerste strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers, die de Commissie in november publiceerde, bevat maatregelen waarmee de Europese Unie de discriminatie van en problemen voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders, interseksuele en queerpersonen wil bestrijden. De Commissie plant een initiatief om homofobe haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven op te nemen in de lijst van zware misdrijven met een grensoverschrijdende dimensie, de zogeheten “euromisdrijven”. Ze wil de lidstaten helpen met hun nationale actieplannen, EU-brede bewustmakingscampagnes organiseren, maatschappelijke organisaties financieren en de gelijkheid van lhbtiq’ers in het EU-beleid integreren.

Grafische samenvatting van de allereerste LHBTIQ-strategie van de EU.

De Europese Commissie heeft voor het eerst een LHBTIQ-gelijkheidsstrategie vastgesteld. Deze bestaat uit vier pijlers, elk met een aantal kerndoelstellingen die tegen 2025 moeten zijn verwezenlijkt. Het gaat daarbij om: discriminatie van LHBTIQ’ers bestrijden; de veiligheid van LHBTIQ’ers garanderen; inclusieve samenlevingen opbouwen, en opkomen voor gelijkheid van LHBTIQ’ers over de hele wereld.

Rechten van personen met een ­handicap

Personen met een handicap lopen vaker risico op armoede, opleidingsachterstand, sociale uitsluiting en een gebrek aan onafhankelijkheid en autonomie. Dit kan hun waardigheid en grondrechten in het gedrang brengen. Door de COVID-19-pandemie zijn deze ongelijkheden nog verergerd. In november publi­ceerde de Commissie haar evaluatie van de Europese strategie inzake handicaps 2010-2020. Hoewel er nog ruimte is voor verbetering, heeft de strategie ertoe bijgedragen dat de rechten van personen met een handicap worden geïntegreerd in de wetgeving en het beleid van de EU. Voorbeelden hiervan zijn de goedkeuring van de Europese toegankelijkheidswet, de richtlijn inzake webtoegankelijkheid en de wet­geving inzake de rechten van passagiers.

EU-strategie voor de rechten van slachtoffers

In juni publiceerde de Commissie de eerste EU-­strategie voor de rechten van slachtoffers. Deze heeft voornamelijk tot doel ervoor te zorgen dat alle slachtoffers van misdrijven hun rechten ten volle kunnen uitoefenen, ongeacht waar in de EU en in welke omstandigheden het misdrijf plaatsvond. In de strategie worden maatregelen gepresenteerd om slachtoffers in staat te stellen misdrijven te melden, schadeloosstelling te vorderen en de gevolgen van het misdrijf te boven te komen; ze bevat ook maatregelen om opleiding voor politie en justitie te bevorderen. Het in mei gepubliceerde verslag over de uitvoering van de richtlijn slachtofferrechten bracht in de meeste lidstaten tekortkomingen aan het licht in verband met rechten zoals toegang tot informatie, ondersteunende diensten en bescherming, die met de strategie moeten worden verholpen.

Anticiperen op toekomstige uitdagingen voor een veerkrachtigere EU

Anticipatie en paraatheid zijn essentieel om de uitdagingen van morgen het hoofd te bieden. In haar eerste strategisch prognoseverslag concentreert de Commissie zich op de integratie van strategische prognoses in de beleidsvorming van de EU via een Commissiebreed kader. Tevens presenteert ze strate­gische prognoses als instrument om de veerkracht van de EU te versterken, met oog voor vier dimensies: de sociale en economische, de geopolitieke, de groene en de digitale dimensie. Anticiperen op toekomstige trends is essentieel om ervoor te zorgen dat beleidsmakers rekening houden met lange­termijnkwesties, zoals demografische uitdagingen.

Video over toekomstige megatrends.
VIDEO: Hoe strategische prognoses zullen bijdragen aan de groene, digitale en eerlijke transities en Europa weerbaarder zullen maken.

Demografische veranderingen brengen ook veranderingen teweeg in de Europese samenleving. In juni publiceerde de Commissie haar allereerste verslag over de gevolgen van demografische trends in de EU. In het verslag wordt gewezen op het verband tussen demografische trends en de gevolgen daarvan enerzijds en het potentieel om de coronacrisis te boven te komen anderzijds. Het verslag is het startschot voor de werkzaamheden van de Commissie op dit gebied en helpt haar te bepalen hoe zij de zwaarst getroffen mensen, regio’s en gemeenschappen het best kan ondersteunen. Het dient ook als basis voor het groenboek over de vergrijzing en de langetermijnvisie voor plattelandsgebieden die in 2021 wordt verwacht. Het omzetten van demografische problemen in kansen zal bijdragen tot de groene en digitale transities die van cruciaal belang zijn voor een welvarende en duurzame toekomst. Dit betekent dat de gezondheidszorg, het welzijn, de overheidsbegrotingen en de toegang tot diensten moeten worden onderzocht in het licht van het veranderende demografische landschap, om het beleid beter af te stemmen op praktische behoeften en de realiteit.

Een infografiek met demografische prognoses.

In 2018 was de levensverwachting bij de geboorte gestegen tot 78,2 jaar voor mannen en 83,7 jaar voor vrouwen. Deze trend zal zich vermoedelijk doorzetten: mannen die in 2070 worden geboren, zullen naar verwachting gemiddeld 86,1 jaar oud worden, vrouwen 90,3. In 2018 kreeg elke vrouw gemiddeld 1,55 kinderen, bij een mediane leeftijd van 31,3 jaar bij de bevalling. Dit zal naar verwachting stijgen tot 1,66 kinderen en 31,7 jaar in 2070. In 2070 bedraagt het aandeel van de bevolking van 65 jaar of ouder naar verwachting 30,3% (vergeleken met 20,3% in 2019). Het aandeel van de bevolking van 80 jaar of ouder zal naar verwachting 13,2% bedragen (vergeleken met 5,8% in 2019).

Een leerkracht geeft buiten les in het kader van het EU4Schools-project in Albanië. © UNDP Albanië, 2020

De Europese belangen en waarden wereldwijd uitdragen

Bouwen aan een sterkere en ­nauwere samenwerking met Afrika

Ursula von der Leyen in het midden tussen verschillende Europees commissarissen en vertegenwoordigers van de Afrikaanse Unie.
De 10e vergadering tussen de Europese Commissie en de Commissie van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba, Ethiopië, 27 februari 2020.

2020 werd gekenmerkt door een groeiende dyna­miek in de relaties tussen de EU en Afrika. Eind ­februari namen voorzitter Von der Leyen en de meeste leden van de Commissie deel aan de 10e bijeenkomst van de Commissie van de EU en de Commissie van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba, Ethiopië.

De bijeenkomst vond plaats in het kader van de lopende dialoog met de Afrikaanse Unie en was een gelegenheid om gemeenschappelijke uitdagingen te bespreken zoals vrede en bestuur, klimaatverandering, duurzame banen en investeringen, digitalisering, mobiliteit en migratie. Daarnaast werd het startschot gegeven voor de voorbereidingen van de zesde top, in 2021.

Ursula von der Leyen en Tewolde GebreMariam bij een vliegtuig in een hangar.
Voorzitter Von der Leyen, in het midden op de foto met links van haar Tewolde GebreMariam, CEO van Ethiopian Airlines, bezocht de luchtvaartacademie van Addis Abeba. De EU draagt bij aan de financiering van deze internationale bedrijfsschool waar jongeren worden opgeleid tot piloot, cabinemedewerker of boordwerktuigkundige.

