Speciaal verslag
nr.14 2017

Doelmatigheidsonderzoek van het beheer van rechtszaken bij het Hof van Justitie van de Europese Unie

Over het verslag: Bij dit doelmatigheidsonderzoek hebben we de processen voor het beheer van rechtszaken van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) beoordeeld, in het bijzonder om na te gaan of de bestaande procedures de efficiënte behandeling van aanhangig gemaakte zaken bevorderen en of de tijdige afhandeling ervan kan worden verbeterd.
De afgelopen jaren heeft het HvJ-EU meer de nadruk gelegd op de tijdigheid van het beheer van rechtszaken en er is vooruitgang geboekt bij het wegwerken van de aanzienlijke achterstand bij de behandeling van zaken die eind 2016 bij het Gerecht was ontstaan.
In onze evaluatie werd geconcludeerd dat het HvJ-EU deze positieve resultaten verder zou kunnen verbeteren door te overwegen afzonderlijke rechtszaken actiever te beheren, waarbij gebruik zou worden gemaakt van zaakspecifieke termijnen en rekening zou worden gehouden met de ingezette personele middelen, en door bepaalde andere maatregelen te nemen ter verbetering van de beheerssystemen.

Deze publicatie is ook beschikbaar in 23 talen en in de volgende formaten:
PDF
PDF General Report

Samenvatting

I

Onze evaluatie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) was bedoeld om de doelmatigheid van zijn proces voor het beheer van rechtszaken te beoordelen, in het bijzonder, om na te gaan of de bestaande procedures de efficiënte behandeling van de aanhangig gemaakte zaken bevorderen en of de tijdige afhandeling ervan kan worden verbeterd. Ook wilden we de beoordelings- en verantwoordingsinstrumenten onderzoeken die bij het HvJ-EU worden gebruikt.

II

De afgelopen jaren heeft het HvJ-EU aanzienlijke organisatorische en procedurele maatregelen getroffen om de behandeling van zaken, en de rapportages in samenhang daarmee efficiënter te maken. In het bijzonder wordt door de invoering van indicatieve termijnen voor de afronding van belangrijke fasen in de levenscyclus van een zaak, in combinatie met de geleidelijke ontwikkeling van monitoringinstrumenten en -verslagen, meer nadruk gelegd op tijdigheid. Eind 2016 was er vooruitgang geboekt bij het wegwerken van de aanzienlijke achterstand bij de behandeling van rechtszaken die bij het Gerecht was ontstaan; dit gebeurde voordat de gevolgen van de hervorming van dat Gerecht, waarbij het aantal rechters en hun respectieve kabinetten zal verdubbelen, merkbaar zullen worden.

III

In de evaluatie werd geconcludeerd dat het HvJ-EU deze positieve resultaten verder zou kunnen verbeteren door te overwegen afzonderlijke rechtszaken actiever te beheren, waarbij gebruik zou worden gemaakt van zaakspecifieke termijnen en het werkelijke gebruik van de ingezette personele middelen zou worden gemonitord. Door de prestaties op deze basis te meten in plaats van gebruik te maken van indicatieve termijnen die gemiddeld genomen nageleefd moeten worden, zou de leiding inzicht krijgen in zowel problematische zaken als in elementen van goede praktijken. Deze aanpak zou beheersinformatie opleveren om het besluitvormingsproces te ondersteunen en zo te zorgen voor een verdere toename van de efficiëntie. Deze informatie zou ook kunnen worden gebruikt om de verslaglegging over de prestaties te verbeteren teneinde de verantwoording te versterken, doordat er inzicht wordt gegeven in het daadwerkelijke functioneren van het HvJ-EU en de benutting van de beschikbare middelen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU)

01

Het HvJ-EU is de rechtsprekende instantie van de Europese Unie (EU). Het heeft tot taak de naleving van het Europese recht te waarborgen door toezicht te houden op de uitlegging en uniforme toepassing van de Verdragen1.

02

Het HvJ-EU bestaat uit twee rechtsprekende instanties: het Hof van Justitie en het Gerecht. Het Hof van Justitie is samengesteld uit 28 rechters, die worden bijgestaan door 11 advocaten-generaal2. Het Gerecht telt momenteel 45 rechters; dit aantal moet in 2019 gestegen zijn tot 56. Rechters en advocaten-generaal worden in onderlinge overeenstemming benoemd door de regeringen van de lidstaten voor een hernieuwbare vaste ambtstermijn van zes jaar. De rechters en advocaten-generaal worden bijgestaan door 386 in hun kabinetten werkzame personeelsleden. De instelling telt in totaal 2 168 personeelsleden3. Elke rechtsprekende instantie heeft zijn eigen griffie. De rechtsprekende instanties delen taalkundige, informatietechnologische (IT) en andere diensten. De totale kosten van het HvJ-EU voor de EU-begroting bedragen in 2017 ongeveer 400 miljoen euro.

03

Het Hof van Justitie en het Gerecht behandelen verschillende soorten procedures (zie tekstvak 1).

Tekstvak 1

Soorten procedures bij het Hof van Justitie en het Gerecht

Het Hof van Justitie behandelt voornamelijk prejudiciële verwijzingen van nationale rechtbanken inzake de uitlegging van EU-recht of de geldigheid van een door een instelling, een orgaan of een agentschap van de Unie vastgestelde handeling; hogere voorzieningen tegen de beslissingen van het Gerecht; bepaalde rechtstreekse beroepen wegens nalaten of tot nietigverklaring van bepaalde EU-handelingen; beroepen die door de Commissie of een lidstaat worden ingesteld wegens niet-nakoming van verplichtingen in het kader van EU-recht door een andere lidstaat; verzoeken om een advies over de verenigbaarheid met de Verdragen van een overeenkomst die de EU wil afsluiten met een niet-lidstaat of een internationale organisatie. Er kan geen hogere voorziening worden ingesteld tegen een beslissing van het Hof van Justitie.

Het Gerecht behandelt zaken die door individuele personen en bedrijven aanhangig zijn gemaakt tegen EU-handelingen die aan hen gericht zijn of die hen rechtstreeks en individueel raken, alsmede geschillen over de vergoeding van schade die door EU-instellingen en organen is veroorzaakt, en bepaalde beroepen die door de lidstaten aanhangig zijn gemaakt. De geschillen die het behandelt zijn voornamelijk economisch van aard en betreffen mededinging en staatssteun, maatregelen ter bescherming van de handel en intellectuele eigendom. Zij omvatten ook: landbouw, toegang tot documenten, plaatsing van overheidsopdrachten en beperkende maatregelen. Na de ontbinding van het Gerecht van ambtenarenzaken op 31 augustus 2016, is het Gerecht nu ook bevoegd om, in eerste aanleg, geschillen te behandelen tussen de EU en haar personeelsleden.

04

De rechtsprekende instanties moeten alle zaken behandelen die door nationale rechtbanken, lidstaten, EU-instellingen, organen, bureaus of agentschappen van de Unie, alsmede door natuurlijke en rechtspersonen aan hen zijn voorgelegd. Dit is een factor waarop zij geen invloed hebben. In de periode 2006-2016 werden er gemiddeld ongeveer 1 500 zaken per jaar aanhangig gemaakt bij het HvJ-EU. Het totale aantal zaken dat nog moet worden behandeld (inventaris van lopende zaken) is met ongeveer 20 % gestegen (zie figuur 1).

Figuur 1

Algemene ontwikkeling van de gerechtelijke werkzaamheden in de periode 2006-2016

NB: Op 1 september 2016 werden de bevoegdheden van het Gerecht van ambtenarenzaken overgedragen aan het Gerecht.

 

Bron: Op basis van gegevens die zijn gepubliceerd in de jaarverslagen van het HvJ-EU.

05

Bij beide rechtsprekende instanties kunnen zaken aanhangig worden gemaakt in een van de 24 officiële talen van de EU. De rechters beraadslagen in het Frans.

06

De rechtspraak van het HvJ-EU moet van onberispelijke kwaliteit zijn en binnen een redelijke termijn plaatsvinden4, terwijl het er als EU-instelling ook voor moet zorgen dat het de publieke middelen die tot zijn beschikking staan zo doelmatig en doeltreffend mogelijk gebruikt, op basis van de beginselen van goed financieel beheer5

07

De kwaliteit en snelheid waarmee het HvJ-EU zijn beslissingen vaststelt kan belangrijke gevolgen hebben voor individuele personen, rechtspersonen, lidstaten en de EU als geheel. Elk nalaten door het HvJ-EU om binnen een redelijke termijn uitspraak te doen, kan aanzienlijke kosten voor de betrokken partijen met zich meebrengen, evenals rechtstreekse kosten voor de EU-begroting voor schadevergoedingen6 die voortvloeien uit de buitensporig lange duur van de procedure7. Zaken die naar het HvJ-EU worden verwezen, zijn vaak het gevolg van een procedure die in de lidstaten is geïnitieerd. In die zaken, die bijzonder relevant zijn voor het Hof van Justitie, kan een tijdige afsluiting van de zaak een belangrijke rol spelen in het vermogen van de rechtsstelsels van de desbetreffende lidstaten om ook op nationaal niveau burgers en bedrijven een doeltreffende voorziening in rechte te verschaffen.

08

In de loop van de jaren is het HvJ-EU steeds meer nadruk gaan leggen op een efficiënte bedrijfsvoering. In het bijzonder heeft het de achterstand bij de behandeling van zaken aangepakt (met name bij het Gerecht, zie paragraaf 59). In verband daarmee heeft het HvJ-EU een aantal organisatorische en procedurele maatregelen genomen om efficiënter te gaan werken, zoals:

  • het aanpassen van het reglement voor de procesvoering van zowel het Hof van Justitie als het Gerecht om de behandeling van zaken te versnellen,
  • het monitoren van de voortgang bij de behandeling van afzonderlijke zaken ten opzichte van de indicatieve interne termijnen voor de belangrijkste fasen van de gerechtelijke procedures,
  • het digitaliseren van de circulatie van processtukken, en
  • het verbeteren van de verantwoording8.
09

Deze maatregelen hebben bijgedragen tot een vermindering van de gemiddelde tijd die beide rechtsprekende instanties nodig hebben om gerechtelijke beslissingen vast te stellen. Zo was in 2016 de totale gemiddelde procesduur 14,7 maanden bij het Hof van Justitie en 18,7 maanden bij het Gerecht, een vermindering van respectievelijk 0,9 maand en 1,9 maand ten opzichte van 2015. Er kan echter nog geen neerwaartse trend worden bevestigd voor elk soort proces (zie figuur 2).

Figuur 2

Gemiddelde duur (in maanden) van zaken die in de periode 2006-2016 werden afgesloten bij het Hof van Justitie en het Gerecht

Bron: Op basis van gegevens die zijn gepubliceerd in de jaarverslagen van het HvJ-EU.

10

In 2015 besloot de EU om de rechterlijke organisatie van het HvJ-EU te hervormen, met name door het aantal rechters bij het Gerecht in 2019 te hebben verdubbeld en door op 1 september 2016 de werkzaamheden van het Gerecht van ambtenarenzaken onder te brengen bij het Gerecht9. De hervorming was bedoeld om de achterstand bij de behandeling van lopende zaken10 te verminderen, een positief effect op de kwaliteit van de arresten tot stand te brengen en om de flexibiliteit en snelheid te vergroten door rechters toe te wijzen aan de kamers op basis van het aantal te behandelen zaken op de verschillende gebieden11. De extra financiële nettokosten van de hervorming werden door de wetgever op 13,5 miljoen euro per jaar geschat bij de volledige doorvoering ervan12, ofwel ongeveer 3,4 % van de totale begroting van het HvJ-EU.

Reikwijdte en aanpak van het doelmatigheidsonderzoek

Werkingssfeer en doelstelling

11

Onze evaluatie was opgezet om te beoordelen of de procedures van het HvJ-EU voor het beheer van rechtszaken resulteerden in een efficiënte behandeling van zaken en of ze tijdig werden afgedaan. De evaluatie had geen betrekking op de kwaliteit van gerechtelijke beslissingen en de lopende hervorming van het Gerecht13. Ook wilden we de beoordelings- en verantwoordingsinstrumenten van het HvJ-EU onderzoeken. Bovendien kwam dit tegemoet aan de belangstelling die het Europees Parlement hiervoor had.

12

We hebben een steekproef van afgesloten zaken onderzocht (zie de paragrafen 17-19), alsmede de rol en activiteiten van de verschillende actoren die er gedurende de levenscyclus van het beheer van de rechtszaken bij betrokken waren. We hebben toegang gevraagd tot alle gerechtelijke documenten en waren van plan dit onderzoek van stukken aan te vullen met gesprekken met personeelsleden die zich bezighielden met het beheer van rechtszaken, onder wie juridische secretarissen (hierna “référendaires” genoemd) (zie paragraaf 23).

13

Het HvJ-EU was van oordeel dat krachtens de Verdragsverplichting tot geheimhouding van de beraadslagingen14 de toegang tot bepaalde documenten (zoals interne nota’s en memoranda tussen de griffier en de rechters/advocaten-generaal en tussen rechters/advocaten-generaal onderling, en bepaalde gedeelten van de voorlopige rapporten van de rechter) voorbehouden moest blijven tot de rechters, advocaten-generaal en geselecteerd personeel van het HvJ-EU en niet open mocht worden gesteld voor de Europese Rekenkamer (ERK). Daarom konden we de impact van factoren zoals de complexiteit van de rechtszaken en de beschikbare middelen niet onafhankelijk beoordelen ten aanzien van de onderdelen van het proces voor het beheer van rechtszaken die betrekking hadden op deze documenten.

14

Om het effect van deze beperking te verminderen, is deze evaluatie gebaseerd op informatie die is verzameld via bevestiging van de leiding15 van het HvJ-EU in plaats van op rechtstreeks bewijs. Voor de steekproef van zaken is bij de evaluatie met name gebruikgemaakt van enquêtes om van de betrokken personeelsleden informatie te verkrijgen over het beheer van rechtszaken. In deze enquêtes werden de meest relevante factoren aan de orde gesteld die van invloed zijn op de tijd die aan de behandeling van een zaak is besteed. Deze factoren zijn vastgesteld in overleg met de griffies en de kabinetten van de presidenten van de rechtsprekende instanties van het HvJ-EU16. We hebben ook gesprekken gevoerd met een aantal rechters en advocaten-generaal.

Aanpak en criteria

15

We hebben het beheer van rechtszaken door beide rechtsprekende instanties onderzocht. Daarbij hebben we rekening gehouden met de richtsnoeren inzake efficiëntie en tijdbeheer van de Europese Commissie voor Efficiëntie in Justitie (Cepej), die werkzaam is op het gebied van mensenrechten en de rechtstaat binnen de Raad van Europa17.

16

We hebben de duur van de belangrijkste fasen geanalyseerd van ongeveer 2 800 rechtszaken die in 2014 en 2015 door het Hof van Justitie en het Gerecht werden afgesloten; samen waren zij goed voor 90 % van alle in die periode afgesloten zaken. Ook hebben we de correlatie geanalyseerd tussen factoren die naar ons oordeel bijdroegen tot de complexiteit van de rechtszaak en de duur van de gerechtelijke procedures.

17

Om de efficiëntie van het beheer van rechtszaken in individuele zaken te beoordelen, hebben we geprobeerd factoren vast te stellen die een positieve of negatieve invloed hadden op processen voor het beheer van rechtszaken en op de duur van de procedures. Daartoe selecteerden we een steekproef van zaken (30 zaken per rechtsprekende instantie) die in 2014 en 2015 werden afgesloten.

18

De steekproef werd genomen om de verschillende kenmerken van de populatie af te dekken18. De langste19 en de kortste zaken werden uitgesloten. De steekproef bestond voornamelijk uit zaken die iets langer dan gemiddeld duurden, samen met een aantal zaken met een korte behandelingsperiode, met het oog op de vaststelling van mogelijke goede praktijken (zie bijlage I). Om deze redenen is geen sprake van een aselecte representatieve steekproef, maar een steekproef die gericht is op bepaalde kwesties.

19

We onderzochten de gehele levensduur van de zestig zaken (zie figuur 3). We vergeleken de tijd die aan de verschillende fasen van de procedure werd besteed met de eigen indicatieve standaardtermijnen van het HvJ-EU, en met de gemiddelde tijdsduur van zaken20. Met betrekking tot de fasen vanaf het indienen van de zaak tot het eind van de schriftelijke procedure analyseerden we interne procedures, documenten van de griffie betreffende de geselecteerde zaken en de door de griffie ingevulde enquêtes en voerden we gesprekken met het betrokken personeel in die diensten. Met betrekking tot de fasen na de schriftelijke procedure bestudeerden we documenten die tot onze beschikking waren gesteld, waarvoor de in paragraaf 13 beschreven beperking gold, en de door de rechters/advocaten-generaal of hun référendaires ingevulde enquêtes. Daarnaast analyseerden we de informatie in de arresten en beschikkingen, en belegden we verschillende bijeenkomsten met personeel van de kabinetten van beide presidenten om uitleg en op de procedure gerichte beschrijvingen van systemen te verkrijgen21.

20

Voor de diensten die de gerechtelijke procedure ondersteunen (vertaling, IT, onderzoek en documentatie) analyseerden we de systemen die in gebruik waren en voerden we gesprekken met verantwoordelijke personeelsleden. Bij de vertaaldienst beoordeelden we met name de procedure voor het vastleggen van termijnen, voor planning en verslaglegging over prestaties. Ook evalueerden we de voortgang bij het toepassen van interinstitutionele essentiële activiteit- en prestatie-indicatoren (KIAPI). Bij IT onderzochten we de algemene architectuur van de systemen voor het beheer van rechtszaken en de strategische planning voor 2016-2020.

21

Daarnaast onderzochten we of het HvJ-EU had beoordeeld of er enige efficiëntiewinst zou kunnen worden behaald met een verandering van de taalpraktijken.

Opmerkingen

Het proces van het beheer van rechtszaken en de tijdsduur ervan

22

Zoals weergegeven in figuur 3 worden rechtszaken in ontvangst genomen en eerst behandeld door de griffies, zowel bij het Hof van Justitie als bij het Gerecht. Het verloop van het eerste deel van de procedure (de schriftelijke procedure) wordt in detail beschreven in het reglement voor de procesvoering van de beide rechtsprekende instanties; met name worden daarin de relevante documenten en de toepasselijke termijnen gespecificeerd. De zaken worden toegewezen door de presidenten van de twee rechtsprekende instanties aan de kamers en/of de rechters-rapporteurs en, in het geval van het Hof van Justitie, wijst de eerste advocaat-generaal de zaak toe aan een advocaat-generaal.

