Het EU-Trustfonds Bêkou voor de Centraal-Afrikaanse Republiek: ondanks enkele tekortkomingen een hoopvolle start
Over het verslag: Het EU-trustfonds Bêkou voor de Centraal-Afrikaanse Republiek, het eerste dat door de Europese Commissie wordt beheerd, werd in 2014 opgericht om een van minst ontwikkelde landen ter wereld te ondersteunen. Wij beoordeelden de rechtvaardiging van de oprichting van het fonds, het beheer ervan en het behalen van de doelstellingen tot nu toe. Hoewel het fonds enkele tekortkomingen kent, concluderen wij dat de keuze om het fonds op te richten onder de gegeven omstandigheden gepast was. Het beheer is in drie opzichten nog niet optimaal: de coördinatie tussen belanghebbenden, de transparantie, snelheid en kosteneffectiviteit van de procedures en het monitoren en evalueren van mechanismen. Er zijn echter tot dusver over het algemeen positieve resultaten behaald. Onze aanbevelingen zouden moeten helpen de opzet en het beheer van dit trustfonds en andere EU-trustfondsen te verbeteren.
Samenvatting
IEen trustfonds is een fonds dat met financiële bijdragen van een of meer donoren is opgericht voor een specifieke ontwikkelingsdoelstelling, vaak in reactie op crises als natuurrampen of conflicten. Sinds 2013 heeft de Europese Commissie de mogelijkheid om “trustfondsen van de Unie voor externe maatregelen” op te richten voor noodsituaties, operaties na een noodsituatie of crisis, of thematische acties.
IIHet EU-trustfonds Bêkou voor de Centraal-Afrikaanse Republiek, het eerste EU-trustfonds dat door de Europese Commissie wordt beheerd, werd in juli 2014 in het leven geroepen. De donoren ervan zijn de Europese Unie, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië en Zwitserland hebben, die in totaal 146 miljoen euro hebben bijgedragen om het land te helpen bij het vinden van een uitweg uit de crises en bij de wederopbouw.
IIIAl tientallen jaren kent de Centraal-Afrikaanse Republiek slecht bestuur, hoge armoede en conflicten. Het is een van de minst ontwikkelde en armste landen ter wereld en stond in 2016 op de laatste plaats van de menselijke ontwikkelingsindex van de UNDP.
IVBij deze controle werd gekeken naar de eerste ervaringen van de Europese Commissie met een eigen trustfonds. Wij hebben beoordeeld of de oprichting ervan gerechtvaardigd was, hoe goed het is beheerd en of de doelstellingen ervan tot dusver zijn bereikt.
VHoewel een formeel gestructureerde beoordeling van de keuze voor een financieringsconstructie en een omvattende behoefteanalyse niet zijn gemaakt, concluderen wij dat de keuze om het Bêkou-trustfonds op te richten en de opzet ervan onder de gegeven omstandigheden passend waren.
VIIn drie opzichten is het volledige potentieel van het beheer van het Bêkou-trustfonds nog niet bereikt: het Bêkou-trustfonds heeft beperkte invloed gehad op de coördinatie tussen belanghebbenden, de procedures zouden transparanter, sneller en kosteneffectiever kunnen zijn, en de monitorings- en evaluatiemechanismen moeten nog volledig worden ontwikkeld.
VIIMet het Bêkou-trustfonds zijn tot dusver over het algemeen positieve resultaten behaald. Het fonds heeft steun aangetrokken, maar slechts weinig nieuwe donoren, en de meeste projecten ervan hebben hun verwachte output opgeleverd. Het fonds maakt de EU zichtbaarder.
VIIIWe doen een aantal aanbevelingen om de Commissie te helpen de opzet en het beheer van het Bêkou-trustfonds, en van EU-trustfondsen in het algemeen, in de toekomst te verbeteren. Wij bevelen aan dat de Commissie:
- verdere richtsnoeren uitwerkt voor de keuze van een steunconstructie en voor de behoefteanalyses waarmee de toepassingsgebieden van trustfondsen worden vastgesteld,
- de donorcoördinatie, de selectieprocedures en de prestatiemeting verbetert, en de administratieve kosten optimaliseert.
Inleiding
EU-trustfondsen: een nieuw instrument voor ontwikkelingshulp
01Een trustfonds is een fonds dat met financiële bijdragen van een of meer donoren is opgericht voor een specifieke ontwikkelingsdoelstelling, en wordt doorgaans beheerd door een internationale organisatie, zoals de Wereldbank of de Verenigde Naties. Trustfondsen zijn in zwang sinds de jaren 1990 en worden steeds vaker gebruikt als financieringsconstructie voor internationale samenwerking. Deze worden vaak opgezet in reactie op crises, zoals natuurrampen of conflicten.
02Sinds 2013 bestaat de mogelijkheid om, door middel van een overeenkomst tussen de Europese Commissie en andere donoren, “trustfondsen van de Unie voor externe maatregelen” op te richten voor noodsituaties, operaties na een noodsituatie of crisis, of thematische acties1. Voor elk trustfonds wordt een door de Commissie voorgezeten bestuursorgaan opgericht om de donoren en de niet-bijdragende lidstaten te vertegenwoordigen, en om te beslissen hoe de middelen worden gebruikt.
03Het EU-trustfonds Bêkou2 voor de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) werd in juli 2014 opgericht om het land te helpen bij het vinden van een uitweg uit de crises en bij de wederopbouw. Het is het eerste van vier trustfondsen die tot nu toe door de Europese Commissie worden beheerd3. De vier oorspronkelijke donoren waren de Europese Unie (EU), Frankrijk, Duitsland en Nederland, waarna Italië en Zwitserland in 2015 partners werden. Eind 2016 bedroegen de toezeggingen aan het Bêkou-trustfonds in totaal 146 miljoen euro, waarvan ongeveer drie kwart afkomstig is uit de EU-begroting en het Europees Ontwikkelingsfonds. Aan het einde van 2016 was in totaal 86 miljoen euro daadwerkelijk ontvangen.
04Volgens de oprichtingsovereenkomst is het de belangrijkste doelstelling van het trustfonds om samenhangende, gerichte steun te bieden voor de weerbaarheid van kwetsbare groepen, en om de Centraal-Afrikaanse Republiek op alle gebieden van wederopbouw en de uitweg uit de crises te ondersteunen, om acties op korte, middellange en lange termijn te coördineren, en om buurlanden te helpen om te gaan met de gevolgen van de crisis4.
De Centraal-Afrikaanse Republiek: een land in crisis
05De Centraal-Afrikaanse Republiek is een van de minst ontwikkelde en armste landen ter wereld en stond in 2016 op de laatste plaats van de menselijke ontwikkelingsindex van de UNDP. Dit is het geval ondanks de grote minerale reserves en andere natuurlijke hulpbronnen, zoals uranium, ruwe olie, goud, diamanten, kobalt, hout en hydro-elektrische energie. De huidige bevolking van 4,5 miljoen leeft verspreid over een groot grondgebied van 623 000 km² (ongeveer zo groot als Frankrijk en België samen). Sinds het land in 1960 onafhankelijk werd, heeft de Centraal-Afrikaanse Republiek geleden onder conflicten, slecht bestuur, veel armoede en ongelijkheid, en een gebrek aan investeringen van de particuliere sector. De meeste mensen in de Centraal-Afrikaanse Republiek leven momenteel in een onzekere situatie en meer dan de helft van de bevolking heeft humanitaire hulp nodig. Ongeveer 450 000 mensen zijn in eigen land ontheemd en een vergelijkbaar aantal mensen is gevlucht naar de buurlanden.
06Van 2014 tot begin 2016 werd een overgangsregering ingesteld nadat de vorige regering op gewelddadige wijze was afgezet. In maart 2016 traden na democratische verkiezingen een nieuwe president en regering aan. In oktober 2016 hebben de autoriteiten van de Centraal-Afrikaanse Republiek en donoren een vijfjarenplan voor nationaal herstel en vredesopbouw gepubliceerd.
07Tot 2014 werd de Centraal-Afrikaanse Republiek aangemerkt als “stiefkindje”5 vanwege de beperkte steun die het land ontving van de internationale donorgemeenschap. Daarna heeft het land aanzienlijk meer steun ontvangen. Door de voortdurende conflicten heeft de bevolking echter nog steeds dringend behoefte aan humanitaire hulp6.
08De EU is al meer dan dertig jaar een partner van de Centraal-Afrikaanse Republiek en is nog steeds een van de voornaamste ontwikkelingspartners van het land. Tussen 2013 en 2016 heeft de EU het land met meer dan 500 miljoen euro aan hulp ondersteund7. De EU heeft voor een “brede aanpak”8 gekozen, waarbij bijstand wordt verleend via het Bêkou-trustfonds, traditionele ontwikkelingshulp, drie militaire missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, civiele crisisrespons, en humanitaire hulp.
09De agentschappen van de Verenigde Naties (VN) en Frankrijk zijn eveneens belangrijke actoren in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Bijlage II bevat een lijst van zeven VN-trustfondsen die actief zijn in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het land ontvangt ook steun van verscheidene andere partners, zoals de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, de Wereldbank en andere EU-landen.
Reikwijdte en aanpak van de controle
10Bij deze doelmatigheidscontrole werd de eerste ervaringen van de Europese Commissie met het gebruik van een eigen trustfonds als financieringsconstructie onderzocht. Wij hebben beoordeeld of de oprichting van het fonds gerechtvaardigd was, hoe goed het is beheerd en of de doelstellingen ervan tot dusver zijn bereikt.