In maart brachten de Commissie en de hoge vertegenwoordiger, Josep Borrell, een gezamenlijke mededeling uit met als titel “Naar een brede strategie met Afrika”. Die is erop gericht het partnerschap tussen beide continenten naar een hoger niveau te tillen. De strategie stelde sterkere partnerschappen voor op vijf belangrijke gebieden: de groene transitie, de digitale transitie, duurzame groei, vrede en bestuur, en migratie en mobiliteit.

Infografiek van de economische betrekkingen tussen de EU en Afrika.

De figuur toont de cijfers van 2018 over officiële ontwikkelingshulp aan Afrika en de goederenhandel van Afrika per partner. De EU en haar 27 lidstaten leverden 46% van de officiële ontwikkelingshulp aan Afrika, wat neerkomt op 19,6 miljard euro. Daarna volgen de Verenigde Staten, met 25% en 10,7 miljard euro. Bron: Oeso DAC2A 2018. Geen gegevens beschikbaar voor China. 32% van de totale Afrikaanse goederenhandel vond plaats met de EU, wat overeenkomt met 235 miljard euro. 17%, 125 miljard euro, met China en 6%, 46 miljard euro, met de Verenigde Staten. Bron: Internationaal Monetair Fonds, 2018.

Video over de belangrijkste aspecten van het toekomstige partnerschap met Afrika.
VIDEO: Naar een brede strategie met Afrika.

In november sloot de Europese Commissie in totaal tien financiëlegarantieovereenkomsten met financiële partnerinstellingen, ter waarde van 990 miljoen euro, en zette daarmee een belangrijke stap om investeringen in Afrika en de buurlanden van de EU te stimuleren en zo het wereldwijde herstel van de pandemie te helpen bevorderen. Samen zullen deze garanties naar verwachting tot wel 10 miljard euro aan totale investeringen genereren. Deze garanties zijn onderdeel van de respons van Team Europa op de COVID-19-pandemie.

De EU uitbreiden

Het uitbreidingsbeleid van de EU kreeg in februari een nieuwe impuls toen de Commissie haar voorstellen indiende voor een versterking van het toetredingsproces om het geloofwaardiger, voorspelbaarder en dynamischer te maken, met hernieuwde aandacht voor fundamentele hervormingen en een sterkere politieke sturing. In maart zette de EU een historische stap door te besluiten toetredingsonderhandelingen te openen met Albanië en Noord-Macedonië. In mei betuigden de lidstaten opnieuw hun ondubbelzinnige steun voor het Europese perspectief van de Weste­lijke Balkan tijdens de top EU-Westelijke Balkan.

Om het economisch herstel op lange termijn te onder­steunen en de convergentie met de EU te ­versnellen, stelde de Commissie in oktober een economisch en investeringsplan voor de Weste­lijke Balkan voor met 9 miljard euro aan subsidies. Tegelijkertijd moet een nieuwe garantiefaciliteit voor de Westelijke Balkan tot wel 20 miljard euro aan investeringen genereren. Het plan bevordert ook sterke regionale integratie aan de hand van een ­gemeenschappelijke regionale markt, die door de leiders van de Westelijke Balkan tijdens de top van Sofia in november in het kader van het proces van Berlijn werd onderschreven.

Video over EU-subsidies in Albanië en Noord-Macedonië.
VIDEO: De EU financiert innovatief toerisme in de grensregio’s Elbasan in Albanië en Polog in Noord-Macedonië.
Kaart van de landen van de Westelijke Balkan met overzicht van hun betrekkingen met de EU.

Kaart van de landen van de Westelijke Balkan met een overzicht van hun betrekkingen met de EU. Bosnië en Herzegovina is een potentiële kandidaat-lidstaat en heeft 3,5 miljoen inwoners. De Europese Commissie heeft in mei 2019 een advies uitgebracht over het verzoek om toetreding en in december 2019 heeft de Raad conclusies aangenomen waarin 14 kernprioriteiten worden bekrachtigd. Montenegro is een kandidaat-lidstaat en heeft 700.000 inwoners. Op dit moment zijn 33 onderhandelingshoofdstukken geopend en zijn 3 hoofdstukken voorlopig afgesloten. Albanië heeft 2,9 miljoen inwoners en is kandidaat-lidstaat sinds maart 2020, toen de EU besloot toetredingsonderhandelingen te openen. Servië is een kandidaat-lidstaat en heeft 7 miljoen inwoners. Op dit moment zijn 18 onderhandelingshoofdstukken geopend en zijn 2 hoofdstukken voorlopig afgesloten. Kosovo is een kandidaat-lidstaat en heeft 1,8 miljoen inwoners. In april 2016 is de stabilisatie- en associatieovereenkomst in werking getreden. Noord-Macedonië heeft 2,1 miljoen inwoners en is kandidaat-lidstaat sinds maart 2020, toen de EU besloot toetredingsonderhandelingen te openen.

Tijdens de top zegden de leiders van de Westelijke Balkan toe de regionale samenwerking verder te versterken als een manier om vooruitgang te boeken op hun weg naar de EU. Daarmee zijn belangrijke stappen gezet om de regionale samenwerking te versterken met als doel het sociaal-economisch herstel en de convergentie te stimuleren.

Vanwege de coronacrisis voorzag de EU in een steunpakket van 3,3 miljard euro voor de Westelijke ­Balkan om de noodsituatie op gezondheidsgebied aan te pakken en de sociaal-economische gevolgen ervan te verzachten. Er werd 98 miljoen euro vrijgemaakt voor Turkije om dringend noodzakelijke beschermingsmiddelen te verstrekken en de meest kwetsbare vluchtelingen te ondersteunen.

In februari vond in Brussel de door de EU geleide internationale donorconferentie “Samen voor Albanië” plaats ter ondersteuning van de wederopbouw na de aardbeving die het land in november 2019 trof. De EU, de lidstaten en de Europese Investeringsbank droegen 400 miljoen euro bij aan de totale toezegging van 1,15 miljard euro.

Nabuurschapsbeleid

Video over humanitaire hulp in Oekraïne.
VIDEO: Soms kunnen kleine dingen een groot verschil maken. Via de humanitaire hulp van de EU aan Oekraïne kreeg deze verpleegkundige een fiets en medische uitrusting. Nu kan ze meer mensen de nodige medicatie en behandeling geven.

Aan de basis van het optreden van de EU in het oostelijke en zuidelijke nabuurschap moeten flexibele en samenhangende beleidsdoelstellingen voor de lange termijn liggen om te kunnen inspelen op nieuwe prioriteiten. In maart publiceerden de Commissie en hoge vertegenwoordiger Josep Borrell een gezamenlijke mededeling over het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap. Daarin wordt beschreven hoe de veerkracht kan worden versterkt om gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken, duurzame ontwikkeling te bevorderen en resultaten te boeken voor de burgers. Op hun bijeenkomst in juni beves­tigden de leiders van de EU-lidstaten en de landen van het Oostelijk Partnerschap het strategische karakter van dit partnerschap en herhaalden ze hun inzet voor verdere integratie en meer tastbare voordelen voor de mensen. Meer dan 1 miljard euro aan subsidies werd herverdeeld om de oostelijke buurlanden van de EU te ondersteunen in de strijd tegen de ­COVID-19-pandemie.

In de zuidelijke buurlanden bleef de EU ondersteuning bieden voor structurele hervormingen, inclusieve economische ontwikkeling en werkgelegenheid, goed bestuur, democratische instellingen, de rechtsstaat en corruptiebestrijding.

