Publication document thumbnail

De EU in 2019 [Updated: 10/03/2020 16:57]

Lees meer over wat de Europese Unie heeft bereikt in 2019.

In het Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie leest u hoe de EU haar tien prioriteiten verwezenlijkt, onder andere door maatregelen om de werkgelegenheid en de economie te stimuleren.

Lees ook hoe de EU werkt aan een digitale eengemaakte markt die de burgers ten goede komt, het voortouw neemt in de strijd tegen de klimaatverandering en nieuwe handelsovereenkomsten sluit met belangrijke partners, zoals Japan.

Informatie over deze en nog veel meer onderwerpen vindt u in “De EU in 2019”.

De EU in 2019 bestaat in twee versies: het volledige “Algemeen Verslag” en de “Belangrijkste punten” ervan. De volgende formaten zijn beschikbaar:

  HTML PDF EPUB PRINT
De EU in 2019 — Algemeen Verslag HTML PDF General Report EPUB General Report Paper General Report
De EU in 2019 — Belangrijkste punten PDF Highlights EPUB Highlights Paper Highlights

Voorwoord

Ursula von der Leyen houdt een toespraak vanachter een katheder

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie

 

Met genoegen presenteer ik dit verslag over de activiteiten van de Europese Unie in 2019. Aangezien ik pas op 1 december 2019 als voorzitter van de Europese Unie ben aangetreden, wil ik eerst lof toezwaaien aan mijn voorganger, Jean-Claude Juncker, onder wiens hoede de meeste resultaten zijn geboekt die in dit verslag worden belicht.

Bij de Europese verkiezingen in mei vorig jaar gaf de Europese bevolking ons duidelijk te verstaan dat zij wil dat de Unie het voortouw neemt en echt actie onderneemt. Daarom heb ik nog voor het einde van het jaar de Europese Green Deal voorgesteld als eerste initiatief van de nieuwe Commissie. Het is ons vaste voornemen ervoor te zorgen dat Europa tussen nu en 2050 uitgroeit tot het eerste klimaatneutrale continent. Dat komt de mensen, de planeet en de economie ten goede.

Ik hoop dat u dit verslag net zo inspirerend vind als ik. Uit het scala aan acties en initiatieven dat erin wordt beschreven, blijkt weer eens hoeveel we samen kunnen bereiken.

Leve Europa!

Ursula von der Leyen

De EU in 2019: een jaar van verandering

Christine Lagarde, David Sassoli, Ursula von der Leyen en Charles Michel onder aan een trap

De nieuwe EU-leiders Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, bij de start van de nieuwe Europese Commissie en de 10e verjaardag van het Verdrag van Lissabon in het Huis van de Europese geschiedenis, Brussel, België, 1 december 2019.

In 2019 kwam een einde aan de vijfjarige termijn van de Commissie-Juncker. In die tijd is de Europese economie beduidend sterker geworden, zijn stappen genomen om de toezeggingen van de EU in het kader van de Klimaatovereenkomst van Parijs te verwezenlijken, is nadruk gelegd op het bevorderen van democratie en transparantie en besloot het Verenigd Koninkrijk zich uit de EU terug te trekken. De Europese verkiezingen in mei kenden de hoogste opkomst in 25 jaar: 200 miljoen kiezers brachten hun stem uit bij de grootste transnationale democratische exercitie oefening in de wereld.

Op 3 juli 2019 werd David Sassoli voorzitter van het Europees Parlement, waarna op 1 december Charles Michel het voorzitterschap van de Europese Raad overnam van Donald Tusk en Ursula von der Leyen voorzitter van de Europese Commissie werd.

Ursula von der Leyen en Jean-Claude Juncker onthullen lachend Junckers portret

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Jean-Claude Juncker, voormalig voorzitter van de Europese Commissie, onthullen het portret van Juncker in de Presidents Gallery van het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Europese Commissie, Brussel, België, 3 december 2019.

Verkiezingen voor het Europees Parlement

Van 23 tot en met 26 mei 2019 werden in de 28 lidstaten van de EU de volksvertegenwoordigers voor het Europees Parlement gekozen. In totaal werden 751 leden van het Europees Parlement (EP-leden) verkozen en de uitslag leidde tot een nieuwe zetelverdeling.

Voor het eerst in tientallen jaren bracht een meerderheid van de stemgerechtigde kiezers in de EU zijn stem uit. Het was ook de eerste keer sinds 1979 (toen er voor het eerst rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement werden gehouden) dat het algemene opkomstpercentage toenam, namelijk van 42,6 % in 2014 tot 50,7 %. Ook de jongeren trokken op grote schaal naar de stembus: in de leeftijdsgroep van 16 of 18 tot en met 24 jaar bedroeg de toename 14 % en in de groep van 25 tot en met 39 jaar 12 %.

De Eurobarometer-enquête na de verkiezingen wees uit dat mensen hoofdzakelijk stemden uit zorg over de economie en de klimaatveranderingen.

Het Europees Parlement en de Europese Commissie werkten in de aanloop naar de verkiezingen nauw samen, zowel op EU-niveau als in de lidstaten, om kiezers te mobiliseren en in staat te stellen met kennis van zaken te beslissen over de toekomst van Europa. Voortbouwend op deze ervaring ondertekenden de twee instellingen op 5 december een overeenkomst over gezamenlijke communicatie die ten dienste staat van burgers en democratie, met het oog op een verdieping van hun samenwerking na de verkiezingen.

Video over de campagne voor de verkiezingen voor het Europees Parlement

“Deze keer stem ik”, een campagne van het Europees Parlement in samenwerking met andere EU-instellingen, moedigt het publiek aan om de toekomst van de EU in eigen hand te nemen.© Europees Parlement, 2019

Grafiek van de opkomstpercentages bij de Europese verkiezingen sinds 2004, per jaar

Het opkomstpercentage bij de vier recentste verkiezingen voor het Europees Parlement bedroeg 45,5 % in 2004, 43 % in 2009, 42,6 % in 2014 en 50,7 % in 2019. Bron: Europees Parlement in samenwerking met Kantar.

Europees Parlement 2019-2024

De Europese Volkspartij won 182 van de 751 zetels en blijft daarmee de grootste fractie in het Parlement, met 154 zetels op de voet gevolgd door de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten. Deze fracties blijven de grootste, maar beide verloren wel stemmen aan de linker- en rechterzijde van het politieke spectrum. Renew Europe, De Groenen/Vrije Europese Alliantie en Identiteit en Democratie boekten elk forse winst ten opzichte van de vorige parlementsverkiezingen. Het totale aandeel vrouwelijke parlementsleden bedraagt thans 40,4 %, het hoogste percentage sinds de eerste Europese verkiezingen in 1979.

Op 1 juli hield het scheidende Europees Parlement in Straatsburg de laatste vergadering van zijn achtste zittingsperiode, waarna een dag later het nieuwe Parlement voor zijn constituerende zitting bijeenkwam.

Tijdens de eerste plenaire vergadering van het nieuwe Parlement hebben de Parlementsleden hun voorzitter en vicevoorzitters gekozen. Op 3 juli werd het zeer ervaren parlementslid David Sassoli tot voorzitter verkozen. Diezelfde dag werden 13 vicevoorzitters gekozen, die afkomstig zijn uit 6 poli­tieke fracties en 10 lidstaten.

Grafiek van de verdeling van zetels tussen de fracties in het Europees Parlement na de verkiezingen van 2019

In 2019 was het Europees Parlement samengesteld uit 751 leden, verdeeld in zeven fracties. Dat waren van links naar rechts, volgens politieke oriëntatie: Europees Unitair Links‒Noords Groen Links met 41 zetels; de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten met 154 zetels; de Groenen/Vrije Europese Alliantie met 74 zetels; Renew Europe met 108 zetels; de Europese Volkspartij met 182 zetels; de Europese Conservatieven en Hervormers met 62 zetels, en Identiteit en Democratie met 73 zetels. Daarnaast zijn er 57 niet-fractiegebonden leden. Bron: Europees Parlement. Copyright: Europese Unie.

Kiezers hebben in deze Europese verkiezingen op basis van duidelijke steun voor de EU gestemd en in de sterke overtuiging dat hun stem in Europa telt.

David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement

Europese Raad

Donald Tusk werd op 1 december 2014 verkozen tot voorzitter van de Europese Raad en eindigde vijf jaar later zijn tweede termijn. Als zijn opvolger verkozen de EU-leiders op 2 juli 2019 Charles Michel, die op 1 december aantrad.

Foto van Charles Michel

Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad.

Europese Commissie

In juni droegen de EU-leiders Ursula von der Leyen voor als kandidaat-voorzitter van de Commissie. De maand daarop presenteerde zij haar politieke prioriteiten als leidraad voor het werk van de Commissie in de komende vijf jaar.

COLLEGE VAN COMMISSARISSEN 2019-2024
Afbeeldingen en portefeuilles van de Europees commissarissen tussen 2019 en 2024

De Europees commissarissen voor de periode 2019 tot en met 2024 zijn: Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie; Frans Timmermans, uitvoerend vicevoorzitter voor de Europese Green Deal; Margrethe Vestager, uitvoerend vicevoorzitter voor een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk; Valdis Dombrovskis, uitvoerend vicevoorzitter voor een economie die werkt voor de mensen; Josep Borrell Fontelles, hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter voor een sterker Europa in de wereld; Maroš Šefčovič, vicevoorzitter voor Interinstitutionele Betrekkingen en Prognoses; Věra Jourová, vicevoorzitter voor Waarden en Transparantie; Dubravka Šuica, vicevoorzitter voor Democratie en Demografie; Margaritis Schinas, vicevoorzitter voor de bevordering van onze Europese levenswijze; Johannes Hahn, commissaris voor Begroting en Administratie; Phil Hogan, commissaris voor Handel; Mariya Gabriel, commissaris voor Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd; Nicolas Schmit, commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten; Paolo Gentiloni, commissaris voor Economie; Janusz Wojciechowski, commissaris voor Landbouw; Thierry Breton, commissaris voor Interne Markt; Elisa Ferreira, commissaris voor Cohesie en Hervormingen; Stella Kyriakides, commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid; Didier Reynders, commissaris voor Justitie; Helena Dalli, commissaris voor Gelijkheid; Ylva Johansson, commissaris voor Binnenlandse Zaken; Janez Lenarčič, commissaris voor Crisisbeheer; Adina Vălean, commissaris voor Vervoer; Olivér Várhelyi, commissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding; Jutta Urpilainen, commissaris voor Internationale Partnerschappen; Kadri Simson, commissaris voor Energie; Virginijus Sinkevičius, commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Afbeeldingen en portefeuilles van de Europees commissarissen tussen 2019 en 2024

De Europees commissarissen voor de periode 2019 tot en met 2024 zijn: Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie; Frans Timmermans, uitvoerend vicevoorzitter voor de Europese Green Deal; Margrethe Vestager, uitvoerend vicevoorzitter voor een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk; Valdis Dombrovskis, uitvoerend vicevoorzitter voor een economie die werkt voor de mensen; Josep Borrell Fontelles, hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter voor een sterker Europa in de wereld; Maroš Šefčovič, vicevoorzitter voor Interinstitutionele Betrekkingen en Prognoses; Věra Jourová, vicevoorzitter voor Waarden en Transparantie; Dubravka Šuica, vicevoorzitter voor Democratie en Demografie; Margaritis Schinas, vicevoorzitter voor de bevordering van onze Europese levenswijze; Johannes Hahn, commissaris voor Begroting en Administratie; Phil Hogan, commissaris voor Handel; Mariya Gabriel, commissaris voor Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd; Nicolas Schmit, commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten; Paolo Gentiloni, commissaris voor Economie; Janusz Wojciechowski, commissaris voor Landbouw; Thierry Breton, commissaris voor Interne Markt; Elisa Ferreira, commissaris voor Cohesie en Hervormingen; Stella Kyriakides, commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid; Didier Reynders, commissaris voor Justitie; Helena Dalli, commissaris voor Gelijkheid; Ylva Johansson, commissaris voor Binnenlandse Zaken; Janez Lenarčič, commissaris voor Crisisbeheer; Adina Vălean, commissaris voor Vervoer; Olivér Várhelyi, commissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding; Jutta Urpilainen, commissaris voor Internationale Partnerschappen; Kadri Simson, commissaris voor Energie; Virginijus Sinkevičius, commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Op 16 juli verkoos het Europees Parlement Ursula von der Leyen tot nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Het is de eerste keer dat een vrouw deze functie bekleedt. In overleg met de nationale leiders stelde zij een college van commissarissen samen uit de kandidaten die door 26 lidstaten waren voorgedragen. Daarbij werd veel belang gehecht aan het genderevenwicht binnen het team, dat twaalf vrouwen telt, onder wie Von der Leyen zelf.

Nadat voor elk van de voorgedragen commissarissen een hoorzitting was gehouden en er een parlementair debat was gevoerd, keurde het Parlement op 27 november in de plenaire stemming het college van commissarissen van Von der Leyen goed. De nieuwe Commissie trad op 1 december aan.

David Sassoli en Ursula von der Leyen poseren samen met een officieel document

David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, en Ursula von der Leyen, verkozen voorzitter van de Europese Commissie, tijdens een plenaire vergadering van het Europees Parlement, Straatsburg, Frankrijk, 16 juli 2019.

Europese Centrale Bank

Op 31 oktober 2019 voltooide scheidend president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi zijn achtjarige ambtstermijn. De voormalige directeur van het Internationaal Monetair Fonds, Christine Lagarde, volgde hem op 1 november op. Zij is de eerste vrouw die aan het hoofd van de bank staat.

Foto van Christine Lagarde

Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank.

Eerste Europese hoofdaanklager

In september hebben het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie besloten Laura Codruța Kövesi te benoemen tot eerste Europese hoofdaanklager. Zij geeft leiding aan het Europees Openbaar Ministerie, dat het geld van de belastingbetaler beschermt door onderzoek in te stellen naar fraude en andere strafbare feiten die de begroting van de Unie schaden.

Foto van Laura Codruța Kövesi

Laura Codruţa Kövesi, de eerste Europees hoofdaanklager.

Hoe de nieuwe Europese Commissie te werk gaat

De nieuwe Europese Commissie heeft voor de periode 2019-2024 zes prioriteiten vastgesteld:

Voorzitter Von der Leyen heeft acht vicevoorzitters benoemd, onder wie de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell Fontelles. Drie van hen zullen ook als uitvoerend vicevoorzitter fungeren. Zij beheren niet alleen hun eigen portefeuille, maar zijn ook verantwoordelijk voor de drie belangrijkste politieke beleidslijnen uit de agenda van de voorzitter.

Uitvoerend vicevoorzitter Frans Timmermans coördineert het werk van de Europese Commissie in verband met de Europese Green Deal en heeft Klimaatactie als portefeuille. Naast haar werk als commissaris voor Mededinging is uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager verantwoordelijk voor de prioriteit “een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk”. Uitvoerend vicevoorzitter Valdis Dombrovskis is commissaris voor Financiële Diensten en belast met de prioriteit “een economie die werkt voor de mensen”.

Voorzitter Von der Leyen zal zich inzetten voor de zes prioriteiten en heeft verklaard daarbij leiding te zullen geven aan een enthousiast team dat goed geïnformeerd is en een open oor heeft voor de wensen van de Europese bevolking. Een belangrijk doel van de nieuwe Commissie is mensen en bedrijven het leven gemakkelijker te maken. Wanneer de Commissie nieuwe wet- en regelgeving opstelt, zal het beginsel worden toegepast dat er voor elke nieuwe regel een andere regel moet verdwijnen om zo de administratieve rompslomp te verminderen.

Europese Green Deal

Ursula von der Leyen voor een muur met het logo van de klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP25)

Ons doel is de economie met onze planeet te verzoenen, om onze manier van produceren en consumeren met de planeet te verzoenen op een manier die werkt voor onze mensen. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, Brussel, België, 11 december 2019.

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, Brussel, België, 11 december 2019.

Op 11 december 2019 — minder dan twee weken nadat de Commissie was aangetreden — presenteerde voorzitter Von der Leyen de eerste en belangrijkste van de zes prioriteiten, de Europese Green Deal. Dit vlaggenschipinitiatief moet van Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent maken. Het gaat om een uiterst ambitieus pakket maatregelen voor een duurzame groene transitie die de Europese burgers en bedrijven ten goede komt.

De Europese Green Deal is een breed antwoord op de onmiddellijke noodsituatie die de aarde bedreigt. Het is óók een unieke gelegenheid voor de EU om koploper te worden op het gebied van de mondiale groene transitie. En vergroening hoeft niet ten koste te gaan van groei. De Green Deal heeft tot doel de economie van de EU voor uitputting van hulpbronnen te behoeden, en schetst hoe de EU klimaatneutraliteit kan bereiken. Tegelijkertijd moet de Green Deal banen creëren, de volksgezondheid en levenskwaliteit verbeteren en de natuur beschermen, zonder iemand aan zijn lot over te laten.

Inzet voor verandering

De eerste Europese klimaatwet zal deze transitie onomkeerbaar maken. Daardoor zal de politieke ambitie van Europa om het eerste klimaatneutrale continent te worden, wettelijk worden vastgelegd. De Green Deal zal aan het hele toekomstige EU-beleid ten grondslag liggen en waarborgen dat de EU bij de Europese en mondiale actie op het gebied van duurzaamheid het voortouw blijft nemen.

Grafiek van het omgekeerd evenredige verband tussen dalende uitstoot en economische groei in de Europese Unie

Tussen 1990 en 2018 is de emissie van broeikasgassen met 23 % gedaald, terwijl de economie met 61 % is gegroeid.

Figuur ter illustratie van de inzet van de Europese Unie op het gebied van klimaatactie

De Europese Unie wil uiterlijk in 2050 klimaatneutraal zijn: dit betekent dat ze het menselijk leven, de dieren en de planten beschermt door de vervuiling terug te dringen, en bedrijven helpt om wereldleiders te worden op het gebied van schone producten en technologieën. Tegelijkertijd zorgt ze ervoor dat deze transitie op rechtvaardige en inclusieve wijze tot stand komt. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, verklaarde: De Europese Green Deal is onze nieuwe groeistrategie. Deze deal zal ons helpen zowel de uitstoot terug te dringen als werkgelegenheid te scheppen. Frans Timmermans, uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie, voegde daaraan toe: Met ons voorstel mikken we op een groene en inclusieve transitie om het welzijn van de mensen te verbeteren en de komende generaties een gezonde planeet na te laten. Dit streven vindt aansluiting bij de overtuiging van de meeste Europeanen; 93 % van de Europeanen beschouwt klimaatverandering als een ernstig probleem en verklaart minstens één actie te hebben ondernomen om de klimaatverandering tegen te gaan. 79 % is het ermee eens dat maatregelen op het gebied van klimaatverandering de innovatie ten goede zullen komen. Bron: Europese Commissie.

Het vergroeningsbeleid zal gevolgen hebben voor alle economische sectoren van de EU, met inbegrip van sectoren met zware emissies, zoals vervoer, bouw en landbouw, en bedrijfstakken als de chemische, staal-, cement-, IT- en textielindustrie.

Door de brede beleidsaanpak ligt de focus niet alleen op herstel, maar ook op preventie. Het huidige beleid, zoals dat ter beperking van de impact van de industrie door recycling, zal worden aangevuld met maatregelen om minder afval of schade te veroorzaken aan de bron, om te beginnen bij het productieproces.

De Green Deal gaat niet alleen de emissies terugdringen, maar zal, als nieuwe groeistrategie van Europa, ook banen opleveren. Dankzij een nieuwe EU-strategie voor het industriebeleid zal het Europese bedrijfsleven namelijk kunnen innoveren en nieuwe technologieën kunnen ontwikkelen.

Een overzicht van het plan van de Europese Unie om klimaatneutraal te worden

In 2050 zal de Europese Unie klimaatneutraal zijn. De Commissie zal een Europese klimaatwet voorstellen om deze politieke belofte om te zetten in een wettelijke verplichting en een stimulans voor investeringen. Om deze doelstelling te bereiken, moeten alle economische sectoren actie ondernemen. De energiesector, die momenteel meer dan 75 % van de broeikasgasemissies in de EU veroorzaakt, zal koolstofarm worden gemaakt. 40 % van onze energie wordt verbruikt door gebouwen. Deze zullen dus gerenoveerd worden om de energiefactuur en het energieverbruik te helpen verlagen. De Europese industrie, die momenteel slechts 12 % gerecyclede materialen gebruikt, zal worden aangemoedigd om te innoveren en een wereldleider te worden in de groene economie. Tot slot zullen in de vervoersector, die 25 % van de uitstoot veroorzaakt, schonere, goedkopere en gezondere vormen van particulier en openbaar vervoer worden geïntroduceerd. Bron: Europese Commissie.

Investeren in de groene transitie

Om de doelstellingen van de Europese Groene Deal te halen, zijn grote investeringen nodig. Die zullen moeten worden gefinancierd door de particuliere en de openbare sector. De Europese Commissie zal daarbij het voortouw nemen met een investeringsplan voor een duurzaam Europa. Ten minste 25 % van de langetermijnbegroting van de EU dient te worden besteed aan klimaatactie. De Europese Investeringsbank zal aanvullende steun verlenen.

Hoewel de strijd tegen de klimaatverandering een gemeenschappelijke onderneming is, hebben niet alle regio’s en lidstaten dezelfde uitgangspositie. Regio’s die sterk afhankelijk zijn van bijzonder koolstofintensieve activiteiten, zullen worden ondersteund via een mechanisme voor een rechtvaardige transitie. Daarbij zullen vooral de meest kwetsbare burgers bescherming, omscholing en arbeidskansen in nieuwe economische sectoren krijgen.

Een overzicht van de Europese Green Deal

De Europese Green Deal heeft tot doel de economie van de Europese Unie te transformeren voor een duurzame toekomst. Deze transitie zal worden gefinancierd door de klimaatambitie van de Europese Unie voor 2030 en 2050 te verhogen, schone en betaalbare energie te verstrekken en de continuïteit van de levering te waarborgen, de industrie te mobiliseren voor een schone en circulaire economie, en energie en hulpbronnenefficiënt te bouwen en te renoveren. De Europese Green Deal zal ervoor zorgen dat de transitie rechtvaardig is en iedereen ten goede komt door onderzoek te mobiliseren en innovatie te stimuleren. Dit betekent streven naar nulverontreiniging met het oog op een gifvrij milieu, het bewaren en herstellen van ecosystemen en de biodiversiteit en het toepassen van een nieuwe “van boer tot bord”-benadering voor een rechtvaardig, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem. De overgang naar duurzame en slimme mobiliteit zal worden versneld, en tot slot wil de Europese Unie uitgroeien tot een wereldleider inzake klimaatkwesties en zal ze werken aan een echt Europees klimaatpact. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Eerstvolgende stappen om de Europese Green Deal te verwezenlijken

Om de Europese “Green Deal”-diplomatie in de praktijk te brengen en wereldleider te worden inzake klimaatkwesties, zullen we in maart 2020 een voorstel doen voor een Europese klimaatwet en de invoering van strategieën voor de industrie en een circulaire economie en in de zomer van 2020 de bestaande klimaatdoelstellingen voor 2030 inzake terugdringing van de uitstoot verhogen tot ten minste 50 %. Bron: Europese Commissie.

De toekomst van Europa

Op 9 mei bespraken de leiders van de EU-27 (alle lidstaten behalve het Verenigd Koninkrijk) in Sibiu, Roemenië, de volgende strategische agenda, waarin de prioriteiten en richtsnoeren zijn vervat voor het werk van de Europese Unie in de periode 2019-2014. De leiders namen ook de verklaring van Sibiu aan, waarin zij kort voor de verkiezingen voor het Europees Parlement de eenheid tussen de lidstaten benadrukten. Op de bijeenkomst in Sibiu kreeg het proces van bezinning op de toekomst van Europa zijn beslag in een hernieuwde belofte om te werken aan een EU die resultaten boekt die echt belangrijk zijn voor de burger.

De eerste stappen op weg naar Sibiu werden gezet in september 2016, toen voorzitter Juncker een positieve agenda voor Europa aankondigde en de aanzet werd gegeven tot bezinning op de toekomst van een EU met 27 lidstaten. Nadien namen de EU-leiders twee belangrijke verklaringen aan over de te volgen weg: in Bratislava, Slowakije, in september 2016 en in Rome, Italië, in maart 2017.

In maart 2017 heeft de Commissie, voorafgaand aan het zestigjarig bestaan van het Verdrag van Rome, haar witboek over de toekomst van Europa gepubliceerd. Dit schetst vijf mogelijke scenario’s voor de toekomst van een EU met 27 lidstaten. Het was het uitgangspunt voor een breed debat over de toekomst van Europa, dat als inspiratie diende voor de belangrijkste beleidsprioriteiten van de strategische agenda. De Commissie heeft de participatie van onderop sterk bevorderd met nieuwe vormen van burgerdialogen en -raadplegingen, waardoor het debat flexibeler en interactiever werd gevoerd, ook online, en een groter en breder publiek werd bereikt. Honderdduizenden mensen van verschillende nationaliteit, leeftijd, religie en politieke overtuiging hebben deelgenomen aan bijna 1 800 openbare debatten in gemeentehuizen, op universiteiten en op andere locaties overal in de Unie. Ruim 80 000 mensen hebben de onlinevragenlijst over de toekomst van Europa ingevuld, die door een panel van 96 Europese burgers was opgesteld.

Daarnaast publiceerde de Commissie meerdere discussienota’s waarin grondig werd ingegaan op specifieke kwesties. De laatste discussienota, over duurzame ontwikkeling, is op 30 januari 2019 gepubliceerd. In de aanloop naar Sibiu heeft de Commissie ook haar eigen beleidsaanbevelingen voor de strategische agenda van de EU bekendgemaakt. Deze spitsten zich toe op vijf hoofdthema’s: een Europa dat beschermt, een concurrerend Europa, een billijk Europa, een duurzaam Europa en een invloedrijk Europa. Gedurende het reflectieproces zijn de EU-leiders regelmatig bijeengekomen om de hete hangijzers te bespreken die voor de Europeanen van belang zijn.

De strategische agenda van de EU houdt rekening met de meningen en zorgen van de burgers en bouwt voort op de vooruitgang die de Unie de afgelopen jaren heeft geboekt. Deze agenda, die officieel is vastgesteld op de Europese Raad in juni 2019, kent vier kernprioriteiten: burgers en vrijheden beschermen, een sterke, dynamische economische basis ontwikkelen, bouwen aan een klimaatneutraal, groen, rechtvaardig en sociaal Europa, en de Europese belangen en waarden wereldwijd behartigen. In de agenda legt de EU uit hoe we ons kunnen voorbereiden op de uitdagingen en kansen die de toekomst voor ons in petto heeft.

Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft een conferentie over de toekomst van Europa aangekondigd waarop de Europeanen hun mening kunnen geven over de manier waarop de EU moet worden bestuurd en de doelen die zij zich moet stellen. In het kader van deze conferentie, die in 2020 van start gaat, zullen mensen van alle leeftijden en uit de hele EU in gesprek gaan met elkaar en met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, de lidstaten en de Europese instellingen.

Hoofdstuk 1

Een nieuwe impuls voor banen, groei en investeringen

© Fotolia

In 2019 is de Europese economie voor het zevende opeenvolgende jaar gegroeid. Voor 2020 en 2021 wordt een verdere expansie verwacht. De arbeidsmarkten hebben opnieuw sterk gepresteerd: de werkgelegenheid heeft een recordhoogte bereikt, terwijl de werkloosheid is gedaald tot 6,3 %, het laagste niveau sinds het begin van deze eeuw. De overheidsschuld is voor de vijfde maal op rij teruggelopen omdat de overheden konden profiteren van een lage rente, en aan deze daling lijkt nog geen eind gekomen.

Op mondiaal economisch niveau is het beeld echter gekanteld. De industrie is getroffen door de grote onzekerheid over het beleid in veel EU-landen. Daardoor zijn de vooruitzichten voor de economische groei in Europa somberder geworden en lijkt een langere periode van lagere groei en inflatie aangebroken.

Voor de EU stond het gehele jaar in het teken van economische groei, investeringen en het scheppen van banen, met alle bijbehorende activiteiten, en met name het Europees Semester, de jaarlijkse cyclus voor de coördinatie van het economisch beleid en de monitoring van de overheidsfinanciën.

Met innovatieve programma’s als het investeringsplan voor Europa heeft de EU haar begroting maximaal benut voor het stimuleren van investeringen. Eind oktober hadden al bijna een miljoen kleine en middelgrote ondernemingen gepro­fiteerd van het plan en was al voor meer dan 439,4 miljard euro aan investeringen gegenereerd.

Investeren in werkgelegenheid en groei

Het investeringsplan voor Europa

Het investeringsplan heeft tot doel investeringsbelemmeringen weg te nemen, zichtbaarheid en technische ondersteuning te verlenen aan investeringsprojecten en slimmer gebruik te maken van financiële middelen. Een blik op de resultaten van 2019 leert dat het plan duidelijke macro-economische effecten heeft gehad en burgers en bedrijven tastbaar voordeel heeft opgeleverd.

Grafiek van het macro-economisch effect van het plan-Juncker

Het macro-economisch effect van het plan-Juncker is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de periode 2014-2019. Door de investeringen in het kader van het plan-Juncker was het bruto binnenlands product in 2019 met 0,9 % gestegen en waren er 1,1 miljoen banen gecreëerd. In 2022 zal het bruto binnenlands product dankzij investeringen in het kader van het plan-Juncker met 1,8 % zijn gestegen en zullen er 1,7 miljoen banen zijn gecreëerd. De investeringen in de Europese Unie bevinden zich weer op het niveau van vóór de crisis en groeien gestaag. Het plan-Juncker heeft ook een sleutelrol gespeeld bij het stimuleren van de groei en werkgelegenheid in de Europese Unie, en meer dan 1 miljoen startende en kleine bedrijven zullen nu naar verwachting betere toegang hebben tot financiering. In oktober 2019 had het plan-Juncker 439,4 miljard euro aan extra investeringen in de Europese Unie gegenereerd. Bron: Europese Commissie.

Een overzicht van het effect van het plan-Juncker op ons dagelijks leven

Dankzij het plan-Juncker: zijn 531 000 betaalbare flats gebouwd of gerenoveerd; hebben 1 039 000 startende en kleine bedrijven toegang tot nieuwe financiering; zijn 28,3 miljoen slimme energiemeters geïnstalleerd; zijn 8 miljoen zeer snelle breedbandverbindingen geactiveerd; is de afvalverwerking voor 33,3 miljoen mensen verbeterd, en is nu voor 10,4 miljoen huishoudens hernieuwbare energie beschikbaar. Bron: Europese Commissie.

Vanaf het begin van haar mandaat (november 2014-november 2019) heeft de Commissie-Juncker sociale prioriteiten centraal gesteld in haar werkzaamheden en in de discussie over de toekomst van Europa. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt: met meer dan 241 miljoen mensen die momenteel een baan hebben — circa 14 miljoen meer dan in 2014 — is het percentage werkenden hoger dan ooit (73,9 %) en staat de werkloosheid op het laagste punt sinds 2000. Ook de jeugdwerkloosheid is fors gedaald, van een piek van 24,1 % in 2013 naar 14,3 % in november 2019, maar dit niveau is nog steeds te hoog.

Figuur ter illustratie van de voordelen van het plan-Juncker voor de strategische sectoren in alle lidstaten

Het grootste aandeel investeringsmiddelen (30 %) was bestemd voor kleinere bedrijven, gevolgd door 26 % voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, 18 % voor de energiesector, 11 % voor de digitale sector, 7 % voor vervoer, 4 % voor sociale infrastructuur, en ook 4 % voor hulpbronnenefficiëntie en het milieu. In het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen is in totaal 439,4 miljard euro goedgekeurd. Dit omvat onder meer 81 miljard euro goedgekeurde financiering van het Europees Fonds voor strategische investeringen (bestaande uit 58,8 miljard euro goedgekeurd door de Europese Investeringsbank en 22,2 miljard euro goedgekeurd door het Europees Investeringsfonds). Daarvan is 62,6 miljard euro reeds toegekend. De totale doelstelling voor 2020 bedraagt 500 miljard euro. In verhouding tot het bruto binnenlands product zijn de meeste investeringen uit het Europees Fonds voor strategische investeringen gedaan in Bulgarije, Estland, Griekenland, Spanje, Litouwen, Polen en Portugal. In de tweede schijf bevinden zich Ierland, Frankrijk, Italië, Letland, Hongarije, Finland en Zweden. België, Tsjechië, Denemarken, Kroatië, Nederland, Roemenië en Slovenië volgen met minder investeringen, en tot slot Duitsland, Cyprus, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. Alle cijfers zijn gebaseerd op acties die op 15 oktober 2019 waren goedgekeurd. Dankzij deze investeringen zijn 531 000 betaalbare flats gebouwd of gerenoveerd, is de afvalverwerking voor 33,3 miljoen mensen verbeterd en hebben 10,4 miljoen huishoudens toegang tot hernieuwbare energie. Bron: Europese Investeringsbank, Europees Investeringsfonds, Europese Commissie.

Figuur ter illustratie van de globale toestand van de economie in de Europese Unie en de eurozone

De afgelopen jaren bedroeg de groei in de Europese Unie en de eurozone ongeveer 2 %, en zowel de Europese Unie als de eurozone is de voorbije 25 opeenvolgende kwartalen gegroeid. 49 % van de Europeanen heeft momenteel een positief beeld van de Europese economie. Het overheidstekort in de Europese Unie is afgenomen van 6,6 % in 2009 tot 0,7 % in 2018 en de overheidsschuldquote in de Europese Unie is gedaald van 88,3 % in 2014 tot 81,9 % in 2018. Bron: Europese Commissie.

Grafiek van de werkgelegenheid en werkloosheid in de Europese Unie tussen 2014 en 2019

De werkgelegenheid in de Europese Unie is sinds 2014 gestaag toegenomen: in 2014 hadden 226,8 miljoen personen een baan, in 2015 229,3 miljoen, in 2016 232,2 miljoen, in 2017 235,9 miljoen, in 2018 239,9 miljoen en in het tweede kwartaal van 2019 241,3 miljoen. Sinds 2014 zijn 14 miljoen banen gecreëerd. Bron: Eurostat, nationale rekeningen, directoraat-generaal Economische en Financiële Zaken. Tegelijkertijd is de werkloosheid even gestaag gedaald van iets meer dan 10 % in 2014 naar iets meer dan 6 % in september 2019. Bron: Arbeidskrachtenenquête Eurostat.

Economisch en begrotingsbeleid

Het Europees Semester

Het Europees Semester is de jaarlijkse cyclus van coördinatie van het economisch en sociaal beleid tussen de EU-lidstaten en is bedoeld om de economische groei en de werkgelegenheid te bevorderen. In het kader daarvan doet de Europese Commissie de Raad jaarlijks een reeks voorstellen voor aanbevelingen aan de lidstaten. Na afloop van het economische aanpassingsprogramma van Griekenland in augustus 2018 waren deze aanbevelingen voor het eerst weer gericht tot alle 28 lidstaten.

De brede doelstelling van de voorstellen die de Commissie dit jaar deed, was de EU-lidstaten ertoe aan te zetten hun groeipotentieel te verhogen door hun economie te moderniseren en hun weerbaarheid te versterken. Gezien de gunstige economische situatie en de mondiale onzekerheden werd er bij alle lidstaten op aangedrongen om prioriteit te geven aan hervormingen die een duurzame groei bevorderen die iedereen ten goede komt, in combinatie met een gerichte investeringsstrategie en een verantwoord begrotingsbeleid. De aanbevelingen zijn in juli goedgekeurd door de Raad.

Deze aanbevelingen sloten aan bij de brede prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse en bij de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Ze bouwden voort op de gedetailleerde analyse van de landverslagen van februari 2019 en op de beoordeling van de nationale programma’s van april. In het waarschuwingsmechanismeverslag werden 13 lidstaten aangewezen voor een diepgaande evaluatie van de vraag of ze met onevenwichtigheden te kampen hadden of gevaar liepen daarmee te maken te krijgen. Volgens de evaluatie waren er tien lidstaten met onevenwichtigheden en drie lidstaten met buitensporige onevenwichtigheden.

In de landspecifieke aanbevelingen lag de nadruk meer op het signaleren en prioriteren van investeringsbehoeften op nationaal niveau. Daarbij is met name gelet op regionale en territoriale ongelijkheden. Een en ander sloot aan bij de grondige analyse van de investeringsbehoeften en knelpunten die in de verslagen voor elke lidstaat waren geconstateerd, en was bedoeld om de prioriteiten te bepalen voor de aanwending van EU-middelen in de volgende EU-meerjarenbegroting (2021-2027).

In de aanbevelingen werd onderkend dat in onze steeds verder gedigitaliseerde en gemondialiseerde economieën slimmere investeringen in infrastructuur, innovatie en onderwijs en vaardigheden vereist zijn, terwijl er ook extra maatregelen noodzakelijk zijn die zorgen voor duurzame en inclusieve socialezekerheidsstelsels voor de vergrijzende bevolking. Dit is nodig om de uitdagingen van nu en in de toekomst aan te kunnen gaan.

Het Europees Semester was ook afgestemd op de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten: gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, eerlijke arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming en inclusie. Alle lidstaten kregen een aanbeveling die betrekking had op vaardigheden, en een groot aantal lidstaten werd aanbevolen arbeidsmarkthervormingen door te voeren. Zo werden verdere aanbevelingen gedaan voor beleid om de positie te versterken van achterstandsgroepen als laagopgeleide werknemers, jongeren, ouderen, mensen met een handicap en mensen met een migratieachtergrond. Ondanks de verbetering van de stelsels van sociale bescherming vallen er nog mensen buiten de boot en zijn er nog altijd toegangsbelemmeringen.

Overheidsfinanciën

Gezonde overheidsfinanciën zijn van essentieel belang voor economische stabiliteit en duurzame groei. Verlaging van schuld en tekorten moet ervoor zorgen dat overheden een budgettaire buffer hebben om de gevolgen van een inzinking op te kunnen vangen. De overheidsschuld daalt gestaag in de EU, maar niet overal even snel en in diverse lidstaten is deze nog steeds te hoog.

Macro-economische stabiliteit is onontbeerlijk voor de groei en dus heeft de EU regels en procedures om schuld en tekorten te detecteren en te voorkomen dat ze geen bedreiging vormen voor de groei in de lidstaten. In 2019 namen de onevenwichtigheden verder af, maar er blijft verdere beleidsactie nodig. In februari bleek uit de analyse van de Commissie dat er tien lidstaten waren met onevenwichtigheden en drie landen — Griekenland, Italië en Cyprus — met buitensporige onevenwichtigheden.

In haar voorstellen voor landspecifieke aanbevelingen aan elke lidstaat heeft de Commissie concrete doelen gesteld waarop de lidstaten hun budgettaire middellangetermijndoelstelling zouden moeten afstemmen. De lidstaten die het zich kunnen veroorloven, zouden structureel en begrotingsbeleid moeten inzetten voor het opvoeren van publieke kwaliteitsinvesteringen, met name op gebieden die het economisch groeipotentieel verbeteren, zoals onderwijs en vaardigheden, infrastructuur en innovatie.

In juni heeft de Commissie de Raad aanbevolen de tekortprocedure van Spanje stop te zetten, omdat het land zijn tekort duurzaam had teruggebracht tot onder de 3 % van zijn bruto binnenlands product (bbp). Daarmee waren er geen lidstaten meer die een corrigerend tekorttraject volgden. In 2011 waren dat er nog 24.

Tegelijk heeft de Commissie gekeken of bepaalde lidstaten wel voldeden aan de EU-regelgeving voor overheidsschulden en -tekorten en of er een tekortprocedure moest worden geopend. De Commissie kwam tot de conclusie dat België, Frankrijk en Cyprus eraan voldeden, terwijl een tekortprocedure wenselijk was in het geval van Italië. Echter, op grond van de extra begrotingsinspanning die de Italiaanse autoriteiten in juli aankondigden, concludeerde de Commissie dat een dergelijke procedure niet meer nodig was.

Ook heeft de Commissie Hongarije en Roemenië gewaarschuwd dat ze te ver afweken van hun budgettaire middellangetermijndoelstelling, en heeft zij deze landen aanbevolen om daartegen actie te ondernemen. Griekenland werd ondertussen geacht een redelijke start te hebben gemaakt met zijn postprogrammahervormingen, maar bepaalde hervormingen hadden wel vertraging opgelopen en er bestond gevaar dat bepaalde toezeggingen niet zouden worden nagekomen.

Belastingontwijking leidt tot lagere inkomsten voor de EU-lidstaten, verstoort de mededinging en gaat ten koste van de groei. Het Europees Semester draait om de coördinatie van nationaal beleid met als uiteindelijk doel convergentie en een sterk, concurrerend en sociaal Europa. Voor de bescherming van de burgers en het concurrentievermogen van Europa is het van essentieel belang dat agressieve fiscale planning wordt bestreden en dat wordt toegewerkt naar fiscale coördinatie. Daarom heeft de Commissie diverse lidstaten en de eurozone als geheel landspecifieke aanbevelingen gedaan om agressieve fiscale planning aan te pakken.

De kapitaalmarktenunie

Stabiele en efficiënte kapitaalmarkten zijn van essentieel belang voor groei, werkgelegenheid en investeringen. De kapitaalmarktenunie (KMU) is met een mix van regelgevende en niet-regelgevende hervormingen die ervoor moeten zorgen dat spaargeld en investeringen elkaar vlotter kunnen vinden, een essentieel onderdeel van de EU-strategie op deze gebieden.