11De controle was gericht op de periode vanaf de oprichting van het trustfonds in 2014 tot en met het einde van 2016. Wij onderzochten alle elf projecten en de 31 respectieve gefinancierde contracten (zie bijlage I). Wij onderzochten verschillende documenten betreffende de oprichting van het fonds en het ontwerp van de projecten, de procedures voor de selectie van de uitvoerende organisaties en de monitoring en evaluatie van projecten (tussentijdse verslagen en externe evaluatieverslagen). Daarnaast hebben wij de bezoeken ter plaatse afgelegd in de Centraal-Afrikaanse Republiek en aan het hoofdkwartier van drie van de donoren van het fonds. Daardoor waren wij in staat om gesprekken te voeren met diverse belanghebbenden en om een bezoek te brengen aan drie projecten.
Opmerkingen
Hoewel er een beperkte analyse aan ten grondslag lag, waren zowel de keuze om het Bêkou-trustfonds op te richten als de opzet ervan onder de gegeven omstandigheden passend
12In dit deel wordt een kort overzicht gegeven van de situatie in het land op het moment dat het Bêkou-trustfonds werd opgericht, waarna de opzet van het fonds vanuit twee invalshoeken wordt geanalyseerd: de keuze van een trustfonds als financieringsconstructie en het toepassingsgebied van het Bêkou-trustfonds.
Met het Bêkou-trustfonds is snel gereageerd op een moeilijke situatie in het land
13In 2014 werd de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek gekenmerkt door de nasleep van een grote politieke en veiligheidscrisis die in 2012 escaleerde. Dit heeft een ongeëvenaarde humanitaire crisis en economische recessie veroorzaakt. In december 2013 riepen de Verenigde Naties voor het land een zogenaamde noodsituatie van niveau 39 uit. De situatie werd gekenmerkt door een aaneengesloten reeks10 van humanitaire en ontwikkelingsproblemen en zwakke overheden die niet in staat waren om aan de behoeften van de bevolking te voldoen.
Deze context bracht ook aanzienlijke beperkingen met zich voor de verlening van EU-steun: dat een democratisch gekozen regering op dat moment ontbrak, betekende dat de Commissie geen nationaal indicatief programma (NIP)11 kon vaststellen voor de steun uit de nationale toewijzing voor de Centraal-Afrikaanse Republiek uit het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).
15De oprichting van het Bêkou-trustfonds voor de Centraal-Afrikaanse Republiek was dus een snelle reactie op de behoefte aan een gecoördineerd instrument waarmee noodhulp, herstel en ontwikkeling aan elkaar konen worden gekoppeld. In de eerste helft van 2014 werd de motivering voor de keuze van een dergelijk steuninstrument binnen de Europese Commissie zowel op politiek als op technisch niveau besproken met een breed scala aan donoren en met de overgangsregering van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Deze besprekingen hebben tot een consensus geleid, met name met betrekking tot de noodzaak om op een andere manier hulp te verlenen, waarbij humanitaire en ontwikkelingsbenaderingen worden geïntegreerd en van het coördineren van hulp naar een bundeling van middelen wordt gegaan. Deze gemeenschappelijke analyse vormde de basis voor de oprichting van het Bêkou-trustfonds.
16Het fonds werd in een zeer kort tijdsbestek opgericht: de eerste besprekingen werden begin 2014 gehouden en de oprichtingsovereenkomst werd in juli 2014 ondertekend door de Commissie, Frankrijk, Duitsland en Nederland.
De Commissie heeft geen formeel gestructureerde analyse voorbereid van de keuze voor de financieringsconstructie
17Het Financieel Reglement bevat een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een EU-trustfonds op te richten: i) toegevoegde waarde voor de interventie van de Unie, d.w.z. de doelstellingen van het trustfonds kunnen beter worden verwezenlijkt op EU-niveau dan op nationaal niveau, ii) politieke zichtbaarheid en voordelen met betrekking tot het beheer, iii) trustfondsen moeten niet worden opgericht als deze louter een doublure vormen van andere financieringskanalen of vergelijkbare instrumenten, zonder enige additionaliteit op te leveren.
18De verbintenissen die de EU is aangegaan op de fora op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp (zie tekstvak 1) en de richtsnoeren van DG DEVCO over EU-trustfondsen wijzen erop dat trustfondsen niet zouden moeten uitgroeien tot een standaarduitvoeringsinstrument.
Tekstvak 1
De fora op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp roepen op tot terughoudendheid bij het opzetten van nieuwe hulpkanalen
De voortdurende inspanning om de hulpverstrekking te moderniseren, werd gekenmerkt door vier evenementen: de fora op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp in Rome (2003), Parijs (2005), Accra (2008) en Busan (2011). Dankzij deze evenementen, waarbij tot dusver meer dan 100 landen betrokken zijn, zijn de beginselen voor doeltreffende steun geformuleerd.
Eén toezegging die na het forum van 2008 in Accra werd gedaan, is dat donoren ervoor zullen zorgen dat bestaande hulpverleningskanalen worden gebruikt en, indien nodig, versterkt, vóórdat afzonderlijke nieuwe kanalen worden gecreëerd die het risico van verdere versnippering met zich meebrengen en de coördinatie op nationaal niveau ingewikkelder maken12. Tijdens een rondetafelconferentie werden donoren gevraagd om twee keer na te denken voordat zij nieuwe fondsen oprichten en om duidelijk te controleren of daarmee toegevoegde waarde wordt gecreëerd13. Op het forum van Busan in 2011 bekrachtigde de EU haar in Accra gedane toezegging dat zij zich terughoudend zal opstellen om verdere wildgroei aan fondsen te voorkomen14.
De Verenigde Naties en de Wereldbank hebben beide procedures vastgesteld om de keuze voor een trustfonds als financieringsconstructie te rechtvaardigen. Het VN-bureau voor multipartnertrustfondsen (MPTFO), dat de VN helpt om mechanismen voor gezamenlijke financiering te beheren, heeft bijvoorbeeld handleidingen gepubliceerd met advies over de oprichting van trustfondsen. Daarin wordt aanbevolen om een voorbereidende haalbaarheidsstudie te maken alsook een analyse van de functies en de meerwaarde van een dergelijk fonds15.
20De Commissie heeft tot dusver alleen de vereisten van het Financieel Reglement overgenomen in de beschikbare richtsnoeren. Zij heeft nog geen methode ontwikkeld om deze toe te passen, zodat snel een gestructureerde evaluatie kan worden gemaakt van de comparatieve voordelen van trustfondsen ten opzichte van andere instrumenten. Voorafgaand aan het oprichten van het Bêkou-trustfonds bestond er geen formeel gestructureerde analyse op basis van de voorschriften uit het Financieel Reglement, hoewel de Commissie wel een aantal besprekingen heeft georganiseerd (zie paragraaf 15).
Een omvattende behoefteanalyse om aan te tonen welke lacunes het Bêkou-trustfonds zou opvullen, ontbrak
21Behoefteanalyses zijn een belangrijke stap om het toepassingsgebied van ontwikkelingshulp te bepalen, aangezien daarmee de behoeften kunnen worden vastgesteld en de steun kan worden geprioriteerd. Zij helpen ook om ervoor te zorgen dat de nieuwe financieringsconstructie bestaande instrumenten niet overlapt, en kunnen als basis dienen voor het opzetten van steunmaatregelen die zich lenen voor een taakverdeling met andere donoren.
22Hoewel in verschillende, vóór de oprichting van het Bêkou-trustfonds opgestelde, interne documenten van de Commissie werd erkend dat de Centraal-Afrikaanse Republiek bijstand nodig had, was de behoefteanalyse onvolledig. De volgende zaken ontbreken namelijk: een beoordeling van de algemene behoeften van de Centraal-Afrikaanse Republiek, een inventarisatie van de behoeften waarin door bestaande steuninstrumenten wordt voorzien, en - dus - een analyse van de lacunes in de steunverlening die moeten worden opgevuld, een beoordeling van de vereiste financiële middelen en een prioritering van de steun.
23Volgens zijn oprichtingsovereenkomst heeft het Bêkou-trustfonds als belangrijkste doelstelling om samenhangende, gerichte steun te bieden voor de weerbaarheid van kwetsbare groepen, en om de Centraal-Afrikaanse Republiek op alle gebieden van wederopbouw en de uitweg uit de crises te ondersteunen, om acties op korte, middellange en lange termijn te coördineren, en om buurlanden te helpen om te gaan met de gevolgen van de crisis16. Dit is ruim geformuleerd. Een omvattende behoefteanalyse had kunnen dienen als basis voor een gedetailleerdere formulering van doelstellingen (zie ook paragraaf 50). Ook zou duidelijker kunnen zijn aangegeven hoe en waarom de activiteiten van het fonds relevant zijn voor de doelstelling, en welke specifieke lacunes door het fonds worden opgevuld.
24Op strategisch niveau heeft de Commissie ervoor gezorgd dat het Bêkou-trustfonds geen doublure is van andere financieringskanalen. Van 2014 tot en met 2016 werd door de nationale toewijzing uit het EOF voor de Centraal-Afrikaanse Republiek een beperkt aantal activiteiten gefinancierd die zich op andere gebieden concentreerden dan die welke werden afgedekt door het Bêkou-trustfonds, zoals onderwijs of nationaal gezondheidsbeleid17. Hoewel ten minste zeven VN-trustfondsen actief zijn in de Centraal-Afrikaanse Republiek, hebben zes daarvan duidelijk een ander thematisch toepassingsgebied dan het Bêkou-trustfonds. De enige uitzondering is het VN-multipartnertrustfonds Ezingo, dat ook op de stabilisering en het herstel van de Centraal-Afrikaanse Republiek is gericht. Dit fonds verschilt echter aanzienlijk van het Bêkou-trustfonds qua steunvolume en aantal activiteiten, het type gefinancierde projecten en de steunontvangers18.