De EU maakte de respons op de gezondheidscrisis en de economische gevolgen daarvan in de regio tot een prioriteit door nieuwe programma’s te ontwikkelen en uitgaven te verschuiven. Deze pakketten zijn bedoeld om de gevolgen van de pandemie te verzachten, met name voor de meest kwetsbare mensen, en zijn onderdeel van de bijdrage van de EU aan de COVID-19-respons van Team Europa: de EU, haar lidstaten, hun nationale instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

De Commissie keurde een pakket ter waarde van 3 miljard euro goed voor macrofinanciële bijstand aan tien uitbreidings- en nabuurschapspartners om hen te helpen de economische gevolgen van de coronapandemie te beperken. De middelen zullen als volgt worden verdeeld: Albanië (180 miljoen euro), Bosnië en Herzegovina (250 miljoen euro), Georgië (150 miljoen euro), Jordanië (200 miljoen euro), ­Kosovo (100 miljoen euro), Moldavië (100 miljoen euro), Montenegro (60 miljoen euro), Noord-­Macedonië (160 miljoen euro), Tunesië (600 miljoen euro) en Oekraïne (1,2 miljard euro).

De respons van de EU op de crises in Libië en Syrië werd in 2020 voortgezet met bijstand te verlenen aan vluchtelingen en gastgemeenschappen, met name via de twee specifieke trustfondsen. Sinds 2014 bedraagt de financiële steun van de EU aan Libië ruim 0,5 miljard euro, en de steun voor Syrische vluchtelingen en hun gastgemeenschappen ruim 2,2 miljard euro.

De EU startte ook EUNAVFOR MED IRINI op, een nieuwe militaire operatie in het Middellandse Zeegebied waarmee uitvoering wordt gegeven aan het VN-wapenembargo tegen Libië, als bijdrage aan het vredesproces in het land.

Infografiek van EU-steun aan Georgië.

Voorbeeld van steun voor noodhulp en behoeften op korte termijn. In Georgië kon een producent van medisch textiel in een week tijd 40.000 medische schorten produceren nadat hij met een microsubsidie van de EU 12 extra naaimachines had kunnen kopen.

Andere belangrijke kwesties in 2020

In 2020 bleef de EU voorrang geven aan de geo­politieke ontwikkelingen in de aangrenzende ­landen en regio’s door al haar instrumenten samen te brengen ter ondersteuning van conflictbeheersing en -oplossing. Zo bleef zij de soevereiniteit en territo­riale eenheid van Oekraïne politiek steunen en ondersteunde zij het gezondheidszorgstelsel in Libië en het maatschappelijk middenveld in Syrië.

Twee Rohingya-vrouwen vermaken een kind met een ratel. © Mahmud Rahman voor Action Against Hunger, 2020
In 2020 toonde de EU zich solidair met Rohingya-vluchtelingen en de landen die hen opvangen. De EU organiseerde in oktober een donorconferentie en zamelde 96 miljoen euro in voor humanitaire hulp, ontwikkelingssamenwerking en conflictpreventie. Meer dan 860 000 Rohingya-vluchtelingen wonen momenteel in Bangladesh en meer dan 150 000 in andere landen in de regio. De naar schatting van de VN ongeveer 600 000 Rohingya die zijn achtergebleven in de deelstaat Rakhine (Myanmar/Birma), zijn het slachtoffer van de aanslepende mensenrechtencrisis. De foto is in 2018 genomen in Cox’s Bazar, Bangladesh, en toont een van de voedselhulpcentra die met EU-steun gratis voedzame warme maaltijden aan kinderen bieden en voorlichting en advies verstrekken aan ouders.
© Mahmud Rahman voor Action Against Hunger, 2020

De stabiliteit en welvaart van de partners van de EU zijn van cruciaal belang voor de landen zelf en de mensen die er wonen, maar ook voor de veiligheid en de strategische belangen van de EU. De EU zet zich onder meer in de Sahelregio (Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië en Niger) in voor de bevordering van vrede en stabiliteit. Haar inspanningen in de regio zijn een goed voorbeeld van de manier waarop diplomatie, civiele en militaire missies en humani­taire en ontwikkelingshulp in een geïntegreerde aanpak kunnen worden gecombineerd. In het kader hiervan kunnen we de ondersteuning door de EU van de bemiddelingspogingen na de militaire staatsgreep in Mali vermelden.

Bouwmaterialen en ‑werkzaamheden voor de kazerne in Birni-N’Konni. © IOM Niger, 2020
De EU-missie voor civiele capaciteitsopbouw in Niger (EUCAP Sahel Niger) helpt een geïntegreerde, coherente, duurzame en op mensenrechten gebaseerde aanpak tot stand te brengen tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad. Met financiële steun van Duitsland en Nederland zullen 250 Nigerese politieagenten verhuizen naar een nieuwe kazerne in Birni-N’Konni om de regio veiliger en stabieler te maken.

De Overeenkomst van Cotonou, die de betrekkingen regelt tussen de EU en de lidstaten van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, zou aanvankelijk op 29 februari 2020 aflopen. Na een tijdelijke verlenging werd op 3 decem­ber een politiek akkoord bereikt dat het partnerschap naar een hoger niveau tilt. Voortaan moet meer aandacht gaan naar de verschillende ­regio’s en geactualiseerde normen op een groot aantal gebieden, variërend van duurzame ontwikkeling en groei tot mensenrechten, migratie, vrede en veiligheid. Naar verwachting zal de overeenkomst in 2021 formeel worden gesloten en ondertekend.

China

In 2020 streefde de EU ernaar haar partnerschap met China te consolideren door waar mogelijk samen te werken en waar nodig te onderhandelen, met vastberaden en onomwonden standpunten wanneer dat noodzakelijk was. De EU heeft ­gewerkt aan een solidere basis voor de betrekkingen, met meer wederkerigheid en een gelijk speelveld op het gebied van economie, handel, investeringen en ­andere kwesties. Het politieke akkoord over een brede investeringsovereenkomst dat op 30 december werd bereikt, is een eerste stap in de richting van een nieuw evenwicht in de betrekkingen. De top EU-China en de twee leidersbijeenkomsten in september en december waren gelegenheden om de samenwerking te verdiepen — gaande van de coronacrisis tot klimaatactie — en om meningsverschillen, onder meer over mensenrechten en de situatie in Hongkong, te bespreken. In de loop van het jaar sprak de EU ten aanzien van China herhaaldelijk haar bezorgdheid uit over beide kwesties, is ze haar standvastige en realistische aanpak blijven volgen en heeft ze de maatregelen uit haar mededeling “EU-China — een strategische visie” van 2019 voortgezet.

Infografiek over de EU-samenwerking met China.

Samenwerking van de EU met China. De EU roept China op te zorgen voor volledige wederkerigheid en een gelijk speelveld in onze handels- en investeringsbetrekkingen. Het politieke akkoord dat op 30 december 2020 werd bereikt over de brede investeringsovereenkomst, is in dit opzicht een belangrijke stap. De EU en China moeten nauwer samenwerken om uitdagingen zoals klimaatverandering, piraterij en de situatie in Afghanistan aan te pakken. De samenwerking tussen de EU en China speelde een grote rol bij het waarborgen van de nucleaire overeenkomst met Iran en de volledige en doeltreffende uitvoering ervan. Wat betreft de Zuid-Chinese Zee, steunt de EU de vreedzame regeling van geschillen op basis van het VN-verdrag inzake het recht van de zee en de handhaving van de vrijheid van scheep- en luchtvaart. De EU zal China blijven oproepen meer verantwoordelijkheid te nemen bij de nakoming van internationale afspraken en de eerbiediging van de mensenrechten.