23

De rechters en de advocaten-generaal werken aan de zaken die rechtstreeks aan hen toegewezen zijn, maar ze analyseren ook andere zaken op het niveau van de kamer of de rechtsprekende instantie waar ze deel van uitmaken. Rechters kunnen verantwoordelijk zijn voor zaken waarin ze de functie vervullen van rechter-rapporteur, rechter-bijzitter of, in voorkomende gevallen, president van een kamer. Zij worden bij de uitoefening van hun taken bijgestaan door het personeel van hun kabinet: référendaires en assistenten. In kabinetten van rechters zitten drie référendaires en in kabinetten van advocaten-generaal vier référendaires. Référendaires spelen een belangrijke rol in de ondersteuning van rechters en advocaten-generaal bij zaken waarvoor ze verantwoordelijk zijn, alsmede in de voorbereiding van algemene vergaderingen of kamervergaderingen en in het verrichten van analyses van andere zaken die in de kamers worden behandeld waaraan de rechter is toegewezen. De kwaliteit, aansturing en beschikbaarheid van deze personeelsleden zijn dus belangrijke factoren die bijdragen tot een efficiënt beheer van rechtszaken.

24

In het algemeen wordt er één référendaire toegewezen voor de gehele levenscyclus, die ook helpt bij het opstellen van voorlopige rapporten, conclusies en gerechtelijke beslissingen. Als een référendaire niet de hele tijd beschikbaar is, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de efficiënte behandeling van zaken.

25

Na de toewijzing van de zaak en de afronding van de schriftelijke procedure wordt er een voorlopig rapport22 opgesteld en voorgelegd door de rechter-rapporteur (bij het Gerecht wordt dit aangevuld met een rapport ter terechtzitting). Dit wordt besproken op de algemene vergadering van het Hof van Justitie of de kamervergadering van het Gerecht. De volgende fasen in de levenscyclus van de zaak zijn de hoorzitting23 (die onder bepaalde voorwaarden achterweg kan blijven24) en, in veel zaken bij het Hof van Justitie25, het uitbrengen van een conclusie door de advocaat-generaal.

26

De afsluiting van de procedure bestaat in de beraadslaging en uitspraak van de beslissing26. De conceptarresten en in sommige gevallen de conceptbeschikking worden getoetst door een team van personeelsleden dat zorg moeten dragen voor de kwaliteit en consistentie van de tekst met betrekking tot de praktijk en jurisprudentie (hierna “cellule des lecteurs d’arrêts” genoemd). Afhankelijk van de criteria die elke rechtsprekende instantie heeft vastgesteld, kan vervolgens publicatie in de digitale Jurisprudentie (“Recueil numérique de la jurisprudence”)27 plaatsvinden.

27

Hoewel de rechtsprekende instanties beide werken als een collegiaal lichaam dat gezamenlijk de verantwoordelijkheid neemt voor zijn beslissingen, is het algemene toezicht op de voortgang van afzonderlijke rechtszaken uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de presidenten van de twee rechtsprekende instanties. Uiteraard is het ook de verantwoordelijkheid van de rechter-rapporteur en de president van de desbetreffende kamer om te zorgen voor passend toezicht. Bij het Hof van Justitie neemt de eerste advocaat-generaal de algehele verantwoordelijkheid voor het monitoren van de voortgang van conclusies die door de advocaten-generaal worden opgesteld.

Figuur 3

Belangrijkste fasen in het beheer van rechtszaken

Bron: ERK.

28

Zoals beschreven in paragraaf 9 publiceert het HvJ-EU de totale gemiddelde doorlooptijd van rechtszaken als essentiële prestatie-indicator. Wij kunnen bevestigen dat de berekening van de gemiddelde tijdsduur van de belangrijkste fasen (per soort beslissing, en per soort procedure of onderwerp), die door het HvJ-EU voor interne doeleinden wordt gebruikt, correct is uitgevoerd voor procedures die in 2014 en 2015 bij het Hof van Justitie en het Gerecht werden afgesloten. Verder hebben we een gedetailleerdere berekening uitgevoerd van de gemiddelde tijdsduur die wij relevant achten voor het beheer van rechtszaken (zie figuur 4).

Figuur 4

Gemiddelde tijdsduur (in maanden) van de belangrijkste fasen (per soort beslissing en per soort procedure/onderwerp) voor zaken die in 2014 en 2015 door het HvJ-EU werden afgesloten

 

NB: Gegevens met betrekking tot de gemiddelde tijdsduur van de schriftelijke procedure betreffen de periode tussen de afronding van deze procedure en de vertaling van het laatst ingediende processtuk.

 

Bron: ERK, op basis van door het HvJ-EU verstrekte gegevens.

29

Voor een aantal belangrijke fasen worden door de twee rechtsprekende instanties indicatieve standaardtermijnen vastgesteld (zie de paragrafen 54 en 57). Gezien het feit dat de aard van de rechtszaken en de factoren die van invloed zijn op de rechtszaken kunnen verschillen, zijn deze termijnen indicatief en kunnen ze niet bij elke zaak in acht worden genomen. Zoals weergegeven in figuur 4 overschrijdt de gemiddelde tijdsduur van belangrijke fasen in het algemeen de indicatieve termijnen, hoewel er verschillen bestaan tussen de twee rechtsprekende instanties.

30

Zo nam het opstellen van het voorlopig rapport voor zaken die in 2014 en 2015 werden afgesloten bij het Hof van Justitie gemiddeld drie maanden in beslag (ten opzichte van een indicatieve streeftermijn van twee maanden) en bij het Gerecht ongeveer negen maanden (ten opzichte van een indicatieve streeftermijn van twee of vier maanden, afhankelijk van het soort rechtszaak28).

31

Wat betreft de gemiddelde procesduur bestaat er een aanzienlijk verschil tussen zaken die bij arrest worden gewezen en die welke bij beschikking worden afgehandeld29, maar ongeacht het soort zaak en het soort beslissing (arrest of beschikking) zijn de schriftelijke procedure, de voorbereiding van het voorlopig rapport en de afsluiting de langste fasen in de levenscyclus van een zaak.

32

Onze evaluatie betrof de volgende belangrijke processen voor het beheer van rechtszaken:

  • de aanhangigmaking en eerste behandeling (met inbegrip van de ontvangst en het doorgeven van de processtukken), ook wel bekend als de schriftelijke procedure, door de desbetreffende griffie (zie de paragrafen 36-40);
  • de toewijzing door de presidenten van de twee rechtsprekende instanties, en waar van toepassing, door de eerste advocaat-generaal (zie de paragrafen 41-45);
  • de behandeling van de zaken door de kamers en rechters-rapporteurs na toewijzing ervan, waarbij de in paragraaf 13 beschreven beperkingen van toepassing zijn (zie de paragrafen 46-50); en
  • de monitoring en het beheer van de voortgang van de zaken door de presidenten van de twee rechtsprekende instanties (zie de paragrafen 51-60).

Het gebruik van de antwoorden op onze enquêtes

33

De enquêtes hadden betrekking op de zestig zaken die bij de griffies en bij de rechters (en, indien van toepassing, de advocaat-generaal) waren ingediend; het doel ervan was informatie te verkrijgen over de factoren die van invloed waren op de procesduur (zie paragraaf 19), informatie over de tijd die aan elke reden werd toegeschreven en een verdere gedetailleerde toelichting voor iedere specifieke zaak (bijv. goede praktijken). De hoeveelheid informatie in de antwoorden die wij ontvingen varieerde echter.

34

Op basis van de ontvangen antwoorden analyseerden wij de frequentie van de factoren die door het HvJ-EU werden genoemd. De hieropvolgende gesprekken met de rechters en advocaten-generaal bevestigden dat die redenen van invloed zijn op de totale doorlooptijd van zaken. In de overgrote meerderheid van de zaken verstrekten de griffies informatie over de aan elke factor toegeschreven tijd die van invloed was op de tijdsduur. De rechters en advocaten-generaal verstrekten dergelijke informatie voor een beperkter aantal zaken. Daarom waren we niet in staat om voor alle zaken in de steekproef het effect te beoordelen van de genoemde factoren op de tijdsduur.

35

Bijlage II biedt een gedetailleerde analyse van de antwoorden op de enquêtes met daarin de frequentie van de door de griffies, rechters en advocaten-generaal genoemde factoren die van invloed waren op de procesduur. De figuren 5-8 bevatten een samenvatting van die informatie.

De aanhangigmaking en eerste behandeling in de griffies (schriftelijke procedure)

36

De schriftelijke procedure wordt beheerd door de griffies, die daarbij de bepalingen van hun respectieve reglement voor de procesvoering toepassen. Daarin zijn onder andere de toepasselijke termijnen vastgelegd voor de partijen om opmerkingen of memories in te dienen.

37

Uit onze analyse blijkt dat deze fase in de jaren 2014 en 2015 gemiddeld 6,6 maanden duurde bij het Hof van Justitie en 9,1 maanden bij het Gerecht. In beide gevallen vertegenwoordigde dit een aanzienlijk deel van de totale doorlooptijd van de zaak. Opgemerkt dient te worden dat de tijdsduur van deze fase wordt bepaald door het reglement voor de procesvoering, waarin de termijnen voor de indiening van de verschillende processtukken zijn vastgelegd, maar ook afhangt van de betrokken partijen (indien deze bijv. verzoeken om een verlenging van de termijnen of de vertrouwelijke behandeling van bepaalde informatie) en van de vraag of derden een verzoek tot interventie in de procedure hebben ingediend.

38

Een overzicht van de meest frequente factoren die in de antwoorden met betrekking tot de zestig geselecteerde zaken volgens de griffies van invloed waren op de tijdsduur van de schriftelijke procedure, is weergegeven in figuur 5 voor het Hof van Justitie en in figuur 6 voor het Gerecht.

Figuur 5

De meest frequente factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de schriftelijke procedure van de dertig geselecteerde zaken bij het Hof van Justitie

Bron: Analyse door de ERK van de HvJ-EU-enquêtes.

Figuur 6

De meest frequente factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de schriftelijke procedure in de dertig geselecteerde zaken bij het Gerecht

Bron: Analyse door de ERK van de HvJ-EU-enquêtes.

39

Uit het overzicht blijkt dat voor het Hof van Justitie de vaakst genoemde factoren verband houden met de vertalingen door andere EU-instellingen30 en de werkbelasting van de Algemene directie vertaling (DG TRAD)31 van het HvJ-EU. We hebben het effect van de werkzaamheden van DG TRAD op het beheer van rechtszaken verder geanalyseerd (zie de paragrafen 74-79); hieruit bleek dat het effect van deze factor op de totale doorlooptijd van de zaken beperkt is. Bij het Gerecht hadden de genoemde factoren voornamelijk betrekking op procedures die krachtens de regels gelden in verband met de uitwisseling van documenten met partijen32 en de tijd die nodig was om de grote hoeveelheid gerechtelijke documenten te verwerken. Voorbeelden van de redenen voor het verlengen van de schriftelijke procedure voor het Hof van Justitie en voor het Gerecht zijn weergegeven in tekstvak 2.

Tekstvak 2

Voorbeelden van de verlenging van de schriftelijke procedure bij het Hof van Justitie en het Gerecht

Hof van Justitie

Eén zaak betrof een verzoek om een prejudiciële beslissing waarbij het door de nationale rechter ingediende verzoek niet gedetailleerd genoeg was. De beoordeling door het Hof van Justitie van de implicaties van de zaak bleek complex te zijn. Het duurde drie maanden om een schriftelijk verzoek te sturen naar de nationale rechter om de noodzakelijke verduidelijkingen te verkrijgen. Een soortgelijke situatie deed zich voor bij een andere zaak waarbij de procedure met één maand en tien dagen werd verlengd.

Gerecht

In één zaak die betrekking had op een beroep tot nietigverklaring werd de verlenging van de procedures met 18 maanden veroorzaakt door juridische geschillen tussen de partijen met betrekking tot vertrouwelijkheidskwesties. In een ander geval werden de vertrouwelijkheidsproblemen pas na 17 maanden opgelost.

40

Tijdens onze evaluatie constateerden we dat beide rechtsprekende instanties al proactief maatregelen hadden genomen om bepaalde procedures die van invloed waren op de schriftelijke procedure te veranderen en te verbeteren om buitensporige vertragingen in deze fase te voorkomen. De voortdurende verbetering van het reglement voor de procesvoering, vereenvoudigingen in besluitvormingsprocedures en het continu bevorderen van de elektronische indienen van zaken (E-Curia) sinds 2011 om het gebruik van papieren stukken zo beperkt mogelijk te houden, zijn voorbeelden van deze maatregelen.

Het toewijzingsproces van zaken die aan de rechtsprekende instanties zijn voorgelegd

41

Bij beide rechtsprekende instanties worden zaken toegewezen wanneer zich een voldoende grote voorraad nieuwe zaken heeft gevormd, zodat het werk evenredig kan worden verdeeld onder de rechters. Uit de analyse van gegevens met betrekking tot de in 2014 en 2015 afgesloten zaken blijkt dat er tussen de ontvangst van een zaak en de toewijzing ervan aan een rechter gemiddeld 2,3 maanden liggen bij het Hof van Justitie en 1,5 maand bij het Gerecht. De invloed daarvan op de totale tijd die benodigd is om de zaken te behandelen is echter niet groot, omdat er tegelijkertijd in de desbetreffende griffie essentiële voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd.

Hof van Justitie

42

De president van het Hof van Justitie is verantwoordelijk voor de toewijzing van de zaak aan een van de rechters-rapporteurs, en de eerste advocaat-generaal wijst de zaak toe aan een advocaat-generaal. Bij de toewijzing wordt rekening gehouden met een aantal factoren, waaronder de huidige werkbelasting van rechters en de vergelijkbaarheid van de zaak met andere zaken. Daarnaast worden er regels toegepast om te voorkomen dat de zaak wordt toegewezen aan rechters met de nationaliteit van het land waaruit de zaak afkomstig is en, in het geval van hogere voorzieningen die afkomstig zijn van het Gerecht, dat de zaak niet wordt toegewezen aan een rechter met dezelfde nationaliteit als de oorspronkelijke rechter-rapporteur.

43

Ad-hoctoewijzingen vinden plaats wanneer er onverwijld procedurele beslissingen moeten worden genomen en in gevallen waarin versnelde procedures nodig zijn. Zaken waarin een prejudiciële spoedprocedure33 is vereist, worden in een speciaal voor dat doel opgezette kamer behandeld. In het algemeen probeert de president in gevallen waarin een zaak snel bij beschikking kan worden behandeld, deze onverwijld aan een rechter-rapporteur toe te wijzen krachtens het reglement voor de procesvoering34.

Gerecht

44

De president van het Gerecht wijst zaken bij toerbeurt toe aan de negen kamers op basis van interne regels35. Deze voorzien in vier onderscheiden toerbeurten met betrekking tot respectievelijk: i) zaken betreffende de toepassing van de mededingingsregels voor ondernemingen, de regels betreffende staatssteun en de regels betreffende handelspolitieke beschermingsmaatregelen; ii) zaken betreffende intellectuele eigendomsrechten; iii) ambtenarenzaken (pas sinds 2016) en iv) andere dan hierboven genoemde zaken.

45

In overeenstemming met de toepasselijke regels kan de president afwijken van deze toerbeurten op grond van het feit dat ontvangen zaken verbonden zijn met andere zaken die nog in behandeling zijn of al zijn afgesloten, of ter verzekering van een gelijkmatige werkverdeling. De door het Gerecht verstrekte informatie wijst erop dat ongeveer 40 % van de zaken in 2014 en 2015 buiten het toerbeurtsysteem werd toegewezen. Na de toewijzing aan een kamer stelt de president van die kamer voor iedere afzonderlijke zaak een rechter-rapporteur voor; de president van het Gerecht neemt vervolgens de uiteindelijke beslissing.

Het proces van de behandeling van zaken door de kamers en rechters-rapporteurs na toewijzing ervan

46

De behandeling van zaken na toewijzing tot aan de afsluiting ervan omvat verschillende fasen en neemt een zeer aanzienlijk deel van de totale tijdsduur in beslag: met name het opstellen van de voorlopige rapporten duurde gemiddeld 3,2 maanden bij het Hof van Justitie en 9,4 maanden bij het Gerecht, en de afsluiting van de zaken duurde gemiddeld 4 maanden bij het Hof van Justitie en 5,3 maanden bij het Gerecht in de jaren 2014 en 2015. Zoals beschreven in de paragrafen 33 en 34, kon uit de informatie die door de rechters en advocaten-generaal in de enquêtes werd verstrekt, in de meeste gevallen weliswaar de frequentie van de verschillende factoren die van invloed waren op de tijdsduur worden afgeleid, maar niet de tijd die aan deze factoren kon worden toegeschreven. Verder zijn er, hoewel we informatie hebben over de hoeveelheid tijd die elke fase in beslag nam, geen gegevens beschikbaar over het aantal werkdagen dat rechters, advocaten-generaal en hun personeelsleden in de kabinetten werkelijk nodig hadden om elke fase te doorlopen.

47

De in de enquêtes gegeven antwoorden zijn echter een eerste informatiebron op basis waarvan het HvJ-EU een verdere analyse kan verrichten. Een overzicht van de meest frequent door de rechters (en voor zover van toepassing door de advocaten-generaal) met betrekking tot de desbetreffende zaken genoemde factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de behandeling van zaken, is weergegeven in figuur 7 voor het Hof van Justitie en in figuur 8 voor het Gerecht. De volledige analyse van de factoren die van invloed zijn op de doorlooptijd van de zestig zaken is te vinden in bijlage II.

Figuur 7

De meest frequente factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de behandeling van dertig geselecteerde zaken bij het Hof van Justitie

Bron: Analyse door de ERK van de HvJ-EU-enquêtes.

Figuur 8

De meest frequente factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de behandeling van dertig geselecteerde zaken bij het Gerecht

Bron: Analyse door de ERK van de HvJ-EU-enquêtes.