25Op projectniveau zijn met het Bêkou-trustfonds soortgelijke behoeften aangepakt als met eerdere EU-steun. Sommige projecten zorgen inderdaad voor continuïteit van projecten die eerder werden gefinancierd door andere EU-steuninstrumenten (zie tekstvak 2). Zij hebben echter een andere benadering geïntroduceerd en aanvullende weerbaarheidsactiviteiten. Een aantal van de overige projecten zijn innovatief en verschillen van de eerder in de Centraal-Afrikaanse Republiek gefinancierde projecten. Een voorbeeld is het project voor economisch herstel dat microkredieten aan kleine lokale ondernemingen verstrekt.
Tekstvak 2
Voorbeelden van projecten van het Bêkou-trustfonds die inspelen op soortgelijke behoeften als andere met EU-steun gefinancierde projecten
In het kader van sommige projecten van het Bêkou-trustfonds zijn activiteiten overgenomen die door andere EU-steuninstrumenten werden gesteund. Hieronder is een lijst met voorbeelden opgenomen:
- Twee projecten van DG ECHO met ngo’s in de zorgsector werden opgevolgd door projecten van het Bêkou-trustfonds met dezelfde ngo’s. Deze twee ngo’s steunden 25 plaatselijke gezondheidscentra om die te helpen betere primaire gezondheidszorg te leveren. DG ECHO, Unicef en het Humanitarian Fund van de VN gaven ook steun aan een van deze ngo’s voor activiteiten in de gezondheidssector.
- In 2014 zijn door het EU-instrument voor de bijdrage aan stabiliteit en vrede in het derde en vijfde district van Bangui arbeidsintensieve werkzaamheden gefinancierd (travaux à haute intensité de main d’oeuvre) die vergelijkbaar zijn met het project voor stadsherstel van het Bêkou-trustfonds. Bij deze aanpak worden mensen uit de plaatselijke bevolking ingehuurd voorbasisactiviteiten voor stadsherstel. Doel is de infrastructuur te herstellen en tegelijkertijd inkomsten te genereren voor de meest kwetsbare groepen.
- In het kader van het tiende EOF werd in 2014 een voedselzekerheidsproject opgezet, dat vervolgens echter werd geannuleerd. Het was bedoeld om financiering te bieden aan de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties om programma’s voor de opbouw van de weerbaarheid van de gemeenschap (caisses de resilience) te leiden, om de dialoog tussen gemeenschappen rond nomadische graslandroutes te bevorderen, en om de voedselzekerheid te verbeteren in het gebied rond Bangui, wat vergelijkbaar is met het voedselzekerheidsproject van het Bêkou-trustfonds. Vijf sinds 2014 in het kader van het EU-financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking met deze organisatie en met ngo’s ondertekende overeenkomsten hadden betrekking op soortgelijke activiteiten (steun voor veefokkers, dialoog tussen gemeenschappen, en weerbaarheid op het gebied van voedsel).
- Eén project van het Bêkou-trustfonds was gericht op de bescherming van dierlijke ecosystemen in het noord- en zuidoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het werd voorafgegaan door een project in het kader van het tiende EOF waarbij soortgelijke activiteiten waren ontplooid in het noordoosten van het land.
De donorgemeenschap en ontwikkelingslanden noemen partnerschappen tussen donoren belangrijk in het licht van kwetsbaarheid en crisis19. Vóór de bekendmaking van het nationale plan voor herstel en vredesopbouw, in oktober 2016, ontbrak het de donoren die de Centraal-Afrikaanse Republiek ondersteunden aan een gezamenlijke strategische kader. Lopende initiatieven op basis van dit nationale herstelplan kunnen ertoe leiden dat in de loop van 2017 een duidelijker werkverdeling wordt geformuleerd (zie tekstvak 3).
Tekstvak 3
Het nationale plan voor herstel en vredesopbouw 2017-2021: een basis voor een toekomstige taakverdeling
Een nieuwe nationale strategie voor de Centraal-Afrikaanse Republiek, het nationale plan voor herstel en vredesopbouw 2017-2021, werd opgesteld door de overheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek met steun van de EU, de Verenigde Naties en de Wereldbankgroep, en werd in oktober 2016 gepubliceerd. Hierin wordt een voorstel gedaan voor drie prioritaire pijlers: i) vrede, veiligheid en verzoening bevorderen, ii) het sociale contract tussen de staat en de bevolking hernieuwen, en iii) het herstel van de economie en de productiesector mogelijk maken20. Het plan is onderverdeeld in elf strategische doelstellingen, waarbij de totale behoeften zijn geraamd op 3,2 miljard Amerikaanse dollar21.
Het Bêkou-trustfonds kan acties in het kader van alle drie de pijlers van het nationale plan voor herstel en vredesopbouw financieren. Zoals reeds vermeld in paragraaf 14, werd, toen het fonds werd opgericht, steunverstrekking uit het EOF gehinderd door het ontbreken van een nationaal indicatief programma (NIP) voor de Centraal-Afrikaanse Republiek. DG DEVCO stelt momenteel een NIP op in het kader van het elfde EOF. Het totaalbedrag is 382 miljoen euro, waarvan 208 miljoen euro nieuwe financiering is. Het NIP kan ook maatregelen bevatten in het kader van alle drie de pijlers. Een gedeelte van de NIP-middelen wordt overgeheveld naar het Bêkou-trustfonds. In totaal zijn 31 donoren van de Centraal-Afrikaanse Republiek van plan om ten minste één pijler van het nationale plan voor herstel en vredesopbouw te financieren. In maart 2017 was niet in detail vastgesteld hoe de taken voor de uitvoering van dit plan zouden worden verdeeld tussen het Bêkou-trustfonds, andere EU-instrumenten en andere donoren.
Het beheer van het Bêkou-trustfonds is nog niet optimaal
28Wij onderzochten het beheer van het Bêkou-trustfonds vanuit drie perspectieven: coördinatie met andere donoren en de autoriteiten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, transparantie en snelheid van de procedures en de kosteneffectiviteit van de hulpverlening, en de monitorings- en evaluatiemechanismen.
Het Bêkou-trustfonds had een beperkte invloed op de coördinatie tussen belanghebbenden
29De ervaring heeft geleerd dat de reactie van de internationale gemeenschap, in noodsituaties en situaties na een crisis, ongeorganiseerd en gefragmenteerd kan worden vanwege de tekortkomingen van lokale overheden in combinatie met een plotselinge stijging van het aantal donoren. Dit belemmert een doeltreffende en duurzame bijdrage aan de wederopbouw van een land. Trustfondsen van de EU zijn speciaal ontworpen voor dergelijke situaties. Een trustfonds kan een geschikte oplossing zijn, omdat daarvan wordt verwacht dat het als collectief optreedt namens de EU en de donoren ervan22.
30Gezien het grote aantal donoren en actoren in de Centraal-Afrikaanse Republiek is coördinatie belangrijk. Trustfondsen kunnen ook een nuttig platform bieden om de coördinatie met de onafhankelijk van het fonds gefinancierde projecten te verbeteren. Dit geldt met name voor de coördinatie tussen donoren van het fonds maar eventueel ook voor de coördinatie op grotere schaal met andere donoren. Van het Bêkou-trustfonds werd verwacht dat het een coördinatiemechanisme zou worden waarmee de internationale gemeenschap op gecoördineerde wijze kan bijdragen tot de stabilisatie van de Centraal-Afrikaanse Republiek23. Het was de bedoeling dat het Bêkou-trustfonds verder zou gaan dan coördinatie tussen de lidstaten en een echte gezamenlijke organisatie zou opzetten24, waarbij sprake was van ideeën als het poolen van middelen en de capaciteit voor het analyseren, vaststellen en uitvoeren van projecten, gezamenlijke missies, een specifieke eenheid met personeel voor de coördinatie van donoren en het onderhouden van contacten met de partners, of gemeenschappelijke thematische werkgroepen.
31Er is weinig bewijs dat de oprichting van het Bêkou-trustfonds tot het bestendigen van de donoractiviteiten in de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft bijgedragen langs de lijnen zoals beschreven in paragraaf 29, hetzij onmiddellijk na de oprichting ervan, of in de tussenliggende periode (zie tekstvak 4). De donoractiviteit buiten het fonds om is sinds 2014 op een vergelijkbaar niveau gebleven en in sommige gevallen zelfs gestegen (zie ook de paragrafen 55-61 over de betrokkenheid van andere donoren). De beheerder van het fonds heeft vastgesteld dat de fragmentatie van steuninstrumenten en actoren in de Centraal-Afrikaanse Republiek een grote uitdaging vormt.
Tekstvak 4
Sommige donoren hebben hun activiteit buiten het fonds sinds 2014 verhoogd
Duitsland voert zijn bilaterale activiteiten in de Centraal-Afrikaanse Republiek op. In 2016 heeft het federale ministerie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling de Centraal-Afrikaanse Republiek geselecteerd als een van haar bilaterale partnerlanden. De Duitse ontwikkelingsbank Kreditanstalt für Wiederaufbau is onlangs een project in de gezondheidszorg gestart ter waarde van 11 miljoen euro.