Het is de bedoeling dat de KMU leidt tot een sterker financieel stelsel van Europa door alternatieve financieringsbronnen te verschaffen en kleine en institutionele beleggers meer kansen te bieden. Met andere woorden, bedrijven, en met name startende, kleine en middelgrote bedrijven, zoals durfkapitaal en durfkapitaalmarkten, moeten meer mogelijkheden krijgen om zich te financieren. Een solide KMU is tevens noodzakelijk voor de bankenunie, een sterkere economische en monetaire unie en een grotere internationale rol van de euro.

Daarbij ligt de nadruk op duurzame financiering, nu de financiële sector oog begint te krijgen voor duurzaamheidsbewuste beleggers die op zoek zijn naar geschikte projecten en bedrijven. De KMU helpt investeringen in deze richting te sluizen, en dit past weer in de EU-agenda voor energie, klimaat en milieu.

Nu 11 van de 13 voorstellen zijn goedgekeurd, moet de KMU een echte aanjager worden van investeringen, waarbij EU-bedrijven aanvullende financieringsbronnen krijgen en burgers aanvullende mogelijkheden krijgen om voor hun toekomst te sparen. Zes voorstellen zijn bedoeld om met nieuwe producten, labels en paspoorten zo veel mogelijk te halen uit de eengemaakte markt, vijf voorstellen moeten de regels voor bedrijven en beleggers eenvoudiger en evenrediger maken en twee voorstellen zijn gericht op een verscherping van het toezicht op de kapitaalmarkten.

In april werden het Parlement en de Raad het eens over wijzigingen in twee belangrijke onderdelen van de wetgeving inzake financiële diensten: de verordening marktmisbruik en de prospectusverordening. Met de wijzigingen in de regels tegen marktmisbruik wordt een beter evenwicht gevonden tussen minder administratieve rompslomp voor kleine bedrijven enerzijds en het beschermen van de marktintegriteit en beleggers anderzijds.

Met de voorgestelde wijzigingen in de prospectusverordening mogen emittenten op groeimarkten voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) een lichter prospectus uitgeven wanneer ze de overstap maken naar een gereglementeerde markt (d.w.z. een hoofdbeurs). Daardoor worden aanzienlijke kostenbesparingen mogelijk voor dergelijke groeiende bedrijven.

Een andere mijlpaal in de totstandbrenging van de KMU was de invoering van het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP), een vrijwillige regeling om te sparen voor de oude dag. Het product zal worden aangeboden door een breed scala aan financiële dienstverleners in de gehele EU en krijgt een plek naast bestaande overheids- en bedrijfspensioenregelingen en nationale particuliere pensioenregelingen. De verordening is op 14 juni aangenomen en gaat over twee jaar in. Dan zouden ook de eerste producten op de markt moeten verschijnen.

Het PEPP zal consumenten in hun zoektocht naar een geschikt product meer keuze, concurrentie, transparantie en flexibiliteit bieden. Mobiele burgers kunnen premie blijven betalen voor hetzelfde product, ongeacht waar ze in de Europese Unie verblijven.

Op 31 juli zijn nieuwe regels in werking getreden die de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen moeten bevorderen. Met deze regels wordt deze distributie eenvoudiger, sneller en goedkoper en zal de concurrentie tussen beleggingsfondsen uiteindelijk toenemen. Beleggers krijgen meer keuzemogelijkheden, meer waar voor hun geld en meer bescherming.

Ook is overeenstemming bereikt over een richtlijn voor een efficiënte herstructurering van in financiële moeilijkheden verkerende, levensvatbare ondernemingen, waarbij bonafide ondernemers na een faillissement een tweede kans krijgen.

In maart bereikten het Europees Parlement en de Raad ook een akkoord over nieuwe regels waarmee het eenvoudiger wordt om kleine bedrijven via de kapitaalmarkt te financieren. De regels zullen de administratieve rompslomp voor bedrijven die toegang proberen te krijgen tot “kmo-groeimarkten”, een nieuw soort handelsplatform speciaal voor kleine emittenten, verminderen door de invoering van een meer evenredige benadering voor de beursgang van dergelijke bedrijven.

Stimuleren van onderzoek, innovatie en technologie

Wetenschappelijke excellentie en baanbrekende innovatie

In 2019 is in het kader van het EU-programma Horizon 2020 de aanzet gegeven tot de besteding van 11 miljard euro aan financiering voor onderzoek en innovatie.

Gezien het toenemend economisch belang van baanbrekende, revolutionaire innovatie en na de eerste successen van de proeffase van de Europese Innovatieraad zullen de resterende twee jaar van deze proeffase in het teken staan van een aanzienlijke expansie. Voor 2019-2020 is meer dan 2 miljard euro aan financiering goedgekeurd die de gehele innovatieketen omvat: van “pathfinder”-projecten ter ondersteuning van geavanceerde technologieën uit de niet-conventionele onderzoeksbasis tot “accelerator”-financiering ter ondersteuning van startende bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen bij de ontwikkeling en opschaling van innovaties naar de fase waarin particuliere investeringen kunnen worden aangetrokken.

Uitsplitsing van de begroting van het programma Horizon 2020 van de Europese Unie, dat investeert in onderzoek en innovatie

De totale begroting voor Horizon 2020 voor de periode 2014-2020 bedraagt 77 miljard euro. 11 miljard euro daarvan was bestemd voor oproepen tot het indienen van voorstellen in 2019. Enkele voorbeelden van financiering door de Europese Unie in het kader van dit programma zijn: 206 miljoen euro voor de omvorming van energie-intensieve sectoren tot concurrerende koolstofarme circulaire industrieën door verkleining van de ecologische voetafdruk; 132 miljoen euro om ervoor te zorgen dat Europa het voortouw neemt bij de volgende generatie batterijen om zo een koolstofarme en veerkrachtige toekomst te ondersteunen; 135 miljoen euro voor acties die op verschillende manieren bijdragen tot de verwezenlijking van de strategie inzake kunststoffen van de Europese Unie; 396 miljoen euro voor de bevordering van kunstmatige intelligentie, die de kern vormt van de meest veelbelovende doorbraken van dit moment, en 116 miljoen euro voor nieuwe capaciteit voor de bestrijding en preventie van cybercriminaliteit.

Een ring van licht tegen een donkere achtergrond

Eerste foto ooit van een zwart gat, gepubliceerd op 10 april 2019 door Event Horizon Telescope, een wereldwijd team van onder meer door de EU gefinancierde onderzoekers.

De EU in de ruimte

Om ervoor te zorgen dat de EU in de wereld koploper blijft op het gebied van ruimtevaarttechnologie, en om de concurrentiepositie van de ruimtevaartindustrie in Europa te bevorderen, hebben het Europees Parlement en de Raad in 2019 een voorlopig deelakkoord bereikt over het EU-ruimteprogramma 2021-2027.

Grafiek van de toegenomen investeringen van de Europese Unie in de ruimte

De investeringen van de Europese Unie in de ruimte bedroegen in totaal 4,6 miljard euro in de periode 2007-2013, 11,1 miljard euro in de periode 2014-2020 en zullen naar verwachting uitkomen op 16 miljard euro in de periode 2021-2027. Cijfers in lopende prijzen. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Met een voorgesteld budget van 16 miljard euro wordt alle EU-ruimtesteun samengevoegd en wordt de huidige financiering met meer dan een derde verhoogd. Ook is het de bedoeling dat op nieuwe behoeften wordt ingehaakt en op beschikbare technologieën wordt voortgebouwd, de toegang van Europa tot de ruimte wordt versterkt en een Europese aanpak wordt gelanceerd voor een innovatieve en concurrerende ruimte-industrie.

Galileo, het Europese mondiale radionavigatie-satellietsysteem, is het nauwkeurigste satellietnavigatiesysteem ter wereld. In september waren er wereldwijd zo’n 1 miljard gebruikers van Galileo, inclusief gebruikers van Galileo-compatibele smartphones en tablets. Copernicus is ’s werelds grootste leverancier van aardobservatiegegevens, die gebruikt kunnen worden voor de monitoring van klimaatverandering, voor grensbeveiliging en voor de aanpak van grote rampen wereldwijd. Dagelijks levert Copernicus 12 terabyte aan gegevens, die voor iedereen volledig, openlijk en vrij beschikbaar zijn en een goudmijn vormen voor big data en cloudverwerking. Sinds 2019 is een betere overdracht mogelijk van Copernicus-gegevens en vooral -beelden, die dankzij nieuwe upgrades van de data- en informatietoegangsdiensten gemakkelijker bekeken, gedownload en verwerkt kunnen worden.

EU-defensie en -industrie

Drie op de vier EU-burgers willen meer veiligheid (Eurobarometer, november 2018). Daarom heeft de EU haar ambitieniveau verhoogd wat betreft een defensie-unie. In het kader van de in december 2017 geactiveerde permanente gestructureerde samenwerking willen 25 lidstaten verdergaande verbintenissen aangaan op veiligheids- en defensiegebied en deelnemen aan veeleisende missies. Inmiddels zijn er in totaal 34 projecten van start gegaan, waaronder projecten op het gebied van militaire mobiliteit, maritiem toezicht en cyberbeveiliging. Op verzoek van de deelnemende lidstaten is de Commissie waarnemer.

De twee proefprogramma’s van het Europees Defensiefonds, met een gezamenlijk budget van 590 miljoen euro, zijn volgens plan verlopen, terwijl de voorbereidende actie inzake defensieonderzoek (2017-2019) het laatste jaar inging. Het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie (2019-2020) biedt medefinanciering voor de gezamenlijke ontwikkeling van defensievermogens; het werkprogramma is in maart goedgekeurd en in april zijn oproepen tot het indienen van voorstellen gepubliceerd.

Investeren in regio’s, steden en plattelandsgebieden

Met duizenden grote en kleine investeringen in de gehele EU is het cohesiebeleid ook in 2019 een aanjager van groei en werkgelegenheid geweest. In de afgelopen vijf jaar heeft een miljoen bedrijven steun ontvangen, waarmee honderdduizenden nieuwe banen zijn geschapen. Miljoenen mensen hebben hulp ontvangen in de vorm van opleiding en onderwijs of bij het zoeken naar een baan. Talloze huishoudens hebben toegang gekregen tot betere breedbandverbindingen en profiteren van een verbeterde vervoersinfrastructuur en innovaties in de gezondheidszorg.

Daarnaast heeft het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds steun verleend aan twee lidstaten en tien EU-regio’s die een industriële transitie doormaken: Litouwen, Slovenië, Noord- en Oost-Finland (Finland), Noordelijk Centraal-Zweden (Zweden), Greater Manchester (Verenigd Koninkrijk), Saksen (Duitsland), Wallonië (België), Piemonte (Italië), Cantabrië (Spanje) en Hauts-de-France, Centre-Val de Loire en Grand Est (Frankrijk). Elk van deze twaalf proefprogramma’s krijgt 300 000 euro aan EU-subsidie voor de industriële transitie en het opzetten van strategieën voor “slimme specialisatie”, dat wil zeggen de ontwikkeling van de sterke punten van deze lidstaten of regio’s.

Mensen hebben zich verzameld in een conferentiezaal om te luisteren naar een spreker

Discussie tijdens de Europese Week van Regio’s en Steden, Brussel, België, 9 oktober 2019.

Cohesiemiddelen worden ook geïnvesteerd in innovatieve startende bedrijven. Zo gaat een durfkapitaalfonds in Kroatië dankzij een in april aangekondigde bijdrage van het Europees Investeringsfonds van 32,5 miljoen euro investeren in nieuwe projecten met een groot groeipotentieel in het land. Meer dan honderd startende bedrijven zouden dan een betere toegang moeten krijgen tot financiering.

Op grootschaliger niveau is in diezelfde maand door de Commissie 4 miljard euro aan financiering aangekondigd voor 25 grote infrastructuurprojecten in 10 lidstaten. De middelen komen uit het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds en uit het Cohesiefonds. Het gaat om zeer uiteenlopende projecten, van grensoverschrijdende gaspijpleidingen tussen Bulgarije en Griekenland tot waterbeheer in Malta, onderzoeksfaciliteiten op een universiteit in Duitsland en een modernisering van de spoorwegen in Noord-Portugal. Samen met de nationale medefinanciering komen de totale investeringen in deze projecten uit op 8 miljard euro.

Landbouw en plattelandsontwikkeling

Met de ondersteuning van een rendabele voedselproductie, een duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, de modernisering van plattelandsinfrastructuur en sociale inclusie bleef het gemeenschappelijk landbouwbeleid een motor van groei en investeringen. Eind derde kwartaal 2019 was uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) in totaal 8 miljard euro aan steun verleend voor de plattelandsontwikkelingsprogramma’s 2014-2020. De financiering ging naar de verbetering van de levensvatbaarheid van landbouwbedrijven en het concurrentievermogen van alle soorten landbouw en naar innovatieve landbouwtechnologieën en duurzaam bosbeheer.

Het plattelandsontwikkelingsbeleid heeft ook tot doel het milieu te beschermen en klimaatverandering tegen te gaan en te helpen bij aanpassingen aan klimaatverandering. Landbouwers kunnen financiële steun krijgen als ze zich aansluiten bij een regeling om bijvoorbeeld een milieuvriendelijke bedrijfsvoering op te zetten, gunstige omstandigheden voor biodiversiteit te scheppen of drasland her aan te leggen voor de koolstofvastlegging van bodems. Al met al bedroeg de Elfpo-steun voor het herstel, de instandhouding en de verbetering van land- en bosbouwgerelateerde ecosystemen bijna 27 miljard euro. Nog eens 2 miljard euro werd uitgegeven aan de bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen en aan de overgang naar een koolstofarme, klimaatbestendige economie in de landbouw, de bosbouw en de voedingssector. Ook heeft het Elfpo bijna 5 miljard euro aan steun verleend voor sociale inclusie, armoedebestrijding en economische ontwikkeling in de plattelandsgebieden.

Om de positie van landbouwers in een steeds marktgerichtere agri-foodsector te versterken, heeft de Commissie ook gewerkt aan een eerlijkere en evenwichtigere voedselketen. In april zijn nieuwe regels tegen oneerlijke handelspraktijken in werking getreden. Deze regels moeten landbouwers en agri-foodbedrijven beschermen tegen dergelijke praktijken. De lidstaten moeten de regels uiterlijk in mei 2021 in nationaal recht hebben omgezet. Ook is goedkeuring gegeven aan een initiatief om de transparantie van de agri-foodmarkt te vergroten; voor alle marktdeelnemers komt er meer informatie beschikbaar over prijzen in de verschillende schakels van de voedselketen.

De blauwe economie

Grafieken van het economisch effect van de blauwe economie van de Europese Unie

De bijdrage van de blauwe economie aan de algemene economie van de Europese Unie als bruto toegevoegde waarde bleef relatief stabiel rond 1,5 % tussen 2009 en 2017, met een lichte daling sinds 2011. In dezelfde periode bedroeg de werkgelegenheid in de blauwe economie als bijdrage aan de algemene economie van de Europese Unie nog steeds tussen 1,5 % en 2 %, met een duidelijke groeiperiode sinds 2015. De gegevens voor 2017 zijn voorlopige gegevens. Bron: Eurostat (structurele bedrijfsstatistieken), kader voor gegevensverzameling, directoraat-generaal Maritieme zaken en Visserij, en berekeningen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek. De groei uitgedrukt als reële groei van het bruto binnenlands product tegen factorkosten die bijgevolg overeenkomt met de bruto toegevoegde waarde, varieerde tussen 2004 en begin 2020. De groei van het bruto binnenlands product bedroeg tussen 2004 en 2006 ruim 3 %, maar de financiële crisis van 2008 leidde tot een scherpe daling, waardoor de groei uitkwam op ‒ 5 % in 2009. De groei van het bruto binnenlands product van de blauwe economie nam met een even snelle stijging toe tot 2 % in 2010, maar viel terug tot net onder 0 % in 2012. Tussen 2012 en 2014 was de groei stabiel rond 2 %; met uitzondering van lichte schommelingen bleef ze tot begin 2020 stabiel op dat niveau. De gegevens voor 2019-2020 zijn prognoses. Bron: Europese Commissie.

De blauwe economie van de EU — alle duurzame economische activiteiten die verband houden met oceanen, zeeën en kustgebieden — blijft groeien. Volgens het tweede EU-verslag over de blauwe economie, dat in mei uitkwam, was de sector in 2017 goed voor meer dan 4 miljoen banen en een brutowinst van 74,3 miljard euro. De meest recente cijfers wijzen op een sterke groei in zowel de traditionele als de opkomende sectoren van de blauwe economie. Het rapport is bedoeld om de verdere groei van deze sector te stimuleren door betere gegevens, analysen en kennis over de zee te leveren.

Een visser houdt een kreeft omhoog die hij aan boord van zijn vissersboot heeft gevangen

Visser met een langoest, Guilvinec, Frankrijk, 20 augustus 2019.

Uit het Economisch jaarverslag 2019 over de EU-vissersvloot, dat in augustus werd uitgebracht, blijkt dat de sector in 2017 opnieuw sterk heeft gepresteerd. Dat was met name te danken aan duurzame visserijmethoden, hogere gemiddelde visprijzen, aanhoudend lage brandstofprijzen en aan het feit dat bepaalde visbestanden er nu beter voor staan. De gunstige trend zal naar verwachting aanhouden.

Vervoersverbindingen in Europa

In 2019 is aan 108 projecten 538 miljoen euro aan subsidie uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (FEV) toegekend voor veiligere, slimmere en groenere vervoersinfrastructuur. Daarvan waren 39 projecten (117 miljoen euro) gericht op het beperken van de geluidsoverlast van goederentreinen, op de ontwikkeling van grensoverschrijdende spoorwegverbindingen en op de modernisering van cruciale haveninfrastructuur. Nog eens 109 miljoen euro ging naar multimodale logistieke platforms, waar vracht kan worden overgeladen van de ene vervoerswijze naar de andere. Twee andere prioriteiten betroffen intelligente systemen voor vervoer over de weg (80 miljoen euro) en innovatie en nieuwe technologieën (71 miljoen euro).

In maart heeft de Europese Commissie samen met de Europese Investeringsbank de nieuwe CEF-vervoer-blendingfaciliteit gelanceerd, een innovatief financieel instrument voor projecten die de ecologische duurzaamheid en efficiëntie van de vervoerssector in Europa moeten bevorderen. Met een aanvangsbudget van 200 miljoen euro zullen investeringen in het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer en in infrastructuur voor alternatieve brandstoffen worden gefinancierd. Beide organisaties hebben ook de krachten gebundeld op het gebied van investeringen in de vervoersveiligheid: op een platform voor veiliger vervoer zal gemakkelijk technisch en financieel advies kunnen worden ingewonnen over met name verkeersveiligheid op de weg.

Investeren in bedrijven

Bijna 99 % van alle bedrijven in de EU zijn kleine en middelgrote ondernemingen, die van cruciaal belang zijn voor de EU-economie. De EU biedt deze bedrijven ondersteuning door het ondernemingsklimaat te verbeteren, de toegang tot financiering te vergemakkelijken en verschillende diensten aan te bieden die hen helpen om in en buiten de EU door te groeien.

Met name via het programma voor het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) heeft de EU in 2018 met allerlei financiële hefboominstrumenten, waaronder het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), 10 miljard euro aan financiering voor 140 000 bedrijven aangetrokken.

Investeren in mensen

Hervorming van onderwijs en opleiding is een topprioriteit in de meeste lidstaten en dit onderwerp nam ook in het Europees Semester 2019 een prominente plaats in. Investeringen in onderwijs en vaardigheden zijn van essentieel belang voor innovatie en productiviteitsgroei, met name in een snel veranderende arbeidswereld met toenemende tekorten aan vaardigheden. Kansenongelijkheid in het onderwijs vormt een bedreiging voor de sociale cohesie en de Europese welvaart op lange termijn. Gelijke toegang tot hoogwaardig onderwijs is ook van essentieel belang voor kansarme groepen, en gezien de snelle veranderingen in de arbeidswereld moeten meer volwassenen worden gestimuleerd om hun vaardigheden voortdurend te verbeteren en een leven lang leren te omarmen. Alle lidstaten hebben een landspecifieke aanbeveling over onderwijs en opleiding gekregen.

In mei heeft de Raad in het kader van de werkzaamheden om uiterlijk in 2025 een Europese onderwijsruimte tot stand te brengen, een aanbeveling inzake opvang en onderwijs voor jonge kinderen en het onderwijzen en leren van talen vastgesteld. In de maanden daarop kondigde de Commissie in het kader van het programma Erasmus+ de eerste 17 allianties van Europese universiteiten aan. Daarbij zijn 114 instellingen voor hoger onderwijs in 24 lidstaten betrokken. Deze allianties zullen de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het hoger onderwijs verbeteren en de samenwerking tussen de instellingen en hun studenten en personeel bevorderen.

De EU is ook doorgegaan met haar investeringen in beroepsopleiding. Dankzij ondersteuning en medefinanciering van het programma Erasmus voor jonge ondernemers (EYE) kunnen onlangs gestarte en aspirant-ondernemers in opleiding gaan bij een ervaren leidinggevende van een klein- of middelgroot bedrijf in een ander land. Afgelopen jaar hebben 1 300 nieuwe ondernemers uit heel Europa en daarbuiten hieraan deelgenomen. Daarnaast doen 120 ondernemers hun voordeel met EYE Global, een proefprogramma waarbij ook Israël, Singapore en twee Amerikaanse staten (New York en Pennsylvania) zijn betrokken.

Een overzicht van de resultaten van de uitvoering van de jongerengarantie

In april 2013 beloofden de lidstaten van de Europese Unie om iedereen jonger dan 25 jaar die maximaal 4 maanden werkloos is of met school is gestopt, een deugdelijk aanbod te doen in de vorm van een baan, een nieuwe opleiding, een leerlingplaats of een stage. Deze jongerengarantie was een initiatief van de Commissie en heeft de jeugdwerkloosheid doen verminderen. Sinds 2013 waren 2,5 miljoen minder jongeren werkloos en waren er 2 miljoen minder jongeren die geen werk hebben en ook geen onderwijs of opleiding volgen. Sinds 2014 hebben meer dan 25 miljoen jongeren zich aangemeld en zijn meer dan 18 miljoen jongeren ingegaan op een aanbod voor een baan, een opleiding of een plaats als stagiair of leerling. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Circa 650 000 jongeren en 237 000 personeelsleden van onderwijsinstellingen en jongerenorganisaties hebben gebruikgemaakt van het programma Erasmus+ voor onderwijs, opleiding, sport en jeugd (budget 3,2 miljard euro). In het kader van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief is 350 miljoen euro beschikbaar gekomen voor jongeren die in regio’s wonen waar de jeugdwerkloosheid zeer hoog is.

Mensen bij elkaar brengen

Rond de 35 000 jongeren hebben met een DiscoverEU-reispas Europa kunnen verkennen en meer dan 90 000 mensen hebben zich ingeschreven voor het Europees Solidariteitskorps, van wie 12 000 in 2019 hebben deelgenomen aan solidariteitsactiviteiten in heel Europa.

Deelnemers aan DiscoverEU bespreken duurzaamheid tijdens de allereerste DiscoverEU-bijeenkomst, Nijmegen, Nederland, 12 juli 2019.

Deelnemers aan DiscoverEU tijdens de allereerste DiscoverEU-bijeenkomst, Nijmegen, Nederland, 12 juli 2019.

Een gezonder Europa

Samen met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de Europese waarnemingspost voor gezondheidsstelsels en -beleid heeft de Commissie gewerkt aan diepgaande studies van de gezondheidsstelsels in de EU. De State of health in the EU en het begeleidend verslag bevatten dertig profielen van nationale stelsels. In 2019 werd ingezoomd op vijf horizontale thema’s: terughoudendheid tegenover vaccinaties, digitale transformatie van gezondheidsbevordering en ziektepreventie, lacunes in de toegankelijkheid van gezondheidsstelsels, taakverschuiving onder gezondheidswerkers, en toegang van patiënten tot geneesmiddelen.

Jean-Claude Juncker en Tedros Adhanom Ghebreyesus houden een T-shirt omhoog waarop staat “#VaccinesWork” (vaccins werken)

Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, toont een T-shirt van #VaccinesWork, samen met Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, tijdens de wereldtop over vaccinatie, Brussel, België, 12 september 2019.

In februari ondernam de EU actie om de veiligheid te waarborgen van geneesmiddelen die in de lidstaten worden verkocht: er werden nieuwe verificatie- en veiligheidskenmerken ingevoerd voor geneesmiddelen die alleen op recept verkrijgbaar zijn. Voortaan moeten fabrikanten een 2D-streepjescode en een antimanipulatiehulpmiddel op de verpakking van dergelijke geneesmiddelen zetten en moeten apotheken (ook internetapotheken) en ziekenhuizen de authenticiteit van geneesmiddelen controleren voordat ze aan patiënten worden gegeven. Dit is de laatste stap in de uitvoering van de richtlijn vervalste geneesmiddelen van 2011, die de veiligheid en kwaliteit moet waarborgen van geneesmiddelen die in de EU worden verkocht.

Jongeren spelen rugby op een tijdelijk veldje naast het gebouw van de Europese Commissie

Rugbywedstrijd voor jongeren naast het Berlaymontgebouw van de Europese Commissie, in het kader van de Europese Week van de Sport, Brussel, België, 23 september 2019.

Een EU-begroting gericht op resultaat en continuïteit

De begroting van de EU bleef gericht op het versterken en veerkrachtiger maken van de Europese economie en op het bevorderen van de solidariteit en veiligheid zowel binnen als buiten haar grenzen.

Met de maatregelen om de economische groei te bevorderen en de economische kloof tussen de regio’s te verkleinen, was bijna de helft van de vastgelegde middelen (80 miljard euro) gemoeid. Er ging 12,2 miljard euro aan EU-financiering naar onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020, inclusief de nieuwe Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing. Het budget voor onderwijs en opleiding werd verhoogd (naar Eramus+ ging 17,8 % meer dan in 2018). Hetzelfde gold voor vervoer en digitale infrastructuur (37 % meer voor de FEV). Voor landbouw en plattelandsgebieden bleven de uitgaven met bijna 60 miljard euro op een stabiel niveau. De steun was onder meer gericht op het tegengaan van klimaatverandering en op het bevorderen van duurzame groei. De begroting van 2019 bood de nodige speelruimte om het interne aspect van de migratieproblematiek aan te pakken: van de in totaal 1,2 miljard euro aan steun uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie ging 386,3 miljoen euro naar operationele programma’s van de lidstaten, terwijl uit het Fonds voor interne veiligheid 442,7 miljoen euro werd ingezet voor grensbeheer en 92,7 miljoen euro voor veiligheid. In totaal ging 5 miljoen euro naar het nieuwe Europees Openbaar Ministerie, dat zich gaat bezighouden met de vervolging van internationale strafbare feiten die ten koste gaan van de EU-begroting, zoals fraude, witwaspraktijken en corruptie.

Hoofdstuk 2

Een connectieve digitale eengemaakte markt

© Fotolia

2019 was wederom een belangrijk jaar voor de digitale transformatie van onze economie en onze samenleving. Die transformatie werpt al vruchten af voor consumenten en bedrijven overal in de EU en daarbuiten. Dit was mogelijk dankzij een gezamenlijke aanpak van de EU.

In mei werden telefoon­gesprekken en sms’jes tussen lidstaten goedkoper dankzij nieuwe regels waarmee telefoongesprekken of berichtendiensten, via zowel vaste lijnen als mobiel, aan een maximumprijs zijn gebonden. Het aantal gratis wifi-hotspots in Europa is toegenomen doordat steden en gemeenten een vergoeding kunnen krijgen voor de installatiekosten, dankzij een speciale, door de EU gefinancierde regeling.

Andere ontwikkelingen legden de basis voor de digitale toekomst van Europa. Producten en diensten die gebruikmaken van kunstmatige intelligentie (KI), vinden steeds meer aftrek. De EU komt met nieuwe richtsnoeren die de burgers moeten geruststellen dat die technologie mensen zal helpen en niet zal vervangen.

De ambitie van Europa om wereldleider op het gebied van supercomputers te worden, heeft een belangrijke impuls gekregen met de bekendmaking van acht nieuwe gastlocaties voor supercomputers. De bezorgdheid over de veiligheid van belangrijke communicatienetwerken en de gegevens die ze overbrengen, is aangepakt: er zijn nieuwe voorstellen gedaan voor het verbeteren van de cyberbeveiliging van 5G-netwerken, het Agentschap van de Europese Unie voor cyber­beveiliging heeft een veel grotere rol gekregen en er zijn EU-brede regels voor de cyberbeveiligingscertificering van producten, processen en diensten gekomen. Ook is overeengekomen om nieuwe ultraveilige kwantumbeveiligingsnetwerken te ontwikkelen.

Nieuwe regels inzake auteursrechten houden in dat onlinewerk van journalisten en andere auteurs of makers eerlijker wordt beloond en beter wordt beschermd.

Veiligere, goedkopere en betere connectiviteit

Connectiviteit was in 2019 opnieuw een belangrijke kwestie voor de EU. Aangezien onze economie en samenleving steeds digitaler worden en we steeds meer tijd besteden aan het gebruik van producten en diensten online, is veilige, betrouwbare en betaalbare connectiviteit belangrijker dan ooit.

Video over de ontwikkeling van de digitale eengemaakte markt

Digitale eengemaakte markt: goedkoper bellen naar andere landen in de EU. © Europese Unie, 2019

De kosten van telefoneren en berichtenverkeer tussen de lidstaten en andere delen van Europa liepen sterk uiteen. Gemiddeld was vast of mobiel bellen naar een ander land drie keer zo duur als binnenlands bellen, en een sms’je naar een ander land was meer dan twee keer zo duur als een binnenlands sms’je. Bij de in mei ingevoerde prijsplafonds zijn de maximumprijzen voor vaste of mobiele telefoongesprekken vastgesteld op maximaal 0,19 euro + btw per minuut, terwijl sms’jes nu niet meer dan 0,06 euro + btw mogen kosten. Na de afschaffing van de roamingtarieven voor mobiele telefonie in 2017 heeft het plafond voor internationale oproepen in Europa consumenten en bedrijven een duidelijk en onmiddellijk voordeel gebracht.

Een overzicht van de beperking van digitale belemmeringen voor consumenten en bedrijven

Het wegwerken van digitale belemmeringen is voor consumenten en bedrijven van essentieel belang. In de onlinewereld zijn de vier vrijheden van de EU — het vrije verkeer van goederen, kapitaal, diensten en arbeid — nog geen realiteit. De Commissie-Juncker heeft dat probleem aangepakt. Voor 2014 konden Europeanen hun onlineabonnementen op reis niet gebruiken en kon het streamen van hun favoriete tv-programma in het buitenland geblokkeerd zijn. De roamingtarieven voor het gebruik van mobiele telefoons in het buitenland binnen de EU waren hoog: in 2007 bedroegen die meer dan 0,50 euro per minuut voor een telefoongesprek en 0,28 euro voor een sms’je. De consumentenrechten waren niet aangepast aan het digitale tijdperk en consumenten hadden door geoblocking geen onlinetoegang tot goederen en diensten in andere landen, doordat bijvoorbeeld alleen kon worden betaald met een betaalkaart of creditcard uit een bepaald land. Sinds april 2018 hebben de Europeanen via hun onlineabonnementen toegang tot films, sportevenementen, e-boeken, games of muziekdiensten wanneer ze op reis zijn in een andere lidstaat. Ze betalen geen roamingtarieven wanneer ze reizen binnen de Europese Unie. 70 % van de Europeanen verklaart reeds de voordelen van dit beleid te ondervinden. Bovendien bieden gemoderniseerde regels voor de consumentenbescherming en nieuwe regels voor digitale overeenkomsten consumenten meer rechten online en meer vertrouwen bij aankopen op internet en uit andere lidstaten. Sinds 3 december 2018 gelden nieuwe regels tegen ongerechtvaardigde geoblocking, die ervoor zorgen dat consumenten online toegang kunnen krijgen tot goederen en diensten zonder daarbij discriminatie of geografische beperkingen te ondervinden. Bron: Europese Commissie.

Een overzicht van het initiatief WiFi4EU

Via WiFi4EU gefinancierde netwerken moeten kosteloos zijn, vrij van reclame en vrij van commercieel hergebruik van data. Ook moet in de aangewezen openbare ruimten het logo van WiFi4EU zichtbaar zijn alsook het feit dat de netwerken medegefinancierd zijn door de Europese Unie. Bron: Europese Commissie.

Een nieuwe regeling om lokale overheden te helpen wifi-hotspots te installeren, was een ander tastbaar resultaat van het beleid. Het WiFi4EU-initiatief streeft ernaar 8 000 gemeenschappen in de EU te helpen hun connectiviteit te verbeteren. Lokale overheden kunnen een EU-subsidie van 15 000 euro krijgen voor de installatie van hotspots. Er zijn twee oproepen tot het indienen van voorstellen geweest, waarbij meer dan 5 000 gemeenschappen van de regeling gebruik hebben gemaakt, boven op de 2 800 die in 2018 reeds steun ontvingen. Elke gemeenschap krijgt 18 maanden de tijd om het geld te investeren in de benodigde apparatuur om hun openbare wifi-hotspots tot stand te brengen.

Afgelopen jaar heeft ook de connectiviteit in plattelandsgebieden een impuls gekregen. Slechts 53 % van de mensen die in afgelegen en plattelandsgebieden wonen, heeft toegang tot snel internet, tegen 82 % in de hele EU. Het dichten van deze digitale kloof is een belangrijke prioriteit. Het netwerk van breedbandcompetentiekantoren is in 2019 aanzienlijk gegroeid; er zijn nu maar liefst 116 nationale en regionale kantoren die helpen de inspanningen te coördineren om de breedbanddekking uit te breiden tot de verste uithoeken van de EU. Betere en snellere breedbandverbindingen zullen de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, overheidsdiensten en bedrijven verbeteren, werkgelegenheid en investeringen aantrekken en gemeenschappen in die gebieden ondersteunen.

De uitbreiding van het netwerk was een gevolg van de afspraak die de lidstaten in april maakten om te gaan samenwerken bij de ontsluiting van het potentieel van digitale technologieën. De bedoeling hiervan was belangrijke en dringende economische, sociale, klimaat- en milieu-uitdagingen van de bredere plattelandseconomie, waaronder de voedsel- en landbouwsector van de EU, aan te pakken.

In de aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei werd een campagne, #DigitalRespect4Her, gehouden rond onlinegeweld tegen vrouwen. Aan de hand van getuigenissen van vrouwelijke parlementsleden, deskundigen en journalisten werden de specifieke problemen benadrukt waarmee vrouwen op sociale media en elders online worden geconfronteerd.

De digitalisering helpt ook de belemmeringen binnen de eengemaakte markt van de EU weg te nemen. De lancering van de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de sociale zekerheid is hier een tastbaar voorbeeld van. Het project helpt socialezekerheidsinstellingen in de EU, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland bij de uitwisseling van relevante informatie over burgers die in verschillende landen wonen en werken of van het ene naar het andere land verhuizen. In januari 2019 werd met de uitvoering ervan begonnen en inmiddels hebben 31 landen het systeem in gebruik genomen. Aan het eind van het jaar hadden ze al over meer dan 175 000 zaken informatie uitgewisseld. Het systeem is ontworpen om enerzijds burgers gemakkelijker toegang te geven tot hun informatie en hun socialezekerheidsuitkeringen sneller en nauwkeuriger te berekenen, en anderzijds om de socialezekerheidsdiensten te helpen fraude doeltreffender te bestrijden.

In dezelfde geest zal de inning van de btw van onlineverkopers ook beter verlopen dankzij de nieuwe regels die in maart zijn overeengekomen en die bepalen dat onlinebedrijven zich maar één keer voor btw-doeleinden hoeven in te schrijven, in plaats van in elke lidstaat waar ze verkoopactiviteiten ontplooien. Dit zal de kosten in tijd en geld voor kleinere bedrijven die online grensoverschrijdend actief zijn, verminderen. De nieuwe regels zullen de nationale belastingdiensten ook helpen gemakkelijker btw te innen van bedrijven van buiten de EU die via internet goederen verkopen aan consumenten in de EU; dat zal helpen bij het innen van de 5 miljard euro aan belastinginkomsten die elk jaar in de sector verloren gaan.

Bescherming van rechten in het digitale tijdperk

Er zijn andere initiatieven genomen om de rechten van consumenten en bedrijven online te beschermen, zoals nieuwe regels voor contracten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten of voor de verkoop van goederen, die ertoe bijdragen dat het duidelijker en gemakkelijker wordt om online zaken te doen. Uniforme regels in de hele EU zullen bedrijven helpen te begrijpen wat hun verplichtingen zijn. Ook bieden ze consumenten duidelijke oplossingen voor gevallen waarin digitale inhoud, diensten en goederen, waaronder producten met een digitaal element (bv. slimme koelkasten), gebreken vertonen.

Er zijn ook nieuwe EU-regels overeengekomen om de complexe regelgeving rond het auteursrecht aan te passen aan de digitale wereld. Muziekstreamingdiensten, video-op-aanvraagplatforms, nieuwsaggregatiediensten en platforms voor door gebruikers geüploade content zijn de belangrijkste toegangspoorten geworden voor toegang tot creatieve en journalistieke inhoud. De nieuwe regels garanderen een eerlijker vergoeding voor makers, beter beschermde rechten voor gebruikers en meer duidelijkheid wat betreft de verantwoordelijkheid van platforms. Het doel is om de toegang tot auteursrechtelijk beschermd on­linemateriaal over de grenzen heen te verbeteren, om nieuwe rechten en verantwoordelijkheden vast te stellen voor onlineplatforms met auteursrechtelijk beschermd werk, de onlinepers en -jounalistiek aan te moedigen en de vergoeding voor journalisten te verbeteren, alsmede het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden te vergemakkelijken.

Europa is vastberaden blijven optreden tegen oneerlijke handelspraktijken in de digitale economie. In maart kreeg Google een boete van 1,49 miljard euro voor het opleggen van concurrentieverstorende contractuele beperkingen aan websites van derden, waardoor concurrenten werden ontmoedigd of belemmerd om hun zoekadvertenties op die websites te plaatsen. In juni werd een formeel onderzoek ingesteld naar de praktijken van Broadcom, een wereldleider op het gebied van onderdelen voor draadgebonden communicatiemiddelen zoals modems en tv-settopboxen, om na te gaan of het concurrenten op illegale wijze heeft uitgesloten. In oktober heeft de Commissie voorlopige maatregelen tegen Broadcom ingesteld om ervoor te zorgen dat er geen ernstige en onherstelbare schade aan de mededinging ontstaat, in afwachting van haar onderzoek naar de gegrondheid van bepaalde vermeende uitsluitingspraktijken door dat bedrijf. Qualcomm werd in juli veroordeeld tot een geldboete van 242 miljoen euro omdat dat bedrijf de chipsets die smartphones en tablets met cellulaire netwerken verbinden, onder de kostprijs heeft verkocht, met de bedoeling zijn voornaamste concurrent in het marktsegment uit te schakelen. Ook is een onderzoek ingesteld naar de wijze waarop Amazon gegevens van andere handelaren die op zijn websites goederen verkopen, gebruikt.

Sinds juli gelden er voor platform-to-business onlinerelaties geharmoniseerde regels voor minimale transparantie en verhaalsrechten. Deze beschermen bedrijven die, om consumenten te bereiken, afhankelijk zijn van onlineplatforms, zonder dat dit ten koste gaat van het innovatiepotentieel; er wordt toezicht op gehouden door het Waarnemingscentrum voor de onlineplatformeconomie.

Netwerken veiliger maken

De EU heeft ook nieuwe regels voor de cyberbeveiliging van netwerken als geheel uitgevaardigd. Het betreft onder meer aanbevelingen over de beveiliging van 5G-netwerken, waarbij de hoge capaciteit naar verwachting zal leiden tot een verdere uitbreiding van het aantal en het aanbod aan digitale producten en diensten, en tot geraamde inkomsten van 225 miljoen euro in 2025. Tussen maart en juni hebben de lidstaten uitgebreide risicobeoordelingen van hun 5G-netwerkinfrastructuur uitgevoerd en de regels ter verbetering van de beveiliging van openbare netwerken aangescherpt.

De cyberbeveiligingsverordening is in juni van kracht geworden, waarmee de toekomstige richting van het cyberbeveiligingsbeleid van de EU is uitgestippeld. In dit verband wordt de ontwikkeling van een nieuw kader voor cyberbeveiligingscertificering van digitale producten, diensten en processen ter hand genomen, waarbij het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging een grotere rol krijgt. Het Agentschap speelt niet alleen een belangrijke rol bij het opzetten en onderhouden van het certificeringskader, maar heeft ook een mandaat gekregen om de operationele samenwerking op het niveau van de EU op te voeren. Dat betekent dat het onder meer lidstaten op verzoek helpt cyberbeveiligingsincidenten aan te pakken, en dat het de coördinatie van de EU bij grootschalige grensoverschrijdende cyberaanvallen en crises ondersteunt.

In diezelfde maand hebben zeven lidstaten (België, Duitsland, Spanje, Italië, Luxemburg, Malta en Nederland) toegezegd de ontwikkeling van ultrabeveiligde kwantumnetwerken te versnellen om de Europese capaciteiten op het gebied van kwantumtechnologie en cyberbeveiliging een impuls te geven en om de veiligheid en beveiliging van de netwerken van de toekomst te garanderen. Ze dringen met hun ambitieuze voorstellen aan op een nieuwe kwantumcommunicatie-infrastructuur die informatie en gegevens ultraveilig kan doorgeven en opslaan, en die die communicatiemiddelen in de hele EU met elkaar verbindt. Daarbij zouden kwantumtechnologieën en -systemen in conventionele communicatie-infrastructuur worden geïntegreerd. De nieuwe kwantuminfrastructuur moet uit twee elementen bestaan: een grondgebonden component, die van bestaande glasvezelcommunicatienetwerken gebruikmaakt en strategische locaties op nationaal en grensoverschrijdend niveau met elkaar verbindt, en een in de ruimte gestationeerde component ter dekking van de lange afstanden, zowel binnen Europa als intercontinentaal.