48

Voor het Hof van Justitie zijn de meest genoemde factoren in de enquête die van invloed zijn op de tijdsduur van de behandeling van zaken de gerechtelijke vakanties36, de werkbelasting en het ziekteverlof, zwangerschaps-/ouderschapsverlof of vertrek van de référendaires, de werkbelasting van de rechters-rapporteurs en advocaten-generaal, de complexiteit en de omvang van de zaken.

49

Bij het Gerecht is de meest frequente factor die de doorlooptijd van de zaken in de steekproef beïnvloedde, de tijd die de “cellule des lecteurs d’arrêts” nodig had. Dit werd veroorzaakt door de aanzienlijke werkbelasting waarmee deze dienst te kampen had als gevolg van de inspanningen in de jaren 2014 en 2015 om de achterstand bij de behandeling van zaken weg te werken. Desondanks moet worden opgemerkt dat de interne termijnen voor deze werkzaamheden in het algemeen werden gehaald. De andere factoren die vaak werden genoemd, waren de werkbelasting van de rechters-rapporteurs en van hun référendaires, de wijziging van de samenstelling van de kamer waarin de zaak werd behandeld, de hertoewijzing van zaken en de maatregelen tot organisatie van de procesgang. Vergelijkingen tussen de frequentie van specifieke factoren bij het Hof van Justitie en het Gerecht worden in tekstvak 3 weergegeven.

Tekstvak 3

Vergelijkingen tussen de frequenties van specifieke factoren bij het Hof van Justitie en bij het Gerecht

Complexiteit en grote hoeveelheid gerechtelijke documenten

De complexiteit van de vraagstukken die in de zaken aan de orde worden gesteld is een van de meest frequent door rechters genoemde factoren die van invloed zijn op de tijdsduur na de schriftelijke procedure. Beide rechtsprekende instanties worden op dezelfde wijze geconfronteerd met dit probleem (dat bij 40 % van de zaken in de steekproef voor het Hof van Justitie werd genoemd en bij 33 % voor het Gerecht). Uit de antwoorden blijkt ook dat beide rechtsprekende instanties in gelijke mate de gevolgen ondervinden van de grote hoeveelheid gerechtelijke documenten, die bij ongeveer 20 % van de zaken in de steekproef, zowel bij het Hof van Justitie als bij het Gerecht, als factor werd genoemd.

Werkbelasting

De werkbelasting van de rechter-rapporteur/advocaat-generaal en de référendaire die belast is met de zaak is een frequent door het Gerecht genoemde factor die van invloed is op de procesduur (namelijk bij respectievelijk 67 % en 53 % van de zaken in de steekproef). Deze reden wordt aanzienlijk minder vaak genoemd door het Hof van Justitie (bij respectievelijk 37 % en 40 % van de zaken).

Eind van de ambtstermijn van de rechters-rapporteurs, wijziging van de samenstelling van de kamer, hertoewijzing van zaken

Volgens de antwoorden van het HvJ-EU is het eind van de ambtstermijn van een rechter-rapporteur een factor die frequenter van invloed is op de procesduur bij het Gerecht (37 %) dan bij het Hof van Justitie (minder dan 10 %).

Twee andere factoren met invloed op de procesduur die door het Gerecht vaak worden genoemd (in ongeveer 60 % van de antwoorden) zijn een wijziging in de samenstelling van de kamer en de hertoewijzing van zaken. Deze factoren hangen vaak samen met het eind van de ambtstermijn van de rechter.

Opschortingen

Bij zes zaken in onze steekproef die door het Gerecht werden behandeld en bij geen enkele zaak die door het Hof van Justitie werd behandeld, was sprake van een formele opschorting op grond van het reglement voor de procesvoering37. Bij drie zaken van het Hof van Justitie gaven de rechters-rapporteurs echter aan dat een “informele” opschorting waarin het reglement voor de procesvoering niet voorzag, van invloed was op de procesduur. Hiervan was bijvoorbeeld sprake wanneer het Hof van Justitie de behandeling van de zaak aanhield totdat bij andere gelijksoortige zaken uitspraak zou zijn gedaan.

50

Uit onze gesprekken met de rechters en advocaten-generaal bleek dat ze zich ervan bewust waren dat zaken zoveel mogelijk binnen de indicatieve termijnen moesten worden behandeld zonder de kwaliteit van de werkzaamheden op het spel te zetten. Zij benadrukten ook het effect dat de niet-beschikbaarheid van de référendaire die aan een bepaalde zaak was toegewezen, kan hebben op de efficiënte behandeling ervan, met name wanneer er geen adequate vervanging was. Onzekerheid over het eind van de ambtstermijn van rechters en de overdracht van de werkzaamheden van vertrekkende rechters werden ook genoemd als gebieden waarop verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.

Monitoring

51

De monitoring en follow-up van de behandeling van zaken, met inbegrip van de ontwikkeling van online monitoringinstrumenten, heeft zich in de loop van de tijd positief ontwikkeld. De rechters met wie we gesprekken hebben gevoerd, erkenden het effect ervan op de efficiëntie van de behandeling van zaken.

52

De aanpak door het HvJ-EU van het monitoren van de inachtneming van indicatieve termijnen is gebaseerd op afzonderlijke zaken; wanneer deze niet in acht kunnen worden genomen, worden ze gesignaleerd. Gezien het indicatieve karakter van de termijnen, zijn deze echter bedoeld om door beide rechtsprekende instanties gemiddeld in acht te worden genomen, waarbij zaken met een lange doorlooptijd mogen worden gecompenseerd door zaken die minder tijd in beslag nemen.

Hof van Justitie

53

De algehele verantwoordelijkheid voor de monitoring en follow-up van zaken ligt bij de president. De inachtneming van termijnen wordt door hem gemonitord, met name via een wekelijkse vergadering met de presidenten van de kamers en de eerste advocaat-generaal. Het monitoringproces heeft zich in de loop van de jaren steeds verder ontwikkeld, waarbij er geleidelijk gedetailleerdere rapporten en analyses werden geproduceerd ten behoeve van de follow-up, met ondersteuning van diverse rapporten en bepaalde IT-instrumenten, zoals Suivi des affaires. Van deze rapporten geeft “État des affaires” met een asterisk de zaken aan waar de indicatieve termijn voor de productie door de rechter-rapporteur van het voorlopig rapport is overschreden, en de nieuwere “Fiche délai”38 bevat gedetailleerdere informatie en legt geschatte data voor de volgende fasen van een zaak vast. Eveneens in 2016 voerde het Hof van Justitie een “Plan de rattrapage” in, dat moet worden gegenereerd voor zaken waarbij de indicatieve termijnen niet in acht werden genomen.

54

Het Hof van Justitie heeft geleidelijk een reeks maatregelen ingevoerd om de tijd die aan zaken wordt besteed te verminderen en om verlengingen van de procesfasen vast te stellen en te corrigeren. Met name maakt het sinds 2004 gebruik van een “Échéancier” in het kader van de praktische gids39 voor de behandeling van zaken die bij het Hof aanhangig zijn gemaakt. Daarmee worden indicatieve termijnen vastgesteld voor de verschillende fasen in het beheer en de behandeling van de meeste zaken.

55

Het systeem van indicatieve termijnen vormt een daadwerkelijke prikkel om de verschillende fasen in het proces af te ronden door inachtneming van de vastgelegde termijnen. Het betreft echter een uniforme aanpak. Dat wil zeggen dat bij het vastleggen van de termijn geen rekening wordt gehouden met de aard, de complexiteit of andere kenmerken van individuele zaken; mogelijk is de termijn dus te krap voor complexe zaken en te ruim voor eenvoudiger zaken.

Gerecht

56

Ook bij het Gerecht draagt de president de algehele verantwoordelijkheid voor de monitoring en follow-up van zaken nadat ze aan de rechters zijn toegewezen. Er is sprake van een bredere collectieve verantwoordelijkheid, die gedeeld wordt door de president, de president van de kamer en de rechter-rapporteur voor elke afzonderlijke zaak. De noodzaak van nauwgezettere monitoring en follow-up is, net als bij het Hof van Justitie, ingezien en in de loop van de tijd zijn met het oog hierop instrumenten ontwikkeld.

57

Het Gerecht heeft analyses van gegevens en rapporten ontwikkeld en maakt daar gebruik van om de inachtneming van algemene termijnen die voor sommige belangrijke fasen in het beheer van rechtszaken zijn vastgesteld aan te moedigen40 en om de gemiddelde tijd die aan zaken wordt besteed te verminderen. Naast het IT-instrument Suivi des affaires heeft het Gerecht in 2011 een “tableau de productivité” ingevoerd en een tabel met cumulatieve vertragingen, die een keer in de drie maanden naar iedere rechter wordt verstuurd. De informatie in dit rapport wordt elk kwartaal door de president en de presidenten van de kamers besproken om vast te stellen in welke fasen van de procedure verdere inspanningen nodig zijn.

58

Naast dit rapport zijn er instrumenten die worden gebruikt om, eveneens om de drie maanden, de prestaties te meten. Deze omvatten een memorandum van zaken waarin analyses van verlengingen zijn weergegeven, een lijst van zaken die “aanzienlijke”41 verlengingen kennen en specifieke via e-mail verstuurde herinneringen aan afzonderlijke rechters waarin de zaken met een verlenging worden vermeld die onder hun verantwoordelijkheid vallen. De gedetailleerde informatie op het niveau van de afzonderlijke rechters heeft geleid tot grotere transparantie en bewustwording, en een tijdiger behandeling van zaken bevorderd.

59

Het is duidelijk dat een actiever beheer van rechtszaken de afgelopen jaren een hogere prioriteit heeft gekregen en in het algemeen al positieve resultaten heeft opgeleverd voordat de hervorming in werking trad. Zo blijkt uit de eigen analyse van het Gerecht dat voor alle lopende zaken het totaalaantal dagen waarmee de indicatieve termijn voor het opstellen van het voorlopig rapport werd overschreden, is gedaald van 130 000 dagen in 2010 tot 15 000 dagen eind 2016, een vermindering van bijna 90 %42.

60

Voor beide rechtsprekende instanties moet de voortdurende ontwikkeling van IT-systemen zoals Business Intelligence-rapporten (voorheen Business Objects) en het ARGOS-systeem, dat in 2017 zal worden ingevoerd, gedetailleerdere informatie verschaffen via een gepersonaliseerd dashboard waarin alle openstaande taken en fasen in het proces voor rechters, advocaten-generaal en référendaires worden weergegeven. Hoewel deze ontwikkelingen het mogelijk moeten maken om de situatie met betrekking tot potentiële verlengingen in de behandeling van zaken nauwlettender te monitoren, kon bij deze evaluatie de waarschijnlijke impact ervan niet worden beoordeeld. In de tussentijd heeft een aantal geïnterviewde rechters hun eigen ad-hocsysteem ontwikkeld (vaak Excel-spreadsheets) om de voortgang van zaken te monitoren.

Overgang van gerechtelijke statistieken naar zaakspecifieke termijnen en prestatie-indicatoren op maat

61

Het HvJ-EU legt rekenschap af van zijn prestaties aan de hand van gerechtelijke statistieken, met name het aantal zaken dat aanhangig werd gemaakt, dat in de loop van het jaar werd afgesloten en dat nog aanhangig was aan het eind van het jaar, samen met de gemiddelde tijdsduur van procedures die in de loop van het jaar werden afgesloten. Intern gebruikt de instelling voor informatiedoeleinden een gedetailleerdere uitsplitsing van het aantal zaken, in combinatie met meer analytische gemiddelden van de doorlooptijd.

62

Hoewel de door het HvJ-EU gepubliceerde cijfers over de gemiddelde tijdsduur een overzicht bieden van de totale gerechtelijke werkzaamheden, worden zaken waarvan de complexiteit sterk uiteenloopt op één hoop gegooid. Dit levert een onvolledig beeld op van de prestaties van het HvJ-EU wat betreft de procesduur.

Ontwikkelingen in het meten van gerechtelijke prestaties

63

Het HvJ-EU meet zijn efficiëntie voornamelijk door de ontwikkeling van het aantal afgesloten zaken te beoordelen en door, met name voor het Hof van Justitie, de gemiddelde doorlooptijd van zaken te vergelijken met de indicatieve, uniforme termijnen die voor de verschillende fasen van de procedures zijn vastgelegd. Hierdoor baseert het HvJ-EU een groot deel van zijn prestatiemetingen op outputindicatoren zonder te verwijzen naar de gebruikte hulpmiddelen (input).

64

Bij deze beheersaanpak worden de prestaties in het algemeen gemeten. Het HvJ-EU monitort zijn procedures niet aan de hand van gevestigde normen op basis van de doorlooptijd van rechtszaken die is afgestemd aan de complexiteit en de aard ervan. Doordat informatie over de complexiteit van de betrokken zaken ontbreekt, houdt een stijging van het aantal afgesloten zaken en/of een daling van de gemiddelde doorlooptijd niet noodzakelijkerwijs een toename van de efficiëntie in.

65

Bij onze evaluatie werd rekening gehouden met bredere ontwikkelingen in de meting van gerechtelijke prestaties. In dit verband hebben we vastgesteld dat de werkzaamheden van de door de Raad van Europe opgerichte Cepej43 bijzonder relevant zijn.

66

We hebben de toepassingsleidraad van de Cepej over termijnen44 voor gerechtelijke procedures onderzocht. De vaststelling van deze termijnen is een essentiële stap in de richting van het meten en vergelijken van de prestaties op het gebied van het beheer van rechtszaken en het conceptueel definiëren van de achterstand als het aantal of het percentage lopende zaken waarvoor de geplande termijn niet in acht wordt genomen.

67

Volgens de toepassingsleidraad moeten termijnen worden toegepast op procedurecategorieën en moet daarbij rekening worden gehouden met de complexiteit van zaken. Zo kunnen de prestaties worden gemeten door het vaststellen van termijnen, dat wil zeggen 90 % of 95 % van de zaken moet binnen een termijn van 12-36 maanden worden afgesloten, afhankelijk van de aard en complexiteit van de procedure.

68

Ook hebben we de belangrijkste Cepej-richtsnoeren over tijdbeheer geanalyseerd45 om goede praktijken vast te stellen die ook op de procedures van het HvJ-EU zouden kunnen worden toegepast. We constateerden dat met name de “controlelijst voor tijdbeheer” van de Cepej een goed instrument zou kunnen zijn om te beoordelen in welke mate het HvJ-EU passende informatie tot zijn beschikking heeft en relevante aspecten van de gerechtelijke procedure analyseert. De controlelijst is gebaseerd op zes tijdbeheerindicatoren. De specifieke punten op de controlelijst met betrekking tot elk van deze indicatoren zijn te vinden in bijlage III. Figuur 9 bevat onze beoordeling van de mate waarin de beschikbare informatie en hieropvolgende analyses door het HvJ-EU in overeenstemming zijn met de desbetreffende Cejep-richtsnoeren voor deze indicatoren. Deze is gebaseerd op het onderzoek van de systemen voor het beheer van rechtszaken van het HvJ-EU en op de analyse van een steekproef van zestig afgesloten zaken (zie de paragrafen 36-60). Hoewel er al substantiële vooruitgang is geboekt op de meeste gebieden die door de zes Cepej-indicatoren voor tijdbeheer worden bestreken, werd er bij de evaluatie geconstateerd dat er ruimte is voor verbetering van het meten van de gerechtelijke prestaties.

Figuur 9

Onze beoordeling van de mate waarin het HvJ-EU de meest relevante Cepej-richtsnoeren volgt met betrekking tot de “controlelijst voor tijdbeheer”

Cepej-indicatoren Indicator toegepast door het HvJ-EU? Beoordeling van de verenigbaarheid van de procedures voor tijdbeheer van het HvJ-EU en de in de indicatoren beschreven richtsnoeren van de Cepej

1)Vermogen om de totale procesduur te beoordelen

Ja Er zijn gegevens beschikbaar over de doorlooptijd van elke zaak, zowel met betrekking tot de totale doorlooptijd als de tijdsduur van de afzonderlijke fasen van het proces (zie de paragrafen 28-30).

2)Gevestigde normen voor de procesduur

Ten dele Hoewel het HvJ-EU voor bepaalde afzonderlijke fasen van het proces indicatieve standaardtermijnen voor het beheer van rechtszaken heeft vastgesteld, zijn deze niet afgestemd op de verschillende soorten zaken (zie de paragrafen 55 en 57).

3)Voldoende uitgewerkte typologie van zaken

Ten dele De door het HvJ-EU gebruikte IT-systemen bevatten gedetailleerde informatie over de rechtszaken. Deze informatie wordt echter niet gebruikt om zaken in te delen aan de hand van de complexiteit en gemiddelde doorlooptijd ervan (zie paragraaf 62).

4)Vermogen om het verloop van het proces te monitoren

Ten dele Hoewel de timing van de belangrijkste en kenmerkende fasen van het proces wordt geregistreerd, worden de daadwerkelijke tijd (middelen) die iedere fase van het proces in beslag neemt en de factoren die van invloed zijn op de procesduur niet geregistreerd (zie de paragrafen 34, 46 en 47).

5)Middelen om vertragingen snel te diagnosticeren en de gevolgen ervan te beperken

Ten dele Verlengingen worden regelmatig gesignaleerd na overschrijding van de indicatieve standaardtermijnen; deze laatste zijn echter niet afgestemd op de complexiteit en de aard van de zaak (zie de paragrafen 55 en 57).

6)Het gebruik van moderne technologie als instrument voor tijdbeheer in het gerechtelijk stelsel

Ten dele Basisgegevens over alle zaken worden geregistreerd in de IT-systemen en kunnen snel beschikbaar worden gesteld. De verzamelde gegevens worden echter niet volledig benut voor beheersdoeleinden (zie de paragrafen 69-72). De IT-systemen zijn niet volledig geïntegreerd (zie de paragrafen 81 en 82).

Bron: ERK.

69

De Cepej heeft de noodzaak benadrukt van het vaststellen van normen voor de procesduur en heeft geconstateerd dat indien afwijkingen van normen en streefdoelen voor gerechtelijke termijnen worden opgemerkt of verwacht, er snel maatregelen moeten worden genomen om de oorzaken van die afwijkingen aan te pakken46. Uit de analyse van de antwoorden op de enquêtes betreffende onze steekproef van rechtszaken bleek dat afwijkingen van de indicatieve termijnen voorkomen, bijvoorbeeld vanwege de hoeveelheid en de complexiteit van de zaken die een rechter moet behandelen, om redenen die samenhangen met het eind van de ambtstermijn van rechters en in gevallen waarin bepaalde référendaires niet beschikbaar zijn (zie de paragrafen 48 en 49).