In oktober 2016 heeft Italië in Bangui een eigen kantoor voor ontwikkelingssamenwerking geopend.
DG DEVCO zal de steun uit het EOF hervatten op basis van een nationaal indicatief programma.
Afgezien van de donoren van het Bêkou-trustfonds is de Wereldbank ook van plan om een eigen trustfonds op te richten voor de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Aan het einde van 2016 functioneerden de coördinatiemechanismen voor ontwikkelingshulp in de Centraal-Afrikaanse Republiek niet. De humanitaire clusters onder leiding van VN-organisaties en internationale ngo’s zijn gewijd aan humanitaire hulp. In 2014 had de overgangsregering van de Centraal-Afrikaanse Republiek de betreffende coördinatiestructuren voor ontwikkelingshulp weliswaar opgezet, maar deze zijn nooit operationeel geworden. De autoriteiten van de Centraal-Afrikaanse Republiek en de donorgemeenschap zijn bezig een institutioneel kader op te zetten voor de uitvoering van de ontwikkelingshulp in het kader van het in oktober 2016 goedgekeurde nationale plan voor herstel en vredesopbouw25. Dit kader zal een mechanisme voor hulpcoördinatie omvatten waarin het VN-trustfonds Ezingo en een mogelijk toekomstig trustfonds van de Wereldbank een besluitvormingsrol zullen hebben en het Bêkou-trustfonds slechts een raadgevende rol.
33Voor het Bêkou-trustfonds zijn geen procedures vastgesteld om de systematische coördinatie van zijn projecten met die van andere donoren van het fonds te waarborgen. Het fonds heeft coördinatiemechanismen gecreëerd in de vorm van eigen beheersstructuren (raad van bestuur van het trustfonds en het operationeel comité). Hoewel het de rol van het comité is om projecten vast te stellen, heeft het geen gesprekken bevorderd over de coördinatie met andere projecten die door de donoren van het Bêkou-trustfonds worden gefinancierd. De programmeringsdocumenten worden niet op systematische wijze opgesteld aan de hand van een volledig overzicht van andere projecten op hetzelfde gebied.
34Zelfs zonder formele mechanismen heeft de vertegenwoordiger van het Bêkou-trustfonds in Bangui, bij wijze van goede praktijken, op projectbasis voor enige coördinatie gezorgd (zie tekstvak 5). Het Bêkou-trustfonds kan echter voor meer systematische coördinatie zorgen, zowel intern tussen de donoren, en, mogelijk, extern binnen de internationale gemeenschap.
Tekstvak 5
Drie voorbeelden van goede praktijken op het gebied van donorcoördinatie voor projecten
Er werd synergie gecreëerd tussen het project voor economisch herstel van het Bêkou-trustfonds en twee projecten die werden gefinancierd door het ontwikkelingsagentschap van een EU-lidstaat. Zelfs hoewel er in de projectontwerpfase weinig coördinatie was, heeft deze na de start van de projecten in 2016 wel plaatsgevonden. Tussen het agentschap, de vertegenwoordiger van het Bêkou-trustfonds in Bangui en de uitvoerende organisaties werden meerdere vergaderingen georganiseerd om van gedachten te wisselen over manieren om synergieën tussen de drie projecten tot stand te brengen.
In oktober 2016 heeft de vertegenwoordiger van het Bêkou-trustfonds in Bangui donoren en de autoriteiten van de Centraal-Afrikaanse Republiek samengebracht op een workshop over voedselzekerheid. Op basis van deze workshop heeft het team van het Bêkou-trustfonds een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling gepubliceerd, waarin rekening is gehouden met het resultaat van die besprekingen.
In het kader van het gezondheidszorgproject is technische bijstand gefinancierd om door middel van maandelijkse vergaderingen de zes ngo’s te coördineren die actief zijn in de gezondheidsinstellingen in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Deze coördinatie vond, hoewel dit oorspronkelijk niet zo was gepland, soms ook plaats met andere dan betrokken bij het Bêkou-trustfonds, wat heeft bijgedragen tot het monitoren van mogelijke gevallen van overlapping met andere donoren. Dit heeft er ook voor gezorgd dat ngo’s hun werkmethoden hebben geharmoniseerd.
Er is enig bewijs dat het Bêkou-trustfonds in coördinatie met de autoriteiten van de Centraal-Afrikaanse Republiek handelt (zie tekstvak 5 voor een voorbeeld). De regering van de Centraal-Afrikaanse Republiek beoogt haar rol in het toekomstige beheer van het fonds uit te breiden door systematischer bij te dragen aan het ontwerp, de uitvoering en monitoring van de projecten ervan.
De procedures zouden transparanter, sneller en kosteneffectiever kunnen zijn
36Het Financieel Reglement26 bepaalt dat trustfondsen moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met het beginsel van transparantie. De oprichtingsovereenkomst voorziet in het gebruik van flexibele procedures om te garanderen dat het Bêkou-trustfonds slagvaardig is en dat de steun snel kan worden georganiseerd. Het Financieel Reglement schrijft ook voor dat maximaal 5 % van de in een trustfonds samengebrachte bedragen mag worden gebruikt om de beheerskosten daarvan te dekken. Wij beoordeelden de transparantie en snelheid van de selectieprocedures en de kosteneffectiviteit van het Bêkou-trustfonds in vergelijking met andere steunkanalen.
Transparantie van selectieprocedures
37De door het Bêkou-trustfonds toegepaste procedures om organisaties te selecteren voor de uitvoering van projecten zijn niet geformaliseerd in de richtsnoeren over EU-trustfondsen. De gevolgde procedures waren gebaseerd op die van de praktische gids “Procurement and Grants for European Union External Actions – A Practical Guide” (PRAG)27, met enkele aanvullende uitzonderingen.
38Afgezien van een beperkt aantal contracten voor diensten heeft het Bêkou-trustfonds drie verschillende methoden gebruikt om de organisaties te selecteren die de projecten uitvoeren: vier gedelegeerde samenwerkingsovereenkomsten, tien onderhandse gunningen en twaalf gunningen na een niet-openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling28. Tabel 1 bevat een omschrijving van elk van deze procedures en de voor- en nadelen daarvan.
Type | Gedelegeerde samenwerkingsovereenkomsten | Onderhandse gunning | Gunningen na een niet-openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling van het Bêkou-trustfonds |
---|---|---|---|
Omschrijving | De Commissie vertrouwt het beheer van fondsen toe aan een gemachtigde instantie van een lidstaat (of een andere donor van een derde land). | Een organisatie wordt gekozen zonder gebruik te maken van een oproep tot mededinging. | Een van tevoren gekozen aantal organisaties wordt verzocht een voorstel op te stellen. |
Voordelen |
|
|
|
Nadelen |
|
|
|
Bron: PRAG
39De daadwerkelijke selectieprocedures die door het Bêkou-trustfonds moeten worden gebruikt en de mate waarin flexibiliteit ten aanzien van de PRAG was toegestaan, zijn niet vastgesteld. Daardoor was het niet helemaal transparant hoe de uitvoerende organisaties waren gekozen.
40Het gebruik van gedelegeerde samenwerkingsovereenkomsten wordt behandeld in artikel 10 van de oprichtingsovereenkomst, waarin is bepaalt dat dergelijke overeenkomsten de voorkeur genieten als daarmee een passend antwoord kan worden gegeven wat betreft de kosten, de doeltreffendheid en de Europese zichtbaarheid van de door het fonds gefinancierde acties. Hoewel de geselecteerde organisaties bestonden uit deskundigen op het gebied in kwestie, was er geen motivering opgesteld van de keuze voor deze organisaties, met name op het moment van de goedkeuring. Daarnaast ontstaan er potentiële belangenconflicten doordat een aantal van deze organisaties vertegenwoordigd is in het operationeel comité van het fonds, dat projecten en, in deze gevallen, de uitvoerende organisaties zijn selecteert29.
41Vijf gevallen van onderhandse gunning hadden betrekking op de tweede fase van eerdere werkzaamheden. De anderen werden gegund na evaluaties van de organisaties die reeds aanwezig waren in de Centraal-Afrikaanse Republiek en hun respectieve capaciteiten. Dit is begrijpelijk in het licht van de moeilijke situatie ter plaatse op het moment van gunning. We stelden echter in het bijzonder één geval vast waarin, omdat meer dan één organisatie in staat was de werkzaamheden uit te voeren, een procedure met meer concurrentie had kunnen worden toegepast30.
42Voor elk van de niet-openbare oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling werd een op maat gemaakte selectieprocedure toegepast, waarbij een aantal elementen van de PRAG werden gebruikt, maar waarvoor in verschillende stadia verscheidene meer flexibele procedures werden toegepast. Daardoor is het niet duidelijk hoe de uitvoerende organisaties werden geselecteerd.
Snelheid van selectieprocedures
43Dankzij de flexibiliteitsbepalingen die van toepassing zijn op het Bêkou-trustfonds kan mogelijk tijd worden bespaard ten opzichte van de meer traditionele benaderingen die door de Commissie worden gevolgd. Vanwege de structuur en het toegepaste besluitvormingsproces en het feit dat het fonds vrij korte tijd bestaat, is het minder goed mogelijk om een zinvolle vergelijking te maken met de bestaande procedures voor andere EU-steun. Desondanks hebben wij enkele gevallen vastgesteld waarin tijd had kunnen worden bespaard bij de selectie van de uitvoerende organisaties.