Libanon

Op 4 augustus werd de stad Beiroet getroffen door een verwoestende explosie. De EU toonde haar solidariteit met de Libanese bevolking door het mechanisme voor civiele bescherming in te zetten en een onmiddellijke humanitaire en crisisrespons van in totaal 63 miljoen euro te bieden. 17 lidstaten, plus Noorwegen en Turkije, zetten personeel in voor zoek- en reddingsoperaties, en medische teams redden vele levens.

Twee leden van een EU-team voor rampenbestrijding lopen door het puin in Beiroet.
EU-teams voor civiele bescherming verleenden noodhulp na de fatale explosie in de zeehaven van Beiroet, Libanon, op 4 augustus 2020.

Belarus

Na de presidentsverkiezingen in Belarus op 9 augustus en de daaropvolgende protesten heeft de EU duidelijk gemaakt dat ze de resultaten niet erkende en dat ze de democratische aspiraties van het land volledig zou steunen, onder meer door sancties op te leggen aan degenen die verantwoordelijk zijn voor de verkiezingsfraude en het daaropvolgende geweld. Sindsdien legde de EU sancties op aan 55 personen die verantwoordelijk worden geacht voor geweld, ongerechtvaardigde arrestaties en vervalsing van de verkiezingsuitslagen, waaronder voormalig president Alexander Loekasjenko. De Commissie herbestemde de financiering die Belarus ontvangt naar rechtstreekse steun aan het maatschappelijk middenveld en de vrije media. De lidstaten bereikten overeenstemming over een herziening van de betrekkingen tussen de EU en Belarus en droegen de Commissie op een breed economisch steunpakket voor te bereiden voor een democratisch Belarus. De EU blijft de rechten van vreedzame betogers steunen en staat nog steeds achter haar oproep aan de Belarussische autoriteiten om een einde te maken aan het geweld en de repressie, alle gedetineerden en politieke gevangenen vrij te laten, de mediavrijheid en het maatschappelijk middenveld te eerbiedigen en een inclusieve nationale dialoog op gang te brengen.

Een vrouw knielt als protest voor een peloton van de Belarussische oproerpolitie. © Nadzeia Buzhan — Europese Unie, 2020 — Bron: Europees Parlement.
Het protest van de democratische oppositie in Belarus kreeg in 2020 de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken van het Europees Parlement. Foto genomen in Minsk, Belarus, 30 augustus 2020.
© Nadzeia Buzhan — Europese Unie, 2020 — Bron: Europees Parlement

Oostelijk Middellandse Zeegebied

In het oostelijk Middellandse Zeegebied bleven de spanningen met Turkije het hele jaar door toenemen. De EU treedt volledig solidair op met Griekenland en Cyprus om een einde te maken aan de escalatie. Maar ook de betrekkingen tussen de EU en Turkije blijven van groot wederzijds belang. Als de construc­tieve en duurzame inspanningen om een einde te maken aan de illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus worden voortgezet, zal de ­Europese Raad een positieve politieke agenda EU-Turkije nastreven. Komen er echter unilate­rale acties of provocaties die in strijd zijn met het internationaal recht, dan is de EU bereid alle mogelijke instrumenten en opties aan te grijpen om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen.

De EU staat nog steeds volledig achter de Verklaring EU-Turkije van 2016, die verder werd uitgevoerd, ook na de toegenomen migratiedruk aan de EU-grens met Turkije in februari en maart 2020. De verklaring leverde concrete resultaten op met een vermindering van de stroom irreguliere migranten uit Turkije, minder verlies van mensenlevens in de Egeïsche Zee en minder druk op de grenzen van de EU. De verklaring bood ook voor meer dan 28 000 mensen die internationale bescherming nodig hebben, veilige en legale routes naar de EU door middel van hervestiging. Er moet dringend vooruitgang worden geboekt wat ­betreft de hervatting en bespoediging van de terugkeer van migranten van de Griekse eilanden. Over al deze kwesties bleef de communicatie met Turkije open en actief.

Verenigde Staten

De uitslag van de presidentsverkiezingen van november bood een unieke gelegenheid voor een nieuwe trans-Atlantische agenda voor samenwerking op basis van gemeenschappelijke waarden, belangen en invloed in de wereld. Dit nieuwe partnerschap, dat in december werd gepresenteerd in de gezamenlijke mededeling “Een nieuwe EU/VS-agenda voor wereldwijde verandering”, zal de EU en de Verenigde Staten in staat stellen samen te werken op het gebied van gezondheid, democratie, klimaatverandering en economische welvaart, en technologie en handel.

De EU en de Verenigde Staten zijn ook belangrijke handelspartners. In augustus kwamen zij overeen de douanerechten te schrappen of te verlagen op handel met een totale waarde van 168 miljoen euro. Met het pakket worden voor het eerst in meer dan twee decennia tariefverlagingen doorgevoerd in de handelsbetrekkingen. Het vormt zo een eerste stap in de richting van een de-escalatie van de handels­spanningen, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor bredere maatregelen om de handel tussen de twee blokken te bevorderen.

Feiten over de betrekkingen tussen de EU en de VS.

De EU en de Verenigde Staten vormen een ongeëvenaard mondiaal partnerschap. Samen vertegenwoordigen zij bijna 1 miljard mensen, één derde van het mondiale bruto binnenlands product, één derde van de wereldhandel en 60% van de buitenlandse directe investeringen. Zij zijn ook de grootste donoren van humanitaire en ontwikkelingshulp.

Mensenrechten en democratie wereldwijd bevorderen

Eerbiediging van de mensenrechten, democratie en de rechtsstaat zijn de waarden die de leidraad vormen voor het optreden van de EU overal ter wereld.

Volgend op een voorstel van de Commissie en hoge vertegenwoordiger Josep Borrell in maart keurde de Raad in november een nieuw EU-actieplan ­inzake mensenrechten en democratie voor de periode 2020-2024 goed. Het plan is erop gericht mensen te beschermen en te emanciperen, veerkrachtige, inclusieve en democratische samenlevingen op te bouwen en een mondiaal systeem voor mensen­rechten en democratie te bevorderen. De lidstaten zijn het evenwel niet eens geworden over de overschakeling naar stemming met gekwalificeerde meerderheid voor besluiten voor de uitvoering van het plan. Meer concreet zal de EU verdedigers van de mensenrechten steunen en beschermen, zich inzetten voor de afschaffing van de doodstraf en instrumenten ontwikkelen om snel te reageren wanneer bestaande rechten en vrijheden worden bedreigd. Een belangrijk nieuw initiatief in het kader van het actieplan is de invoering van een EU-regeling voor sancties tegen schendingen van de mensenrechten wereldwijd. Deze regeling werd door de Raad in december goed­gekeurd op basis van rechtshandelingen die door de hoge vertegenwoordiger en de Commissie waren voorgesteld.

EU-verkiezingswaarnemers zitten op een bank en praten met de lokale Guyanese leider.
Verkiezingswaarnemingsmissies zijn een goede manier om deelname aan verkiezingen te ondersteunen en vormen een belangrijk onderdeel van het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie. In de loop der jaren heeft de EU meer dan 300 missies ingezet. In 2020 zagen EU-verkiezingswaarnemers toe op de vervroegde congresverkiezingen in Peru in januari, de parlements- en regionale verkiezingen in Guyana in maart en de presidents- en parlementsverkiezingen in Ghana in december. Op de foto: EU-waarnemers in gesprek met de Toshao, de verkozen leider van een Guyanees dorp. Samenwerking met lokale leiders is cruciaal om ervoor te zorgen dat de rechten van iedereen tijdens het hele verkiezingsproces worden geëerbiedigd.