Analyse van de complexiteit van zaken: een mogelijke aanpak ter ondersteuning van het beheerproces

70

Volgens de antwoorden van het HvJ-EU op de vragen in de enquête over onze steekproef van rechtszaken is complexiteit een belangrijke factor die van invloed is op de totale procesduur (zie de paragrafen 47 en 48). Wij zijn van oordeel dat de analyse van de complexiteit van zaken verder kan worden ontwikkeld met behulp van bestaande gegevens om het proces voor het beheer van rechtszaken bij het HvJ-EU potentieel te verbeteren. Om dit potentieel te onderzoeken, hebben we een analyse verricht om te bepalen of er een correlatie47 bestaat tussen bepaalde factoren48 die wijzen op complexiteit en de totale doorlooptijd van de rechtszaken die in 2014 en 2015 zijn afgesloten.

71

Uit de uitkomst van onze analyse, zoals weergegeven in bijlage IV, blijkt dat er een relatief sterke positieve correlatie49 is tussen deze complexiteitsfactoren en de doorlooptijd van een zaak. Elk van de gebruikte factoren kan als relevant worden beschouwd voor de totale doorlooptijd van de zaken. Uit dit resultaat blijkt dat historische gegevens over zaken verder geanalyseerd kunnen worden om gedetailleerdere beheersinformatie te genereren dan momenteel het geval is, waarbij zaken kunnen worden geïdentificeerd die aanzienlijk langer of korter duurden dan op basis van de kenmerken van de zaak werd verwacht. Deze informatie zou vervolgens kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld terugkerende problemen vast te stellen die in een buitensporig lange procesduur resulteerden, alsmede goede praktijken die ertoe leidden dat zaken binnen een kortere termijn konden worden afgesloten. Dit kan potentieel het besluitvormingsproces gedurende de hele levenscyclus van een zaak ondersteunen en bijdragen tot de verbetering van de efficiëntie van het algehele beheer van rechtszaken.

72

De weergegeven analyse is een eerste poging om bestaande gegevens te benutten. Natuurlijk kan deze verder worden verfijnd op basis van de ervaring van het HvJ-EU, waarbij rekening kan worden gehouden met meer factoren en de coëfficiënt die aan verschillende factoren wordt toegekend, kan worden aangepast.

Ondersteuning van het proces van het beheer van rechtszaken

73

De functie van ondersteunende diensten is de efficiënte werking van de verschillende fasen in het beheer van rechtszaken te faciliteren. We hebben bepaalde aspecten van de vertaalactiviteiten onderzocht (zie de paragrafen 74-79) en van de IT-systemen (zie de paragrafen 80-85).

Vertaling

74

De vertaling van documenten speelt een essentiële rol bij de ondersteuning van de gerechtelijke werkzaamheden van het HvJ-EU vanwege zijn verplichting om zaken te behandelen in alle officiële EU-talen en een aanzienlijk aantal juridische beslissingen te verspreiden in die talen. De beschikbaarheid van vertaling op bepaalde belangrijke momenten in het proces50 kan rechtstreeks van invloed zijn op de doorlooptijd van een rechtszaak. In de zaken in onze steekproef (zie de paragrafen 36-40 en 46-50) is het effect hiervan op de totale doorlooptijd van een zaak beperkt.

75

In de periode 2014-2016 werden er bij het HvJ-EU 1,1 miljoen bladzijden per jaar vertaald. Tussen 26 % en 36 % van de vertalingen werd verricht door externe juristen-linguïsten, waarvan de jaarlijkse kosten uiteenliepen van 9 tot 12 miljoen euro.

Vaststellen van termijnen
76

Het HvJ-EU heeft verschillende manieren om termijnen vast te stellen voor de vertaling van gerechtelijke documenten. Voor de meeste vertalingen worden zaakspecifieke termijnen vastgesteld51. Als alternatief worden vaste termijnen gebruikt, waarbij geen rekening wordt gehouden met de kenmerken van de zaak52. In dat geval komt in de termijnen niet de gemiddelde potentiële dagelijkse vertaalcapaciteit van een jurist-linguïst tot uitdrukking. Door een combinatie van zaakspecifieke en vaste termijnen kan een zekere flexibiliteit in het beheer van de werkbelasting van DG TRAD worden ingebouwd.

Centrale en lokale planning
77

Termijnen worden overeengekomen tussen de aanvragende dienst53 en de centrale planningsafdeling. Er bestaan beheersinstrumenten om het werk op wekelijkse basis te plannen en de vertaling van de documenten met het oog op de termijnen te monitoren. De tijd die juristen-linguïsten daadwerkelijk besteden aan de specifieke documenten wordt echter niet geregistreerd. Indien dit soort informatie beschikbaar was, zouden er gebieden kunnen worden vastgesteld waarop de efficiëntie zou kunnen worden verbeterd of waarop goede praktijken bestaan.

Inachtneming van termijnen voor de vertaling van documenten
78

We merkten op dat voor de jaren 2014 en 2015 de termijnen voor vertalingen grotendeels in acht werden genomen. De datum waarop de vertaling van de laatste processtukken in het kader van de schriftelijke procedure wordt afgeleverd is belangrijk omdat op deze dag de indicatieve termijn voor de voorlopige rapporten van de rechters ingaat. We stelden vast dat in een aanzienlijk aantal zaken (29 % voor het Hof van Justitie en 57 % voor het Gerecht) vertalingen respectievelijk 5,5 en 9 dagen vóór de vaste interne termijn die was vastgelegd, beschikbaar werden gesteld.

Vergelijking van de prestaties met die van andere EU-instellingen
79

Het HvJ-EU neemt deel aan het interinstitutioneel Uitvoerend Comité voor vertaling (ECT), dat tot doel heeft goede praktijken te bevorderen. Het HvJ-EU heeft vorderingen gemaakt met de vaststelling van prestatie-indicatoren (bekend als KIAPI) met het oog op de toepassing van een methodologie voor het meten van vertaalactiviteiten54, waardoor er vergelijkingen kunnen worden gemaakt met andere EU-instellingen55.

IT-systemen

80

Het gebruik van ondersteunende computersystemen zou, naast andere doelstellingen, een manier moeten zijn om de rechtsbedeling te verbeteren en de toegang van gebruikers tot de rechtsprekende instanties te vergemakkelijken teneinde de procedures te versnellen en zo de procesduur te verkorten56.

Complexiteit en gebrek aan integratie
81

Er zijn 95 verschillende IT-applicaties voor de gerechtelijke en administratieve activiteiten in het HvJ-EU. Volgens het HvJ-EU hangt het hoge aantal applicaties samen met het feit dat er meer dan een rechtsprekende instantie is en met de complexiteit van onderling afhankelijke processen. Daarnaast is het HvJ-EU gebruik blijven maken van een kerndatabase, Litige, die in 1995 werd ingevoerd, terwijl er tegelijkertijd nog steeds afzonderlijke applicaties worden ontwikkeld om te voorzien in specifieke behoeften. De noodzaak om continuïteit te waarborgen bij de behandeling van rechtszaken is altijd de hoogste prioriteit geweest.

Interfaces met andere applicaties
82

Door het gebrek aan integratie tussen Litige en de andere applicaties voor de behandeling van zaken is het bij sommige zaken nodig om gegevens handmatig en dubbel in te voeren, wat inefficiënt is en waardoor het risico ontstaat dat er onjuiste gegevens worden gecreëerd.

Verbeteringen van de IT-architectuur voor de behandeling van zaken
83

In het meerjarig strategisch plan van de Directie informatietechnologie (DIT) voor de jaren 2016-202057 wordt erkend dat IT-ontwikkeling aanzienlijke voordelen kan helpen brengen op het gebied van doeltreffendheid, door vertragingen en de behoefte aan middelen te verminderen.

84

Er zijn verschillende pogingen gedaan door het HvJ-EU om de bestaande IT-systemen voor het beheer van rechtszaken te verbeteren. Met name moet hier een ambitieus, in 2000 gestart project van het Gerecht worden genoemd voor een geïntegreerd IT-systeem voor het beheer van rechtszaken met de naam Pro-Curia, met als doel Litige te vervangen door vereenvoudigde en gestandaardiseerde functionaliteiten. Vanwege problemen met de invoering is de ontwikkeling van dit systeem stopgezet.

85

Als gevolg daarvan heeft het HvJ-EU Litige gehouden en besloten om twee andere projecten die op dat systeem waren gebaseerd, het programma Enterprise Content Management (ECM) en de modernisering van Litige, uit te voeren teneinde de IT-ondersteuning van het beheer van rechtszaken te verbeteren. De uitvoering van deze ontwikkelingen liep nog ten tijde van de evaluatie.

Taalpraktijken

86

Praktijken op het gebied van talen hebben rechtstreekse gevolgen voor de gerechtelijke werkzaamheden van het HvJ-EU. Doordat het Frans de enige taal is die voor beraadslagingen wordt gebruikt en de facto de enige werktaal is (met uitzondering van de conclusies van de advocaten-generaal58) moeten alle processtukken vanuit de officiële EU-taal waarin ze worden ontvangen in die taal worden vertaald, met uitzondering van de bijlagen bij memories, die alleen op aanvraag worden vertaald.

87

We merkten op dat tussen 2014 en 2016, in vergelijking met het Frans (13 %), een aanzienlijk aandeel van de zaken die bij het HvJ-EU aanhangig werden gemaakt, en met name bij het Gerecht, Engels (28 %) of Duits (20 %) als procestaal hadden. Hoewel we de complexiteit, potentiële effecten en gevoeligheid erkennen van de kwestie van taalpraktijken, duidt dit erop dat moet worden overwogen om de beraadslagingstalen van het HvJ-Eu uit te breiden tot andere talen dan het Frans, met name bij het Gerecht. Een van de gevolgen daarvan zou zijn dat interne memo’s, voorlopige rapporten, arresten en beschikkingen rechtstreeks in die talen zouden kunnen worden opgesteld. Verder zou een bepaald aantal processtukken dat in deze twee talen wordt ingediend, niet in het Frans hoeven te worden vertaald.

88

Elk argument voor een verandering in de taalpraktijken moet echter worden afgewogen tegen de voordelen die het blijven gebruiken van het Frans als enige beraadslagingstaal biedt. Volgens het HvJ-EU zijn deze voordelen dat mogelijke verschillen worden voorkomen tussen de juridische concepten die in elk van de als beraadslagingstaal gekozen talen worden gebruikt, en dat de consistentie wordt gewaarborgd bij verwijzing naar eerdere EU-rechtspraak.

89

De president van het Gerecht verstuurde in februari 2016 een nota naar de griffier van het Hof van Justitie met daarin het verzoek om een effectbeoordeling te verrichten van een verandering van de taal van beraadslaging. In de effectbeoordeling moesten de organisatorische voorwaarden worden uiteengezet en een kosten-batenanalyse worden gemaakt van de begrotingskosten en de duur van de procedures. Deze beoordeling is nog niet afgerond vanwege de onzekerheden in verband met de uitkomst van het Brexit-proces.

Conclusies

90

De afgelopen jaren heeft het HvJ-EU aanzienlijke organisatorische en procedurele maatregelen getroffen om de behandeling van zaken, en de rapportages in samenhang daarmee efficiënter te maken. In het bijzonder wordt door de invoering van indicatieve termijnen voor de afronding van belangrijke fasen in de levenscyclus van een zaak, in combinatie met de geleidelijke ontwikkeling van monitoringinstrumenten en -verslagen, meer nadruk gelegd op tijdigheid. Het HvJ-EU publiceert statistieken en analyses over de uitkomst van zijn gerechtelijke werkzaamheden. Uit de statistieken blijkt dat de gemiddelde tijd die nodig is om uitspraak te doen is gedaald of gelijk is gebleven ondanks de stijging van het aantal aanhangig gemaakte zaken. Ook dient te worden benadrukt dat er inspanningen zijn geleverd om de aanzienlijke achterstand bij de behandeling van rechtszaken die bij het Gerecht was ontstaan, te verminderen, en dat er eind 2016 vorderingen waren gemaakt met het aanzienlijk terugdringen van het totaalaantal dagen waarmee een belangrijke fase in de gerechtelijke procedure werd verlengd (zie paragraaf 59). Dit is het gevolg van verbeterde beheersinspanningen en -initiatieven, en niet van een toename van personele middelen. Het effect van de hervorming van die rechterlijke instantie, met name via de verdubbeling van het aantal rechters en dus van het aantal kabinetten, kan pas in de toekomst tot uitdrukking komen (zie de paragrafen 8-10).

91

Momenteel is de aanpak van het HvJ-EU voor het vastleggen van indicatieve termijnen gebaseerd op de verwachting dat de vastgelegde termijnen gemiddeld in acht dienen te worden genomen. De verwachting is dat langdurige zaken worden gecompenseerd door zaken die minder tijd vergen. Zaken worden toch afzonderlijk gemonitord en er worden herinneringen verstuurd wanneer de indicatieve termijnen zijn overschreden om ervoor te zorgen dat zaken waarbij die termijnen worden overschreden onder de aandacht blijven (zie de paragrafen 51 en 52).

92

Bij onze evaluatie van het eerste deel van het proces voor het beheer van rechtszaken, dat bekend staat als de schriftelijke procedure, kwam naar voren dat er slechts beperkte ruimte is om de duur van deze fase te beperken. Dit deel is voornamelijk de verantwoordelijkheid van de griffies; het omvat de ontvangst van de zaak en de voorbereiding van de gerechtelijke documenten. Met betrekking tot de zaken die we hebben onderzocht, legden de griffies uit waarom de procedure was verlengd, en verstrekten bij de meeste zaken informatie over het effect daarvan op de procesduur. De redenen hielden voornamelijk verband met de toepassing van de procedureregels van het HvJ-EU, die voorzagen in vaste termijnen voor bepaalde situaties, bijvoorbeeld het recht van partijen om te antwoorden. Het HvJ-EU gaf echter blijk van een proactieve aanpak bij het oplossen van bepaalde problemen, bijvoorbeeld door zijn reglement voor de procesvoering aan te passen wat betreft de vertrouwelijke behandeling van zaken en door het gebruik van E-Curia in te voeren om de procedure voor het aanhangig maken van zaken te versnellen (zie de paragrafen 36-40).

93

De fasen na de schriftelijke procedure, die voornamelijk in handen zijn van de rechters in verschillende gerechtelijke formaties, de advocaten-generaal en hun référendaires, zijn normaliter de langste onderdelen van het proces voor het beheer van rechtszaken. Gezien de in paragraaf 12-14 beschreven beperking van de reikwijdte, kregen we via de bevestiging van de leiding van de entiteit informatie over de belangrijkste redenen dat de indicatieve termijnen niet altijd in acht werden genomen. Deze omvatten de werkbelasting van rechters, de beschikbaarheid van référendaires en de complexiteit van de zaken. Door deze analyse konden we ook inzicht krijgen in de factoren die van invloed kunnen zijn op de tijdsduur van deze fase. Er was echter onvoldoende informatie beschikbaar over de specifieke tijd die kon worden toegeschreven aan de vastgestelde factoren. Daarnaast werd er weinig informatie verschaft over de beschikbaarheid en het gebruik van personele middelen met betrekking tot specifieke zaken. Hierdoor konden wij niet concluderen of, en in welke mate, de doorlooptijd van de geselecteerde zaken verminderd had kunnen worden (zie de paragrafen 33-35 en 46-50).

94

Bij onze evaluatie werd de rol van vertaling in het proces van het beheer van rechtszaken onderzocht. Wij merken op dat de vertaaldienst ook toewerkt naar een reeks vaste termijnen in combinatie met zaakspecifieke termijnen. Uit onze analyse van rechtszaken bleek niet dat het vertaalonderdeel van het proces leidde tot een aanzienlijk langere totale doorlooptijd van zaken, omdat een aanzienlijke hoeveelheid vertaaltaken binnen de termijnen wordt afgerond. Verder wordt gewerkt aan de invoering van essentiële prestatie-indicatoren, waarmee interinstitutionele vergelijkingen kunnen worden gemaakt (zie de paragrafen 74-79).

95

De bestaande IT-systemen bij het HvJ-EU zijn complex en zijn gebaseerd op een ouder wordende centrale database waaraan in de loop van de tijd een groot aantal subsystemen zijn toegevoegd. Het HvJ-EU heeft nog geen volledig geïntegreerd IT-systeem ontwikkeld ter ondersteuning van het beheer van rechtszaken. Wij concluderen dat het doel op langere termijn om een meer geïntegreerde aanpak te ontwikkelen moet leiden tot grotere efficiëntie, de noodzaak van dubbel werk moet beperken, de noodzaak van handmatige invoering moet minimaliseren en de noodzaak om een groot aantal toepassingen te ondersteunen moet verminderen (zie de paragrafen 80-85).

96

Er zijn voordelen en nadelen verbonden aan de huidige regeling waarbij Frans de taal van de beraadslagingen is en de facto de werktaal van de instelling. Binnen het HvJ-EU wordt gewerkt aan een kosten-batenanalyse in verband met de mogelijkheid om de beraadslagingstaal uit te breiden tot andere talen dan het Frans bij het Gerecht en deze kan een bijdrage leveren aan de beoordeling van de situatie en een toekomstige beslissing helpen onderbouwen (zie de paragrafen 86-89).

97

Over het geheel genomen concluderen wij dat er mogelijkheden zijn om de prestaties verder te verbeteren door over te gaan op een actiever beheer van afzonderlijke zaken. De huidige aanpak door het HvJ-EU van prestatiemetingen is niet gebaseerd op termijnen die zijn afgestemd op afzonderlijke zaken, waarbij rekening is gehouden met de complexiteit, werkbelasting, benodigde middelen en de beschikbaarheid van personeel. Momenteel dienen de indicatieve termijnen die voor bepaalde soorten zaken zijn vastgelegd alleen als algemene beheersdoelstelling die gemiddeld in acht moet worden genomen (zie paragraaf 91). Hoewel deze aanpak ongetwijfeld heeft geleid tot verbeteringen, kan de gemiddelde tijd die nodig is om bepaalde soorten zaken of procedures af te ronden niet gelijk worden gesteld aan de redelijke tijd voor de behandeling van een afzonderlijke zaak.