Door gebruik te maken van dit netwerk voor kritieke infrastructuur en van encryptiesystemen, kunnen slimme energienetten, luchtverkeersleidingen, banken, gezondheidsfaciliteiten en dergelijke zich beter beschermen tegen aanvallen van hackers. Ook kunnen datacentra zo informatie veilig opslaan en uitwisselen, en wordt de privacy van overheidsgegevens op de lange termijn gegarandeerd.

In mei heeft de Raad een kader vastgesteld op grond waarvan de EU gerichte beperkende maatregelen kan opleggen als afschrikking tegen en in reactie op cyberaanvallen die een externe bedreiging voor de EU of haar lidstaten vormen. Dit omvat cyberaanvallen tegen niet-EU-landen of internationale organisaties waarvoor beperkende maatregelen nodig worden geacht om de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te verwezenlijken.

Voorbereiding op de technologieën van de toekomst

Kunstmatige intelligentie

Ook met het oog op de toekomst wil Europa ten volle profiteren van de vele potentiële verbeteringen die KI zou kunnen brengen, en heeft het in recente jaren sterk geïnvesteerd in de versterking van zijn KI-capaciteit. Aangezien echter zorgen rezen ten aanzien van de ontwikkeling van KI, is een groep van deskundigen op hoog niveau in 2019 begonnen ethische richtsnoeren voor de ontwikkeling en het gebruik van kunstmatige intelligentie te formuleren om ervoor te zorgen dat KI de maatschappij zal blijven dienen, en niet schaden. De ethische richtsnoeren voor betrouwbare KI zijn opgesteld door deskundigen uit de hele EU en zullen naar verwachting een onderdeel vormen van de toekomstige voorstellen inzake mensgerichte KI die voor de eerste helft van 2020 zijn gepland. Ze hebben betrekking op verschillende onderwerpen, zoals het vermijden van discriminatie bij de ontwikkeling van KI-systemen en het waarborgen van een duurzaam en milieuvriendelijk karakter van dergelijke systemen.

Supercomputers

De hoeveelheden gegevens die nodig zijn om de ontwikkeling van KI te ondersteunen, vergen aanzienlijke hoeveelheden rekenkracht. Europa liep in dit opzicht altijd achter op de rest van de wereld. In juni werden over het hele continent verspreid acht gastlocaties uitgekozen voor de nieuwe Europese supercomputers, die worden ondersteund door 840 miljoen euro aan financiering van de EU en de lidstaten. De locaties zijn Sofia (Bulgarije), Ostrava (Tsjechië), Barcelona (Spanje), Bologna (Italië), Bissen (Luxemburg), Minho (Portugal), Maribor (Slovenië) en Kajaani (Finland). Uiteindelijk zullen daar de nieuwe supercomputers worden geplaatst, waardoor de capaciteit van Europa op dat gebied vier tot vijf maal zo groot wordt en de EU op dit vlak kan uitgroeien tot een wereldleider. De supercomputers kunnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van gepersonaliseerde geneesmiddelen, de verbetering van het ontwerp van geneesmiddelen en materialen en de ontwikkeling van nieuwe biotechnologie, alsmede voor weersvoorspellingen en klimaatveranderingsmodellen.

Vooruitblik: voltooiing van de digitale eengemaakte markt

Een voltooide digitale eengemaakte markt zou de EU helpen haar positie als wereldleider in de digitale economie te handhaven. Sinds de start van de strategie in 2015 zijn 30 verschillende wetgevingsvoorstellen ingediend en eind 2019 waren 28 hiervan goedgekeurd, 5 meer dan eind 2018. De twee resterende voorstellen, het eerste over onlineprivacy en het tweede over het Europees kenniscentrum voor industrie, technologie en onderzoek op het gebied van cyberbeveiliging en het netwerk van nationale coördinatiecentra, worden naar verwachting in 2020 goedgekeurd. De Europese Commissie heeft ook een aantal digitale kwesties prioriteit gegeven, onder meer de indiening van een op de ethische richtsnoeren gebaseerd wetgevingsvoorstel voor een gecoördineerde Europese aanpak van de menselijke en ethische implicaties van KI en de goedkeuring van een nieuwe wet inzake digitale diensten om aansprakelijkheidsregels en veiligheidsvoorschriften voor digitale platforms, diensten en producten te actualiseren.

Hoofdstuk 3

Een veerkrachtige energie-unie en een toekomstgericht klimaatveranderingsbeleid

© Fotolia

De klimaatcrisis bleef in 2019 de politieke agenda domineren, tegen een achtergrond van steeds luidere oproepen voor ambitieuzere wereldwijde maatregelen, omdat de gevolgen van de klimaatverandering in Europa en de rest van de wereld voelbaar bleven.

De EU heeft zich op het wereldtoneel tot klimaatleider opgeworpen, door wetgeving in te voeren die gericht is op het naleven en zelfs het overstijgen van haar verbintenissen in het kader van de Overeenkomst van Parijs, en door een langetermijnstrategie vast te stellen om van Europa tussen nu en 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken. Voor deze ambitie is in december een grote stap vooruit gezet met de bekendmaking van de Europese Green Deal, de absolute prioriteit van de Commissie-Von der Leyen. Door deze deal kunnen we op een milieuvriendelijkere manier produceren, reizen, consumeren en leven, waarbij geen enkele persoon of regio achterblijft.

De voltooiing van de energie-unie consolideert de positie van Europa als wereldleider op het gebied van technologie inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, en ondersteunt de transitie naar schone energie in alle economische sectoren. De lidstaten hebben het eerste ontwerp van hun energie- en klimaatplannen bij de Commissie ingediend ter beoordeling op grond van de nieuwe governanceregels.

De EU versnelt haar transitie naar een circulaire economie, en alle 54 acties in het kader van het actieplan voor de circulaire economie zijn of worden uitgevoerd. Nieuwe EU-regels inzake een verbod op kunststoffen voor eenmalig gebruik zijn in juli in werking getreden en moeten nu door de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

De EU is zich blijven inzetten voor een krachtiger financiering om innovatieve koolstofarme technologieën op de markt te brengen, en door het vaststellen van belangrijke maatregelen om de CO2-uitstoot van wegvoertuigen en de scheepvaart terug te dringen, is er goede vooruitgang geboekt bij het koolstofvrij maken van de vervoersector.

Een klimaatneutraal Europa in 2050

De klimaatverandering en de aantasting van het milieu vormen een existentiële bedreiging voor Europa en de hele wereld. Om die te keren, heeft Europa een nieuw groeimodel nodig voor een moderne, hulpbronnenefficiënte en concurrerende Europese economie die vanaf 2050 netto geen broeikasgassen meer uitstoot, niet meer van grondstoffen afhankelijk is voor groei, en geen persoon, noch regio aan zijn lot overlaat.

De Commissie heeft in 2018 haar visie voor een klimaatneutrale EU in 2050 gepresenteerd, die gebaseerd is op zeven bouwstenen: meer energie-efficiëntie; meer gebruik van hernieuwbare energie; een schoon en geconnecteerd mobiliteitssysteem; een concurrerende industrie op basis van een circulaire economie; een verbonden infrastructuur van hoge kwaliteit; een impuls voor de bio-economie en natuurlijke koolstofputten, en het gebruik van koolstofafvang en -opslag. Na een uitgebreid debat met belanghebbenden en in het licht van de mededeling over de Green Deal van voorzitter Von der Leyen is deze doelstelling door de Europese Raad van december 2019 bekrachtigd.

De EU heeft al een goede staat van dienst bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen met behoud van economische groei: in 2018 waren de emissies 23 % lager dan in 1990, maar de economie is in die periode met 61 % gegroeid. Er moet echter nog meer gebeuren. Gezien haar uitgebreide ervaring neemt de EU het voortouw bij de totstandbrenging van een groene en inclusieve economie, op basis van de in december voorgestelde Europese Green Deal, de absolute prioriteit van de Commissie-Von der Leyen. Centraal in de Green Deal staat de belofte om van Europa uiterlijk in 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken.

De deal betekent een grote doorbraak om de groene en inclusieve economie in de praktijk te brengen, en vormt een nieuwe start voor de toezegging van de Commissie om klimaat- en milieugerelateerde uitdagingen aan te pakken. De koers voor de komende maanden en jaren wordt hierin bepaald. Voor meer informatie, zie de rubriek “De EU in 2019: Een jaar van verandering”.

Om het engagement van de EU te onderstrepen, zal de eerste Europese klimaatwet de 2050-neutraliteitsdoelstelling in wetgeving vastleggen. Het belangrijkste is dat de Green Deal een rechtvaardige en sociaal billijke transitie uitstippelt. De deal is zo ontworpen dat geen enkele persoon of regio achterblijft tijdens de aanstaande grote transitie.

De Europese Unie is de eerste grote economie die de verbintenissen uit de Overeenkomst van Parijs in bindende wetten omzet, en de EU heeft haar doelstelling om de emissies uiterlijk in 2020 met 20 % te verminderen, al overschreden. Als alle overeengekomen maatregelen volledig ten uitvoer worden gelegd, overschrijdt de EU haar verminderingsdoelstellingen in 2030 met 40 %. Er zijn echter nog ambitieuzere doelstellingen nodig, en de Green Deal zal deze doelstelling tot ten minste 50 % (en misschien zelfs tot 55 %) ten opzichte van de niveaus van 1990 aanscherpen.

De EU is al begonnen met het moderniseren en het transformeren van de economie. In 2019 is klimaatactie op alle fronten voortgezet: auto’s en de lucht zijn schoner gemaakt, en we hebben geïnvesteerd in technologische oplossingen om onze bossen te beschermen en mensen hun individuele rol te laten spelen.

Een deelnemer aan de klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP25) loopt naar het paviljoen van de Europese Unie

EU-paviljoen op de VN-conferentie over klimaatverandering COP25, Madrid, Spanje, 3 december 2019.

In overeenstemming met de nieuwe regels voor de governance van de energie-unie hebben de EU-lidstaten voor de eerste keer voorlopige geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen ontwikkeld. Uit een in juni gepubliceerde beoordeling door de Commissie van de voorlopige plannen bleek dat meer ambitie nodig was in de definitieve plannen die de lidstaten tegen het einde van het jaar moesten indienen om de klimaatdoelstellingen van de EU te behalen.

Figuur ter illustratie van de vermindering van broeikasgasemissies sinds 1990 en van de emissiedoelstellingen tot 2030

De Europese Unie ligt op koers om de doelstelling van ten minste 40 % minder broeikasgasemissies in 2030 te bereiken. Tussen 1990 en 2018 heeft de Europese Unie de uitstoot van broeikasgassen reeds met 23 % verminderd; dit overtreft de doelstelling van 20 % voor 2020. Verder wordt een algemene daling verwacht met 45 % in 2030, dat is 5 procentpunt meer dan de oorspronkelijke doelstelling voor dat jaar (40 %). Bron: Raad van de Europese Unie.

Internationale samenwerking om klimaatverandering te bestrijden

De EU-uitstoot vertegenwoordigt slechts circa 9 % van de totale wereldwijde uitstoot, dus het is duidelijk dat Europa de klimaatverandering niet alleen kan aanpakken en dat alle landen moeten samenwerken om een oplossing te vinden. De VN-klimaatactietop in september in New York bood de EU de gelegenheid om met haar partners te bespreken hoe het ambitieniveau omhoog kan en de Overeenkomst van Parijs sneller kan worden uitgevoerd. Ter voorbereiding van de klimaattop heeft de Commissie een mededeling over snellere klimaatactie aangenomen.

De EU-onderhandelaars namen in december deel aan de VN-conferentie over klimaatverandering in Madrid (COP25). Succesvolle overeenkomsten over de tweede herziening van het internationaal mechanisme van Warschau en het opzetten van een genderactieplan waren enkele lichtpuntjes.

Ondanks de inspanningen van de EU-delegatie om consensus te bereiken over het vraagstuk van de internationale koolstofmarkten, heeft de COP25 niet het ambitieuze resultaat opgeleverd dat de wereld nodig heeft en waar velen op hadden gehoopt. Daarom is het des te noodzakelijker dat Europa het voortouw neemt met de Green Deal en in het overleg met de internationale partners. In 2020 zullen de mondiale klimaatambities worden aangescherpt: vóór de COP26 in november in Glasgow moeten de partijen hun nationaal bepaalde bijdragen actualiseren en langetermijnstrategieën indienen die overeenstemmen met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. De EU is hier klaar voor.

De wereldwijde uitfasering van fluorkoolwaterstoffen, schadelijke gassen die het klimaat doen opwarmen en die doorgaans in verwarmings- en koelingsapparatuur worden gebruikt, is op 1 januari 2019 van start gegaan. De door de EU geleide actie zal naar verwachting een aanzienlijke bijdrage leveren tot de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de wereldwijde temperatuurstijging ruim onder 2 °C te houden.

De EU heeft gedurende het jaar haar internationale contacten en samenwerking op het gebied van klimaatvraagstukken voortgezet. In juni hebben de Commissie, Canada en China in Brussel gezamenlijk een grote internationale klimaatconferentie georganiseerd; de derde ministeriële bijeenkomst inzake klimaatactie heeft vertegenwoordigers op hoog niveau uit meer dan dertig landen, waaronder ministers van de G20, samengebracht.

De EU blijft zich inzetten voor de ondersteuning van klimaatactie in ontwikkelingslanden. Samen met haar lidstaten blijft zij de grootste verstrekker van publieke klimaatfinanciering, met een bijdrage van 21,7 miljard euro aan ontwikkelingslanden in 2018, een toename ten opzichte van de 20,4 miljard euro in 2017.

Een groep mensen op het strand houden een spandoek vast met de tekst “European Union Beach Clean-up” (strandschoonmaakactie Europese Unie)

EU-ambtenaren werken met lokale gemeenschappen samen om zwerfvuil op te ruimen tijdens de mondiale campagne #EUBeachCleanUp, Koh Sak, Thailand, 13 september 2019.

Voltooiing van een moderne en ambitieuze energie-unie

De in 2015 gelanceerde strategie voor de energie-unie had als doel de Europese huishoudens en bedrijven betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te bieden. Uit het vierde verslag over de staat van de energie-unie bleek dat de Commissie haar visie op de strategie volledig heeft uitgevoerd. Onder de belangrijkste resultaten was de voltooiing in mei van het wetgevingspakket “schone energie voor alle Europeanen”, dat uit acht wetteksten bestaat. Dit pakket zal het energiesysteem van Europa ingrijpend transformeren, door het klimaatvriendelijk te maken en het ten dienste van de consumenten, de economie en het concurrentievermogen van Europa te stellen.

Het pakket omvat nieuwe en ambitieuze doelstellingen voor 2030: een stijging van de energie-efficiëntie met ten minste 32,5 % en een aandeel van ten minste 32 % hernieuwbare energie in het energieverbruik. Het biedt een vergaande hervorming van de elektriciteitsmarkten om hernieuwbare energie in het net te laten integreren en ervoor te zorgen dat iedereen aan de energietransitie kan deelnemen, door consumenten en gemeenschappen in staat te stellen hun eigen elektriciteit op te wekken. Een cruciaal onderdeel is dat de nieuwe regels een einde zullen maken aan de subsidies voor de meest vervuilende installaties.

Een overzicht van de acties op het gebied van energie-efficiëntie in de Europese Unie

De Europese Unie heeft een nieuw streefcijfer vastgesteld voor energie-efficiëntie: minstens 32,5 % in 2030. Daarnaast besparen huishoudens mede door duidelijkere en eenvoudigere energie-etiketteringsregels bijna 150 euro per jaar en werd tussen 2014 en 2020 18 miljard euro uit de Europese structuur- en investeringsfondsen bestemd voor energie-efficiëntie. Momenteel zijn in Europa 900 000 mensen werkzaam in de sector energie-efficiëntie. Bron: Europese Commissie.

De EU heeft ook nieuwe duidelijkere en eenvoudigere energielabels aangenomen die consumenten zullen helpen tussen nu en 2030 energie (het equivalent van het jaarlijkse energieverbruik van Denemarken) en geld (gemiddeld 150 euro per huishouden per jaar) te besparen. Bovendien heeft de Commissie in oktober nieuwe maatregelen vastgesteld om huishoudelijke apparaten zoals koelkasten, wasmachines, afwasmachines en televisies duurzamer te maken. Dit omvat voor het eerst eisen inzake de mogelijkheden voor reparatie en hergebruik, ten bate van de circulaire economie.

De Commissie presenteerde in november de eerste resultaten van een in 2018 opgestart initiatief om tien EU-regio’s en twee lidstaten in industriële transitie te helpen bij de opbouw van veerkrachtige en koolstofarme economieën. Dit omvatte de start van twaalf proefregelingen om specifieke obstakels te overwinnen, waarbij elke regeling een EU-subsidie ter waarde van 300 000 euro ontving. De Commissie heeft ook haar inspanningen ter ondersteuning van steenkoolregio’s in transitie voortgezet, met het oog op een “rechtvaardige transitie” waarbij geen enkele regio achterblijft.

26 Europese eilanden zijn in februari begonnen aan hun transitie naar schone energie. Ze zullen hun agenda’s midden 2020 publiceren.

Energiezekerheid en solidariteit

De continuïteit van de energievoorziening voor de consument in de EU is een essentieel onderdeel van de energie-unie. Hiertoe is een akkoord bereikt dat ervoor moet zorgen dat alle gaspijpleidingen van en naar niet-EU-landen aan de EU-energiewetgeving voldoen.

Om de voorzieningszekerheid in de Baltische staten te verbeteren, hebben de Commissie en Estland, Letland, Litouwen en Polen een politieke routekaart ondertekend die de elektriciteitsmarkten op weg moet helpen bij hun synchronisatie, via Polen, met het continentale Europese net. De EU heeft een subsidie ter waarde van 323 miljoen euro aan het project toegekend.

Via de Connecting Europe Facility is EU blijven investeren in veilige en duurzame energie-infrastructuur, waaronder 800 miljoen euro voor prioritaire energie-infrastructuur en 750 miljoen euro voor projecten met grote grensoverschrijdende voordelen. Verder is 214,9 miljoen euro toegekend aan het Baltic Pipe-gasinfrastructuurproject dat Polen en Denemarken met Noorwegen verbindt.

Een overzicht van de acties op het gebied van energiezekerheid in de Europese Unie

Er zijn meer dan 30 projecten van gemeenschappelijk belang uitgevoerd op het gebied van energiezekerheid en in 2022 moeten er nog eens 75 zijn uitgevoerd. Sinds 2014 is 3,4 miljard euro besteed aan energiefinanciering uit de Connecting Europe Facility, en uit het Europees Fonds voor strategische investeringen is nog eens 1,3 miljard euro toegewezen aan energiezekerheid. Alles samen heeft de financiering van energie-infrastructuur door de Europese Unie 50 miljard euro aan investeringen gegenereerd.

De aanpak van cyberbeveiligingskwesties in de energiesector is een topprioriteit geworden, want alle Europeanen zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van energie. Met het oog op potentiële bedreigingen heeft de EU een aanbeveling goedgekeurd met richtsnoeren voor de aanpak van de specifieke uitdagingen op het gebied van cyberbeveiliging.

De EU heeft verder gewerkt aan veilige, beveiligde en innovatieve toepassingen van nucleaire wetenschap en technologie voor andere doeleinden dan het opwekken van kernenergie. De samenwerking met niet-EU-landen om het hoogste niveau van nucleaire veiligheid te waarborgen, is in 2019 voortgezet.

De economie decarboniseren

De EU-regeling voor emissiehandel levert nog steeds positieve resultaten, en de emissies van installaties zijn in 2018 met 4,1 % gedaald ten opzichte van 2017.

Om het huidige overschot aan emissierechten in het systeem te verlagen, is vanaf januari de marktstabiliteitsreserve van start gegaan. Dit moet de weerbaarheid van het systeem tegen grote schokken verbeteren door het aanbod van te veilen emissierechten aan te passen. De EU heeft gezorgd voor een sterkere prikkel voor bedrijven om hun emissies te verminderen door tussen september 2019 en augustus 2020 bijna 400 miljoen emissierechten uit het systeem in de reserve te plaatsen, waardoor de prijs van de emissies stijgt en schone technologieën kosteneffectiever worden gemaakt. Hogere prijzen op de Europese koolstofmarkt in 2018 leidden tot een recordbedrag aan ontvangsten voor de lidstaten, met een opbrengst van ongeveer 14 miljard euro — meer dan het dubbele ten opzichte van 2017.

De EU en Zwitserland hebben in december het proces afgerond waarmee ze hun regelingen voor de handel in emissierechten onderling kunnen verbinden. Vanaf 2020 kunnen emissierechten van de ene regeling worden gebruikt ter compensatie van emissies in de andere regeling. Deze koppelingsovereenkomst is de eerste in haar soort en toont aan dat dergelijke systemen de weg kunnen bereiden voor grotere internationale koolstofmarkten. Eerder in het jaar konden IJsland, Liechtenstein en Noorwegen door de opheffing van wettelijke belemmeringen volledig deelnemen aan het EU-veilingplatform voor emissierechten.

Met het oog op snellere internationale vooruitgang bij de totstandbrenging van een stevig internationaal kader voor koolstofmarkten heeft de Commissie verscheidene conferenties georganiseerd om mogelijke oplossingen te onderzoeken voor belemmeringen bij het opzetten van betrouwbare internationale emissiehandelssystemen.

Schoon en duurzaam vervoer

Voor een betere gezondheid en levenskwaliteit van alle Europeanen, een bijdrage aan de klimaatdoelstellingen van de EU en een sterkere concurrentiepositie van de Europese industrie is een snellere overgang naar schoon en duurzaam vervoer van essentieel belang. De Commissie heeft in maart een routekaart van maatregelen gepresenteerd om sneller op schone voertuigen over te schakelen. De belangrijkste verwezenlijkingen in 2019 in het kader van de EU-agenda voor schone, veilige en geconnecteerde mobiliteit waren onder andere de vaststelling van de eerste EU-brede CO2-emissiedoelstellingen voor vrachtwagens, nieuwe CO2-emissienormen voor auto’s en bestelwagens, en nieuwe regels om overheidsinstanties aan te moedigen milieuvriendelijk vervoer te gebruiken.

Een wetenschapper gebruikt apparatuur in een laboratorium

Een wetenschapper van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek meet luchtverontreiniging, zoals vereist volgens EU-wetgeving, atmosferisch waarnemingscentrum van de Europese Commissie, Ispra, Italië, 1 mei 2019.

Als uitvloeisel van het dieselgate-schandaal heeft de EU de regels aanzienlijk aangescherpt om te zorgen voor onafhankelijkere en betrouwbaardere testprocedures voor voertuigen. In januari zijn de wereldwijde testprocedure voor lichte voertuigen en de nieuwe regels voor emissies onder reële rijomstandigheden van kracht geworden. In september zijn de metingen van NOx (stikstofoxiden) bij het gebruik van emissies onder reële rijomstandigheden verplicht geworden voor alle nieuwe auto’s die in Europa worden verkocht.

Er was ook vooruitgang bij de aanpak van de emissies van het zeevervoer, met de goedkeuring van een voorstel tot herziening van het EU-systeem voor de monitoring, rapportage en verificatie van CO2-emissies van schepen, en de eerste bekendmaking ooit van deze gegevens. Dit is een belangrijke stap die ervoor moet zorgen dat de internationale scheepvaart haar steentje bijdraagt aan de wereldwijde vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

Batterijen

Batterijen zijn van cruciaal belang voor de overgang naar schone energie en elektromobiliteit. De Commissie werkt samen met de lidstaten en belanghebbenden in de industrie aan de bouw van een concurrerend, duurzaam en innovatief batterij-ecosysteem in Europa. Dit is de belangrijkste doelstelling van de EU-alliantie voor batterijen, een initiatief van de industrie met ongeveer 260 industriële en innovatieorganisaties die momenteel het potentieel voor grensoverschrijdende projecten evalueren. De Commissie heeft in april verslag uitgebracht over de vorderingen bij de uitvoering van haar strategisch actieplan voor batterijen. De Commissie heeft in juni een nieuw Europees technologie- en innovatieplatform voor batterijen opgezet voor meer ondersteuning van onderzoek en innovatie. In 2019 heeft de EU ook 132 miljoen euro beschikbaar gesteld voor batterijprojecten in het kader van het Horizon 2020-programma.

Een overzicht van de prognoses van vraag en aanbod voor duurzame energietechnologieën

In 2018 waren er meer dan 4 miljoen elektrische voertuigen op de weg; naar verwachting zal het aantal elektrische voertuigen in 2028 tussen 50 en 200 miljoen bedragen, en zullen er in 2040 tot 900 miljoen elektrische voertuigen op de Europese wegen rijden. In 2018 vertegenwoordigde de hoeveelheid verkochte lithium-ionbatterijcellen meer dan 77 gigawattuur. Dit zal naar verwachting tussen 250 en 1 100 gigawattuur bedragen in 2028 en tussen 600 en 4 000 gigawattuur in 2040. Het Europees aandeel in de wereldwijde productie van cellen zal naar verwachting stijgen van 3 % in 2018 naar 7 tot 25 % in 2028, en verder blijven stijgen tot 2040. Bron: Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Naar een circulaire economie

De transformatie van de manier waarop we produceren en energie gebruiken, is van essentieel belang voor de aanpak van de klimaatverandering, maar vormt slechts een deel van de oplossing. De circulaire economie is al een centraal element in de industriële en economische strategie van de EU en ondersteunt de maatregelen van de EU op het gebied van afvalpreventie, beter ontwerp en hogere recyclingpercentages. Alle 54 acties in het kader van het actieplan voor de circulaire economie van de Commissie zijn of worden uitgevoerd, en vormen het fundament voor toekomstige ontwikkeling.

De aanpak van kunststoffen was een topprioriteit, omdat de manier waarop die worden geproduceerd, gebruikt en weggegooid, te vaak het milieu schaadt, en de economische voordelen van een meer “circulaire” aanpak niet worden benut. De miljoen ton plastic zwerfvuil die elk jaar in de oceanen eindigt, is een van de meest zichtbare en verontrustende tekenen van dit probleem.

In juli zijn nieuwe EU-regels van kracht geworden voor de aanpak van zwerfvuil op zee. De tien voorwerpen die het vaakst de Europese stranden vervuilen, zoals plastic borden en bestek, wegwerprietjes, plastic ballonstokjes en wattenstaafjes, worden vanaf 2021 verboden. Wat plastic flessen betreft, kwamen de EU-lidstaten een inzamelpercentage overeen van 90 % in 2029. In 2025 moeten die ten minste 25 % gerecycled materiaal bevatten, een gehalte dat in 2030 moet zijn gestegen tot 30 %. Deze maatregel maakt deel uit van de in 2018 gelanceerde allereerste strategie inzake kunststoffen op Europees niveau, die ervoor moet zorgen dat in 2030 alle kunststofverpakkingen die in de EU in de handel worden gebracht, kunnen worden hergebruikt of gerecycled.

Een fabrieksarbeider bedient een machine

Fabricage van composteerbare zakken en folie uit hernieuwbare materialen, Herent, België, 28 oktober 2019.

Het recyclingpercentage voor kunststofverpakkingen in Europa is sinds 2005 bijna verdubbeld, maar is nog altijd minder dan 30 % van de 25 miljoen ton plastic afval die de Europeanen jaarlijks produceren. Om recycling en hergebruik van kunststoffen verder te stimuleren, hebben meer dan 170 publieke en private partners uit de gehele waardeketen van kunststoffen verklaard dat ze in 2025 10 miljoen ton gerecyclede kunststoffen zullen hergebruiken voor het maken van nieuwe producten. Dit initiatief is afkomstig van de Alliantie voor een circulaire kunststofeconomie, die in februari haar eerste vergadering heeft gehouden.

Na een beoordeling van de gezondheids- en milieurisico’s heeft het Europees Agentschap voor chemische stoffen in januari geconcludeerd dat de opzettelijke toevoeging van microplastics in EU-producten moet worden beperkt.

Een overzicht van de Europese kunststofindustrie

In de Europese kunststofindustrie zijn bijna 1,5 miljoen mensen werkzaam en de sector kent een jaaromzet van 350 miljard euro. Dit vertegenwoordigt 18 % van de wereldwijde jaarlijkse productie van kunststoffen. Kleine en middelgrote ondernemingen verklaren actie te hebben ondernomen voor meer hulpbronnenefficiëntie door afval te beperken (65 %) en energie te besparen (63 %). 41 % van de kleine en middelgrote ondernemingen zijn van mening dat de acties inzake hulpbronnenefficiëntie de productiekosten hebben doen dalen. Bron: Eurobarometer, 2018.

Financiering voor klimaatactie en nieuwe technologieën

In 2019 droeg het investeringsplan voor Europa ertoe bij dat meer Europese burgers hernieuwbare energie zijn gaan gebruiken. Het totale aantal huishoudens dat van het investeringsplan profiteert, is daarmee gestegen tot 7,4 miljoen. Het nieuwe innovatiefonds is een cruciaal instrument voor het nakomen van de inspanningen die in de hele economie op grond van de Overeenkomst van Parijs moeten worden geleverd, en voor de ondersteuning van de strategische visie van de Commissie op een klimaatneutraal Europa in 2050. De Commissie kondigde in februari meer dan 10 miljard aan investeringen aan voor koolstofarme technologieën in verschillende sectoren die met behulp van het fonds hun wereldwijde concurrentievermogen moeten vergroten. De bijdragen zullen afkomstig zijn van de veiling tussen 2020 en 2030 van 450 miljoen emissierechten uit de EU-regeling voor emissiehandel. Uit het Horizon 2020-programma gefinancierde initiatieven zullen ook een belangrijke bijdrage leveren tot het op de markt brengen van nieuwe technologieën.

Publieke middelen alleen voldoen niet om de klimaatverandering te bestrijden, en daarom maakt de EU het gemakkelijker voor investeerders om groene investeringskansen wereldwijd te herkennen en te benutten. Samen met de bevoegde autoriteiten van Argentinië, Canada, Chili, China, India, Kenia en Marokko heeft de EU in oktober het internationaal platform inzake duurzame financiering opgericht.

Een overzicht van het innovatiefonds van de Europese Unie

Met de eerste oproep van het innovatiefonds tot het indienen van projecten in 2020 zal 10 miljard euro aan investeringen beschikbaar worden gesteld voor de klimaatneutrale toekomst van de Europese Unie in 2030, voornamelijk door emissies te vermijden en het concurrentievermogen te stimuleren. Dankzij de financiering uit het emissiehandelssysteem van de Europese Unie zal het fonds ook innovatie ondersteunen in energie-intensieve industrieën, hernieuwbare energie, energieopslag en de afvang, het gebruik en de opslag van kooldioxide. Bron: Europese Commissie.

De opwaartse spiraal van duurzame financiering

Er zijn grote investeringen door overheden en particulieren nodig om de economie van de Europese Unie te transformeren en de doelstellingen te halen op het gebied van klimaat, milieu en sociale duurzaamheid, met inbegrip van die van de Overeenkomst van Parijs en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties. Door duurzame financiering worden duurzaamheidsoverwegingen onderdeel van de financiële besluitvorming. Dit betekent meer klimaatneutrale, energie- en hulpbronnenefficiënte en circulaire projecten. Duurzame financiering is nodig om de strategie van de Europese Commissie voor de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren. Tot slot hebben natuurrampen en problemen op het gebied van ecologische en sociale duurzaamheid minder grote gevolgen voor de economie en de financiële markten wanneer duurzaamheidsoverwegingen in het beleid worden opgenomen. Als investeerders hun kapitaal gebruiken voor duurzame investeringen, dan is het resultaat een gezonde planeet met minder economische schade door toenemende extreme weersomstandigheden, wat dus positief rendeert ten opzichte van de initiële investering. Bovendien zullen consequente duurzame investeringen ertoe leiden dat er in de toekomst meer rekening zal worden gehouden met de duurzaamheidsvoorkeuren van investeerders. Bron: Europese Commissie.

Mensen discussiëren rond een tafel vol documenten, voor een scherm met informatie over de Groene Week

Deelnemers aan een groepsdiscussie tijdens de Groene Week van de EU, Brussel, België, 16 mei 2019.

In juni heeft de Commissie nieuwe richtsnoeren voor klimaatrapportage door ondernemingen bekendgemaakt. Dit is een onderdeel van haar actieplan duurzame financiering. Deze richtsnoeren zullen handvatten bieden aan zo’n 6 000 in de EU genoteerde bedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen voor een nauwkeurige rapportage van de gevolgen van hun activiteiten op het milieu, en de gevolgen van de klimaatverandering op hun activiteiten.

Milieubescherming

De Commissie maakte in april de tweede evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid bekend, als onderdeel van haar initiatief uit 2016 om het EU-milieubeleid en de gezamenlijk overeengekomen regels in alle EU-lidstaten beter uit te voeren. Dit is niet alleen van essentieel belang voor een gezond milieu, maar biedt ook nieuwe mogelijkheden voor duurzame economische groei, innovatie en banen. Door de volledige tenuitvoerlegging van dergelijke wetgeving kan elk jaar ongeveer 55 miljard euro op ziektekosten en directe milieukosten in de EU wordt bespaard. Het pakket omvat een algemene mededeling en 28 landenverslagen met de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de EU-milieuwetgeving en de mogelijkheden voor verbetering per lidstaat.

In de tussentijdse evaluatie van de EU-bosstrategie is geconcludeerd dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt in de richting van de doelstellingen voor 2020. De strategie faciliteert sinds de goedkeuring ervan de coördinatie van alle beleidsterreinen van de EU die op bossen en de houtsector van toepassing zijn, en bevordert een consistente aanpak in zowel het binnenlandse als het internationale beleid. De Commissie heeft in juli een nieuw actiekader opgezet voor de bescherming en het herstel van de bossen wereldwijd. Deze bevatten 80 % van de biodiversiteit op het land, ondersteunen de bestaansmiddelen van ongeveer een kwart van de wereldbevolking en zijn van vitaal belang voor de strijd tegen de klimaatverandering.

De EU leidt de internationale samenwerking voor veiligere, beter beveiligde, schonere en duurzamer beheerde oceanen in Europa en in de rest van de wereld. De EU heeft in maart een gezamenlijk verslag bekendgemaakt waarin de balans werd opgemaakt van de agenda voor internationale oceaangovernance. Tot dusver zijn er vijftig concrete acties met succes uitgevoerd, waaronder de bestrijding van illegale visserij en wetgeving ter bestrijding van de vervuiling van de zee.

De toekomstige langetermijnbegroting van de EU

De Commissie heeft in 2019 met het Parlement en de lidstaten verder gewerkt aan een akkoord over de toekomstige langetermijnbegroting van de EU voor de periode 2021-2027.

De Commissie heeft in mei 2018 haar voorstel voor een billijke, evenwichtige en moderne EU-begroting voor die periode ingediend. Dit voorstel is het resultaat van een open en inclusief debat met het Europees Parlement, de lidstaten, begunstigden van EU-financiering en andere belanghebbenden. Het doel is dat Europa voldoende middelen krijgt om de prioriteiten te verwezenlijken, toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden en aan de vragen van de burgers tegemoet te komen.

De voorgestelde begroting bedraagt 1,114 % van het bruto nationaal inkomen (bni) — of het nationaal vermogen — van de 27 EU-lidstaten. Ter vergelijking: de begrotingen van de afzonderlijke EU-landen zijn gelijk aan gemiddeld 47,1 % van hun bni (gemiddeld in de periode 2014-2020).

Dit kadervoorstel werd onmiddellijk gevolgd door ontwerpwetgeving voor de 37 sectorale programma’s die deel uitmaken van de toekomstige langetermijnbegroting. Dat zijn de regels die aangeven hoe bijvoorbeeld boeren hun subsidies blijven ontvangen of hoe jongeren een verzoek kunnen indienen voor Erasmus+-beurzen.

Het jaar 2019 was gewijd aan intensieve onderhandelingen. Het Parlement, de Commissie en de lidstaten hebben vooruitgang geboekt in de richting van afspraken over zowel het algemene kader als de sectorale voorstellen.

De discussies over het algemene kader waren in juni voldoende ver gevorderd om het onderwerp voor de eerste maal na de indiening aan de EU-leiders voor te leggen. Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in december hebben zij besloten dat de onderhandelingen zouden worden voortgezet door Charles Michel, de voorzitter van de Europese Raad, met het oog op een akkoord begin 2020. Zodra de lidstaten onderling consensus hebben bereikt, is nog het groene licht van het Parlement nodig voor een definitief akkoord.

Tegelijkertijd werden de onderhandelingen over de sectorale programma’s voortgezet. Het Parlement en de lidstaten zijn erin geslaagd voorlopige overeenkomsten te sluiten over programma’s die prioriteiten omvatten, zoals onderzoek, defensie, investeringen en digitale transformatie. Na goedkeuring zullen deze programma’s onder meer:

  • honderdduizenden mensen in staat stellen om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen, te werken of als vrijwilliger aan de slag te gaan, dankzij Erasmus+, het Europese programma voor mobiliteit van jongeren;
  • investeringen ter waarde van verscheidene honderden miljarden euro’s in het kader van het InvestEU-programma vrijmaken, en zakelijke kansen en banen scheppen;
  • de digitale transformatie van Europa bevorderen door middel van investeringen in supercomputers, kunstmatige intelligentie, cyberbeveiliging en vertrouwen, en ervoor zorgen dat Europeanen over de vaardigheden beschikken die ze nodig hebben in het digitale tijdperk.

Dit zijn slechts enkele van de voordelen van de EU-begroting voor Europa en de Europese burgers. De onderhandelingen gaan door, maar het is belangrijk om te beseffen dat de begroting geen nulsomspel is.

Dankzij de begroting hebben de lidstaten het voordeel dat ze deel uitmaken van de eengemaakte markt, en kunnen ze uitdagingen zoals migratie, terrorismebestrijding en klimaatverandering samen aanpakken. Ze kunnen ook profiteren van de mogelijkheden die het cohesiebeleid — het belangrijkste investeringsbeleid van de EU — biedt voor bedrijven uit de hele Unie.

De EU draagt ook in aanzienlijke mate bij aan de economieën van de lidstaten. Op grond van door de Commissie verzamelde gegevens dragen de lidstaten ongeveer 0,9 % van hun bni bij aan de EU-begroting en ontvangen ze 5,92 % van hun bni dankzij de eengemaakte markt. Met andere woorden: de lidstaten betalen 1 euro aan de EU-begroting, maar ontvangen tegelijkertijd 6 euro dankzij de Europese eengemaakte markt.

Hoofdstuk 4

Een diepere en eerlijkere interne markt met een sterkere industriële basis

© Fotolia

De interne — of een­gemaakte — markt is een van de grootste verwezenlijkingen van de EU. Ze verbetert ons dagelijks leven en biedt bedrijven een unieke springplank om te innoveren en zich over de grenzen heen uit te breiden. In 2019 vierden we ook de 25e verjaardag van de Europese Economische Ruimte (EER), waardoor de markt zich uitstrekt tot IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

De EU blijft werken om de eengemaakte markt te verdiepen en de voordelen ervan te vergroten. In 2019 kwam de Commissie met definitieve voorstellen om een aantal ambitieuze maatregelen te vervolledigen. Ze worden beschreven in de strategieën voor de eengemaakte markt, de kapitaalmarktenunie en de digitale eengemaakte markt. Enkele eerder gedane voorstellen zijn goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad.

Europeanen kunnen nu profiteren van veiligere producten op de EU-markt, zoals schonere en veiligere auto’s, betere bescherming tegen schadelijke stoffen en betere informatie over levensmiddelen.

De EU heeft de admini­stratieve procedures voor bedrijven op het hele continent verder vereenvoudigd en heeft ervoor gezorgd dat de regels worden gehandhaafd en nageleefd. Ook maakte ze het voor de burgers eenvoudiger om transacties in euro’s in de hele EU te verrichten, en voor de autoriteiten om fraude in verband met de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op te sporen. Bovendien zal een nieuwe Europese Arbeidsautoriteit burgers en bedrijven adviseren over mogelijkheden om in een andere lidstaat te wonen of te werken.

De Commissie heeft verschillende belangrijke mededingingsbesluiten genomen om voor een gelijk speelveld voor ondernemingen te zorgen en de goede werking van de interne markt in stand te houden. De EU werkt ook samen met het bedrijfsleven en de nationale autoriteiten om ervoor te zorgen dat onze industrieën zich aanpassen aan toekomstige uitdagingen op het gebied van innovatie en duurzaamheid, waardoor ze wereldwijd concurrerend blijven.

We vieren 25 jaar Europese Economische Ruimte

Een officieel document met een rood zegel

Parafering van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Vrijhandelsassociatie, Brussel, België, 14 april 1992.

In 2018 vierden we de 25e verjaardag van de interne markt van de EU; een jaar later werd een andere belangrijke mijlpaal bereikt: 25 jaar Europese Economische Ruimte. Met de EER-overeenkomst, die in 1992 is ondertekend en in 1994 in werking trad, zijn de vier vrijheden van de eengemaakte markt en de bijhorende beleidsmaatregelen uitgebreid tot IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Mensen, goederen, diensten en kapitaal kunnen zich daardoor binnen de gehele ruimte van de 31 EER-landen bijna net zo vrij bewegen als binnen elk van die landen. EER-burgers kunnen in ongeacht welk EER-land studeren, wonen, winkelen, werken en met pensioen gaan. Honderden technische, juridische en bureaucratische belemmeringen voor de vrije handel en het vrije verkeer tussen deze landen zijn weggenomen. Hierdoor konden bedrijven hun activiteiten uitbreiden, terwijl de concurrentie voor lagere prijzen en meer keuze voor de consument zorgt.