De Commissie keurde in november haar ­nieuwe gender­actieplan 2021-2025 goed om sneller vooruitgang te boeken op het gebied van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen in het externe optreden van de EU. Het biedt een opera­tioneel stappenplan voor de EU om met alle belanghebbenden samen te werken aan het bevorderen van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen met het oog op een gendergelijke wereld, als een essentieel onderdeel van een billijk, duurzaam en inclusief mondiaal herstel, samen met groei en welvaart. Tot die belanghebbenden behoren multilaterale, regionale en nationale partners, partnerregeringen, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector.

Infografiek over gendervraagstukken in de context van ontwikkelingssamenwerking.

In 2020 had minder dan 50% van de vrouwen een betaalde baan, tegen 76% van de mannen. Vrouwen vormen 80% van de mensen die als gevolg van de klimaatverandering ontheemd zijn. In 2019 was gendergelijkheid een van de doelstellingen van 64,25% van alle nieuwe projecten, waarmee in totaal 8,7 miljard euro is gemoeid. In 2025 zal 85% van alle nieuwe externe acties bijdragen tot gendergelijkheid en de bevordering van de emancipatie van vrouwen.

Infografiek over gendervraagstukken in de context van ontwikkelingssamenwerking.

In 2020 had minder dan 50% van de vrouwen een betaalde baan, tegen 76% van de mannen. Vrouwen vormen 80% van de mensen die als gevolg van de klimaatverandering ontheemd zijn. In 2019 was gendergelijkheid een van de doelstellingen van 64,25% van alle nieuwe projecten, waarmee in totaal 8,7 miljard euro is gemoeid. In 2025 zal 85% van alle nieuwe externe acties bijdragen tot gendergelijkheid en de bevordering van de emancipatie van vrouwen.

Ontwikkelings- en humanitaire hulp

In 2020 trok de Commissie in totaal 15 miljard euro uit voor ontwikkelingshulp. De topprioriteit dit jaar was het beperken van de gevolgen van COVID-19 in de meest kwetsbare landen. De EU zette zich ook op andere fronten in, bijvoorbeeld in de strijd tegen de woestijnsprinkhanenplaag in Oost-Afrika en voor schuldverlichting voor enkele van ’s werelds armste en kwetsbaarste landen.

Het Europees plan voor externe investeringen ter waarde van 5,1 miljard euro zal ruim 50 miljard euro aan investeringen genereren in buurlanden van de EU en in Afrika. Personen, gemeenschappen en kleine bedrijven halen al voordeel uit het plan, en in 2020 werd de focus verlegd naar de ­respons op de ­COVID-19-pandemie. Het ging daarbij ­onder meer om 400 miljoen euro aan garanties voor de ­Covax-faciliteit, het wereldwijde initiatief om te zorgen voor eerlijke en billijke toegang tot ­COVID-19-vaccins.

Ondanks de vele problemen bereikte de humani­taire hulp van de EU ook dit jaar miljoenen kwetsbare mensen. Er werd 2 miljard euro besteed aan dergelijke hulp. Het grootste deel daarvan ging naar Sub-Saharaans Afrika waar momenteel meer dan 18 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben, gevolgd door Syrië, waar meer dan 11 miljoen mensen behoefte hebben aan hulp. Samen met de lidstaten bleef de EU ‘s werelds grootste donor van humanitaire hulp.

Handel

Herziening van het handelsbeleid van de EU

Het antwoord op nieuwe mondiale uitdagingen en de lessen die uit de coronacrisis zijn getrokken, moeten de leidraad vormen voor de EU-benadering van het handelsbeleid. In dit verband begon de Commissie in de zomer met een evaluatie van het huidige handelsbeleid, met onder meer een openbare raadpleging. Het is de bedoeling een consensus tot stand te brengen over nieuwe lijnen voor het EU-handelsbeleid voor de middellange termijn.

Grafiek van de internationale handel in de EU.

De grafiek toont de ontwikkeling van de internationale handel in goederen van de EU op basis van de maandelijkse verandering in procenten, vergeleken met dezelfde periode van het jaar ervoor. Nadat de in- en uitvoer lange tijd rond 0% schommelden, kelderden zij vanaf februari 2020. In april en mei bereikte de uitvoer een dieptepunt van min 30%. De invoer bereikte een dieptepunt in mei met min 26%. Daarna trokken de curves weer aan: in november 2020 kwam de uitvoer weer op ongeveer 0% uit, en de invoer op min 5%. Bron: Eurostat, 2020.

COVID-19 had een sterk negatief effect op de handel. Dankzij een robuust handelsbeleid was de EU eind 2020 echter bijna terug op het niveau van vóór de crisis.

Een sterk handels- en investeringsbeleid is essentieel om het economisch herstel te ondersteunen, hoogwaardige banen te creëren en bedrijven in de EU te beschermen tegen oneerlijke praktijken, zowel binnen de EU als daarbuiten. Het ondersteunt ook bredere prioriteiten op het gebied van duurzaamheid, klimaatverandering, de digitale economie en veiligheid. De EU is een groot voorstander van een op regels gebaseerd handelssysteem. In 2020 had ze een leidende rol bij de instelling van een tijdelijke regeling met verschillende partijen, zodat de leden van de WTO — de Wereldhandelsorganisatie — geschillen kunnen blijven beslechten zolang het WTO-beroepsorgaan niet kan functioneren. De regeling werd van kracht in april en eind 2020 hadden 23 leden van de Wereldhandels­organisatie, plus de EU, er zich bij aangesloten.

Handhaving van het handelsbeleid

In juli stelde de Commissie haar eerste hoofd handhaving voor de handel aan om de uitvoerings- en handhavingsagenda van de EU te versterken, zowel binnen de EU als wereldwijd. Deze functionaris zal ervoor zorgen dat de partners hun toezeggingen volledig nakomen en dat EU-exporteurs, met name kleine en middelgrote ondernemingen, maximaal voordeel kunnen halen van de handelsovereen­komsten van de EU. Daarnaast zal de functionaris de handhaving van verbintenissen inzake duurzame ontwikkeling versterken, met name wat betreft het klimaat en de rechten van werknemers.

In juli actualiseerde de EU een pakket maatregelen om de staalindustrie van de EU te beschermen. De vrijwaringsmaatregelen, die voortvloeien uit een evaluatie uit 2018, hebben tot doel de industrie te beschermen tegen de mogelijke gevolgen van onder meer de praktijken van buitenlandse staalproducenten die hun productieoverschot naar de EU verleggen vanwege de invoerbeperkingen van de VS op staal en aluminium.

De EU en Mexico

Op 28 april werden de onderhandelingen over een nieuw handelsakkoord tussen de EU en Mexico afgerond. De overeenkomst moet nog door beide partijen worden ondertekend en geratificeerd.

Mexico is de belangrijkste handelspartner van de EU in Latijns-Amerika, met een bilaterale handel ter waarde van 66 miljard euro in goederen (2019) en 19 miljard euro in diensten (2018). De handel in goederen tussen de EU en Mexico is sinds de inwerkingtreding van de oorspronkelijke overeenkomst in 2001 bijna verdrievoudigd, met bijna 40 miljard euro per jaar aan uitvoer uit de EU.