Overwegingen voor verdere verbeteringen

98

Om het beheer van rechtszaken verder te verbeteren, moet het HvJ-EU overwegen om:

  1. de prestaties per rechtszaak te meten aan de hand van een zaakspecifieke termijn, waarbij rekening wordt gehouden met de daadwerkelijk ingezette personele middelen. Dit zou de leiding informatie verschaffen over problematische zaken en elementen van goede praktijken, en kan worden gebruikt om nog efficiënter te werken;
  2. de verbeteringen in de verslaglegging over de prestaties voort te zetten door toe te werken naar de ontwikkeling van een systeem met behulp waarvan de specifieke aantallen zaken waarbij de verwachte termijnen in acht zijn genomen, worden gerapporteerd in plaats van de gemiddelde doorlooptijd van de verschillende soorten zaken. Hierdoor kan gedetailleerder verslag worden uitgebracht over resultaten, wat de verantwoording door het HvJ-EU verbetert. Dit is met name relevant met het oog op de nieuwe personele middelen die beschikbaar worden gesteld in het kader van de hervorming;
  3. een beleid te voeren dat een flexibelere toewijzing van bestaande référendaires mogelijk maakt om de problemen te helpen oplossen die voortvloeien uit factoren in verband met het beheer van middelen of organisatorische kwesties (onbeschikbaarheid van référendaires, werkbelasting van rechters, advocaten-generaal en hun référendaires, hertoewijzing van zaken vanwege het verstrijken van de ambtstermijn van rechters);
  4. de lidstaten en de Raad nog meer bewust te maken van het belang om rechters tijdig voor te dragen en aan te stellen;
  5. de kosten-batenanalyse af te ronden van het effect (organisatorisch, budgettair en wat betreft de doorlooptijd van zaken) van een verandering van de huidige praktijk in het Gerecht om andere talen dan het Frans voor beraadslagingen te gebruiken;
  6. de mogelijkheid te onderzoeken een volledig geïntegreerd IT-systeem in te voeren te ontwikkelen ter ondersteuning van het beheer van rechtszaken.

Dit verslag werd door kamer V onder leiding van de heer Lazaros S. LAZAROU, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 5 september 2017.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE
President

Bijlagen

Bijlage I

Steekproef van zaken die bij het Hof van Justitie en bij het Gerecht werden geselecteerd

HOF VAN JUSTITIE (2014)
Procedure (soort afsluiting) Onderwerp Doorlooptijd van de zaak
Hogere voorziening (arrest) Toegang tot documenten 23,3 maanden
Hogere voorziening (arrest) Mededinging 24,9 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Milieu 27,9 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Milieu 28,4 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Belastingen 24,5 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Belastingen 16,6 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrijheid van vestiging 23,5 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrij verkeer van kapitaal 27,0 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Sociaal beleid 23,5 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Beginselen van EU-wetgeving 27,4 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Onderlinge aanpassing van de wetgevingen 27,9 maanden
Hogere voorziening (beschikking) Landbouw 18,5 maanden
Hogere voorziening (beschikking) Institutioneel recht 10,4 maanden
Prejudiciële beslissing (beschikking) Landbouw 18,1 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Onderlinge aanpassing van de wetgevingen 12,4 maanden
HOF VAN JUSTITIE (2015)
Procedure (soort afsluiting) Onderwerp Doorlooptijd van de zaak
Hogere voorziening (arrest) Staatssteun 28,1 maanden
Hogere voorziening (arrest) Milieu 25,8 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Vrij verkeer van personen 26,7 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Institutioneel recht 23,8 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Mededinging 27,4 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid 23,8 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid 23,7 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Belastingen 22,9 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrij verkeer van personen 26,9 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrij verkeer van personen 23,6 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Plaatsing van overheidsopdrachten 23,9 maanden
Hogere voorziening (beschikking) EU-douane 16,8 maanden
Hogere voorziening (beschikking) Intellectuele en industriële eigendom 16,2 maanden
Prejudiciële beslissing (beschikking) Belastingen 16,9 maanden
Prejudiciële beslissing (arrest) Vrijheid van vestiging 12,7 maanden
GERECHT (2014)
Procedure (soort afsluiting) Onderwerp Doorlooptijd van de zaak
Hogere voorziening (arrest) Statuut 24,3 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 41,5 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 38,5 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 37,1 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 35,3 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 33,4 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Staatssteun 46,3 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Mededinging 45,8 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Staatssteun 43,0 maanden
Hogere voorziening (beschikking) Statuut 24,1 maanden
Intellectuele eigendom (beschikking) Intellectuele eigendom en handelsmerk 31,9 maanden
Rechtstreeks beroep (beschikking) Staatssteun 45,6 maanden
Rechtstreeks beroep (beschikking) Staatssteun 44,8 maanden
Rechtstreeks beroep (beschikking) Milieu 33,8 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Staatssteun 24,5 maanden
GERECHT (2015)
Procedure (soort afsluiting) Onderwerp Doorlooptijd van de zaak
Hogere voorziening (arrest) Statuut 31,2 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 39,6 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 38,0 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 35,8 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 33,1 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 31,2 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 30,1 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Beperkende maatregelen 41,1 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Handelsbeleid en dumping 41,0 maanden
Rechtstreeks beroep (arrest) Onderzoek en ontwikkeling 40,6 maanden
Hogere voorziening (beschikking) Statuut 15,6 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 33,3 maanden
Rechtstreeks beroep (beschikking) REACH-verordening 30,9 maanden
Rechtstreeks beroep (beschikking) Milieu 24,8 maanden
Intellectuele eigendom (arrest) Intellectuele eigendom en handelsmerk 17,8 maanden

Bron: ERK.

Bijlage II

Analyse van factoren die van invloed waren op de doorlooptijd van de zestig zaken in de steekproef bij het HvJ-EU

Factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de schriftelijke procedure bij het Hof van Justitie (aangegeven door de griffie)
Factoren die de procesduur tijdens de schriftelijke procedure beïnvloeden Aantal betrokken zaken (van de dertig zaken) Totaal (%)
Vertalingen verwacht van de instellingen die partij in de procedure zijn 10 33%
Werkbelasting van DG TRAD 5 17%
Toewijzing van een of meer verzoeken tot interventie 4 13%
Verzoek om processtukken op te stellen verzonden aan de partijen 4 13%
Verlenging van een termijn op verzoek van een partij 3 10%
Toelating van een tweede memoriewisseling (repliek en dupliek) 3 10%
Raadpleging van de partijen over een fase in de procedure (bijv. de voeging van zaken) 2 7%
Instelling van een incidentele hogere voorziening/incidenteel beroep 1 3%
Vertalingen van zeer lange processtukken 1 3%
Factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de behandeling van zaken bij het Hof van Justitie (aangegeven door de rechters en advocaten-generaal)
Factoren die de procesduur na de schriftelijke procedure beïnvloeden Aantal betrokken zaken (van de dertig zaken) Gecombineerd aantal door rechters en/of advocaten-generaal aangegeven zaken (van de dertig zaken) Totaal (%)
Rechters Advocaten-generaal
Gerechtelijke vakanties 18 4 19 63%
Zaak waarin nieuwe en/of bijzonder complexe juridische vraagstukken aan de orde worden gesteld 9 8 12 40%
Werkbelasting van de référendaire die verantwoordelijk is voor het dossier 8 7 12 40%
Ziekte, moederschaps-/ouderschapsverlof of vertrek van een référendaire 7 6 12 40%
Werkbelasting van de rechter-rapporteur en/of de advocaat-generaal 7 7 11 37%
Omvangrijke zaak 5 / 5 17%
Feitelijk, economisch of wetenschappelijk ingewikkelde zaak Complexe zaak (bijv. over nieuwe technologische vraagstukken) 2 3 5 17%
Complexe zaak om andere redenen 1 3 4 13%
Gecoördineerde behandeling van vergelijkbare zaken waarvan de één een paar maanden na de ander aanhangig is gemaakt 3 2 3 10%
Informele opschorting 3 / 3 10%
Prioriteit gegeven aan een andere zaak die een hoge prioriteit heeft gekregen of waarop de versnelde procedure is toegepast (of de prejudiciële spoedprocedure) 2 1 3 10%
Heropening van de mondelinge behandeling 2 / 2 7%
Overige 2 / 2 7%
Verzoek om informatie of verduidelijking verstuurd aan de verwijzende rechter 2 / 2 7%
Een terrein waarop nationale wetten zeer verschillend zijn 2 / 2 7%
Gecoördineerde behandeling van een reeks zaken (bijv. zaken met betrekking tot mededingingverstorende overeenkomsten) 1 1 2 7%
Verwijzing naar een andere rechtsprekende formatie 1 1 2 7%
Verstrijken van de ambtstermijn van de rechter-rapporteur en/of de advocaat-generaal 1 / 1 3%
Verzoek om een onderzoeksnota 1 / 1 3%
Schriftelijk te beantwoorden vragen verstuurd naar de partijen / 1 1 3%
Factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de schriftelijke procedure bij het Gerecht (aangegeven door de griffie)
Factoren die de procesduur tijdens de schriftelijke procedure beïnvloeden Aantal betrokken zaken (van de dertig zaken) Totaal (%)
Ontvangst en verwerking van processtukken bij de griffie (en van door de rechters genomen beslissingen over de vervolgprocedure) 26 87%
Toelating van een tweede memoriewisseling (repliek en dupliek) 20 67%
Verzoek tot regularisatie betreffende een processtuk/een procedurele handeling die een belemmering vormt voor de dienst 19 63%
Ander te bepalen procedureel vraagstuk 16 53%
Verlenging van een termijn op verzoek van een partij 12 40%
Toewijzing van een of meer verzoeken tot interventie 6 20%
Verzoek tot interventie 6 20%
Behandeling van een lijvig document 6 20%
Maatregelen tot organisatie van de procesgang 3 10%
Indiening van een onvoorzien document 3 10%
Andere redenen in verband met administratieve diensten 3 10%
Instelling van een incidentele hogere voorziening/incidenteel beroep 2 7%
Beheer van problemen op het gebied van geheimhouding 2 7%
Exceptie van niet-ontvankelijkheid, ontbreken van bevoegdheid, beroep kan worden afgedaan zonder beslissing, een stap in de procedure waarin de partijen worden opgeroepen opmerkingen in te dienen 2 7%
Andere factoren op het terrein waarvoor de rechter-rapporteur, de advocaat-generaal, de president (van de kamer) verantwoordelijk zijn 2 7%
Beheer van problemen met betrekking tot de anonimiteit/weglating van informatie ten opzicht van het publiek 1 3%
Formele beschikking tot schorsing van de behandeling (opschorting) 1 3%
Factoren die van invloed waren op de tijdsduur van de behandeling van zaken bij het Gerecht (aangegeven door de rechters)
Factoren die de procesduur na de schriftelijke procedure beïnvloeden Aantal betrokken zaken (van de dertig zaken) Totaal (%)
Toetsing van de ontwerpbeslissingen door de “cellule des lecteurs d’arrêts” 29 97%
Werkbelasting van de rechter-rapporteur en/of de advocaat-generaal 20 67%
Verandering van de samenstelling van de kamer 19 63%
Hertoewijzing van een zaak 18 60%
Werkbelasting van de référendaire die verantwoordelijk is voor het dossier 16 53%
Maatregel tot organisatie van de procesgang 16 53%
Gecoördineerde behandeling van een groep zaken (bijv. zaken met betrekking tot mededingingverstorende overeenkomsten) 11 37%
Verstrijken van de ambtstermijn van de rechter-rapporteur en/of de advocaat-generaal 11 37%
Zaak waarin nieuwe en/of bijzonder complexe juridische vraagstukken aan de orde worden gesteld 10 33%
Ontvangst en verwerking van processtukken bij de griffie 10 33%
Gerechtelijke vakanties 8 27%
Organisatie van een hoorzitting indien een partij hierom verzoekt of indien het Hof hiertoe op eigen initiatief besluit (met name bij zaken betreffende intellectuele eigendom en hogere voorzieningen) 8 27%
Omvangrijke zaak 7 23%
Overige 7 23%
Termijn voor de aankondiging van de hoorzitting waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de zaak 7 23%
Formele beschikking tot schorsing van de procedure bij een rechtszaak (opschorting) 6 20%
Ziekte, moederschaps-/ouderschapsverlof of vertrek van een référendaire 6 20%
Complexe zaak om andere redenen 6 20%
Feitelijk, economisch of wetenschappelijk ingewikkelde zaak Complexe zaak (bijv. over nieuwe technologische vraagstukken) 5 17%
Verwijzing naar een andere rechtsprekende formatie 5 17%
Voeging van de mondelinge behandeling 5 17%
Niet-beschikbaarheid van een gemachtigde of een jurist voor de hoorzitting/verzoek om uitstel van de hoorzitting 4 13%
Indiening van een onvoorzien document 4 13%
Beheer van problemen op het gebied van geheimhouding 4 13%
Andere redenen in verband met administratieve diensten 4 13%
Prioriteit gegeven aan een andere zaak die een hoge prioriteit heeft gekregen of waarop de versnelde procedure is toegepast (of de prejudiciële spoedprocedure) 3 10%
Problemen met computerapplicaties 2 7%
Heropening van de mondelinge behandeling 1 3%

Bron: Analyse door de ERK van de HvJ-EU-enquêtes.

Bijlage III

Controlelijst voor de beoordeling van de tijdbeheerindicatoren van de Cepej

Cepej-indicator Belangrijkste vragen op de controlelijst
1) Vermogen om de totale procesduur te beoordelen Is er een uniek identificatienummer (bijv. een zaaknummer) of een verbindingsnummer voor elk proces, vanaf het aanhangig maken van een zaak tot aan de definitieve en bindende beslissing?
Kunt u voor alle lopende zaken de totale procesduur bepalen?
2) Gevestigde normen voor de procesduur Hebt u normen ontwikkeld voor de optimale termijnen bij de relevante soorten procedures?
Is de procesduur voorspelbaar voor gebruikers (partijen, juristen, anderen)?
3) Voldoende uitgewerkte typologie van zaken Bestaat er een indeling van zaken op basis van de complexiteit en de doorlooptijd ervan?
4) Vermogen om het verloop van het proces te monitoren Monitort en verzamelt u gegevens over de timing van de belangrijkste fasen in de meeste soorten zaken om te kunnen bepalen waar en wanneer er vertragingen optreden?
5) Middelen om vertragingen snel te diagnosticeren en de gevolgen ervan te beperken Kan de verantwoordelijkheid voor het vaststellen en voorkomen van onnodige vertragingen duidelijk worden bepaald?
Zijn er procedures om vertragingen snel vast te stellen en het effect van vertragingen op de partijen te verminderen?
Bestaan er procedures om het proces te versnellen en vertragingen te voorkomen?
6) Het gebruik van moderne technologie als instrument voor tijdbeheer in het gerechtelijk stelsel Wordt informatietechnologie doeltreffend ingezet om de procesduur te monitoren?
Kunnen met behulp van informatietechnologie snel statistische rapporten worden geproduceerd en kan er een planning worden gemaakt op beleidsniveau?

Bron: Controlelijst voor tijdbeheer (controlelijst van indicatoren voor de analyse van de procesduur in het gerechtelijk stelsel) (Cepej, 2005).

Bijlage IV

Analyse van de correlatie tussen complexiteitsfactoren en de doorlooptijd van rechtszaken die in 2014 en 2015 werden afgesloten bij het Hof van Justitie en het Gerecht

Analyse van de complexiteit van zaken bij het Hof van Justitie
Analyse van de complexiteit van zaken bij het Gerecht

 

NB: Elk punt in de grafieken stelt een zaak voor die in 2014 of 2015 werd afgesloten. De zwarte lijnen zijn de trendlijnen die laten zien waar een zaak naar verwachting zal uitkomen gezien de complexiteitscore ervan. De punten die verder van de trendlijnen af liggen stellen zaken voor die wellicht kenmerken hebben die het waard zijn verder te onderzoeken.

Bron: ERK.

Antwoorden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Samenvatting

Punten I en II

Efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid zijn de belangrijkste parameters voor een doeltreffend rechtssysteem.1 De duur van de procedures is dus één van de verschillende factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij de evaluatie van een gerechtelijk bestel. In hun streven naar efficiëntie laten de rechtsprekende instanties van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) zich leiden door de noodzaak om – in een context van algemene toename van de werklast – een evenwicht te vinden tussen enerzijds snelheid en anderzijds kwaliteit van het rechterlijke toezicht en van de rechterlijke beslissingen.

Het Hof van Justitie en het Gerecht hebben tal van organisatorische en procedurele maatregelen genomen om de bij hen aanhangige zaken efficiënter te kunnen behandelen. Dankzij deze maatregelen konden de termijnen voor de behandeling van de zaken worden verminderd of althans binnen de perken worden gehouden. Zo nam de behandeling van een zaak bij het Hof van Justitie gemiddeld 19,6 maanden in beslag in 2006 tegenover 14,7 maanden in 2016. Bij het Gerecht bedroeg de duur 25,8 maanden in 2006 en 18,7 maanden in 2016. Daarbij moet worden opgemerkt dat het aantal ingediende zaken tijdens diezelfde periode sterk is gestegen.

Punt III

De vastgestelde efficiëntietoename bij de behandeling van de zaken is met name het gevolg van het feit dat het Hof van Justitie en het Gerecht verschillende tijdschema’s en instrumenten zijn beginnen te gebruiken om de behandeling van de bij hen ingediende zaken te monitoren. Die tijdschema’s bevatten indicatieve interne termijnen die aangeven wanneer elke stap in de procedure moet zijn voltooid. Die schema’s hebben weliswaar betrekking op types procedures in het algemeen, maar de naleving van de gestelde termijnen wordt voor elke zaak individueel gemonitord. Die monitoring kan aanleiding geven tot specifieke corrigerende maatregelen. Het actieve en geïndividualiseerde beheer van de behandeling van de zaken is dus een doelstelling die de rechtsprekende instanties al lange tijd nastreven.

In die context wordt de aanbeveling van de Rekenkamer om de tijdschema’s nog verder te verfijnen door rekening te houden met de specificiteit van elke procedure en met de complexiteit van de zaken, uiteraard gunstig onthaald (zie onder punt 98).