44De bespreking van de inhoud van het project met organisaties was één voorbeeld waarbij het Bêkou-trustfonds meer tijd had kunnen besparen tijdens de selectieprocedure. Voor alle drie de soorten gevolgde procedures had het aantal en de duur van de besprekingen kunnen worden beperkt. In 14 van 26 gunningsprocedures werd meer dan 100 dagen over de projectinhoud gesproken. Gemiddeld duurden de besprekingen 148 dagen, waarbij de langste 503 dagen31 en de kortste 18 dagen kostte32. Hoewel de besprekingen naar aanleiding van de niet-openbare oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling gemiddeld slechts 50 dagen kostten, duurden die voor de gedelegeerde samenwerkingsovereenkomsten en onderhandse gunningen gemiddeld respectievelijk 197 en 245 dagen. Als de discussies op een andere manier waren gevoerd, hadden de akkoorden sneller kunnen worden afgerond. Zo werden sommige vraagstukken beantwoord door verscheidene personeelsleden van de Commissie, waardoor over en weer zeer veel contact was tussen de beide partijen. Meer contact tussen de personeelsleden van de Commissie onderling voorafgaand aan de contacten met de andere partij zou deze besprekingen hebben ingekort.
45In vijf gevallen was het door de uitvoerige besprekingen daadwerkelijk noodzakelijk om uitgaven met terugwerkende kracht goed te keuren33. Dit had negatieve gevolgen voor de uitvoering van deze projecten in de beginfase, aangezien het ontbreken van een ondertekende overeenkomst rechtsonzekerheid tot gevolg had voor de uitvoerende organisaties.
Kosteneffectiviteit van de steunverlening
46VN-organisaties, de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank brengen elk verschillende vergoedingen in rekening voor het beheer van trustfondsen. Geen van hen biedt een lager percentage dan de 5 % die voor het Bêkou-trustfonds is voorgeschreven34. Voor andere externe EU-steun uit het EOF en de algemene begroting worden over het algemeen ook percentages van meer dan 5 % in rekening gebracht.
47De beheersvergoedingen voor het Bêkou-trustfonds zijn exclusief het salaris voor de directeur en administratieve kosten. Dit betekent dat de totale kosten voor het beheer van het fonds hoger zijn dan in de rekeningen van het fonds wordt vermeld. De volledige kosten van het beheer van het Bêkou-trustfonds zijn niet berekend. Deze problemen zijn bij een interne controle van de Commissie bevestigd.
48Zoals voor alle ontwikkelingshulp geldt, omvatten de totale kosten van de levering van hulp meer dan alleen maar de beheersvergoedingen. Naast de vergoeding van het Bêkou-trustfonds brengen gecontracteerde internationale organisaties en ngo’s hun eigen administratieve vergoedingen in rekening. Het gaat dan meestal om een percentage van de waarde van het contract en het maximum is vastgesteld op 7 %. Zij kunnen de uitvoering van contractueel vastgelegde taken echter aan andere organisaties delegeren, waardoor extra lagen van administratieve kosten ontstaan. Gedelegeerde samenwerkingsovereenkomsten zijn in het bijzonder een dure oplossing, omdat daardoor automatisch een extra laag van beheerskosten ontstaat (zie tabel 1 hierboven). De voordelen van het gebruik van dit type financiering moeten altijd worden afgewogen tegen de extra kosten.
49Artikel 3.8 van de oprichtingsovereenkomst bepaalt dat alle personeelsleden van het Bêkou-trustfonds uiteindelijk in Bangui zullen worden gestationeerd. Momenteel is slechts één vertegenwoordiger van het fonds gebaseerd in Bangui, terwijl er in 2016 zeven personeelsleden in Brussel waren gevestigd. Het aantal expats in de EU-delegatie is beperkt vanwege de huidige veiligheidssituatie. Als de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek verbetert, zal dit aantal naar verwachting stijgen. Er is nog geen berekening gemaakt om te bepalen of een volledige overdracht van het personeel naar de Centraal-Afrikaanse Republiek kan worden gerealiseerd zonder het plafond van 5 % te overschrijden (zie paragraaf 36)35.
De monitoring- en evaluatiemechanismen moeten nog volledig worden ontwikkeld
50Monitorings- en evaluatiemechanismen zijn van belang om de prestaties van het fonds te kunnen beoordelen en om, indien nodig, corrigerende maatregelen te kunnen nemen. Aangezien het Bêkou-trustfonds het eerste door de Europese Commissie beheerde EU-trustfonds was, kan het waardevolle lessen bieden voor het toekomstige gebruik van dit soort financieringsconstructies.
51Het Bêkou-trustfonds heeft geen kader om de prestaties ervan op fondsniveau te meten, omdat het geen omvattende resultatenketen voor zijn algemene doelstelling heeft uitgewerkt waarin wordt vastgesteld wat de verwachte resultaten (output, uitkomsten, impact) en de bijbehorende indicatoren zijn36. Hoewel de oprichtingsovereenkomst en andere documenten bijvoorbeeld een indicatie geven van wat ervan kan worden verwacht (veerkracht vergroten, coördinatie verbeteren, hulp sneller leveren, een kritische massa van financiering mobiliseren, politieke zichtbaarheid realiseren), zijn deze elementen niet ontwikkeld tot SMART-doelstellingen37.
52Tegen het einde van 2016 ontbrak het aan systematische procedures om lering te trekken uit de ervaringen met het Bêkou-trustfonds die de Commissie zou kunnen helpen om de opzet en het beheer van haar trustfondsen te verbeteren. Er zijn echter al meerdere acties ondernomen die relevant zijn voor een dergelijke aanpak. Deze acties omvatten de publicatie van diverse artikelen over het Bêkou-trustfonds, het organiseren van conferenties, workshops en bijeenkomsten, met name met vertegenwoordigers van de EU-trustfondsen, en het geven van presentaties.
53Op projectniveau worden doelstellingen, resultaten en activiteiten gedefinieerd. Voor twee van de elf projecten ontbreken de indicatoren echter en voor acht projecten zijn de indicatoren vaag zijn of niet voorzien van streefdoelen. Op contractniveau zijn vergelijkbare problemen geconstateerd: sommige doelstellingen zijn slechts gedeeltelijk SMART geformuleerd, en de indicatoren zijn soms onduidelijk of niet gekoppeld aan doelstellingen (zie voor details bijlage III).
Ondanks moeilijke omstandigheden zijn met het Bêkou-trustfonds tot dusver over het algemeen positieve resultaten behaald
54Wij onderzochten de prestaties van het trustfonds vanuit drie perspectieven: de steun die daarmee is aangetrokken, de output van de projecten ervan, en de zichtbaarheid die het heeft gegenereerd voor de EU. Dit zijn enkele van de verwachte voordelen van het Bêkou-trustfonds.
Het Bêkou-trustfonds heeft steun aangetrokken, maar slechts weinig nieuwe donoren
55De verwachting was dat het Bêkou-trustfonds nieuwe donoren zou aanmoedigen om steun te verlenen aan de Centraal-Afrikaanse Republiek en extra steun zou aantrekken. De Centraal-Afrikaanse Republiek werd aanvankelijk beschouwd als “stiefkindje” en de totale steun aan het land in de periode voorafgaand aan de crisis van 2012/2013 bedroeg circa 250 miljoen Amerikaanse dollar per jaar (zie figuur 1). In 2014 bereikte deze steun een piek van 610 miljoen Amerikaanse dollar38.
De ontwikkelingshulp die nodig is voor de uitvoering van het nationale plan voor herstel en vredesopbouw komt neer op ongeveer 3,2 miljard Amerikaanse dollar over een periode van vijf jaar (2017-2021). Tijdens de donorconferentie van november 2016 hebben de donoren meer dan 2 miljard Amerikaanse dollar ontwikkelingshulp toegezegd aan de Centraal-Afrikaanse Republiek, waarmee dus in een belangrijk deel van deze behoeften werd voorzien.
57Het Bêkou-trustfonds heeft steun aangetrokken, met, aan het einde van 2016, totale toezeggingen ter waarde van 146 miljoen euro (zie figuur 2). Dit is meer dan het VN-trustfonds Ezingo, dat 25 miljoen euro had aangetrokken (zie bijlage II) en vergelijkbaar met de bilaterale toewijzing in het kader van het elfde EOF, die naar verwachting 208 miljoen euro zal bedragen39.
Drie kwart van de middelen van het fonds is afkomstig uit de EU-begroting en het EOF. Meer dan één derde van deze bijdrage betreft aanvullende steun voor de Centraal-Afrikaanse Republiek bovenop de toezeggingen die eerder aan het land zijn gedaan in het kader van andere EU-financieringskanalen.
59Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland en Zwitserland gaven al steun aan de Centraal-Afrikaanse Republiek vóór het Bêkou-trustfonds werd opgericht, maar vóór 2014 waren deze bedragen relatief laag. Vanaf 2014 werd steun zowel via het fonds als via andere kanalen verleend (zie tekstvak 4 voor meer details over de activiteiten van donoren in de Centraal-Afrikaanse Republiek).
60Het Europees Parlement heeft de lidstaten tweemaal verzocht om hun bijdragen aan het Bêkou-trustfonds te verhogen. Tijdens de kwijtingsprocedure voor de uitvoering van de begroting van het EOF voor 2014 pleitte het “voor een grotere betrokkenheid van de lidstaten zodat dit fonds volledig operationeel kan worden”40.