Met de nieuwe overeenkomst tussen de EU en Mexico wordt bijna alle handel in goederen tussen beide partijen rechtenvrij. Ze omvat vooruitstrevende regels over duurzame ontwikkeling en een toezegging om de Klimaatovereenkomst van Parijs effectief uit te voeren. Het is ook de eerste overeenkomst tussen de EU en een Latijns-Amerikaans land waarin investeringsbescherming is opgenomen. De handelsovereenkomst maakt deel uit van een bredere algemene overeenkomst tussen de EU en Mexico, die ook betrekking heeft op mensenrechten en politieke en ontwikkelingssamenwerking. Het is de eerste handelsovereenkomst van de EU waarin bepalingen zijn opgenomen over corruptiebestrijding, met maatregelen tegen omkoping en het witwassen van geld.

Infografiek van de handelsbetrekkingen tussen Finland en Mexico.

Mexico is qua grootte de 14e handelspartner van Finland buiten de EU. Het handelsoverschot van Finland met Mexico bedraagt 275 miljoen euro. Finland voert voor 429 miljoen euro uit naar Mexico. Finland voert voor 154 miljoen euro in uit Mexico.

Voorbeeld van de handel van één lidstaat met Mexico. Finland en Mexico onderhouden al nauwe handelsbetrekkingen, die een flinke impuls zullen krijgen dankzij de overeenkomst tussen de EU en Mexico.

Handelsovereenkomst EU-Vietnam

Op 1 augustus trad de overeenkomst tussen de EU en Vietnam in werking. Als gevolg van de handelsovereenkomst zullen de invoerrechten voor 99 % van de handel in goederen tussen beide partijen worden afgeschaft. EU-bedrijven zullen ook op gelijke voet met hun lokale concurrenten kunnen investeren en meedingen naar overheidsopdrachten. De overeenkomst bevat sterke, juridisch bindende en afdwing­bare bepalingen inzake duurzame ontwikkeling om de eerbiediging van de arbeidsrechten, de bescherming van het milieu en de uitvoering van de Klimaatovereenkomst van Parijs te waarborgen.

Economische partnerschaps­overeenkomst EU-Japan: balans van het eerste jaar

Op 1 februari was de economische partnerschapsovereenkomst EU-Japan precies één jaar oud. In die tijd is het handelsverkeer al sterk gegroeid: de EU-uitvoer naar Japan steeg in de eerste twaalf maanden van uitvoering (tot eind januari 2020) met 5 % op jaarbasis. De overeenkomst schaft het grootste deel van de 1 miljard euro aan rechten af die Japan elk jaar op invoer uit de EU heft. Vanaf dag één werd ruim 90 % van de EU-uitvoer naar Japan rechtenvrij. Tegen de tijd dat de overeenkomst volledig wordt uitgevoerd, zal Japan de douanerechten op 97 % van de invoer uit de EU hebben afgeschaft en zou de handel tussen de EU en Japan jaarlijks met bijna 36 miljard euro kunnen toenemen.

Ursula von der Leyen, Charles Michel en Shinzō Abe nemen via videoconferentie deel aan de bijeenkomst van de leiders van de EU en Japan.
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie (rechtsboven), Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad (links), en Shinzō Abe, premier van Japan, nemen via videoconferentie deel aan de bijeenkomst van de leiders van de EU en Japan, 26 mei 2020.

Overige lopende handelsbesprekingen

De EU zette de onderhandelingen over een handelsovereenkomst met Australië en Nieuw-Zeeland voort, met respectievelijk vier en drie onderhandelingsronden. De EU hield één onderhandelingsronde met Indonesië over een handelsovereenkomst en drie ronden met de Comoren, Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe, om de bestaande economische partnerschapsovereenkomsten met die landen te verdiepen.

De EU als multilaterale partner

Om het groeiend aantal wereldwijde uitdagingen aan te pakken, heeft de EU behoefte aan een doeltreffend en versterkt multilateraal systeem. Hoewel het multi­lateralisme de voorbije jaren ondermijnd werd, blijft de EU een fervent voorstander van een op regels gebaseerde internationale orde waarin de Verenigde Naties (VN) centraal staan.

Met de 75e verjaardag van de VN was 2020 in dit verband een belangrijk jaar. De wereldwijde impact van de pandemie toonde aan dat de internationale samenwerking tussen wetenschappers, economen en beleidsmakers bij de VN, de Wereldgezondheidsorganisatie en het Internationaal Monetair Fonds, maar ook binnen de G7, de G20 en andere internationale fora, moet worden opgevoerd.

Het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Europese Commissie in Brussel, verlicht in de blauwe kleur van de VN.
Het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Europese Commissie in Brussel, België, werd op 24 oktober 2020 in de blauwe kleur van de VN verlicht ter gelegenheid van de 75e verjaardag van het Handvest van de Verenigde Naties.

De EU schaarde zich achter de oproep van António Guterres, de secretaris-generaal van de VN, voor een wereldwijd staakt-het-vuren in het licht van de COVID-19-pandemie. Als medeorganisator van belangrijke conferenties over Sudan, Syrië en Venezuela is ze het voortouw blijven nemen bij het mobiliseren van de internationale gemeenschap ten aanzien van zorgwekkende situaties.

Het gezondheidsbeleid van de EU en dat van de Wereldgezondheidsorganisatie vullen elkaar aan in de samenwerking op het gebied van COVID-19, de preventie van toekomstige pandemieën en andere uitdagingen op het gebied van gezondheid, waaronder kankerbestrijding, innovatie in de zorg en voedselveiligheid.

De EU is ook voorstander van een grondige hervorming van de Wereldhandelsorganisatie, zodat Europa de mogelijkheden van mondiale openheid en integratie kan blijven benutten, en zodat tegelijkertijd de zwakke punten van onze economische en politieke stelsels kunnen worden aangepakt.

Vlaggen van de EU en het VK. © Adobe Stock

De toekomstige betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk

“Het was de moeite waard om voor dit ­akkoord te strijden, omdat we nu een eerlijke en evenwichtige overeenkomst met het VK hebben gesloten, die onze Euro­pese belangen zal beschermen, zal zorgen voor eerlijke mededinging en onze visserij­gemeenschappen de broodnodige voorspelbaarheid zal bieden. Eindelijk kunnen we de brexit achter ons laten en ons richten op de toekomst. Europa kan nu aan de slag.”

Ursula von der Leyen en Charles Michel ondertekenen het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, met Michel Barnier op de achtergrond.
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, ondertekenen het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, onder toeziend oog van Michel Barnier, hoofd van de taskforce voor de betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk, Brussel, België, 24 januari 2020.

Het Verenigd Koninkrijk heeft op 31 januari 2020 de Europese Unie verlaten, na de ratificatie van het terugtrekkingsakkoord door de EU en het Verenigd Koninkrijk. De overeenkomst, waarin de voorwaarden voor een ordelijk vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn vastgelegd, is op 1 februari 2020 in werking getreden. Dat was het begin van een overgangsperiode die liep tot en met 31 december 2020, waarin het Verenigd Koninkrijk lid bleef van de eengemaakte markt en de douane-unie. Deze tijd was bedoeld om over een nieuw en billijk toekomstig partnerschap te onderhandelen, op basis van de politieke verklaring waarover de EU en het Verenigd Koninkrijk het in oktober 2019 eens waren geworden.

Leden van het Europees Parlement staan hand in hand in het Europees Parlement.
Leden van het Europees Parlement houden elkaars hand vast en zingen “Auld Lang Syne” nadat ze het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het VK hebben goedgekeurd, alvorens het voor te leggen aan de Raad voor de laatste stap in het ratificatieproces, Brussel, België, 29 januari 2020.