Ter zake van een systeem om bij te houden welke middelen daadwerkelijk worden gebruikt in elke stap van elke zaak die de twee rechtsprekende instanties behandelen (bij wijze van voorbeeld zij vermeld dat het Hof van Justitie en het Gerecht 1459 zaken hebben afgedaan in 2016), waarvan de invoering eveneens door de Rekenkamer wordt aanbevolen, is het HvJEU van mening dat bij de studie over de invoering ervan rekening moet worden gehouden met de niet te verwaarlozen administratieve lasten en de inzet van middelen die daarmee gepaard zouden kunnen gaan. Die overwegingen zullen moeten worden afgewogen tegen het concrete nut van de analyse van de gegevens die met behulp van een dergelijk systeem worden verkregen.

Punt 4

Het aantal bij de rechtsprekende instanties van de Unie ingediende zaken is in de periode 2006-2016 niet stabiel gebleven. Dat het aantal hangende zaken – ondanks de sterke productiviteitstoename – in die periode is gestegen, komt doordat het aantal ingediende zaken nog sterker is toegenomen. Dat is met name het gevolg van de opeenvolgende uitbreidingen van de Europese Unie, de uitbreiding van haar bevoegdheden en het feit dat steeds intensiever en op steeds meer terreinen wetgevend en regelgevend is opgetreden. Het HvJEU wijst erop dat tussen 2006 en 2016 het aantal zaken dat is ingediend bij de drie rechtsprekende instanties waaruit de instelling bestond, is toegenomen met 43,6 %, terwijl het jaarlijkse aantal door die rechtsprekende instanties afgedane zaken in diezelfde periode met bijna 57,3 % is gestegen.

Hoewel punt 4 slaat op de rechtsprekende instanties in het algemeen, geeft grafiek 1 de resultaten per rechtsprekende instantie weer.

Punt 7

Zoals in de punten I tot en met III hierboven is uiteengezet, bestaat de fundamentele uitdaging voor het HvJEU erin, een evenwicht te verzekeren tussen snelheid en kwaliteit van zijn beslissingen. Het HvJEU is erg gevoelig voor de door de Rekenkamer aangehaalde noodzaak dat zijn rechtsprekende instanties zo snel mogelijk en in elk geval binnen redelijke termijnen een beslissing geven. Niettemin moet worden beklemtoond dat de kwaliteit van de rechterlijke beslissingen primordiaal is in een Unie beheerst door het recht. Door het geven van coherente en gemotiveerde beslissingen die de rechten van de partijen bij het geding eerbiedigen, worden immers de rechtszekerheid en het recht op een effectieve rechterlijke bescherming gewaarborgd.

Punt 9

Zoals in het verslag terecht wordt benadrukt, hebben de diverse maatregelen die het Hof van Justitie en het Gerecht al verschillende jaren hebben genomen, aanzienlijke gevolgen gehad. Hoewel het aantal bij die rechtsprekende instanties ingediende zaken een belangrijke toename kende, steeg ook het aantal door deze instanties afgedane zaken aanzienlijk en daalde de totale behandelingsduur van de zaken – alle categorieën van zaken samen beschouwd – zeer sterk.

Grafiek 2

De gemiddelde duur van de procedures is zowel bij het Hof van Justitie als bij het Gerecht de laatste jaren voortdurend gedaald. Grafiek 2 illustreert gewoon de stelling in punt 9 dat die gunstige evolutie niet voor elk type van procedure kan worden vastgesteld.

Als gevolg van de keuze om de gegevens voor elk jaar per materie/type van procedure weer te geven, is het – als gevolg van het „zaagtandeffect” – bovendien onmogelijk om tendensen te zien. Uit een weergave in de vorm van driejarige gemiddelden blijkt dat de gemiddelde duur van de procedures daalt, ook per materie/type van procedure.

Tot slot geven deze grafieken een onvolledig beeld van de resultaten die de twee rechtsprekende instanties met betrekking tot de vermindering van de procesduur hebben bereikt. Zij leggen immers geen verband tussen de duur van het geding en het aantal betrokken zaken. Zo geeft een snelle blik op de grafiek betreffende de gemiddelde duur van de procedures bij het Hof van Justitie de indruk dat die duur is gestegen, terwijl de langere duur van de procedures betrekking heeft op de rechtstreekse beroepen – die vandaag nog slechts een klein gedeelte van de zaken bij het Hof van Justitie vertegenwoordigen (5,05 % van het totale aantal zaken dat in 2016 aanhangig werd gemaakt bij het Hof van Justitie) – en de gemiddelde behandelingsduur van prejudiciële zaken en hogere voorzieningen, die het grootste deel van de bij het Hof van Justitie aanhangig gemaakte zaken vertegenwoordigen (67,92 % respectievelijk 25,29 % in 2016), voortdurend is gedaald. Bovendien is tussen 2006 en 2016 de gemiddelde duur niet gestegen, zelfs niet voor rechtstreekse beroepen.

Evenzo moet, wat het Gerecht betreft, worden opgemerkt dat de behandelingsduur van zaken betreffende intellectuele eigendom en van „andere rechtstreekse beroepen” (die samen 73 % van de in 2016 afgedane zaken vertegenwoordigen) onafgebroken daalt sinds 2013.

Punt 10

De doelstellingen van de hervorming zijn vermeld in de overwegingen van verordening (EU, Euratom) 2015/2422 van 16 december 2015 tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie (PB 2015, L 341, blz. 14).

Punt 13

Het geheim van de beraadslagingen is een beginsel van primair Unierecht, dat is ingeschreven in artikel 35 van Protocol nr. 3 betreffende het Statuut van het HvJEU. Volgens dit beginsel, dat (krachtens artikel 53 van ditzelfde protocol) zowel op het Hof van Justitie als op het Gerecht van toepassing is, worden de individuele standpunten van de leden van de rechtsprekende instanties op geen enkele manier openbaar gemaakt. Dit verklaart waarom de Rekenkamer geen toegang heeft kunnen krijgen tot een beperkt aantal documenten die onder dit geheim van de beraadslagingen vallen. Uit deze beperking blijkt dus geenszins dat het Hof van Justitie of het Gerecht de toegang tot bepaalde documenten zou willen verbieden. Zij geldt krachtens het primaire recht en de niet-inachtneming van dit beginsel zou een schending opleveren van de eed die de rechters en de advocaten-generaal bij hun infunctietreding afleggen, en zou ertoe kunnen leiden dat zij aansprakelijk worden gesteld (zie in dit verband titel I van het bovengenoemd protocol).

Punt 24

De vaststelling dat de afwezigheid van een referendaris een negatieve impact kan hebben op de doeltreffende behandeling van een zaak, moet worden gerelativeerd. Bij omvangrijke of complexe zaken die snel moeten worden behandeld, komt het wel vaker voor dat verschillende referendarissen samen aan dezelfde zaak werken.

Bovendien worden, wanneer de aard en de duur van de afwezigheid van de referendaris dit rechtvaardigen, maatregelen genomen om de gevolgen van diens afwezigheid voor de continuïteit van de behandeling van de zaken te minimaliseren, zoals onder meer de toedeling van de zaken aan een andere referendaris van het kabinet of de tijdelijke aanwerving van een vervanger, onder de toepasselijke statutaire voorwaarden.

Grafiek 4

Bij de voorstelling van de duur van de verschillende procedurestappen van zaken die bij wege van een beschikking worden afgedaan, moet in aanmerking worden genomen dat een beschikking houdende beëindiging van een geding, naargelang van de omstandigheden en om verschillende redenen, op elk moment in de procedure kan worden gegeven, dus vanaf het begin van de schriftelijke behandeling tot op het ogenblik van de beraadslaging over de zaak (bijvoorbeeld in geval van afstand van instantie).

Punt 29

In dit verband zij verwezen naar de hierboven geformuleerde overwegingen met betrekking tot grafiek 4.

Point 46

De leden van het Hof van Justitie en het Gerecht werken, bijgestaan door hun referendarissen, tegelijkertijd aan verschillende dossiers, als rechter-rapporteur, rechter-bijzitter of advocaat-generaal. Hoewel voor elke zaak factoren kunnen worden genoemd die verklaren waarom bepaalde procedures langer duren dan andere (zoals de omvang van het dossier, de complexiteit van de zaak of de tijdelijke onbeschikbaarheid van de referendaris die ervoor verantwoordelijk is), zou voor de precieze evaluatie van de tijd die aan elk van deze factoren kan worden toegerekend, een complex registratiesysteem moeten worden ingevoerd, waarvan niet meteen duidelijk is welke voordelen het zou hebben. De door het Hof van Justitie en het Gerecht gegeven beslissingen zijn bovendien het resultaat van een collegiale en actieve samenwerking tussen alle rechters van de rechtsprekende formatie, die afkomstig zijn uit verschillende rechtsstelsels. De inaanmerkingneming van de verschillende meningen die door de rechters van de rechtsprekende formatie worden uitgedrukt, heeft ontegenzeglijk een invloed op de behandelingsduur van de zaken, die echter moeilijk te kwantificeren valt.

Punt 47

De door de Rekenkamer gemaakte selectie van zaken, die deze ertoe gebracht heeft om de aandacht te vestigen op een aantal factoren die de (lange of korte) behandelingsduur van bepaalde zaken kunnen verklaren, vloeit voort uit een keuze. Het HvJEU wijst erop dat deze steekproef niet representatief is voor het geheel van de zaken die het Hof van Justitie en het Gerecht tijdens de twee onderzochte jaren hebben afgedaan.

Grafieken 7 en 8

Het HvJEU wenst enige toelichting te geven over de twee vaakst vermelde factoren. In de eerste plaats is de gerechtelijke vakantie een realiteit waarmee voor beide rechtsprekende instanties rekening moet worden gehouden. Deze factor komt echter, zonder dat daar een objectieve reden voor is, alleen tot uitdrukking in grafiek 7.

Wat in de tweede plaats de revisie door de groep van arrestenlezers betreft – een fase in de behandeling die bij beide rechtsprekende instanties is voorgeschreven – moet worden opgemerkt dat deze alleen in grafiek 8 tot uitdrukking komt. In dit verband blijkt namelijk dat de duur van de behandeling van de zaken door de groep van arrestenlezers van het Gerecht door deze entiteit in alle vragenlijsten (behalve in één geval, waarin geen revisie door deze groep heeft plaatsgevonden) nauwkeurig is geëvalueerd volgens een systematische benadering en ongeacht de duur (lang of kort) van die procedurefase. Die ongedifferentieerde methode verklaart waarom deze factor het vaakst is aangehaald. Deze frequentie zegt echter niets over het belang van de impact van die ene factor binnen het geheel van factoren die de duur van de procedure beïnvloeden. De Rekenkamer beklemtoont overigens terecht dat de interne termijnen die voor deze fase zijn bepaald, zijn nageleefd.

Punt 48

Wat de factoren betreft die de duur van de procedure bij het Hof van Justitie beïnvloedden in de 30 door de Rekenkamer geselecteerde zaken, wordt – wat de factor „gerechtelijke vakantie” betreft – verwezen naar voetnoot 36. De periodes van gerechtelijke vakantie – die ook bij de nationale rechterlijke instanties bestaan – hebben tot doel, de afwezigheden wegens verlof van het personeel aldus te organiseren dat een goede rechtsbedeling wordt verzekerd. Het zijn geenszins periodes waarin de gerechtelijke activiteit wordt onderbroken.

Tijdens de zomer worden de dossiers immers verder behandeld, zowel binnen de kabinetten als binnen de diensten, en worden voorlopige rapporten en ontwerpbeslissingen opgesteld en verspreid. Bovendien kunnen tijdens deze periode, als dat noodzakelijk is, nog steeds terechtzittingen en beraadslagingen worden gehouden, met name voor kort gedingen of prejudiciële spoedprocedures.

Punten 51 tot en met 60

De twee rechtsprekende instanties hebben gedifferentieerde tijdschema’s en monitoringinstrumenten ontwikkeld, die met name worden toegepast op bepaalde types van procedures (voor het Hof van Justitie: prejudiciële verwijzingen, beroepen tot nietigverklaring, beroepen wegens nalaten, beroepen wegens niet-nakoming en hogere voorzieningen; voor het Gerecht: rechtstreekse beroepen, hogere voorzieningen, procesincidenten die aanleiding geven tot een beschikking). Deze tijdschema’s kunnen weliswaar nog verder worden verfijnd aan de hand van de kenmerken van de zaken, en ook al werken de rechtsprekende instanties met indicatieve interne termijnen die zijn vastgesteld op basis van gemiddelden, toch wordt elke zaak individueel gemonitord door de griffies, de leden, de kamerpresidenten en de presidenten van de rechtsprekende instanties. Tot slot zorgt een specifiek orgaan (de Vergadering/Conferentie van kamerpresidenten), in het kader waarvan verslag wordt uitgebracht over de voortgang van de zaken die bijzondere aandacht verdienen, voor een periodieke gezamenlijke monitoring.

Punten 63 tot en met 69

Zoals is aangegeven in de punten I en II, waarnaar wordt verwezen, zijn de onafhankelijkheid en de kwaliteit essentiële factoren die in aanmerking moeten worden genomen bij een alomvattende evaluatie van de goede rechtsbedeling.

Punt 63

Het HvJEU focust bij zijn beoordeling van de geleverde prestaties niet op het aantal zaken dat zijn rechtsprekende instanties hebben afgedaan, zonder rekening te houden met de daarvoor ingezette middelen. Het doet al het mogelijke om ervoor te zorgen dat de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt en dat geen middelen worden verspild.

Zo worden inkomende zaken onmiddellijk onderzocht door – naargelang van het geval – de griffie van de rechtsprekende instanties en/of de directie Onderzoek en Documentatie, zodat eventuele gevallen van onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid worden opgespoord. Indien blijkt dat zich een dergelijk geval voordoet, worden de vertaalwerkzaamheden meteen opgeschort en zal de griffie voorstellen een beschikking te geven.

Bovendien wordt in het kader van de voorafgaande analyse ook onderzocht of er soortgelijke of verwante zaken zijn, teneinde een optimale toewijzing van de inkomende zaken mogelijk te maken en te kunnen beoordelen of een opschorting nodig is.

Punt 64

Het HvJEU beschikt over interne statistieken die het mogelijk maken om de duur van de verschillende fasen van de procedure per soort zaak of per materie te analyseren en aldus de prestaties op gedifferentieerde wijze te beoordelen. Op basis van die gegevens kan erover worden nagedacht hoe de tijdschema’s voor de behandeling van de zaken nog beter op de complexiteit van de zaken kunnen worden afgestemd.

Punt 65

Het EU-scorebord voor justitie dat in het kader van de Raad van Europa is opgesteld door de CEPEJ (Commissie voor efficiëntie in justitie) is een nuttig referentiewerk dat vele indicatoren bevat, maar waarvan slechts een gedeelte is gewijd aan het „beheer van de gerechtelijke termijnen”. Het HvJEU wenst te preciseren dat het niet heeft kunnen nagaan hoe de in aanmerking genomen indicatoren concreet zijn toegepast op de activiteit van het Hof van Justitie en het Gerecht.

Punt 77

De algemene directie Vertaling voert op basis van precieze activiteitsindicatoren een realtime monitoring uit, teneinde de beschikbare capaciteit optimaal te benutten. Het individuele rendement wordt eveneens op periodieke basis gemonitord, rekening houdend met alle uitgevoerde activiteiten.

De registratie van de tijd die elke jurist-vertaler aan elke handeling besteedt, zou een diagnostisch middel kunnen zijn indien de doelstellingen niet werden gehaald of indien efficiëntieverlies werd vastgesteld. Wanneer dergelijke problemen zich niet voordoen, is het voor de motivatie en de productiviteit van de juristen-vertalers echter beter te appelleren aan hun professionele verantwoordelijkheid om de gestelde termijnen na te leven en er aldus mede voor te zorgen dat de behandeling van de zaken zo vlot mogelijk verloopt en dat de rechtspraak snel wordt verspreid. Dit blijkt ook uit de goede resultaten die in de punten 78 en 94 worden aangehaald.

Punt 86

De bijlagen bij de memories worden alleen vertaald indien de rechter-rapporteur of de advocaat-generaal daar uitdrukkelijk om verzoekt en voor zover nodig. Bovendien zijn de instellingen, organen en instanties van de Unie verantwoordelijk voor de vertaling van hun eigen memories.

Punt 90

Zie de punten I en II.

Punt 91

De efficiëntie bij de behandeling van de zaken is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen doordat het Hof van Justitie en het Gerecht verschillende tijdschema’s en monitoringinstrumenten zijn beginnen te gebruiken.

Een geïndividualiseerde monitoring van de zaken is nodig, aangezien de termijnen van een tijdschema in beginsel moeten worden nageleefd in elke zaak die onder de werkingssfeer daarvan valt. Niettemin kunnen objectieve omstandigheden rechtvaardigen dat deze termijnen in bepaalde gevallen worden overschreden. In dat geval wordt de betrokken zaak afzonderlijk gemonitord om ervoor te zorgen dat zij zo snel wordt behandeld als gelet op haar specifieke kenmerken mogelijk is. Andere omstandigheden – zoals het feit dat een zaak niet erg complex is – rechtvaardigen dan weer dat zij wordt afgesloten binnen een kortere termijn dan die waarin het betrokken tijdschema voorziet.

Hoewel recentelijk al maatregelen in die zin zijn genomen, kan binnen de twee rechtsprekende instanties verder worden nagedacht over manieren om de tijdschema’s nog beter af te stemmen op de complexiteit van de zaken en/of de monitoring aan te passen teneinde te verzekeren dat de minst complexe zaken binnen nog kortere termijnen worden afgedaan.

Punt 93

Het is juist dat de langste fasen van de behandeling van een zaak doorgaans de fasen zijn die volgen op het einde van de schriftelijke behandeling. In deze fasen werken de rechters collegiaal aan de betrokken zaak (zie punt 46). Dat rekening wordt gehouden met de verschillende meningen van de leden van de rechtsprekende formatie zorgt – ontegenzeglijk – voor een verlenging van de behandelingsduur. Dit dialectische proces, dat inherent is aan het verloop van de rechtspraakprocedure zoals deze in het Statuut van het HvJEU en in de reglementen voor de procesvoering is omschreven, is evenwel van fundamenteel belang om tot een kwaliteitsvolle gezamenlijke beslissing te komen.