61Sommige lidstaten blijven de VN-trustfondsen steunen zoals zij ook voor de oprichting van het Bêkou-trustfonds hebben gedaan (zie bijlage II). Het Humanitarian Fund voor de Centraal-Afrikaanse Republiek van de VN heeft elf donoren, waaronder België, Denemarken, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Frankrijk en Nederland doneren ook aan het VN-trustfonds Ezingo.
De meeste projecten hebben de verwachte output geleverd in een moeilijke context
62Voor 20 van de 31 contracten voor de elf projecten was de uitvoering ver genoeg gevorderd om ons in staat te stellen de prestaties, ten minste gedeeltelijk, te beoordelen. Hoewel onze beoordeling in een aantal opzichten werd beperkt41, zijn wij van mening dat de meeste projecten de verwachte output hebben geleverd.
63Drie contracten (twee studies en een contract voor technische bijstand) hebben de volledige verwachte output geleverd. Voor elf contracten is de meeste output gerealiseerd (zie tekstvak 6 voor een voorbeeld). Voor zes lopende contracten was de output eind 2016 nog niet geleverd, en het risico bestaat dat deze aan het einde van het project niet zal zijn gerealiseerd (zie voor details paragraaf 65). Bijlage III bevat een meer gedetailleerde beoordeling voor elk contract.
Tekstvak 6
Voorbeeld van outputs: het gezondheidsproject
Zes ngo’s ontvingen steun uit het Bêkou-trustfonds, zodat zij 80 gezondheidsinstellingen in de Centraal-Afrikaanse Republiek kunnen helpen om de plaatselijke bevolking betere primaire gezondheidsdiensten te bieden.
Deze steun leidde tot circa 2 miljoen medische consulten. De ngo’s overtroffen de streefdoelen van een aantal indicatoren, zoals het aantal consulten, het aantal kunstverlossingen en het aantal bezochte vrouwen. Deze instellingen boden gratis gezondheidszorg, geneesmiddelen en de laboratoriumtests voor kinderen, en zwangere en borstvoeding gevende vrouwen, en in levensbedreigende situaties.
De geplande activiteiten op het niveau van de gezondheidsinstelling, zoals de renovatie, de opleiding van personeel, de levering van belangrijke geneesmiddelen en laboratoriummateriaal, districtcoördinatie en toezichthoudende activiteiten, werden op tijd of met een minimale vertraging uitgevoerd. In Bria werden bijvoorbeeld zes van de acht gezondheidsinstellingen gerenoveerd, en in Vakaga werden er zeven gerenoveerd en uitgerust.
Vele verschillende interne en externe factoren waren van invloed op de gevallen waarin de doelstellingen niet werden gehaald, waarvan de moeilijke veiligheidssituatie waarin projecten plaatsvonden de belangrijkste was (zie bijlage III).
65Hoewel er veel tastbare outputs zijn gerealiseerd, kost het doorgaans meer tijd om meer fundamentele langetermijneffecten te bewerkstelligen. Zo waren de vaccinatiecampagnes voor vee van het voedselzekerheidsproject succesvol, terwijl er mogelijk een tweede fase nodig is om de conflictpreventie en het herstellen van nomadische graslandroutes voort te zetten. Hoewel, met betrekking tot het gezondheidsproject, de eerste fase waarin de zes ngo’s gezondheidsdiensten leverden succesvol was, en een studie over de hervorming van het nationale agentschap voor de aankoop van geneesmiddelen volgens planning werd geleverd, is er meer tijd nodig voor de hervorming van de openbare gezondheidsdiensten.
Het fonds maakt de EU zichtbaarder
66Van het Bêkou-trustfonds werd verwacht dat het de zichtbaarheid van de EU zou verbeteren, zowel via acties op projectniveau als in de vorm van politieke zichtbaarheid op fondsniveau.
67De projectpartners ondernamen veel activiteiten ter plaatse. Deze hadden, in overeenstemming met hun zichtbaarheidsplannen, onder meer betrekking op productie van promotiemateriaal, documentaires en wetenschappelijke artikelen, en de organisatie van nationale workshops over de resultaten van de activiteiten, ceremonies en opleidingssessies, radio-uitzendingen, bezoeken van journalisten enz.
68Voor het fonds als geheel werden meer dan 30 zichtbaarheidsactiviteiten georganiseerd voor een bedrag van ongeveer 191 000 euro. Het jaarlijks activiteitenverslag 2015 van het Bêkou-trustfonds bevat een rubriek over zichtbaarheidsactiviteiten en presenteert de belangrijkste communicatiedoelstellingen, evenementen voor het grote publiek, projecten, de capacity4dev-website42 en informatiemateriaal.
69Er werden diverse conferenties georganiseerd die de zichtbaarheid van de EU vergrootten (zie tekstvak 7 voor voorbeelden). Op een conferentie in november 2016 in Brussel waren delegaties uit meer dan 80 landen uit de hele wereld aanwezig, samen met vertegenwoordigers op hoog niveau van de Verenigde Naties, de Wereldbank en andere organisaties. De conferentie leverde toezeggingen op ter waarde van 2 miljard euro.
Tekstvak 7
Het Bêkou-trustfonds heeft verschillende evenementen georganiseerd
Het team van het Bêkou-trustfonds heeft in Bangui en in Brussel een reeks workshops en conferenties georganiseerd en een reeks publicaties en persberichten uitgebracht die veel aandacht kregen in de media.
De workshop “Veerkracht en herstel, het pad naar ontwikkeling” (Bangui, juni 2016) trok bijvoorbeeld meer dan 200 deelnemers van nationale overheden, maatschappelijke organisaties, donoren, VN-agentschappen, internationale ngo’s en de media. Tijdens de workshop werd een overzicht gegeven van de situatie in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de uitdagingen daarvan en de behoeften van de bevolking. De workshop heeft geleid tot twaalf aanbevelingen aan de overheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek, de projectpartners en donoren in het land.
Een ander voorbeeld was de internationale conferentie op hoog niveau over de Centraal-Afrikaanse Republiek (Brussel, mei 2015) met meer dan 300 deelnemers, waaronder de president van de Centraal-Afrikaanse Republiek, ministers, EP-leden, vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en ngo’s. Dit heeft geleid tot nieuwe financiële toezeggingen voor het land en twee nieuwe donoren voor het Bêkou-trustfonds: Italië en Zwitserland.
Conclusies en aanbevelingen
70Het Bêkou-trustfonds werd opgericht terwijl de situatie in het land moeilijk was en werd gekenmerkt door humanitaire en ontwikkelingsproblemen en zwakke overheden die niet in staat waren om aan de behoeften van de bevolking te voldoen. Hoewel wij van mening zijn dat het ontwerp en het beheer van het fonds kunnen worden verbeterd, zoals hieronder is aangegeven, om het te helpen zijn volle potentieel te bereiken, erkennen wij dat de oprichting van het fonds passend was en dat het enkele positieve resultaten heeft opgeleverd.
De oprichting van het Bêkou-trustfonds
71Het Bêkou-trustfonds kwam tot stand in een zeer kort tijdsbestek. Hoewel het Financieel Reglement bepaalde voorwaarden verbindt aan de oprichting van een trustfonds, heeft de Commissie deze nog niet vertaald in een analytisch kader dat haar in staat zou stellen een formeel gestructureerde beoordeling te maken van de comparatieve voordelen van trustfondsen ten opzichte van andere financieringsconstructies (zie de paragrafen 13-20).
72Het toepassingsgebied van het Bêkou-trustfonds was niet gebaseerd op een omvattende behoefteanalyse. Door een dergelijke analyse had duidelijker kunnen worden aangegeven hoe en waarom de activiteiten van het fonds relevant zijn voor de doelstelling ervan, en welke specifieke lacunes door het fonds worden opgevuld. (zie de paragrafen 21-27).
Aanbeveling 1 - Ontwikkel verdere richtsnoeren voor de keuze van een steunconstructie en voor de behoefteanalyses waarmee de toepassingsgebieden van trustfondsen worden vastgesteld
De Commissie moet haar richtsnoeren voor EU-trustfondsen verfijnen door
- een analytisch kader te ontwikkelen met richtsnoeren om een beknopte en gestructureerde beoordeling te maken van de comparatieve voordelen van trustfondsen ten opzichte van andere steunconstructies;
- methoden voor het uitvoeren van behoefteanalyses in te voeren waarmee kan worden aangetoond dat toepassingsgebied van een beoogd trustfonds passend is, en om aan te tonen welke specifieke leemten ermee worden opgevuld.
Deze richtsnoeren moeten worden opgesteld zodat het oprichtingsproces van trustfondsen niet onnodig wordt verlengd en hun flexibiliteit niet wordt beperkt.
Tijdschema: oktober 2018
Het beheer van het Bêkou-trustfonds
73Het Bêkou-trustfonds had een beperkte invloed op de coördinatie tussen belanghebbenden, zowel intern tussen de donoren als extern binnen de internationale gemeenschap. Zelfs zonder formele mechanismen heeft de vertegenwoordiger van het Bêkou-trustfonds in Bangui, bij wijze van goede praktijken, op projectbasis echter voor enige coördinatie gezorgd (zie de paragrafen 29-35).
74Dat nadere gegevens over de daadwerkelijke selectieprocedures die door het Bêkou-trustfonds worden gebruikt ontbreken, betekent dat het niet volledig transparant is hoe de uitvoerende organisaties werden geselecteerd. Potentiële belangenconflicten ontstonden ten aanzien van gedelegeerde samenwerkingsovereenkomsten. Er had extra tijd kunnen worden bespaard bij het bespreken van de inhoud van projecten (zie de paragrafen 36-44).