Enkele voordelen van de Europese Economische Ruimte

Alle burgers van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte kunnen deelnemen aan het Erasmus+-programma. Met de Europese zorgpas hebben mensen bij een tijdelijk verblijf in een ander land van de Europese Economische Ruimte toegang tot medisch noodzakelijke openbare gezondheidszorg. Bovendien kun je in elk land van de Europese Economische Ruimte net zo goedkoop bellen, sms’en en mobiel surfen als thuis en bij een vertraging van meer dan drie uur hebben klanten van luchtvaartmaatschappijen recht op een vergoeding.

De eengemaakte markt beter laten functioneren voor mensen en bedrijven

De EU blijft de eengemaakte markt voortdurend versterken en verdiepen om in te spelen op nieuwe uitdagingen en om de voordelen voor onze burgers en bedrijven te verruimen.

In juni werd de EU het eens over nieuwe regels om de naleving van de internemarktwetgeving inzake niet-voedingsproducten te verbeteren. Dankzij deze regels zullen vanaf 2021 de controles door de nationale autoriteiten en de douaneambtenaren worden verscherpt en producten op de EU-markt strenger worden gecontroleerd. Ook zullen de autoriteiten intensiever gaan samenwerken en sneller kunnen optreden tegen illegale producten.

De EU nam ook een nieuwe verordening aan die moet zorgen voor een betere toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op producten waarvoor geen EU-voorschriften gelden. Dit verruimt de mogelijkheden voor bedrijven om zich over de EU-grenzen heen uit te breiden. Vanaf april 2020 zullen bedrijven snel precieze informatie kunnen vinden over de toepasselijke nationale technische voorschriften in een andere lidstaat en gebruik kunnen maken van vereenvoudigde procedures om aan te tonen dat hun product voldoet aan de relevante nationale vereisten.

Bovendien zal de sinds april 2019 geldende nieuwe norm voor elektronische facturering overheden helpen om betalingen van bedrijven automatisch en snel te verwerken.

Een sterke en innovatieve industriële basis

De Europese industrie is wereldleider op vele gebieden, maar moet zich aanpassen aan nieuwe uitdagingen, zoals snelle veranderingen qua technologie, klimaat en mondiale geopolitieke context. De Commissie heeft “Industry 2030”, de ronde tafel op hoog niveau inzake industrie, opgezet om een nieuwe visie voor de Europese industrie te ontwikkelen. In juni deed ze aanbevelingen hiervoor. Deze focussen op de manier waarop de Europese industrie een concurrentievoorsprong moet opbouwen door middel van geavanceerde en baanbrekende technologieën, respect voor het milieu en de bio­diversiteit, investeringen in mensen, en slimme Europese en mondiale allianties.

Europa moet dus voortbouwen op zijn sterke punten en troeven om zijn industriële basis te ontwikkelen. Kunstmatige intelligentie, accu’s en cyberbeveiliging zijn enkele van de vele strategische en toekomstgerichte gebieden waarop de EU een concurrentievoorsprong kan opbouwen om groei te genereren. De Commissie heeft het Strategisch Forum van de lidstaten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven opgezet, dat in zijn verslag van november zes prioritaire strategische sectoren heeft aangewezen en aanbevelingen heeft gedaan voor toekomstige beleidsmaatregelen en gecoördineerde transnationale investeringen.

Robuuste industrieën moeten zich ook voortdurend aanpassen en innoveren. In het verslag over het Europees innovatiescorebord voor 2019 werd geconcludeerd dat de innovatieprestaties in 24 EU-lidstaten blijven verbeteren. De EU-leider op innovatiegebied was Zweden, gevolgd door Finland, Denemarken en Nederland. De snelst groeiende innovatoren waren Litouwen, Griekenland, Letland, Malta, het Verenigd Koninkrijk, Estland en Nederland. Belangrijk is dat de innovatieprestaties van de EU voor het eerst hoger waren dan die van de Verenigde Staten, en dat de voorsprong op Brazilië, India, Rusland en Zuid-Afrika aanzienlijk was.

Zes strategische gebieden voor de Europese industrie

De zes strategische gebieden voor de Europese industrie zijn schone, verbonden en autonome voertuigen; slimme gezondheidszorg; een koolstofarme industrie; waterstoftechnologieën en systemen; het industriële internet der dingen, en cyberbeveiliging.

Kaart van de lidstaten van de Europese Unie gerangschikt volgens hun innovatieprestaties in 2019

Uit het Europees innovatiescorebord 2019 blijkt dat Denemarken, Nederland, Finland en Zweden de Europese leiders zijn op het gebied van innovatie, en dat België, Duitsland, Ierland, Frankrijk, Luxemburg, Oostenrijk, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk sterke innovatoren zijn. Tsjechië, Estland, Griekenland, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Portugal en Slowakije zijn gematigde innovatoren, en Bulgarije en Roemenië bescheiden innovatoren. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Een gelijk speelveld op de eengemaakte markt garanderen

Het EU-mededingingsbeleid heeft tot doel de groei, investeringen en werkgelegenheid te ondersteunen door consumenten en ondernemingen die zich aan de wet houden, te beschermen tegen concurrentiebeperkend en illegaal gedrag. Wanneer ondernemingen onderling concurreren om lagere prijzen en een ruimere keuze aan innovatieve producten te bieden, levert dit voordelen op voor de consumenten. Daardoor groeit de Europese economie sneller, en wordt de EU-markt concurrerender en aantrekkelijker voor investeerders.

In 2019 heeft de Commissie 362 concentratiebesluiten, 10 antitrustbesluiten, 5 kartelbesluiten en 248 besluiten over staatssteun genomen. Ze heeft voor in totaal meer dan 4 miljard euro aan geldboeten opgelegd aan bedrijven die de EU-mededingingsregels hadden overtreden, en de lidstaten opgedragen minstens 65 miljoen euro aan onrechtmatige en onverenigbare steun terug te vorderen van de begunstigden.

Om ervoor te zorgen dat de eengemaakte markt haar potentieel ten volle benut, houdt de Commissie toezicht op de mededinging en voorkomt ze mededingingsrisico’s. Het grootste deel van de bij de Commissie aangemelde fusies wordt goedgekeurd. Tot nu toe zijn er slechts tien fusies verboden, waarvan drie in 2019. In februari ging het om de overname van Alstom door Siemens (spoorwegsector) en de overname van Schwermetall en de walsproductendivisie van Aurubis door Wieland, en in juni om de joint venture tussen de staalgiganten Tata Steel en ThyssenKrupp. Deze ondernemingen hadden namelijk geen corrigerende maatregelen voorgesteld om consumenten en ondernemingen tegen mogelijke risico’s te beschermen. In andere geruchtmakende zaken, zoals Praxair/Linde en GSK/Pfizer, boden de fuserende partijen passende corrigerende maatregelen aan en kon de Commissie de transacties goedkeuren.

Figuur ter verduidelijking van het besluit van de Commissie inzake de fusie tussen Siemens en Alstom

De Commissie heeft de fusie van Siemens en Alstom verboden om spoorwegexploitanten en treinreizigers te beschermen. Signaleringssystemen voor het spoor zijn onmisbaar om botsingen te voorkomen en de veiligheid van trein- en metropassagiers te waarborgen en hogesnelheidstreinen zijn belangrijk voor de overgang naar ecologisch duurzaam vervoer. Bij fusie zouden Siemens en Alstom niet langer concurreren, wat zou leiden tot hogere prijzen, minder keuze en minder innovatie voor spoorwegexploitanten.

De Commissie treedt ook op tegen ondernemingen die een oneerlijk concurrentievoordeel proberen te verwerven. In januari kreeg Mastercard een boete van 570 miljoen euro omdat het grensoverschrijdende beperkingen hanteerde voor het gebruik van betaalkaarten. In mei werd AB InBev, ’s werelds grootste bierbrouwer, een boete van 200 miljoen euro opgelegd wegens misbruik van zijn machtspositie op de Belgische biermarkt. Andere ondernemingen kregen een boete omdat ze de grensoverschrijdende verkoop beperkten van merchandisingproducten van enkele van de bekendste voetbalclubs van Europa of van producten met de beeltenis van “Hello Kitty”, dat eigendom is van Sanrio. In andere gevallen beloofden verschillende grote Hollywoodstudio’s een einde te maken aan beperkingen die grensoverschrijdende concurrentie tussen betaalzenders onmogelijk maakten, en deden ze toezeggingen die de Commissie in maart juridisch bindend heeft gemaakt.

In 2019 heeft de Commissie ook een einde gemaakt aan een aantal kartels en de betrokken ondernemingen een zware geldboete opgelegd. In maart legde de Commissie drie leveranciers van veiligheidsgordels en andere veiligheidsuitrusting voor Europese autofabrikanten een boete op voor 368 miljoen euro. Twee maanden later accepteerden vijf grote banken — Barclays, RBS, Citigroup, JPMorgan en MUFG — een schikking voor een bedrag van meer dan 1 miljard euro wegens deelname aan een kartel voor valutaspothandel.

De Commissie ziet er ook op toe dat bepaalde ondernemingen niet ten onrechte bevoordeeld worden wanneer lidstaten steun verlenen aan ondernemingen. In april heeft de Commissie daarom een staatssteunbesluit genomen waarbij het Verenigd Koninkrijk gelast werd de selectieve belastingvoordelen terug te eisen die aan multinationale ondernemingen waren verleend als gevolg van de vrijstelling van een aantal voorschriften ter bestrijding van belastingontwijking.

Figuur ter verduidelijking van de bevindingen van de Commissie over een deel van de Britse belastingregeling

Een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde multinational “X” droeg kapitaal over aan een van zijn offshoredochterondernemingen, die op haar beurt een lening verstrekte aan een buitenlandse onderneming uit de groep van dezelfde multinational “X”. De renteopbrengst van de lening ten gunste van de offshoredochteronderneming was op grond van de vrijstelling groepsfinanciering niet belastbaar in het Verenigd Koninkrijk, waardoor een onrechtmatig fiscaal voordeel ontstond.

Met behulp van het mededingingsbeleid kan de EU ook een modern industriebeleid voeren, zoals blijkt uit de 3,2 miljard euro overheidssteun die door zeven lidstaten is verleend — en waarvoor de Commissie groen licht heeft gegeven — voor een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) voor onderzoek en innovatie op het gebied van de productie van accu’s. Dit is de tweede belangrijke IPCEI-investering die werd goedgekeurd na de in december 2018 toegestane 1,7 miljard euro voor micro-elektronica, waarbij Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk waren betrokken.

Belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen en diensten wegnemen

De EU heeft de regels in specifieke sectoren aangescherpt om het voor bedrijven gemakkelijker te maken hun goederen en diensten over de grenzen heen te verkopen en de veiligheid van producten op de EU-markt te verbeteren.

Verbetering van de regelgeving in de chemische en de farmaceutische sector

In juni heeft de Commissie een evaluatie van de EU-wetgeving inzake chemische stoffen gepubliceerd. Daaruit bleek dat harmonisatie en gemeenschappelijke normen hebben geleid tot een sterkere en efficiëntere interne markt voor chemische stoffen, die tevens een van ’s werelds hoogste niveaus van bescherming van de gezondheid van mens en milieu biedt. De EU heeft ook een reeks maatregelen genomen om werknemers en consumenten te beschermen tegen schadelijke chemische stoffen, waaronder 29 besluiten die voorwaarden stellen aan het gebruik van bepaalde chemische stoffen, één weigering van een vergunning en één beperking op het gebruik van thulium-gedoteerde vezelversterker, een stof die ademhalingsproblemen veroorzaakt bij gebruik in sprays. Bovendien is de richtlijn inzake carcinogene en mutagene agentia geactualiseerd door de toevoeging van vijf stoffen aan de lijst van erkende kankerverwekkende stoffen op het werk. Dit betekent dat 27 van dergelijke chemische stoffen nu onder de richtlijn vallen.

De EU heeft ook nieuwe regels vastgesteld om eerlijke concurrentie in de farmaceutische sector te bevorderen. Die regels zullen het voor bedrijven uit de EU gemakkelijker maken generieke en biologisch gelijkwaardige geneesmiddelen uit te voeren naar landen buiten de EU waar de bescherming van intellectuele eigendom is afgelopen of nooit heeft bestaan, terwijl de sterke bestaande rechten in de EU behouden blijven om innovatie en onderzoek aan te moedigen.

Een interne markt voor overheidsopdrachten

De EU heeft een open markt voor overheidsopdrachten, die met een geschatte waarde van 2 biljoen euro per jaar de grootste ter wereld is. Omdat overheidsopdrachten steeds meer een mondiaal karakter hebben, kiest de EU voor een strategische aanpak om ervoor te zorgen dat alle bieders, zowel binnenlandse als buitenlandse, aan de EU-regels voldoen. Daartoe heeft de Commissie in juli richtsnoeren gepubliceerd over de deelname van buitenlandse inschrijvers aan de EU-markt.

Betere financiële diensten

De EU streeft naar een diepere en meer geïntegreerde kapitaalmarktenunie in Europa. Daarom heeft zij de verordening betreffende grensoverschrijdende betalingen herzien om ervoor te zorgen dat de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro’s binnen de Unie gelijke tred houden met de kosten van soortgelijke nationale betalingen in de munteenheid van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder van de gebruiker is gevestigd. Hierdoor kunnen consumenten en bedrijven in niet-eurolanden profiteren van goedkope transacties in euro’s over de grenzen heen, net als binnen de eurozone. Zo zal de prijs van een transactie in euro’s binnen de EU, bijvoorbeeld van Bulgarije naar Finland, naar verwachting dalen van 15 à 24 euro nu tot ongeveer 1 euro. De verordening zal ervoor zorgen dat de valutawisselkosten bij gebruik van een geldautomaat of in een verkooppunt transparant en vergelijkbaar zijn, waardoor consumenten lagere wisselkosten zullen betalen wanneer ze naar het buitenland reizen of daar aankopen doen. Daarnaast heeft de EU extra inspanningen geleverd om grensoverschrijdende onmiddellijke betalingen te vergemakkelijken.

Figuur ter illustratie van de gewijzigde situatie voor de kosten van overmakingen in euro’s binnen en tussen eurolanden en niet-eurolanden

Vóór 15 december 2019 betaalden verzenders geen of lage kosten voor het overmaken van geld van een euroland naar een niet-euroland, maar betaalden ontvangers hoge kosten. Ook voor het overmaken van geld van een niet-euroland hetzij naar een ander niet-euroland, hetzij naar een euroland, waren de kosten hoog. Enkel aan overmakingen binnen de eurozone waren voor beide partijen geen of lage kosten verbonden. Sinds 15 december 2019 zijn aan alle overmakingen in euro’s, zowel binnen als tussen eurolanden en niet-eurolanden, geen of lage kosten verbonden.

Zorgen voor een eerlijk belastingstelsel

Het EU-belastingbeleid heeft tot doel het concurrentievermogen van de EU te ondersteunen en investeringen, groei en ondernemerschap in de eengemaakte markt te stimuleren. Als belastingstelsels vereenvoudigd worden, wordt het voor bedrijven en burgers gemakkelijker om over de grenzen heen te werken. Bovendien streeft de EU naar eerlijke en sociaal rechtvaardige belastingen, met name door fiscaal misbruik op EU- en internationaal niveau te bestrijden en oneerlijke belastingconcurrentie op de interne markt en daarbuiten tegen te gaan.

Om belastingfraude tegen te gaan en de administratieve samenwerking tussen de EU en de lidstaten bij de inning van belastingen te vergemakkelijken, heeft de Commissie in mei het Transaction Network Analysis tool opgezet. Hierdoor krijgt het EU-netwerk van fraudebestrijdingsdeskundigen snel en eenvoudig toegang tot informatie over grensoverschrijdende transacties, waardoor bij een verdenking van btw-fraude snel en gecoördineerd kan worden opgetreden. In september was er een eerste EU-top over belastingbeheer. Dat is een samenwerkingsnetwerk voor de hoofden van belastingdiensten van de lidstaten en de Commissie.

In juli heeft de Commissie uitvoeringsmaatregelen goedgekeurd ter ondersteuning van de geautomatiseerde uitwisseling van douane- en kentekeninformatie tussen nationale autoriteiten. Zo wil ze btw-fraude bij de verkoop van nieuwe en tweedehandsauto’s aanpakken. In maart werd het licht op groen gezet voor de EU-lijst van rechtsgebieden die niet geneigd zijn tot samenwerking op belastinggebied, een gemeenschappelijk instrument voor de lidstaten om de externe risico’s van fiscaal misbruik en oneerlijke belastingconcurrentie aan te pakken. In september heeft de Commissie evaluaties van twee richtlijnen gepubliceerd, over administratieve samenwerking op belastinggebied en over energiebelasting.

Op weg naar eerlijke arbeidsmobiliteit

De EU streeft naar intensievere arbeidsmobiliteit door duidelijke en billijke regels vast te stellen, de samenwerking tussen de lidstaten te vergemakkelijken en de oorzaken van misbruik te bestrijden. Daarom werd in juli de Europese Arbeidsautoriteit opgericht, die in oktober met haar werk is begonnen. Ze heeft tot taak ervoor te zorgen dat de arbeidsmobiliteitsregels in de lidstaten worden nageleefd. Zo zal ze burgers en bedrijven helpen betrouwbare informatie te vinden over hun rechten en plichten wanneer ze in een ander land willen wonen, werken of handeldrijven. Ze zal ook de samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten versterken en bemiddelen bij grensoverschrijdende geschillen. De Arbeidsautoriteit is gevestigd in Bratislava, Slowakije, en zal naar verwachting volledig operationeel zijn vanaf 2024.

Een overzicht van de rol van de Europese Arbeidsautoriteit

De Europese Arbeidsautoriteit zal de regels inzake arbeidsmobiliteit van de Europese Unie eerlijk, eenvoudig en doeltreffend handhaven. Ze heeft tot doel belemmeringen voor arbeidsmobiliteit weg te nemen, zoals het gebrek aan steun voor particulieren en bedrijven, de moeilijkheden die nationale autoriteiten ondervinden bij internationale coördinatie, het gebrek aan gezamenlijke grensoverschrijdende handhaving en het gebrek aan bemiddeling tussen lidstaten bij grensoverschrijdende geschillen. Ze zal ook de arbeidsmobiliteit stimuleren door gemakkelijker toegang te bieden tot informatie over rechten en plichten inzake grensoverschrijdende mobiliteit, de coördinatie tussen de lidstaten te verbeteren bij internationale handhaving van het Unierecht, de samenwerking tussen de lidstaten te versterken bij de aanpak van zwartwerk en de autoriteiten van de lidstaten bij te staan om internationale geschillen op te lossen. Bron: Raad van de Europese Unie. Copyright: Europese Unie.

Naar veilige, schone en geconnecteerde mobiliteit

Mobiliteit speelt een grote rol bij het verbinden en integreren van de eengemaakte markt. De EU werkt aan de modernisering van de Europese vervoerssystemen, zodat iedereen kan profiteren van veiliger verkeer, schonere voertuigen en betere technologische oplossingen, terwijl tevens het concurrentievermogen van de vervoerssector wordt ondersteund.

In maart hebben het Parlement en de Raad een akkoord bereikt over de herziene algemene veiligheidsverordening, waarmee nieuwe veiligheidstechnologieën verplicht worden voor alle voertuigen die vanaf 2022 worden verkocht, geregistreerd of in het verkeer gebracht. Daardoor zullen de EU-burgers beter worden beschermd, zal het aantal verkeersongevallen op onze wegen verminderen en het wettelijk kader voor de goedkeuring van geautomatiseerde en geconnecteerde voertuigen verbeteren. In februari heeft de Commissie ook richtsnoeren voor de goedkeuring van geautomatiseerde voertuigen opgesteld en in juni heeft ze een EU-platform opgezet om experimenten met geautomatiseerde en geconnecteerde voertuigen te coördineren.

Eerder in het jaar heeft de EU ook maatregelen genomen om de veiligheid van de infrastructuur op de hoofdwegen te beoordelen, investeringen beter te focussen en het pad te effenen voor autonoom rijden in de hele EU. De Commissie heeft ook nieuwe geharmoniseerde regels inzake droneverkeer aangenomen, omdat het aantal drones in heel Europa toeneemt.

Figuur ter illustratie van de wijze waarop elektronische vervoersdocumenten tijd zullen besparen

Het gebruik van de nieuwe elektronische documenten voor de behandeling van goederen in Europa zal alle betrokken actoren veel tijd helpen besparen. Vandaag worden ongeveer 390 miljoen werkuren per jaar besteed aan het verwerken van informatie over het goederenvervoer. In de toekomst zal het bedrijfsleven dankzij de digitale uitwisseling van deze informatie tussen 75 en 102 miljoen werkuren besparen. Bron: Europese Commissie.

Voorts werden diverse maatregelen genomen om de administratieve lasten in de vervoerssector te verlichten. In juni heeft het Spoorwegbureau van de Europese Unie de eerste Europese voertuigvergunning afgegeven, die in meerdere landen op het continent geldig is. Er is ook een akkoord bereikt over een voorstel voor elektronische informatie over het goederenvervoer, waardoor miljoenen uren aan papierwerk zal worden uitgespaard.

Om de interoperabiliteit van de vervoerssystemen te verbeteren, heeft de Commissie in mei een reeks maatregelen goedgekeurd die betrekking hebben op de interoperabiliteit van de spoorwegen, de toegankelijkheid van treinen en het spoorweglawaai. De richtlijn elektronische tolheffing is in werking getreden. Die heeft tot doel de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen te verbeteren, administratieve procedures te vereenvoudigen en fraude te bestrijden.

Hoofdstuk 5

Een diepere en billijkere economische en monetaire unie

Een diepere economische en monetaire unie is een prioriteit voor de EU, omdat het een belangrijk instrument is voor meer werkgelegenheid, sterkere groei, hogere investeringen, grotere sociale rechtvaardigheid, en verbeterde macro-economische stabiliteit en veerkracht.

In juni hebben de lidstaten een brede overeenstemming bereikt over een aantal belangrijke stappen, zoals de ontwikkeling van een begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen in de eurozone.

De voorgestelde herziening van het Europees stabili­teitsmechanisme zou het mogelijk maken om uit het reddingsfonds een financiële achtervang te bieden aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, dat bedoeld is voor noodlijdende banken.

In april is nieuwe wetgeving aangenomen die de risico’s in het bankwezen moet verminderen en bijdraagt aan een sterkere bankenunie. De plannen om een gemeenschappelijk depositoverzekeringsstelsel voor banken in de eurozone te ontwikkelen, zijn ook voortgezet en de Commissie heeft maatregelen genomen om te zorgen voor eerlijke concurrentie in de sector.

Mede dankzij de Europese pijler van sociale rechten is er in de economische en monetaire unie nadruk op rechtvaardigheid komen te liggen: in juni is er wetgeving ter verbetering van arbeidsomstandigheden aangenomen en in augustus is er een nieuwe wet ter bevordering van het evenwicht tussen werk en privéleven en van genderevenwichtig ouderschapsverlof in werking getreden.

Ook heeft de EU maat­regelen genomen om de toegang tot sociale zekerheid te verbeteren en ondernemerschap aan te moedigen.

Verdiepen van de economische en monetaire unie

Een diepere economische en monetaire unie is een van de prioriteiten van de EU, omdat het haar economische stabiliteit, veerkracht en groeipotentieel kan versterken.

De lidstaten van de eurozone hebben in juni nog een stap in deze richting gezet door overeenstemming te bereiken over de belangrijkste kenmerken van een begrotingsinstrument voor de zone. Dit begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen wil met structurele hervormingen en investeringen de groei stimuleren, de economische veerkracht van de eurozone versterken en ervoor zorgen dat de economieën zich sneller herstellen van schokken. Er werden in oktober verdere besluiten genomen over de wijze waarop dit instrument moet gaan werken. Over de omvang ervan zal in het kader van de besprekingen over de volgende langetermijnbegroting van de EU overeenstemming worden bereikt.

De lidstaten van de eurozone zijn ook overeengekomen dat het Europees stabiliteitsmechanisme een financiële achtervang kan bieden als laatste redmiddel in geval van een bankafwikkeling. Dit zou in de vorm zijn van een kredietlijn of garanties voor het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, zodat belastingplichtigen niet worden gedwongen te betalen voor de afwikkeling van noodlijdende banken. Het gebruik van de achtervang zou uiteindelijk worden terugbetaald met bijdragen van de Europese bankensector.

Een overzicht van de initiatieven om de internationale rol van de euro te versterken

De initiatieven om de internationale rol van de euro te versterken, kunnen in vier domeinen worden onderverdeeld. Het eerste is de voltooiing van de Europese economische en monetaire unie, de bankenunie en de kapitaalmarktenunie. Het tweede omvat maatregelen om een diepe Europese financiële sector te bevorderen, zoals de versterking van de liquiditeit en veerkracht van de Europese marktinfrastructuur; het opzetten van een degelijk kader voor een betrouwbare rentevoetbenchmark; de ondersteuning van een volledig geïntegreerd systeem voor instant payment in de Europese Unie, en het opstarten van een raadpleging over de liquiditeit van de euro op de valutamarkten. Het derde domein omvat initiatieven in verband met de internationale financiële sector, zoals ondersteuning van de samenwerking tussen centrale banken ter vrijwaring van de financiële stabiliteit; het vergroten van het aandeel van de schulden van Europese instanties dat in euro’s wordt uitgegeven; meer economische diplomatie om het gebruik van de euro in betalingen en als reservevaluta te bevorderen, en technische ondersteuning om de toegang van ontwikkelingslanden tot het eurobetalingssysteem te verbeteren. Het vierde domein betreft het stimuleren van het gebruik van de euro in belangrijke strategische sectoren zoals energie, met aanbevelingen om een ruimer gebruik van de euro in internationale energieovereenkomsten en -transacties te bevorderen en raadplegingen over de uitbreiding van het gebruik van in euro’s luidende transacties op het gebied van olie, geraffineerde producten en gas. Het omvat ook raadplegingen over de uitbreiding van het gebruik van de euro bij de handel in grondstoffen en levensmiddelen en de uitbreiding van het gebruik van de euro door fabrikanten in de vervoersector (bouw van vliegtuigen, schepen en treinen). Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

De Europese Unie heeft sinds de financiële crisis van 2008 grote vooruitgang geboekt bij het verdiepen van de economische en monetaire unie. In juni werd in een mededeling van de Commissie de balans opgemaakt van de vorderingen van de EU sinds de visie voor een diepere economische en monetaire unie in het verslag van de vijf voorzitters van 2015 uiteen werd gezet. Volgens deze mededeling is er met name vooruitgang geboekt met betrekking tot het kader voor economische governance en de toepassing van de verbeterde begrotingsregels, die een grotere nadruk leggen op sociale prioriteiten, zoals meer mogelijkheden voor sociale partners op alle niveaus om deze prioriteiten te bespreken. Daarnaast is het Europees Begrotingscomité (opgericht in 2015), dat de Commissie voorziet van onafhankelijke beoordelingen en advies, een integrerend onderdeel van het begrotingskader geworden.

Ook zijn de belangrijkste elementen van een bankenunie en een kapitaalmarktenunie verankerd, zoals het bankenpakket voor een verdere versterking van de veerkracht en afwikkelbaarheid van EU-banken, en een voorstel voor een Europees depositoverzekeringsstelsel. Om de belangrijkste bouwstenen van de kapitaalmarktenunie klaar te leggen, heeft de Commissie alle wetgevingsvoorstellen ingediend die in het actieplan voor de kapitaalmarktenunie en de tussentijdse evaluatie waren opgenomen. De Commissie heeft zes wetgevingsmaatregelen voorgesteld om nieuwe EU-regels voor producten, etiketten en paspoorten in te voeren, en vijf wetgevingsmaatregelen om de regels voor ondernemers, bedrijven en financiële instellingen eenvoudiger, duidelijker en evenrediger te maken (zie hoofdstuk 1).

Ook heeft de Commissie twee wetgevingsmaatregelen voorgesteld om te zorgen voor een meer geïntegreerd en efficiënter toezicht op kapitaalmarkten, dat van wezenlijk belang is voor de kapitaalmarktenunie en noodzakelijk voor meer financiële integratie en meer particuliere risicodeling. De Commissie heeft daarnaast drie wetgevingsvoorstellen goedgekeurd waardoor de financiële sector het voortouw kan nemen in de richting van een klimaatneutrale, meer hulpbronnenefficiënte en veerkrachtige circulaire economie.

Het Europees Parlement en de Raad hebben over bijna al deze voorstellen een politiek akkoord bereikt. Maar we zijn er nog niet. In het verslag van de Commissie van juni werd opgeroepen tot verdere verbetering van de transparantie en de doeltreffendheid van het EU-kader voor beleidscoördinatie en de sociale dimensie ervan. Er zouden ook institutionele wijzigingen kunnen worden doorgevoerd om democratische verantwoordingsplicht in de EU en economische besluitvorming in de eurozone te versterken, en om het Europees stabiliteitsmechanisme in het rechtskader van de EU op te nemen. Ook mechanismen om de eurozone bij schokken te stabiliseren, zouden nuttig zijn, zoals een stabilisatiefunctie voor investeringen en een gemeenschappelijk werkloosheidsherverzekeringsregeling.

Voltooiing van de bankenunie

De bank- en kapitaalmarkten van de EU zijn essentiële onderdelen van de economische en monetaire unie. Samen bevorderen ze een meer geïntegreerd en stabieler financieel stelsel in de EU. Ze maken de economische en monetaire unie beter bestand tegen negatieve schokken door grensoverschrijdende, private risicodeling makkelijker te maken en tegelijk de behoefte aan publieke risicodeling te verminderen. Het werk aan beide projecten is het hele jaar door voortgezet.

Er is met name aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verminderen van de risico’s in de bankenunie. De goedkeuring van het bankenpakket in april was een belangrijke mijlpaal voor de versterking van het bankwezen in de EU. Het pakket bevat naast een voorstel voor een Europees depositoverzekeringsstelsel een uitgebreide reeks hervormingen die de veerkracht en de afwikkelbaarheid van banken verder zal versterken. Ook wordt er in het pakket een aantal belangrijke internationale normen vastgesteld en heeft het tot doel de regelgevingsagenda voor de periode na de crisis af te ronden.

De Commissie heeft met de betrokken lidstaten samengewerkt om het hoge aandeel niet-renderende leningen (NPL’s) aan te pakken, onder meer via het Europees Semester, en om in overeenstemming met de staatssteunregels alomvattende oplossingen te vinden voor het aanpakken van dubieuze leningen. Toezichthouders en banken van de lidstaten hebben sinds de crisis ook aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verlagen van hun schulden, het verbeteren van de kwaliteit van hun leningenportefeuilles, en het vergroten van de liquiditeit.

Uit het meest recente voortgangsverslag van de Commissie blijkt dat het percentage NPL’s voor alle EU-banken is blijven dalen in de richting van het niveau van voor de crisis, en dat het in het derde kwartaal van 2018 met 3,3 % is afgenomen. In 2019 bereikten het Europees Parlement en de Raad overeenstemming over nieuwe regels voor de toepassing van kapitaalvereisten op banken met NPL’s op hun balans. Het doel van de hervorming is ervoor te zorgen dat banken voldoende eigen middelen opzijleggen wanneer nieuwe leningen niet-renderend worden, en passende stimulansen te geven om de ophoping van NPL’s te voorkomen.

Een belangrijke volgende stap voor de bankenunie en voor het verdiepen van de economische en monetaire unie is het boeken van vooruitgang op het gebied van een gemeenschappelijk deposito­garantiestelsel voor de eurozone.

De internationale rol van de euro

De inspanningen van de EU om het gebruik van de euro op internationaal niveau te bevorderen, hangen nauw samen met het verdiepen van de economische en monetaire unie. Een diepere, sterkere financiële sector en economische en monetaire unie zouden de euro aantrekkelijker moeten maken als internationale munt, en een euro die wereldwijd van groter belang is, kan het financiële stelsel van Europa versterken. De eurozone groeit ook binnen de EU nu Kroatië en Bulgarije zich voorbereiden op deelname aan het wisselkoersmechanisme (WKM II), als eerste stap op weg naar lidmaatschap van de eurozone.

Een groter internationaal gebruik van de euro zou ook veel voordelen opleveren voor Europese bedrijven, consumenten en overheden, zoals lagere handelskosten, lagere rentetarieven, betere toegang tot financiering, grotere juridische autonomie en een veerkrachtiger financieel stelsel dat minder kwetsbaar is voor schokken in de wisselkoers. In 2019 heeft de Europese Commissie uitgebreid overlegd met vertegenwoordigers van buitenlandse valutamarkten en de energie-, grondstoffen-, landbouw- en vervoersector. Met deze raadpleging werd bevestigd dat er brede steun bestaat voor een meer internationaal gebruik van de euro en dat het de enige internationale munt is die een alternatief voor de Amerikaanse dollar kan zijn. De geraadpleegde partijen waren het er ook over eens dat meer transacties in euro’s aangeduid zouden kunnen worden, met name op de energie- en de aardgasmarkt, en de Commissie stemde ermee in aan alle geconstateerde belemmeringen te werken.

Ballonnen met de Europese vlag en het euroteken worden feestelijk opgelaten

De Europese Unie viert in 2019 het twintigjarig bestaan van de euro (#EUROat20). Hier worden ballonnen opgelaten voor het gebouw van de Europese Raad om de vaststelling van wisselkoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten van de eurozone te vieren, Brussel, België, 31 december 1998.

De EU heeft ook vooruitgang geboekt met maatregelen die het gebruik van de euro moeten bevorderen, zoals wijzigingen in de regelgeving om de veerkracht en liquiditeit van financiëlemarktinfrastructuren te vergroten, de betrouwbaarheid van rentevoetbenchmarks te verbeteren en het gebruik van directe betalingen te bevorderen.

Overzicht van het gebruik van de euro wereldwijd

De euro biedt vele voordelen voor de economie: de munt heeft een sterke reputatie van prijsstabiliteit en zorgt voor een voorspelbaar ondernemingsklimaat. De euro is ook de op een na meest gebruikte munt in de wereld: 60 landen en gebieden buiten de EU (een bevolking van in totaal 175 miljoen mensen) hebben hun munt direct of indirect aan de euro gekoppeld. Bron: Europese Commissie.

Eerlijke kansen en eerlijke concurrentie

Een diepe en billijke economische monetaire unie berust op eerlijke kansen en eerlijke concurrentie. Om deze kansen te verbeteren, is in juni de richtlijn inzake herstructurering en tweede kans goedgekeurd door de EU. Dankzij deze richtlijn kunnen noodlijdende maar levensvatbare bedrijven worden gered en krijgen bonafide ondernemers die failliet gaan, een tweede kans.

De nieuwe richtlijn zal levensvatbare ondernemingen met financiële moeilijkheden helpen in een vroeg stadium toegang te krijgen tot preventieve herstructureringsstelsels, zodat ze insolventie kunnen voorkomen, hun activiteiten kunnen voortzetten en banen kunnen behouden.

Met de nieuwe regels geeft de EU failliete ondernemers met een goede naam een tweede kans door hun schuld na een periode van maximaal drie jaar volledig kwijt te schelden, met uitzondering van bepaalde gerechtvaardigde gevallen, om misbruik te voorkomen.

De regels maken ook de insolventie-, herstructurerings- en kwijtingsprocedures efficiënter en daarmee de procedures in veel lidstaten sneller en goedkoper.

Deze regels dragen bij aan het wegnemen van belangrijke belemmeringen voor de ontwikkeling van kapitaalmarkten door meer rechtszekerheid te bieden aan grensoverschrijdende beleggers en ondernemingen die in de hele EU actief zijn.

De EU ziet altijd nauw toe op de eerlijkheid van de concurrentie in het bankwezen en 2019 was daar geen uitzondering op. Hoewel de sector sinds de crisis grotendeels is hersteld, blijven er zwakke plekken bestaan en gaan banken in sommige lidstaten nog steeds gebukt onder een groot aandeel NPL’s. De Commissie is haar rol blijven vervullen door hen te helpen herstructureren en omgaan met tijdelijke liquiditeitsbeperkingen of structurele problemen, zonder de concurrentie onnodig te verstoren. De banken van Slovenië hebben bijvoorbeeld het herstructureringsproces afgerond waarmee ze in 2012/2013 waren begonnen. Slovenië heeft 75 % van NLB en 100 % van Abanka, twee voormalige kredietverstrekkers die in moeilijkheden zaten, geprivatiseerd. Italiaanse banken hebben verdere stappen ondernomen om het aantal NPL’s te verminderen. In dit verband was de invoering van een garantiemechanisme nuttig om banken in staat te stellen niet-renderende leningen marktconform af te lossen. De Commissie heeft ook in Italië een steunregeling voor tijdelijke liquiditeitsbehoeften tot 3 miljard euro goedgekeurd voor Carige, een middelgrote regionale bank in het noordwesten van het land.

Uitleg over niet-renderende leningen en de negatieve effecten ervan

Wat zijn niet-renderende leningen? Een lening is niet-renderend wanneer een kredietnemer al ten minste negentig dagen een betalingsachterstand heeft of de lening nog wel terugbetaalt, maar het onwaarschijnlijk is dat hij of zij die volledig zal kunnen terugbetalen. Waarom moeten we daar iets aan doen? Om de risico’s te beperken voor de stabiliteit van de banken en voor het financieel stelsel als geheel, om ervoor te zorgen dat banken meer kunnen lenen aan huishoudens en bedrijven en om economische groei te stimuleren door levensvatbare ondernemingen financiering te bieden.

Grotere sociale rechtvaardigheid in de economische en monetaire unie

De Europese pijler van sociale rechten is een integrerend onderdeel geworden van het Europees Semester, de jaarlijkse cyclus van coördinatie van het economisch en sociaal beleid van de EU, en heeft bijgedragen tot vele sociale beleidsmaatregelen op het gebied van evenwicht tussen werk en privéleven, transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, en eerlijke grensoverschrijdende mobiliteit. De pijler omvat een reeks van twintig toekomstgerichte beginselen van sociaal beleid die de lidstaten zijn overeengekomen.

Een nieuwe stap naar evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en verzorgers

De richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven werd in juni aangenomen en moedigt een eerlijkere verdeling van de zorgtaken tussen vrouwen en mannen aan. De tekst bevat minimumeisen voor de lidstaten en iedere ouder krijgt recht op ten minste vier maanden ouderschapsverlof. Twee maanden daarvan mogen niet worden overgedragen naar de andere ouder en moeten op een door de lidstaten vastgesteld adequaat niveau worden gecompenseerd. Met de richtlijn wordt ook het recht op vaderschapsverlof van ten minste tien dagen na de geboorte van een kind ingevoerd, waarbij minstens evenveel vergoeding moet worden betaald als tijdens ziekteverlof. De nieuwe wetgeving geeft werkende mantelzorgers ook het recht om vijf dagen per jaar op te nemen voor de verzorging van familieleden. Daarnaast hebben alle werkende ouders van kinderen tot 8 jaar oud het recht om flexibele werkregelingen aan te vragen (minder werkuren, flexibele werkuren en flexibele werkplekken). Deze nieuwe regels zijn bedoeld om de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verhogen en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verbeteren.

Een overzicht van de positieve veranderingen in het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers

Dankzij de nieuwe richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven krijgen alle werkende vaders rond de geboorte van hun kind recht op ten minste tien dagen vaderschapsverlof, en krijgt iedere ouder recht op ten minste vier maanden ouderschapsverlof, waarvan er twee niet mogen worden overgedragen. Ouders kunnen ouderschapsverlof ook flexibeler opnemen. Tot slot heeft elke werknemer recht op ten minste vijf dagen zorgverlof per jaar. Bron: Europese Commissie.

Nieuwe rechten voor meer werknemers

De richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden werd eveneens in juni goedgekeurd. Deze richtlijn verruimt en moderniseert de bestaande verplichtingen om elke werknemer over zijn of haar arbeidsvoorwaarden te informeren, ook werknemers met atypisch werk. De richtlijn introduceert tevens een aantal nieuwe minimumrechten, bijvoorbeeld een beperking van de duur van de proeftijd bij aanvang van een baan. Lidstaten hebben tot medio 2022 de tijd om de nieuwe richtlijn in hun nationale wetgeving om te zetten.

Betere toegang tot sociale bescherming voor alle werknemers

De lidstaten hebben toegezegd alle werkenden, ongeacht hun arbeidsstatus, sociale bescherming te garanderen. De Raad heeft in november een aanbeveling aangenomen om de lidstaten te helpen de nadelen voor atypische werknemers en zelfstandigen en de uitdagingen van de snelle, gedigitaliseerde arbeidswereld aan te pakken.

Figuur ter illustratie van de betere toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen

Werk is in verandering. 40 % van de mensen die werken, zijn atypische werknemers (zonder voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd) of zelfstandigen. De werkende Europeaan zal gemiddeld tien verschillende banen hebben tijdens zijn of haar loopbaan, en nieuwe vormen van werk zijn in opmars. De socialezekerheidsstelsels zijn vaak niet aangepast aan zelfstandigen en atypische werknemers, waardoor deze onvoldoende beschermd zijn: zo mag niet iedereen die werkt, bijdragen en deelnemen aan alle socialebeschermingsstelsels. Voorbeelden van de belemmeringen bij de toegang tot uitkeringen zijn het ontbreken van een pensioenstelsel voor sommige atypische werknemers in 13 lidstaten van de EU, het ontbreken van dekking van arbeidsongevallen voor zelfstandigen in 10 lidstaten en de vereiste van een minimale gewerkte periode voor zelfstandigen in 9 lidstaten. De nieuwe richtsnoeren van de Europese Unie zijn erop gericht de situatie te verbeteren door het toepassingsgebied van werkloosheidsuitkeringen, ziektekostenregelingen en uitkeringen bij ziekte, moeder- en vaderschapsuitkeringen, invaliditeitsuitkeringen, ouderdomsuitkeringen en uitkeringen bij arbeidsongevallen of werkgerelateerde ziekten uit te breiden tot alle werkenden en zelfstandigen. Dankzij de richtsnoeren zullen belemmeringen bij de toegang tot uitkeringen worden weggenomen door de mogelijkheid tot behoud, opbouw en/of overdracht van rechten te ondersteunen en te zorgen voor passende bescherming en transparante informatie over individuele rechten en plichten. In sommige lidstaten worden reeds maatregelen genomen om de dekking uit te breiden. In Slovenië vallen alle vormen van werk nu onder de socialezekerheidsstelsels en in Denemarken vallen atypische werknemers en zelfstandigen onder de algemene werkloosheidsverzekering.