Het HvJEU is van mening dat de gevraagde documenten en inlichtingen, met uitzondering van die welke onder het geheim van de beraadslagingen vallen, aan de auditors zijn meegedeeld. Deze documenten en inlichtingen hebben de auditors in staat gesteld om, binnen de steekproef van de 60 onderzochte zaken, de drie voornaamste oorzaken voor overschrijding van de in de tijdschema’s bepaalde termijnen vast te stellen, namelijk de werklast van het lid, de complexiteit van de zaken en de onbeschikbaarheid van een referendaris. Deze factoren houden nauw verband met de collegiale aard van het werk van de rechters. De leden en hun referendarissen besteden immers een groot deel van hun tijd aan zaken waarin de betrokken leden niet als rechter-rapporteur zijn aangewezen. Hoeveel tijd wordt besteed aan het bestuderen van die dossiers waarin zij „bijzitter” zijn, hangt rechtstreeks af van de complexiteit van de dossiers.

Indien de onbeschikbaarheid van de referendaris verband houdt met een afwezigheid, worden maatregelen genomen om de gevolgen daarvan voor de continuïteit van de behandeling van de zaken te minimaliseren. Zo kunnen zaken, afhankelijk van de aard en de duur van de afwezigheid, worden toebedeeld aan een andere referendaris van het kabinet of kan tijdelijk een vervanger worden aangeworven onder de toepasselijke statutaire voorwaarden.

Punt 95

De doeltreffendheid van „case management” is steeds afhankelijk van de geavanceerdheid van een IT-systeem. Het HvJEU is verheugd over de conclusie van de Rekenkamer betreffende de verwezenlijking van een geïntegreerd IT-systeem, aan de ontwikkeling waarvan de instelling al verschillende maanden inspanningen wijdt.

Punt 97

Zie punt III.

Punt 98

A. Hoewel het Hof van Justitie en het Gerecht op dit ogenblik al specifieke tijdschema’s hanteren voor verschillende types van procedures (zie de punten 51-60), staan zij volledig achter de aanbeveling van de Rekenkamer om deze tijdschema’s verder te verfijnen door nog meer rekening te houden met de specificiteit van de procedures en met de complexiteit van de zaken. Voor de nauwkeurige inaanmerkingneming van de daadwerkelijk ingezette middelen dient eerst een studie te worden verricht om te beoordelen in hoeverre de invoering van een systeem van registratie van het middelengebruik bruikbare gegevens kan genereren zonder dat de goede werking van de rechtsprekende instanties daaronder lijdt.

B. De twee rechtsprekende instanties zullen onderzoeken of gedetailleerdere statistieken over de duur van de procedures kunnen worden gepubliceerd.

C. Het Hof van Justitie en het Gerecht zullen, in het kader van hun reflectie over hun interne organisatie en hun werkmethoden, rekening houden met de aanbeveling van de Rekenkamer om de referendarissen op flexibelere basis toe te wijzen aan de kabinetten.

D. Het HvJEU onderschrijft de aanbeveling van de Rekenkamer dat de lidstaten moet worden gewezen op de noodzaak om de leden van het Hof van Justitie en van het Gerecht zo snel mogelijk te benoemen, teneinde elke vertraging bij de behandeling van de zaken te vermijden die verband houdt met de vervanging van de leden van deze instanties. Het benadrukt dat de stabiliteit van de samenstelling van het Hof van Justitie en van het Gerecht van cruciaal belang is voor de doeltreffende vervulling van de taak die de Verdragen aan deze rechtsprekende instanties hebben toebedeeld, en het beklemtoont dat deze overwegingen bij de gedeeltelijke vernieuwingen stelselmatig onder de aandacht van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten worden gebracht.

E. De keuze van de taal waarin de beraadslaging gebeurt, hangt af van een aantal factoren en wordt bepaald door overwegingen van efficiëntie. De rechtsprekende instanties zullen hierover verder nadenken in het kader van hun rechtsprekende autonomie, rekening houdend met de opmerkingen van de Rekenkamer.

F. In het kader van een reflectie over de IT-middelen waarover de rechtsprekende instanties op korte en middellange termijn moeten beschikken, heeft het HvJEU een denkoefening gestart over de IT-systemen en verwelkomt zij de aanbeveling om, gelet op de specifieke kenmerken van het rechtsprekende werk en de kenmerken van elke rechtsprekende instantie, te bestuderen of een geïntegreerd IT-systeem kan worden ingevoerd dan wel een dergelijk systeem effectief te implementeren.

Verklarende woordenlijst

Advocaat-generaal: het Hof van Justitie beschikt over elf advocaten-generaal. Zij staan het Hof van Justitie bij en zijn verantwoordelijk voor het, waar nodig, verstrekken van een juridisch advies (“conclusie”). Deze conclusies worden opgesteld in de taal van hun keuze.

Algemene vergadering: de algemene vergadering is een wekelijkse bijeenkomst van de president van het Hof van Justitie, de rechters, de advocaten-generaal en de griffier. Zij beslist over de rechtsprekende formatie voor afzonderlijke zaken en over de vraag of er een conclusie van de advocaat-generaal nodig is.

ARGOS: een IT-systeem dat binnenkort in beide rechtsprekende instanties in gebruik zal worden genomen en is bedoeld om meer gedetailleerde informatie over zaken te verstrekken via een gepersonaliseerd dashboard voor rechters, advocaten-generaal en hun kabinetten.

Arrest: beslissingen van het Hof van Justitie en van het Gerecht worden genomen op basis van een conceptarrest dat door de rechter-rapporteur is opgesteld. Deze arresten worden in het openbaar gewezen.

Beraadslaging en uitspraak van de beslissing: de rechters beraadslagen op basis van een conceptarrest dat is opgesteld door de rechter-rapporteur. Iedere rechter van de betrokken formatie kan wijzigingen voorstellen. Beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen en er wordt niet openbaar gemaakt of er rechters met een afwijkend oordeel waren. Arresten worden door alle rechters die hebben deelgenomen aan de beraadslaging ondertekend en het dictum wordt in een open zitting uitgesproken.

Beroep tot nietigverklaring: een verzoek tot nietigverklaring van een handeling door een instelling, orgaan of agentschap van de Unie.

Beroep wegens niet nakoming: op grond van dit beroep kan het Hof van Justitie bepalen of een lidstaat zijn verplichtingen uit hoofde van het EU-recht is nagekomen.

Beschikking: wanneer de rechtsprekende instanties van oordeel zijn dat ze over voldoende informatie beschikken om uitspraak te doen op basis van de schriftelijke procedure of in gevallen waarin een zaak kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond wordt geacht, wanneer er geen uitspraak hoeft te worden gedaan of wanneer de partijen afstand doen van instantie, kan de zaak bij beschikking worden afgesloten.

Bevestigingen van de leiding van de entiteit: schriftelijke bevestigingen door de leiding van de entiteit van bepaalde aangelegenheden. Hoewel ze informatie verschaffen, bevatten ze op zichzelf niet voldoende en geschikte controle-informatie over de aangelegenheden waarop ze betrekking hebben.

Business Object en Business Intelligence: Deze IT-systemen worden bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) gebruikt voor rapportagedoeleinden en de productie van gerechtelijke statistieken.

Cellule des lecteurs d’arrêts: juristen die werken voor de president van het HvJ-EU of het Gerecht en die de formele harmonisatie, alsmede de samenhang van conceptarresten, en in sommige gevallen, van de beschikkingen beoordelen.

E-Curia: dit is een IT-applicatie van het HvJ-EU voor juristen en gemachtigden van de lidstaten en instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de EU. Hiermee kunnen processtukken elektronisch met de griffies worden uitgewisseld.

Eerste advocaat-generaal: de eerste advocaat-generaal neemt de algehele verantwoordelijkheid voor het monitoren van de voortgang bij het opstellen van de conclusies door de advocaten-generaal.

Europese Commissie voor Efficiëntie in Justitie (Cepej): de Europese Commissie voor Efficiëntie in Justitie (Cepej) beoogt de verbetering van de efficiëntie en werking van de rechtspraak in de lidstaten en de uitvoering van door de Raad van Europa ontwikkelde instrumenten.

Geheimhouding van de beraadslagingen: beraadslagingen van het HvJ-EU vinden tussen rechters plaats. Ze zijn en blijven geheim. Beraadslagingen zijn altijd in het Frans, zonder vertolking.

Gerechtelijke vakanties: het HvJ-EU blijft permanent zitting houden, maar stelt gerechtelijke vakanties vast: perioden waarin normaliter geen hoorzittingen en beraadslagingen plaatsvinden. Beide rechtsprekende instanties en de bijbehorende afdelingen blijven gedurende die perioden, waarin hoorzittingen en beraadslagingen bij wijze van uitzondering kunnen plaatsvinden, echter normaal doorwerken.

Griffie: De rechtsprekende instanties die samen het HvJ-EU vormen, hebben elk hun eigen griffie. Deze is verantwoordelijk voor de inontvangstneming, kennisgeving en bewaring van alle processtukken. De griffier van het Hof van Justitie is tevens de secretaris-generaal van de instelling.

Grote kamer: het Hof van Justitie of het Gerecht kan zitting houden in grote kamer (vijftien rechters) wanneer de juridische complexiteit, het belang van de zaak of speciale omstandigheden dit rechtvaardigen.

Hogere voorziening: er kan, uitsluitend in het geval van rechtsvragen, bij het Hof van Justitie hogere voorziening worden ingesteld tegen arresten en beschikkingen van het Gerecht.

Hoorzitting (mondelinge behandeling): de mondelinge behandeling omvat het horen door beide rechtsprekende instanties van de gemachtigden, raadslieden en advocaten, en, zo nodig, het horen van getuigen en deskundigen.

Jurist-linguïst: een vertaler in de Algemene directie vertaling die over een juridische kwalificatie dient te beschikken.

Kamer: een formatie van een variabel aantal rechters die bijeenkomen om een individuele zaak te bespreken.

Kamervergadering: elke kamer van het Gerecht komt regelmatig bijeen, voornamelijk om de door de rechter-rapporteur verzonden voorlopige rapporten te bespreken.

Litige: Litige is de hoofddatabase van het HvJ-EU en bevat informatie over individuele zaken.

Onderzoek en documentatie: Directie onderzoek en documentatie verschaft beide rechtsprekende instanties informatie over rechtsvergelijking en jurisprudentie.

Opschortingen (schorsing van de behandeling): de behandeling kan worden geschorst indien er bij het Hof van Justitie en het Gerecht zaken zijn aangebracht over hetzelfde onderwerp, waarin hetzelfde vraagstuk aan de orde wordt gesteld of de geldigheid van dezelfde handeling wordt betwist. De behandeling kan ook worden opgeschort in andere bijzondere situaties die in het reglement voor de procesvoering zijn vastgelegd.

Prejudiciële spoedprocedure: via deze procedure kan het Hof van Justitie in veel kortere tijd de dringendste kwesties inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid afhandelen (bijv. ten aanzien van politiële en juridische samenwerking in burgerlijke zaken).

Prejudiciële verwijzingen: ter waarborging van de doeltreffende en uniforme toepassing van de wetgeving van de Europese Unie (EU) en ter voorkoming van uiteenlopende interpretaties kunnen, of in sommige gevallen, moeten nationale rechtbanken zich wenden tot het Hof van Justitie en het vragen een punt betreffende de uitleg of geldigheid van EU-wetgeving te verduidelijken.

Processtuk: processtukken zijn alle documenten die tussen de partijen en de griffie tijdens de procedure worden uitgewisseld (memories, bijlagen, correspondentie, enz.).

Pro-Curia: het project voor een geïntegreerd IT-systeem voor de behandeling van zaken bij het Gerecht, dat werd stopgezet vanwege problemen bij de implementatie ervan.

Rapport ter terechtzitting: dit document, dat door de rechter-rapporteur bij het Gerecht wordt opgesteld, omvat een samenvatting van de vermeende feiten en de argumenten die door iedere partij, en zo nodig door de interveniënten zijn aangevoerd. Het wordt naar de partijen gestuurd en vóór de hoorzitting beschikbaar gesteld voor het publiek.

Rechter-bijzitter: de rechter-bijzitter is een van de rechters die deel uitmaakt van de kamer, maar niet de rechter-rapporteur.

Rechter-rapporteur: de rechter-rapporteur is de rechter aan wie de president een zaak toewijst. Zijn/haar belangrijkste taak bestaat erin de algemene vergadering van het Hof van Justitie of de kamervergadering bij het Gerecht een voorlopig rapport te verstrekken, dat een analyse van de juridische vraagstukken van de zaak en de voorgestelde procedurele stappen bevat. Hij/zij stelt ook het conceptarrest op.

Rechtsprekende formatie: samenstelling van de kamer (het aantal rechters) waarin over elke zaak wordt beraadslaagd.

Référendaire (gerechtssecretaris): gerechtssecretarissen die onder toezicht staan van rechters en advocaten-generaal van het HvJ-EU. Ze assisteren de leden bij het opstellen van de rapporten ter terechtzitting, voorlopige rapporten, arresten, beschikkingen en/of conclusies en de motivering daarvoor; daarnaast verlenen zij assistentie tijdens de hoorzitting.

Reglement voor de procesvoering: beide rechtsprekende instanties hebben hun eigen reglement voor de procesvoering gepubliceerd voor de behandeling van zaken in iedere fase van de procedure.

(Schriftelijke) memories: documenten waarin de partijen hun argumenten voor de rechtsprekende instanties uiteenzetten (verzoekschrift/verweerschrift en, waar passend, memorie van repliek en memorie van dupliek). Ze moeten in het Frans worden vertaald.

Schriftelijke procedure: deze procedure wordt beheerd door de griffies; zij volgt op de ontvangst van een zaak en omvat de opstelling en vertaling van gerechtelijke documenten.

Suivi des Affaires: Suivi des Affaires is een gecomputeriseerd instrument bij het HvJ-EU waarmee de voortgang in het beheer van lopende zaken kan worden gevolgd.

Toerbeurten: bij het Gerecht worden zaken door de president om de beurt aan de negen kamers toegewezen volgens vier onderscheiden toerbeurten.

Versnelde procedure: bij deze procedure kan het Hof van Justitie snel uitspraak doen in uiterst dringende zaken door de termijn van deze zaken te verkorten en er hoge prioriteit aan toe te kennen. Deze procedure bestaat ook voor prejudiciële beslissingen.

Verzoek tot interventie: een interventie is de handeling van een instelling of een natuurlijke of rechtspersoon tot tussenkomst in een zaak die door een derde is ingeleid.

Voeging van zaken: in elke stand van het geding kunnen meerdere zaken van eenzelfde aard die hetzelfde voorwerp hebben, wegens verknochtheid worden gevoegd voor de schriftelijke of de mondelinge behandeling of voor het eindarrest.

Voorlopig rapport: vertrouwelijk intern document dat door de rechter-rapporteur wordt opgesteld na afloop van de schriftelijke procedure en dat een analyse omvat van de relevante vragen, feitelijk en rechtens, die de rechtszaak opwerpt, alsmede voor zover van toepassing maatregelen tot organisatie van de procesgang of maatregelen van instructie. Ook wordt daarin de samenstelling van de formatie die de zaak zal behandelen, voorgesteld, en vermeld of er al dan niet een hoorzitting zal plaatsvinden en of de advocaat-generaal is verzocht een conclusie uit te brengen.

Voetnoten

1 Artikel 19 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

2 Advocaten-generaal worden benoemd krachtens artikel 252 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en hebben tot taak met redenen omklede conclusies te nemen, dat wil zeggen (niet-bindende) adviezen op te stellen, in zaken die hun zijn toegewezen.

3 Jaarlijks activiteitenverslag van het HvJ-EU voor het jaar 2016, bijlage 1.

4 Een van de fundamentele EU-rechten voor burgers en bedrijven is dat een zaak binnen een redelijke termijn wordt behandeld, wat ook een voorwaarde is voor een doeltreffende voorziening in rechte. Zie artikel 41, lid 1 (Recht op behoorlijk bestuur) en de eerste en tweede alinea van artikel 47 (recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

5 Artikel 30 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

6 Het bedrag van deze schadevergoedingen loopt uiteen. De voor deze kosten toegewezen begroting in 2017 omvatte ongeveer 850 000 euro.

7 Zie in dit verband zaak C-358/07 P Der Grüne Punkt - Duales System Deutschland/Commissie, zaak C-40/12 P Gascogne Sack Deutschland/ Commissie en zaak C-58/12 P Gascogne/Commissie, waarbij het Hof van Justitie constateerde dat het Gerecht (tot december 2009 bekend als het Gerecht van eerste aanleg, de redelijke termijn had overschreden waarbinnen een justitiabele gerechtigd is te verwachten dat uitspraak zal worden gedaan. Het HvJ-EU merkte op dat de verzoekende partijen dientengevolge rechtsvorderingen konden instellen tot vergoeding van de mogelijke schade die ze hebben geleden als gevolg van de buitensporig lange duur van de procedure bij het Gerecht. De eerste zaak waarin uitspraak zou worden gedaan in verband met deze kwestie, was zaak T-577/14 Gascogne Sack Deutschland en Gascogne/Europese Unie. In zijn arrest van 10 januari 2017 veroordeelde het Gerecht de EU tot het betalen van een schadevergoeding van meer dan 50 000 euro aan de verzoekende partijen ter compensatie van de materiële en niet-materiële schade die was ontstaan door de buitensporig lange duur van de procedure. Tegen deze beslissingen is hogere voorziening ingesteld. Met betrekking tot andere zaken waarbij ondernemingen schadevergoeding hadden gevorderd voor de buitensporig lange duur van de procedure werd uitspraak gedaan in februari 2017 (zaken T-479/14 Kendrion/Europese Unie en T-725/14 Aalberts Industries/Europese Unie), in juni 2017 (zaak T-673/15 Guardian Europe/Europese Unie) of is nog geen uitspraak gedaan.