75Over het algemeen komt de beheersvergoeding van 5 % die het Bêkou-trustfonds in rekening brengt overeen met andere ontwikkelingshulpkanalen, maar de volledige beheerskosten zijn nog niet berekend. Bovendien omvatten de totale kosten van de levering van hulp, zoals voor alle ontwikkelingshulp geldt, meer dan alleen maar de beheersvergoeding van het fonds (zie de paragrafen 46-49). Wij zijn van mening dat het belangrijk is dat de volledige kosten van het gebruik van de trustfondsconstructie bekend zijn, zodat de Commissie in de toekomst kan beoordelen of het een kosteneffectief instrument is, vergeleken met andere kanalen om EU-steun te verlenen.
76Op fondsniveau heeft het Bêkou-trustfonds geen kader voor prestatiemeting, omdat de specifieke doelstellingen en de bijbehorende indicatoren ervan nog niet zijn ontwikkeld. Dit maakt het moeilijk om het fonds te monitoren en de resultaten ervan te evalueren. De Commissie beschikt nog niet over systematische procedures om lering te trekken uit de ervaringen met het Bêkou-trustfonds die haar zou kunnen helpen om de opzet en het beheer van haar trustfondsen te verbeteren (zie de paragrafen 50-53).
Aanbeveling 2 - Verbeter de donorcoördinatie, de selectieprocedures en de prestatiemeting, en optimaliseer de administratieve kosten
De Commissie moet:
- via het Bêkou-trustfonds verleende steun systematischer coördineren met andere, door zijn donoren verstrekte bilaterale steun;
- ervoor zorgen dat wanneer de regels en de procedures van de Commissie worden toegepast om uitvoerende organisaties te selecteren, elke uitzondering op de regel duidelijk wordt gerapporteerd en dat er bepalingen over het voorkomen van belangenconflicten worden geïntroduceerd, en naar mogelijkheden voor het versnellen van selectieprocedures zoeken, in het bijzonder voor de fase waarin de inhoud van het project wordt besproken;
- de volledige beheerskosten van het Bêkou-trustfonds berekenen en manieren vinden om het steunbedrag dat naar de eindbegunstigden gaat, te maximaliseren;
- voor het Bêkou-trustfonds SMART-doelstellingen en bijbehorende indicatoren vaststellen om de voordelen die het oplevert te monitoren en aan te tonen, en in haar richtsnoeren over EU-trustfondsen een procedure opnemen gericht op het lering trekken uit opgedane ervaringen.
Tijdschema: oktober 2018
De resultaten van het Bêkou-trustfonds
77Het Bêkou-trustfonds heeft steun aangetrokken, met, tot op heden, totale toezeggingen ter waarde van 146 miljoen euro. Het grootste deel van de middelen is echter afkomstig uit de EU-begroting en het Europese Ontwikkelingsfonds. Alle andere donoren hadden al steun verleend aan de Centraal-Afrikaanse Republiek voordat het fonds werd opgericht, maar vóór 2014 waren deze bedragen relatief laag (zie de paragrafen 55-61).
78Op projectniveau hebben 14 van de 20 contracten, ondanks de vaak moeilijke veiligheidssituatie, alle of de meeste van de verwachte outputs gerealiseerd (zie de paragrafen 62-65).
79Het fonds maakt de EU zichtbaarder. De projectpartners hebben ter plaatse zichtbaarheidsactiviteiten ontplooid, en voor het fonds als geheel zijn meer dan 30 verschillende activiteiten met succes uitgevoerd (zie de paragrafen 66-69).
Dit verslag werd door kamer III onder leiding van de heer Karel PINXTEN, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 20 juni 2017.
Voor de Rekenkamer
Klaus-Heiner LEHNE
President
Bijlagen
Bijlage I
Lijst van projecten en contracten
Bijlage II
Lijst van zeven VN-trustfondsen die werkzaam zijn in de Centraal-Afrikaanse Republiek
Bronnen: http://mptf.undp.org, www.unocha.org/cerf van 16 maart 2017.
Bijlage III
Verkeerslichtenbijlage voor de output van projecten
Legenda: groen - volledig behaald; geel - merendeels behaald; oranje - merendeels (nog) niet behaald; rood - niet behaald; grijs - niet beoordeeld, uitvoering niet ver genoeg gevorderd.
Details: Contract 2: looptijd verlengd met anderhalve maand; contract 3: looptijd verlengd met één maand; contract 5: EU-bijdrage gestegen van 1,7 tot 2,2 miljoen euro; contract 8: EU-bijdrage gestegen van 47 000 tot 53 000 euro en looptijd verlengd met vijf maanden; contract 18: looptijd verlengd met acht maanden.
Acroniemen en afkortingen
CAR: Centraal-Afrikaanse Republiek
DG DEVCO: directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling
DG ECHO: directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp
EOF: Europees Ontwikkelingsfonds
FAO: Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties
IMF: Internationaal Monetair Fonds
MEP: lid van het Europees Parlement
ngo: niet-gouvernementele organisatie
NIP: nationaal indicatief programma
OESO: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
PRAG: Procurement And Grants for European Union external actions - A Practical Guide
SMART: specific, measurable, achievable, relevant and timed (specifiek, meetbaar, haalbaar, realistisch en tijdgebonden)
UNDP: United Nations Development Programme (Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties)
Unicef: Kinderfonds van de Verenigde Naties
VN: Verenigde Naties
Voetnoten
1 Artikel 187 van het Financieel Reglement (Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1)) biedt het rechtskader voor de oprichting van trustfondsen van de Unie voor externe maatregelen.
2 In de Sango-taal betekent Bêkou “hoop”.
3 De andere fondsen zijn: a) het in december 2014 in respons op de Syrische crisis opgerichte Madad-fonds, b) het in 2015 opgerichte EU-noodtrustfonds voor migratie in Afrika, en c) het in 2016 opgerichte Colombia-trustfonds voor de ondersteuning van het proces in de periode na het conflict.
4 Overeenkomst tot instelling van een trustfonds van de Europese Unie voor de Centraal Afrikaanse Republiek, “het EU-trustfonds Bêkou”, artikel 2 - Doelstellingen van het trustfonds.
5 Aanbieders van ontwikkelingssamenwerking bepalen zelf welke landen zij bijstaan en in welke mate. Dit kan tot onevenwichtigheden leiden waardoor de hulp minder doeltreffend is, omdat de steun versnippert, en omdat in sommige landen - de troetellanden - een ophoping van aanbieders ontstaat, terwijl in andere landen - de stiefkinderen - lacunes vallen in de steunverlening. (http://www.oecd.org/dac/aid-architecture/fragmentation-orphans.htm)
6 In maart 2017 heeft het Bureau voor humanitaire aangelegenheden van de VN gemeld dat slechts 5 % van de 400 miljoen Amerikaanse dollar aan humanitaire hulp die nodig was voor de Centraal-Afrikaanse Republiek was ontvangen, waardoor halve rantsoenen werden uitgedeeld.
7 Informatieblad van de Europese Commissie: “The European Union’s comprehensive approach in the Central African Republic (2013–2016)”, Brussel, 11.11.2016.
8 Het Verdrag van Lissabon vereist samenhang tussen de verschillende terreinen van het externe optreden en het overige beleid van de EU. Na de inwerkingtreding van het Verdrag en de daardoor gecreëerde nieuwe institutionele context heeft de EU haar potentieel en ambitie voor een samenhangender, doeltreffender en strategischer extern optreden vergroot door haar volledige gamma aan instrumenten en middelen aan te spreken (“De brede EU-aanpak van externe conflicten en crisissituaties”, JOIN(2013) 30 final van 11.12.2013).
9 Dit is de classificatie volgens het mondiale humanitaire systeem voor de reactie op de ernstigste, grootschaligste humanitaire crises.
10 De hulpmaatregelen werden aanvankelijk opgezet in een aaneengesloten, lineaire reeks: het herstel zou volgen op de noodhulpfase en moest daarna worden opgevolgd door klassieke ontwikkelingssamenwerking. De ervaring uit de jaren 1990 leerde echter dat de complexiteit van veel crisissituaties niet kon worden aangepakt wanneer noodhulp, herstel en ontwikkeling als afzonderlijke, opeenvolgende processen werden behandeld. Door deze aspecten in plaats daarvan als aaneengesloten reeks te behandelden (dus als parallelle, gekoppelde processen) wordt erkend dat deze situaties eigenlijk vragen om de gelijktijdige inzet van verschillende instrumenten (zie de beleidsnota “Linking relief, rehabilitation and development: Towards more effective aid” van het Europees Parlement, blz. 4 en 5).
11 Nationale indicatieve programma’s vormen een belangrijke stap in de programmering van de EU-steun in het kader van het EOF. Daarin worden de strategie en de prioriteiten voor EU-steun vastgesteld en ze worden opgesteld in nauwe samenwerking met het partnerland. Daarom moet de EU een nationale regering als partner hebben om een nationaal indicatief programma te kunnen goedkeuren. Op dat moment had de Centraal-Afrikaanse Republiek een overgangsregering die niet door een democratische verkiezing was gelegitimeerd.
12 Punt 19 van de actieagenda van Accra, 3e forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, 2008.
13 Rondetafelgesprek 9, ontwikkelingshulparchitectuur, samenvatting, 3e forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van de ontwikkelingshulp, 2008, blz. 7.
14 Gemeenschappelijk standpunt van de EU voor het 4e forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, 2011, punt 28, blz. 6.