Het jaar in beeld

Jacinda Ardern en Jean-Claude Juncker achter een katheder tijdens een persconferentie

Jacinda Ardern, premier van Nieuw-Zeeland, en Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, Brussel, België, 25 januari 2019.

Greta Thunberg draagt een bord met “school strike for the climate” (schoolstaking voor het klimaat) terwijl ze meeloopt in een demonstratie

Greta Thunberg spijbelt voor het klimaat, Brussel, België, 21 februari 2019.

Jean-Claude Juncker, Xi Jinping, Emmanuel Macron en Angela Merkel poseren voor een foto

Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, Xi Jinping, president van China, Emmanuel Macron, president van Frankrijk, en Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland, tijdens een bijeenkomst over mondiale governance, Parijs, Frankrijk, 26 maart 2019.

Paul Kagame en Jean-Claude Juncker met brandende fakkels bij een herdenkingsmonument

Paul Kagame, president van Rwanda, en Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, bij de herdenking van de Rwandese genocide, Kigali, Rwanda, 8 april 2019.

Poster met uitsnedes van foto’s van mensen die in de video te zien zijn

Poster voor de videoreeks “A day in the life”, die laat zien hoe de EU het leven van jongeren verbetert, in het kader van de campagne #EUandMe.

Een oude poster voor de Europese Parlementsverkiezingen van 1984

Historische affiches in het Berlaymontgebouw tijdens de open dag van de Europese Commissie, Brussel, België, 4 mei 2019.

Deskundigen van de Europese Unie en plaatselijke brandweerdeskundigen bekijken de schade na een bosbrand

Brandveiligheidsdeskundigen van het EU-team voor civiele bescherming adviseren de plaatselijke brandweer in Guatemala, dat een beroep heeft gedaan op het EU-mechanisme voor civiele bescherming vanwege langdurige bosbranden, Petén, Guatemala, 24 mei 2019.

Een forens loopt langs de schuimrubberen blokletters “vote” (stem) met daarin de Europese vlag

Reclame in station Brussel-Luxemburg voor de EU-campagne “Deze keer stem ik”, die ertoe oproept om bij de Europese verkiezingen te gaan stemmen, Brussel, België, 24 mei 2019.

Twee Europese vlaggen hangen halfstok

De EU-vlaggen bij het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Europese Commissie, hangen halfstok na het overlijden van Jacques Chirac, de voormalige president van Frankrijk, Brussel, België, 30 september 2019.

Filippo Grandi houdt een toespraak

Filippo Grandi, Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen, tijdens de internationale Solidariteitsconferentie over de Venezolaanse vluchtelingen- en migratiecrisis, Brussel, België, 29 oktober 2019.

Een stuk van de Berlijnse Muur dat achter glas is geplaatst

Een stuk van de Berlijnse Muur met de afbeelding van de Amerikaanse president Kennedy wordt gefotografeerd bij het Berlaymontgebouw van de Europese Commissie, voorafgaand aan de viering van de 30e verjaardag van de val van de muur, Brussel, België, 29 oktober 2019.

De nieuwe Europese Commissie poseert op een trap

De eerste groepsfoto van de nieuwe Europese Commissie nadat deze werd goedgekeurd door het Europees Parlement, Brussel, België, 27 november 2019.

Jean-Claude Juncker zwaait bij zijn afscheidstoespraak

Jean-Claude Juncker bij zijn laatste persconferentie als voorzitter van de Europese Commissie, Brussel, België, 29 november 2019.

Ursula von der Leyen neemt een lantaarn met een brandende kaars in ontvangst van een kind

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, ontvangt het “vredeslicht” voor Kerstmis, Brussel, België, 11 december 2019.

Christine Lagarde, Ursula von der Leyen, Charles Michel en David Sassoli houden een officieel document vast

De vier leiders van de Europese instellingen. Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, en David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, tonen een kopie van het Verdrag van Lissabon bij de 10e verjaardag van de inwerkingtreding, Straatsburg, Frankrijk, 17 december 2019.

Jewher Ilham draagt een foto van haar vader terwijl David Sassoli haar de Sacharovprijs voor haar vader overhandigt

Jewher Ilham neemt de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken in ontvangst namens haar vader, de Oeigoerse wetenschapper Ilham Tohti, die in de gevangenis zit omdat hij strijdt voor de rechten van de Oeigoerse islamitische minderheid in China, Straatsburg, Frankrijk, 18 december 2019.

Hoofdstuk 6

Een evenwichtig en vooruitstrevend handelsbeleid om de globalisering in goede banen te leiden

© Fotolia

In 2019 consolideerde de EU haar positie als grootste handelsmacht en bleef zij een van de meest open economieën ter wereld. De EU heeft een ambitieuze agenda op het gebied van handelsbesprekingen, waarbij zij streeft naar open markten en een gelijk speelveld voor EU-ondernemingen in de hele wereld. De Europese economie is afhankelijk van handel: elk miljard euro uitvoer is goed voor 14 000 banen in Europa. Openheid, gecombineerd met strenge normen, blijft de beste manier om ervoor te zorgen dat iedereen in Europa profijt heeft van de globalisering.

De EU maakt zich sterk voor een op regels gebaseerd multilateraal handelsstelsel als basis voor haar welvaart. Zij speelde ook afgelopen jaar een leidende rol in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en nam het voor haar op en deed voorstellen om haar te hervormen. Wanneer anderen de regels voor de internationale handel schenden of oneerlijke handelspraktijken toepassen, verdedigt de EU haar bedrijven, werknemers en burgers.

De EU verdedigde haar belangen tegen protectionistische tendensen en toenemende handelsbelemmeringen, voerde strengere en doeltreffendere handelsregels in en zette ook een nieuw kader op voor het screenen van strategische investeringen van buiten de EU.

De EU heeft handels­overeenkomsten met 72 landen wereldwijd, die goed zijn voor 40 % van het mondiale bruto binnenlands product. In 2019 werd een nieuw akkoord bereikt met het Zuid-Amerikaanse handelsblok Mercosur en werd een overeenkomstig getekend met Vietnam, terwijl de handelsovereenkomst met Japan in werking trad. Met China werden afspraken gemaakt over de bescherming van geografische aanduidingen. Ook werd goede vooruitgang geboekt met handelsbesprekingen, onder andere met Australië, Chili en Nieuw-Zeeland.

Handhaving van multilaterale regels

Handelsbeleid moet doeltreffend en transparant zijn en berusten op waarden. De kernpunten van de strategie “Handel voor iedereen” van 2015 bleven ook van toepassing in 2019: openheid gecombineerd met strenge normen blijft de beste manier om ervoor te zorgen dat globalisering goed werkt.

Een overzicht van het handelsbeleid van de Europese Unie en het effect ervan op de werkgelegenheid en de economie

Het handelsbeleid van de Europese Unie omvat een netwerk van 41 handelsovereenkomsten met 72 landen; 15 daarvan hebben een handelsovereenkomst met de Europese Unie, die sinds 2014 in werking is getreden. Dankzij deze handelsovereenkomsten is de uitvoer uit de Europese Unie tussen 2014 en 2018 met 15 % toegenomen. De handel met derde landen zorgt voor 36 miljoen banen in de Europese Unie, dat zijn er 5 miljoen meer dan in 2014. Het wegnemen van handelsbelemmeringen heeft extra uitvoermogelijkheden ter waarde van 6,1 miljard euro opgeleverd. In 2018, het eerste volledige jaar waarin de overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada van toepassing was, zijn 10 % meer goederen uit de Europese Unie naar Canada uitgevoerd. Bron: Eurostat.

De spanningen in het op regels gebaseerde multilaterale handelsstelsel, dat wordt ondersteund door de WTO, liepen verder op. Met de opkomst van nationalisme en protectionisme nam ook het aantal eenzijdige maatregelen toe en dreigde het gevaar van een wereldhandel die op machtsvertoon en niet op eerlijkheid berust. Voortbouwend op haar initiatieven van 2018 diende de EU bij de WTO voorstellen in om de transparantie te verbeteren en de zorgen van de lidstaten over bepaalde handelspraktijken zo veel mogelijk weg te nemen.

De EU werkte met haar voornaamste handelspartners aan een aanscherping van de subsidieregels en de regels tegen de gedwongen overdracht van technologie. Om het WTO-systeem van geschillenbeslechting in stand te houden, deed zij voorstellen om de impasse in de benoeming van nieuwe leden van het WTO-beroepsorgaan te doorbreken. Dit orgaan heeft niet voldoende leden meer om operationeel te blijven omdat de ambtstermijn van twee van de laatste drie overgebleven leden in december afliep. Daardoor kan het geen beroepszaken meer in behandeling nemen. In reactie daarop is de Europese Commissie met een voorstel gekomen om de EU-handhavingsverordening zo te wijzigen dat resoluut kan worden opgetreden tegen handelspartners die een doeltreffende geschillenbeslechting belemmeren. Op basis van de bestaande WTO-regels heeft de EU ook een tijdelijke beroeps- en arbitrageregeling gesloten met Canada en Noorwegen, zodat een bindende geschillenbeslechting en het instellen van beroep bij onderlinge geschillen mogelijk blijven nu de werkzaamheden van het WTO-beroepsorgaan zijn stilgevallen.

Een Europa dat beschermt

Wanneer diplomatiek ingrijpen niet helpt, aarzelt de EU niet om een beroep te doen op het WTO-mechanisme voor geschillenbeslechting en binnen de WTO op te komen voor bedrijven, werknemers en landbouwers in de EU. In 2019 startte de EU een procedure tegen Turkije (geneesmiddelen), India (ICT-producten), de Verenigde Staten (compenserende rechten op en antidumpingmaatregelen tegen Spaanse olijven) en Colombia (antidumpingmaatregelen tegen diepgevroren frites uit België, Duitsland en Nederland).

Ook in het kader van bilaterale geschillenbeslechtingsregelingen startte de EU procedures, namelijk tegen Zuid-Korea om fundamentele arbeidsnormen te verdedigen, tegen Oekraïne vanwege een uitvoerverbod op hout en tegen de Douane-Unie van Zuidelijk Afrika vanwege beperkingen op de invoer van pluimvee.

Conform de WTO-regels en de EU-wetgeving heeft de EU 15 nieuwe onderzoeken geopend naar en 7 nieuwe handelsmaatregelen genomen tegen gedumpte en gesubsidieerde invoer. Daarbij ging het onder meer om elektrische fietsen uit China en biodiesel uit Argentinië en Indonesië. Ook opende de EU 6 nieuwe herzieningsonderzoeken en verlengde zij 16 bestaande maatregelen met 5 jaar.

In 2019 stelde de EU definitieve maatregelen voor de invoer van 26 categorieën staalproducten in om de mogelijke verlegging van het handelsverkeer in staal vanuit andere landen naar de EU als gevolg van de door de Verenigde Staten ingestelde extra heffingen tegen te gaan. Tegen het eind van de zomer werden de maatregelen na een evaluatie aangepast aan de meest recente situatie.

Ook verdedigde de EU haar industrie tegen niet-EU-landen die een onderzoek hadden ingesteld naar producten die die landen vanuit de EU invoerden. Zo had Turkije een vrijwaringsonderzoek geopend naar banden, India een antidumpingonderzoek naar gestreken papier en had Colombia maatregelen getroffen tegen diepgevroren frites.

In maart bevestigde de WTO dat de EU in 2020 vergeldingsmaatregelen mag treffen in het handelsgeschil met de Verenigde Staten over subsidies aan vliegtuigbouwer Boeing. De Verenigde Staten hadden zich niet gehouden aan eerdere uitspraken over hun illegale subsidies aan het bedrijf. De Europese concurrent Airbus had daardoor aanzienlijke schade geleden. In oktober mochten de Verenigde Staten in een parallel handelsgeschil vergeldingsmaatregelen treffen in de Airbus-zaak. De Verenigde Staten voerden vervolgens extra heffingen in op allerlei producten uit de EU. De EU blijft echter inzetten op onderhandelingen om tot een evenwichtige oplossing van de geschillen met de Verenigde Staten te komen.

De Commissie legde ook de laatste hand aan de aanpassing van de handelsprocedures aan de gemoderniseerde antidumping- en antisubsidiewetgeving die in 2017 en 2018 in werking was getreden. Tegelijk dichtte zij een hiaat in de wetgeving en kon zij handelsmaatregelen vanaf het najaar van 2019 ook toepassen op goederen (bv. onderzeese pijpleidingen) die worden ingevoerd op het continentaal plat/in de exclusieve economische zone van EU-landen. De Commissie voerde de strijd tegen het omzeilen van handelsmaatregelen op en startte onderzoeken naar de Chinese uitvoer van corrosiebestendig staal, persulfaten en tafelgerei van keramiek. In het laatste geval werden extra heffingen opgelegd.

In april trad een nieuwe verordening in werking met het eerste EU-brede kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen. Vanaf oktober 2020 kunnen EU-landen en de Commissie veiligheidsbezwaren tegen bepaalde investeringen die vanuit niet-EU-landen worden gedaan, signaleren en aanpakken.

-

De handelsbeschermingsinstrumenten van de Europese Unie beschermen 360 000 Europese banen.

Intellectuele-eigendomsrechten zijn van groot belang voor de economische groei en de mogelijkheden van de EU om innovatie te stimuleren en mondiaal concurrerend te blijven. De EU voerde haar inspanningen op om dergelijke rechten te beschermen en af te dwingen. Zo werden samenwerkingsprogramma’s met China, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika en een nieuw bijstandsproject voor Afrika opgezet. Ook werden besprekingen gevoerd met prioritaire landen als China, Thailand, Turkije en Oe­kraïne. In het kader van de watchlist namaak en piraterij intensiveerde de Commissie haar samenwerking met de bevoegde EU-instanties voor intellectuele eigendom, voor rechtshandhaving (Europol) en voor justitiële samenwerking in strafzaken. Daarnaast overlegde zij regelmatig met EU-bedrijven.

Door het groeiende protectionisme werden deze bedrijven steeds vaker geconfronteerd met internationale handelsbelemmeringen. Blijkens het jaarverslag over handels- en investeringsbelemmeringen was de markttoegangsstrategie van de EU een doeltreffend instrument in de strijd daartegen.

Een overzicht van de handels- en investeringsbelemmeringen voor exporteurs uit de Europese Unie

Exporteurs uit de Europese Unie worden geconfronteerd met 425 handelsbelemmeringen in 59 landen. In 2018 zijn er 45 handelsbelemmeringen bijgekomen. Datzelfde jaar zijn 35 belemmeringen weggenomen, en tijdens het mandaat van de Commissie-Juncker zijn in totaal 123 belemmeringen weggenomen. Mede dankzij het wegnemen van belemmeringen in de periode 2014-2017 is in 2018 6 miljard euro extra uitgevoerd door bedrijven in de Europese Unie. Bron: Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over handels- en investeringsbelemmeringen — 1 januari 2018-31 december 2018, juni 2019.

In 2019 heeft de EU de trilaterale gesprekken met Japan en de Verenigde Staten over belangrijke mondiale handelskwesties voortgezet. Zo werd gesproken over de vraag hoe een gelijk speelveld kan worden geschapen met nieuwe multilaterale regels inzake industriële subsidies en een gedwongen overdracht van technologie.

Als mede-initiatiefnemer en lid van de in 2017 opgerichte alliantie ter bestrijding van de handel in marteltuigen bleef de EU duidelijk stelling nemen tegen goederen die worden gebruikt voor de doodstraf of foltering. Op aandringen van de alliantie nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in juni een resolutie aan tegen de handel in marteltuigen.

Een toekomstgericht handelsbeleid

De EU-handelsovereenkomsten zijn niet alleen gericht op het aanboren van nieuwe markten, maar moeten er ook voor zorgen dat iedereen daarvan profijt heeft. Er wordt niet gemorreld aan EU-normen op het gebied van voedselveiligheid, rechten van werknemers, milieu en consumentenrechten. Partnerlanden krijgen hulp om hun internationale verplichtingen na te komen. Zo trok de EU 9 miljoen euro uit voor capaciteitsopbouw- en voorlichtingsprogramma’s om ontwikkelingslanden in zowel Azië als Latijns-Amerika te helpen bij de aanpak van arbeids- en milieuproblemen in verantwoorde productieketens.

De EU speelde een sleutelrol in de discussies binnen de Verenigde Naties over aanpassingen van de regels voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en overheden. In januari diende zij bij de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht een voorstel in om een multilaterale rechtbank voor de beslechting van dergelijke geschillen op te zetten, een novum op het vlak van mondiale governance.

In september organiseerde de Europese Commissie een conferentie op hoog niveau in Brussel over de versterking van de positie van vrouwen door middel van handel.

Transparante en inclusieve onderhandelingen

Transparantie en betrokkenheid van het publiek blijven essentiële elementen van het EU-handelsbeleid met het oog op een democratisch proces, het vertrouwen van de burger en de verantwoordingsplicht. Deze drie elementen moeten worden gewaarborgd voor, tijdens en na de onderhandelingen en ook bij de uitvoering van de overeenkomst.

Grafiek van de verbeterde transparantie in de handelsbesprekingen van de Europese Unie sinds 2016

In 2019 vonden 24 bijeenkomsten met het maatschappelijk middenveld plaats (liefdadigheidsinstellingen, burgerorganisaties, ondernemingsgroepen enz.) en 14 officiële vergaderingen met de Commissie internationale handel van het Europees Parlement. Het aantal onderhandelingsvoorstellen nam toe van 11 in 2016 tot 48 in 2017 met een piek van 177 in 2018. In 2019 viel het aantal terug tot 42. Het aantal verslagen van onderhandelingsronden nam gestaag toe van 11 in 2016 tot 16 in 2017, 18 in 2018 en 19 in 2019. Het aantal factsheets steeg sterk, van 6 in 2016 tot 93 in 2017; na een piek van 103 in 2018 viel het aantal in 2019 terug tot 17.

De Commissie publiceerde opnieuw verslagen van onderhandelingsronden, standpuntnota’s en ontwerpteksten van handelsovereenkomsten waarover werd onderhandeld. Ook publiceerde zij haar derde uitgebreide jaarverslag over de uitvoering van de handelsovereenkomsten van de EU. Daardoor konden belanghebbenden, het maatschappelijk middenveld en andere EU-instellingen nagaan hoe de EU haar overeenkomsten in de praktijk uitvoert, en konden lessen worden getrokken voor de lopende en toekomstige handelsbesprekingen.

Een overzicht van de dialoog met het maatschappelijk middenveld over het handelsbeleid van de Europese Unie

De Commissie onderhoudt contacten met 529 geregistreerde maatschappelijke organisaties via een specifiek permanent kader voor dialoog met het maatschappelijk middenveld. In 2019 namen meer dan 1 000 burgers deel aan 24 dialogen met het maatschappelijk middenveld, en Cecilia Malmström, Europees commissaris voor Handel, hield 2 burgerdialogen in de lidstaten.

De deskundigengroep voor handelsovereenkomsten is in 2019 zesmaal bijeengekomen om zich te buigen over kwesties als elektronische handel, de hervorming van de WTO en de uitvoering van handelsovereenkomsten. De groep bestaat uit 28 organisaties die bedrijven, vakbonden, consumenten en milieuorganisaties vertegenwoordigen, en wil de dialoog bevorderen en standpunten van een breed scala van belanghebbenden inventariseren.

De handelsovereenkomst EU-Mercosur

In juni bereikte de EU met de Mercosur-landen Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay een politiek akkoord over een brede handelsovereenkomst.

Een overzicht van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Mercosur

De handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Mercosur is belangrijk aangezien beide partijen duidelijk streven naar open en op regels gebaseerde internationale handel. Dankzij de overeenkomst zal Mercosur invoerrechten afschaffen ter waarde van 4 miljard euro en zullen Mercosur-landen betere toegang krijgen tot de markt van de Europese Unie. Interne economische hervormingen in de Mercosur-landen zullen worden verankerd en ondersteund en tegelijkertijd zullen de strengste normen inzake voedselveiligheid en consumentenbescherming worden toegepast. In de overeenkomst is het recht om milieuregels te baseren op het voorzorgsbeginsel, nadrukkelijk aanwezig en ze bevat juridisch bindende toezeggingen inzake arbeidsrechten en milieubescherming, waaronder de effectieve uitvoering van de Klimaatovereenkomst van Parijs. De handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Mercosur zal meer dan 350 traditionele Europese delicatessen beschermen tegen imitatie en bevat de afschaffing van invoerrechten op producten uit de Europese Unie zoals auto’s (huidig tarief 35 %), farmaceutische producten (tarieven tot 14 %), kleding (35 %), leren schoenen (35 %), wijn (27 %) en chocolade (20 %). Bron: Europese Commissie.

Als onderdeel van de bredere associatieovereenkomst tussen beide blokken zal de nieuwe overeenkomst de nauwe politieke en economische betrekkingen tussen de EU en de Mercosur-landen van een steviger fundament voorzien. Er ontstaat een markt van 780 miljoen mensen. De EU is de grootste handels- en investeringspartner van Mercosur en sluit als eerste een uitgebreid handelsakkoord met dat blok.

Na de inwerkingtreding van de overeenkomst betekent dit concreet: lagere heffingen, meer kansen voor het bedrijfsleven, meer keuze voor de consument, minder bureaucratische rompslomp, meer groei, een sterker concurrentievermogen en nieuwe banen. Ook worden gedeelde waarden, zoals duurzame ontwikkeling, en strenge arbeids- en milieunormen, bevorderd. Daarnaast hebben de EU en Mercosur zich gecommitteerd aan de Klimaatovereenkomst van Parijs.

De economische partnerschapsovereenkomst met Japan

Op 1 februari 2019 is de in juli 2018 ondertekende partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan in werking getreden. Daarmee is er een open handelszone van meer dan 570 miljoen mensen ontstaan. De rechten (jaarlijks 1 miljard euro) die momenteel worden betaald door EU-bedrijven die naar Japan exporteren, zijn vrijwel volledig komen te vervallen. Ook is een aantal reeds lang bestaande belemmeringen van regelgevende aard opgeheven.

Shinzō Abe, premier van Japan, en Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, op het Connectivity Forum EU-Azië, Brussel, België, 27 september 2019.

Shinzō Abe, premier van Japan, en Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, op het Connectivity Forum EU-Azië, Brussel, België, 27 september 2019.

Dankzij de overeenkomst neemt de uitvoer van de EU toe. Daarnaast ontstaan er nieuwe kansen voor Europese bedrijven. Zo wordt het voor hen gemakkelijker om mee te dingen naar aanbestedingen van de Japanse overheid. Voor de consument betekent het meer keuze. Ook draagt de overeenkomst bij aan de gezamenlijke inspanningen van beide partners om vorm te geven aan de mondiale handelsregels. Het is de eerste EU-handelsovereenkomst met een concrete principeafspraak om de Klimaatovereenkomst van Parijs na te leven. In de loop van het jaar heeft de EU verder onderhandeld met Japan over investeringsbescherming en geschillenbeslechting.

Azië en Australazië

Op 30 juni tekenden de EU en Vietnam een vrijhandelsovereenkomst en een investeringsbeschermingsovereenkomst, een mijlpaal in hun partnerschap. Het zijn de meest ambitieuze overeenkomsten ooit tussen de EU en een opkomende economie. Afhankelijk van het ratificatieproces kan de vrijhandelsovereenkomst medio 2020 in werking treden. Een andere vrijhandelsovereenkomst, die tussen de EU en Singapore, is op 21 november in werking getreden.

De overeenkomsten met deze twee landen leiden tot een nog nauwere betrokkenheid van de EU bij de regio. Ook waren er drie onderhandelingsronden over een handelsovereenkomst met Indonesië en drie respectievelijk vier onderhandelingsronden over een handelsovereenkomst met Australië en Nieuw-Zeeland.

Een overzicht van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Vietnam

De Europese Unie en Vietnam ondertekenden op 30 juni 2019 een vrijhandelsovereenkomst en een investeringsbeschermingsovereenkomst. Het gaat om de meest ambitieuze vrijhandelsovereenkomst ooit met een ontwikkelingsland. Dankzij de overeenkomst zal 99 % van de douanerechten tussen de Europese Unie en Vietnam worden afgeschaft. In 2018 bedroeg de handel in goederen tussen de Europese Unie en Vietnam 49 miljard euro. De Europese Unie zal elektrische en hightechgoederen, machines en vliegtuigen uitvoeren en telefoons, schoeisel, rijst en textiel invoeren. In de overeenkomst is ook duurzame ontwikkeling opgenomen, waarbij Vietnam zich ertoe verbindt fundamentele internationale arbeidsnormen toe te passen, de klimaatverandering te bestrijden en de biodiversiteit te beschermen. Bron: Raad van de Europese Unie.

Een overzicht van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Singapore

Singapore is de belangrijkste commerciële partner van de Europese Unie in Zuidoost-Azië. De handels- en investeringsovereenkomsten zullen het ijkpunt vormen voor de samenwerking van de Europese Unie met de andere landen in de regio. De overeenkomsten hebben voornamelijk betrekking op etikettering en veiligheidstests, intellectuele eigendom, hernieuwbare energie, kleinere bedrijven, overheidsopdrachten, milieu en arbeid. Ze zullen bilaterale handel genereren ter waarde van in totaal 58,1 miljard euro en uitvoer door Europese bedrijven ter waarde van 21,1 miljard euro. De Europese Unie zal auto’s en machines uitvoeren en chemische en farmaceutische producten invoeren. De totale waarde van de bilaterale handel in diensten zal 44,4 miljard euro bedragen. Ongeveer 10 000 bedrijven in de Europese Unie gebruiken Singapore reeds als regionale hub. De waarde van de bilaterale investeringen in de Europese Unie liep op tot 255,5 miljard euro in 2016, met een toename van in totaal 25 % aan bilaterale investeringen tussen 2014 en 2015. Andere voordelen van de nieuwe overeenkomst tussen de Europese Unie en Singapore zijn de afschaffing van alle tarieven op uitvoer door de Europese Unie naar Singapore en van de meeste tarieven op uitvoer door Singapore naar de Europese Unie, evenals de afschaffing van non-tarifaire belemmeringen op bijvoorbeeld elektronica, waar Singapore de normen van de Europese Unie zal erkennen. De overeenkomst zal ook bijdragen tot de bescherming van arbeidsrechten en omvat een investeringsbeschermingsovereenkomst voor de hele EU. Bron: Raad van de Europese Unie.

Verenigde Staten

Wat de handel met de Verenigde Staten betreft, bleef de aandacht gericht op het uitwerken van een positieve handelsagenda, op de aanpak van vraagstukken van wederzijds belang en op het voorkomen van handelsgeschillen. Daaraan ten grondslag lag de gezamenlijke verklaring die in 2018 was uitgebracht door Commissievoorzitter Juncker en de Amerikaanse president Trump en die heeft geleid tot de instelling van een uitvoerende werkgroep om het handelsverkeer te vergemakkelijken en een positieve trans-Atlantische handelsagenda uit te werken.

Een kort overzicht van de handel tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten

De Verenigde Staten zijn de grootste uitvoermarkt voor goederen van de Europese Unie. In 2018 vertegenwoordigde deze markt 407 miljard euro of 21 % van de totale goederenuitvoer van de Europese Unie. Bron: Eurostat.

In 2019 richtte de groep zich met name op regelgevingskwesties. In april gaf de Raad de Commissie een mandaat voor onderhandelingen met de Verenigde Staten over industriële heffingen en conformiteitsbeoordelingen.

In juli publiceerde de Commissie een voortgangsverslag over de uitvoering van de gezamenlijke verklaring. De resultaten bleken positief, met name in de sectoren energie, sojabonen, geneesmiddelen, cyberbeveiliging en medische hulpmiddelen. De EU-invoer van vloeibaar aardgas uit de Verenigde Staten bereikte in 2019 het hoogste volume ooit. Dat was goed voor de diversificatie en zekerheid van de energievoorziening in de EU. Voorts is gewerkt aan conformiteitsbeoordelingen, normen voor nieuwe en opkomende technologieën en verdere verbeteringen in bepaalde sectoren. Zolang deze werkzaamheden voortduren, worden er geen nieuwe heffingen ingevoerd, zo is door beide partijen afgesproken.

In juli stemde de EU in met een verhoging van het Amerikaanse aandeel in het EU-invoercontingent voor hormoonvrij rundvlees. De Verenigde Staten zegden op hun beurt toe geen verdere actie tegen de EU te ondernemen in het sectie 301-onderzoek naar EU-maatregelen op het gebied van vlees en vleesproducten. Ook trad een overeenkomst in werking die betrekking had op de wederzijdse erkenning van inspecties van productielocaties voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

China

De top EU-China in april resulteerde in diverse gezamenlijke afspraken. China stemde in met de opheffing van diverse handelsbelemmeringen en zegde toe een overeenkomst te sluiten over de bescherming van geografische aanduidingen (de namen van traditionele Europese levensmiddelen en dranken). Ook legde het zich vast op de afronding in 2020 van de onderhandelingen over investeringen.

Een overzicht van de overeenkomst geografische aanduidingen tussen de Europese Unie en China

De overeenkomst geografische aanduidingen is een belangrijk verdrag tussen de Europese Unie en China. Het is een concreet voorbeeld van samenwerking tussen twee partijen die duidelijk openstaan voor internationale regels als basis voor de handelsbetrekkingen. Honderd geografische aanduidingen uit de Europese Unie worden beschermd in China, en honderd Chinese geografische aanduidingen worden beschermd in de Europese Unie. De lijst met geografische aanduidingen uit de Europese Unie die in China worden beschermd, omvat producten zoals Mozzarella di Bufala Campana, Languedoc, Elia Kalamatas en Münchener Bier. Op de lijst met Chinese producten staan onder andere Wuyuan Lü Cha (Wuyuan groene thee), Chaidamu Gou Qi (Chaidamu-gojibes), Panjin Da Mi (Panjin-rijst) en Wuchuan Yue Bing (Wuchuan-maancake). De Chinese markt telt 1,4 miljard consumenten en is de tweede grootste uitvoerbestemming van agrovoedingsproducten voor de Europese Unie, met een waarde van 13,5 miljard euro tussen november 2018 en oktober 2019. Dit was een stijging van 27,2 % in een jaar tijd. China is een markt met een sterk groeipotentieel voor Europese levensmiddelen, met een groeiende middenklasse met een voorliefde voor typische Europese producten. Het land beschikt zelf ook over een goed opgezet systeem van geografische aanduidingen, die Europese consumenten dankzij deze overeenkomst beter kunnen leren kennen. Na de afronding van de onderhandelingen wordt de overeenkomst nu juridisch getoetst. Voor de Europese Unie zullen het Europees Parlement en de Raad worden gevraagd hun goedkeuring te geven. De overeenkomst zal naar verwachting vóór eind 2020 in werking treden. Vier jaar na inwerkingtreding zal de overeenkomst worden uitgebreid naar 175 extra geografische aanduidingen van beide partijen. Voor deze namen moet dan dezelfde registratieprocedure worden gevolgd als voor de honderd namen die reeds onder de overeenkomst vallen. Bron: Eurostat.

In november werden de onderhandelingen over de bescherming van deze geografische aanduidingen na negen jaar afgesloten. De overeenkomst die is gesloten, biedt na de inwerkingtreding ervan tweehonderd namen een vergaande bescherming. Binnen 4 jaar daarna komen daar nog eens 175 namen bij. China is de op een na grootste EU-afzetmarkt voor agro-voedingsproducten en een groeimarkt voor producten met een speciale geografische aanduiding.

Er waren zes ronden van gesprekken tussen China en de EU over een investeringsovereenkomst en er werd verder gewerkt aan de WTO-hervorming.

Een overzicht van de handel tussen de Europese Unie en China

De Europese Unie is de grootste handelspartner van China en China is de op een na grootste handelspartner van de Europese Unie. De handel in goederen tussen de Europese Unie en China was goed voor 1,7 miljard euro per dag in 2018. In 2018 voerde de Europese Unie voor 211 miljard euro aan goederen uit naar China en voerde zij voor 395 miljard euro aan goederen in. De Europese Unie voerde voor 51 miljard euro aan diensten uit naar China, en China voerde voor 30 miljard euro aan diensten uit naar de Europese Unie. De Europese Unie onderhandelt momenteel met China over een brede investeringsovereenkomst. Die overeenkomst moet leiden tot eerlijkere concurrentieverhoudingen tussen bedrijven en nieuwe marktkansen voor beide partijen. De investeringsovereenkomst moet China er ook toe aanzetten vorderingen te maken met zijn economische hervormingen en meer marktwerking toe te laten. Dit zal ruimte vrijmaken voor bredere handelsambities, als de tijd rijp is. Bron: Eurostat.

Zuidelijke en oostelijke buurlanden

De Associatieovereenkomst EU-Marokko werd gewijzigd om de bevolking van de Westelijke Sahara in de overeenkomst te betrekken. Daarmee is de weg gebaand voor een heropening van de gesprekken over een verdieping van de associatieovereenkomst. In mei werden de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsruimte met Tunesië opgeschort als gevolg van de politieke situatie in het land.

De EU voerde met een aantal landen van de Samenwerkingsraad van de Golf bilaterale besprekingen over handel en investeringen. De verbeterde oorsprongsregeling die met Jordanië was overeengekomen om de werkgelegenheid onder Syrische vluchtelingen te vergroten, trad begin 2019 in werking.

Bij de diepe en brede vrijhandelsruimten met Georgië, Moldavië en Oekraïne was het vizier van de EU gericht op de uitvoering ervan. Ook werd met Oekraïne een akkoord bereikt over een beperking van de pluimvee-uitvoer van dat land naar de EU. Op 6 juli parafeerde de EU een versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Kirgizië, die belangrijke handelshoofdstukken bevat.

Latijns-Amerika

In 2019 werd met Mexico verder toegewerkt naar de ondertekening en sluiting van een gemoderniseerde algemene overeenkomst. Er vonden drie onderhandelingsronden tussen de EU en Chili plaats over de actualisering van hun handelsovereenkomst van 2002. Het doel is een ambitieus, evenwichtig en progressief akkoord dat gericht is op een verdere liberalisering van handel en investeringen, op de bevordering van EU-waarden en op zaken als handel en gender. De genderbepalingen zullen leiden tot een beter inzicht in de beperkingen die vrouwen ondervinden, en in de kansen die er voor hen liggen in de internationale handel, en tot de uitwisseling van informatie over best practices om de participatie van vrouwen te vergemakkelijken.

Een schap met flessen wijn in een supermarkt

Franse wijn in een supermarkt in Mexico-Stad die Europese producten verkoopt. Dankzij de gemoderniseerde algemene overeenkomst tussen de EU en Mexico wordt 99 % van de handel tussen beide partijen geliberaliseerd.

In juni vond in het kader van de uitvoering van handelsovereenkomsten de vijfde bijeenkomst plaats van het associatiecomité EU-Midden-Amerika. In oktober kwam het handelscomité bestaande uit de EU, Colombia, Ecuador en Peru bijeen.

Landen in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan

Economische partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en landen in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan draaien om handel en ontwikkeling. Momenteel zijn 31 van dergelijke overeenkomsten voorlopig van kracht. Ze kunnen worden gezien als bouwstenen voor een toekomstige vrijhandelsruimte tussen de continenten, een van de langetermijndoelen van de nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen, waarmee steun wordt verleend aan de Afrikaanse inspanningen om een vrijhandelsruimte in Afrika tot stand te brengen. In februari sloten de Comoren zich aan bij de overeenkomst voor Oostelijk en Zuidelijk Afrika en in oktober startte de EU met de vijf landen die partij zijn bij de huidige overeenkomst, gesprekken over een verbreding van de overeenkomst, die nu alleen voorziet in verlaagde heffingen. Daarbij is het de bedoeling om andere handels- en investeringsbelemmeringen aan te pakken en nieuwe kansen te creëren. Ook voerde de EU bij de lopende onderhandelingen over een akkoord ter vervanging van de Overeenkomst van Cotonou besprekingen over handel en investeringen.

Hoofdstuk 7

Een op wederzijds vertrouwen gebaseerde ruimte van recht en grondrechten

© Fotolia

Democratie kan alleen functioneren in onze samenleving als we beschikken over onafhankelijke rechtbanken die de grondrechten en burgerlijke vrijheden garanderen, een actief maatschappelijk middenveld en vrije media die pluralisme waarborgen. In 2019 heeft de Commissie een aantal maatregelen genomen om de rechtsstaat in de Europese Unie te versterken door deze beter te ondersteunen, bedreigingen te voorkomen en inbreuken aan te pakken.

De gemoderniseerde EU-wetgeving zorgt voor een betere consumentenbescherming door misleidende marketing-praktijken aan te pakken, een doeltreffende sanctieregeling in te voeren en slachtoffers van oneerlijke praktijken rechtsmiddelen aan te bieden.

Nieuwe beschermings-maatregelen voor klokkenluiders zorgen voor een betere handhaving van het EU-recht om te voorkomen dat inbreuken op dit recht het algemeen belang ernstig schaden. De EU neemt een krachtig standpunt in door degenen die een risico nemen om schendingen van het EU-recht aan het licht te brengen, te beschermen. Door deze regeling worden ook de vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid beschermd, aangezien klokkenluiders cruciale bronnen zijn voor onderzoeksjournalisten.

De verkiezingen voor het Europees Parlement van 2019 kenden de hoogste opkomst (50,7 %) sinds 1994. De lidstaten en de EU-instellingen hebben door een gecoördineerde aanpak, onder meer via het verkiezingspakket van de Commissie, de op een na grootste democratische verkiezingen ter wereld helpen beschermen tegen manipulatie en inmenging.

Versterking van de rechtsstaat

De rechtsstaat is een van de gemeenschappelijke waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest; het handhaven ervan is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle lidstaten en EU-instellingen.

De eerbiediging van de rechtsstaat is van essentieel belang voor de werking van de EU op alle gebieden, variërend van de interne markt tot samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. De rechtsstaat handhaven betekent ook ervoor zorgen dat nationale rechters, die ook EU-rechters zijn, hun rol kunnen vervullen bij de behandeling van kwesties in verband met de toepassing van het EU-recht.

In april is de Commissie begonnen met een inventarisatie van de instrumenten die voorhanden zijn om de rechtsstaat in de Unie te monitoren, te beoordelen en te beschermen. Daarbij werd gekeken naar de ervaringen van de afgelopen jaren en werd opgeroepen tot een breder Europees debat over de vraag hoe de rechtsstaat verder kan worden versterkt. Uit ervaring blijkt dat een betere bevordering van de rechtsstaat, vroegtijdige preventie van risico’s of inbreuken en een doeltreffende reactie daarop nodig zijn.

In juli heeft de Commissie een tweede mededeling goedgekeurd waarin ze haar eigen voorstellen op de drie gebieden (bevordering, preventie en reactie) uiteenzet.

Wat het eerste gebied (bevordering) betreft, zal de Commissie voor een betere communicatie over de rechtsstaat met het grote publiek zorgen, de samenwerking met de Raad van Europa en andere internationale organisaties versterken en financiering verstrekken aan belanghebbenden die een gemeenschappelijke rechtsstatelijke cultuur bevorderen, waaronder het maatschappelijk middenveld.

Wat het tweede gebied (preventie) betreft, zal de Commissie een jaarlijkse evaluatiecyclus van de rechtsstaat opzetten om de situatie in alle lidstaten te volgen. Om dit proces te ondersteunen, zal ze elk jaar een verslag over de rechtsstaat opstellen, het EU-scorebord voor justitie verder ontwikkelen en de dialoog met andere EU-instellingen, de lidstaten en belanghebbenden versterken.

Op het derde gebied (reactie) zal de Commissie een strategische aanpak voor inbreukprocedures volgen, voortbouwend op de zich ontwikkelende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Een overzicht van de werking van het kader voor de rechtsstaat

Het kader voor de rechtsstaat heeft tot doel systemische bedreigingen voor de rechtsstaat aan te pakken door middel van een gefaseerde dialoog tussen de Commissie en de betrokken lidstaten. Het kader werkt als volgt: de Commissie voert een beoordeling uit en brengt vervolgens een advies en een aanbeveling uit, waarna de opvolging van de aanbeveling van de Commissie wordt getoetst. Artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is een uitzonderlijk en uiterst middel om een ernstige schending van de rechtsstaat in een lidstaat te voorkomen of op te lossen. Het mechanisme wordt geactiveerd door het Parlement, de Commissie of een derde van de lidstaten, waarna de Europese Raad een schending van de in artikel 2 neergelegde waarden constateert. Dat besluit maakt vergaande sancties mogelijk, met inbegrip van schorsing van het stemrecht in de Raad. Inbreukprocedures moeten ervoor zorgen dat het Unierecht op nationaal niveau correct wordt uitgevoerd en nageleefd. Een inbreukprocedure is een procedure in drie fasen tussen de Commissie en de lidstaat, waarna de Commissie de zaak kan voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Ze heeft ook gevraagd om snelle goedkeuring van het in de context van het meerjarig financieel kader ingediende voorstel ter bescherming van de EU-begroting wanneer algemene tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat een risico vormen voor de financiële belangen van de EU.