8 Het HvJ-EU publiceert statistieken en analyses over de uitkomst van de gerechtelijke werkzaamheden. De gemiddelde procesduur, of de tijd die ligt tussen de datum waarop de zaak wordt ingediend bij de griffie en de datum van de definitieve rechterlijke beslissing, is een van de belangrijkste indicatoren die elk jaar door het HvJ-EU wordt gepubliceerd, samen met de verhouding tussen het aantal afgesloten zaken en het aantal binnengekomen zaken. Het HvJ-EU publiceert ook gedetailleerde gegevens over de gerechtelijke werkzaamheden, met name over de aard van de procedures en de inhoud ervan, evenals het aantal nieuwe, afgesloten en lopende zaken.

9 Verordening (EU, Euratom) 2015/2422 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie (PB L 341 van 24.12.2015, blz. 14).

10 De Raad merkte op dat het Gerecht gemiddeld twee jaar nodig had om uitspraak te doen, dubbel zo lang als hetgeen over het algemeen als toelaatbaar wordt beschouwd (Raad van de Europese Unie, persmededeling nr. 497/15 van 23.6.2015). Zie ook de overwegingen bij Verordening (EU, Euratom) 2015/2422, met name overweging 2: “Op dit moment blijkt de duur van de procedures niet aanvaardbaar voor de justitiabelen, met name gelet op de voorschriften van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.”

11 Raad van de Europese Unie, document 16576/14 van 8.12.2014, paragraaf 10, en persmededeling nr. 497/15 van 23.6.2015. COM(2016) 81 final van 22.2.2016, paragraaf 10.

12 Documenten van de Raad nr. 16576/14 van 8.12.2014, paragraaf 5, en nr. 9375/1/15 REV 1 ADD 1 van 24.6.2015, paragraaf 15.

13 Uiterlijk 26 december 2020 moet het Hof van Justitie verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de werking van het Gerecht, namelijk de efficiëntie ervan, de noodzaak en de effectiviteit van de uitbreiding van het aantal rechters tot 56, het gebruik en de effectiviteit van de middelen en de verdere instelling van gespecialiseerde kamers en/of andere structurele wijzigingen (zie artikel 3, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2015/2422).

14 Artikel 35 van het Statuut van het HvJ-EU.

15 In internationale standaard van hoge controle-instanties nr. 1580 en in paragraaf 4 van de internationale controlestandaard nr. 580 “Schriftelijke bevestiging” wordt het volgende opgemerkt: “Hoewel schriftelijke bevestigingen noodzakelijke controle-informatie verschaffen, verschaffen zij op zichzelf niet voldoende en geschikte controle-informatie over de aangelegenheden waarop zij betrekking hebben.”

16 Het gedeelte in de enquêtes over de schriftelijke procedure werd ingevuld door het personeel van de griffie en het gedeelte over de hieropvolgende fasen door de rechters/advocaten-generaal die belast waren met de zaak of door hun référendaires.

17 http://www.coe.int/t/dghl/cooperation/cepej/evaluation/default_en.asp

18 De steekproef bevatte een geproportioneerd aantal zaken die bij arrest of beschikking werden afgesloten voor de verschillende soorten zaken die door zowel het Hof van Justitie als het Gerecht werden behandeld. Een ander criterium was dat de rechter of advocaat-generaal nog steeds in functie moest zijn bij het HvJ-EU. De steekproef betrof ook zaken die aan verschillende kamers waren toegewezen.

19 Zaken die meer dan twee keer de gemiddelde tijdsduur in beslag namen, werden uitgesloten van de steekproefpopulatie, zodat we ons konden richten op de meest gangbare zaken.

20 Opgemerkt dient te worden dat wanneer een zaak formeel wordt opgeschort (zes zaken in onze steekproef, allemaal bij het Gerecht), het HvJ-EU de duur van de formele opschorting niet meetelt bij de berekening van de doorlooptijd en dat wij deze ook niet hebben meegeteld in onze analyse.

21 Zoals aangegeven in paragraaf 14 werd dit alles aangevuld met een reeks gesprekken met rechters van beide rechtsprekende instanties en met advocaten-generaal bij het Hof van Justitie.

22 De opstelling van het voorlopig rapport is in beginsel op de Franse vertaling van de meeste processtukken gebaseerd, de enige taal van het HvJ-EU waarin wordt beraadslaagd. Het laatste processtuk wordt in het algemeen binnen twee maanden na afronding van de schriftelijke procedure vertaald.

23 Bij het leveren van vertolkingdiensten wordt rekening gehouden met de talen die de partijen tijdens de hoorzitting gerechtigd zijn te gebruiken en de werktalen van het HvJ-EU, alsmede met eventuele verzoeken van rechters en advocaten-generaal.

24 Met name wanneer de rechtsprekende instanties van oordeel zijn dat ze over voldoende informatie beschikken om uitspraak te doen op basis van de schriftelijke procedure (zie artikel 76, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie en artikel 135 bis van het vorige Reglement voor de procesvoering van het Gerecht).

25 Indien een zaak geen nieuwe rechtsvragen opwerpt, mag het Hof van Justitie uitspraak doen zonder conclusie van de advocaat-generaal. Het is bij het Gerecht ook mogelijk om een dergelijke conclusie te vragen, maar van deze voorziening wordt in de praktijk geen gebruik gemaakt.

26 de rechters beraadslagen op basis van een conceptarrest dat is opgesteld door de rechter-rapporteur. Iedere rechter van de betrokken formatie kan wijzigingen voorstellen. Beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen en er wordt niet openbaar gemaakt of er rechters met een afwijkend oordeel waren. Arresten worden door alle rechters die hebben deelgenomen aan de beraadslagingen ondertekend en het dictum wordt in een open zitting uitgesproken. Arresten en conclusies van de advocaten-generaal zijn beschikbaar op de website van het HvJ-EU op de dag dat ze worden uitgebracht.

27 Deze wordt in alle EU-talen beschikbaar gesteld. Deze regel is ook van toepassing op de conclusies van de advocaten-generaal. Indien een beslissing niet wordt gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie, wordt deze vertaald in de taal die wordt gebruikt door de partij die de zaak heeft verwezen naar de betrokken rechtsprekende instantie (de zogenaamde “procestaal”) indien dit niet de taal is die door de rechters voor de beraadslaging wordt gebruikt.

28 Twee maanden voor hogere voorzieningen en vier maanden voor de overige zaken.

29 Voor de volledigheid wordt de gemiddelde doorlooptijd van bij beschikking afgehandelde zaken, uitgesplitst naar belangrijke fasen, weergegeven in figuur 4. Er dient echter te worden opgemerkt dat zaken die bij arrest zijn afgehandeld weliswaar alle stappen van de procedure doorlopen, maar dat die welke bij beschikking worden afgehandeld, om allerlei redenen in verschillende fasen van de procedure kunnen worden afgesloten.

30 EU-instellingen moeten vertalingen in het Frans van de processtukken verschaffen voor zaken waarbij ze zijn betrokken.

31 Met betrekking tot de vijf zaken waarin een verlenging het gevolg was van de werkbelasting bij DG TRAD, bedroeg de verlenging bij vier van die zaken tussen de twee en zeven dagen. Voor de andere zaak bedroeg deze 1,7 maand.

32 Bijv. de ontvangst en verwerking van processtukken door de griffie (evenals de beslissingen die door de rechters werden genomen met betrekking tot de vervolgprocedure), de toelating van een tweede memoriewisseling, de regularisatie van processtukken, andere procedurele vraagstukken, de door partijen aangevraagde verlenging van termijnen en verzoeken tot interventie.

33 Zaken betreffende spoedeisende aangelegenheden op het gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

34 Zie artikel 53, paragraaf 2 (ontbreken van bevoegdheid of kennelijk niet-ontvankelijke verzoeken), artikel 99 (antwoord bij met redenen omklede beschikking) en artikel 181 (kennelijk niet-ontvankelijke of kennelijk ongegronde principale of incidentele hogere voorziening) van het Reglement voor de procesvoering.

35 Beslissingen die in overeenstemming zijn met artikel 25 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (PB C 313 van 26.10.2013, blz. 4, en PB C 296 van 16.8.2016, blz. 2).

36 Tijdens gerechtelijke vakanties lopen de zaken gewoon door bij het HvJ-EU, maar worden er geen hoorzittingen en beraadslagingen belegd, tenzij de specifieke omstandigheden van de zaak dit vereisen.

37 Zaken kunnen in specifieke gevallen worden opgeschort (bijv. indien er bij het Hof van Justitie en het Gerecht zaken zijn aangebracht over hetzelfde onderwerp, waarin dezelfde problematiek aan de orde wordt gesteld of de geldigheid van dezelfde handeling wordt betwist). De beschikkingen of beslissingen betreffende de opschorting wordt betekend aan de partijen. Zie artikel 55 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie en artikel 69 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht.

38 Zie Memorandum 29/2016 van president Lenaerts van 11 maart 2016.

39 Intern document “Guide pratique relatif au traitement des affaires portées devant la Cour de Justice (document interne de la Cour – dernière mise à jour à compter de juin 2017)”.

40 Intern document “Gestion des dossiers au sein des Cabinets du Tribunal (Août 2010)” en handleiding voor interne procedures, die beide regelmatig worden geactualiseerd (de laatste keer in mei 2017). Tevens bestaat er een interne regeling voor de vertaling van de documenten tijdens de schriftelijke procedure.

41 “Aanzienlijk” wordt nu gedefinieerd als meer dan drie maanden te laat, terwijl dit ten tijde van de invoering van het instrument in 2009 twee jaar was.

42 Om dit in een breder perspectief te plaatsen: in 2010 werden 636 nieuwe zaken aanhangig gemaakt bij het Gerecht en in 2016 974.

43 Kaderprogramma voor de behandeling van elke rechtszaak binnen een optimale termijn en afzienbare tijd (2005); controlelijst voor tijdbeheer (controlelijst van indicatoren voor de analyse van de procesduur in het gerechtelijk stelsel) (2005); compendium van “goede praktijken” met betrekking tot het tijdbeheer van gerechtelijke procedures (2006); herziene Saturn-richtsnoeren voor tijdbeheer in het rechtswezen (2014); toepassingsleidraad “Toward European time-frames for judicial proceedings” (2016).

44 Dit zijn de tijdsperioden waarin een bepaald aantal of percentage zaken afgehandeld moet zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de tijd die een zaak al loopt.

45 Met name de volgende algemene actielijnen die door de Cepej in haar kaderprogramma werden vastgesteld: het verbeteren van de voorzienbaarheid van de termijnen, het beschrijven en monitoren van de normen voor een optimale termijn voor elk soort zaak, het verbeteren van de statistische instrumenten en ontwikkelen van informatie en communicatiestrategieën, en het vaststellen van prioriteiten bij het beheer van rechtszaken.

46 Herziene Saturn-richtsnoeren voor gerechtelijk tijdbeheer (2014).

47 Correlatie is een statistische meting waarmee de mate van waargenomen wederzijdse afhankelijkheid in de schommelingen van twee of meer variabelen wordt aangegeven. Een positieve correlatie geeft de mate aan waarin die variabelen parallel stijgen of dalen; een negatieve correlatie geeft de mate aan waarin één variabele stijgt terwijl de andere daalt.

48 Voor het Hof van Justitie: de gemiddelde doorlooptijd voor soortgelijke zaken in het verleden (zoals bepaald door het soort procedure en het soort beslissing), de rechtsprekende formatie waaraan de zaak was doorverwezen, rekening houdend met het feit dat complexere zaken in het algemeen worden doorverwezen naar kamers met vijf rechters en de grote kamer, het totaalaantal bladzijden van de documenten die deel uitmaken van het dossier van de zaak, het aantal bladzijden dat voor de zaak werd vertaald, de vraag of er sprake was van een conclusie van de advocaat-generaal, het soort beslissing (arrest of beschikking), het totaalaantal bladzijden van de beslissing. Voor het Gerecht: de gemiddelde doorlooptijd van soortgelijke zaken in het verleden (zoals bepaald door het onderwerp van de zaak en het soort beslissing), het totaalaantal bladzijden van de documenten die deel uitmaken van het dossier van de zaak, het aantal bladzijden dat voor de zaak werd vertaald, het soort beslissing (arrest of beschikking), het totaalaantal bladzijden van de beslissing.

49 De correlatie-efficiënt is 0,7 (op een schaal van 0 tot 1, waarbij 0 betekent dat er geen correlatie is en 1 betekent dat er een perfecte positieve lineaire correlatie is).

50 Bijvoorbeeld de beschikbaarheid van de vertaling van het laatste processtuk aan het eind van de schriftelijke procedure en van het conceptarrest.

51 Dit betreft de arresten en conclusies van de advocaten-generaal.

52 Bijvoorbeeld twintig dagen voor een verzoek om een prejudiciële beslissing en in het algemeen twee maanden voor de vertaling van de processtukken (die bij het Gerecht niet meer dan vijftig bladzijden tellen).

53 In het bijzonder de griffie, het kabinet van de president van de verantwoordelijke kamer of het kabinet van de rechter-rapporteur.

54 Deze omvat de volgende metingen: 1) vertaalkosten, 2) vertaalkosten (voortschrijdend gemiddelde), 3) vertaalde bladzijden (output), 4) kwaliteitscontrole, 5) inachtneming van termijnen/op tijd afgeleverde verzoeken, 6) vertaalpersoneel, 7) werktempo, 8) uitbestedingspercentage en 9) niet-vertalingsgerelateerde output en indicatoren.

55 Follow-up van de opmerkingen en aanbevelingen in de kwijtingsresolutie van het Parlement van 29 april 2015 over 2013 (vraag 24).

56 Cepej-studies, nr. 24 over het Europese rechtsstelsel (efficiëntie en kwaliteit van het rechtsapparaat) “Thematic report: Use of Information Technology in European Courts” (2016).

57 “Evolution des technologies de l’information à la Cour de Justice de l’Union européenne: Une approche stratégique 2016-2020.”

58 De advocaten-generaal mogen hun conclusie in hun moedertaal opstellen, maar ze worden uitgenodigd om een van de “spiltalen” (Duits, Engels, Spaans of Italiaans) of Frans te gebruiken.

1 EU-scorebord voor justitie 2016 [COM(2016) 199 final], blz. 7.

Gebeurtenis Datum
Aanvang werkzaamheden 10.5.2016
Officiële toezending van het ontwerponderzoeksverslag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie 29.6.2017
Vaststelling van het doelmatigheidsonderzoek na de contradictoire procedure 5.9.2017
Officiële antwoorden van het Hof van Justitie van de Europese Unie in alle talen ontvangen 30.8.2017

Evaluatieteam

In de speciale verslagen van de ERK worden de resultaten van haar controles van EU-beleid en -programma’s of beheersthema’s met betrekking tot specifieke begrotingsterreinen uiteengezet. Bij haar selectie en opzet van deze controletaken zorgt de ERK ervoor dat deze een maximale impact hebben door rekening te houden met de risico’s voor de doelmatigheid of de naleving, de omvang van de betrokken inkomsten of uitgaven, de verwachte ontwikkelingen en de politieke en publieke belangstelling.

Deze doelmatigheidsonderzoek werd uitgevoerd door controlekamer V, die onder leiding staat van ERK-lid Lazaros S. Lazarou en gericht is op de terreinen financiering en administratie van de Unie. De evaluatie werd geleid door ERK-lid Kevin Cardiff, ondersteund door Gabriele Cipriani, hoofdadviseur; Michael Bain, hoofdmanager; Alberto Gasperoni, taakleider en hoofdmanager; Christophe Lesauvage, hoofdmanager (juridische zaken); João Nuno Coelho dos Santos, hoofdcontroleur; Diana Voinea, controleur; Birgit Schaefer, Ide Ni Riagain, Georgios-Marios Prantzos en Marine Mina, juristen.

Van links naar rechts: Gabriele Cipriani, Michael Bain, Birgit Schaefer, Kevin Cardiff, Marine Mina, Alberto Gasperoni, Diana Voinea, João Nuno Coelho dos Santos, Christophe Lesauvage.

Contact

EUROPESE REKENKAMER
12, rue Alcide De Gasperi
1615 Luxemburg
LUXEMBURG

Tel. +352 4398-1
E-mail: eca-info@eca.europa.eu
Website: eca.europa.eu
Twitter: @EUAuditors

Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op internet via de Europaserver (http://europa.eu).

Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2017

PDFISBN 978-92-872-8099-2ISSN 1977-575Xdoi:10.2865/209762QJ-AB-17-014-NL-N
HTMLISBN 978-92-872-8142-5ISSN 1977-575Xdoi:10.2865/253692QJ-AB-17-014-NL-Q

© Europese Unie, 2017.

Voor iedere vorm van gebruik of reproductie van (beeld)materiaal dat niet onder het auteursrecht van de Europese Unie valt, dient rechtstreeks toestemming aan de auteursrechthebbende te worden gevraagd.

HOE NEEMT U CONTACT OP MET DE EU?

Kom langs
Er zijn honderden Europe Direct-informatiecentra overal in de Europese Unie. U vindt het adres van het dichtstbijzijnde informatiecentrum op: http://europa.eu/contact

Bel of mail
Europe Direct is een dienst die uw vragen over de Europese Unie beantwoordt. U kunt met deze dienst contact opnemen door:

  • te bellen naar het gratis nummer: 00 800 6 7 8 9 10 11 (bepaalde telecomaanbieders kunnen wel kosten in rekening brengen),
  • te bellen naar het gewone nummer: +32 22999696, of
  • een e mail te sturen via: http://europa.eu/contact

Waar vindt u informatie over de EU?

Online
Informatie over de Europese Unie in alle officiële talen van de EU is beschikbaar op de Europa-website op: http://europa.eu

EU-publicaties
U kunt publicaties van de EU downloaden of bestellen bij EU Bookshop op: http://publications.europa.eu/eubookshop (sommige zijn gratis, andere niet). Als u meerdere exemplaren van gratis publicaties wenst, neem dan contact op met Europe Direct of uw plaatselijke informatiecentrum (zie http://europa.eu/contact).

EU-wetgeving en aanverwante documenten
Toegang tot juridische informatie van de EU, waaronder alle EU-wetgeving sinds 1951 in alle officiële talen, krijgt u op EUR-Lex op: http://eur-lex.europa.eu

Open data van de EU
Het opendataportaal van de EU (http://data.europa.eu/euodp/nl/data) biedt toegang tot datasets uit de EU. Deze gegevens kunnen gratis worden gedownload en hergebruikt, zowel voor commerciële als voor niet-commerciële doeleinden.