15 De handleiding bevat een lijst van zes mogelijke functies en de toegevoegde waarde daarvan: samenhang (leemten opvullen), consolidatie (versnippering verminderen), gespecialiseerd of thematisch, risicobeheer, versterking van de nationale systemen, en innovatie. (MPTFO: Designing pooled funds for performance, A Manual prepared by the MPTFO, 2015; zie met name tabel 2, blz. vii en tabel 3, blz. 6.)
16 Overeenkomst tot instelling van een trustfonds van de Europese Unie voor de Centraal Afrikaanse Republiek, “het EU-trustfonds Bêkou”, artikel 2 - Doelstellingen van het trustfonds.
17 Dit verschilt van de projecten van het Bêkou-trustfonds, waarmee hoofdzakelijk bijstand wordt verleend op het niveau van afzonderlijke gezondheidsinstellingen. Het nationale gezondheidsbeleid word bepaald op het niveau van het ministerie van Volksgezondheid.
18 Het VN-trustfonds Ezingo beheert 25 miljoen Amerikaanse dollar. Het biedt VN-agentschappen én nationale overheden steun in de vorm van begrotingssteun.
19 Zie met name de, tijdens het forum op hoog niveau van de Commissie voor ontwikkelingsbijstand in 2007 door ministers en hoofden van agentschappen onderschreven, beginselen van de OESO voor goed internationaal engagement in onstabiele landen en situaties, waarin wordt gesteld dat het van belang is om overeenstemming te bereiken over praktische mechanismen voor coördinatie tussen de internationale actoren, zelfs als er geen sprake is van sterk leiderschap vanuit de overheid.
20 Centraal-Afrikaanse Republiek: het nationale plan voor herstel en vredesopbouw 2017-2021 (RCPCA), opgesteld door personeel van de Centraal-Afrikaanse Republiek, met steun van de EU, de Verenigde Naties en de Wereldbankgroep, blz. 26-41.
21 Ibidem, tabel 0.1, bijlage 2.
22 Oprichtingsovereenkomst, overwegingen 4-6.
23 Oprichtingsovereenkomst, overwegingen 3 en 5.
24 http://ec.europa.eu/europeaid/bekou-trust-fund-introduction_en
25 Centraal-Afrikaanse Republiek: het nationale plan voor herstel en vredesopbouw 2017-2021, opgesteld door personeel van de Centraal-Afrikaanse Republiek, met steun van de EU, de Verenigde Naties en de Wereldbankgroep, hoofdstuk V, figuur 5.2, blz. 45.
26 Artikel 187 van het Financieel Reglement.
27 De praktische gids bevat uitleg over de contractsluitingsprocedures voor de externe EU-maatregelen die worden gefinancierd uit de algemene begroting van de EU en het Europees Ontwikkelingsfonds. De praktische gids wordt gebruikt door de directoraten-generaal en de diensten van de Commissie die verantwoordelijk zijn voor de instrumenten die worden gebruikt voor de financiering en uitvoering van externe maatregelen.
28 In totaal hebben wij de selectieprocedures voor 26 contracten gecontroleerd. Drie van de vijf andere contracten hadden betrekking op diensten (contracten 7, 8 en 29) en de andere twee werden gegund in het kader van het Gezondheid II-programma (contracten 12 en 14), waarvoor de selectieprocedures eind 2016 nog niet waren afgerond.
29 Belangenconflicten kunnen onder meer ontstaan in het operationeel comité dat in eerste instantie de te financieren projecten selecteert: deze projecten kunnen worden gegund aan organisaties waarvan personeelsleden deel uitmaken van het operationeel comité.
30 Dit verwijst naar contract 15.
31 Dit verwijst naar contract 31.
32 Dit verwijst naar contract 3.
33 Contracten 9, 10, 11, 13 en 30, en het zal ook nodig zijn voor de contracten 12 en 14.
34 VN-organisaties hebben het recht om indirecte kosten voor programmasteun te innen ter hoogte van 7 % van het in een trustfonds samengebrachte bedrag, plus een extra administratieve vergoeding van 1 %. De Wereldbank heft standaard of op maat gesneden vergoedingen; de standaardvergoeding is minimaal 5 %. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank brengt een minimale vergoeding van 5 % in rekening.
35 Het is duurder als een functionaris in een delegatie werkt dan wanneer deze hetzelfde werk doet in Brussel.
36 Het Bêkou-trustfonds wordt gefinancierd door het EOF en diverse instrumenten van de EU-begroting (zie figuur 2). De laatste beschikken over kaders voor monitoring, verslaglegging en evaluatie (de zogenaamde MORE-kaders) die zijn opgebouwd uit algemene en specifieke doelstellingen, indicatoren, mijlpalen en streefdoelen. De rapportageverplichtingen omvatten met name het jaarverslag aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van de EU-instrumenten voor het financieren van extern optreden. Momenteel is het verband tussen deze rapportage van resultaten en die van het Bêkou-trustfonds beperkt.
37 Volgens artikel 30 van het Financieel Reglement moeten er specifieke, meetbare, haalbare, relevante en van een datum voorziene (SMART-) doelstellingen worden vastgelegd voor alle werkgebieden die door de begroting worden bestreken.
38 Driekwart daarvan betrof humanitaire hulp, waarmee in onmiddellijke noodhulp wordt voorzien. Ontwikkelingshulp heeft een meer structurele doelstelling voor de lange termijn.
39 Het totaalbedrag van het NIP is 382 miljoen euro, waarvan 208 miljoen euro nieuwe financiering is.
40 Europees Parlement, Verslag van 12.4.2016 over de kwijting voor de begroting van de EOF’s, A8-0137/2016, punt 38. In een resolutie uit 2015 worden de lidstaten en andere donoren opgeroepen “een hogere bijdrage te leveren aan het EU-trustfonds Bêkou” (resolutie van het Europees Parlement van 8.10.2015, 2015/2874 (RSP), punt 23).
41 Zie paragraaf 53 over de tekortkomingen die zijn vastgesteld in de formulering van doelstellingen en indicatoren. Onze analyse voor dit hoofdstuk was voornamelijk gebaseerd op een onderzoek op stukken van het beschikbare bewijs, aangezien we slechts drie bezoeken ter plaatse konden afleggen bij projecten. Wij hebben bewijs uit drie bronnen gebruikt: externe evaluatieverslagen, de tussentijdse verslagen die worden opgesteld door de contractanten en een door het Bêkou-trustfonds opgestelde monitoringstabel van contractindicatoren.
42 https://europa.eu/capacity4dev/
Gebeurtenis | Datum |
---|---|
Vaststelling controleplan („APM”)/begin van de controle | 4.10.2016 |
Ontwerpverslag officieel verzonden aan de Commissie (of andere gecontroleerde) | 5.5.2017 |
Vaststelling van het definitieve verslag na de contradictoire procedure | 20.6.2017 |
Officiële antwoorden in alle talen ontvangen van de Commissie (of andere gecontroleerde) | 12.7.2017 |
Controleteam
In de speciale verslagen van de ERK worden de resultaten van haar controles van EU-beleid en -programma’s of beheersthema’s met betrekking tot specifieke begrotingsterreinen uiteengezet. Bij haar selectie en opzet van deze controletaken zorgt de ERK ervoor dat deze een maximale impact hebben door rekening te houden met de risico’s voor de doelmatigheid of de naleving, de omvang van de betrokken inkomsten of uitgaven, de verwachte ontwikkelingen en de politieke en publieke belangstelling.
Deze doelmatigheidscontrole werd verricht door controlekamer III, die onder leiding staat van ERK-lid Karel Pinxten en verantwoordelijk is voor de controle van de uitgaventerreinen externe maatregelen, veiligheid en justitie. De controle werd geleid door ERK-lid Bettina Jakobsen, ondersteund door kabinetschef Katja Mattfolk, attaché Kim Storup, hoofdmanager Beatrix Lesiewicz en taakleider Laura Gores. Het controleteam bestond uit Nóirín O’Grady en Florin Alexandru Farcas.
Contact
EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
1615 Luxemburg
LUXEMBURG
Het EU-Trustfonds Bêkou voor de Centraal-Afrikaanse Republiek: ondanks enkele tekortkomingen een hoopvolle start
(uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, VWEU)
Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).
Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2017
ISBN 978-92-872-7803-6 | ISSN 1977-575X | doi:10.2865/585856 | QJ-AB-17-011-NL-N | |
HTML | ISBN 978-92-872-7816-6 | ISSN 1977-575X | doi:10.2865/639953 | QJ-AB-17-011-NL-Q |
© Europese Unie, 2017.
Voor iedere vorm van gebruik of reproductie van (beeld)materiaal dat niet onder het auteursrecht van de Europese Unie valt, dient rechtstreeks toestemming aan de auteursrechthebbende te worden gevraagd.
WAAR ZIJN EU-PUBLICATIES VERKRIJGBAAR?
Gratis publicaties:
- één exemplaar:
- via EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu);
- meerdere exemplaren of posters/kaarten:
- bij de vertegenwoordigingen van de Europese Unie (http://ec.europa.eu/represent_nl.htm),
- bij de delegaties in niet-EU-landen (http://eeas.europa.eu/delegations/index_nl.htm),
- door contact op te nemen met Europe Direct (http://europa.eu/europedirect/index_nl.htm),
- door te bellen naar 00 800 6 7 8 9 10 11 (gratis in de hele Europese Unie) (*).
Betaalde publicaties:
- via EU Bookshop (http://bookshop.europa.eu).