De Commissie heeft verschillende inbreukprocedures met betrekking tot de rechtsstaat gevoerd. Op 24 juni en 5 november 2019 heeft het Hof van Justitie definitief uitspraak gedaan in inbreukprocedures die de Commissie tegen Polen heeft ingeleid. De arresten bevestigen dat de Poolse wetgeving betreffende de verlaging van de pensioenleeftijd van rechters van het Hooggerechtshof en van rechters van gewone rechtbanken in strijd is met het EU-recht inzake de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Bovendien heeft de Commissie op 10 oktober 2019 besloten Polen voor het Hof van Justitie te dagen in het kader van een inbreukprocedure tegen de nieuwe tuchtregeling voor rechters, aangezien die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ondermijnt omdat ze Poolse rechters onvoldoende beschermt tegen politieke controle.

In het kader van het Europees Semester en op basis van een voorstel van de Commissie heeft de Raad landspecifieke aanbevelingen over de werking van het rechtssysteem gericht aan Kroatië, Italië, Cyprus, Hongarije, Malta, Portugal en Slowakije.

Bescherming van rechten en bestrijding van discriminatie

Bescherming van de rechten van personen met een handicap

De Europese toegankelijkheidswet werd in april goedgekeurd en bepaalt dat bepaalde producten en diensten, zoals mobiele telefoons, computers, e-boeken, elektronische handel, vervoerswebsites en bankdiensten voor consumenten, toegankelijk moeten zijn voor personen met een handicap.

Video over de toegankelijkheid van Warschau

In december won Warschau de Access City Award 2020, waarmee steden worden beloond voor hun inzet om toegankelijker te worden.© Europese Unie, 2019

De Commissie heeft in mei de bewustmakingscampagne “Hoe de EU discriminatie op het werk helpt te bestrijden” gelanceerd, om burgers en bedrijven te informeren over hun rechten en plichten.

Bescherming van klokkenluiders

In oktober werden EU-brede normen vastgesteld om klokkenluiders die inbreuken op EU-regels melden, een goede bescherming te bieden. De richtlijn bestrijkt een breed scala van belangrijke gebieden, zoals overheidsopdrachten, veiligheid van producten, levensmiddelen en vervoer, milieubescherming, volksgezondheid, en nucleaire veiligheid. De nieuwe regels voorzien in vertrouwelijke kanalen voor melding van misstanden, zowel bij publieke en private organisaties als bij de overheid, en beschermen werknemers tegen ontslag en andere vormen van vergelding.

Bestrijding van desinformatie, haatmisdrijven en haatzaaien

In januari bleek uit de vierde evaluatie van de EU-gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet, die in 2016 met grote internetbedrijven werd ondertekend, dat het initiatief positieve resultaten blijft opleveren. De bedrijven beoordelen 89 % van de gemelde inhoud binnen 24 uur en verwijderen die in 72 % van de gevallen, tegen respectievelijk 40 % en 28 % in 2016, toen de code werd ingevoerd. Uit de evaluatie is ook gebleken op welke gebieden de feedback aan gebruikers moet worden verbeterd.

In de aanloop naar de Europese verkiezingen heeft de Commissie maandelijkse verslagen van Facebook, Google en Twitter gepubliceerd, waaruit bleek dat enige vooruitgang was geboekt met betrekking tot controle van advertenties, transparantie van politieke reclame, sluiting van nepaccounts en markeringssystemen voor geautomatiseerde bots. De ondertekenaars moeten echter nog meer doen, met name met het oog op de ontwikkeling van instrumenten om de transparantie en betrouwbaarheid te vergroten van websites die advertenties hosten.

Grafiek ter illustratie van het effect van de gedragscode van de Europese Unie op de verwijdering van haatzaaiende uitlatingen op het internet

Bij de eerste meting, in december 2016, bedroeg het percentage meldingen dat binnen de eerste 24 uur is geëvalueerd, 60 % voor YouTube, 50 % voor Facebook en 20 % voor Twitter. Bij de tweede meting, in mei 2017, bedroeg het percentage meldingen dat binnen de eerste 24 uur is geëvalueerd, 40 % voor YouTube, net geen 60 % voor Facebook en net geen 40 % voor Twitter. Bij de derde meting, in december 2017, bedroeg het percentage meldingen dat binnen de eerste 24 uur is geëvalueerd, 60 % voor YouTube, net geen 90 % voor Facebook en 80 % voor Twitter. Bij de vierde meting, in december 2018, bedroeg het percentage meldingen dat binnen de eerste 24 uur is geëvalueerd, 80 % voor YouTube, meer dan 90 % voor Facebook en net geen 90 % voor Twitter. Tijdens deze ronde werden Instagram en Google+ voor het eerst gevolgd; het percentage meldingen dat binnen de eerste 24 uur is geëvalueerd, bedroeg respectievelijk net geen 80 % en 60 %. Het gemiddelde percentage geëvalueerde meldingen is constant toegenomen, van 40 % in december 2016, 50 % in mei 2017 en 80 % in december 2017 tot bijna 90 % in december 2018.

Een overzicht van de gezamenlijke en gecoördineerde maatregelen van de Europese Unie tegen desinformatie

De Europese Unie neemt gezamenlijke en gecoördineerde maatregelen tegen desinformatie. Daarmee is in maart 2015 gestart met het opzetten van de East Stratcom Task Force van de Europese Dienst voor extern optreden, gevolgd door de vaststelling van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen in april 2016. In het voorjaar van 2018 is de mededeling “Bestrijding van onlinedesinformatie: een Europese benadering” bekendgemaakt, gevolgd door een pakket maatregelen voor het garanderen van vrije en eerlijke Europese verkiezingen en een praktijkcode betreffende desinformatie in september 2018 en de oprichting van het “Social Observatory for Disinformation and Social Media Analysis” in november van datzelfde jaar. De daaropvolgende maand is een actieplan tegen desinformatie bekendgemaakt. In januari 2019 vond de oprichtingsvergadering van het Europees netwerk voor electorale samenwerking plaats en tussen januari en mei 2019 hebben onlineplatforms verslag uitgebracht. In maart 2019 vond de Europese Week van de mediageletterdheid plaats en is het systeem voor snelle waarschuwingen opgezet. In mei 2019 heeft de Europese Commissie bijgedragen aan de informele bijeenkomst van de leiders van de 27 lidstaten in Sibiu (alle lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk).

Betere bescherming van persoonsgegevens

In het eerste jaar na de start van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) wilde de Commissie vooral zorgen voor een goede toepassing ervan. De Commissie heeft in een verslag van juli geconcludeerd dat de meeste lidstaten het noodzakelijke rechtskader hadden opgezet, en ze zal controleren hoe ze aan de AVG voldoen en de versnippering van het gegevensbeschermingskader beperken.

Bedrijven ontwikkelen een cultuur van naleving van de regels, terwijl burgers zich meer bewust zijn geworden van het belang van gegevensbescherming en van hun rechten, en maken daar steeds vaker gebruik van. Tegelijkertijd zien we op internationaal niveau dat strenge normen voor gegevensbescherming veld winnen.

Foto van Wojciech Wiewiórowski

Wojciech Wiewiórowski werd in december 2019 benoemd tot Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, voor een mandaat van vijf jaar.

Een voorbeeld van de voordelen van deze wereldwijde convergentie is de regeling voor wederzijdse adequaatheid tussen de EU en Japan, die in februari in werking is getreden en waardoor de grootste ruimte ter wereld van veilige en vrije gegevensstromen wordt gecreëerd. Europeanen gaan profiteren van strenge privacynormen wanneer hun gegevens naar Japan worden doorgegeven, en EU-bedrijven krijgen een bevoorrechte toegang tot de Japanse markt.

De Commissie houdt ook toezicht op de omzetting van de richtlijn gegevensbescherming bij rechtshandhaving in het nationale recht van de lidstaten en heeft naar aanleiding daarvan verscheidene inbreukprocedures tegen lidstaten ingeleid.

Gelijkheid

De in juni aangenomen nieuwe richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven zal de gelijke verdeling van zorgtaken tussen vrouwen en mannen aanmoedigen. Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie.

De Commissie is zich blijven inspannen voor meer bewustzijn omtrent de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI). Het meest recente jaarverslag over de bevordering van de gelijkheid van LHBTI, dat in maart is gepubliceerd, geeft een overzicht van het pakket maatregelen van de Commissie ter bestrijding van discriminatie.

Een gebouw wordt verlicht met de kleuren van de regenboog

Het gebouw van de Europese Dienst voor extern optreden wordt verlicht met de kleuren van de regenboogvlag ter gelegenheid van de Internationale Dag tegen Homofobie, Transfobie en Bifobie, Brussel, België, 16 mei 2019.

De Commissie heeft verder gewerkt aan de ontwikkeling van het EU-kader voor de nationale strategieën voor de integratie van de Roma na 2020. Dit kader is van essentieel belang voor de ontwikkeling van EU- en nationale instrumenten en structuren om de integratie van de Roma te bevorderen.

Burgerschap van de Europese Unie

In januari publiceerde de Commissie een verslag over de “gouden paspoorten”-regelingen, die door bepaalde lidstaten zijn ingevoerd. Door deze burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders kunnen personen de nationaliteit of een verblijfsvergunning van een lidstaat verkrijgen door een investering te doen en zonder een daadwerkelijke band met die lidstaat aan te tonen. Dit heeft gevolgen voor het burgerschap van de EU. In het algemeen maken de lidstaten van het bestaan van een dergelijke band een voorwaarde voor het verkrijgen van de nationaliteit. Op basis daarvan hebben ze namelijk aanvaard dat het EU-burgerschap automatisch toekomt aan eenieder die de nationaliteit van een lidstaat verwerft.

In het verslag van de Commissie wordt gewezen op de risico’s die burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders voor de EU vormen, met name op het gebied van veiligheid, witwaspraktijken, belastingontduiking en corruptie, en wordt de bezorgdheid geuit over het feit dat de door de lidstaten getroffen maatregelen die risico’s niet altijd voldoende beperken. De Commissie heeft een groep van deskundigen uit de lidstaten in het leven geroepen om de risico’s in verband met die regelingen te onderzoeken en zich te buigen over kwesties betreffende transparantie en goede governance, en zal blijven toezien op de overeenstemming van deze regelingen met het EU-recht. Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie.

Als onderdeel van de grote inspanningen om de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2019 te beschermen, heeft de Commissie de lidstaten gesteund bij het opzetten en organiseren van vergaderingen van het Europese samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen. Dit netwerk bestaat uit vertegenwoordigers van de verkiezingsautoriteiten van de lidstaten en zorgt voor informatie-uitwisseling over kwesties die relevant zijn voor vrije en eerlijke verkiezingen, waaronder gegevensbescherming, cyberbeveiliging, transparantie en bewustmaking. Het netwerk zal potentiële risico’s blijven aanpakken, oplossingen blijven zoeken en blijven bijdragen tot de totstandbrenging van robuuste electorale en democratische systemen in de hele EU.

Een overzicht van de strengere beveiligingsmaatregelen voor identiteitskaarten en de voordelen daarvan

Om beter beveiligd te zijn, moeten nationale identiteitskaarten zijn voorzien van een contactloze chip en vervaardigd uit stevig plastic in plaats van papier. De zeer beveiligde chip moet een gezichtsopname en twee vingerafdrukken bevatten; dit is de meest betrouwbare manier om de identiteit van een persoon en de authenticiteit van het reisdocument te verifiëren. Burgers zullen beter worden beschermd tegen vervalsing, kopiëren, fraude en misbruik van documenten. Eenvoudigere controles zullen leiden tot snellere en efficiëntere grenscontroles, bijvoorbeeld op luchthavens. Nieuwe identiteitskaarten zullen maximaal 10 jaar geldig zijn met het oog op eventuele wijzigingen in gezichtsopnamen en toekomstige ontwikkelingen op het gebied van beveiliging. Identiteitskaarten die worden afgegeven aan personen van 70 jaar of ouder kunnen meer dan 10 jaar geldig zijn. Oude en onvoldoende beveiligde identiteitskaarten die momenteel in gebruik zijn, moeten worden vervangen.

Om de uitoefening van het recht van vrij verkeer en verblijf in de EU te vergemakkelijken, heeft de EU in juni een verordening aangenomen inzake de beveiliging van identiteitskaarten en verblijfsdocumenten. De nieuwe regels stellen gemeenschappelijke minimumnormen vast voor identiteitskaarten van EU-burgers en verblijfskaarten van familieleden van buiten de EU, alsook minimale informatie die verblijfsdocumenten van EU-burgers moeten bevatten. Dit zal deze documenten veiliger en betrouwbaarder maken en zal het vertrouwen hierin en de acceptatie ervan vergroten, waardoor burgers gemakkelijker in de hele EU kunnen reizen, de belemmeringen voor het vrij verkeer van personen worden beperkt, en mazen worden gedicht die terroristen en andere criminelen zouden kunnen misbruiken.

Met het oog op de versterking van het recht van EU-burgers op consulaire bescherming in landen buiten de EU waar hun eigen lidstaat niet is vertegenwoordigd, zijn nieuwe regels vastgesteld om een modern EU-noodreisdocument te creëren. Deze regels zullen ervoor zorgen dat EU-burgers dit veilige en algemeen aanvaarde document snel van om het even welke lidstaat kunnen ontvangen, zodat ze veilig naar huis kunnen terugkeren.

Bescherming van de consument

In juli stelde de Commissie richtsnoeren vast voor de toepassing van de richtlijn oneerlijke bedingen, om het bewustzijn te vergroten omtrent de bescherming tegen oneerlijke voorwaarden in consumentenovereenkomsten, zoals ongegronde beperkingen van wettelijke rechten van consumenten en eenzijdige wijzigingen.

In november werd de richtlijn betreffende een betere handhaving en modernisering van de Europese regels voor consumentenbescherming goedgekeurd als onderdeel van de in april 2018 door de Commissie voorgestelde new deal voor consumenten. Ze stemt de consumentenrechten af op nieuwe technologieën, door belangrijke nieuwe onlinevereisten in te voeren. Het gaat onder meer om het verbieden van verborgen reclame in zoekresultaten en valse consumentenbeoordelingen, het verstrekken van informatie over de identiteit van de tegenpartij op onlineplatforms (particuliere consument of professionele detailhandelaar), en het verstrekken van informatie over de parameters die worden gebruikt bij de ranking en de personalisering van prijzen via geautomatiseerde besluitvorming.

De nieuwe regels bevatten ook afschrikkende geldboeten voor “wijdverbreide inbreuken” op consumentenrechten die het voorwerp zijn van gecoördineerde acties in het kader van de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming. Over een afzonderlijk voorstel voor een Europees systeem voor collectief verhaal ingeval groepen consumenten schade hebben geleden, wordt nog onderhandeld tussen het Parlement en de Raad.

Na onderhandelingen met de Commissie en de nationale consumentenbeschermingsautoriteiten heeft het platform Airbnb zijn verkooppraktijken en voorwaarden volledig in overeenstemming gebracht met de EU-regels voor consumentenbescherming. Zo wordt nu bijvoorbeeld duidelijk op de resultatenpagina’s weergegeven wat de uiteindelijke prijs is en of een goed door een particulier dan wel door een bedrijf wordt aangeboden.

Naar aanleiding van een oproep van de Commissie en de consumentenautoriteiten van de EU zijn vijf leidende ondernemingen in de sector, Avis, Europcar, Enterprise, Hertz en Sixt, de huurprijzen van

auto’s anders gaan presenteren. De prijzen worden daardoor volledig transparant voor de consument.

In de nasleep van het schandaal met Cambridge Analytica en na een lange dialoog met de Commissie en de consumentenautoriteiten van de EU heeft Facebook zijn gebruiksvoorwaarden gewijzigd. Nu wordt duidelijker uitgelegd hoe het bedrijf de gegevens van zijn gebruikers als inkomstenbron gebruikt door profilering en gerichte reclame en hoe het bedrijf zijn verantwoordelijkheid erkent in geval van nalatigheid.

De EU vergemakkelijkt online winkelen door consumenten in staat te stellen geïnformeerde beslissingen te nemen en op een veilige manier goederen of diensten aan te schaffen. De bewustmakingscampagne #YourEURight werd in 2019 gelanceerd om consumenten eraan te herinneren dat ze aanzienlijke rechten hebben wanneer ze aankopen doen bij een onlinewinkel die aan Europese consumenten verkoopt.

Er zijn nieuwe regels vastgesteld om opzettelijke kwaliteitsverschillen bij consumentenproducten aan te pakken. Daarnaast probeert de Commissie te verduidelijken wanneer de verkoop van producten van verschillende kwaliteit (producten die in heel Europa worden verkocht met verschillende samenstellingen in identieke of soortgelijke verpakkingen) een illegale handelspraktijk is, en werkt ze aan een gemeenschappelijke methode hiervoor. Ze heeft ook de resultaten gepubliceerd van een EU-brede testcampagne van juni 2019 waarbij verschillende levensmiddelen uit verschillende lidstaten werden vergeleken. Hieruit bleek dat bijna een derde van de geteste levensmiddelen een identieke of soortgelijke aanbiedingsvorm had, maar een andere samenstelling. Er kon echter geen specifiek geografisch patroon worden vastgesteld. De resultaten leiden niet tot een conclusie over de vraag of de verschillen van invloed zijn op de kwaliteit en of ze verband houden met een misleidende praktijk in individuele gevallen.

Na de goedkeuring van richtsnoeren om de nationale autoriteiten te helpen de EU-wetgeving inzake consumenten en levensmiddelen toe te passen, heeft de Commissie meer dan 4,5 miljoen euro uitgetrokken om kwaliteitsverschillen bij levensmiddelen te beperken en consumentenorganisaties te versterken. Bovendien is in april de richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen in werking getreden.

In juni heeft de Commissie het eindverslag van het Forum op hoog niveau voor een beter werkende voedselvoorzieningsketen gepubliceerd, dat aanbevelingen bevat over eerlijke en efficiënte handels­praktijken en transparantie. In het verslag wordt ook gewezen op problemen met geografische leveringsbeperkingen die detailhandelaren beletten hun producten te betrekken waar ze dat willen. De Commissie heeft ook een project opgezet om de consument meer bewust te maken van de verdeling van de betaalde prijs onder de schakels van de voedselvoorzieningsketen.

Civiel recht

In juni heeft de Raad ook een herziening van de verordening Brussel II bis aangenomen, ter verbetering van de wettelijke voorschriften ter bescherming van kinderen in grensoverschrijdende geschillen over ouderlijke verantwoordelijkheid, zoals die betreffende voogdij, omgangsrecht en ontvoering van kinderen. De nieuwe regels zullen de justitiële samenwerking sneller en efficiënter laten verlopen, en stellen de belangen van het kind voorop.

Ondernemingsrecht

In juni werden ook nieuwe EU-regels vastgesteld om het voor ondernemers gemakkelijker te maken hun bedrijven online en over de grenzen heen te registreren, nieuwe bijkantoren op te zetten en documenten in te dienen bij een handelsregister. In november werd een aanvullende reeks ondernemingsrechtelijke EU-regels vastgesteld ter bevordering van grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen van ondernemingen, en daarbij werd er tegelijkertijd gezorgd voor een betere bescherming van de rechten van werknemers, minderheidsaandeelhouders en crediteuren. De nieuwe regels bieden rechtszekerheid, besparen geld, verminderen de administratieve lasten en geven de nodige bevoegdheden om misbruik tegen te gaan.

De in november aangenomen nieuwe regels over het bestuur van beleggingsondernemingen en de beloning van hun bestuurders zijn afgestemd op de omvang, risico’s en activiteiten van de beleggingsondernemingen, waarbij wordt gezorgd voor passend toezicht op alle grote instellingen die een systeemrisico kunnen opleveren. In mei werden de regels voor het bestuur van banken en de beloning van hun bestuurders geactualiseerd. Ze hebben met name de bevoegdheden van de autoriteiten versterkt om leden van bestuursorganen van banken te ontslaan, als er een vermoeden bestaat dat ze betrokken zijn bij witwaspraktijken of bij de financiering van terrorisme.

Bestrijding van terrorisme en witwaspraktijken

In 2019 heeft de Commissie haar financiële, operationele en politieke steun aan de lidstaten opgevoerd om de realisatie van de veiligheidsunie te versnellen. Aan het eind van het jaar waren 16 van de 22 wetsvoorstellen over de veiligheidsunie aangenomen. De EU heeft het voortouw genomen bij de aanpak van terroristische online-inhoud, met een voorstel voor een verordening op grond waarvan internetplatforms worden verplicht terroristische inhoud te verwijderen binnen één uur na ontvangst van een verwijderingsbevel. Het Europees Parlement en de Raad hebben veel vooruitgang geboekt met het voorstel van de Commissie en de werkzaamheden zullen in het eerste kwartaal van 2020 worden voortgezet.

Tegelijkertijd hebben de Commissie, de ministers van Binnenlandse Zaken van de lidstaten en de vertegenwoordigers van de particuliere sector in het kader van het wereldwijde antwoord op de “Christchurch Call for Action” een EU-crisisprotocol onderschreven, om de virale verspreiding van terroristische of gewelddadige extremistische inhoud op internet tegen te gaan. De uitvoering van maatregelen in het kader van het actieplan van 2017 inzake de bescherming van openbare ruimten, onder meer tegen terroristische bedreigingen, werd voortgezet.

De EU is cruciaal werk blijven verrichten om terroristen de middelen te ontnemen om hun daden te plegen. Ze heeft de geactualiseerde regels vastgesteld voor het op de markt brengen van en de toegang tot chemische stoffen die als bestanddelen voor zelfgemaakte explosieven kunnen worden gebruikt, en nieuwe maatregelen genomen om terrorismefinanciering aan te pakken. De EU is internationaal blijven samenwerken, onder meer door met Australië en de Verenigde Staten persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) uit te wisselen, aan de afronding van een nieuwe ontwerpovereenkomst met Canada te werken en het VN-kader inzake samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding te ondertekenen.

Aan het eind van het jaar heeft de Commissie voorgesteld onderhandelingen te openen met Japan over de uitwisseling van PNR-gegevens, en met Nieuw-Zeeland over de uitwisseling van persoonsgegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden met het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol). De Commissie heeft ook haar goedkeuring gehecht aan bilaterale regelingen met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo), Montenegro, Noord-Macedonië en Servië voor de uitvoering van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding in de Westelijke Balkan.

De EU heeft een aantal maatregelen vastgesteld om witwaspraktijken en terrorismefinanciering te bestrijden. In 2019 werd de toezichthoudende rol van de Europese Bankautoriteit versterkt. Er komen uniforme regels voor de hele EU om de autoriteiten van de lidstaten in staat te stellen toegang te krijgen tot nationale centrale registers van bankrekeningen of systemen voor gegevensontsluiting, en om de samenwerking tussen de autoriteiten te verbeteren. Daarnaast werd in vier verslagen van de Commissie benadrukt dat de vierde en vijfde antiwitwasrichtlijn volledig en correct ten uitvoer moeten worden gelegd. In december heeft de Raad conclusies aangenomen over de strategische prioriteiten inzake de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering. De tekst is ambitieus wat betreft de behoefte aan meer gedetailleerde regels en de toewijzing van bepaalde taken aan EU-organen.

Intensievere bestrijding van criminaliteit

De Raad heeft de Commissie gemachtigd om namens de EU te onderhandelen over een overeenkomst met de Verenigde Staten over grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken en om deel te nemen aan de onderhandelingen over een tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake cybercriminaliteit.

In 2019 heeft de Commissie gewerkt aan de oprichting van het Europees Openbaar Ministerie, dat eind 2020 operationeel moet worden. Het Parlement en de Raad hebben Laura Codruţa Kövesi tot eerste Europees hoofdaanklager benoemd.

De EU heeft maatregelen genomen om de illegale handel in cultuurgoederen te voorkomen. De in april aangenomen verordening betreffende het binnenbrengen en invoeren van dergelijke goederen in de EU moet een einde maken aan de illegale handel, waarvan de opbrengsten vaak dienen voor terrorisme en andere criminele activiteiten.

Een sterker Europees systeem voor de bestrijding van natuurrampen

Achter een reddingsboot wordt een reddingswerker uit zee getild door een helikopter

Operatie Shark Bait: livedemonstratie van een reddingsmissie van de EU met gebruikmaking van satellietgegevens van Galileo, Oostende, België, 26 september 2019.

Rampen zijn in heel Europa steeds frequenter en komen vaker gelijktijdig voor, waardoor het voor de lidstaten moeilijker is elkaar bij natuurrampen te helpen. Daarom heeft de EU rescEU opgericht om het bestaande EU-mechanisme voor civiele bescherming te versterken. In 2019 werkt de Commissie verder aan de operationalisering van rescEU. De voorlopige rescEU-vloot bleek in augustus 2019 van cruciaal belang voor de bestrijding van de bosbranden in Griekenland.

Een overzicht van de middelen in de initiële rescEU-vloot

De initiële rescEU-vloot (een Europese reserve van noodcapaciteit) is samengesteld uit middelen uit Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië en Zweden en omvat negen blusvliegtuigen en zes blushelikopters.

Hoofdstuk 8

Naar een nieuw migratiebeleid

© Fotolia

De EU is in 2019 doorgegaan met de uitvoering van de Europese migratieagenda, die een alomvattende en humane aanpak van migratiebeheer inhoudt. Sinds 2015 konden door de hervestigingsregelingen met financiële steun van de EU meer dan 67 000 kwetsbare vluchtelingen legaal en veilig naar Europa komen, en zijn samen met een aantal belangstellende lidstaten diverse innovatieve proefprojecten uitgevoerd om arbeidsmigratie uit partnerlanden in Afrika mogelijk te maken.

Samen met de partnerlanden zijn de werkzaamheden om irreguliere migratie te voorkomen, voortgezet: smokkelnetwerken in de Sahel werden bestreden en relatief meer personen zonder verblijfsrecht in de EU zijn daadwerkelijk teruggekeerd. Dit werd mogelijk gemaakt door formele overnameovereenkomsten of praktische regelingen inzake terugkeer en overname met 23 landen.

Het aantal irreguliere grensoverschrijdingen tot het einde van het jaar was 92 % minder dan in het piekjaar 2015. De EU heeft blijk gegeven van haar solidariteit door vanaf 2015 voor meer dan 12 miljard euro aan bijstand te verstrekken aan kwetsbare vluchtelingen en migranten in de aangrenzende landen en partnerlanden. Daarnaast is bijna 11,3 miljard euro verstrekt aan lidstaten voor een beter beheer van migratie en grenzen.

2019 was een mijlpaal voor het Europees grensbeheer; zo werden de nieuwe regels ter versterking van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in december van kracht. De ambitieuze nieuwe verordening voorziet in een permanent korps van 10 000 operationele personeelsleden, dat de beschikking krijgt over uitvoerende bevoegdheden en eigen uitrusting om waar nodig op te treden aan de buitengrenzen van de EU, alsmede op verzoek van landen die niet aan de EU grenzen.

De Europese migratieagenda

In september 2017 zijn de lidstaten de tot dusver omvangrijkste collectieve verbintenis op het gebied van hervestiging aangegaan: ze hebben toegezegd meer dan 50 000 mensen die internationale bescherming nodig hebben, te zullen hervestigen. In 2019 is de Commissie de lidstaten blijven helpen om hun toezeggingen na te komen. Aangezien de behoeften wereldwijd groot blijven, zijn verdere Europese inspanningen van cruciaal belang. Tot december zijn 43 800 personen hervestigd via de regeling, dat wil zeggen ruim 87 % van het totale aantal dat de lidstaten hadden toegezegd.

Video over het optreden van de Europese Unie op het gebied van migratie

Het continent van solidariteit: video bij het voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda.© Europese Unie, 2019

Een overzicht van de resultaten van de hervestigingsprogramma’s van de Europese Unie

Sinds 2015 hebben meer dan 67 000 van de meest kwetsbare mensen die internationale bescherming nodig hebben, onderdak gevonden in de Europese Unie dankzij twee geslaagde hervestigingsprogramma’s van de Unie. Lidstaten die via deze programma’s personen hervestigen die internationale bescherming nodig hebben, krijgen financiële steun uit de begroting van de Europese Unie. In de lopende hervestigingsregeling van de Europese Unie (2017-2019) is deze bijdrage vastgesteld op 10 000 euro per hervestigde persoon.

Grensbeheer

In december zijn nieuwe regels van kracht geworden die het beheer van de buitengrenzen van de EU aanscherpen en het Europees Grens- en kustwachtagentschap in staat stellen een permanent korps van 10 000 operationele personeelsleden op te zetten.

Leden van het permanente korps krijgen uitvoerende bevoegdheden en zullen kunnen beschikken over hun eigen uitrusting voor interventies, waar die nodig zijn, aan de buitengrenzen van de EU en ook in landen buiten de EU die bereid zijn om grens- en kustwachtteams op hun grondgebied toe te laten. De lidstaten (en de betrokken niet-EU-landen) behouden hun soevereiniteit en blijven altijd verantwoordelijk voor de operaties aan hun grenzen en voor hun terugkeerprocedures. Er worden veertig grondrechtenfunctionarissen benoemd, die ervoor moeten zorgen dat de leden van het permanente korps de rechten eerbiedigen van personen uit niet-EU-landen die (al dan niet op reguliere wijze) de buitengrenzen overschrijden of ten aanzien van wie een terugkeeroperatie wordt uitgevoerd.

De Commissie heeft na onderhandelingen met vijf landen op de Westelijke Balkan statusovereenkomsten gesloten, waardoor in die landen Europese grens- en kustwachtteams kunnen worden ingezet. De overeenkomst met Albanië is op 1 mei 2019 in werking getreden, waardoor drie weken later operationele teams konden worden ingezet. De Commissie en het Finse voorzitterschap van de Raad hebben op 7 oktober een statusovereenkomst met Montenegro ondertekend en op 19 november een met Servië. Dergelijke overeenkomsten met Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië zijn in voorbereiding.

Informatiesystemen voor veiligheid, migratie en grensbeheer

In juni is nieuwe Europese wetgeving in werking getreden die het mogelijk maakt dat gegevens worden uitgewisseld en informatie wordt gedeeld door diverse informatiesystemen ter ondersteuning van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder controles aan de binnengrenzen. Wanneer dit gekoppelde platform is opgezet (naar verwachting in 2023), kunnen de autoriteiten voor grens- en migratiebeheer, visumafgifte en justitie en politie op één scherm identiteitsgegevens vergelijken met de gegevens in alle relevante EU-informatiesystemen en onmiddellijk signaleren wanneer iemand meerdere identiteiten probeert te gebruiken.

Figuur ter illustratie van de hogere toewijzing van middelen en personeel aan het Grensagentschap van de Europese Unie door de jaren heen

Dankzij de opschaling van het Europees Grens- en kustwachtagentschap is het aantal Europese grenswachters verhoogd van minder dan 300 in 2014 tot de huidige 1 300. Daarnaast bestaat er sinds 2019 een reservepool van 1 500 grenswachters. Sinds 2006 wordt er gestaag meer geïnvesteerd in grensbeheer, met 2,4 miljard euro tussen 2006 en 2013 en 5,6 miljard euro tussen 2014 en 2020. De goedgekeurde begroting voor de periode 2021-2027 wijst op een aanzienlijke verhoging van de investeringen tot 21,3 miljard euro. Bron: Europese Commissie.

De werking het inreis-uitreissysteem uitgelegd

De Commissie heeft voorgesteld een inreis-uitreissysteem op te zetten om bij te dragen aan de modernisering van het beheer van de buitengrenzen door middel van betere en efficiëntere controles aan de buitengrenzen van het Schengengebied. Het systeem zal de lidstaten helpen bij het verwerken van de steeds grotere aantallen mensen die naar de Europese Unie reizen, zonder dat daar meer grenswachters voor nodig zijn. Het zal de interne veiligheid en de strijd tegen terrorisme en zware criminaliteit versterken en het systematisch in kaart brengen van personen die hun toegestane verblijfsduur in het Schengengebied overschrijden, mogelijk maken.

De werkzaamheden voor de invoering van het inreis-uitreissysteem en het Europees systeem voor reis­informatie en -autorisatie (Etias) zijn voortgezet. Het eerste systeem vervangt de huidige methode, waarbij paspoorten handmatig worden afgestempeld, door elektronische registratie van identiteits- en reisdocumentgegevens en van de plaats en datum van in- en uitreis. Dat zal ertoe bijdragen dat onderdanen van derde landen niet langer blijven dan toegestaan. Het verbetert de kwaliteit en de efficiëntie van de controles aan de buitengrenzen en helpt de lidstaten het toenemende aantal reizigers het hoofd te bieden. Dankzij het Etias beschikken de nationale autoriteiten al voordat personen die visumvrij naar de EU kunnen reizen aan de buitengrenzen aankomen, over meer informatie over mogelijke risico’s wat betreft veiligheid of irreguliere immigratie. Indien nodig kan dan de reisautorisatie worden geweigerd.

Video over de Europese Grens- en kustwacht

Versterking van de Europese grens- en kustwacht. © Europese Unie, 2019

Migratiebeheer en levens redden op zee

De gezamenlijke operaties en de maritieme missies van de EU hebben bijgedragen tot de redding van meer dan 760 000 mensen op zee en steun geboden aan de lidstaten die nieuwkomers uit het Middellandse Zeegebied opvangen.

De in het EU-actieplan tegen migrantensmokkel van 2015 aangekondigde herziening van de verordening over netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen is in augustus van kracht geworden. Deze zal zorgen voor betere samenwerking en coördinatie tussen de immigratieverbindingsfunctionarissen die de lidstaten, de Commissie en de EU-agentschappen inzetten in niet-EU-landen om irreguliere immigratie en daarmee verband houdende grensoverschrijdende criminaliteit doeltreffender te voorkomen en te bestrijden.

Grafiek van de stijging en daling van irreguliere grensoverschrijdingen in het Middellandse Zeegebied sinds 2014

Tussen 2014 en 2019 fluctueerde het aantal irreguliere grensoverschrijdingen op de drie belangrijkste migratieroutes, namelijk het Oostelijk Middellandse Zeegebied, het Centraal Middellandse Zeegebied en het Westelijk Middellandse Zeegebied, maar bleef meestal onder 50 000 aankomsten per maand. In het Oostelijk Middellandse Zeegebied wordt systematisch het grootste aantal grensoverschrijdingen vastgesteld, gevolgd door het Centraal Middellandse Zeegebied en het Westelijk Middellandse Zeegebied. Tussen begin 2015 en begin 2016 werden er meer grensoverschrijdingen geregistreerd: het aantal oversteken via het Oostelijk Middellandse Zeegebied steeg tot ver boven het gemiddelde met een piek van 200 000 per maand in oktober 2015. Zo werden er alleen al op 20 oktober van dat jaar 10 000 aankomsten geregistreerd. Sindsdien is het aantal irreguliere grensoverschrijdingen op de drie belangrijkste routes teruggevallen tot de aantallen van vóór 2014, namelijk veel minder dan 50 000 aankomsten per maand. Bron: Voortgangsverslag over de uitvoering van de Europese migratieagenda, COM(2019) 481 final van 16 oktober 2019. Gegevensbron: Europees Grens- en kustwachtagentschap.

De Commissie heeft ook het afgelopen jaar bijgedragen aan de inspanningen om te voorkomen dat migranten in spe irreguliere migratieroutes naar de EU kiezen en hun leven in gevaar brengen door zich met smokkelaars in te laten. Zij heeft financiering verstrekt voor acht informatie- en bewustmakingscampagnes die rechtstreeks gericht waren op de gemeenschappen in niet-EU-landen waar migranten in spe vandaan komen, en op de diaspora in Europa, door objectieve informatie te verstrekken die migranten in staat stelt met kennis van zaken beslissingen te nemen. De Commissie heeft daarnaast de financiering voor gemeenschappelijke operationele partnerschappen (inclusief gemeenschappelijke onderzoeksteams) verhoogd tot 22,5 miljoen euro. Deze partnerschappen tussen lidstaten en rechtshandhavingsinstanties in derde landen bestrijden migrantensmokkelaars in West- en Noord-Afrika.

Tijdelijke regelingen

De ontschepingsoperaties in het centrale Middellandse Zeegebied hebben duidelijk aangetoond dat er behoefte is aan gemeenschappelijke Europese oplossingen op basis van solidariteit, verantwoordelijkheid en eerbiediging van de grondrechten. De Commissie heeft actief steun verleend aan de sluiting van tijdelijke regelingen tussen lidstaten die ontscheping na opsporings- en reddingsacties in het Middellandse Zeegebied faciliteren, in afwachting van een akkoord over een houdbaar systeem voor de lange termijn in het kader van de hervorming van het Europese asielstelsel. De Commissie heeft in 2019 met de steun van de EU-agentschappen en op verzoek van de lidstaten ook vrijwillige herplaatsing gecoördineerd. In dat verband zijn 1 608 personen herplaatst.

Terugkeer en overname

Het Europees Parlement en de Raad hebben verder onderhandeld over het voorstel van de Commissie uit 2018 om de terugkeerrichtlijn te versterken. De wijzigingen van de gemeenschappelijke terugkeerregels van de EU betreffen onder meer vereenvoudiging van de terugkeer van personen aan wie asiel wordt geweigerd tijdens de grensprocedures, invoering van duidelijkere en snellere procedures voor de uitvaardiging van terugkeerbesluiten en een verplichting om onmiddellijk na een besluit tot beëindiging van legaal verblijf een terugkeerbesluit uit te vaardigen.

De mogelijkheden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap om assistentie te verlenen bij terugkeer, zijn in december versterkt door de inwerkingtreding van een nieuwe verordening. Daardoor kan het Agentschap proactiever optreden om lidstaten te assisteren op basis van hun behoeften en om het toepassingsgebied van de mogelijke assistentie voor alle fasen van de terugkeerprocedure uit te breiden.

De Europese Unie heeft 23 overnameakkoorden gesloten met landen buiten de EU. In 2019 zijn de werkzaamheden op dit gebied voortgezet: er lopen onderhandelingen over overeenkomsten of ruimere samenwerkingskaders op migratiegebied met nog eens zes andere landen.

Bescherming van mensen in nood

Hervorming van het asielstelsel

Ondanks intensieve inspanningen van het Roemeense en het Finse voorzitterschap van de Raad zijn de lidstaten niet tot een consensus gekomen en is nog steeds geen vooruitgang geboekt met de voorstellen tot hervorming van het asielbeleid van de EU. Vicevoorzitter Margaritis Schinas en commissaris Ylva Johansson zijn meteen na hun aantreden in december aan een rondgang langs de regeringen van de lidstaten begonnen om de standpunten te peilen. Zij bezochten Denemarken, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Italië en Hongarije. Beiden hebben ook deelgenomen aan een gestructureerd debat met het Europees Parlement. Deze raadpleging is een belangrijk onderdeel van het streven van voorzitter Von der Leyen naar een oplossing voor het migratievraagstuk, en is ook van belang voor de vormgeving van het nieuwe pact inzake migratie en asiel, dat in 2020 zal worden voorgesteld.

Hotspots en steun voor Griekenland, Cyprus, Malta, Italië en Spanje

Sinds 2015 heeft de Commissie voor 2,2 miljard euro financiële steun verstrekt om de Griekse autoriteiten, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) bij te staan op het gebied van migratiebeheer. Deze steun is verleend in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het Fonds voor interne veiligheid (ISF) en het instrument voor noodhulp. Daarnaast verleent de Commissie nog steeds structurele ondersteuning aan de Griekse autoriteiten door middel van permanente aanwezigheid op de Egeïsche eilanden.

Sinds september 2019 is de Commissie permanent aanwezig in Cyprus om de Cyprische autoriteiten te helpen bij het efficiënt beheren van de migratie. Het land heeft sinds 2014 103,5 miljoen euro aan EU-financiering ontvangen. Van 2014 tot eind 2019 is aan Malta voor in totaal 112,85 miljoen euro EU-steun verstrekt via het AMIF en het ISF.

Het totaalbedrag aan noodhulp voor Italië staat door de 59,4 miljoen euro die in 2019 is toegewezen, nu op 285,2 miljoen euro. Daarnaast is aan Italië van 2014 tot 2020 737,4 miljoen euro aan EU-steun verleend in het kader van de nationale programma’s voor het AMIF en het ISF.

De Commissie is Spanje blijven steunen door sinds 2018 meer dan 52 miljoen euro aan noodhulp toe te kennen voor het verlenen van hulp aan migranten, het opzetten van lokale registratie- en vooropvangcentra en het inzetten van extra personeel van de Guardia Civil.

Migranten die aankomen in hotspots in Griekenland en Italië en in registratiecentra aan de zuidkust van Spanje, worden correct geregistreerd en geïdentificeerd en er worden vingerafdrukken genomen.

Financiële ondersteuning voor een doeltreffend migratiebeheer

De EU steunt de nationale inspanningen voor een beter migratie- en grensbeheer met aanzienlijke financiering via de nationale actieprogramma’s die door de lidstaten worden beheerd. In 2019 heeft zij 467 miljoen euro verstrekt via het AMIF, 442,7 miljoen euro via het ISF (Grenzen en visa) en 92,7 miljoen euro via het ISF (Politie).

Een overzicht van de fondsen voor migratiebeheer

Het Fonds voor asiel, migratie en integratie ondersteunt de lidstaten bij het beheer van de migratiestromen, onder meer op het gebied van asiel, integratie, legale migratie en terugkeer. Het Fonds voor interne veiligheid ondersteunt de lidstaten bij hun inspanningen om de veiligheid van de burgers beter te beschermen en de buitengrenzen van de Europese Unie beter te beschermen en beheren. Het bestaat uit twee instrumenten: het Fonds voor interne veiligheid — Grenzen en visa, en het Fonds voor interne veiligheid — Politie. Copyright: Europese Unie.