Op 25 februari gaf de Raad het groene licht voor besprekingen met het Verenigd Koninkrijk, waarbij hij de Commissie formeel als onderhandelaar van de EU aanwees en de onderhandelingsrichtsnoeren betreffende de reikwijdte van het toekomstige partnerschap vaststelde, op gebieden als handel, visserij, veiligheid en defensie, rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken. Michel Barnier, hoofd van de taskforce Betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk van de Europese Commissie, bleef hoofdonderhan­delaar van de EU.

De onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk begonnen op 2 maart in Brussel over de meeste onderwerpen die in de politieke verklaring worden genoemd, met uitzondering van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Daarover wei­gerde het Verenigd Koninkrijk besprekingen te voeren. De onderhandelingen werden voortgezet, ondanks de problemen als gevolg van de uitbraak van de coronapandemie. De onderhandelingsronden in april, mei en juni vonden plaats via videoconferentie.

Op 18 maart publiceerde de Commissie een ontwerp­akkoord voor een ambitieus, modern en alomvattend toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK, waarbij het mandaat van de Raad van 25 februari in een wettekst werd omgezet.

Parallel aan de onderhandelingen over het toekomstige partnerschap tussen de EU en het VK zette de EU haar werkzaamheden voort om alle bedrijven, burgers en overheidsdiensten voor te bereiden op de verstoringen die op 1 januari 2021 onvermijdelijk zouden volgen.

Op 24 december bereikten de onderhandelaars van de EU en het VK overeenstemming over de tekst van een nieuwe handels- en samenwerkingsovereenkomst om hun betrekkingen te regelen.

Op 29 december nam de Raad het besluit aan betreffende de ondertekening van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK, en de voorlopige toepassing ervan vanaf 1 januari 2021, in afwachting van de goedkeuring van het Europees Parlement en de sluiting van de overeenkomst middels een besluit van de Raad.

De overeenkomst werd door de partijen ondertekend op 30 december 2020. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, ondertekenden in Brussel namens de Europese Unie, voorafgaand aan de ratificatie door de volledige EU in 2021, terwijl premier Boris Johnson namens het Verenigd Koninkrijk in Londen zijn handtekening zette.

Hoewel de nieuwe handels- en samenwerkings­overeenkomst tussen de EU en het VK geenszins het samenwerkingsniveau bereikt dat bestond met het Verenigd Koninkrijk als lid van de EU, gaat zij veel verder dan traditionele vrijhandelsovereenkomsten. Zij vormt een solide basis voor het behoud van onze reeds lang bestaande vriendschap en samenwerking in de toekomst.

De overeenkomst bestaat uit:

  1. een ongekende vrijhandelsovereenkomst;
  2. ambitieuze samenwerking op het gebied van economie, sociale zaken, milieu en visserij als integraal onderdeel van het nieuwe economische partnerschap;
  3. een nauw partnerschap op het gebied van de veiligheid van burgers, en
  4. een overkoepelend governancekader.

Uit de overeenkomst blijkt duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk het ecosysteem van gemeenschappelijke regels, toezicht en handhavingsmechanismen van de EU verlaat en daarom niet langer de voordelen van het lidmaatschap van de eengemaakte markt geniet.

De overeenkomst verleent de partijen rechten en verplichtingen, met inachtneming van hun autonomie op het gebied van regelgeving en besluitvorming.

Op verzoek van het Verenigd Koninkrijk valt samen­werking op het gebied van buitenlands beleid, externe veiligheid en defensie niet onder de overeenkomst, hoewel daarin aanvankelijk wel was voorzien in de politieke verklaring.

Zoals overeengekomen door de Europese Raad in juli, heeft de Commissie in december voorgesteld een reserve voor aanpassing aan de brexit met een totale begroting van 5 miljard euro in te stellen om de negatieve economische en sociale gevolgen in de zwaarst getroffen lidstaten en sectoren op te vangen.

Vergaderzaal van de Europese Raad met mensen op de achtergrond.

Institutionele en budgettaire ontwikkelingen

De COVID-19-pandemie

In de eerste helft van 2020 was de pandemie het centrale onderwerp van de besluiten van het Europees Parlement en de Raad. Die werden meestal via vergaderingen op afstand genomen. De leiders kwamen het hele jaar door per videoconferentie bijeen om de respons van de EU op het coronavirus te coördineren, en veel cruciale voorstellen zijn in sneltreinvaart aangenomen. Daarnaast heeft de Europese Raad verscheidene fysieke bijeenkomsten gehouden om de respons op de pandemie en andere kwesties te bespreken, waaronder de langetermijnbegroting van de EU, de betrekkingen tussen de EU en het VK, veiligheid, klimaatverandering en buitenlandse zaken.

David Sassoli, met mondmasker, legt een bloem neer bij een ceremoniële vlam.
David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, woont de officiële plechtigheid bij ter nagedachtenis aan de slachtoffers van COVID-19, Madrid, Spanje, 16 juli 2020.

Het Parlement heeft een aantal besluiten in recordtijd vastgesteld, waaronder het investeringsinitiatief coronavirusrespons, en financiële noodhulp voor de gezondheidszorg. Daarbij is ervoor gezorgd dat het Solidariteitsfonds van de EU ook noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid omvat. Vanaf maart vonden alle plenaire vergaderingen plaats in Brussel. Vanaf oktober waren de bijeenkomsten hybride, dat wil zeggen dat deelnemers die niet in Brussel waren, op afstand deelnamen. De Commissie was altijd fysiek aanwezig bij deze sessies. Videoconferenties vervingen in de eerste helft van het jaar veel fysieke zittingen van de Raad. Het Comité van permanente vertegenwoordigers is het hele jaar door fysiek bijeengekomen om de continuïteit van de werkzaamheden van de Raad te waarborgen. Zowel het Parlement als de Raad heeft buitengewoon snel maatregelen getroffen die onmiddellijk positieve gevolgen hadden voor burgers, bedrijven en regio’s.

De pandemie had ook grote gevolgen voor de werkzaamheden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s. Beide comités hebben verscheidene belangrijke adviezen goedgekeurd, en in april 2020 heeft het Comité van de Regio’s een uitwisselingsplatform opgezet om de samenwerking tussen regio’s en steden in Europa te bevorderen. Het Europees Economisch en Sociaal Comité reikte een prijs voor burgersolidariteit uit aan 28 initiatieven die de strijd aanbinden met de corona­crisis en de gevolgen daarvan.

Akkoord over de langetermijnbegroting van de EU voor 2021-2027 en NextGenerationEU

In het late najaar van 2020 hebben het Europees Parlement en de Raad, met de steun van de Europese Commissie, het grootste pakket dat ooit uit de begroting van de EU werd gefinancierd, ten belope van 1,8 biljoen euro, goedgekeurd. Het pakket zal bijdragen tot een groener, digitaler en veerkrachtiger Europa, dat beter op de huidige en toekomstige uitdagingen is voorbereid, ter bestrijding van de COVID-19-crisis en de gevolgen ervan.

