Zaak C-156/21: Arrest van het Hof (Voltallige zitting) van 16 februari 2022 — Hongarije / Europees Parlement, Raad van de Europese Unie [Beroep tot nietigverklaring – Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 – Algemeen conditionaliteitsstelsel ter bescherming van de begroting van de Unie – Bescherming van de begroting van de Unie in geval van schending van de beginselen van de rechtsstaat in een lidstaat – Rechtsgrondslag – Artikel 322, lid 1, onder a), VWEU – Artikel 311 VWEU – Artikel 312 VWEU – Gestelde omzeiling van artikel 7 VEU en artikel 269 VWEU – Gestelde schendingen van artikel 4, lid 1, artikel 5, lid 2, artikel 13, lid 2, VEU, alsmede van de beginselen van bevoegdheidstoedeling, rechtszekerheid, evenredigheid en gelijkheid van de lidstaten voor de Verdragen]
Zaak C-156/21: Arrest van het Hof (Voltallige zitting) van 16 februari 2022 — Hongarije / Europees Parlement, Raad van de Europese Unie [Beroep tot nietigverklaring – Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 – Algemeen conditionaliteitsstelsel ter bescherming van de begroting van de Unie – Bescherming van de begroting van de Unie in geval van schending van de beginselen van de rechtsstaat in een lidstaat – Rechtsgrondslag – Artikel 322, lid 1, onder a), VWEU – Artikel 311 VWEU – Artikel 312 VWEU – Gestelde omzeiling van artikel 7 VEU en artikel 269 VWEU – Gestelde schendingen van artikel 4, lid 1, artikel 5, lid 2, artikel 13, lid 2, VEU, alsmede van de beginselen van bevoegdheidstoedeling, rechtszekerheid, evenredigheid en gelijkheid van de lidstaten voor de Verdragen]