Verklaring EU–Turkije

De verklaring EU–Turkije biedt nog steeds alternatieven voor gevaarlijke routes en bevordert dat levens worden gered in het Egeïsche Zeegebied. In 2019 kwamen ongeveer 60 000 irreguliere migranten vanuit Turkije over zee in Griekenland aan, aanzienlijk minder dan vóór de verklaring (d.w.z. vóór oktober 2015). Lidstaten hebben voor Syrische vluchtelingen in Turkije georganiseerde, veilige en legale routes naar Europa opengesteld en in dat verband zo’n 25 700 personen hervestigd (tot eind 2019). Via het programma voor begeleide vrijwillige terugkeer en re-integratie zijn in 2019 vanuit Griekenland 3 854 personen (3 260 vanaf het vasteland en 594 vanaf de eilanden) vrijwillig teruggekeerd naar landen buiten de EU. Sinds 2016 zijn 17 900 migranten met steun van het programma vrijwillig uit Griekenland teruggekeerd (zowel van de eilanden als het vasteland).

Tegelijkertijd is de EU Turkije blijven steunen bij zijn inspanningen om vluchtelingen te huisvesten. In de periode 2016-2019 is daarvoor via de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije 6 miljard euro uitgetrokken.

Eind 2019 was het gehele budget aan activiteiten toegewezen. Van de 4,7 miljard euro waarvoor contracten waren gesloten, was 3,2 miljard euro uitbetaald. Meer dan 1,7 miljoen vluchtelingen krijgen nog steeds een maandelijkse uitkering in geld via het sociale vangnet voor noodgevallen om hen te helpen in hun basisbehoeften te voorzien. Meer dan 500 000 vluchtelingenkinderen hebben toegang tot onderwijs.

Een oudere man in gesprek met een hulpverlener

Een Syrische vluchteling uit Raqqa, die EU-steun krijgt via het sociaal vangnet voor noodgevallen, praat met een medewerker van het Wereldvoedselprogramma in zijn verblijfplaats, Ankara, Turkije, 24 september 2019.

Meer veilige, ordelijke en legale mogelijkheden om naar Europa te komen

Visumbeleid

De EU is haar visumbeleid voor personen uit landen buiten de EU die naar het Schengengebied reizen, blijven actualiseren en stroomlijnen. De herziene Visumcode, die in februari 2020 van kracht wordt, vermindert administratieve formaliteiten en vereenvoudigt de visumprocedures voor bonafide reizigers die korte tijd verblijven, zonder afbreuk te doen aan de veiligheid. De herziene Visumcode voorziet in een nieuw mechanisme dat strengere voorwaarden voor de afhandeling van visa invoert wanneer een partnerland onvoldoende meewerkt aan de overname van de eigen onderdanen die irregulier in de EU verblijven. Voor bepaalde categorieën reizigers kunnen de lidstaten de termijn voor de behandeling van visumaanvragen verkorten, de geldigheidsduur van af te geven visa beperken en de visumleges verhogen, alsook de vrijstelling van visumleges flexibel regelen.

Versoepeling van de visumafgifte en opschorting van visumvrij reizen

In juni zijn de onderhandelingen met Belarus over de visumversoepelings- en overnameovereenkomsten afgerond en zijn de overeenkomsten door de hoofdonderhandelaars geparafeerd. Beide partijen zijn nu bezig met de afronding van hun interne procedures om ondertekening en sluiting van de overeenkomsten mogelijk te maken. Beide overeenkomsten zullen tegelijkertijd worden ondertekend en in werking treden.

Het opschortingsmechanisme voor de visumvrijstelling is in 2017 versterkt om in spoedeisende gevallen snel te kunnen reageren. In juni 2019 heeft de Commissie een kennisgeving ontvangen van Nederland via het mechanisme voor Albanië. Na de kennisgeving zorgvuldig te hebben bestudeerd, is de Commissie, mede op basis van de beschikbare informatie en relevante gegevens, tot de slotsom gekomen dat de voorwaarden voor het in werking stellen van het mechanisme niet waren vervuld, en heeft zij toegezegd de situatie te zullen volgen.

Visumwederkerigheid

Burgers van ongeveer zestig landen uit de hele wereld kunnen tegenwoordig zonder visum naar de EU reizen. EU-burgers moeten op hun beurt zonder visum naar diezelfde landen kunnen reizen. Dit beginsel van wederkerigheid staat centraal in ons gemeenschappelijk visumbeleid. Er is vooruitgang geboekt ten aanzien van de Verenigde Staten: de Amerikaanse regering heeft in september aangekondigd dat Polen in aanmerking komt voor het visumvrijstellingsprogramma van de VS. Deze ontwikkeling verklaart waarom de Commissie ten aanzien van de Verenigde Staten een beleid van geduldige diplomatie voert, ondanks dat de Verenigde Staten nog steeds een visumplicht kennen voor burgers van Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië.

De Verenigde Staten hebben zich bereid verklaard deze lidstaten toe te laten tot het visumvrijstellingsprogramma zodra ze voldoen aan de vereisten van de wetgeving van de VS, bijvoorbeeld wat betreft samenwerking op het gebied van veiligheid en verlaging van het percentage geweigerde visa.

Gouden paspoorten en gouden visa

In januari presenteerde de Commissie een uitgebreid verslag over burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders, die in een aantal lidstaten bestaan. Die regelingen, die bekendstaan als “gouden paspoorten” en “gouden visa”, maken het mogelijk dat iemand een nieuwe nationaliteit of een verblijfsvergunning krijgt, louter op basis van een investering. In het verslag van de Commissie wordt benadrukt dat landen waarvan de burgers visumvrije toegang tot de EU hebben, de aanvragers van burgerschapsregelingen voor investeerders moeten onderwerpen aan de strengst mogelijke veiligheidscontroles en antecedentenonderzoeken. De Commissie monitort dit in het kader van het mechanisme voor opschorting van de visumvrijstelling. Wat kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten betreft, worden dergelijke burgerschapsregelingen ook gemonitord in het kader van het EU-toetredingsproces. Zie ook hoofdstuk 7.

Aanmoedigen van migratie op basis van behoeften

De EU heeft in 2019 de bilaterale samenwerking met landen van herkomst en doorreis en met internationale organisaties versterkt, met als doel de diepere oorzaken van irreguliere migratie en gedwongen ontheemding aan te pakken, het grensbeheer te verbeteren en vrijwillige terugkeer en menselijke mobiliteit te ondersteunen. Zij heeft ook samengewerkt met de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties in het kader van een gezamenlijke taskforce.

De Commissie is verdergegaan met het ontwikkelen van trajecten voor legale migratie. Zij wil daarmee bevorderen dat de EU mensen kan aantrekken die beschikken over de vaardigheden en talenten waaraan de arbeidsmarkt behoefte heeft. In het voorjaar heeft de Commissie een algehele evaluatie van de EU-regels op het gebied van legale migratie afgerond. De resultaten van deze “fitness check” bevestigden dat een doeltreffend beleid inzake legale migratie een essentiële stap is naar een integraal Europees migratiebeleid.

De Commissie is het hele jaar door in samenwerking met de lidstaten blijven werken aan de ontwikkeling van proefprojecten op het gebied van arbeidsmigratie met belangrijke partnerlanden, te beginnen met de Afrikaanse landen. De Commissie heeft daarvoor financiële steun verleend, onder meer in het kader van het noodtrustfonds voor Afrika.

Integratie

Het integratiebeleid valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Niettemin is de Commissie in 2019 steun blijven verlenen aan de inspanningen van lidstaten, lokale en regionale autoriteiten, ngo’s en andere actoren, door te zorgen voor beleidscoördinatie, uitwisseling van praktijken, toezicht en financiering. Deze maatregelen zijn genomen ter bevordering van de integratie van burgers van derde landen die de vluchtelingenstatus hebben. Om samenwerking op het gebied van integratievraagstukken te faciliteren, heeft de Commissie in 2019 financiële steun verleend aan acht grote transnationale netwerken van steden en regio’s, waaraan meer dan veertig Europese steden en tien regio’s deelnamen. In het kader van het Europees integratienetwerk heeft de Commissie steun verleend aan verschillende activiteiten van nationale autoriteiten op het gebied van wederzijds leren, waaronder een innovatief onderling steunprogramma voor lidstaten die specifiek beleid of een specifiek programma voor integratie willen opzetten of verbeteren.

Hoofdstuk 9

Een krachtiger optreden op het wereldtoneel

In tijden van wereldwijde onrust, nu het beginsel van multilateralisme onder druk is komen te staan, pleit de Europese Unie ervoor de problemen van vandaag aan te pakken door middel van internationale samenwerking. In 2019 bleef de EU een pleitbezorger voor een grotere rol voor de Verenigde Naties en zette zij zich in voor het verdedigen en versterken van cruciale multilaterale overeenkomsten, van het nucleair akkoord met Iran tot de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.

De EU ondersteunde door de VN geleide besprekingen over de ergste conflicten van onze tijd, bijvoorbeeld in Syrië en Libië, en droeg bij aan de door de VN tot stand gebrachte Overeenkomst van Stockholm inzake Jemen. De EU nam ook deel aan de onderhandelingen die leidden tot het vredesakkoord in Mozambique, woonde de ondertekening daarvan bij en ondersteunde de uitvoering.

De EU stelde een inter­nationale contactgroep over Venezuela in, waarin zij samen met Europese en Latijns-Amerikaanse landen werkt aan een vreedzame en democratische oplossing voor de crisis. Ook organiseerde zij een Internationale Solidariteitsconferentie over de Venezolaanse vluchtelingen- en migratie­crisis. Er vonden top­ontmoetingen plaats met Oekraïne, China en Japan, en voor het eerst ook met de Liga van Arabische Staten.

De EU ondersteunde hervormingen in de Westelijke Balkan en in de oostelijke en zuidelijke buurlanden en consolideerde haar partnerschappen met deze landen.

De EU vergrootte haar rol op het gebied van veiligheid en defensie door te investeren in de Europese defensie-industrie, militaire en civiele vermogens en technologie. De EU kwam een stap dichter bij de oprichting van het Europees Defensiefonds en smeedde nauwere banden met de NAVO.

De EU verstrekte voor 1,6 miljard euro aan humanitaire hulp aan landen die werden getroffen door een door de mens of de natuur veroorzaakte ramp.

De buurlanden van de EU

Het oostelijke nabuurschap

In 2019 werkte de EU in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid aan stabiliteit, veiligheid en welvaart en aan sterke partnerschappen met de buurlanden in het oosten en zuiden.

In mei werd het tienjarig bestaan van het Oostelijk Partnerschap gevierd tijdens een ministeriële bijeenkomst en een conferentie op hoog niveau in Brussel. Op alle terreinen van de twintig doelstellingen voor de Agenda 2020 gingen de hervormingen vooruit, met name wat betreft de economie, digitalisering, vervoer, connectiviteit, energie en mobiliteit, maar er blijven nog problemen op het gebied van bestuur en institutionele opbouw. In 2019 werd een brede raadpleging gehouden over de toekomst van het partnerschap. De langetermijndoelstellingen die daaruit voortvloeien, zullen worden gepresenteerd voorafgaand aan de top van het Oostelijk Partnerschap die in het eerste halfjaar van 2020 zal plaatsvinden.

Een groep jongeren zit op een sportveld

Jongeren uit de EU en de zes landen van het Oostelijk Partnerschap (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne) nemen deel aan de derde editie van het zomerkamp van de Europese School, Tbilisi, Georgië, 17 augustus 2019.

Betrekkingen met Oekraïne

Tijdens de top in Kiev in juli gaven de EU en Oekraïne een gezamenlijke verklaring af en herhaalde de EU dat zij hecht aan de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. De EU bevestigde ook haar steun voor de uitvoering van de akkoorden van Minsk en de werkzaamheden van het Normandiëkwartet, de trilaterale contactgroep inzake Oekraïne en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), die streven naar een vreedzame en duurzame oplossing voor het conflict. De Commissie en de Oekraïense regering ondertekenden vier programma’s voor in totaal 109 miljoen euro uit het jaarlijkse steunpakket van de Commissie. Deze richten zich op decentralisering, corruptiebestrijding, het maatschappelijk middenveld, en technische samenwerking inzake belangrijke hervormingen en de uitvoering van de associatieovereenkomst en de diepe en brede vrijhandelsruimte.

Rusland

De EU bleef een tweesporenaanpak ten aanzien van Rusland hanteren, wat een strategische uitdaging blijft: aan de ene kant sancties naar aanleiding van de Russische schendingen van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne, maar aan de andere kant selectieve betrokkenheid wanneer dat van belang is voor de EU, zoals culturele uitwisselingen, uitwisselingen tussen jongeren en samenwerking op het gebied van onderwijs.

Het zuidelijke nabuurschap

Dankzij financiële en technische bijstand van de EU kon in 2019 vooruitgang worden geboekt bij de aanpak van de belangrijkste problemen van de regio: de conflicten in Syrië, Libië en tussen Israël en Palestina (deze benaming mag niet worden uitgelegd als een erkenning van de staat Palestina en laat de afzonderlijke standpunten van de lidstaten ter zake onverlet), aanhoudende migratiedruk, slecht bestuur en een zwak ondernemingsklimaat. De betrekkingen met Marokko kregen in juni een nieuwe impuls dankzij een gezamenlijke politieke verklaring over de ontwikkeling van een partnerschap voor gedeelde welvaart. Het plan voor externe investeringen speelt een cruciale rol bij het financieren van de particuliere sector en het stimuleren van economische ontwikkeling en werkgelegenheid in het zuidelijke nabuurschap en Afrika.

De Westelijke Balkan en het uitbreidingsproces

De EU blijft het toetredingsperspectief van de Westelijke Balkan ondersteunen, overeenkomstig de strategie voor de Westelijke Balkan en de agenda van Sofia, die gericht zijn op versterking van de politieke, economische en maatschappelijke transformatie van de regio. De EU ondersteunt samenwerking om het economische en sociale potentieel van de regio volledig te ontsluiten en de erfenis van het verleden te boven te komen. Zo trad in juli de regionale roamingovereenkomst voor de Westelijke Balkan in werking, waarmee de roamingkosten in de regio aanzienlijk zullen dalen, tot nul in 2021. De inwerkingtreding van de historische Prespa-overeenkomst tussen Griekenland en Noord-Macedonië in februari was een belangrijke doorbraak in de regio.

Op 12 juni vond in Luxemburg de eerste bijeenkomst plaats tussen de ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken van de EU en de Westelijke Balkan. De ministers van de vorige, de huidige en de volgende voorzitter van de Raad (Roemenië, Finland en Kroatië) bespraken met de Commissie en hun tegenhangers uit de Westelijke Balkan vraagstukken op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. Het is de bedoeling dat voortaan ieder jaar van gedachten wordt gewisseld over de hervormingen op dit vlak, die alle burgers in de regio ten goede komen.

In oktober analyseerde de Europese Raad de aanbeveling van de Commissie om toetredingsonderhandelingen te openen met Albanië en Noord-Macedonië, en besloot hij om voor de top EU-Westelijke Balkan, die in mei 2020 in Zagreb zal plaatsvinden, op het uitbreidingsvraagstuk terug te komen.

Turkije

De betrekkingen tussen de EU en Turkije kwamen nog meer onder druk te staan door de kritieke situatie op het gebied van de rechtsstaat, de grondrechten en de onafhankelijkheid van de Turkse rechterlijke macht, alsmede door de oplopende spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied. De EU blijft steun verlenen via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije, die 6 miljard euro beheert ten behoeve van de meer dan 4 miljoen vluchtelingen in het land.

Betrekkingen tussen Afrika en Europa

De EU is begonnen aan een ongeëvenaard partnerschap met Afrika en investeert in een echte politieke relatie tussen gelijken. Het partnerschap tussen de EU en Afrika bestrijkt een hele reeks terreinen, van ontwikkeling, vrede en veiligheid en migratie tot klimaat, energie, landbouw, handel, duurzame investeringen en banen, maar ook innovatie, onderwijs, jongeren, democratie en mensenrechten.

De uitvoering van de in 2018 gesloten Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen ging vooruit. De EU heeft al 3,7 miljard euro gemobiliseerd in het kader van het plan voor externe investeringen, waarmee 37,1 miljard euro aan investeringen moet worden aangetrokken in de nabuurschapsregio van de EU en in Afrika bezuiden de Sahara. De toezegging om tussen 2018 en 2020 elk jaar minstens 300-350 miljoen euro uit te trekken om het ondernemings- en investerings­klimaat te versterken, wordt gehaald: alleen al in 2018 investeerde de EU 718 miljoen euro.

Ursula von der Leyen in gesprek met Gedu Andargachew

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Gedu Andargachew, Ethiopisch Minister van Buitenlandse Zaken, ontmoeten elkaar in Addis Abeba, Ethiopië, 7 december 2019.

Op het gebied van mobiliteit beloofde de EU voor eind 2020 35 000 studenten en docenten te ondersteunen. Die belofte ligt op schema: eind 2019 bedroeg het aantal begunstigden ongeveer 25 000. Wat betreft economische integratie en handel zal de EU de vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent tot 2020 ondersteunen met 62,5 miljard euro. Ten slotte werpen de vier taskforces van Afrikaanse en Europese deskundigen op het gebied van landbouw, digitale economie, energie en vervoer vruchten af.

Noord-en Latijns-Amerika

De samenwerking met een van onze belangrijkste partners, de Verenigde Staten, is voortgezet, bijvoorbeeld met betrekking tot de Westelijke Balkan en Oekraïne, terrorismebestrijding en cyberbeveiliging. Ons versterkte partnerschap met de NAVO getuigt ook van een steeds sterker onderling verbonden trans-Atlantische ruimte voor veiligheid.

De EU verdedigt samen met Canada multilateralisme en de op regels gebaseerde wereldorde, met inbegrip van een vrij en eerlijk internationaal handelsstelsel. Op de top in Montreal in juli beloofden de EU en Canada hun vrijhandelsovereenkomst volledig uit te voeren.

In april presenteerden de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Commissie een gezamenlijke mededeling met een visie op een sterker en moderner partnerschap met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, dat gericht zou zijn op handel, investeringen en sectorale samenwerking. De EU bleef pleiten voor steun voor het vredesakkoord in Colombia. Zij consolideerde de nieuwe fase in haar betrekkingen met Cuba tijdens de tweede ministeriële bijeenkomst van de Gezamenlijke Raad EU-Cuba in het kader van de Overeenkomst betreffende politieke dialoog en samenwerking, en zette de internationale contactgroep over Venezuela op om de crisis daar te helpen overwinnen. In oktober kwamen de landen van de regio, de EU, het Vluchtelingenagentschap van de VN (UNHCR) en het migratieagentschap van de VN (IOM) bijeen op de Internationale Solidariteitsconferentie over de Venezolaanse vluchtelingen- en migratiecrisis om het vredesproces en de humanitaire hulp beter te coördineren.

Azië en de Stille Oceaan

De EU onderhoudt al jarenlang betrekkingen op basis van sterke wederzijdse belangen met de vijf landen in Centraal-Azië: Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan. In mei presenteerde de EU haar visie op een sterker partnerschap met deze landen, gericht op weerbaarheid, welvaart en betere samenwerking.

Japan

De strategische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan van 2018 wordt voorlopig toegepast sinds februari 2019 en de economische partnerschapsovereenkomst, die toen ook in werking trad, begint vruchten af te werpen. De 26e topontmoeting tussen de EU en Japan vond in april plaats in Tokio. Op 7 september ondertekenden Commissievoorzitter Juncker en premier Abe een partnerschap inzake duurzame connectiviteit en hoogwaardige infrastructuur, de eerste overeenkomst van dit type. Dit onderstreept het strategische belang van deze relatie, die beide partijen zeggen te willen versterken.

China

Tegen de achtergrond van China’s toenemende economische macht en politieke invloed evalueerden de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger in maart de betrekkingen met China en de kansen en uitdagingen die daarvan uitgaan, in een gezamenlijke mededeling. Ze stelden tien concrete maatregelen voor die werden besproken door de Europese Raad van 21 maart.

Tijdens hun top in april spraken de EU en China af hun strategische partnerschap te verdiepen en voor de volgende top een nieuwe samenwerkingsagenda vast te stellen voor de periode na 2020. De mogelijkheden voor gezamenlijke spoorwegcorridors tussen de EU en Azië worden onderzocht en de lokale ontwikkeling in de landen op die routes wordt bevorderd. Beide partijen zijn sterker betrokken bij de veiligheid in Azië, van militaire samenwerking met de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten tot het kernwapenvrij maken van het Koreaanse Schiereiland.

Een meer strategische benadering van Azië paste in het streven van de EU naar een coherente aanpak van China’s connectiveitsambities in westelijke richting. In de connectiviteitsstrategie van de EU wordt gepleit voor infrastructuurprojecten die eerlijke economische kansen scheppen en duurzame connectiviteit bevorderen.

Het Midden-Oosten

Iran

De EU steunde het kernakkoord met Iran en de volledige en effectieve uitvoering van alle onderdelen daarvan. De EU betreurt dat de Verenigde Staten zich hebben teruggetrokken uit het gezamenlijk alomvattend actieplan en opnieuw sancties hebben opgelegd. Er is grote bezorgdheid dat Iran nu activiteiten ontplooit die onverenigbaar zijn met zijn verplichtingen in het kader van het akkoord. Overeenkomstig de conclusies van de Raad van 4 februari 2019 streeft de EU naar een alomvattende benadering ten aanzien van Iran om alle punten van zorg aan te pakken en relevante kritiek te bespreken via een constructieve dialoog op hoog niveau, onder andere de door de EU geleide politieke dialoog over regionale vraagstukken.

Israël, Palestina en het vredesproces in het Midden-Oosten

De EU blijft het beginsel van een tweestatenoplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict verdedigen en bevorderen, overeenkomstig de internationale parameters. De EU verstrekte ook bijna 350 miljoen euro aan financiële steun aan de Palestijnen, waarvan het grootste deel bedoeld is voor de opbouw van de toekomstige Palestijnse staat.

Erasmus+-ambassadeurs beantwoorden vragen van medestudenten vanachter een tafel

Studenten bij de informatiestand van Erasmus+ tijdens de tentoonstelling en netwerksessie van de #EU4YOUth-campustour om de EU te promoten onder jongeren, Birzeit, Palestijnse Gebieden, 21 februari 2019.

Syrië

Op de derde conferentie over Syrië, die in maart in Brussel plaatsvond, zegde de EU voor 2020 560 miljoen euro toe voor humanitaire hulp, weerbaarheid en ontwikkeling in Syrië, Jordanië en Libanon.

Libië

De EU richtte zich het afgelopen jaar op de ondersteuning van internationale en regionale inspanningen om een duurzame oplossing voor de politieke crisis in Libië te vinden en de economische ontwikkeling te stimuleren.

Veiligheid en defensie

De EU-lidstaten zijn nu beter in staat de burgers te beschermen, investeren in defensiesamenwerking, besteden middelen efficiënter en werken nog meer dan voorheen samen met partners en buren.

De EU werkte verder aan de bestrijding van hybride bedreigingen. De hoge vertegenwoordiger en de Commissie presenteerden een verslag over de uitvoering van het gezamenlijke kader van 2016 inzake de bestrijding van hybride bedreigingen en de gezamenlijke mededeling van 2018 over het opbouwen van weerbaarheid en reactiecapaciteit tegen hybride bedreigingen.

De drie specifieke taskforces voor strategische communicatie (East, Western Balkans en South) werden verder versterkt. Desinformatie uit externe en interne bronnen wordt beter aangepakt dankzij het actieplan van 2018 tegen desinformatie, dat zich richt op het opsporen en analyseren van desinformatie en op samenwerking tussen de lidstaten via een systeem voor snelle waarschuwingen. Er wordt samengewerkt met socialemediaplatforms in het kader van de praktijkcode van 2018 en de voorlichtingscampagnes worden versterkt. De EU werkte ook samen met internationale partners op dit terrein, zoals de G7 en de NAVO. Zie ook hoofdstuk 7.

Het Europese Kenniscentrum voor de bestrijding van hybride bedreigingen heeft nu meer leden, een goedgekeurd werkprogramma en een werkbudget. Het centrum ondersteunde onder andere opleidingen en oefeningen.

Er werd een inventarisatie gemaakt van de vooruitgang van de EU-lidstaten met hun verplichtingen in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO). De deelnemende lidstaten verhoogden hun defensiebegroting en de gezamenlijke defensie-investeringen: de geaggregeerde defensiebegrotingen stegen met 3,3 % in 2018 en 4,6 % in 2019. In de nationale defensieplanning wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van EU-instrumenten, zoals het herziene vermogensontwikkelingsplan en de gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie, die als basis dienden voor het werkprogramma voor het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie.

Een overzicht van de voordelen van een Europees Defensiefonds

De Europese Unie heeft om verschillende redenen een Europees Defensiefonds nodig. Ten eerste bedragen de kosten van het gebrek aan samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van veiligheid en defensie jaarlijks naar schatting 25 tot 100 miljard euro. Daarnaast wordt momenteel ongeveer 80 % van de defensieaanbestedingen op zuiver nationaal niveau georganiseerd, met dure overlapping van militaire vermogens tot gevolg. Tot slot is sinds 2010 jaarlijks minder dan 200 miljoen euro uitgegeven aan gezamenlijk Europees onderzoek en ontwikkeling op het gebied van defensie.

Ontwikkelingshulp en humanitaire bijstand

Ontwikkelingshulp

De EU blijft een drijvende kracht achter de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling. In september kwamen in New York de wereldleiders bij elkaar voor de eerste top over de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN en werd verslag uitgebracht in het gezamenlijk syntheseverslag.

Een groep jongeren verzameld rond een kartonnen bord met het logo van “Faces2Hearts”

Deelnemers aan de campagne “Faces2Hearts” in het kader van de Europese Ontwikkelingsdagen 2019 over de aanpak van ongelijkheid in ontwikkeling, Brussel, België, 19 juni 2019.

“Ongelijkheid” was het thema van de Europese Ontwikkelingsdagen 2019 en de Commissie bracht een werkdocument uit over dit onderwerp. In het kader van het Spotlightinitiatief droeg de EU bij aan de bestrijding van gendergerelateerd geweld, samen met de VN en de nieuwe partnerlanden. Belangrijke activiteiten in het kader van regionale programma’s zijn voortgezet, zoals de start van een raadpleging in de Stille Oceaan over het ontwerpprogramma van 50 miljoen euro voor de regio.

Het partnerschap met Afrika werd verder uitgebouwd. De Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen ging aanzienlijk vooruit; zo is tot nu toe voor meer dan 40 miljard euro aan investeringen gemobiliseerd in het kader van het plan voor externe investeringen.

Grafiek van de toename van humanitaire hulp van de Europese Unie voor onderwijs in noodsituaties sinds 2015

De humanitaire hulp van de Europese Unie voor onderwijs in noodsituaties is toegenomen van 13 miljoen euro in 2015 tot 63 miljoen euro in 2016 en 2017, 91 miljoen euro in 2018 en 164 miljoen euro in 2019.

Respons op humanitaire crisissen en noodsituaties

De EU verstrekte in 2019 voor 1,6 miljard euro aan humanitaire hulp aan miljoenen mensen wereldwijd. Het grootste deel daarvan ging naar vluchtelingen en binnenlands ontheemden als gevolg van de conflicten in Syrië en Jemen. Meer dan 10 % ging naar “vergeten crises”, zoals de regionale vluchtelingen in Burundi, het conflict in Oekraïne en de humanitaire situatie in Colombia.

Een recordpercentage van 10 % van de humanitaire begroting werd besteed aan veilig en kwalitatief hoogstaand onderwijs voor kinderen in noodsituaties. De EU nam ook het voortouw bij de aanpak van de ebolacrisis.

Het mechanisme voor civiele bescherming werd 17 keer geactiveerd, bij plotselinge crisissen in Albanië, Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Toen Mozambique getroffen werd door orkaan Idai, stuurden we waterzuiveringsapparatuur, tenten, hygiënepakketten, voedsel en acht teams van deskundigen op het gebied van civiele bescherming.

Een overzicht van de humanitaire hulp van de Europese Unie in 2019

De totale begroting voor humanitaire hulp van de Europese Unie voor 2019 bedroeg 1,6 miljard euro. Van de totale begroting werd 385 miljoen euro toegewezen aan Sub-Saharaans Afrika; 860 miljoen euro voor de Syrische crisis, onder andere aan Egypte, Jordanië, Libanon, Syrië en Turkije; 88 miljoen euro aan Irak, Palestina en Jemen; 105 miljoen euro aan Azië, Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, en 32 miljoen euro aan Noord-Afrika en het nabuurschap van de Europese Unie. 174 miljoen euro ging naar reserves en niet-geografische toewijzingen. Bron: Europese Commissie. Copyright: Europese Unie.

Mensenrechten en democratie

De EU blijft intensief betrokken bij het bevorderen en verdedigen van de mensenrechten en de democratie in de wereld: van gezamenlijke acties met de VN, zoals de vlaggenschipcampagne #TheRealChallenge van de EU en Unicef ter gelegenheid van de 30e verjaardag van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, tot de nieuwe EU-richtsnoeren inzake de mondiale bestrijding van marteling. De EU was betrokken bij het zevende Wereldcongres tegen de doodstraf, zond talrijke verkiezingswaarnemingsmissies uit en nam in oktober nieuwe conclusies over democratie aan.

EU-steun voor multilateralisme, mondiale governance en het op regels gebaseerde systeem

Betrekkingen tussen de EU en de Verenigde Naties

Donald Tusk houdt een toespraak vanachter een katheder

Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad, spreekt de Algemene Vergadering van de VN toe, New York, Verenigde Staten, 26 september 2019.

Nu het VN-stelsel ter discussie wordt gesteld, zet de EU zich juist meer in voor multilateralisme en de internationale organisatie. De EU levert de grootste bijdrage aan VN-vredesmissies en de VN-begroting. Zij ondersteunde door de VN geleide vredesbesprekingen, onder andere in Syrië en Libië, en zette initiatieven op zoals het trilaterale partnerschap tussen de EU, de VN en de Afrikaanse Unie. De jaarlijkse Algemene Vergadering van de VN toonde aan hoe intensief deze steun is.

Een sterker partnerschap tussen de EU en de NAVO

De samenwerking tussen de EU en de NAVO is een belangrijke pijler van het streven van de EU naar versterking van de Europese veiligheid en defensie. In juni verscheen het vierde voortgangsverslag over de uitvoering van de gemeenschappelijke voorstellen die de NAVO en de EU in 2016 en 2017 hadden goedgekeurd. Het verslag vermeldde concrete resultaten op alle samenwerkingsgebieden, met name de intensivering van de politieke dialoog, militaire mobiliteit, bestrijding van hybride bedreigingen, parallelle en gecoördineerde oefeningen en defensievermogens.

De EU binnen de G7 en de G20

Lee Hsien Loong, Jean-Claude Juncker, Donald Trump, Shinzō Abe en Xi Jinping zitten naast elkaar achter een tafel

Wereldleiders Lee Hsien Loong, premier van Singapore, Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, Donald Trump, president van de Verenigde Staten, Shinzō Abe, premier van Japan, en Xi Jinping, president van China, tijdens de G20-top, Osaka, Japan, 28 juni 2019.

De EU is lid van de G7 en de G20. Binnen deze fora strijdt de EU voor het behoud van de op regels gebaseerde internationale orde, die momenteel onder grote druk staat, op het gebied van handel, veiligheid, klimaatverandering en mensenrechten. Evenals in voorgaande jaren bleef de EU ook in 2019 een groot voorstander van internationale samenwerking. Op de G20-top in Osaka, Japan, kwam dankzij de coördinatie tussen de Europese leiders een slotverklaring tot stand die de verbintenissen uit het verleden met betrekking tot de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling behoudt en oproept tot een ambitieuze hervorming van de Wereldhandelsorganisatie en een mondiale oplossing voor belasting van de digitale economie. In augustus bereikten de G7-leiders in Biarritz, Frankrijk, overeenstemming over een verklaring over een aantal vraagstukken op het gebied van het buitenlands beleid, zoals de situatie in Iran, Oekraïne, Libië en Hongkong. Overeenkomstig de prioriteiten voor samenwerking met Afrika bekrachtigde de EU ook nieuwe G7-initiatieven voor betere voorwaarden voor overheidsopdrachten, digitalisering, toegang tot financiering voor vrouwelijke ondernemers in Afrika, samenwerking in de Sahel, bestrijding van pandemische ziekten en ondersteuning van vrouwen die het slachtoffer zijn van seksueel geweld in conflictgebieden.

Hoofdstuk 10

Een Unie van democratische verandering

“Het vertrouwen van de burgers in het Europese project terug te winnen” was het doel van voorzitter Jean-Claude Juncker voor de cyclus die in 2014 begon en eind 2019 afliep. Om dit doel te bereiken, verbond de Commissie-Juncker zich ertoe de EU democratischer en transparanter te maken.

De informele bijeenkomst van de EU-leiders in Sibiu, Roemenië, op 9 mei bood de EU de gelegenheid om haar eenheid en vastberadenheid een nieuwe impuls te geven. De Verklaring van Sibiu werd aangenomen. Het was het moment en de plaats om aan te tonen dat in de strategische agenda van de Unie rekening werd gehouden met dat wat burgers bezighoudt. Burgers reageerden met de hoogste opkomst bij de verkiezingen voor het Europees Parlement sinds 1994: meer dan 50 % van de stemgerechtigde Europeanen maakte van het stemrecht gebruik.

In 2019 veranderden ook de regels van het Europees burgerinitiatief. Burgers kunnen daardoor gemakkelijker invloed op Europa uitoefenen, door de Europese Commissie op te roepen om met een wetgevingsvoorstel te komen. De herziene regels zullen het initiatief toegankelijker en gebruiksvriendelijker maken.

Het Europees Parlement

In zijn laatste zittingen voor de verkiezingen in mei heeft het aftredend Parlement wetgeving aangenomen die kunststofproducten voor eenmalig gebruik verbiedt en een betere bescherming van de buitengrenzen van de EU waarborgt. Het Parlement drukte een ambitieuze doelstelling door om de CO2-uitstoot van nieuwe auto’s en bestelwagens tussen nu en 2030 te verminderen. Het bereikte overeenstemming over nieuwe regels inzake het auteursrecht, gaf zijn goedkeuring aan de handelsovereenkomst van de EU met Japan en steunde plannen om de kwaliteit van drinkwater te verbeteren. Het heeft ook zijn reglement van orde geactualiseerd.

Na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 23 tot en met 26 mei begon op 2 juli de nieuwe zittingsperiode. Het opkomstpercentage bij de Europese verkiezingen, dat in 2014 42,6 % bedroeg, steeg tot 50,7 % en was daarmee het hoogste sinds 1994.

Op 16 oktober stelde het Parlement zijn lijst van “onafgedane zaken” vast. Deze is van essentieel belang voor de voortzetting van de informele onderhandelingen tussen de EU-instellingen over ontwerp-EU-regels waarvan de behandeling niet vóór het einde van het mandaat van het Parlement kon worden afgerond. Op 22 oktober legde Commissievoorzitter Juncker voor de leden van het Parlement een verklaring af waarin hij de belangrijkste acties en resultaten van de Commissie van de afgelopen vijf jaar de revue liet passeren.

De Europese Raad

In maart boog de Europese Raad zich over economische vraagstukken, klimaatverandering, desinformatie en externe betrekkingen. Tijdens de bijeenkomst van de 27 EU-lidstaten over de brexit werd gesproken over de verlenging van de termijn van artikel 50 tot en met 12 april dan wel 22 mei, afhankelijk van de vraag of het terugtrekkingsakkoord in de week na deze bijeenkomst door het Verenigd Koninkrijk zou worden geratificeerd. Later in april kwamen de 27 EU-leiders overeen de termijn van artikel 50 te verlengen tot en met 31 oktober 2019.

De EU-leiders kwamen op 9 mei informeel bijeen in Sibiu, Roemenië, om na te denken over de ­strategische agenda voor 2019-2024. Meer informatie over deze besprekingen is te vinden in de rubriek “De toekomst van Europa”.

Tijdens een informeel diner later die maand maakten de leden van de Raad de balans op van de verkiezingen voor het Europees Parlement en gaven zij de aftrap voor het benoemingsproces voor de nieuwe leiders van de EU-instellingen.

Donald Tusk en Charles Michel begroeten elkaar hartelijk

Donald Tusk, de vorige voorzitter van de Europese Raad, en Charles Michel, de huidige voorzitter van de Europese Raad, tijdens de Europese Raad, Brussel, België.

In juni hebben de leiders van de EU-lidstaten de besprekingen voortgezet over de EU-benoemingen op hoog niveau, het meerjarig financieel kader, klimaatverandering, desinformatie en hybride ­bedreigingen, de uitbreiding, het Europees semester en de externe betrekkingen. Ook keurden zij de strategische agenda goed.

De leiders kwamen later in de maand opnieuw bijeen om de voordrachten voor benoemingen op hoog niveau binnen de EU-instellingen te bespreken en daarover overeenstemming te bereiken.

In oktober bespraken zij de toekomstige begroting van de EU (2021-2027) en de follow-up van de strategische agenda, alsook de klimaatverandering, de uitbreiding van de EU, Turkije, en het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines. De Europese Raad vergaderde in artikel 50-samenstelling over de meest recente ontwikkelingen in verband met de brexit. Eind oktober kwamen de leiders van de EU-27 (alle EU-lidstaten behalve het Verenigd Koninkrijk) overeen de termijn van artikel 50 te verlengen tot en met 31 januari 2020.

De leiders kwamen vervolgens in december bijeen om de klimaatverandering te bespreken en beraad­slaagden opnieuw over de langetermijnbegroting van de EU.

De Raad van de Europese Unie

Roemenië was de eerste helft van het jaar voorzitter van de Raad van de Europese Unie. De tweede helft van het jaar was dat Finland. In de eerste helft van het jaar richtte Roemenië zich op onderwerpen als migratie en veiligheid, het meerjarig financieel kader, economie en Europa als mondiale ­speler. In de tweede helft van het jaar concentreerde Finland zich op klimaatactie en veiligheid en op het versterken van gemeenschappelijke waarden, zoals de rechtsstaat, waarmee de EU concurrerender en sociaal inclusiever moet worden gemaakt.

Publiek in een concertzaal wacht op het begin van een openingsceremonie

Openingsvergadering van het Roemeense voorzitterschap van de Raad van de EU, Boekarest, Roemenië, 11 januari 2019.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s

Het Europees Economisch en Sociaal Comité steunde de campagne van het Parlement “Ik stem deze keer” met een aantal activiteiten. Een daarvan was het evenement Civil Society for rEUnaissance, dat in februari plaatsvond en waaraan Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en de klimaatactiviste Greta Thunberg deelnamen.

Het thema van de Dagen voor het maatschappelijk middenveld 2019 was “duurzame democratie”. Corruptie en nepnieuws werden genoemd als de belangrijkste bedreigingen voor de democratie in Europa. In november hield het Comité een conferentie over de rechtsstaat en riep het op tot een ­gestructureerde dialoog tussen regeringen en het maatschappelijk middenveld om de achteruitgang op het gebied van de rechtsstaat in de EU te keren.

In maart presenteerde het “Sibiu en verder”, zijn visie op een toekomst waarin Europa wereldleider wordt op het gebied van duurzame ontwikkeling. In een reeks toekomstgerichte adviezen reikte het Comité ideeën aan over de manier waarop duurzaamheid, een rechtvaardige overgang naar een digitale economie en eerlijke belastingheffing kunnen worden verwezenlijkt.

Tijdens de achtste Europese top van regio’s en steden in maart in Boekarest heeft het Europees Comité van de Regio’s de verklaring “De EU van onderaf opbouwen met onze regio’s en steden” aangenomen, waarin wordt aangevoerd dat de besluiten en het beleid van de EU lokaal moeten worden verankerd om ervoor te zorgen dat de EU het vertrouwen van de burgers kan herwinnen en over voldoende middelen kan beschikken. Het Comité is sterk voorstander van actieve subsidiariteit en benadrukt dat het van belang is dat de nationale, regionale en lokale overheden bij elke fase van het besluitvormingsproces van de EU worden betrokken. Het Comité vierde zijn 25-jarig bestaan met een ceremonie tijdens de plenaire zitting van december.

Op het gebied van betere regelgeving heeft het Comité een netwerk van regionale hubs opgezet (“RegHub”) ter beoordeling van de uitvoering van de Uniewetgeving op lokaal en regionaal niveau. Het omvat twintig regio’s die verslag uitbrengen over de uitvoering van beleid. In 2019 vonden er drie evaluaties plaats: over overheidsopdrachten, luchtkwaliteit en grensoverschrijdende gezondheidszorg.

Gedurende het hele jaar hebben beide comités activiteiten georganiseerd ter bevordering van hun gezamenlijke plan voor een permanent mechanisme voor gestructureerd overleg en gestructureerde dialoog met burgers en hun deelname aan de geplande conferentie over de toekomst van Europa.

Zie ook de rubriek “De toekomst van Europa”.

Voltooiing van de agenda voor betere regelgeving

Vereenvoudiging van de wetgeving

Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven

In 2016 en 2017 werden het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie het eens over twee gezamenlijke verklaringen over de wetgevingsprioriteiten van de EU. Hierin werden 89 initiatieven aangewezen die in het wetgevingsproces prioriteit moesten krijgen. De drie instellingen gaven hiermee blijk van hun wil aanzienlijke vooruitgang te boeken bij de behandeling van deze dossiers en deze zo mogelijk vóór de Europese verkiezingen in mei af te ronden.

Aan het eind van de eerste helft van 2018 had de Commissie alle in de gezamenlijke verklaringen aangekondigde initiatieven goedgekeurd en tegen de tijd dat de Europese verkiezingen werden gehou­den, waren 61 van de 89 initiatieven in de gemeenschappelijke verklaring door het Parlement en de Raad formeel goedgekeurd of was daarover tussen deze instellingen politieke overeenstemming bereikt. Aan het eind van het jaar wachtten er nog 22 initiatieven op goedkeuring.