Belangrijke feiten en cijfers

  • Een langetermijnbegroting voor 2021-2027 van 1,074 biljoen euro (in prijzen van 2018), in combinatie met het tijdelijk herstelinstrument, NextGenerationEU, van 750 miljard euro.
  • Meer dan 50 % van de begroting zal dienen voor modernisering door middel van onder meer onderzoek en innovatie — via Horizon Europa — een billijke transitie naar een klimaatneutrale en digitale EU — via het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het programma “Digitaal Europa” — paraatheid, herstel en veerkracht — via de faciliteit voor herstel en veerkracht, rescEU — en een nieuw gezondheidsprogramma, EU4Health.
  • Al lang bestaande beleidslijnen zoals het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden gemoderniseerd en zullen aanzienlijke EU-middelen blijven ontvangen, met als doel de groene en digitale transitie te ondersteunen.
  • 30 % van de EU-middelen in het kader van NextGenerationEU en de langetermijnbegroting moet aan de bestrijding van de klimaatverandering worden besteed. Het pakket besteedt ook bijzondere aandacht aan de bescherming van de biodiversiteit en aan gendermainstreaming.
  • Belangrijke programma’s zoals Erasmus+, EU4Health en Horizon Europa zullen worden versterkt met een bedrag van 15 miljard euro ten opzichte van het akkoord van de buitengewone Europese Raad van juli 2020.

Voor het eerst zal de EU over een specifiek mechanisme beschikken om haar begroting te beschermen tegen inbreuken op de rechtsstaat, nl. de ontwerpverordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting. Die biedt bijkomende budgettaire bescherming. De Commissie zal richtsnoeren vaststellen voor bepaalde toepassingsaspecten van de verordening. De verordening is ondertussen met ingang van 1 januari 2021 van toepassing. Eindbegunstigden van EU-financiering in de betrokken lidstaat zullen geen negatieve gevolgen van dit mechanisme ondervinden.

Grafische weergave van de verdeling van de langetermijnbegroting van de EU voor de periode 2021‑2027.

Langetermijnbegroting 2021‑2027. De langetermijnbegroting van de EU zal een belangrijke rol blijven spelen in het herstel. Zij zorgt ervoor zorgen dat de traditionele begunstigden van EU-middelen voldoende middelen krijgen om hun werkzaamheden voort te zetten in deze moeilijke tijden. Naar de rubriek Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid gaat 132,8 miljard euro binnen het meerjarig financieel kader (MFK) en 10,6 miljard euro in het kader van Next Generation EU, waarmee het totaal op 143,4 miljard euro komt. De rubriek Cohesie, veerkracht en waarden krijgt 377,8 miljard euro uit het MFK en 721,9 miljard euro uit Next Generation EU, in totaal 1.099,7 miljard euro. De rubriek Natuurlijke hulpbronnen en milieu krijgt 356,4 miljard euro uit het MFK en 17,5 miljard euro uit Next Generation EU, in totaal 373,9 miljard euro. De rubriek Migratie en grensbeheer krijgt 22,7 miljard euro uit het MFK en niets uit Next Generation EU, wat het totaal houdt op 22,7 miljard euro. De rubriek Veiligheid en defensie krijgt 13,2 miljard euro uit het MFK en niets uit Next Generation EU, wat het totaal houdt op 13,2 miljard euro. De rubriek Nabuurschap en internationaal beleid krijgt 98,4 miljard euro uit het MFK en niets uit Next Generation EU, wat het totaal houdt op 98,4 miljard euro. De rubriek Europees openbaar bestuur krijgt 73,1 miljard euro uit het MFK en niets uit Next Generation EU, wat het totaal houdt op 73,1 miljard euro. De totale financiering voor alle sectoren van het MFK bedraagt 1.074,3 miljard euro en voor Next Generation EU 750 miljard euro, waarmee het totale MFK op 1.824,3 miljard euro komt. Bron: Europese Commissie.

Tegelijkertijd is vooruitgang geboekt met de secto­rale wetgeving tot vaststelling van de nieuwe EU-programma’s. Eind 2020 zijn politieke akkoorden bereikt over de meeste initiatieven, waaronder de faciliteit voor herstel en veerkracht, Horizon Europa, het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, en het nieuwe EU4Health-programma. De programma’s zullen naar verwachting begin 2021 formeel worden goedgekeurd.

Institutionele zaken

In de Raad is het voorzitterschap overgegaan op Kroatië en daarna Duitsland. Het Kroatische voorzitterschap heeft er met succes voor gezorgd dat COVID-19-gerelateerde voorstellen snel werden aangenomen als onderdeel van de onmiddellijke reactie op de crisis. Voorbeelden daarvan zijn de investerings­initiatieven coronavirusrespons, het instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand en de aanbeveling van de Raad over niet-essentiële reizen naar de EU. De opening van de toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië in maart was een belangrijke mijlpaal in de eerste helft van het jaar. Onder het Duitse voorzitterschap waren de voltooiing van het meerjarig financieel kader en het herstelpakket en de afronding van de onderhandelingen over het handelsakkoord met het VK belangrijke successen. De Europese Raad bereikte ook overeenstemming over een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor 2030 en besprak de gespannen situatie in Belarus, wat leidde tot drie sanctiepakketten.

Na de zomer richtte het Parlement zich op institutionele zaken, te beginnen met de eerste Staat van de Unie van voorzitter Von der Leyen op 16 september. In oktober hechtte het Parlement zijn goedkeuring aan de vervanging van Phil Hogan, na zijn ontslag bij de Commissie, door Mairead McGuinness. Zij is nu commissaris voor Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie.

2020 was een jaar van vernieuwing voor het Europees Econo­misch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s. Na de brexit krompen ze van 350 tot 329 leden en is ongeveer 40 % van hun leden vernieuwd. Apostolos Tzitzikostas werd op 12 februari verkozen tot voorzitter van het Europees Comité van de Regio’s en Christa Schweng op 28 okto­ber tot voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Hoe neemt u contact op met de EU?

Kom langs

Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Bel of mail

Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

— te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen);

— te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of

— een e-mail te sturen via: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Waar vindt u informatie over de EU?

Online

Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op: https://europa.eu/european-union/index_nl

EU-publicaties

U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen op: https://op.europa.eu/nl/publications (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie https://europa.eu/european-union/contact_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten

Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1952 in alle officiële talen, krijgt u in EUR-Lex: https://eur-lex.europa.eu

Open data van de EU

Het opendataportaal van de EU (https://data.europa.eu/euodp/nl) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.

Meer informatie

IDENTIFICATIEGEGEVENS

De EU in 2020 — Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie

Print ISBN 978-92-76-28743-8 ISSN 1608-7291 doi:10.2775/380184 NA-AD-21-001-NL-C
PDF ISBN 978-92-76-28714-8 ISSN 1977-351X doi:10.2775/846559 NA-AD-21-001-NL-N
EPUB ISBN 978-92-76-28661-5 ISSN 1977-351X doi:10.2775/276 NA-AD-21-001-NL-E
HTML ISBN 978-92-76-28693-6 ISSN 1977-351X doi:10.2775/620812 NA-AD-21-001-NL-Q

Een interactieve versie van deze publicatie, met links naar andere online-informatie, is beschikbaar in PDF-, EPUB- en HTML-formaat:
europa.eu/general-report/nl

De EU in 2020 — Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie
Europese Commissie
Directoraat-generaal Communicatie
Dienst Redactie en Publieksinformatie
1049 Brussel
BELGIË

De EU in 2020 — Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie is op 15 februari 2021 door de Europese Commissie goedgekeurd onder nummer C(2021) 1002.

De Europese Commissie is niet aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit hergebruik van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2021

© Europese Unie, 2021

Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie wordt uitgevoerd overeenkomstig Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39).

Tenzij anders vermeld, is hergebruik van dit document toegestaan krachtens een Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.

Voor het gebruik of de reproductie van onderdelen die niet het eigendom zijn van de Europese Unie, kan het nodig zijn rechtstreeks om toestemming van de respectieve houders van het recht te verzoeken.

FOTO’S

Alle foto’s © Europese Unie, tenzij anders aangegeven.