In 2019 heeft de Europese Commissie met succes de onderhandelingen met het Parlement en de Raad afgerond over niet-bindende criteria voor de keuze tussen uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen. Deze keuze bemoeilijkt vaak de wetgevingsonderhandelingen en de criteria moeten het proces bevorderen. Deze onderhandelingen hebben geleid tot het Interinstitutioneel ­Akkoord over beter wetgeven, dat in juli werd gepubliceerd. Daarnaast stemde de medewetgever in met de aanpassing van 68 bestaande handelingen aan het Verdrag van Lissabon door een wijziging van de gebruikte regelgevingsprocedure. Daarbij wordt getoetst hoe de Commissie haar uitvoeringsbevoegdheden inzake gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad uitoefent.

Toezicht op de toepassing van het EU-recht

In het in juli gepubliceerde jaarverslag over de controle op de toepassing van het EU-recht wordt beschreven hoe de Commissie het EU-recht in 2018 heeft gemonitord en gehandhaafd.

De Commissie is bijvoorbeeld vastberaden opgetreden bij de handhaving van de regels op het gebied van milieu, mobiliteit en vervoer, alsook op het gebied van de interne markt, industrie, ondernemerschap en kleine en middelgrote ondernemingen. Zij heeft nationale en regionale overheden ondersteund bij de uitvoering van voorschriften voor schone lucht en schoon water. Zij heeft ook maatregelen genomen tegen EU-lidstaten die hun verplichtingen niet nakwamen en de EU-voorschriften op het gebied van persoonsgegevens van passagiers en de strijd tegen terrorisme en witwassen niet hebben uitgevoerd. Daarnaast heeft de Commissie gebruikgemaakt van haar handhavingsbevoegdheden toen sommige lidstaten onvoldoende haast maakten met het verbeteren van de toegang tot websites en andere mobiele applicaties voor personen met een beperking. Wanneer het EU-recht niet naar behoren wordt toegepast, zullen burgers en bedrijven hun rechten niet kunnen afdwingen of de voordelen van dergelijke wetten niet kunnen genieten.

Centrale plaats betere regelgeving in de besluitvorming van de EU

De Commissie heeft zich ertoe verbonden alleen op te treden wanneer de EU meerwaarde biedt en voordelen oplevert voor mensen en ondernemingen, en daarbij onnodige kosten te vermijden. Zij doet dit op basis van de beste beschikbare gegevens, waarbij milieu-, economische, sociale en andere belangrijke effecten in aanmerking worden genomen. Alvorens de bestaande EU-wetgeving te herzien, evalueert zij deze om te begrijpen wat er wel en niet werkt, en zo de doeltreffendheid van de wetgeving te helpen verbeteren.

In het kader van haar agenda voor betere regelgeving luistert de Commissie beter naar de standpunten van burgers en belanghebbenden, zodat zij aan hun behoeften tegemoet kan komen. Sinds 2015 heeft de Commissie meer dan vierhonderd openbare raadplegingen georganiseerd, waarbij miljoenen Europeanen werden betrokken. Het aantal bijdragen aan openbare raadplegingen is sindsdien meer dan verviervoudigd.

Het nieuwe portaal “Geef uw mening”, een “éénloketsysteem” met behulp waarvan Europeanen kunnen bijdragen aan de beleidsvorming van de EU, werd in 2018 bijna 900 000 keer bezocht en in 2019 meer dan 1 miljoen keer. In april bracht de Commissie een rapport uit waarin de balans werd opgemaakt van de maatregelen die onder de Commissie-Juncker zijn genomen om te komen tot betere ­resultaten voor EU-burgers en ondernemingen door middel van een opener, transparantere en op feiten gebaseerde beleidsvorming. De resultaten van de inventarisatie waren duidelijk: betere ­regelgeving heeft de wijze van beleidsvorming van de EU verbeterd en moet in de toekomst de kern van haar werkmethoden blijven vormen, terwijl zij tegelijkertijd haar instrumenten moet blijven verbeteren, met name waar het gaat om het contact met en de feedback van burgers en belanghebbenden, de analyse van effecten en de kwaliteit van evaluaties.

Transparantie en verantwoordingsplicht

Het gezamenlijk transparantieregister

Het contact met belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld maakt deel uit van de werkzaamheden van de EU-instellingen. Daarbij zijn transparantie en verantwoordingsplicht essentieel voor het vertrouwen dat Europese burgers stellen in de legitimiteit van de bestuurlijke, wetgevende en beleidsprocedures in de EU.

Transparantie is met name van belang waar het gaat om belangenbehartiging, omdat burgers moeten kunnen nagaan wie het wetgevingsproces van de EU probeert te beïnvloeden. Daarom heeft de Commissie in 2016 een voorstel ingediend voor een nieuw interinstitutioneel akkoord over een verplicht transparantieregister voor het Europees Parlement, de Commissie en — voor het eerst — de Raad van de Europese Unie. De onderhandelingen over dit voorstel zijn momenteel gaande.

Bijna 12 000 entiteiten zijn opgenomen in het register. Zij zijn gebonden aan een gedragscode, waarin de ethische normen zijn vastgelegd die hun vertegenwoordigers moeten naleven bij hun contacten met de EU-instellingen.

Gedragscode voor de leden van de Commissie

In 2018 keurde de Commissie een nieuwe gedragscode voor de leden van de Commissie goed, die strengere regels en strengere ethische normen bevat en op een aantal gebieden meer transparantie biedt. Sinds februari 2018 publiceert de Commissie om de twee maanden informatie over de reiskosten van de leden van de Commissie op hun respectieve websites.

In juni 2019 publiceerde de Commissie het eerste jaarverslag over de toepassing van deze gedragscode. Daaruit bleek dat de Commissie sinds de vaststelling van de geactualiseerde code een nog grotere mate van transparantie heeft bereikt ten aanzien van het gedrag van haar leden.

Voorts is in het kader van de nieuwe code een versterkt onafhankelijk ethisch comité opgericht, dat bestaat uit drie hooggekwalificeerde externe leden en advies moet geven over alle ethische kwesties.

Eerder in het jaar publiceerde de Commissie ethische richtsnoeren voor leden van de Commissie die aan de verkiezingen voor het Europees Parlement deelnemen. Deze waren nodig omdat zij op grond van de nieuwe code aan de verkiezingscampagnes konden deelnemen zonder verlof te hoeven ­nemen, wat eerder niet mogelijk was.

De Commissie bracht ook een nieuwe bepaling van de code in de praktijk, die inhoudt dat besluiten over activiteiten na de ambtstermijn van de leden van de Commissie, en de daarmee samenhangende adviezen van het onafhankelijk ethisch comité, bekend moeten worden gemaakt. In oktober vond de eerste publicatie plaats. Aan het eind van het jaar volgden er nog meer.

Toegang tot documenten

In juli kwam de Commissie met haar verslag over de toegang tot documenten. Uit dit verslag blijkt dat het aantal initiële verzoeken om toegang tot documenten op grond van de relevante regels inzake de toegang van het publiek daartoe, met bijna 9,5 % is gestegen (van 6 716 in 2017 tot 7 257 in 2018). Het aantal confirmatieve verzoeken nam met 4,4 % toe (van 288 in 2017 tot 318 in 2018).

De Commissie blijft de EU-instelling die het grootste aantal verzoeken om toegang behandelt, met een gestage opwaartse trend sinds 2016. EU-burgers en andere aanvragers maken dan ook actief gebruik van dit recht.

In 2018 heeft de Commissie in meer dan 80 % van de gevallen de gevraagde documenten geheel of gedeeltelijk vrijgegeven. In bijna 41 % van de 288 gevallen die werden behandeld in de confirmatieve fase, werd ruimere of zelfs volledige toegang verleend.

Daarnaast bleef de Commissie op haar webpagina’s en in haar verschillende openbare registers proactief grote hoeveelheden documentatie en informatie publiceren over alle beleidsterreinen van de EU. De gegevens bevestigen niet alleen de transparantie die de Commissie betracht, maar ook het belang van het recht op toegang tot documenten als onderdeel van het algemene transparantiebeleid van de instelling.

Controle van de EU-begroting

Een controlekader en een prestatiekader moeten redelijke zekerheid verschaffen dat de EU-middelen volgens de toepasselijke regels worden uitbetaald en dat er resultaatgerichte maatregelen worden genomen om fouten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

Na een positieve aanbeveling van de Raad heeft het Parlement in maart definitief zijn goedkeuring ­gegeven aan de manier waarop de Commissie in 2017 de EU-begroting heeft uitgevoerd. Via de jaarlijkse kwijtingsprocedure laten het Parlement en de Raad de Commissie politieke verantwoording afleggen voor de begrotingsuitvoering en zorgen ze voor democratisch toezicht op het beheer van belastinggelden.

In juli presenteerde de Commissie haar pakket Geïntegreerde financiële en verantwoordingsverslagen, waarin alle beschikbare informatie te vinden is over de uitvoering, de prestaties, de resultaten, het gezond financieel beheer en de bescherming van de EU-begroting 2018. De verslagen lieten zien dat de begroting resultaten opleverde die in overeenstemming waren met de prioriteiten van de ­Commissie, en naar behoren werd uitgevoerd.

De Commissie werkte verder aan de instelling van het Europees Openbaar Ministerie, dat in de ­22 deelnemende lidstaten grensoverschrijdende criminaliteit zal vervolgen die de EU-begroting schaadt, zoals fraude, witwassen en corruptie. Het Europees Openbaar Ministerie zal naar verwachting tegen eind 2020 operationeel zijn.

In oktober heeft de Europese Rekenkamer voor het twaalfde jaar op rij de jaarrekeningen van de EU goedgekeurd, omdat deze een getrouw beeld gaven. De Rekenkamer gaf een oordeel met beperking af (in plaats van een afkeurend oordeel) over de regelmatigheid van de betalingen. Het totale geschatte foutenpercentage bedroeg 2,6 % en was iets hoger dan in 2017 (met 0,2 % procentpunten), maar lag ver onder het niveau van de voorgaande jaren. Voor ongeveer de helft van de uitgaven van de EU bleef het foutenpercentage zelfs onder het niveau dat de Rekenkamer materieel acht. Noch aan de inkomstenzijde van de begroting, noch bij de administratieve uitgaven werden materiële fouten geconstateerd.

Nationale parlementen

In juli keurde de Commissie het jaarverslag 2018 goed over haar betrekkingen met de nationale parlementen en over de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het verslag geeft een volledig beeld van de intensieve en vruchtbare betrekkingen van de nationale parlementen met de Commissie en andere EU-instellingen. De nationale parlementen hebben 569 adviezen ingediend, een aantal dat vergelijkbaar is met dat van 2017. Hieruit blijkt dat de meeste nationale parlementen actief met de Commissie meewerken aan haar initiatieven en aan een breed scala aan onderwerpen.

Slechts in 37 “gemotiveerde adviezen” werd gewezen op bezorgdheid over de wijze waarop bij ­Commissievoorstellen het subsidiariteitsbeginsel in acht wordt genomen. Volgens dit beginsel moet het Europees beleid op het meest geschikte niveau worden vastgesteld en uitgevoerd, of dit nu het Europees, het nationaal of het regionaal niveau is. De taskforce inzake subsidiariteit, evenredigheid en “minder en efficiënter optreden”, die in 2018 werd opgericht door voorzitter Juncker en wordt voorgezeten door eerste vicevoorzitter Timmermans, onderzocht manieren om de nationale parlementen alsook de regionale en lokale overheden beter te betrekken bij de voorbereiding en follow-up van EU-wetgeving en -beleid. De maatregelen van de Commissie om dit te bereiken, omvatten onder meer het verstrekken van verzamelantwoorden indien een aanzienlijk aantal nationale parlementen bezwaren uit in verband met subsidiariteit, zodat in één openbaar document het volledige overzicht van al die bezwaren en van het standpunt van de Commissie daarover wordt gepresenteerd.

De bezoeken die leden van de Commissie aan de nationale parlementen hebben afgelegd, en de bezoeken van delegaties van nationale parlementen aan de Commissie (55 bezoeken in 2019 en 915 bezoeken tijdens het gehele mandaat van de Commissie-Juncker) hebben de dialoog tussen de partijen versterkt.

De Europese Ombudsman

De onderzoeken van de Europese Ombudsman naar vermeend wanbeheer binnen de instellingen en organen van de Europese Unie bestreken een reeks van onderwerpen, zoals transparantie van het besluitvormingsproces, het “draaideurfenomeen”, activiteiten van voormalige commissarissen, toegang tot documenten, grondrechten, ethische kwesties, contracten, subsidies of individuele personeelszaken. Gemiddeld geeft de Commissie gevolg aan ongeveer driekwart van de voorstellen van de Ombudsman (voorstellen voor een oplossing, suggesties voor verbeteringen en aanbevelingen) en in ongeveer 95 % van de onderzoeken wordt er geen wanbeheer vastgesteld.

In juni heeft de Ombudsman de tweede Europese prijs voor goed bestuur uitgereikt voor initiatieven van de Commissie om vervuiling door plastic tegen te gaan en bewustwording te bevorderen. De prijs is bestemd voor initiatieven, projecten en andere activiteiten van de verschillende diensten van de EU-instellingen die een zichtbaar en direct positief effect hebben op het leven van mensen in Europa en daarbuiten.

In oktober heeft de Commissie ook een advies overgenomen over de ontwerpverordening van het Parlement inzake het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van de ombudsman (herziene statuut).

In december heeft het Parlement Emily O’Reilly herkozen als Europese Ombudsman. Haar tweede ambtstermijn bedraagt vijf jaar.

De terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

Op 29 maart 2017 gaf het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad kennis van zijn voornemen om zich terug te trekken uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Hierdoor begon een periode van twee jaar om te onderhandelen over een akkoord met het VK over de voorwaarden voor de terugtrekking, waarbij rekening moest worden gehouden met het kader voor de toekomstige betrekkingen met de EU.

De onderhandelingen over een terugtrekkings­akkoord en een politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen

De Europese Commissie werd gemachtigd om de onderhandelingen over een terugtrekkingsakkoord met het VK te voeren namens de Europese Raad (art. 50), die is samengesteld uit de leiders van alle EU-lidstaten met uitzondering van het VK. Ze stelde Michel Barnier aan als hoofdonderhandelaar. De formele onderhandelingen begonnen op 19 juni 2017, na de algemene verkiezingen in het VK.

Na 17 maanden van intensieve onderhandelingen bereikten de onderhandelaars van de Commissie en het VK op 14 november 2018 overeenstemming over het terugtrekkingsakkoord inzake de voorwaarden voor een ordelijke terugtrekking van het VK uit de EU. Op 22 november werden zij het eens over de politieke verklaring waarin het kader voor de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK werd geschetst.

Op 25 november 2018 werd het terugtrekkingsakkoord formeel bekrachtigd en werd de politieke verklaring goedgekeurd door de Europese Raad.

Op 11 januari 2019 stelde de Raad een besluit vast waarbij machtiging werd verleend om het terug­trekkingsakkoord te ondertekenen, en zond hij zijn ontwerpbesluit betreffende de sluiting van het akkoord ter goedkeuring aan het Europees Parlement toe.

Verlengingen van de bij artikel 50 bedoelde termijn

Ondanks de verduidelijkingen in de briefwisseling van 14 januari 2019 tussen de Britse premier ­Theresa May en de voorzitters Tusk en Juncker en in weerwil van het aanvullende akkoord van 11 maart 2019 inzake een Instrument betreffende het terugtrekkingsakkoord en de Gezamenlijke verklaring ter aanvulling van de politieke verklaring kreeg de Britse regering niet de nodige steun van het parlement om tot de ondertekening en ratificatie van het terugtrekkingsakkoord over te gaan.

In antwoord op een verzoek van het VK om de termijn van 29 maart te verlengen, besloot de Europese Raad (art. 50) eerst een verlenging tot en met 12 april 2019 en vervolgens tot en met 31 oktober 2019 toe te staan. Deze besluiten werden in overeenstemming met het VK genomen.

De leiders van de EU-27 benadrukten dat het VK verplicht was in de periode van ­23 tot en met 26 mei 2019 verkiezingen voor het Europees Parlement te houden indien het land dan nog EU-lidstaat was. In totaal werden 751 leden van het Europees Parlement verkozen, onder wie 72 uit het VK.

Verdere voorbereidingen voor alle uitkomsten door alle betrokkenen

In heel 2019 zette de EU, net als het jaar daarvoor, in nauwe samenwerking met de lidstaten de werkzaamheden voort om op alle niveaus voorbereid te zijn op de gevolgen van de terugtrekking van het VK, en op een scenario zonder akkoord. In april, juni en september stelde de Commissie drie aanvullende mededelingen vast waarin zij de gecoördineerde aanpak van de Unie inzake de voorbereidingen en de onderliggende beginselen uiteenzette en de stand van de voorbereidingen op EU-niveau presenteerde. Zij deed een oproep tot alle betrokkenen om het nodige te doen om voorbereid te zijn op alle mogelijke uitkomsten.

Om de ergste gevolgen van een eventuele terugtrekking zonder akkoord voor de EU-27 te verzachten, stelde de Commissie eenzijdig een aantal noodmaatregelen vast, waaronder verschillende wetgevingsvoorstellen inzake bijvoorbeeld de coördinatie van de sociale zekerheid, Erasmus+, de mogelijkheid voor het VK om te blijven bijdragen aan de EU-begroting voor 2019 en 2020, en vismachti­gingen. Daarnaast werden op diverse gebieden nog eens zestig niet-wetgevingshandelingen aangenomen. ­Tevens publiceerde de Commissie 102 kennisgevingen om belanghebbenden te informeren over de gevolgen van een terugtrekking van het VK zonder akkoord.

De Commissie werkte nauw samen met de lidstaten om ervoor te zorgen dat de aanpak van de Unie coherent en effectief was. Zij organiseerde tal van seminars waarop per sector technische voorbereidingen werden besproken. Van januari tot maart bezocht de Commissie alle 27 overblijvende lidstaten om zich ervan te vergewissen dat de nationale noodplannen op schema lagen, en om de nodige verduidelijkingen inzake de voorbereidingen en de noodmaatregelen te verstrekken.

De onderhandelingen met de nieuwe Britse regering

Na het aftreden van Theresa May als premier verzocht de nieuwe Britse regering om aanpassingen van het aan het terugtrekkingsakkoord, zoals goedgekeurd door de Europese Raad (art. 50) op ­25 novem­ber 2018, gehechte Protocol inzake Ierland en Noord-Ierland. Ook wenste zij dat de ­politieke verklaring zou worden aangepast, zodat die het nieuwe ambitieniveau voor de toekomstige betrekkingen met de EU zou weerspiegelen.

Na onderhandelingen tussen de EU en het VK in september en oktober 2019 werd een akkoord ­bereikt over een herziene tekst van zowel het protocol als de politieke verklaring.

Op 17 oktober 2019 bekrachtigde de Europese Raad het herziene terugtrekkingsakkoord en keurde hij de herziene politieke verklaring goed.

Op 19 oktober diende het VK een verzoek in om de termijn van 31 oktober 2019 te verlengen. Om tijd te winnen voor de voltooiing van de ratificatie van het terugtrekkingsakkoord, nam de Europese Raad een besluit aan waarbij de bij artikel 50 bedoelde termijn werd verlengd tot en met 31 januari 2020. Het besluit werd genomen in overeenstemming met het VK.

Al die tijd bleef het VK een lidstaat met alle rechten en plichten uit hoofde van het EU-recht.

Het herziene terugtrekkingsakkoord

Het herziene protocol betreffende Ierland en Noord-Ierland voorziet in een juridisch werkbare oplossing om een harde grens op het eiland Ierland te vermijden, de economie van het gehele eiland en het Goede-Vrijdagakkoord (Akkoord van Belfast) in al zijn dimensies te beschermen en de integriteit van de interne markt te vrijwaren. Deze oplossing houdt rekening met de unieke omstandigheden op het eiland Ierland om de vrede en de stabiliteit te beschermen.

Noord-Ierland zal een beperkt aantal regels van de interne markt blijven volgen om een harde grens op het eiland te vermijden. Met het herziene protocol wordt ook een douanegrens op het eiland Ierland voorkomen. Terwijl Noord-Ierland deel blijft uitmaken van het douanegebied van het VK, zullen de Britse autoriteiten het douanewetboek van de Unie toepassen voor alle goederen die Noord-Ierland binnenkomen. Het protocol voorziet in passende EU-toezicht- en handhavingsmechanismen. De Noord-Ierse Assemblee zal een beslissende stem hebben in de toepassing van de relevante EU-wetgeving in Noord-Ierland op de lange termijn. In tegenstelling tot het vorige protocol heeft het herziene protocol een permanent karakter en wordt het niet vervangen door alternatieve regelingen.

Alle andere elementen van het terugtrekkingsakkoord blijven inhoudelijk ongewijzigd ten opzichte van het akkoord dat op 14 november 2018 werd bereikt. Het terugtrekkingsakkoord zorgt voor rechts­zekerheid op punten waar de terugtrekking van het VK uit de EU tot onzekerheid leidt: rechten van de burgers, financiële afwikkeling, een overgangsperiode tot ten minste eind 2020, governance, protocollen inzake Gibraltar en Cyprus en een reeks andere scheidingskwesties.

De herziene politieke verklaring

De belangrijkste wijziging in de herziene politieke verklaring betreft de toekomstige economische betrekkingen tussen de EU en het VK. De huidige Britse regering kiest voor een vrijhandelsovereenkomst. De verklaring bevestigt de ambitie om een rechten- en quotavrije vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en het VK te sluiten, en stelt dat harde toezeggingen inzake een gelijk speelveld moeten zorgen voor open en eerlijke concurrentie en oneerlijke concurrentievoordelen moeten voorkomen.

Op 22 oktober 2019 besloot de Commissie op initiatief van toenmalig gekozen voorzitter Von der Leyen om de bestaande taskforce te herstructureren en een nieuwe op te richten voor de betrekkingen met het VK. Michel Barnier werd benoemd tot hoofd van de taskforce, die de werkzaamheden van de Commissie inzake alle strategische, operationele, juridische en financiële kwesties in verband met de terugtrekking van het VK uit de EU zal coördineren. Het besluit trad op 16 november 2019 in werking.

Volgende stappen

Het terugtrekkingsakkoord kon pas in werking treden nadat het door de EU en het VK was geratificeerd.

Na het verkiezingsresultaat van 12 december 2019 was de verwachting dat het terugtrekkings­akkoord eind januari 2020 door beide partijen zou worden geratificeerd, waardoor het VK op ordelijke wijze zou kunnen vertrekken en niet langer een lidstaat van de EU zou zijn op 1 februari 2020.

Het terugtrekkingsakkoord voorziet in een overgangsperiode die tot en met 31 december 2020 loopt. Deze periode kan eenmalig met een of twee jaar worden verlengd, bij unaniem besluit van de EU en het VK op uiterlijk 1 juli 2020. Gedurende deze periode blijft het EU-recht van toepassing op en in het VK. De EU zal het VK behandelen alsof het een lidstaat was, uitgezonderd wat betreft de deelname aan instellingen en aan de bestuursstructuren van de EU.

De EU had een voorstel voor een onderhandelingsmandaat over de toekomstige betrekkingen met het VK klaar dat aan de Raad kon worden voorgelegd zodra het land niet langer een lidstaat van de EU zou zijn. De Commissie stond paraat om de onderhandelingen te beginnen zodra het mandaat was goedgekeurd.

Contact met de burger

Het Europees burgerinitiatief

Net als in 2012 — het jaar waarin het burgerinitiatief van kracht werd — heeft de Commissie in 2019 16 nieuwe burgerinitiatieven geregistreerd (ruim tweemaal zo veel als in 2018).

Die toename is vooral het gevolg van de speciale voorlichtingscampagne die in april 2018 is gestart. Daarbij werd het instrument onder de aandacht gebracht via sociale media en speciale evenementen in de EU-lidstaten. Verder bevordert het onlinesamenwerkingsplatform, dat in mei 2018 is opgezet, de uitwisseling van beste praktijken via een discussieforum. Ook verstrekt het platform onafhankelijk advies van deskundigen over juridische en organisatorische kwesties.

Op 17 april 2019 bereikten het Europees Parlement en de Raad overeenstemming over een hervorming van het Europees burgerinitiatief. De nieuwe regels, die in januari 2020 van toepassing zijn ­geworden, moeten het gemakkelijker maken voor burgers om initiatieven te organiseren en te steunen. Er is onder meer gezorgd voor verbeterde procedures, meer hulp en informatie voor burgers en nieuwe IT-hulpmiddelen. Een belangrijke vereiste en prioriteit is het opzetten van een centraal systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen, dat de Commissie zal beheren.

Op 13 juni 2019 is formeel een nieuwe verordening betreffende de transparantie en duurzaamheid van de EU-risicobeoordeling in de voedselketen vastgesteld. Dit instrument is tot stand gekomen naar aanleiding van een Europees burgerinitiatief over het EU-beleid inzake pesticiden.

Burgerdialogen

Bij de burgerdialogen is nog duidelijker geworden dat zowel populisme als mythen en desinformatie over Europa kunnen worden teruggedrongen als de EU de burger opzoekt en uitlegt hoe zij werkt en wat zij doet. Met de dialogen is de Commissie erin geslaagd een breder publiek bij het debat over Europa te betrekken. Daarbij is duidelijk geworden dat er een toenemende vraag is naar evenementen waar mensen zich kunnen uitspreken en gehoord worden.

Een van de prioriteiten van de Commissie-Juncker bestond erin het oor bij de burgers te luisteren te leggen en hen bij de vormgeving van de EU van de toekomst te betrekken. Dat streven heeft sinds januari 2015 al meer dan 1 800 burgerdialogen in meer dan 600 steden opgeleverd. Ruim 212 000 mensen ­­van alle leeftijden en achtergronden deden hieraan mee, evenals de voorzitter en vicevoorzitters van de Commissie, leden van de Commissie, leden van het Europees Parlement, nationale politici en EU-ambtenaren.

De burgerdialogen, die — dikwijls in samenwerking met nationale en lokale partners — worden opgezet als openbare discussiebijeenkomsten, zijn een belangrijk communicatiemiddel gebleken: de burger kan er rechtstreeks mee worden bereikt, zonder filters of tussenpartijen. De standpunten die burgers innamen bij de dialogen, hebben een rol gespeeld bij de beleidsvorming. In de toekomst zou hier nog meer gewicht aan kunnen worden toegekend.

Van luisteren naar echte betrokkenheid

De burgerdialogen zijn door de jaren heen geëvolueerd. Ze stonden onder meer in het teken van het debat over de toekomst van Europa naar aanleiding van het witboek van maart 2017 en vormden een aanvulling op de burgerraadplegingen in de EU-lidstaten. De dialogen zijn mettertijd uitgebreid met bottom-upworkshops, onlinediscussies en transnationale dialogen in grensregio’s.

Kaart van de geografische verdeling van de burgerdialogen in de periode 2014-2019

Sinds het aantreden van de Commissie-Juncker zijn er in heel Europa burgerdialogen gehouden.

De debatten hebben uitgewezen dat burgers het voortouw nemen bij verandering en hoge verwachtingen hebben van de circulaire en digitale economieën en van nieuwe vormen van democratische participatie. Mensen dringen aan op actie in verband met zaken als klimaatverandering en milieubescherming, maar verwachten ook dat de EU zorgt voor hun welzijn, levensstandaard en pensioen. De burgers zien de EU ook als waarborg voor hun landbouw- en plattelandstradities en voor hun Europese identiteit, cultuur en waarden.

De Commissie wil zeker met de burgers blijven samenwerken en hun participatie verder bevorderen door hulpmiddelen te ontwikkelen die het mogelijk maken nauwer met hen te overleggen en hun wensen en verwachtingen beter in het beleid te verwerken. De expertise die in de periode 2015–2019 is verworven, kan als uitgangspunt dienen voor de conferentie over de toekomst van Europa die Ursula von der Leyen heeft aangekondigd in het kader van “een nieuwe impuls voor de Europese democratie” — een van de politieke prioriteiten van de Commissie.

Een forum voor lopende debatten

De start van de dialogen in 2015 viel samen met een piek in het aantal vluchtelingen en migranten dat de EU bereikte. Een van de populairste onderwerpen was dan ook migratie. Het jaar daarop stonden de debatten vooral in het teken van zorgen over de toename van terrorisme en radicalisering in Europa, de gevolgen van de brexit en de betrekkingen met de nieuwe regering-Trump in de Verenigde Staten. In 2017 en 2018 spitsten de burgerdialogen zich meer en meer toe op de toekomst van de EU. Dit onderwerp stond ook in 2019 hoog op de agenda, naast zorgen over populisme, euroscepticisme, nepnieuws en desinformatie. Verder is er menig debat gevoerd over digitale transformatie, en met name kunstmatige intelligentie. Ten slotte waren klimaat en milieu populair, vooral onder jongeren.

Kinderen in schooluniformen wapperen in een park met Europese vlaggetjes

Kinderen planten bomen in het kader van de “Our Forests, Our Future”‑conferentie om te laten zien dat de EU zich inzet voor duurzame bosbouw, Brussel, België, 26 april 2019.

Werken aan de toekomst

In 2019 werden er 547 burgerdialogen gehouden in 27 lidstaten. Hieraan namen ruim 60 000 mensen deel. Voorafgaand aan hun informele bijeenkomst in mei in Sibiu, Roemenië, waren de leiders van de EU-27 daardoor op de hoogte van de dromen en de hoop die burgers koesteren voor de toekomst van Europa.

De conclusies van de dialogen en de onlineraadplegingen die in de loop van het jaar werden gehouden, zijn verwerkt in de visie die de Commissie heeft uiteengezet in “Europa in mei 2019: voorbereidingen voor een meer verenigde, sterkere en democratischere Unie in een steeds onzekerder wereld”. De boodschap was duidelijk: wil Europa tot bloei komen, dan moeten de EU-lidstaten samenwerken.

Dit document, waarin ook de feedback en reacties van de burgers zijn opgenomen, is gepresenteerd als de bijdrage van de Commissie aan de strategische agenda van de EU voor de periode 2019-2014, die in juni werd vastgesteld. Zie voor meer informatie de rubriek over de toekomst van Europa.

Communiceren over Europa

Doeltreffend met burgers communiceren in een heel continent stelt de EU voor een unieke uitdaging. Beleid en communicatie moeten hand in hand gaan. Vanuit die gedachte heeft de Commissie op 9 mei 2019 op de top in Sibiu in haar bijdrage aan de nieuwe strategische agenda voor het eerst vijf aanbevelingen gedaan voor communicatie die ten dienste staat van burgers en democratie. Aangezien ­communicatie over de EU een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van de EU-instellingen, de lidstaten en overheden op alle niveaus, houdt de eerste aanbeveling in dat er vaker via gezamenlijke boodschappen moet worden uitgelegd wat besluiten en beleidsmaatregelen voor burgers betekenen en wat de tastbare resultaten ervan zijn. Ten tweede wordt aanbevolen het contact en de interactie met de burger over EU-beleid en EU-kwesties op te voeren. De derde aanbeveling moet ervoor zorgen dat de EU-­instellingen in de toekomst nauwer samenwerken bij institutionele voorlichtingscampagnes van de EU op basis van gedeelde Europese waarden. In de vierde plaats pleit de Commissie ervoor de krachten te bundelen en desinformatie tegen te gaan met EU-voorlichting op basis van feiten. Ten slotte beveelt de Commissie aan om lesgeven en leren over de Europese Unie op alle onderwijsniveaus te bevorderen.

In maart 2019 lanceert de Europese Commissie de Leerhoek, om leerlingen in het lager en middelbaar onderwijs op speelse wijze kennis te laten maken met de EU, zowel in de klas als thuis.

In maart 2019 lanceert de Europese Commissie de Leerhoek, om leerlingen in het lager en middelbaar onderwijs op speelse wijze kennis te laten maken met de EU, zowel in de klas als thuis.

De EU in mijn regio

Gedurende de hele maand mei werd de campagne “Europa in mijn regio” gehouden, waarbij burgers werden uitgenodigd om in hun eigen buurt door de EU gefinancierde projecten te ontdekken. Zo’n half miljoen burgers bracht een bezoek aan in totaal 2 000 projecten. Deze campagne is een gezamenlijk project van de regio’s en de Commissie.

Workshops voor burgeroverleg: wat zijn de beleidsprioriteiten van de burger?

In 2017 introduceerde de Commissie een nieuw type evenement: workshops voor burgeroverleg. Tijdens deze workshops bespraken burgers zaken die voor hen van belang waren, formuleerden zij voorstellen voor de toekomst van Europa en bespraken zij deze ideeën vervolgens met een ­EU-beleidsmaker. Dit format waarbij burgers de leiding hadden over het gesprek, bleek een nuttig ­instrument voor het peilen van hun meningen. In 2019 werden in België, Italië, Cyprus, Hongarije, ­Polen en Finland acht workshops over de toekomst van Europa gehouden. Er werd met name ingegaan op gebieden waarop Europees optreden volgens burgers verschil zou kunnen uitmaken.

Debatten in verband met de verkiezingen voor het Europees Parlement

In 2018 en begin 2019 gingen de dialogen vaak over de verkiezingen voor het Europees Parlement. De deelnemers waren ongerust over het toenemende populisme en euroscepticisme in verschillende lidstaten en velen spraken hun zorg uit over desinformatie. Naar aanleiding hiervan werd gesproken over de tegenmaatregelen die Europa kan nemen, het destabiliserende effect dat buitenlandse ­mogendheden in een aantal landen kan hebben door belangrijke verkiezingen te beïnvloeden, de vrijheid van meningsuiting en de mogelijkheden om betrouwbare en onbetrouwbare informatiebronnen van elkaar te onderscheiden.

Een jaar van jongeren en actie

Bij veel dialogen in 2019 spraken jongeren hun zorg uit over de stand van de rechtsstaat in diverse lidstaten. Sommige deelnemers wilden weten wat de EU zou kunnen doen om ervoor te zorgen dat de rechtsstaat wordt gehandhaafd. In een aantal landen werd corruptie bijzonder zorgwekkend geacht.

Ook riepen de deelnemers politici op nationaal en EU-niveau op om zich actief te blijven inzetten voor de bescherming van het milieu, de bestrijding van klimaatverandering en het gebruik van schonere energie uit Europese bronnen.

Verschillende beelden van mensen die luisteren en deelnemen aan discussies

Burgerdialoog voor jongeren tijdens de top van Sibiu, Roemenië, 9 mei 2019.

Verder spraken zij de verwachting uit dat de EU de transitie naar een duurzamere samenleving regelt en faciliteert en ertoe aanzet de circulaire economie te ontwikkelen, voedselverspilling tegen te gaan en kunststofgebruik terug te dringen.

Bij veel burgerdialogen werden vragen gesteld over de aanhoudende loonkloof en de wenselijkheid van EU-maatregelen ter bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen in bestuursfuncties. Ook werd opgeroepen tot een socialer Europa, met meer Europees geld voor de aanpak van sociale problemen en minder ongelijkheid tussen en binnen de lidstaten.

Op 8 mei werd in Sibiu de jongerendialoog gehouden onder het motto “Let’s shape the future of Europe together!” Meer dan 300 jongeren tussen de 18 en 25 jaar kwamen uit heel Europa bijeen om aan de vooravond van de top van 9 mei met EU-leiders in gesprek te gaan over de toekomst van Europa. Zij brainstormden en debatteerden over vijf hoofdthema’s: betrokkenheid, democratie, rechtvaardigheid, digitaal Europa en klimaatverandering. Wat de toekomst van Europa betreft, vroegen de jongeren om meer invloed op de beleidsvorming, met name gezien de recente toename van het jongerenactivisme in verband met de klimaatcrisis.

Vooruitblik

In dit verslag is ingegaan op de vele resultaten die de EU heeft geboekt in 2019 en op de uitdagingen die ons nog wachten. Inmiddels staan er nieuwe leiders aan het roer, en nu de burgers nauwer dan ooit betrokken zijn bij het democratisch bestel van Europa, kan de EU die uitdagingen vol vertrouwen aangaan.

Wanneer dit verslag in het voorjaar van 2020 wordt gepubliceerd, is de EU druk doende om de Europese Green Deal uit te voeren, Europa klaar te maken voor het digitale tijdperk, te zorgen voor sociale rechtvaardigheid en welvaart in een economie die werkt voor de mensen, en om de conferentie over de toekomst van Europa voor te bereiden. En dit is maar een greep uit de vele prioriteiten en initiatieven die aan bod zullen komen in het algemeen verslag over 2020.

Hoe neemt u contact op met de EU?

Kom langs

Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Bel of mail

Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

— te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen);

— te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of

— een e-mail te sturen via: https://europa.eu/european-union/contact_nl

Waar vindt u informatie over de EU?

Online

Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op:
https://europa.eu/european-union/index_nl

EU-publicaties

U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen op: https://op.europa.eu/nl/publications (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie https://europa.eu/european-union/contact_nl).

EU-wetgeving en aanverwante documenten

Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1952 in alle officiële talen, krijgt u op EUR-Lex op: https://eur-lex.europa.eu

Open data van de EU

Het opendataportaal van de EU (https://data.europa.eu/euodp/nl) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.

Meer informatie

De EU in 2019 — Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie

Europese Commissie
Directoraat-generaal Communicatie
Dienst Redactie en Publieksinformatie
1049 Brussel
BELGIË

De EU in 2019 — Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie
is op 19 februari 2020 door de Europese Commissie goedgekeurd
onder nummer C(2020) 860.

Identificatiegegevens

Algemeen Verslag over de werkzaamheden van de Europese Unie

Print ISBN 978-92-76-14806-7 ISSN 1608-7291 doi:10.2775/215822 NA-AD-20-001-NL-C
PDF ISBN 978-92-76-14783-1 ISSN 1977-351X doi:10.2775/2393 NA-AD-20-001-NL-N
EPUB ISBN 978-92-76-14738-1 ISSN 1977-351X doi:10.2775/460557 NA-AD-20-001-NL-E
HTML ISBN 978-92-76-14767-1 ISSN 1977-351X doi:10.2775/86738 NA-AD-20-001-NL-Q

Belangrijkste punten

Print ISBN 978-92-76-14887-6 ISSN 2443-9185 doi:10.2775/889917 NA-AP-20-001-NL-C
PDF ISBN 978-92-76-14875-3 ISSN 2443-941X doi:10.2775/501469 NA-AP-20-001-NL-N
EPUB ISBN 978-92-76-14841-8 ISSN 2443-941X doi:10.2775/953909 NA-AP-20-001-NL-E

De Europese Commissie is niet aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit hergebruik van deze publicatie.

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2020
© Europese Unie, 2020

Het beleid ten aanzien van hergebruik van documenten van de Europese Commissie wordt uitgevoerd overeenkomstig Besluit 2011/833/EU van de Commissie van 12 december 2011 betreffende het hergebruik van documenten van de Commissie (PB L 330 van 14.12.2011, blz. 39).

Tenzij anders vermeld, is hergebruik van dit document toegestaan krachtens een Creative Commons Attribution 4.0 International (CC BY 4.0)-licentie (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/). Dit betekent dat hergebruik is toegestaan, mits de bron correct wordt aangegeven en eventuele wijzigingen worden vermeld.

Voor het gebruik of de reproductie van onderdelen die niet het eigendom zijn van de Europese Unie, kan het nodig zijn rechtstreeks om toestemming van de respectieve houders van het recht te verzoeken.

FOTO’S
Alle foto’s © Europese Unie, tenzij anders aangegeven.

Op de omslag

  1. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, presenteert de Europese Green Deal aan de Europese Raad, Brussel, België, 12 december 2019. (© Europese Unie, 2019)
  2. De leiders van de EU-27 komen bijeen voor een informele Europese Raad om de toekomst van de Europese Unie te bespreken, Sibiu, Roemenië, 9 mei 2019. (© Europese Unie, 2019)
  3. Deelnemers aan DiscoverEU tijdens de allereerste DiscoverEU-bijeenkomst, Nijmegen, Nederland, 12 juli 2019. (© Europese Unie, 2019)
  4. Rugbywedstrijd voor jongeren naast het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Europese Commissie, in het kader van de Europese Week van de Sport, Brussel, België, 23 september 2019. (© Europese Unie, 2019)
  5. De vier nieuwe leiders van de instellingen van de Europese Unie: Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, David Sassoli, voorzitter van het Europees Parlement, Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, Brussel, België, 1 december 2019. (© Europese Unie, 2019)
  6. Reclame in station Brussel-Luxemburg voor de EU-campagne “Deze keer stem ik”, die ertoe oproept om bij de Europese verkiezingen te gaan stemmen, Brussel, België, 24 mei 2019. (© Europese Unie, 2019)
  7. Kinderen planten bomen in het kader van de “Our Forests, Our Future”-conferentie om te laten zien dat de EU zich inzet voor duurzame bosbouw, Brussel, België, 26 april 2019. (© Europese Unie, 2019)
  8. Antonio Tajani, voormalig voorzitter van het Europees Parlement, schudt de hand van David Sassoli, huidig voorzitter van het Europees Parlement. (© Europese Unie, 2019)
  9. Charles Michel, huidig voorzitter van de Europese Raad, schudt de hand van Donald Tusk, voormalig voorzitter van de Europese Raad. (© Europese Unie, 2019)
  10. Ursula von der Leyen, huidig voorzitter van de Europese Commissie, en Jean-Claude Juncker, voormalig voorzitter, onthullen het portret van Juncker in de Presidents’ Gallery van het Berlaymontgebouw, het hoofdkwartier van de Europese Commissie, Brussel, België, 3 december 2019. (© Europese Unie, 2019)
  11. EU-hulpverleners tijdens een werkbespreking met de lokale Albanese autoriteiten na de aardbeving met een kracht van 6,4 op de schaal van Richter, Krujë, Albanië, 4 december 2019. (© Europese Unie, 2019)

De EU in 2018